BE1026035A1 - Glyceride samenstelling - Google Patents

Glyceride samenstelling Download PDF

Info

Publication number
BE1026035A1
BE1026035A1 BE20185649A BE201805649A BE1026035A1 BE 1026035 A1 BE1026035 A1 BE 1026035A1 BE 20185649 A BE20185649 A BE 20185649A BE 201805649 A BE201805649 A BE 201805649A BE 1026035 A1 BE1026035 A1 BE 1026035A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
glyceride composition
less
fat
lauric
sfc
Prior art date
Application number
BE20185649A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026035B1 (nl
Inventor
Bernard Cleenewerck
Sabrina Verbeeck
Bart Vanderlinden
Original Assignee
Fuji Oil Europe
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=60009376&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=BE1026035(A1) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Fuji Oil Europe filed Critical Fuji Oil Europe
Publication of BE1026035A1 publication Critical patent/BE1026035A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026035B1 publication Critical patent/BE1026035B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23DEDIBLE OILS OR FATS, e.g. MARGARINES, SHORTENINGS, COOKING OILS
    • A23D9/00Other edible oils or fats, e.g. shortenings, cooking oils
    • A23D9/02Other edible oils or fats, e.g. shortenings, cooking oils characterised by the production or working-up
    • A23D9/04Working-up
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G1/00Cocoa; Cocoa products, e.g. chocolate; Substitutes therefor
    • A23G1/30Cocoa products, e.g. chocolate; Substitutes therefor
    • A23G1/32Cocoa products, e.g. chocolate; Substitutes therefor characterised by the composition containing organic or inorganic compounds
    • A23G1/36Cocoa products, e.g. chocolate; Substitutes therefor characterised by the composition containing organic or inorganic compounds characterised by the fats used
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G3/00Sweetmeats; Confectionery; Marzipan; Coated or filled products
    • A23G3/34Sweetmeats, confectionery or marzipan; Processes for the preparation thereof
    • A23G3/36Sweetmeats, confectionery or marzipan; Processes for the preparation thereof characterised by the composition containing organic or inorganic compounds
    • A23G3/40Sweetmeats, confectionery or marzipan; Processes for the preparation thereof characterised by the composition containing organic or inorganic compounds characterised by the fats used
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G9/00Frozen sweets, e.g. ice confectionery, ice-cream; Mixtures therefor
    • A23G9/32Frozen sweets, e.g. ice confectionery, ice-cream; Mixtures therefor characterised by the composition containing organic or inorganic compounds
    • A23G9/327Frozen sweets, e.g. ice confectionery, ice-cream; Mixtures therefor characterised by the composition containing organic or inorganic compounds characterised by the fatty product used, e.g. fat, fatty acid, fatty alcohol, their esters, lecithin, glycerides

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Inorganic Chemistry (AREA)
  • Edible Oils And Fats (AREA)

Abstract

Een glyceride samenstelling omvattende ten minste één stearine fractie van een laurisch vet component en ten minste één gefractioneerd niet-laurisch vet component, waarbij de glyceride samenstelling in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling bevat, a) C16 verzadigde vetzuur residuen (C16:0), C18 verzadigde vetzuur residuen (C18:0) en C12 verzadigde vetzuur residuen (C12:0) in een gewichtsverhouding van (C16:0 + C18:0) / (C12:0) van meer dan 0.7, b) triglyceriden met een totale ketenlengte, uitgedrukt in koolstofnummer van respectievelijk 42 koolstofatomen (C42), 44 koolstofatomen (C44) en 46 koolstofatomen (C46), waarbij de som C42 + C44 + C46 minder is dan 20, c) 60 tot 85 gew. % aan verzadigde vetzuur residuen (SAFA), d) minder dan 18 ppm aan verzadigde koolwaterstoffen afkomstig uit minerale olie met een ketenlengte van meer dan tien koolstofatomen (>C10) en gelijk of minder dan 50 koolstofatomen (≤ C50) (hierna MOSH gehalte), waarbij de glyceride samenstelling heeft, een vast vet-gehalte (SFC) bij 35°C van minder dan 5 gew. % en een SFC bij 40°C van minder dan 1 gew. % waarbij de SFC waarde is gemeten volgens de standaard IUPAC (International Union of Pure and Applied Chemistry) 2.150 a methode.

