BE1026634A1

BE1026634A1 - Inrichting voor het vervaardigen van schakelbare mobiele eenheden voor het vormen van ruimtes

Info

Publication number: BE1026634A1
Application number: BE20185642A
Authority: BE
Inventors: Luc Moortgat
Original assignee: Real Verhuur Nv
Priority date: 2018-09-20
Filing date: 2018-09-20
Publication date: 2020-04-14
Also published as: BE1026634B1

Abstract

Inrichting voor het vervaardigen van schakelbare mobiele eenheden (2) voor het vormen van ruimtes, welke inrichting (1) vloerprofielen (3), wandprofielen (4 ) en dakprofielen (5) omvat die gevormd kunnen worden tot kaders (16) voor de vloer, wanden en dak van de eenheid (2), welke inrichting (1) verder vloerelementen (6), wandelementen (7) en dakelementen (8) omvat die de vloer, wanden en dak van de eenheid kunnen vormen, daardoor gekenmerkt dat de vloerprofielen (3) gevormd zijn uit koudgewalst staal dat geplooid is in een hoofdzakelijke U-vorm met een bodem (9) en twee opstaande benen (10a, 10b), waarbij in een eerste been (10b) een U-vormige indeuking (11) zit naar het midden van de U-vorm toe, waarbij bij het opbouwen van de eenheid (2) de wandelementen (7) in de U-vormige indeuking (11) van het vloerprofiel (3) aangebracht kunnen worden.

Description

Inrichting voor het vervaardigen van schakelbare mobiele eenheden voor het vormen van ruimtes.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van schakelbare mobiele eenheden voor het vormen van ruimtes.

Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het creëren van bijvoorbeeld bureau- en sanitaire ruimtes, werkplaatsen, magazijnen, horecagelegenheden en dergelijke meer welke in de gewenste grootte gerealiseerd kunnen worden door het schakelen of combineren van verschillende eenheden of 'units' aan elkaar.

Dergelijke schakelbare mobiele eenheden bestaan reeds, welke zijn opgebouwd met behulp van profielen welke kaders vormen, waarbij in of tegen de kaders vloerelementen, wandelementen en dakelementen aangebracht zijn.

Om de eenheden te kunnen schakelen, worden aan één of meerdere zijden de wandelementen verwijderd en worden twee eenheden met hun opengemaakte zijde tegen elkaar geplaatst en aan elkaar bevestigd.

Klassiek is dat profielen gebruikt worden om een vloerkader te vormen waarbij, om de wandelementen op de profielen aan te kunnen brengen, gebruik gemaakt wordt van een kleiner Uprofiel dat met zijn bodem wordt aangebracht op het profiel, typisch door lassen.

BE2018/5642

In het U-profiel wordt vervolgens een wandelement aangebracht, zodat het tussen de benen van het U-profiel vervat zit.

Voor het dakkader kan hetzelfde principe toegepast worden, waarbij door het oplassen van een kleiner U-profiel op de profielen van het dakkader, de bovenste rand van de wandelementen in het U-profiel kan vervat zitten.

Dergelijke bekende installaties vertonen het nadeel dat het oplassen van de kleinere U-profielen op de profielen van de kaders extra werktijd kost. Bovendien kan er roest optreden aan de lasnaden.

Een ander nadeel is dat er zich in het U-profiel van het vloerkader vocht kan verzamelen, wat aanleiding kan geven tot beschadiging van de wandpanelen en tot problemen met schimmelvorming en/of geurhinder.

Bovendien wordt gebruik gemaakt van warmgewalst staal voor het vervaardigen van de profielen, welke als nadeel hebben dat ze relatief dik en dus zwaar zijn.

De profielen kunnen ook niet verzinkt worden, omdat het anders niet mogelijk is om het kleiner U-profiel op de profielen van het vloer- en dakkader te lassen.

Daardoor zijn ze vatbaarder voor roest, met alle nadelige gevolgen vandien.

