BE1027358B1 - Drooginrichting en werkwijze voor het drogen van gas en compressorinrichting voorzien van dergelijke drooginrichting - Google Patents

Abstract

Drooginrichting voor het drogen van gas, met een drooggedeelte (14b) dat gevuld is met een droogmiddel (15) voor het drogen van het gas en dat voorzien is van een ingang (19a) en een uitgang (19b) voor het leveren van gedroogd gas, waarbij de droger (13) een regeneratiegedeelte (14a) omvat voor het drogen van vochtig droogmiddel (15) door middel van een regeneratiegas dat er doorheen geleid wordt via een ingang (20a) en een uitgang (20b), waarbij op de ingang (20a) een regeneratieleiding (21a) en op de uitgang (20b) een afvoerleiding (21b) is aangesloten en waarbij in de regeneratieleiding (21a) een warmtewisselaar ( 22) is voorzien met een primair gedeelte (23a) waar het regeneratiegas doorheen wordt geleid, daardoor gekenmerkt dat het secundaire gedeelte (23b) van de warmtewisselaar (22) de condensor (23b) vormt van een warmtepomp (24), waarbij de verdamper (25b) van de warmtepomp (24) het secundair gedeelte (25b) vormt van een tweede warmtewisselaar (26), waarbij het primaire gedeelte (25a) van de tweede warmtewisselaar (26) is aangebracht in de afvoerleiding (21b).

Description

Brocginrichting en werkwijze voor het drogen van gas en | compressorinrichting voorzien van dergelijke | drooginrichting. 9 De nuidige uitvinding neeït betrekking Op een | drocginrichting voor het drogen van een gas. F Men kent reeds inrichtingen die samengebouwd zijn uit een 9 10 compressorinrichting met één of meer conpressorelementen en 9 een uitiaatleiding en sen cp de uitlaatieidino aansluitende | droger van het type dat gebruik maakt van een drcogmiddel of desiccant voor het drogen van gas, waarbij de droger voorzien is van ser drocggedeelte en van sen regeneratiegedeelte. Het drooggedeelte is gevild met een droogmiddel voor het drogen van het gas dat er doorheen wordt geleid en is voorzien van een incang die aansluit op de voornoemde uitiaatieiding van de compressorinrichting en van een uitgang die tevens dienst doet als uitlaat van de inrichting voor het leveren van gecomprimeerd en gedroogd Gas aan een stroomafwaarts net waaron verbruikers aangesioten kunnen worden.

wanneer het Le drogen gecomprimeerd gas doorheen het droogmiddel in het drocogedeelte stroomt, wordt vocht uit het gas in het droogniddel opgenomen door adsorptie of absorptie.

_ BE2019/5377 2 In het regeneratiegedeeite wordt een droogmiddel | geregenereerd dat reeds voor het drogen van gas werd gebruikt en dat verzadigd of gedeeltelijk verzadigd is met | vocht dat uit het te drogen gas ceadsorbeerd werd. { Hierbij wordt het droogmiddel in het regeneratiegedeelte | gedroogd door middel van een regeneratiegas dat er doorheen 9 wordt geleid via een ingang en een uitgang van dit : regeneratiegedeelte, | 16 9 Voor viceistofvrije compressorinrichtingen wordt gebruik # gemaakt van een zogenaamde “heat of compression” droger 9 (HOC-droger)}, waarbij het regeneratiegas rechtstreeks afgerakt wordt van de voornoemde uitlaatleiding van de compressorinrichting, bijvoorbeeld aan de uitlaat van de compressorinrichting.

Het aïgelakte regeneratiegas heeft een voldoende hoge temperatuur om vocht Le kunnen opnemen uit het te regenereren drocomiddel.

Een nadeel van dergelijke bekende inrichting is dat het regeneratieges relatief vochtig is en dat het droogmiddel na regeneratie nog een zekere hoeveelheid vocht bevat, zodat wanneer het in een later stadium wordt aangewend om Gas te drogen, slechts een beperkte hoeveelheid vocht kan opnemen en een beperktere capaciteit heeït om vocht op te nemen en dus snelier terug geregenereerd zal moeten worden.