Description

“Glyceride samenstelling”
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een glyceride samenstelling die een volwaardig alternatief product is voor cocosolie en/of geharde cocosolie, maar met verbeterde eigenschappen zoals minder contaminanten en minder verzadiging. De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het produceren van dergelijke glyceride samenstelling. De onderhavige uitvinding heeft verder ook betrekking op eetbare producten die deze glyceride samenstelling bevatten.
1. Achtergrond van de uitvinding
Cocosolie wordt veelvuldig aangewend in de voedingsindustrie. Vooral in de zoetwarenindustrie is het een populaire grondstof bv. voor het maken van crèmes tussen biscuits, vullingen voor chocoladeproducten, edm. Soms wordt de cocosolie gehydrogeneerd om het smeltpunt te verhogen. Dergelijke vorm wordt vooral aangewend in toffees, zgn. “coffee whiteners”, alternatieven voor slagroom, edm.
Cocosolie is vooral geliefd in de zoetwarenindustrie omwille van zijn scherp smeltprofiel. Dit geeft een bijzonder mondgevoel dat als “koelsmeltend” wordt ervaren. Gezien zijn typisch vast vet profiel of SFC-profiel (SFC=Solid Fat Content), smelt het vet niet alleen snel, maar ook volledig in de mond. Vetten die niet volledig smelten bij lichaamstemperatuur worden in het vakgebied soms omschreven als “wasachtig”. Dit gevoel is totaal afwezig bij cocosolie alsook bij geharde cocosolie.
Cocosolie is een laurisch vet. Palmpit olie is een ander voorbeeld van een laurisch vet. Deze worden gekenmerkt door een hoog gehalte aan laurinezuur. Het gehalte aan laurinezuur of C12:0 - vetzuur bedraagt in cocosolie volgens de Codex Alimentarius 45.1 tot 55.0 %. Verder zijn er nog als voornaamste vetzuren aanwezig, caprylzuur (C8:0), caprinezuur (C10:0),
2018/5649
BE2018/5649
- 2 myristinezuur (C14:0), palmitinezuur (C16:0) en oliezuur (C18:1). Cocosolie is sterk verzadigd (ca. 91%), dit is een nadeel.
Voor bepaalde toepassingen moet men cocosolie volledig doorharden, wat resulteert in ca. 100% verzadigdheid.
Een ander nadeel van cocosolie zijn de contaminanten die erin gevonden worden. Daarbij zijn vooral de zogenaamde PAK's (poly-aromatische koolwaterstoffen) bekend, die ontstaan bij het drogen van cocosschilfers. Deze contaminanten bevinden zich voornamelijk in de olie die uit de gedroogde cocosschilfers geperst worden.
Een andere contaminant waar recentelijk meer en meer aandacht naar gaat is de aanwezigheid van sporen van minerale olie. Uit recent onderzoek is gebleken dat cocosolie hierin een kritisch ingrediënt kan zijn. De oorzaken zijn op vandaag nog niet volledig duidelijk.
In het vakgebied wordt onderscheid gemaakt tussen aromatische en niet-aromatische koolwaterstoffen afkomstig uit minerale olie. Men benoemt die meestal als MOAH (Mineral Oil Aromatic Hydrocarbons) en MOSH (Mineral Oil Saturated Hydrocarbons). MOAH (mineral oil aromatic hydrocarbons) zijn dus (onverzadigde) aromatische koolwaterstoffen afkomstig uit minerale olie. MOSH (mineral oil saturated hydrocarbons) zijn dus verzadigde koolwaterstoffen uit minerale olie. De ketenlengte van deze moleculen situeert zich hoofdzakelijk tussen de C10 en C50 koolstofatomen.
Over de toxiciteit lopen nog verschillende onderzoeken, maar de MOAH krijgen in dit verband de meeste aandacht.
Voor het verwijderen van PAK's uit plantaardige olie zijn accurate methoden gevonden door de olie in contact te brengen met actief kool.
Het verwijderen van sporen minerale olie blijkt echter veel moeilijker te zijn. Plantaardige oliën worden in het raffinageproces meestal gebleekt door ze in contact te brengen met een specifiek adsorbens, bleekaarde, hier kan ook actieve kool aan toegevoegd worden, bv. voor het verwijderen van PAK's. Daarna volgt een desodorisatiestap waarbij de olie op hoge temperatuur (doorgaans 200 à 260°C) en diep vacuüm (bv 1 à 3 mbar), in contact wordt gebracht met stripping stoom, gedurende voldoende lange tijd om vrije vetzuren, ongewenste geur- en smaakcomponenten, en vluchtige contaminanten, zoals bestrijdingsmiddelen, te verwijderen.
2018/5649
BE2018/5649
- 3 Naar het verwijderen van MOSH en MOAH toe, heeft men vastgesteld dat de bleekstap weinig of geen effect heeft en dat de desodorisatiestap enkel een positief effect heeft op de verwijdering van MOSH en MOAH met een korte keten, meer bepaald een ketenlengte korter dan C24 koolstofatomen.
Een mogelijke aanpak voor de verwijdering van MOSH en MOAH uit cocosolie zou kunnen bestaan in het fractioneren van die cocosolie bv. door middel van droge fractionering of solvent fractionering. Men zou dan de harde fractie (i.e. de stearine fractie) kunnen gebruiken. De nadelen van dergelijke operatie is dat ze leidt tot zeer dure producten, omwille van de dure grondstofprijzen, de lage rendementen en een bijproduct, in dit geval de oleïne. Bovendien is deze oleïne dan nog sterker gecontamineerd en daardoor krijgt ze een beperkter toepassingsgebied, bv. de technische sector. De stearine is bovendien zeer sterk verzadigd.
Uit het voorgaande blijkt dat er dus een behoefte is naar een alternatieve glyceride samenstelling voor cocosolie en/of voor geharde cocosolie, dat het positieve kenmerk vertoont van koel en volledig afsmelten in de mond, maar waarin de negatieve kenmerken veel minder aanwezig zijn, in het bijzonder deze alternatieve glyceride samenstelling moet veel minder last hebben van minerale olie contaminatie en bij voorkeur is het alternatief ook minder verzadigd. Er is verder ook behoefte aan een methode voor het produceren van en het aanwenden van deze alternatieve glyceride samenstelling.
2. Samenvatting van de uitvinding
De uitvinders hebben nu verrassenderwijze gevonden dat het mogelijk is om een glyceride samenstelling te bekomen die voldoet aan bovenvermelde behoeften en dus een volwaardig cocosalternatief is.
Het is dus een doel van de onderhavige uitvinding om een glyceride samenstelling te bieden omvattende ten minste één stearine fractie van een laurisch vet component en ten minste één gefractioneerd niet-laurisch vet component, waarbij de glyceride samenstelling in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling bevat,
2018/5649
BE2018/5649
a) C16 verzadigde vetzuur residuen (C16:0), C18 verzadigde vetzuur residuen (C18:0) en C12 verzadigde vetzuur residuen (C12:0) in een gewichtsverhouding van (C16:0 + C18:0) / (C12:0) van meer dan 0.7,
b) triglyceriden met een totale ketenlengte, uitgedrukt in koolstofnummer van respectievelijk 42 koolstofatomen (C42), 44 koolstofatomen (C44) en 46 koolstofatomen (C46), waarbij de som C42 + C44 + C46 minder is dan 20,
c) 60 tot 85 gew. % aan verzadigde vetzuur residuen (SAFA),
d) minder dan 18 ppm aan verzadigde koolwaterstoffen afkomstig uit minerale olie met een ketenlengte van meer dan tien koolstofatomen (>C10) en gelijk of minder dan 50 koolstofatomen (< C50) (hierna MOSH gehalte), waarbij de glyceride samenstelling heeft,
e) een vast vet-gehalte (SFC) bij 35°C van minder dan 5 gew. % en een
SFC bij 40°C van minder dan 1 gew. % waarbij de SFC waarde is gemeten volgens de standaard IUPAC (International Union of Pure and Applied Chemistry) 2.150 a methode.
Het is een verder doel van deze uitvinding een methode te voorzien voor de productie van dergelijke glyceride samenstellingen.
Het is ook een doel van deze uitvinding om een eetbaar product te bieden die een dergelijke glyceride samenstelling bevat.
3. Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding
Binnen de omvang van deze uitvinding wordt begrepen dat de term “cocosalternatief” verwijst naar een alternatief voor cocosolie en/of geharde cocosolie en/of omgeësterde cocosolie.
Binnen de omvang van deze uitvinding wordt de term “vet” zowel gebruikt voor vloeibare olie als voor semi-vast of vast vet.
De uitvinders hebben nu verrassenderwijze gevonden dat het de specifieke combinatie is van ten minste één stearine fractie van een laurisch vet component met ten minste één gefractioneerd niet-laurisch vet component die ervoor zorgt dat de gevormde glyceride samenstelling, zoals hierboven beschreven, een goed cocosalternatief is en bovendien ook een substantiële
2018/5649
BE2018/5649
- 5 verlaging heeft van het verzadigd vetzuurgehalte (SAFA) en van het contaminatie niveau van MOSH en/of MOAH.
Laurische en niet-laurische vetten worden doorgaans zelden met elkaar gecombineerd, omdat ze echter niet compatibel zijn. Een gekend voorbeeld hiervan is de beperking die opgelegd wordt in recepturen die laurische vetten bevatten en cacaoboter. Enkel magere cacaopoeder met een cacaobotergehalte van slechts 10-12 % wordt gecombineerd met laurische vetten, omwille van het sterk eutectisch effect. Cacaoboter is een vet dat zeer rijk is aan zogenaamde symmetrische triglyceriden, namelijk voor 75-80 gew. %. Deze symmetrische triglyceriden worden ook SUS-type genoemd, waarin S staat voor saturated (verzadigd) en U voor unsaturated (onverzadigd). De plaats van het onverzadigde vetzuur in de middenpositie is frequent voorkomend in de natuur.