BE2018/5642

De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het vervaardigen van schakelbare mobiele eenheden voor het vormen van ruimtes, welke inrichting vloerprofielen, wandprofielen en dakprofielen omvat die gevormd kunnen worden tot kaders voor de vloer, wanden en dak van de eenheid, welke inrichting verder vloerelementen, wandelementen en dakelementen omvat die de vloer, wanden en dak van de eenheid kunnen vormen, met als kenmerk dat de vloerprofielen gevormd zijn uit koudgewalst staal dat geplooid is in een hoofdzakelijke U-vorm met een bodem en twee opstaande benen, waarbij in een eerste been een Uvormige indeuking zit naar het midden van de U-vorm toe, waarbij bij het opbouwen van de eenheid, de wandelementen in de U-vormige indeuking van het vloerprofiel aangebracht kunnen worden.

Een voordeel is dat door het gebruik van dergelijke vloerprofielen er geen tijdverlies is voor het oplassen van de kleinere U-profielen.

De vloerprofielen zullen veel sneller en gemakkelijker vervaardigd kunnen worden, zodat het vervaardigen van de inrichting volgens de uitvinding en het opbouwen van de mobiele eenheid veel sneller kan gebeuren.

Een ander voordeel is dat problemen met de lasnaden uitgesloten zijn.

BE2018/5642

Een ander voordeel is dat de profielen verzinkt kunnen worden zodat ze veel beter bestand zijn tegen roesten.

Door gebruik te maken van koudgewalst staal zullen de vloerprofielen veel dunner, en dus lichter, gemaakt kunnen worden.

Het is duidelijk dat bij voorkeur alle profielen gevormd zijn uit koudgewalst staal, zodat zo veel mogelijk overbodig gewicht vermeden kan worden.

Dit is een belangrijk aspect, aangezien de bedoeling van de uitvinding is om de inrichting te transporteren naar de gewenste locatie om daar de mobiele eenheid op te bouwen. Door zo veel mogelijk overbodig gewicht te vermijden, zal het transport gemakkelijker en goedkoper kunnen verlopen.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is in de bodem van de voornoemde U-vormige indeuking een gaatje of doorboring aangebracht, zodat eventueel vocht dat zich in deze indeuking verzamelt, kan afgevoerd worden.

Hierdoor zal beschadiging van de wandelementen vermeden kunnen worden, alsook schimmelvorming en geurhinder.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een inrichting volgens de uitvinding voor het vervaardigen van schakelbare mobiele eenheden voor het

BE2018/5642 vormen van ruimtes, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:

figuur 1 schematisch en in perspectief een inrichting volgens de uitvinding weergeeft;

figuur 2 een doorsnede weergeeft van het gedeelte dat in figuur 1 door F2 is aangeduid;

figuur 3 een doorsnede weergeeft van een vloerprofiel; figuur 4 een doorsnede weergeeft van het gedeelte dat in figuur 1 door F4 is aangeduid;

figuur 5 een doorsnede weergeeft van een dakprofiel; figuren 6 en 7 een mogelijke uitvoeringsvorm van een koppelvloerplaatje weergeeft;

figuur 8 een geplaatst koppelvloerplaatje weergeeft; figuur 9 een koppelelement weergeeft;

figuur 10 een koppelprofiel weergeeft;

figuren 11 tot 16 de opeenvolgende stappen weergeven om twee eenheden aan elkaar te schakelen.

De in figuur 1 schematisch weergegeven inrichting volgens de uitvinding omvat in dit geval twee schakelbare eenheden 2 welke naast elkaar geplaatst zijn.

Elke eenheid 2 omvat een aantal vloerprofielen 3, wandprofielen 4, dakprofielen 5, en vloerelementen 6, wandelementen 7 en dakelementen 8.

In figuren 2 tot 5 zijn deze elementen 3, 4, 5, 6, 7 en 8 in detail weergegeven.

BE2018/5642

De wandelementen 7 zijn bijvoorbeeld wandpanelen en de dakelementen 8 vormen het plafond van de eenheid 2.

De wandelementen 7, en eventueel ook de vloer- en dakelementen 6, 8 zijn bij voorkeur vervaardigd uit een sandwichpaneel of een composietpaneel bestaande uit een plaat van bijvoorbeeld multiplex tussen twee lagen of platen vinyl.