Bovendien is dergelijke Ltactiek niet mogelijk bij viceistof-geïinjecteerde conpressorinricohtingen an bij

; , BE2019/5377 : + centrifugasicompressoren omdat de temperatuur aan de | uitlaat van de compressorinrichting hier typisch veel lager | zal liggen, zoda: het regeneratiegas het te regenereren : droogmiddel niet of niet voldoende zal kunnen drogen, 9 5 9 Een ander nadeel bij vineistof-geïnjecteerde 9 compressorinrichtingen is dat het samengeperst gas aan de # uitlaat van de compressorinrichting een zekere hoeveelheid olie of andere vloeistof bevat, wat het droogmiddel kan vervuilen, Een mogelijke oplossing om de vervuiling te vermijden zou zijn om het volledige debiet samengeperst gas afkomstig van de compressorinrichting naar het drooggedeelte te voeren, waarbij het gas eerst gekoeld wordt en langs een vloeistofafscheider passeert.

Vervolgens wordt er pas regenerstiegas afgelakt aan de uitlaat van het drooggedeeite, walk regeneratiegas opgewarmd wordt door middel van een warmtewisselaar, gecruik makend van de warmte van het samengeperst gas aan de uitlaat van de compressorinrichting of door gebruik te maxen van de varmte van de geïnjecteerde vloeistof, Een probleem dat zich stelt bij dergelijke aanpak is het feit dat voor de werking van de compressorinrichting en de levensduur van de visceistof, de temperatuur van de vioelstof en san de uitlaat van de compressorinrichting zo laag mogelijk mcet gehouden worden, bij voorkeur onder 80°C, terwijl OM het droogmiddel goed Le kunnen regenereren, de Lemperatuur van het regeneratiegas bij

‚ BE2019/5377 voorkeur hoger is dan 100°C en liever zelfs hoger is dan | 1200, : De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens éên van 9 5 de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden. | De huidige uitvinding heeft een drooginrichting als 9 voorwerp voor het drogen van Gas, welke drooginrichting een droger omvat met een drooggedeelte dat gevuld is met een droogmiddel voor het drogen van het gas dat er doorheen veleid wordt en dat hiertoe voorzien is van een ingang en van een uitgang die dienst doet als uitlaat voor het leveren van gedroogd gas, waarbij de droger verder een regeneratiegedeelte omvat dat gevuld is met vochtig droogmiddel voor het drogen van dit vochtig drooomiddel door middel van een regeneratiegas dat er doorheen geleid wordt via een ingang en een uitgang, waarbij op de ingang een regeneratielsiding en op de uitgang een afvoerleiding is aangesloten, en waarbij in de regeneratieleiding een eerste warmlewisselaar is voorzien voor het opwarmen van het regeneratiegas met een primair gedeelte waar het regensrariegas doorheen wordt geleid, met als kenmerk dat het secundaire gedeelte van de voornoemde eerste warmtewisselaar de condensor vorm: van een warmtepomp, waarbij de verdamper van de warmtepomp) het secundair vedeelte vormt van een tweede warmtewisselaar, waarbij het primaire gedeelte van de Lweede = warmtewisseliaar is aangebracht in de afvoerleiding.

Een voordeel iz dat door gebruik te maken van een warmtepomp de tenperatuur van het regeneratiegas Loch

: voldoende hocg gebracht wordt, gebruik makende van { restiwarmte die overblijft in het regeneratiegas na | regeneratie, 9 5 Een ander voordeel is dat door middel van de warmtepomp | warmte zal afgevoerd worden zodat het regeneratiegas na { doorgang doorheen het regeneratiegedeelte verder zal afgekoeld worden, waardoor er geen nood is aan een aparte : koeier of warntewisselaar om deze warmte af te voeren of 9 18 dat deze veel kleiner gedimensioneerd kunnen worden. 9 De voornoemde droger kan op verschillende manieren 9 uitgevoerd worden en kan bijvoorbeeld bestaan uit één behuizing waarin zich zowel het drooggedeelte als het regeneratiegedeeite bevindt of kan uit twee of meer vaten bestaan waarvan minstens éên het drooggedeslte vormt en minstens éên het regeneratiegedeelte.