Er zijn maar twee type van uitzonderingen gekend in de stand van de techniek waarbij laurische en niet-laurische vetten met elkaar worden gecombineerd. In het ene geval gaat het om omgeësterde combinaties van laurische en niet-laurische vetten en in het andere geval gaat het om een bepaalde combinatie waarbij laurische fracties, meestal palmpitstearine gecombineerd wordt met niet-laurische stearine fracties, meestal palmstearine. In het eerste geval worden dus laurisch en niet-laurische combinaties van vetten na het mengen omgeësterd. Deze omestering heeft een zogenaamde randomisatie tot gevolg, waarbij de vetzuren at random met elkaar worden gecombineerd om er nieuwe triglyceriden van te maken. Men heeft gevonden dat dergelijke vetcomposities een stabiliserende werking hebben naar bloom-vorming toe. Bloom is het fenomeen waarbij chocolade producten wit uitslaan, na een zekere tijd van bewaring, vooral bij hogere temperaturen. Het anti-bloom effect wordt vooral toegeschreven aan de bij omestering gevormde triglyceriden, zogenaamde gemengde triglyceriden. Deze triglyceriden bevatten zowel kortere als langere vetzuren, respectievelijk afkomstig van de laurische en niet-laurische vetten. Deze gemengde triglyceriden worden gekenmerkt door een koolstofnummer (CN) hoofdzakelijk met een lengte tussen de 42 koolstofatomen (C42) en 46 koolstofatomen (C46).
Deze ketenlengtes zijn maar in beperkte mate aanwezig in de grondstoffen voor omestering.
2018/5649
BE2018/5649
- 6 Dergelijke composities zijn bijvoorbeeld beschreven in EP 0 521 549 A1 waarin een hardstock wordt beschreven met anti-bloom werking, bestaande uit een omgeësterde combinatie van doorgeharde palm en doorgeharde palmpitolie.
GB 1 382 573 beschrijft eveneens dergelijke combinaties, waarbij het hardingsproces zowel voor als na de omestering kan gebeuren. Cocosolie, palmpitolie en babassu-olie worden hierbij bijvoorbeeld gebruikt als laurische grondstoffen. De niet-laurische producten zijn op basis van palm en palmfracties. Het vet wordt typisch gebruikt in een biscuit crème.
In US 4,208,445 worden hardere omgeësterde combinaties van laurische en niet-laurische vetten beschreven, die bruikbaar zijn in couvertures en toffees. De producten worden gehard na omestering. De niet-laurische component bestaat uit palmvet of katoenzaadolie.
In EP 1 893 732 worden eveneens omgeësterde combinaties van laurische en niet-laurische vetten beschreven, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van geharde vetten, maar wel van gefractioneerde vetten, meer bepaald palmpitstearine en palmstearine. Deze combinaties laten toe om finale composities te maken met een vrij scherp smeltprofiel, onder meer toepasbaar in couvertures. De producten hebben ook een verbeterde weerstand tegen bloomvorming.
In het andere geval gaat het dus om een bepaalde combinatie waarbij laurische fracties, meestal palmpitstearine gecombineerd wordt met nietlaurische stearine fracties, meestal palmstearine. Palmstearine is een fractie van palmolie die zeer rijk is aan zogenaamde triverzadigde triglyceriden (SSS triglyceriden), ook S3-type genoemd. In tegenstelling tot SUS-triglyceriden vertonen deze wel een goede compatibiliteit met laurische vetten en worden ze juist aangewend om aan laurische vetten een betere hitte-weerstand te verlenen. Deze combinaties worden bijvoorbeeld beschreven in EP 0 532 086 A1 en WO 2006/029139 A1 A1 en Jeyarani et Al “Trans-free plastic shortenings from coconut stearine and palm stearin blends” (Food Chemistry, 114, nr 1, pg 270275). Uit deze laatste publicatie blijkt duidelijk dat dergelijke productcombinaties aanleiding geven tot gehaltes aan vast vet bij 35 °C en 40°C, die aanzienlijk hoger zijn dan de vereiste vast vet-gehalte (SFC) van minder dan 5 gew% bij
2018/5649
BE2018/5649
- 7 35°C en van minder dan 1 gew% bij 40°C. Het effect van dergelijk verschil wordt verder in een vergelijkend voorbeeld gedemonstreerd.
Het nadeel van de hierboven beschreven combinaties uit de stand van de techniek waarbij laurische en niet-laurische vetten met elkaar worden gecombineerd, is dat deze niet de kenmerken verenigen van het koelsmeltend profiel van cocosolie met een substantiële verlaging van het verzadigd vetzuurgehalte (SAFA) en een substantiële verlaging van het contaminatie niveau van MOSH en/of MOAH.
In de glyceride samenstelling volgens de onderhavige uitvinding, zoals hierboven beschreven, vereist de specificatie dat de gewichtsverhouding van (C16:0 + C18:0) / (C12:0) van meer dan 0.7 is, bij voorkeur meer dan 0.8, bij meer voorkeur meer dan 0.9, en bij de meeste voorkeur meer dan 1.0.
Binnen de omvang van deze uitvinding wordt begrepen dat C12:0, C16:0 en C18:0 staat voor verzadigde vetzuur residuen met respectievelijke ketenlengte van 12, 16 of 18 koolstofatomen.
In de glyceride samenstelling volgens de onderhavige uitvinding, zoals hierboven beschreven, vereist de specificatie dat de som C42 + C44 + C46 minder is dan 20, bij voorkeur minder dan 15 en bij meer voorkeur minder dan 10, in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling. Dit is belangrijk voor het bekomen van het juiste mondgevoel. Triglyceriden met een ketenlengte C42, C44 en C46 zijn in zekere mate aanwezig in laurische stearinefracties, maar quasi afwezig in fracties van niet-laurische vetten. Wanneer deze beide vetten omgeësterd worden, dan stijgt deze fractie aanzienlijk.
In de glyceride samenstelling volgens de onderhavige uitvinding, zoals hierboven beschreven, vereist de specificatie dat het SAFA gehalte van 60 tot 85 gew. % bedraagt, bij voorkeur van 65 en 80 gew. % welke ervoor zorgt dat de glyceride samenstelling, een gezonder alternatief is voor cocosolie of doorgeharde cocosolie.
In de glyceride samenstelling volgens de onderhavige uitvinding, zoals hierboven beschreven, vereist de specificatie dat het MOSH gehalte, dit is het gehalte aan verzadigde koolwaterstoffen afkomstig uit minerale olie met een ketenlengte van meer dan tien koolstofatomen (>C10) en gelijk of minder dan 50 koolstofatomen (< C50), minder is dan 18 ppm, bij voorkeur minder dan 15 ppm,
2018/5649
BE2018/5649
- 8 bij meer voorkeur minder dan 12 ppm, en bij meeste voorkeur minder dan 10 ppm, in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling.
In de glyceride samenstelling volgens de onderhavige uitvinding, zoals hierboven beschreven, vereist de specificatie dat het vast vet-gehalte (SFC) bij 35°C van minder dan 5 gew. % is, bij voorkeur minder dan 3 gew. %, bij meer voorkeur minder dan 1 gew. %, en vereiste alsook dat de SFC bij 40°C van minder dan 1 gew. % is waarbij de SFC waarde is gemeten volgens de standaard IUPAC (International Union of Pure and Applied Chemistry) 2.150 a methode.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de glyceride samenstelling volgens de onderhavige uitvinding verder gekenmerkt door een specifiek vast vet-gehalte (SFC) profiel waarbij het verschil in SFC bij 20°C (SFC 20°C) en bij 30°C (SFC 30°C), i.e. SFC 20°C - SFC 30°C, minstens 30 gew. % bedraagt, bij voorkeur minstens 35 gew. %, bij meer voorkeur 40 gew. %. Een scherpe overgang van vast naar vloeibaar geeft een koelsmeltend gevoel in de mond.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm, bevat de glyceride samenstelling volgens de onderhavige uitvinding verzadigde vetzuur residuen met respectievelijke ketenlengte van 12 koolstofatomen (C12:0) in een hoeveelheid tussen 18 en 40 gew. %, bij voorkeur tussen 20 en 37 gew. %, in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm, is de glyceride samenstelling volgens de onderhavige uitvinding, gekenmerkt door een MOAH gehalte, dit is het gehalte aan (onverzadigde) aromatische koolwaterstoffen afkomstig uit minerale olie met een ketenlengte van meer dan tien koolstofatomen (>C10) en gelijk of minder dan 50 koolstofatomen (< C50), dat minder is dan 2.5 ppm, bij voorkeur minder dan 2.0 ppm, bij meer voorkeur minder dan 1.5 ppm, en bij meeste voorkeur minder dan 1.0 ppm, in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling.
Zoals hierboven vermeld, over de toxiciteit van MOAH lopen nog verschillende onderzoeken, maar het is reeds gekend dat MOAH vanuit toxisch standpunt meer verdacht zijn dan MOSH. De uitvinders hebben nu gevonden dat de glyceride samenstelling van de onderhavige uitvinding een volwaardig cocosalternatief is met een drastische verbetering op het vlak van MOAH, zoals
2018/5649
BE2018/5649
- 9 aangetoond in de hieronder beschreven voorbeelden. Gehaltes aan MOAH tot beneden de detectielimiet van 1 ppm.
