BE1025346A1 - Erkersysteem en werkwijze voor het monteren van een erkersysteem - Google Patents

Abstract

Erkersysteem (1) ter montage in een opening (22) in een wand (2) van een gebouw (3), omvattende: - een vloerelement (5); - een dakelement (7); - één of meerdere zich hiertussen uitstrekkende wandelementen (6); - en twee structurele bevestigingsbeugels (8, 9), die voorzien zijn ter bevestiging aan het gebouw (3) aan weerszijden van de opening (22) en die elk - een structureel vloerlichaam (11) omvatten, waaraan het vloerelement (5) is bevestigd en dat voorzien is om in gemonteerde toestand minstens gedeeltelijk ten opzichte van de wand (2) uit te steken; - een structureel daklichaam (12) omvatten, waaraan het dakelement (7) is bevestigd en dat voorzien is om in gemonteerde toestand minstens gedeeltelijk ten opzichte van de wand (2) uit te steken; - en een structureel basislichaam (10) omvatten, dat het vloerlichaam (11) en het daklichaam (12) onderling verbindt.

Description

Deze uitvinding betreft een erkersysteem ter montage in een opening in een wand van een gebouw, om een ten opzichte van de wand uitstekende erker te vormen, omvattende:

een vloerelement;

een dakelement;

één of meerdere zich tussen het vloerelement en het dakelement uitstrekkende wandelementen;

- bevestigingsmiddelen ter bevestiging van het erkersysteem aan het gebouw.

Dergelijke erkers worden in de praktijk ter plaatse opgebouwd. Typisch worden hierbij ankers onderaan de opening aan de wand voorzien, die een vloerplaat ondersteunen of in deze vloerplaat worden opgenomen. Bovenop de vloerplaat worden dan één of meerdere opstaande wandelementen opgetrokken. Bovenaan de één of meerdere wandelementen wordt dan het dakelement aangebracht.

Dergelijke erkers kunnen hierbij allerlei vormen aannemen.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm kan dit een raampartij zijn die iets ten opzichte van de wand uitsteekt. Typisch zal een dergelijke erker zich iets verder ten opzichte van de wand uitsteken, zodat één of meerdere personen minstens gedeeltelijk op het vloerelement kunnen plaatsnemen.

Bij een boogvormige erker kan één enkel wandelement volstaan. Vaak worden dergelijke erkers ook uitgevoerd met meerhoekige grondplannen waarbij dan meerdere wandelementen worden voorzien.

Er kunnen verschillende delen van een dergelijke erker geprefabriceerd worden, maar deze dienen dan in de praktijk nog steeds ter plaatse samengesteld te worden en aan het gebouw verankerd te worden.

BE2017/5451

Het realiseren van een dergelijke erker is in de praktijk dan ook een vrij omslachtig proces.

Het doel van deze uitvinding is om te voorzien in een erkersysteem waarmee een erker veel vlotter gerealiseerd kan worden op de bouwplaats zelf. De complexe voorbereiding kan in een atelier gebeuren.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een erkersysteem ter montage in een opening in een wand van een gebouw, om een ten opzichte van de wand uitstekende erker te vormen, omvattende:

een vloerelement;

een dakelement;

één of meerdere zich tussen het vloerelement en het dakelement uitstrekkende wandelementen;

- bevestigingsmiddelen ter bevestiging van het erkersysteem aan het gebouw; waarbij de bevestigingsmiddelen:

- een eerste structurele bevestigingsbeugel omvatten, die voorzien is ter bevestiging aan het gebouw aan een eerste zijde van de opening;

- en een tweede structurele bevestigingsbeugel omvatten, die voorzien is ter bevestiging aan het gebouw aan een tweede zijde van de opening;

waarbij elke bevestigingsbeugel:

een structureel vloerlichaam, omvat, dat bevestigd is aan het vloerelement en voorzien is om in gemonteerde toestand minstens gedeeltelijk ten opzichte van de wand uit te steken;

een structureel daklichaam omvat, waaraan het dakelement is bevestigd en dat voorzien is om in gemonteerde toestand minstens gedeeltelijk ten opzichte van de wand uit te steken;

en een structureel basislichaam omvat, waaraan het structurele vloerlichaam is bevestigd en dat het structurele daklichaam onderling verbindt en zich in gemonteerde toestand minstens gedeeltelijk in de opening uitstrekt.