De uitvinding betreft ook een compressorinrichting met minstens één compressorelement dat wordt aangedreven door minstens één aandrijving en met een uitlaatieiding die is aangesloten op de uitiaat van het compressorelement met als kenmerk dat de compressorinrichting verder voorzien is van een drooginrichting volgens de uitvinding, waarbij de Vitiaatieiding is aangesloten op de ingang van het droogcedselte, De Werking van dergelijke compressorinrichting is vergelijkbaar met de gekende inrichtingen voor het drogen van gecomprimeerd gas, waarbij het gecomprimeerd gas door het drooggedeelte wordt geleid.

De uitvinding betreft ook een werkwijze voor het drogen van { een gas door middel van een droogmiddel dat door middel van | zen regeneratiegas regenereerbaar is, met als kenmerk dat [ de werkwijze de stap omvalt van het —regeneratiegas voorsigaandelijk on Le warmen, gebruik makend van een | warmtepomp waarbij de verdamper van de warmtepomp gebruik | maakt van een bron van beschikbare restwarmte, : Bij voorkeur maakt de verdamper 25b gebruik van de { 12 restwarmte van het regeneratiecas na dcorgang doorheen het 9 droogmiddel, Een voordeel van dergelijke werkwijze is dat een voldoende hoge tenperatuur bereikt kan worder VOOr het 25 regenersatiegas, zodat al of zo goed als ai het vocht uit het droogmiddel geabsorbeerd of dgeadsorbeerd kan worden.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van een inrichting volgens de uitvinding voor het uitvoeren van de werkwijze, Met net inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende varianten beschreven van een drooginrichting en werkwijze volgens de uitvinding voor het drogen van een gas en compressorinrichting voorzien van dergelijke drooginrichting, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:

: 7 figuur 1 schematisch een compressorinrichting volgens de uitvinding weergeeft, voorzien van een : drooginrichting volgens de uitvinding; ; figuur 2 een alternatieve uitvoeringsvorm weergeeft | 5 van fiquur 1; figuren 3 en 4 varianten weergeven van figuur 2. # De in figuur 1 schematisch weergegeven drooginrichting 1 9 volgens de uitvinding is een uitvoeringsvorm waarbij de drocoinrichting 1 in dit geval deel uitmaakt van een compressorinrichting 2 volgens de uitvinding.

De uitvinding is echter hiertoe niet beperkt en de drooginrichting 1 hoeft niet noodzakelijk deel uit te maken van een compressorinrichting, De compressorinrichting 2 kan op verschillende manieren uitgevoerd worden, De compressorinrichting 2 kan hijvoorbesid zen scehrosicompressorinrichting zijn of aen centrifugaal compressorinrichting.

In het voorbeeld van figuur ì omvat de compressorinrichting 2 één compressorelement 3 dat wordt aangedreven door een aandrijving 4.

De aandrijving 4 is bijvoorbeeld een elektrische motor.

Het is niet uitgesloten dat de compressorinrichting 2 meer dan éen compressorelement 3 en/of meer dan één aandrijving 4 omvat, | 3 De compressorinrichting 2 omvat uitlaatleiding 5 die is 9 aangesloten op de uitlaat 6 van het compressorelement 3. : in deze uitlaatleiding 5 is een nakceler 7 opgenomen voor : het kcelen van het samengeperste gas, dach, dit is niet | LG noodzakelijk voor de uitvinding. Het is niet uitgesloten # dat er na de nakveler 7 een vlceistciafscheider voorzien is of dat de nakoeler 7 zelf voorzien is van een vloeistofaïscheider.

Zoals te zien is in figuur 1, is de compressorinrichtina 2 sen oliergeïinjecteerde compressorinrichting 2, waarbij in het compresscrelement 3 olie wordt geïnjecteerd.

De compressorinrichting 2 kan ook geïniecteerd worden met een ander type van vloeistof, zoals bijvoorbeeld water of een polymeer, In de voornoemde uitlaatleiding 5 is, strooncowaarts van de voornoemde nakoeler 7, een olie-afscheider 8 opgenomen met ven inlaat 9a en een uitlaat 9b voor samengeperst gas en een uitlaat 10 voor afgescheiden olie.