Het gehalte aan MOSH en MOAH kan bepaald worden door gekende analyse methoden in de stand van de techniek. Bij voorkeur wordt er gebruik gemaakt van de LC-GC-FID techniek conform de Duitse BfR (Bundesinstitut für Risikobewertung) beschreven standaard methode (2012), gekend in het vakgebied.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm, is de glyceride samenstelling volgens de onderhavige uitvinding, gekenmerkt door een gehalte aan 3-monochloorpropaan-1,2-diol (i.e. 3-MCPD gehalte) van minder dan 1.0 ppm, bij voorkeur minder dan 0.8 ppm, bij meer voorkeur minder dan 0.7 ppm, in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling. 3-MCPD is een zogenaamde procescontaminant die zich kan vormen bij het raffineren van een vet of een vetmengsel. Vooral palmolie en afgeleide fracties zijn hiervoor gevoelig omdat de precursoren in deze olie sterker aanwezig zijn.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm, bevat de glyceride samenstelling, in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling,
a) 30 tot 70 gew. % aan ten minste één stearine fractie van een laurisch vet component, bij voorkeur van 35 tot 65 gew. %, bij meer voorkeur van 40 tot 60 gew. %, en
b) 70 tot 30 gew. % aan tenminste één gefractioneerd niet-laurisch vet component, bij voorkeur van 65 tot 35 gew. %, bij meer voorkeur van 60 tot 40 gew. %.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de glyceride samenstelling volgens de onderhavige uitvinding minstens 10 gew. %, bij voorkeur minstens 20 gew. %, in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling, van tenminste één gefractioneerd niet-laurisch vet waarbij dit gefractioneerd niet-laurisch vet component wordt gekarakteriseerd door een hoeveelheid aan SSS triglyceriden (i.e. S3-gehalte) van hoogstens 10 gew. %, bij voorkeur hoogstens 8 gew. %, bij meer voorkeur hoogstens 5 gew. %, op basis van het totale gewicht van de triglyceride samenstelling van dit gefractioneerd niet-laurisch vet component. Bij meer voorkeur, wordt deze gefractioneerd nietlaurisch vet component verder gekarakteriseerd door een hoeveelheid aan S2U
2018/5649
BE2018/5649
- 10 triglyceriden (i.e. S2U-gehalte) van minstens 60 gew. %, bij voorkeur tussen 70 en 95 gew. %.
Voorbeelden van gefractioneerd niet-laurisch vetten zijn gefractioneerd palmvet, gefractioneerde karité boter, gefractioneerd mangovet of gefractioneerd salvet. Veelal zal gewerkt worden met een gefractioneerd palmvet, omwille van zijn ruime beschikbaarheid. Het palmvet kan een enkelvoudige fractie zijn of een fractie bekomen door meerstapsfractionatie. De gefractioneerde palmfractie is bij voorkeur een middenfractie (PMF = Palm Mid Fractie), dit is een fractie die bekomen werd door minstens één oleïne fractie te verwijderen en minstens één stearinefractie te verwijderen. De fractionering kan droog uitgevoerd worden of door middel van een solvent.
Voorbeelden van laurisch vetten zijn palmpitolie, cocosolie, babassu olie of een combinatie van meerdere van deze, bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van palmpitolie, die gemakkelijk te fractioneren is.
Indien gewenst, de glyceride samenstelling volgens de onderhavige uitvinding omvat verder tenminste één vloeibare olie in een beperkte hoeveelheid van minder dan 20 gew. %, in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling, met de bedoeling om het SAFA-gehalte te verlagen, terwijl de organoleptische eigenschappen slechts beperkt beïnvloed worden.
Voorbeelden van dergelijke vloeibare oliën zijn zonnebloem olie met hoog oliezuurgehalte, sojaolie, raapzaadolie met hoog oliezuurgehalte, of traditionele zonnebloem olie of raapzaadolie, of combinaties hiervan.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de glyceride samenstelling volgens de onderhavige uitvinding bij voorkeur nagenoeg geen geharde vet componenten.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de glyceride samenstelling volgens de onderhavige uitvinding bij voorkeur nagenoeg geen omgeësterde vet componenten.
Vetten zonder harding of omestering hebben het voordeel om als niet gemodificeerd aanzien te worden. Echter, in bepaalde gevallen kan de aanwezigheid van een beperkte hoeveelheid omgeësterd vet ook voordelen bieden. Bepaalde vetcombinaties geven bij bepaalde bewaarcondities, wanneer gebruikt in vullingen of crèmes, aanleiding tot een lichte herkristallisatie aan het oppervlak, die zich uit onder de vorm van kleine vetkristallen die na verloop van
2018/5649
BE2018/5649
- 11 tijd ontstaan. De aanwezigheid in het recept van notenpasta, zoals bv. hazelnotenpasta, kan soms de neiging tot herkristallisatie verhogen. Voor dergelijke combinaties kan het een voordeel zijn een zekere hoeveelheid omgeësterd vet aan de glyceride samenstelling toe te voegen. De voorwaarde blijft echter nog altijd dat de bekomen productcombinatie een koelsmeltend profiel moet blijven behouden.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de glyceride samenstelling volgens de onderhavige uitvinding daarom in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling, minstens 5 gew. % en ten hoogste 25 gew. %, bij voorkeur tussen 8 en 20 gew. %, van een omgeësterde vet component, waarbij optioneel deze vet component na omestering gefractioneerd wordt.
Bij voorkeur omvat deze omgeësterde vet component voor minstens 80 gew. %, bij meer voorkeur voor minstens 90 gew. % niet-laurisch vetten, bij meer voorkeur bestaat voor 100 gew. % uit niet-laurisch vetten, bij voorkeur gekozen uit de groep van palmolie, karité boter, sal vet of mangovet of fracties van deze vetten of combinaties van deze vetten. Bij voorkeur zal echter gebruik gemaakt worden van palm olie of van een palmolie fractie die omgeësterd wordt, en die eventueel daarna opnieuw gefractioneerd wordt, om zo een scherper SFC profiel te verkrijgen. Dit kan bijdragen aan het koelsmeltend karakter van de glyceride samenstelling. Van de voorgaande vetten kunnen ook combinaties gebruikt worden, die hetzij samen omgeësterd worden, hetzij na individuele omestering achteraf worden gemengd.
De uitvinders hebben gevonden dat de glyceride samenstelling volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt worden door een goede koeling en volledig afsmelten in de mond, gecombineerd met een sterke verlaging van minerale olie contaminatie en van het verzadigd vet gehalte.
De onderhavige uitvinding verschaft ook een methode voor het produceren van de glyceride samenstelling van deze uitvinding.
Voor het produceren van de glyceride samenstelling van de onderhavige uitvinding, kunnen verscheidene methoden passend worden gebruikt. De methode voor het produceren van de bovenbeschreven glyceride samenstelling, omvat bij voorkeur de stappen van het mengen
2018/5649
BE2018/5649
a) 30 tot 70 gew. %, bij voorkeur van 35 tot 65 gew. %, bij meer voorkeur van 40 tot 60 gew. %, van ten minste één stearine fractie van een laurisch vet component, die bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in gesmolten vorm is, en
b) 70 tot 30 gew. %, bij voorkeur van 65 tot 35 gew. %, bij meer voorkeur van 60 tot 40 gew. %, van tenminste één gefractioneerd niet-laurisch vet component, zoals hierboven beschreven, die bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in gesmolten vorm is, en
c) optioneel minder dan 20 gew. %, van tenminste één vloeibare olie, zoals hierboven beschreven.
Bij voorkeur wordt de ten minste één stearine fractie van een laurisch vet component en tenminste één gefractioneerd niet-laurisch vet component voor het mengen volledig of vrij genoeg volledig gesmolten zodat deze vet componenten goed mengbaar zijn.
Indien de glyceride samenstelling omgeësterde vet componenten omvat, dan omvat de methode voor het produceren van de dergelijke glyceride samenstelling bij voorkeur de stappen van het mengen:
a) 30 tot 70 gew. %, bij voorkeur van 35 tot 65 gew. %, bij meer voorkeur van 40 tot 60 gew. %, van ten minste één stearine fractie van een laurisch vet component, die bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in gesmolten vorm is, en
b) 70 tot 30 gew. %, bij voorkeur van 65 tot 35 gew. %, bij meer voorkeur van 60 tot 40 gew. %, van tenminste één gefractioneerd niet-laurisch vet component, die bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in gesmolten vorm is, en
c) 5 tot 25 gew. %, bij voorkeur van 8 tot 20 gew. %, van tenminste één omgeësterd vet component.
De onderhavige uitvinding verschaft ook het gebruik van de glyceride samenstelling van deze uitvinding, zoals hierboven beschreven, voor de productie van eetbare producten gekozen uit de groep bestaande uit confiserie vullingen, confiserie crèmes, koffiemelkproducten, couvertures, toffees, consumptie ijs, en slagroom.
Binnen de omvang van deze uitvinding wordt begrepen dat een koffiemelkproduct, bij voorkeur in poedervorm, een product is dat bij koffie
2018/5649
BE2018/5649
- 13 gebruikt wordt om deze een witter uitzicht te geven (in het Engels “whitener” genoemd), vrij goed vergelijkbaar met het effect wanneer men aan koffie koemelk toevoegt.
Binnen de omvang van deze uitvinding wordt ook begrepen dat slagroom ook producten omvat die niet 100% zuivelproducten zijn, maar die dus ook niet-zuivel ingrediënten bevatten, zoals plantaardige oliën en vetten.
Dergelijke eetbare producten zijn ook een voorwerp van de onderhavige uitvinding.