BE2017/5451

Een dergelijk erkersysteem volgens de uitvinding kan volledig geprefabriceerd worden, dit inclusief de wandelementen of invullingen, waarbij een stabiel geheel bekomen wordt dat als geheel eenvoudig ophijsbaar is en zo in de opening gemonteerd kan worden.

De bevestigingsbeugels verbinden het vloerelement en het dakelement en houden deze stabiel ten opzichte van elkaar. De wandelementen kunnen louter ter invulling van het geheel dienen, waarbij deze geen structurele fünctie hebben.

Doordat het basislichaam van elke bevestigingsbeugel, zich het structurele vloerlichaam en het structurele daklichaam onderling verbindt en elke bevestigingsbeugel zich dus over nagenoeg de hoogte van de erker uitstrekt, is het mogelijk om krachten van de erker op het gebouw over te brengen aan de bovenzijde van deze erker.

Dankzij het structurele daklichaam kan een dergelijk erkersysteem vlot als geheel opgetild worden vanaf de bovenzijde. Zo kan dit erkersysteem voor montage aan het gebouw vlot van bovenaf van een vrachtwagen opgetild worden en tot voor de opening gebracht worden.

Deze structurele daklichamen zorgen er ook voor dat eventuele structurele elementen zoals kolommen in de erker weggelaten kunnen worden tussen het vloerelement en het dakelement in. Zo kunnen de zijden van een dergelijke erker naast de opening over 180° vrij ingevuld worden. Zo kunnen de wandelementen bijvoorbeeld volledig uit beglazing opgebouwd worden, zodat men vanuit de opening over 180° zicht heeft op de buitenomgeving.

Met dergelijke structurele daklichamen is het ook eenvoudig mogelijk om de erker van een dakelement te voorzien dat ook mee geprefabriceerd kan worden.

Het basislichaam kan in gemonteerde toestand even ver ten opzichte van de wand uitsteken als het vloerlichaam en/of als het basislichaam. Bij voorkeur zal het basislichaam echter niet of minder ver ten opzichte van de wand uitsteken dan het vloerlichaam en het basislichaam, zodat - zoals hierboven meegegeven - de zijden

BE2017/5451 van de erker naast de opening vrij ingevuld kunnen worden. Wanneer beglazing wordt voorzien zal het basislichaam op deze manier de zichtbaarheid doorheen deze beglazing ongehinderd laten.

Om het vloerelement aan het structurele vloerlichaam te bevestigen, kan dit hier eventueel op bevestigd worden. Het structurele vloerlichaam kan ook in dit vloerelement verankerd worden.

Het structurele basis lichaam, het structurele vloerlichaam en het structurele basislichaam kunnen afzonderlijke delen van een bevestigingsbeugel vormen, maar kunnen even goed deel uitmaken van een ééndelig uitgevoerde bevestigingsbeugel.

Naast de genoemde twee structurele bevestigingsbeugels kan een erkersysteem volgens deze uitvinding in principe eventueel nog voorzien worden van één of meerdere bevestigingsbeugels of andere bevestigingsmiddelen zoals klassieke inklemmingen, die tussen de beide genoemde bevestigingsbeugels opgesteld zijn en boven en/of onderaan de opening aan het gebouw bevestigd worden. Voorkeur dragend worden echter slechts twee structurele bevestigingsbeugels voorzien. Dit laat een eenvoudigere montage toe. Bovendien is het minder eenvoudig om dergelijke bijkomende bevestigingsbeugels op een esthetische manier in te werken wanneer ook een vlotte montage wordt vooropgesteld.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het erkersysteem tussen het vloerelement, het dakelement en de bevestigingsbeugels vrij van structurele elementen uitgevoerd.