De uitlaat 10 voor afgescheiden olie is in dit geval aangesloten op een oliekoeler 11, waarna de gekoelde olie vervolgens terug in de compressorinrichting Z geïnjecteerd kan worden.

| Stroomafwaarts van de nakceler 7 is er ook een filter 12 : opgenomen in de uitlaatleiding 5. 9 De drooginrichting 1 omvat verder volgens de uitvinding 9 9 minstens een zogenaamd regeneratiegedeelte da, welke in 9 dit geval deel uitmaakt van een droger 13, welke naast het 9 regeneratiecedeeite 14a ook een drooggedeelte 14b omvat, Zowel in het regeneratiegedeelte als in het drooggedeelte is een droogmiddel 15 of desiccant aangebracht.

In het weergegeven voorbeeld is de droger 13 voorzien van een behuizing 16 waarbinnen zich het drooggedeelte lib en net regeneratiegedeslte láa bevindt,

in de behuizing 16 is een trommel 17 opgesteld die het droogmiddel 15 bevat, welke trommel 17 is verbonden met aandrijfmiddelen 18 zodanig dat het droogmiddel 15 achtereenvoigens doorheen het drooggedeeite 14b en het regeneratiedgedecite 14a kan worden bewogen.

Het droogmiddel 15 in het drooggedeeite 14b zal gebruikt worden voor het drogen van het gas dat er doorheen geleid wordt en het drooggedeelte 146 is hiertce in dit geval voorzien van een ingang 19a die in dit voorbeeld aansluit OD de voornoemde uitlaatleidino 5 var de compressorinrichting 2 en van een uitgang 1595 die dienst doet als uitlaat voor het leveren van gecomprimeerd en gedroogd gas.

| In dit geval wordt het volledige debiet van samengeperst gas, afkomstig van het voornoemde compressorelement 3, naar 9 de ingang 19a van het drocogedeelte 14b gevoerd. 3 5 Voigens de uitvinding is het regeneratiegedeelte 14a 9 voorzien van een ingang 20a en een uitgang Z0b en een op de | ingang 202 aangesloten regeneratieleiding 2la om een 9 regeneratiegas doorheen het regenersatiegedeelte 14a Le 9 leiden om vochtig droogmiddel 15, dat zich in het $ 10 regeneratiegedeelte 14a bevindt, te kunnen drogen, Op de uitgang 200 is een afvoerleiding Zlib aangesloten om het regeneraliegas, na doorgang doorheen het regeneratiegedealte 14a, te kunnen afvoeren.

In de regeneratieleiding Zla is een eerste warmtewisselaar 22 voorzien voor het opwarmen van het regeneratiegas met een primair gedeelte :3a waar het regeneratiegas doorheen wordt geleid, waarbij het secundaire gedeelte 23b van deze 23 eerste warmtewisselaar 22 de condensor 23b vormt van een warmtepomp 24. De verdamper Z5b van de warmtepomp 24 vormt het secundair gedeelte 25b van een tweede warmtewisselaar 26, waarvan het primaire gedeelte 25a is aangebracht in de afvoerleiding 21b. Het is niet uitgesloten dat in de regeneratieleiding 218 een derde warmtewisselaar is voorzien met een primair gedeelte waar het regeneratiegas doorheen wordt geleid, waarbij het secundaire gedesite van deze derde

- BE2019/5377 { warmtewisselaar is aangebracht in de uitlaatleiding 5, bij | voorkeur stroomopwaarts van de nakveler 7, 3 Het primaire gedeelte van deze derde warmtewisselaar is bij # S voorkeur stroomopwaarts van het primaire gedeelte 23a van 9 de eerste warmtewisselaar 22 en kan eventueel hiermee 9 geïntegreerd zijn.

Het regeneratiegas wordt dan eerst # voorverwarmd door het warme, samengeperste gas van de 9 compressor, waarna het met behulp van de warmtepomp 24 naar 9 30 sen nog hogere temperatuur gebracht wordt. 9 In het weergegeven voorbeeld is de regeneratieleiding 21a | verbonden met de uitgang !19b van het drooggedeelte 14kb via een aftakleiding 27 voor het aftakken van regeneratiegas aan de uitgang 19b van het drcoggedesite 14b.

Met andere woorden: een desc! van het gedroogde, samengeperste gas wordt gebruikt ais regeneratiegas.