Bij voorkeur omvatten de eetbare producten van de onderhavige uitvinding, in verhouding tot het totale gewicht van de eetbare producten,
a) 15 tot 95 gew. % aan de glyceride samenstelling van deze uitvinding, zoals hierboven beschreven, bij voorkeur van 20 tot 60 gew. %, bij meer voorkeur van 25 tot 50 gew. %, en
b) 5 tot 85 gew. % aan een droge stof, bij voorkeur van 40 tot 80 gew. %, bij meer voorkeur van 50 tot 75 gew. %,
c) ten hoogste 25 gew. % water, bij voorkeur ten hoogste 15 gew. %, bij meer voorkeur ten hoogste 8 gew. %.
Binnen de omvang van deze uitvinding wordt ook begrepen dat de term “droge stof” verwijst naar het vetvrije gedeelte omvat in de ten minste één vulstof.
Binnen de omvang van deze uitvinding wordt ook begrepen dat oliën of vetten omvat in de ten minste één vulstof, zoals hierboven beschreven, deel uitmaken van de hierboven beschreven glyceride samenstelling. Bijvoorbeeld als cacao massa of notenpasta als vulstof wordt gebruikt dan zal het vet gedeelte aanzien worden als deel uitmakend van de glyceride samenstelling omvat in het eetbare product van de onderhavige uitvinding en het vetvrije gedeelte aanzien worden als de droge vulstof omvat in het eetbare product van de onderhavige uitvinding.
Binnen de omvang van deze uitvinding wordt ook begrepen dat de vulstof een ingrediënt is dat met opzet wordt toegevoegd aan het eetbare product volgens de onderhavige uitvinding.
Voorbeelden van dergelijke vulstoffen of vulmateriaal zijn suiker, bloem, melk bestanddelen, zoals magere melkpoeder en volle melkpoeder, wei poeder, kaas bestanddelen, vlees bestanddelen, zetmeel, cacao bestanddelen,
2018/5649
BE2018/5649
- 14 zoals cacao poeder en cacao massa, koffie poeder, voedselkwaliteit vaste organische en anorganische poeders, notenpasta, zonnebloempitpasta, stevia, maltitol, erytritol, inuline, oligofructose, pectine, maltodextrine, specerijen.
De onderhavige uitvinding wordt verder geïllustreerd door de voorbeelden en vergelijkende voorbeelden hieronder.
4. Voorbeelden
Alle mengverhoudingen, inhouden en concentraties in deze tekst zijn gegeven in gewichtseenheden en gewichtsprocent, tenzij anders vermeld.
Referentie vetsamenstelling (REF 1): cocosolie
REF 1 is een standaard geraffineerde cocosolie, zoals commercieel beschikbaar in de markt. De karakteristieken van REF 1 met name de vetzuur residu concentraties, het koolstofnummer en het vast vetgehalte (SFC) zijn weergegeven in Tabel 1, hieronder.
Voorbeeld 1 : Productie van een alternatief vetsamenstelling (vetmengsel 1) voor het produceren van een confiserie vulling
Een vetmengsel 1 werd bereid als alternatief voor de cocosolie door het mengen van 40 gew. % palmpitstearine met joodgetal 7 en 60 gew. % een palm mid fraktie (PMF) met een joodgetal van 43 (smeltpunt van 27.3 °C).
De karakteristieken van het vetmengsel 1 met name de vetzuur residu concentraties, het koolstofnummer en het vast vetgehalte (SFC) zijn weergegeven in Tabel 1, hieronder.
2018/5649
BE2018/5649
- 15 Tabel 1
Vetzuur residu concentraties (gew. %)
REF 1 Vetmengsel 1
C8:0 6.7 0.7
C10:0 5.5 1.1
C12:0 46.4 22.2
C14:0 19.0 9.3
C16:0 9.9 33.4
C18:0 3.1 3.7
C18:1 7.0 24.3
C18:2 1.6 4.1
C18:3 0.0 0.2
C20:0 0.1 0.3
(C16+C18)/C12 0.3 1.7
SAFA 91.2 70.8
Koolstof nummer (gew. %)
C42 8.4 3.6
C44 4.7 1.8
C46 2.6 1.1
C42 + C44 +
C46 15.7 6.5
Vast vetgehalte (SFC), %
SFC 10°C 78 78.6
SFC 20°C 39 31.2
SFC 25°C 3 7.8
SFC 30°C 0 0
SFC 35°C 0 0
Beide vetmengsel (REF 1 en Vetmengsel 1) werden geanalyseerd op de aanwezigheid van MOSH en MOAH. De resultaten staan samengevat in Tabel 2.
De methode die werd gebruikt is de LC-GC-FID techniek conform de Bfr methode (2012).
Tabel 2
MOSH concentraties (ppm)
REF 1a Vetmengsel 1a
>C10 en <= C24 <1 <1
>C24 en <= C35 14.0 3.9
>C35 en <= C50 20.0 7.4
2018/5649
BE2018/5649
MOAH concentraties (ppm)
>C10 en <= C24 <1 <1
>C24 en <= C35 1.9 <1
>C35 en <= C50 3.8 <1
aDe laagste detectielimiet voor de verschi lende klasse bedraagt 1 ppm.
We zien dus in het ontwikkelde alternatief vetmengsel 1 waarden voor MOSH die driemaal lager liggen dan voor REF 1, terwijl voor MOAH geen detecteerbare hoeveelheden aanwezig zijn.
Vergelijkend voorbeeld 2: Productie van een confiserie vulling
Een confiserie vulling werd bereid met vetmengsel REF 1, waarbij het volgende recept werd toegepast (Tabel 3):
Tabel 3
Suiker 46.9%
Vetmengsel 38.4%
Cacaopoeder 10/12 9.9%
Magere Melkpoeder 4.3%
Lecithine 0.4%
Vanilline 0.1%
De confiserie vulling werd op de volgende manier bereid:
De droge ingrediënten werden samen met een deel van het vetmengel gemengd in een Kenwood mixer met K-klopper. De verkregen pasteuze massa werd vervolgens fijngewalst op een 5-rolls wals tot een partikelgrootte van 25 μm. Vervolgens werd het fijngewalste poeder in een Collette Conche gebracht en gedurende een uur gekneed bij 70°C (droog concheren). Tot slot werd het resterende vetmengel, samen met de lecithine, toegevoegd en werd alles nog 10 minuten doorgemengd (nat concheren).
Het verkregen product werd afgevuld in 10g aluminium cups en gekoeld. Bewaring gebeurde bij 20°C tot het moment van evaluatie.
2018/5649
BE2018/5649
- 17 Voorbeeld 3: Productie van een confiserie vulling
Een confiserie vulling werd bereid met het vetmengsel 1, waarbij het recept van Tabel 3 werd toegepast.
De bereiding van de vulling gebeurde op dezelfde manier als voor vergelijkend 5 voorbeeld 2.
De confiserie vullingen van Vergelijkend voorbeeld 2 en voorbeeld 3 werden na 1 maand beoordeeld door een smaakpanel bestaande uit 8 testpersonen. Er werd gescoord op diverse parameters, tussen het getal 0.0 en 5.0, de uitgemiddelde resultaten staan weergegeven in Tabel 4.
Tabel 4
Smaakevaluatie van de confiserie vullingen
Vergelijkend voorbeeld 2 Voorbeeld 3
Korrelig 0.0 0.0
Crèmig 3.5 3.3
Goed smeltend 4.3 4.0
Koel smeltend 2.8 2.1
Hardheid 2.4 2.7
Plakkerig 0.0 0.0
Wasachtig 0.0 0.0
Hoe dicht bij Referentie (0 = ver ; 5 = zeer dicht) 3.9
Als conclusie van deze test kunnen we stellen dat een vetmengsel (i.e. vetmengsel 1) werd ontwikkeld dat qua organoleptische eigenschappen dicht ligt 15 tegen de referentie cocosolie (REF1), met als bijkomende voordelen een merkbare verlaging in SAFA-gehalte en vooral een aanzienlijke reductie in het niveau van minerale olie contaminatie.
2018/5649
BE2018/5649
- 18 Referentie vetsamenstelling (REF 2): doorgeharde cocosolie
De doorgeharde cocosolie werd bekomen door een commercieel beschikbare geraffineerde cocosolie door te harden en daarna opnieuw te raffineren. De karakteristieken van REF 2 met name de vetzuur residu concentraties, het koolstofnummer en het vast vetgehalte (SFC) zijn weergegeven in Tabel 5, hieronder.
Voorbeeld 4: Productie van een vetsamenstelling (vetmengsel 2) voor het produceren van een confiserie vulling
Een vetmengsel 2 werd bereid als alternatief voor de doorgeharde cocosolie door het mengen van 56 gew. % palmpitstearine met joodgetal 7, 40 gew. % een palm mid fraktie (PMF) met een joodgetal van 43 (smeltpunt van
27.3 °C) en 4 gew. % een palmstearine met joodgetal 11.
De karakteristieken van het vetmengsel 2 met name de vetzuur residu concentraties, het koolstofnummer en het vast vetgehalte (SFC) zijn weergegeven in Tabel 5, hieronder.
Tabel 5
Vetzuur residu concentraties (gew. %)
REF 2 Vetmengsel 2
C8:0 6.6 1.0
C10:0 5.6 1.5
C12:0 46.6 31.0
C14:0 18.6 12.7
C16:0 9.9 28.1
C18:0 11.2 3.2
C18:1 0.7 18.4
C18:2 0.1 3.1
C18:3 0.0 0.0
C20:0 0.0 0.2
(C16+C18)/C12 0.5 1.0
SAFA 99.2 77.9
2018/5649
BE2018/5649
Koolstof nummer (gew. %)
C42 7.6 5.1
C44 4.2 2.5
C46 2.4 1.5
C42 + C44 + C46 14.2 9.1
Vast vetgehalte (SFC), %
SFC 10°C 89.6 81.6
SFC 20°C 59.0 53.1
SFC 25°C 20.8 26.4
SFC 30°C 4.4 1.2
SFC 35°C 1.8 0
Beide vetmengsels (REF 2 en Vetmengsel 2) werden geanalyseerd op de aanwezigheid van MOSH en MOAH. De resultaten staan samengevat in Tabel 6. De methode die werd gebruikt is de LC-GC-FID techniek conform de Bfr methode 5 (2012).
Tabel 6
MOSH concentraties (ppm)
REF 2a Vetmengsel 2a
>C10 en <= C24 <1 <1
>C24 en <= C35 8.4 2.7
>C35 en <= C50 12.0 6.1
MOAH concentraties (ppm)
>C10 en <= C24 <1 <1
>C24 en <= C35 <1 <1
>C35 en <= C50 2.2 <1
aDe laagste detectielimiet voor de verschi lende klasse bedraagt 1 ppm.
We zien dus in het ontwikkelde alternatief vetmengsel 2 waarden voor
MOSH die half zo laag liggen dan voor REF 2, terwijl voor MOAH geen detecteerbare hoeveelheden aanwezig zijn.
Vergelijkend voorbeeld 5: Productie van een confiserie vulling
Een confiserie vulling werd bereid met vetmengsel REF 2, waarbij hetzelfde recept werd toegepast uit Tabel 3, zoals hierboven beschreven.
2018/5649
BE2018/5649
- 20 De bereiding van de vulling gebeurde op dezelfde manier als voor vergelijkend voorbeeld 2.
Voorbeeld 6: Productie van een confiserie vulling
Een confiserie vulling werd bereid met het vetmengsel 2, waarbij hetzelfde recept werd toegepast uit Tabel 3, zoals hierboven beschreven.
De bereiding van de vulling gebeurde op dezelfde manier als voor vergelijkend voorbeeld 2.