Bijkomende bevestigingen kunnen eventueel worden gebruikt om kleine bewegingen tussen de erker en de wand te verhinderen.

Een genoemd daklichaam is bij voorkeur uitgevoerd met een eerste gedeelte dat aan het basislichaam is bevestigd en met een been dat een ten opzichte van het basislichaam uitstekend structureel deel van het daklichaam vormt. Het been van een

BE2017/5451 dergelijk daklichaam is dan bij voorkeur onder een hoek ten opzichte van het basislichaam opgesteld. In een specifieke uitvoeringsvorm omvat het daklichaam een eerste been als eerste gedeelte en is het tweede, reeds genoemde been dat minstens gedeeltelijk ten opzichte van het basislichaam uitsteekt, bij voorkeur onder een hoek van dit eerste been opgesteld. Een dergelijk daklichaam kan hiertoe bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als een hoofdzakelijk L-vormige beugel.

Ook het vloerlichaam is bij voorkeur uitgevoerd met een eerste gedeelte dat aan het basislichaam is bevestigd en met een been dat een ten opzichte van het basislichaam uitstekend structureel deel van het vloerlichaam vormt. Het been van een dergelijk vloerlichaam is dan bij voorkeur onder een hoek ten opzichte van het basislichaam opgesteld. In een specifieke uitvoeringsvorm omvat het vloerlichaam een eerste been als eerste gedeelte en is het tweede, reeds genoemde been dat minstens gedeeltelijk ten opzichte van het basislichaam uitsteekt, bij voorkeur onder een hoek van dit tweede been opgesteld. Een dergelijk vloerlichaam kan hiertoe bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als een hoofdzakelijk L-vormige beugel.

In een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het basislichaam van elke bevestigingsbeugel hoofdzakelijk plaatvormig uitgevoerd.

Een gebouwgevel als wand wordt typisch opgebouwd met isolatie aan de buitenzijde van het structurele deel van deze wand en een bekledingslaag aan de buitenzijde van deze isolatie.

Een plaatvormig basislichaam dat zich over nagenoeg de hoogte van het corresponderende wandelement uitstrekt, is dun en diep uitgevoerd, waardoor de nodige stijfheid met een beperkte dikte bereikt wordt teneinde het daklichaam en het vloerlichaam solidair te houden. Het grootste vlak van dit basislichaam strekt zich dan in gemonteerde toestand dwars op de wand uit. Op deze manier is er naast het basislichaam meer plaats voor aansluiting van isolatie van de wand van het gebouw op de wandelementen van de erker. Deze wandelementen van de erker kunnen eveneens een isolerende functie toegekend worden. Koudebruggen kunnen op deze manier vermeden worden.

BE2017/5451

Met een dergelijk plaatvormig basislichaam kan ook eenvoudiger de overbrugging gemaakt worden tussen de erker en structurele elementen van de wand van het gebouw zelf.

Een dergelijk plaatvormig basislichaam kan ééndelig uitgevoerd zijn, maar kan ook meerdelig uitgevoerd zijn, waarbij dit basislichaam bijvoorbeeld ook uit meerdere lagen uitgevoerd kan zijn, waarbij één of meerdere van deze lagen bijvoorbeeld ook een isolerende fünctie kunnen hebben.

Ook een genoemd daklichaam wordt bij voorkeur plaatvormig uitgevoerd om koudebruggen zo goed mogelijk te verhinderen.

De dikte van het daklichaam is bij voorkeur dikker gekozen dan de dikte van het plaatvormige basislichaam. Door het daklichaam dikker uit te voeren dan het plaatvormige basislichaam, is het mogelijk om de nodige hoogte van het uitstekende deel van het daklichaam voor het realiseren van de nodige krachtenoverdracht te minimaliseren en koudebruggen te vermijden.

Het vloerlichaam wordt eveneens bij voorkeur plaatvormig uitgevoerd om koudebruggen zo goed mogelijk te verhinderen.