De uitgang 206 van het regeneratisgedeelte 14a wordt via de voornoemde afvoerleiding 2ib verbonden met de uitlaatieiding 5 van de compressorinrichting 2 op een punt P nabij de ingang 19a van het drooguedeelte 145. in deze afvoerleiding 210 is in dit geval een koeler 28 opgenomen voor het koelen van het regeneratiegas na het regenereren.

In dit geval is er stroomafwaarts van de koeler 28 sen viceistofafscheider 20 voorzien Om gecondenseerde vloeistof te kunnen afscheiden, 36 Verden is in dit geval de uitlaatleiding 5 met de afvoerleiding Zlib verbonden via een venturi 30.

; BE2019/5377 45 Dit zou eventueel cok een zogenaamde blower of booster kunnen zijn. 9 De werking van de drooginrichting 1 en de : 3 compressorinrichting 2 is zeer eenvoudig en als volgt. : Het compressorelement 3 zal op de gekende wijze gas, ; bijvoorbeeld lucht, samenpersen, | 19 Tijdens de werking zai er clie geïnjecteerd worden in het | compressorelement 3 voor de smering, koeling en afdichting : ervan, De temperatuur van het gas en de olie aan de uitlaat 6 van het compressorelement 3 zal typisch rond de 80°C liggen. Het samengeperste gas zal via de uitiaatleiding 5 langs de olieafscheider & passeren voor het afscheiden van de geïnjecteerde olie van het samengeperst gas.

Vervcigens gaat het gas door de nakceler 7, waarbij het samengeperst gas zal afkoelen tot ongeveer 30°C en door de filter 12 voor het uitzuiveren van enige Lzalste onzuiverheden, De uitlaatleiding 5 zal al het afgekoelde en gezuiverde samengeperste gas naar de ingang 19a van het drooggedeelte 14b van de droger 13 leiden,

Bij het doorlopen van het drcoggedesite 14b zal het droogmiddel 15 vocht opnemen uit het gas. Met andere ; woorden: het droogmiddel 15 zal vochtig worden. | 5 Wanneer het nu droge cas het drooggedeelte 14b verlaat, zal ; het bijvoorbeeld naar een niet op de figuur weergegeven : netwerk van verbruikers gebracht worden. | Len gedeelte van dit droge gas zal vis de aftakleiding 27 naar de regeneratieleiding Zla celeid worden. Dit zogensamde regeneratiegas zal hierbij via het primaire gedeeite 23a van de eerste warmtewisselaar 22 passeren om het receneratiegas op te warmen.

Via deze eerste warmtewisselaar 22 zal het regeneratiegas cogewarmd worden met behulp van de warmtepomp 24. De warmtepomp 24 zal hierbij warmte onttrekken van het regenerstiegas na doorgang doorheen het regeneratiegedeelte 14a, Door de warmtepomp 24 zal het vregeneratieges opgewarmd worden van ongeveer 30°C tot ongeveer 110°C, Via de regeneratieleiding 21a wordt het gas naar de inlaat 20a van de regeneratiezone 14a geleid, alwaar het doorheen vochtig droogmidsel 15 in de regeneratiezone 14a zal stromen,

- BE2019/5377 Het regeneratiegas zal het drocoqmiddel 15 regenereren, dit | wil zeggen: vocht onttrekken uit het vochtig drocomiddel 15 | of het drocomiddel 15 zelf zal gedroogd worden. 9 5 Vervolgens zal door middel van de aandrijfmiddeien 18 van { de tromei 17 het gedroogde droogmiddel 15 verplaatst 9 worden naar het drooggedeeite 14b, terwijl tegelijkertijd # vochtig droogmiddel 15 in het recgeneratiegedeelte 14a terechtkomt,

Het regeneratiecças dat na doorgang doorheen het regeneratiegedeelte 14a vocht bevat en een tempeoratuur heeft van ongeveer 75°C, zal via de afvoerleiding 21b naar de ingang 193 van het drooggedeelte 14b gevoerd worden en ls zo gedrocgd worden, Hierbij zal het eerst via het primair gedeelte 25a van de tweede warmtewisselaar 26 passeren en afgekoeld worden.