De confiserie vullingen van Vergelijkend voorbeeld 5 en voorbeeld 6 werden na 1 maand beoordeeld door een smaakpanel bestaande uit 8 testpersonen. Er werd gescoord op diverse parameters, tussen het getal 0.0 en 5.0, de uitgemiddelde resultaten staan weergegeven in Tabel 7.
Tabel 7
Smaakevaluatie van de confiserie vullingen
Vergelijkend voorbeeld 5 Voorbeeld 6
Korrelig 0.0 0.0
Crèmig 2.4 2.8
Goed smeltend 3.8 3.1
Koel smeltend 1.9 1.3
Hardheid 3.3 3.1
Plakkerig 0.1 0.1
Wasachtig 0.0 0.1
Hoe dicht bij Referentie (0 = ver ; 5 = zeer dicht) 3.5
Als conclusie van deze test kunnen we stellen dat een vetmengsel (i.e. vetmengsel 2) werd ontwikkeld dat qua organoleptische eigenschappen dicht ligt tegen de referentie doorgeharde cocosolie (REF 2), met als bijkomende
2018/5649
BE2018/5649
- 21 voordelen een merkbare verlaging in SAFA-gehalte en vooral een aanzienlijke reductie in het niveau van minerale olie contaminatie.
Voorbeeld 7: Productie van het vetmengsel 3, de Referentie vetsamenstelling 3 (REF 3) en het vetmengsel 4 voor het produceren van een confiserie vulling
Een vetmengsel 3 werd bereid door het mengen van 60 gew. % palmpitstearine met joodgetal 7 en 40 gew. % palm mid fractie met joodgetal 43 (smeltpunt van 27.3°C).
Referentie vetsamenstelling 3 (REF 3) werd bereid door het mengen van 60 gew. % palmpitstearine met joodgetal 7 en 40 gew. % palm stearine met joodgetal 25.
Vetmengsel 4 werd bereid door het mengen van 60 gew. % palmpitstearine met joodgetal 7, 30 gew. % palm mid fractie met joodgetal 43 en 10 gew. % van een random omgeësterde palmolie. Deze laatste vetcomponent werd bereid door chemische omestering van palmolie mits gebruik van 0.1% natrium-methylaat als katalysator, gevolgd door raffinage van het staal. Vermits deze vet component niet gefractioneerd werd, heeft hij een minder scherp smeltprofiel dan de twee andere vet componenten.
De karakteristieken van de vetmengsels 3, 4 en REF 3 met name de vetzuur residu concentraties, het koolstofnummer en het vast vetgehalte (SFC) zijn weergegeven in Tabel 8, hieronder. De karakteristieken van REF 2 met name de vetzuur residu concentraties, het koolstofnummer en het vast vetgehalte (SFC) zijn eveneens terug weergegeven in Tabel 8, hieronder.
2018/5649
BE2018/5649
- 22 Tabel 8
Vetzuur residu concentraties (gew. %)
REF 2 Vetmengsel 3 REF 3 Vetmengsel 4
C8:0 6.6 1.2 1.2 1.2
C10:0 5.6 1.7 1.7 1.6
C12:0 46.6 32.1 32.2 32.0
C14:0 18.6 13.1 13.2 13.1
C16:0 9.9 25.5 32.5 24.9
C18:0 11.2 3.2 3.4 3.2
C18:1 0.7 19.2 13.1 19.5
C18:2 0.1 3.5 2.1 3.8
C18:3 0.0 0.1 0.0 0.1
C20:0 0.0 0.2 0.2 0.2
(C16+C18)/C12 0.5 0.9 1.1 0.9
SAFA 99.2 77.2 84.7 76.5
Koolstof nummer (gew. %)
C42 7.6 6.1 5.9 6.1
C44 4.2 3.4 3.4 3.4
C46 2.4 2.3 3.2 2.4
C42 + C44 + C46 14.2 11.8 12.5 11.9
Vast vetgehalte (SFC), %
SFC 10°C 89.6 77.2 85.6 78.5
SFC 20°C 59.0 47.4 72.6 50.1
SFC 25°C 20.8 20.8 50.9 24.2
SFC 30°C 4.4 0.0 23.1 0.8
SFC 35°C 1.8 0.0 12.5 0.1
SFC 40°C 0.0 0.0 7.8 0.0
Het referentie vetsamenstelling (REF 2) is dus de doorgeharde cocosolie die koel smeltend is en waarvoor volgens de hier beschreven uitvinding een 5 alternatief wordt gezocht, omwille van het hoge gehalte aan minerale olie in deze doorgeharde cocosolie. Vetmengsel 3, volgens de onderhavige uitvinding, is enkel gebaseerd op palmpitstearine en palm mid fractie (PMF), zonder gebruik te maken van palmstearine. De referentie vetsamenstelling (REF 3) daarentegen is een combinatie van palmpitstearine en palmstearine, een combinatie die gekend 10 is uit de literatuur, en dus niet volgens de uitvinding, ook gekenmerkt door hogere SFC-waarden bij 35 °C en 40 °C en een relatief hoger SAFA-gehalte t.o.v.
2018/5649
BE2018/5649
- 23 vetmengsels 3 en 4. Vetmengsel 4 is een combinatie van palmpitstearine en palm mid fractie, waaraan een beperkte hoeveelheid omgeësterde palm olie werd toegevoegd, nl. 10%.
Beide vetmengsels 3 en 4, die behoren tot de uitvinding, werden geanalyseerd op de aanwezigheid van MOSH en MOAH. De resultaten staan samengevat in Tabel 9. De methode die werd gebruikt is de LC-GC-FID techniek conform de Bfr methode (2012). De resultaten van REF2 zijn ter vergelijking eveneens weergegeven in Tabel 9.
Tabel 9
MOSH concentraties (ppm)
REF 2a Vetmengsel 3a Vetmengsel 4a
>C10 en <= C24 <1 < 1 < 1
>C24 en <= C35 8.4 4.4 4.1
>C35 en <= C50 12.0 6.2 6.3
MOAH concentraties (ppm)
>C10 en <= C24 <1 < 1 < 1
>C24 en <= C35 <1 < 1 < 1
>C35 en <= C50 2.2 < 1 < 1
aDe laagste detectielimiet voor de verschi lende klasse bedraagt 1 ppm.
Vergelijkend voorbeeld 8: Productie van een confiserie vulling
Een confiserie vulling werd bereid met vetmengsel REF 2, waarbij het volgende recept werd toegepast (Tabel 10):
Tabel 10
Suiker 39.00%
Vet 35.00%
Cacaopoeder 10/12 10.00%
Magere melkpoeder 10.00%
Hazelnootpasta 6.00%
Lecithine 0.40%
Vanilline 0.05%
2018/5649
BE2018/5649
- 24 In tegenstelling tot de recepten uit vorige voorbeelden, werd hier dus gekozen voor een recept waarin ook hazelnotenpasta als ingrediënt aanwezig is. Deze bevat ongeveer voor de helft vloeibare olie. Hazelnotenpasta geeft een typische notensmaak en een crèmig mondgevoel aan de vulling, maar het kan soms ook het risico op herkristallisatie verhogen.
De confiserie vulling werd op de volgende manier bereid:
De droge ingrediënten werden samen met een deel van het vetmengel gemengd in een Kenwood mixer met K-klopper. De verkregen pasteuze massa werd vervolgens fijngewalst op een 5-rolls wals tot een partikelgrootte van 25 μm. Vervolgens werd het fijngewalste poeder in een Collette Conche gebracht en gedurende een uur gekneed bij 70°C (droog concheren). Tot slot werd het resterende vetmengel, samen met de lecithine, toegevoegd en werd alles nog 10 minuten doorgemengd (nat concheren).
Het verkregen product werd afgevuld in 10g aluminium cups en gekoeld.
Bewaring gebeurde bij 20°C tot het moment van evaluatie.
Voorbeeld 9: Productie van een confiserie vulling
Een confiserie vulling werd bereid met het vetmengsel 3, waarbij hetzelfde recept werd toegepast uit Tabel 10, zoals hierboven beschreven.
De bereiding van de vulling gebeurde op dezelfde manier als voor vergelijkend voorbeeld 8.
Vergelijkend voorbeeld 10: Productie van een confiserie vulling
Een confiserie vulling werd bereid met vetmengsel REF 3, waarbij hetzelfde recept werd toegepast uit Tabel 10, zoals hierboven beschreven.
De bereiding van de vulling gebeurde op dezelfde manier als voor vergelijkend voorbeeld 8.
Voorbeeld 11: Productie van een confiserie vulling
Een confiserie vulling werd bereid met het vetmengsel 4, waarbij hetzelfde recept werd toegepast uit Tabel 10, zoals hierboven beschreven.
De bereiding van de vulling gebeurde op dezelfde manier als voor vergelijkend voorbeeld 8.
2018/5649
BE2018/5649
- 25 De confiserie vullingen van vergelijkend voorbeeld 8, voorbeeld 9, vergelijkend voorbeeld 10 en voorbeeld 11 werden door een test panel na 1 week ten opzichte van elkaar geëvalueerd door een aantal parameters voor deze vullingen te vergelijken en een score te geven van 0 tot 5, waarbij 0 betekent dat 5 de respectievelijke eigenschap volledig afwezig is in de vulling terwijl 5 betekent dat de eigenschap sterk aanwezig is in de vulling. De resultaten zijn terug te vinden in onderstaande Tabel 11.
Tabel 11
Smaakevaluatie van de confiserie vullingen
Vergelijkend voorbeeld 8 Voorbeeld 9 Vergelijkend voorbeeld 10 Voorbeeld 11
Korrelig 0.0 0.0 0.0 0.0
Crèmig 3.3 3.8 2.0 3.5
Goed smeltend 3.8 4.0 2.1 4.0
Koel smeltend 1.5 1.7 0.1 1.7
Hardheid 2.7 2.1 4.5 2.6
Plakkerig 0.0 0.0 1.0 0.1
Wasachtig 0.0 0,0 1.5 0.0
Hoe dicht bij Referentie (0 = ver ; 5 = zeer dicht) 2.0 0.0 5.0
Uit deze evaluatie blijkt dat na 1 week zowel voorbeeld vulling 9 als 11 goed scoren, met een zekere voorkeur voor 11. Het vergelijkend voorbeeld 10, gemaakt met een uit de literatuur bekende vetcombinatie, scoort op alle vlak duidelijk slechter. De vulling smelt traag af in de mond, zonder koelend effect en doordat ze lang in de mond blijft hangen, wordt ze als “wasachtig” ervaren. Ze is op geen enkele manier een volwaardig alternatief voor de geharde cocosolie (i.e. referentie vetsamenstelling (REF 2)).
Voorbeeld vulling 9 en voorbeeld vulling 11 werden voor langere tijd in een incubator bij 20°C bewaard. Op regelmatige tijdstippen werden de vullingen
2018/5649
BE2018/5649
- 26 visueel geïnspecteerd. Binnen 6 weken vertoonde voorbeeld vulling 9 tekenen van herkristallisatie op het oppervlak, wat de vulling minder geschikt maakt om te gebruiken op zichtbare plaatsen in het eindproduct. Voorbeeld vulling 11 echter vertoonde na 6 weken geen enkel spoor van herkristallisatie. Bij het proeven van de voorbeeld vulling 9, na 6 weken bewaartijd, voelde deze echter niet korrelig of zanderig aan.
Het toevoegen van 10 wt% omgeësterde palmolie in vetmengsel 4 t.o.v. vetmengsel 3, ten koste van 10% palm mid fractie, heeft dus een verbetering in stabiliteit tot gevolg, namelijk geen herkristallisatie aan het oppervlak, zonder dat dit ten koste gaat van de koel smeltende eigenschap. Het verschil tussen beide stalen is vooral visueel waar te nemen.