De dikte van het vloerlichaam is eveneens bij voorkeur dikker uitgevoerd dan de dikte van het plaatvormige basislichaam. Door ook het vloerlichaam dikker uit te voeren dan het plaatvormige basislichaam, is het mogelijk om de nodige hoogte van het uitstekende deel van het vloerlichaam voor het realiseren van de nodige krachtenoverdracht nog verder te minimaliseren en koudebruggen te vermijden.

Om de bevestigingsbeugels bevestigbaar aan het gebouw te voorzien, is deze bij voorkeur op een zo hoog mogelijke positie weg van het vloerelement voorzien ter bevestiging aan het gebouw. Hiertoe is bij voorkeur het daklichaam en/of het basislichaam voorzien ter bevestiging aan het gebouw.

BE2017/5451

Naar eenvoud van montage toe kan het daklichaam en/of het basislichaam hierbij bijvoorbeeld weg van het vloerelement voorzien zijn van een haakelement. Op deze manier kunnen de bevestigingsbeugels tijdens montage vlot vastgehaakt worden, dit bijvoorbeeld aan een hiertoe voorzien anker in de opening van het gebouw.

Alternatief of bijkomend kan het daklichaam en/of het basislichaam bijvoorbeeld voorzien zijn van regelbare bevestigingsmiddelen ter bevestiging van de respectievelijke bevestigingsbeugel aan het gebouw.

Elke bevestigingsbeugel is bij een erkersysteem volgens deze uitvinding bij voorkeur aan de zijde van het corresponderende opstaande wandelement opgesteld, naar de binnenzijde van de erker toe. Dit laat bijvoorbeeld eenvoudiger toe om isolatiemateriaal van de wand van het gebouw en isolerende delen van de wandelementen eenvoudig doorlopend op elkaar aansluitend op te stellen.

Verder vormt elke bevestigingsbeugel voorkeurdragend een dampscherm in gemonteerde toestand.

De bevestigingsbeugels kunnen hiertoe meer specifiek bijvoorbeeld uit gegalvaniseerd staal vervaardigd zijn.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is het daklichaam van elke bevestigingsbeugel van een erkersysteem volgens deze uitvinding voorzien om dienst te doen als steun voor een bijkomend erkersysteem dat bovenop het eerstgenoemde erkersysteem bevestigbaar is, waarbij het dakelement van het eerstgenoemde erkersysteem voorzien is om dienst te doen als vloerdeel van het bijkomende erkersysteem.

Het doel van deze uitvinding wordt verder ook bereikt door te voorzien in een samenstel van een gebouw en een erkersysteem volgens deze uitvinding zoals hierboven beschreven.

BE2017/5451

In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat een dergelijk samenstel een erkersysteem volgens deze uitvinding en een bijkomend erkersysteem, dat bovenop het eerstgenoemde erkersysteem is gemonteerd, zodat het daklichaam van elke bevestigingsbeugel van het eerstgenoemde erkersysteem dienst doet als steun van het bijkomende erkersysteem en het dakelement van het eerstgenoemde erkersysteem dienst doet als vloerdeel van het bijkomende erkersysteem.

Daarnaast wordt het doel van deze uitvinding ook bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het monteren van een erkersysteem volgens deze uitvinding in een opening in een wand van een gebouw, waarbij met behulp van hijsmiddelen het erkersysteem bovenaan de bevestigingsbeugels wordt opgetild en tot voor de opening wordt gehesen en daarna wordt bevestigd aan het gebouw.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragend erkersysteem volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van dit erkersysteem aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in

- Figuur 1 schematisch is voorgesteld hoe een erkersysteem volgens deze uitvinding, dat in deze figuur in perspectief is afgebeeld, met wandelementen schematisch voorgesteld in stippellijnen, met behulp van een kraan opgetild kan worden van een vrachtwagen;

- Figuur 2 schematisch is voorgesteld hoe het erkersysteem uit figuur 1 voor een opening in de gevel van een gebouw getild kan worden;

BE2017/5451

- Figuur 3 tot 6 het erkersysteem uit figuur 1 in perspectief is afgebeeld, waarbij telkens bijkomende wandelementen tussen het vloerelement en het plafondelement worden ingevuld;

- Figuur 7 een dwarsdoorsnede van het erkersysteem uit figuur 1 is afgebeeld, in gemonteerde toestand in de wand van het gebouw;

- Figuur 8 een deel van de dwarsdoorsnede uit figuur 7 in meer detail is afgebeeld ter hoogte van één van de bevestigingsbeugels;

- Figuur 9 een bevestigingsbeugel van het erkersysteem uit figuur 1 afzonderlijk in zijaanzicht is weergegeven;

Figuur 10 meerdere erkersystemen die boven elkaar zijn gemonteerd schematisch zijn voorgesteld.