Vervolgens zal het regeneratiecas via de koeler 28 passeren en verder gekoeld worden tot cngeveer 20°C alvorens het via de venturi 30 terug samengevosgd wordt met het samengeperste gas, aïkomstig van de compressorinrichting 2, Merk op dat door de aanwezigheid van het primaire gedeelte 2ba van de tweede warmtewisselaar 26 het regeneratiegas reeds voor een groot gedeelte gekoeld zal worden, zodat de koeler 28 veel kleiner gedimensioneerd kan worden en in sommige gevallen zelfs helemaal achterwege kan gelaten worden,

in figuur & is een variante weergegeven volgens fiçuur 1, waarbij in dit geval de droger 13 op een andere manier is | uitgevoerd, 7 5 In plaats van een roterende cf draaiende trommel 17 omvat : de droger nu een aantal vaten 21 die gevuld zijn met het 9 droogmiddel 15, | In het weergegeven voorbeeld zijn het iwee vaten 31, maar 30 dit kunnen ook drie, vier of meer vaten 31 zijn, waarvan minstens éên vat 31 het drooggedeelte 14b vormt en minstens den vat 21 het regeneratiegedeelte 14a vormt, Naast de voornoemde vaten 31 omvat de droger 13 verder sen 15 kleppensysteem 32 dat de uitlaatieiding 5, de regeneratie.leiding 2l1a en in dit geval ook minstens een deel van de afvoerleiding 21b en de aftakleiding 27 verbindt met de voornoemde vaten 31. Het voornoemde kleppensysteem 32 omvat twee aparte blokken 33a, 33b.

Het voornoemde klepoensysteem 32 18 een systeem van verschillende leidingen en klepgen dat zodanig geregeld kan worden dat steeds minstens één vat 31 geregenereerd wordt, terwijl de andere vaten 31 het samenceperst gas drogen, waarbij door regeling van het kleppensysteem 32 de vaten 31 eik op hun beurt achtereenvolgens geregenereerd worden.

De koeler 28, de venturi 30, de afvcerleiding 21b en een vedeeite van de aftakleiding 27 zijn in het kleppensysteem

: BE2019/5377 ; 16 32 geïntegreerd, doch dit is niet noodzakelijk voor de uitvinding. 9 Tevens is in de uitvoeringsvorm van figuur 2 de 9 3 vloeistofazafscheider 23 niet aanwezig. 9 De werking is verder analoog aan de hoger beschreven 9 werking van de drooginrichting l en compresscrinrichting 2 F uit figuur 1, | 18 9 Figuur 3 geeft een variant weer van figuur 2, waarbij in | dit geval het regeneratiegas niet afgetakt wordt van het gedroogde, samengeperste gas, maar afkomstig is van een externe bron 34,

Het regeneratiegas wordt ock niet meer via een afvoerieiding 21b naar de inlaat 19a van het drooggedeelte 146 gebracht, maar zal na regeneratie van het droogmiddel aigevoerd of afgeblazen worden, bijvoorbeeld door middel van een afblaasventiel 35. Figuur 4 geeft nog een andere uitvoeringsvorm weer, waarbij in dit geval het regeneratiegas opnieuw wordt afgetakt aan de uitgang 195 van het drooggedeelte 14b, net zoals in figuur 2, maar waarbij het regeneratiegas na regeneratie wordt afgeblazen, bijvoorbeeld door middel van een afblaasventiei 35, net zoals in figuur 53. Voor de rest zijn de uitvoeringsvormen van figuren 3 en 4 identiek aan figuur 2.

== BE2019/5377 Het moge duidelijk zijn dat de specifieke uitvoering van { het kleppensysteem 32 in figuren 2 tot 4 niet beperkend is | voor de uitvinding en dat dit op veel verschillende 9 manieren gerealiseerd kan worden, 9 Het is mogelijk dat naast de voornoemde warmtewisselaar 22 # van de warmtepomp 24 een elektrische verwarming is 9 opgenomen in de regeneratieleiding Zla voor het opwarmen 9 van het regeneratiegeas. Deze elektrische verwarming kan [ 10 gebruikt worden bij cpstart van de compressorinrichting 2, 9 wanneer er nog niet voldoende warmte aanwezig is of als een back-up indien er bijvoorbeeld meer warmte nodig is dan het regensraliegas kan leveren na doorgang doorheen het regeneratiegedeelte 145.