Claims (26)

  1. CONCLUSIES
    1. Een glyceride samenstelling omvattende ten minste één stearine fractie van een laurisch vet component en ten minste één gefractioneerd niet-laurisch vet component, waarbij de glyceride samenstelling in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling bevat,
    a) C16 verzadigde vetzuur residuen (C16:0), C18 verzadigde vetzuur residuen (C18:0) en C12 verzadigde vetzuur residuen (C12:0) in een gewichtsverhouding van (C16:0 + C18:0) / (C12:0) van meer dan 0.7,
    b) triglyceriden met een totale ketenlengte, uitgedrukt in koolstofnummer van respectievelijk 42 koolstofatomen (C42), 44 koolstofatomen (C44) en 46 koolstofatomen (C46), waarbij de som C42 + C44 + C46 minder is dan 20,
    c) 60 tot 85 gew. % aan verzadigde vetzuur residuen (SAFA),
    d) minder dan 18 ppm aan verzadigde koolwaterstoffen afkomstig uit minerale olie met een ketenlengte van meer dan tien koolstofatomen (>C10) en gelijk of minder dan 50 koolstofatomen (< C50) (hierna MOSH gehalte), waarbij de glyceride samenstelling heeft, een vast vet-gehalte (SFC) bij 35°C van minder dan 5 gew. % en een SFC bij
    40°C van minder dan 1 gew. % waarbij de SFC waarde is gemeten volgens de standaard IUPAC (International Union of Pure and Applied Chemistry) 2.150 a methode.
  2. 2. De glyceride samenstelling volgens conclusie 1, waarbij de gewichtsverhouding van (C16:0 + C18:0) / (C12:0) meer dan 0.8 is, bij voorkeur meer dan 0.9, en bij meer voorkeur meer dan 1.0.
  3. 3. De glyceride samenstelling volgens conclusie 1 of 2, waarbij de som C42 +
    C44 + C46 minder is dan 15, bij voorkeur minder dan 10.
  4. 4. De glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-3, waarbij het SAFA gehalte van 65 tot 80 gew. % bedraagt.
  5. 5. De glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-4, waarbij het MOSH gehalte minder is dan 15 ppm, bij voorkeur minder dan 12 ppm, bij meer voorkeur minder dan 10 ppm.
    2018/5649
    BE2018/5649
  6. 6. De glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-5, waarbij het vast vet-gehalte (SFC) bij 35°C minder is dan 3 gew. %, bij voorkeur minder dan 1 gew. %.
  7. 7. De glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-6, waarbij het verschil in SFC bij 20°C (SFC 20°C) en bij 30°C (SFC 30°C), (SFC 20°C - SFC 30°C), minstens 30 gew. % is, bij voorkeur minstens 35 gew. %, bij meer voorkeur 40 gew. %.
  8. 8. De glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-7, waarbij de glyceride samenstelling in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling tussen 18 en 40 gew. %, bij voorkeur tussen 20 en 37 gew. % aan C-12 vetzuur residuen bevat.
  9. 9. De glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-8, waarbij de glyceride samenstelling bevat minder dan 2.5 ppm aan (onverzadigde) aromatische koolwaterstoffen afkomstig uit minerale olie met een ketenlengte van meer dan tien koolstofatomen (>C10) en gelijk of minder dan 50 koolstofatomen (< C50) (hierna MOAH gehalte), bij voorkeur minder dan 2.0 ppm, bij meer voorkeur minder dan 1.5 ppm, en bij meeste voorkeur minder dan 1.0 ppm, in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling.
  10. 10. De glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-9, waarbij de glyceride samenstelling bevat minder dan 1.0 ppm aan 3monochloorpropaan-1,2-diol (hierna 3-MCPD gehalte), bij voorkeur minder dan 0.8 ppm, bij meer voorkeur minder dan 0.7 ppm, in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling.
  11. 11. De glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-10, waarbij de glyceride samenstelling bevat, in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling,
    a) 30 tot 70 gew. % aan ten minste één stearine fractie van een laurisch vet component, bij voorkeur van 35 tot 65 gew. %, bij meer voorkeur van 40 tot 60 gew. %, en
    b) 70 tot 30 gew. % aan tenminste één gefractioneerd niet-laurisch vet component, bij voorkeur van 65 tot 35 gew. %, bij meer voorkeur van 60 tot 40 gew. %.
    2018/5649
    BE2018/5649
  12. 12. De glyceride samenstelling volgens conclusie 11, waarbij de glyceride samenstelling, in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling, minstens 10 gew. %, bij voorkeur minstens 20 gew. %, aan tenminste één gefractioneerd niet-laurisch vet component bevat waarbij dit gefractioneerd niet-laurisch vet component gekenmerkt wordt door een hoeveelheid aan SSS triglyceriden van hoogstens 10 gew. %, bij voorkeur hoogstens 8 gew. %, bij meer voorkeur hoogstens 5 gew. %, op basis van het totale gewicht van de triglyceride samenstelling van dit gefractioneerd niet-laurisch vet component.
  13. 13. De glyceride samenstelling volgens conclusie 11 of 12, waarbij de tenminste één gefractioneerd niet-laurisch vet component gekenmerkt wordt door een hoeveelheid aan S2U triglyceriden van minstens 60 gew. %, bij voorkeur tussen 70 en 95 gew. %.
  14. 14. De glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 11-13, waarbij de glyceride samenstelling ten minste één gefractioneerd nietlaurisch vet component omvat die gekozen is uit de groep bestaande uit gefractioneerd palmvet, gefractioneerde karité boter, gefractioneerd mangovet of gefractioneerd salvet.
  15. 15. De glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-14, waarbij de glyceride samenstelling ten minste één stearine fractie van een laurisch vet component omvat, waarbij het laurisch vet gekozen is uit de groep bestaande uit palmpitolie, cocosolie, babassu olie of een combinatie van meerdere van deze.
  16. 16. De glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-15, waarbij de glyceride samenstelling in hoofdzaak vrij is van geharde vet componenten.
  17. 17. De glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-16, waarbij de glyceride samenstelling in hoofdzaak vrij is van omgeësterde vet componenten.
  18. 18. Een methode voor het produceren van de glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-17, met het kenmerk dat de methode de stappen omvat van het mengen:
    a) 30 tot 70 gew. %, bij voorkeur van 35 tot 65 gew. %, bij meer voorkeur van 40 tot 60 gew. %, van ten minste één stearine fractie van een laurisch
    2018/5649
    BE2018/5649
    - 30 vet component, die bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in gesmolten vorm is, en
    b) 70 tot 30 gew. %, bij voorkeur van 65 tot 35 gew. %, bij meer voorkeur van 60 tot 40 gew. %, van tenminste één gefractioneerd niet-laurisch vet component, die bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in gesmolten vorm is, en
    c) optioneel minder dan 20 gew. %, van tenminste één vloeibare olie.
  19. 19. De glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-10, waarbij de glyceride samenstelling omvat verder, in verhouding tot het gewicht van de glyceride samenstelling, minstens 5 gew. % en ten hoogste 25 gew. %, bij voorkeur tussen 8 en 20 gew. %, van een omgeësterde vet component, waarbij optioneel deze vet component na omestering gefractioneerd wordt.
  20. 20. De glyceride samenstelling volgens conclusie 19, waarbij de omgeësterde vet component voor minstens 80 gew. %, bij meer voorkeur voor minstens 90 gew. %, bij meer voorkeur voor 100 gew. % uit niet-laurisch vetten bestaat, bij voorkeur gekozen uit de groep van palmolie, karité boter, sal vet of mangovet of fracties van deze vetten of combinaties van deze vetten.
  21. 21. De glyceride samenstelling volgens conclusie 18 of 19, waarbij de omgeësterde component bestaat uit omgeësterde palm olie of een fractie daarvan, of een palmolie fractie die omgeësterd is, en waarbij deze omgeësterde palm olie fractie eventueel daarna opnieuw gefractioneerd is, of combinaties van deze vetten.
  22. 22. Een methode voor het produceren van de glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 19-21, met het kenmerk dat de methode de stappen omvat van het mengen:
    a) 30 tot 70 gew. %, bij voorkeur van 35 tot 65 gew. %, bij meer voorkeur van 40 tot 60 gew. %, van ten minste één stearine fractie van een laurisch vet component, die bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in gesmolten vorm is, en
    b) 70 tot 30 gew. %, bij voorkeur van 65 tot 35 gew. %, bij meer voorkeur van 60 tot 40 gew. %, van tenminste één gefractioneerd niet-laurisch vet component, die bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in gesmolten vorm is, en
    2018/5649
    BE2018/5649
    c) 5 tot 25 gew. %, bij voorkeur van 8 tot 20 gew. %, van tenminste één omgeësterd vet component.
  23. 23. Het gebruik van de glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-17 of 19-21 voor de productie van eetbare producten.
  24. 24. Een eetbaar product omvattende de glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-17 of 19-21.
  25. 25. Het eetbaar product volgens conclusie 24, waarbij het eetbaar product gekozen is uit de groep die bestaat uit confiserie vullingen, confiserie crèmes, koffiemelkproducten, couvertures, toffees, consumptie ijs, slagroom
  26. 26. Het eetbaar product volgens conclusie 24 of 25, waarbij het eetbaar product omvat, in verhouding tot het totale gewicht van het eetbare product,
    a) 15 tot 95 gew. % aan de glyceride samenstelling volgens eender welke van conclusies 1-17 of 19-21, bij voorkeur van 20 tot 60 gew.
    %, bij meer voorkeur van 25 tot 50 gew. %, en
    b) 5 tot 85 gew. % aan een droge stof, bij voorkeur van 40 tot 80 gew. %, bij meer voorkeur van 50 tot 75 gew. %,
    c) ten hoogste 25 gew. % water, bij voorkeur ten hoogste 15 gew. %, bij meer voorkeur ten hoogste 8 gew. %.
BE2018/5649A 2017-09-22 2018-09-21 Glyceride samenstelling BE1026035B1 (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201705676 2017-09-22
EP2017/5676 2017-09-22
BE2017/5676 2017-09-22
EP18195798.6A EP3459354B1 (en) 2017-09-22 2018-09-20 Glyceride composition