Met behulp van de voornoemde elementen 3, 4, 5, 6, 7 en 8, kunnen de eenheden 2 opgebouwd worden.

In figuur 2 is een detail weergegeven ter plaatse van de vloerelementen 6 en vloerprofielen 3 van de twee eenheden

2. Op deze figuur is duidelijk de opbouw van de eenheden 2 te zien nabij de vloerprofielen 3. Uiteraard zullen de weergegeven wandelementen 7 bij het aaneenschakelen van twee eenheden 2 weggenomen zijn, maar ter illustratie zijn ze in deze figuur nog weergegeven.

In figuur 3 is de doorsnede van het vloerprofiel 3 in detail weergegeven.

Dit vloerprofiel 3 is vervaardigd uit koudgewalst staal en is volgens de uitvinding geplooid in een hoofzakelijke Uvorm met een bodem 9 en twee opstaande benen 10a, 10b.

In een eerste been 10a zit een U-vormige indeuking 11. Deze indeuking is inwaarts gericht, dit wil zeggen naar het midden van de U-vorm toe of naar het andere, tweede been 10b van het vloerprofiel 3.

BE2018/5642

Zoals te zien is in figuur 2 zullen bij het opbouwen van de eenheid 2, de wandelementen 7 in deze indeuking 11 aangebracht worden.

Zoals te zien is in figuren 2 en 3 is het vrije uiteinde 12 van het eerste been 10a, in dit geval maar niet noodzakelijk voor de uitvinding, toegeplooid of overgeplooid naar de U-vormige indeuking 11 toe, over de Uvormige indeuking 11 heen.

Als gevolg hiervan zal een mooie aansluiting tussen het wandelement 7, vloerelement 6 en het vloerprofiel 3 mogelijk zijn. Bovendien vormt het toegeplooide vrije uiteinde 12 een steun voor de vloerplaten 6.

Verder is zichtbaar op figuren 2 en 3 dat het tweede been 10b in dit geval, maar niet noodzakelijk, onder een hoek van 90° omgeplooid naar het midden van de U-vorm toe, waarbij het vrije uiteinde 14 van het omgeplooide deel 13 over een hoek van 90° is omgeplooid in de andere richting.

Zodoende wordt een soort van L-vorm gecreëerd. Deze L-vorm is van belang voor het opbouwen van het vloerkader 16.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn er immers één of meer omega-profielen 15 voorzien die aangebracht kunnen worden in het kader 16 van de vloerprofielen 3 ter versteviging van het vloerkader 16.

Met andere woorden: het vloerkader 16 bestaat uit vier vloerprofielen 2 welke de randen van het vloerkader 16

BE2018/5642 vormen en één of meer dwarsprofielen onder de vorm van de voornoemde omega-profielen 15.

De omega-profielen 15 steunen op het omgeplooide vrije uiteinde 14 van het omgeplooide deel 13 van het tweede been 10b van het U-vormig vloerprofiel 3 en worden aangebracht tegen de zijwand 17 van de U-vormige indeuking 11 van het eerste been 10a van het U-vormig vloerprofiel 3.

De voornoemde L-vorm van het tweede been 10b en de zijwand van de U-vormige indeuking 11 vormen contactoppervlakken waartegen het omega-profiel 15 kan gelast worden.

Bovendien kan de bovenzijde 18 van de omega-profielen 15 hierdoor uitgelijnd worden met de bovenzijde van de vloerprofielen 3, zijnde het eerste been 10a.

Zoals te zien is in figuur 2 zijn in dit geval de vloerelementen 6 aangebracht op de omegaprofielen 15 en op het toegeplooide of overgeplooide vrije uiteinde 12 van het eerste been 10a van de vloerprofielen 3.

Als gevolg hiervan en als gevolg van de uitlijning tussen de bovenzijde 18 van de omega-prof ielen 15 en de vloerprofielen 3, is een goede aansluiting mogelijk tussen de vloerelementen 6 en de wandelementen 7 welke in het vloerprofiel 3 aangebracht zijn.