Het is Levens ook mogelijk dat in de verdamper Z5b van de warmtepomp 24 een elektrische verwarming is opgenomen om het warmtepomp medium te verdampen, Alhoewel in de weergegeven en beschreven voorbeelden de restwarmte waarvan de warmtepomp 24 cebruik maakt, de restwarmte is van het regeneratiegas na doorgang doorheen het droogmiddel 15, is het natuurlijk niet uitgesloten dat de warmtepomp 24 gebruik maakt van een andere bron van beschikbare restwarmte.

Met ”bron van beschikbare restwarmte” wordt warmte-energie pDedoeld welke gegenereerd of opgewekt wordt als sen soort van bijproduct in, door of bij een ander proces en in het betreffende proces verder nutteloos is.

Bijvoorbeeld de beschikbare restwarmte die gegenereerd | wordt op een andere locatie in de drooginrichting 1 of door | sen andere machine.

9 S De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als 9 voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven : uitvoeringsvormen, doch een dergelijke inrichting en 9 werkwijze voigens de uitvinding voor het drogen van een 9 droogmiddel kunnen volgens verschillende varianten worden | 10 verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te 9 treden,

Claims (1)

1. Conclusies, 9 1.- Drooginrichting voor het drogen van gas, welke | 5 drooginrichting {13 sen droger {13} omvalt met sean 9 drooggedeelte (14b} dat gevuld is met een drocomiddel (15) | voor het drogen van het gas dat er doorheen celeid wordt en 9 dat hiertoe voorzien is van een ingang (19a) en van een 9 uitgang ({12b) die dienst doet als uitlaat voor het leveren | iO van gedroogd gas, waarbij de droger {13} verder een regeneratiegedeelte{l4a) omvat dat gevuld is met vochtig droogmiddel {15} VOOr het drogen van dit vochtig droogmiddel (15) door middel van een regeneratiegas dat er doorheen geleid wordt via een ingang (20a) en een uitgang (205), waarbij op de ingang (203) een regeneratieleiding {2la) en op de uitgang (20h) een afvoerleiding {Z21b} is aangesloten en waarbij in de regeneratieleiding (21a) een eerste warmtewisselaar (22) is voorzien voor het opwarmen van het regeneratiegas met een primair gedeelte (233) wear het regeneratiegas dooreen wordt geleid, daardoor gekenmerkt dat het secundaire gedeelte {23b) van de voornuenmde eerste warmtewisselaar (22) de condensor (236) VOrmt van een warmtepomp (24), waarbij de verdamper (25b) van de warntepomp (24) het secundair gedeelte (25b} vormt van een tweede warmtewisselaar {26}, waarbij het primaire gedeelte (258) van de tweede warmtewisselaar {26} is aangebracht in de afvcerieiding (216), Zen Drooginrichting voigens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat aan de uitgang (19b) van het drooggedeeite {lb} een aftakleiding (27) wordt voorzien welke aansluit

   | op de regeneratieleiding {(Zla} voor het aftakken van 9 regeneratiecas aan de uitgang (1955) van het drooggedeelte 9 1140}, 9 SZ. Drooginrichting volgens conclusies 1 of 2, daardoor 9 gekenmerkt dat de droger (13) is voorzien van een behuizing | {16} waarbinnen zich het drooggedselte {146} en het regeneratiegedeelte (14a) bevindt, waarbij in de behuizing {16} een trommel (17) is opgesteld die het droogmiddel (15) bevat, welke trommel {17} is verbonden met aandrijfmiddelen (18) zodanig dat het droogmiddel {15} achtereenvolgens doorheen het drooggedeelte {lb} en het regeneratiegedesite {14a} kan worden bewogen, é.- Drcoginrichting volgens conclusies 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de droger {13} een aantal vaten (313 omvat die gevuid zijn met het droogmiddel {15}, waarvan minstens één vat {31} het drooggedeelte (14b) vormt en minstens één val {231) het regeneratiegedesite (14a} vorm, waarbij de droger {13} verder sen kleppensysteem (32) omvat dat de uitlaatleiding PR), de regeneratieleiding izia) an eventueel de afvoerleiding {zZib} en de aftakleiding (27) verbindt met de voornoemde vaten {314}, waarbij het voornoemde kleppensysteem (32) zodanig is dat steeds minstens één vat (31) geregenereerd wordt, terwijl de andere vaten {31} het samengeperst gas drogen, wasrbij door regeling van het kleppensysteem (32) de vaten {31} elk op hun beurt achtereenvolgens geregenereerd worden.