Het afgebeelde erkersysteem (1) omvat een vloerelement (5), een dakelement (7), verschillende wandelementen (6) en twee bevestigingsbeugels (8, 9) ter bevestiging van dit erkersysteem (1) in een opening (22) in een wand (2) van een gebouw (3).

In figuur 1 wordt dit erkersysteem (1) vanaf de bovenzijde met behulp van een kraan (21) opgetild van een vrachtwagen (20). In figuur 2 wordt dit erkersysteem (1) dan met behulp van deze niet langer afgebeeld kraan (21) tot voor een opening (22) in de wand (2) van het gebouw (3) gebracht. Dit gebouw (3) is voorzien van een draagvloer (4), waarbij de opening (22) net boven deze draagvloer (4) is voorzien. Een uiteinde van deze draagvloer (4) stopt in de opening (22).

Met een eerste bevestigingsbeugel (8) wordt het erkersysteem (1) aan een eerste zijde van de opening (22) bevestigd. Met een tweede bevestigingsbeugel (9) wordt het erkersysteem (1) aan een tweede zijde van de opening (22) bevestigd. De bevestigingsbeugels (8, 9) steunen hierbij op een eerste punt (A), dat in figuur 9 schematisch is voorgesteld, af op een dragende rand van de draagvloer (4) die tot in de opening (22) komt. De bevestigingsbeugels (8, 9) kunnen hiertoe op in de bouwsector gekende manieren verankerd worden met deze rand van de draagvloer (4). Even goed zou de opening (22) ook iets boven de draagvloer (4) opgesteld

BE2017/5451 kunnen worden, waarbij ter hoogte van de wand (2) een dragende opstand bovenop deze draagvloer (4) is voorzien, waarop de bevestigingsbeugels (8, 9) bevestigd kunnen worden. Op een tweede punt (B, B’), dat eveneens schematisch is voorgesteld in figuur 9, zijn deze bevestigingsbeugels (8, 9) aan structurele delen (24) van de wand (2) bevestigd. Hiertoe kunnen op in de bouwsector gekende manieren ankers of andere bevestigingsmiddelen in de structurele delen (24) van de wand (2) of aan de opening (22) aangrenzende structurele delen van het gebouw (3) voorzien worden.

Elke bevestigingsbeugel (8, 9) is opgebouwd uit een structureel basislichaam (10), een structureel vlo er lichaam (11) en een structureel daklichaam (12) (zie figuur 9).

Het afgebeelde structurele basislichaam (10) is plaatvormig uitgevoerd en strekt zich over nagenoeg de hoogte van de wandelementen (6) uit. In voorgemonteerde toestand is dit structurele basis lichaam (10) reeds aan het aangrenzende wandelement (6) bevestigd. Dit structurele bevestigingslichaam (10) is voorzien van een haakelement (19) waarmee dit aan de structurele delen (24) van de wand (2) gehaakt kan worden in het genoemde tweede punt (B), om het erkersysteem (1) in de opening (22) te monteren. Dit haakelement (19) zou ook aan andere aan de opening (22) aangrenzende structurele delen van het gebouw (3) gehaakt kunnen worden. Alternatief of aanvullend kan het daklichaam (12) in een genoemd tweede punt (B’) bevestigd worden aan de wand (2) of aan andere aan de opening (22) aangrenzende structurele delen van het gebouw (3).