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026035A1 true BE1026035A1 (nl) 2019-09-16
BE1026035B1 BE1026035B1 (nl) 2019-09-24

Family

ID=60009376

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2018/5649A BE1026035B1 (nl) 2017-09-22 2018-09-21 Glyceride samenstelling

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP3459354B1 (nl)
BE (1) BE1026035B1 (nl)
DE (1) DE202018105434U1 (nl)
DK (1) DK3459354T3 (nl)
ES (1) ES2928744T3 (nl)
PL (1) PL3459354T3 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN111374186B (zh) * 2018-12-28 2023-04-07 丰益(上海)生物技术研发中心有限公司 巧克力用油脂组合物
CN114521595A (zh) * 2020-11-23 2022-05-24 丰益(上海)生物技术研发中心有限公司 一种油脂组合物及其在巧克力中的应用
EP4294900A1 (en) * 2021-02-18 2023-12-27 Cargill, Incorporated Removal of unwanted mineral oil hydrocarbons

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1382573A (en) 1971-01-06 1975-02-05 Unilever Ltd Confectioners butter
US4208445A (en) 1973-12-04 1980-06-17 Lever Brothers Company Food fats
DE3011881A1 (de) * 1980-03-27 1981-10-01 Henkel KGaA, 4000 Düsseldorf Kokosoel-ersatzfett fuer die suesswarenindustrie
DE69204231T2 (de) 1991-07-03 1996-01-25 Unilever Nv Pralinenfüllung enthaltend ein Zusatzmittel gegen Fettbelag.
EP0532086B1 (en) 1991-09-10 1995-05-24 Unilever N.V. Non-hydrogenated coating fat
DE112005002141B4 (de) 2004-09-07 2016-04-28 Cargill Law Department Fettzusammensetzung, die im Wesentlichen keine Transfette aufweist und deren Verwendung; Zusammensetzung für Süß- bzw. Backwaren umfassend die Fettzusammensetzung, Verfahren zu ihrer Herstellung und ihre Verwendung
EP1731594A1 (en) 2005-06-09 2006-12-13 Fuji Oil Europe Non-hydrogenated fat composition and its use

Also Published As

Publication number Publication date
DE202018105434U1 (de) 2018-11-09
EP3459354A1 (en) 2019-03-27
EP3459354B1 (en) 2022-07-27
BE1026035B1 (nl) 2019-09-24
DK3459354T3 (da) 2022-10-03
ES2928744T3 (es) 2022-11-22
PL3459354T3 (pl) 2022-11-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2007213687B2 (en) Edible products with low content of saturated and trans unsaturated fats
JP4052776B2 (ja) 配合油およびこれを含む食品
BE1026035B1 (nl) Glyceride samenstelling
JP4653772B2 (ja) ソフトチョコレート用油脂組成物
EP1731594A1 (en) Non-hydrogenated fat composition and its use
US4208445A (en) Food fats
Talbot Vegetable fats
JP6173622B2 (ja) ノンテンパー型チョコレート
JP6113942B1 (ja) 油性食品
WO2019176963A1 (ja) ココアバター相溶性向上剤およびその製造方法、並びに、ノーテンパリング型チョコレート及びそれを含む食品
EP3687299B1 (en) Spreadable fat-containing food products
KR102608050B1 (ko) 지방 조성물
EP2030508A1 (en) Reduced fat content products, with low saturated and trans unsaturated fat content
JPH08231981A (ja) 油脂組成物
JP2023529830A (ja) 脂肪組成物を調製する方法
JP7156578B1 (ja) 冷菓被覆用油脂及び冷菓被覆用チョコレート類
JP2019068771A (ja) チョコレート用油脂
KR20190111096A (ko) 지방 조성물
JP7083634B2 (ja) 油性菓子
UA121115C2 (uk) Жирова композиція, спосіб її одержання та застосування, жирова суміш, що містить жирову композицію та кондитерський продукт, що містить жирову суміш
BE1024503B1 (nl) Bakstabiele vullingen
US20240164400A1 (en) Chocolate containing medium-chain-bound triglyceride
JP2017121188A (ja) 冷菓用に適したチョコレート

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20190924