In het weergegeven voorbeeld, maar niet noodzakelijk voor de uitvinding, is in de bodem 19 van de U-vormige indeuking 11 een gaatje 20 of doorgang aangebracht.

BE2018/5642

Het is mogelijk dat er langsheen de volledige lengte van het vloerprofiel 3 meerdere dergelijke gaatjes 20 zijn aangebracht op regelmatige afstand van elkaar.

Deze gaatjes 20 doen dienst als drainagegaatjes om vocht of water, dat in de U-vormige indeuking 11 zou terecht gekomen zijn, af te voeren.

Zoals valt af te leiden uit figuur 3, zal dit vocht dan terechtkomen op het omgeplooide tweede been 10b van het vloerprofiel 3. Alhoewel dit vocht hier minder problemen zal opleveren, is het niet uitgesloten dat er bijkomende drainagegaat jes zijn voorzien in het tweede been 10b van het U-vormige profiel 3.

In figuur 4 is een detail weergegeven ter plaatse van de dakelementen 8 van de twee eenheden 2. Op deze figuur is duidelijk de opbouw van de eenheden 2 te zien nabij de dakprofielen 5. Uiteraard zullen de wandelementen 7 bij het aaneenschakelen van twee eenheden 2 weggenomen zijn, maar ter illustratie zijn ze in deze figuur nog weergegeven.

In figuur 5 is de doorsnede van het dakprofiel 5 in detail weergegeven.

Dit dakprofiel 5 is net als het vloerprofiel 3 vervaardigd uit koudgewalst staal en is in dit geval geplooid in een hoofzakelijke U-vorm met een bodem 21 en twee opstaande benen 22a, 22b.

BE2018/5642

In een eerste been 22a zit een U-vormige indeuking 23. Deze indeuking 23 is inwaarts gericht, dit wil zeggen naar het midden van de U-vorm toe of naar het andere, tweede been 22b van het dakprofiel 5.

Zoals te zien is in figuur 4 zullen bij het opbouwen van de eenheid 2, de wandelementen 7 in deze indeuking 23 aangebracht worden.

Het tweede been 22b van het dakprofiel 5 is korter dan het eerste been 22a, waarbij het vrije uiteinde 24 over een hoek van 90° naar binnen is omgeplooid.

Op figuur 4 is duidelijk te zien dat de dakelementen 8 op het eerste been 22a aangebracht worden, meer bepaald op de bodem 25 van de U-vormige indeuking 23, waarbij de dakelementen 8 tot tegen de bodem van het U-profiel komen.

Om twee naast elkaar gelegen eenheden 2 aan elkaar te kunnen schakelen of koppelen, is de inrichting bij voorkeur voorzien van een aantal bijkomende onderdelen of elementen.

In figuren 6 en 7 is een zogenaamd koppelvloerplaat j e 26 weergegeven, welk gebruikt kan worden om voor een mooie overgang te zorgen tussen de vloerelementen 6 van de twee naast elkaar gelegen eenheden 2.

Het koppelvloerplaatje 26 kan na de eventuele verwijdering van de betreffende wandelementen 7 over twee naast elkaar liggende vloerprofielen 3 van verschillende eenheden 2 aangebracht worden.

BE2018/5642

In figuur 7 is een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van dergelijke koppelvloerplaatjes 26 weergegeven.

Zoals te zien is in deze figuur, is het koppelvloerplaatje 26 opgebouwd uit een vloerplaatelement 27 onder de vorm van een lat waar aan twee overstaande lengtezijden 27a een hprofiel 28 is aangebracht.

Dit h-profiel 28 dient niet verward te worden met een Hprofiel, wat een I-profiel is met langere flenzen. Met een h-profiel 28 wordt hier bedoeld: een I-profiel waarvan drie flensen langer zijn en de vierde flens ontbreekt, zodat de doorsnede van het profiel overeenkomt met de kleine letter h.