Het afgebeelde structurele vloerlichaam (11) is hoofdzakelijk L-vormig uitgevoerd. Een eerste been (13) van dit vloerlichaam (11) is aan het basislichaam (10) bevestigd. Een tweede been (14) steekt gedeeltelijk ten opzichte van het basislichaam (10) uit. Het tweede been (14) is aan het vloerelement (5) bevestigd. Het uitstekende deel (15) van dit tweede been (14) steekt in gemonteerde toestand ten opzichte van het gebouw (3) uit.

BE2017/5451

Het afgebeelde structurele daklichaam (12) is eveneens hoofdzakelijk L-vormig uitgevoerd. Een eerste been (16) van dit daklichaam (12) is aan het basislichaam (10) bevestigd. Een tweede been (17) steekt volledig ten opzichte van het basislichaam (10) uit. Dit tweede been (17) is aan het dakelement (7) bevestigd. Het uitstekende deel (18) steekt in gemonteerde toestand ook ten opzichte van het gebouw (3) uit.

Het basislichaam (10) is telkens dunner uitgevoerd dan het corresponderende vlo er lichaam (11) en ook dunner uitgevoerd dan het corresponderende daklichaam (12). Op deze manier kan de hoogte van de uitstekende delen (15, 18) van de het vloerlichaam (11) en het daklichaam (12) om de bevestigingsbeugels (8, 9) de nodige krachten te kunnen laten overdragen naar het gebouw (3) toe, geminimaliseerd worden. De bevestigingsbeugels (8, 9) zijn hoofdzakelijk plaatvormig en zijn aan de zijde van de wandelementen (6) naar de binnenzijde van de erker toe opgesteld. Op deze manier kan men, zoals te zien is in figuur 7 en 8 isolatie (25) van de wand (2) van het gebouw (3) laten aansluiten op de wandelementen (6). Het basislichaam (10) is hierbij spouw overbruggend uitgevoerd. Het basislichaam (10) van de bevestigingsbeugels (8, 9) kan dan dienst doen als dampscherm door dit basislichaam (10) uit een hiertoe geschikt materiaal zoals bijvoorbeeld gegalvaniseerd staal te vervaardigen. Bovendien kunnen de bevestigingsbeugels (8, 9) zo eenvoudig de afwerkingslaag (26) en de isolatielaag (25) van de wand (2) overbruggen en aan het structurele deel (24) van de wand (2) bevestigd worden.

Tussen de bevestigingsbeugels (8, 9), het vloerelement (5) en het dakelement (7) in is het erkersysteem (1) vrij van structurele elementen. De bevestigingsbeugels (8, 9) zijn bevestigd aan raamprofielen (23) die voorzien zijn voor het hierin vatten van bijvoorbeeld glas. De wandelementen (6) kunnen daarnaast volledig uit beglazing uitgevoerd worden, zoals te zien is in de figuren 3 tot 6. Het is uiteraard ook mogelijk om deze wandelementen (6) minstens gedeeltelijk uit andere materialen uit te voeren. Het invullen van de wandelementen (6), zoals te zien is in de figuren 3 tot 6, vindt bij voorkeur op voorhand plaats in een atelier en niet op de bouwplaats van

BE2017/5451 het gebouw (3) zelf. De bevestigingsbeugels (8, 9) laten toe de wandelementen (6) vóór transport in een op voorhand geprefabriceerde erker te plaatsen.

In figuur 10 is schematisch voorgesteld hoe men ook meerdere erkersystemen (1, 29) bovenop elkaar kan bevestigen, waarbij telkens het dakelement (7) van een onderliggend erkersysteem (1) dienst kan doen als vloerdeel (27) van een bovenliggend erkersysteem (29). Dit vloerdeel (27) kan voorzien worden van een bijkomende vloerbekleding (28). Het daklichaam (12) van elke onderliggende bevestigingsbeugel (8, 9) kan dienst doen als steun van het bovenliggende 10 erkersysteem (29). Het geheel kan dan samen opgetild worden met behulp van hijsmiddelen (21).