   5.- Drooginrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardcor gekenmerkt: dat in de regeneratieleiding (21a} een elektrische verwarming is | opgenomen om het regeneratiegas op te warmen, 9 6. Drooginrichting volgens één van de voorgaande 9 5 conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de verdamper (25b) 9 van de warmtepomp {24} een elektrische verwarming is 9 opgenomen om het warmtepomp medium te verdampen. : e= Comprassorinrichting (2) met minstens één 18 compressoreiement {3} dat wordt aangedreven door minstens eén aandrijving (4) en met een uitlaatieiding (5} die is aangesloten op de uitlaat (6) van het compressorelement (3}, daardoor gekenmerkt dat de compressorinrichting verder voorzien is van een drooginrichting {1} volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de uitisatieiding (5) is aangesioten op de ingang (19a) van het drooggedesite (14b). 8&.- Compressorinrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat in de regeneratieleiding (21a) een derde warmtewisselaar is voorzien met een primair cedeelte waar het regeneratiegas doorheen wordt geleid en waarvan het secundair gedeelte is aangebracht in de uitlaatleiding (53. 3,- Compressorinrichting volgens conclusie 7 of B, daardoor gekenmerkt dat de compressorinrichtineg (2) een vioeistoigeinjecteerde compressorinrichting (2) is, waarbij in het compressorelement {33 een viosistof wordt geïnjecteerd, waarbij in de uitlaatieiding (5) een vlosistof-afscheider (8) is opgenomen. 32 il. Compressorinrichting voigens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde vloeistof die geïnjecteerd wordt in het ccmpressorelementk {3}, olie is, ; 5 ll. Compressorinrichting volgens conclusie 7 of 8, # daardoor gekenmerkt dat de conpressorinrichting (2) een centrifugaal compressorinrichting is. 9 12.- Compressorinrichting volgens één van de voorgaande | id conclusies 7 tot 11, daardoor gekenmerkt dat in de | uitiaatieiding {5} een nakoeler {7} is opgenomen met eventueel een vioeistofafscheider. 13,- Compressorinrichting volgens één van de voorgaande ib conciusies 7 tot 12, daardoor gekenmerkt dat de ingang (19a) van het drooggedesite (14b} aansluit op de voornoemde uitiaatieiding (5) van de compressorinrichting (2).

   14.- Compressorinrichting volgens conclusie 13, daardoor gexenmerkt dat het volledige debiet van samengeperst gas afkomstig van het voornoemde compressorelement {3} naar de ingang (19a} van het drooggedeelte (14b} wordt gevoerd,

   15. Compressorinrichting volgens één van de voorgaande conclusies 7 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de afvoerleiding (21b} verbonden wordt met de uitlaatieiding (5; van de compressorinrichting (2) op een punt (PF) nabij de ingang {(l%a) van het drooggedeelte (14b). 32 16,- Compressorinrichting volgens conclusie 15, dasrdoor gekenmerkt dat in de vcorncemde afvoerleiding (21b} sen koeler {28} 15 opgencmen en eventueel een { viceistofafscheider (293. { 17.- Compressorinrichting volgens conclusie 15 of 16, | 5 daardoor gekenmerkt dat de afvoerleiding (215) verbonden 9 wordt met de uitlaatleiding (5) via een venturi (30). 9 18.- Werkwijze voor het drogen van een gas door middel van 9 sen droogmiddel (15} dat door middel van een regeneratiegas { 10 regenereerbaar is, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de 9 step omvat van het regeneratiegas voorafgaandelijk op te 9 warmen gebruik makend van een warmtepomp. (24} waarbij de | verdamper (25b) van de warmtepomp (24) gebruik maakt van een bron van beschikbare restwarmte, 19,- Werkwijze volgens conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat de verdamper {25b)}) gebruik maakt van de restwarmte van het regenerariegas na doorgang doorheen het droogmiddel.

   20.- Werkwijze volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van een inrichting {1} volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot 15.