De h-profielen 28 zijn over de lengtezijden 27a aangebracht door het U-vormig gedeelte 29 van het h-profiel 28 over de lengtezijden 27a aan te brengen.

In figuur 8 is weergegeven hoe een koppelvloerplaatje 26 kan aangebracht worden over twee naast elkaar liggende vloerprofielen 3 van verschillende eenheden 2, waarbij het in deze positie met de vrije benen 30 van het h-profiel 28 kan steunen op naastliggende vloerelementen 6 van de verschillende eenheden 2.

Deze figuur geeft duidelijk weer hoe een quasi naadloze verbinding tussen de twee vloerenelementen 6 van beide eenheden 2 bekomen kan worden.

BE2018/5642

Naast de koppelvloerplaatjes 26 voor de 'koppeling' tussen de twee vloerenelementen 6 is de inrichting 1 volgens de uitvinding bij voorkeur ook voorzien van een koppelelement 31 om twee naast elkaar liggende wandprofielen 4 van verschillende eenheden 2 aan elkaar te koppelen.

In figuur 9 is een voorkeurdragende uitvoeringsvorm weergegeven van zo een koppelelement 31, waarbij het een langwerpig plaatje omvat met omgebogen uiteinden 32.

Zoals later zal worden uitgelegd, kan het koppelelement 31 met de omgebogen uiteinden 32 rond de twee naast elkaar liggende wandprofielen 4 worden aangebracht waarin in de lange zijde twee sleuven 33 zijn aangebracht welke over schroeven in de wandprofielen 4 geschoven kunnen worden.

Bij voorkeur wordt dergelijk koppelelement 31 zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde van de wandprofielen 4 aangebracht.

Een derde element om voor de koppeling tussen twee naastliggende eenheden 2 te zorgen, betreft een C-profiel 34 zoals weergegeven in figuur 10.

Over twee naast elkaar liggende wandprofielen 4 van verschillende eenheden kan dergelijk C-profiel 34 worden aangebracht dat achter de voornoemde omgebogen uiteinden 32 van het koppelelement 31 kan haken.

Het is ook mogelijk dat de inrichting 1 ook voorzien is van dergelijke C-profielen 34 uit figuur 10, welke gebruikt

BE2018/5642 worden om twee naast elkaar liggende dakprofielen 5 aan de binnenzijde van de mobiele eenheid 2 aan elkaar te koppelen, waarbij het C-profiel 34 over de dakprofielen 5 zal grijpen.

De werkwijze om twee mobiele eenheden 2 van de inrichting 1 aan elkaar te schakelen of met elkaar te verbinden is zeer eenvoudig en wordt weergegeven in figuren 11 tot 16.

Eerst worden de wandelementen 7, onder de vorm van wandpanelen, weggenomen ter plaatse van de zijde 35 van de eenheden 2 die tegen elkaar geplaatst worden.

Daartoe wordt het dak, bestaande uit de dakprofielen 5 en dakelementen 8, ter plaatse van deze zijde 35 opgetild.

Dit is weergegeven in figuur 11.

Door het dak, en dus ook het betreffende dakprofiel 5 op te tillen, zal de bovenzijde van de wandelementen 4 van deze zijde 35 van de eenheid 2 uit de U-vormige indeuking 23 van het dakprofiel 5 komen en komt deze vrij te liggen, waardoor het mogelijk zal zijn om de wandelementen 4 op te tillen en ze zo uit de U-vormige indeuking 11 van de vloerprofielen 3 te lichten en weg te nemen.

Op deze wijze kan één zijde 35 van elke eenheid 2 opgemaakt worden.

Met hun open zijde 35 worden beide eenheden 2 tegen elkaar geplaatst, zoals weergegeven in figuur 1.

BE2018/5642

In de volgende stappen wordt de koppeling of schakeling tussen beide eenheden 2 gerealiseerd, zodanig dat ze aan elkaar vasthangen.

Eerst wordt het koppelelement 31 uit figuur 9 geplaatst, zoals weergegeven in figuur 12. Daartoe worden schroeven 36 onderaan en bovenaan de wandprofielen 4 losgemaakt waarna vervolgens twee koppelelementen 31 over beide wandprofielen 4 worden aangebracht, één bovenaan en één onderaan, door het met de sleuven 33 over de schroeven 36 te schuiven. Door vervolgens de schroeven 36 opnieuw aan te draaien, wordt het koppelelement 31 vastgeklemd over de wandprofielen 4 zodat ze aan elkaar bevestigd worden.

Dit zal aan beide kanten van de eenheden 2 gebeuren.

Alhoewel in dit geval zowel onderaan als bovenaan van de wandprofielen 4 een koppelelement 31 geplaatst wordt, is dit niet noodzakelijk zo. Er kunnen bijvoorbeeld enkel schroeven 36 voorzien worden onderaan of bovenaan of ergens ter plaatse van het midden van het wandprofiel 4.

Vervolgens kan een uitwendige dakkoppeling 37 geplaatst worden. Dit is weergegeven in figuur 13.

Dergelijke uitwendige dakkoppeling 37 zal ervoor zorgen dat er geen insijpeling van regen kan gebeuren tussen de twee dakprofielen 5.

Vervolgens worden de koppelvloerplaatjes 26 geplaatst in de geschakelde eenheden 2. Dit is weergegeven in figuur 14.

BE2018/5642

De koppelvloerplaatjes 36 worden over de vloerprofielen 3 aangebracht, waarbij het vrije been 30 van het h-profiel 28 steunt op naastliggende vloerelementen 6. In figuur 8 is dit in detail zichtbaar.

Vervolgens worden C-profielen 34 uit figuur 10 aangebracht, zoals weergegeven in figuur 15 en 16. Deze worden gebruikt voor de twee aangrenzende wandprofielen 4 en de twee aangrenzende dakprofielen 5 om voor een mooie aansluiting en overloop tussen beide eenheden 2 te zorgen.

Figuur 15 laat de plaatsing van de C-profielen 34 zien ter plaatse van de wandprofielen 4, waarbij duidelijk zichtbaar is dat de vrije randen van het betreffende C-profiel 34 achter de omgebogen uiteinden 32 van het koppelelement 31 haken of ingrijpen, zodat de C-profielen als het ware vastklikken.

De C-profielen 34 welke over de dakprofielen 5 worden aangebracht, zullen steunen op de C-profielen 34 welke over de wandprofielen 4 werden aangebracht, zoals te zien in de kleine insert-figuur van figuur 16.

Op deze manier wordt de schakeling of koppeling van twee eenheden 2 gerealiseerd, waarbij de opmerking gemaakt moet worden dat de volgorde van de stappen zoals weergegeven in figuren 11 tot 16 enigszins wijzigt.

Het is duidelijk dat dezelfde stappen ondernomen kunnen worden om nog bijkomende eenheden 2 te koppelen met de eerste twee eenheden 2.

BE2018/5642

Het is tevens duidelijk dat de stappen in een omgekeerde volgorde gebruikt kunnen worden om de eenheden 2 los te maken van elkaar.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting volgens de uitvinding voor het vervaardigen van schakelbare mobiele eenheden voor het vormen van ruimtes kan in allerlei vormen 10 en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies .

1.- Inrichting voor het vervaardigen van schakelbare mobiele eenheden (2) voor het vormen van ruimtes, welke inrichting (1) vloerprofielen (3), wandprofielen (4) en dakprofielen (5) omvat die gevormd kunnen worden tot kaders (16) voor de vloer, wanden en dak van de eenheid (2), welke inrichting (1) verder vloerelementen (6), wandelementen (7) en dakelementen (8) omvat die de vloer, wanden en dak van de eenheid kunnen vormen, daardoor gekenmerkt dat de vloerprofielen (3) gevormd zijn uit koudgewalst staal dat geplooid is in een hoofdzakelijke U-vorm met een bodem (9) en twee opstaande benen (10a, 10b), waarbij in een eerste been (10b) een U-vormige indeuking (11) zit naar het midden van de U-vorm toe, waarbij bij het opbouwen van de eenheid (2) de wandelementen (7) in de U-vormige indeuking (11) van het vloerprofiel (3) aangebracht kunnen worden.

2.- Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het vrije uiteinde (12) van het eerste been (10a) is toegeplooid of overgeplooid naar de U-vormige indeuking (11) toe, over de U-vormige indeuking (11) heen.

3.- Inrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het tweede been (10b) van de benen (10a, 10b) van het U-vormig vloerprofiel (3) onder een hoek van 90° is omgeplooid naar het midden van de U-vorm toe, waarbij het vrije uiteinde (14) van het omgeplooide deel (13) van het tweede been (10b) over een hoek van 90° is omgeplooid in de andere richting.

BE2018/5642

4. - Inrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat er één of meer omega-prof ielen (15) voorzien zijn die aangebracht kunnen worden in het kader (16) van de vloerprofielen (3) ter versteviging van het betreffende kader (16), waarbij de omega-profielen (15) op het omgeplooide vrije uiteinde (14) van het omgeplooide deel (13) van het tweede been (10b) van het U-vormig vloerprofiel (3) en tegen de zijwand (17) van de U-vormige indeuking (11) van het eerste been (10a) van het U-vormig vloerprofiel (3) kunnen aangebracht worden.

5 11.- Inrichting volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat het tweede been (22b) van het dakprofiel (4) korter is dan het eerste been (22a), waarbij het vrije uiteinde (24) over een hoek van 90° naar binnen is omgeplooid.

5. - Inrichting volgens conclusie 2 en 4, daardoor gekenmerkt dat de vloerelementen (6) aangebracht worden op de omega-prof ielen (15) en op het toegeplooide of overgeplooide vrije uiteinde (12) van het eerste been (10a) .

6. - Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) verder voorzien is van koppelvloerplaatjes (26) welke na de eventuele verwijdering van de betreffende wandelementen (7) over twee naast elkaar liggende vloerprofielen (3) van verschillende eenheden (2) aangebracht kunnen worden.

7. - Inrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de koppelvloerplaatjes (26) opgebouwd zijn uit een vloerplaatelement (27) waar aan twee overstaande lengtezijden (27a) een h-profiel (28) is aangebracht door het U-vormig gedeelte (29) van het h-profiel (28) over de voornoemde lengtezijden (27a) aan te brengen, waarbij het

BE2018/5642 koppelvloerplaatje (26) met de vrije benen (30) van de hprofielen (28 kan steunen op vloerelementen (6) van verschillende naastliggende eenheden (2) wanneer het over twee naast elkaar liggende vloerprofielen (3) is aangebracht.

8. - Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van een koppelelement (31) om twee naast elkaar liggende wandprofielen (4) van verschillende eenheden (2) aan elkaar te bevestigen, waarbij het koppelelement (31) een langwerpig plaatje (31) omvat met omgebogen uiteinden (32), waarbij het plaatje met de omgebogen uiteinden (32) rond de twee naast elkaar liggende wandprofielen (4) wordt aangebracht waarin in de lange zijde twee sleuven (33) zijn aangebracht welke over schroeven (36) in de wandprofielen (4) geschoven kunnen worden.

9. - Inrichting volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat over de twee naast elkaar liggende wandprofielen (4) van verschillende eenheden (2) een koppelprofiel (34) onder de vorm van een C-profiel (34) wordt aangebracht dat achter de voornoemde omgebogen uiteinden (32) van het langwerpig plaatje (31) kan haken.

10. - Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de dakprofielen (5) gevormd zijn uit koudgewalst staal dat geplooid is in een hoofdzakelijke U-vorm met een bodem (31) en twee opstaande benen (22a, 22b), waarbij in een eerste been (22a) een U-vormige indeuking (23) zit naar het midden van de U-vorm toe,

BE2018/5642 waarbij bij het opbouwen van de eenheid (2), de wandelementen (7) in de U-vormige indeuking (23) van het dakprofiel (5) aangebracht kunnen worden.

10 12.- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de bodem (19) van de U-vormige indeuking (11) van het vloerprofiel (3), een gaatje (20) of doorgang is aangebracht.