Claims (5)

CONCLUSIES

1. Erkersysteem (1) ter montage in een opening (22) in een wand (2) van een gebouw (3), om een ten opzichte van de wand (2) uitstekende erker te vormen, omvattende:

- een vloerelement (5);

- een dakelement (7)

- één of meerdere zich tussen het vloerelement (5) en het dakelement (7) uitstrekkende wandelementen (6);

- bevestigingsmiddelen (8, 9) ter bevestiging van het erkersysteem (1) aan het gebouw (3);

met het kenmerk dat de bevestigingsmiddelen (8, 9):

een eerste structurele bevestigingsbeugel (8) omvatten, die voorzien is ter bevestiging aan het gebouw (3) aan een eerste zijde van de opening (22);

en een tweede structurele bevestigingsbeugel (9) omvatten, die voorzien is ter bevestiging aan het gebouw (3) aan een tweede zijde van de opening (22);

waarbij elke bevestigingsbeugel (8, 9):

een structureel vloerlichaam (11) omvat, waaraan het vloerelement (5) is bevestigd en dat voorzien is om in gemonteerde toestand minstens gedeeltelijk ten opzichte van de wand (2) uit te steken;

een structureel daklichaam (12) omvat, waaraan het dakelement (7) is bevestigd en dat voorzien is om in gemonteerde toestand minstens gedeeltelijk ten opzichte van de wand (2) uit te steken;

en een structureel basis lichaam (10) omvat, dat het structurele vloerlichaam (11) en het structurele daklichaam (12) onderling verbindt en zich in gemonteerde toestand minstens gedeeltelijk in de opening (22) uitstrekt.

BE2017/5451

2. Erkersysteem (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het erkersysteem tussen het vloerelement (5), het dakelement (7) en de bevestigingsbeugels (8) vrij is van structurele elementen.

3. Erkersysteem (1) volgens één van de vorige conclusies, met het kenmerk dat het daklichaam (12) een eerste been (16) omvat dat aan het basis lichaam (10) is bevestigd en een tweede been (17) omvat dat een ten opzichte van het basis lichaam (10) uitstekend structureel deel (18) van het daklichaam (7) vormt.

4. Erkersysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het vloerlichaam (11) een eerste been (13) omvat dat aan het basislichaam (10) is bevestigd en een tweede been (14) omvat dat een ten opzichte van het basislichaam (10) uitstekend structureel deel (15) van het vloerlichaam (11) vormt.

5. Erkersysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het basislichaam (10) van elke bevestigingsbeugel (8, 9) hoofdzakelijk plaatvormig is uitgevoerd.

6. Erkersysteem (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de dikte van het daklichaam (12) dikker is dan de dikte van het plaatvormige basislichaam (10).

7. Erkersysteem (1) volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat de dikte van het vloerlichaam (11) dikker is uitgevoerd dan de dikte van het plaatvormige basis lichaam (10).

8. Erkersysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het daklichaam (12) en/of het basislichaam (10) voorzien is ter bevestiging aan het gebouw (3).

BE2017/5451

9. Erkersysteem (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk dat het basislichaam (10) weg van het vloerelement (5) voorzien is van een haakelement (19), ter bevestiging van het basislichaam (10) aan het gebouw (3).

10. Erkersysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke bevestigingsbeugel (8, 9) aan de zijde van het corresponderende opstaande wandelement (6) is opgesteld, naar de binnenzijde van de erker toe.

11. Erkersysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke bevestigingsbeugel (8, 9) in gemonteerde toestand een dampscherm vormt.

12. Erkersysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bevestigingsbeugels (8, 9) uit gegalvaniseerd staal zijn vervaardigd.

13. Erkersysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het daklichaam (12) van elke bevestigingsbeugel (8, 9) voorzien is om dienst te doen als steun voor een bijkomend erkersysteem (29) dat bovenop het eerstgenoemde erkersysteem (1) bevestigbaar is, waarbij het dakelement (7) van het eerstgenoemde erkersysteem (1) voorzien is om dienst te doen als vloerdeel (27) van het bijkomende erkersysteem (29).

14. Samenstel van een gebouw (3) en een erkersysteem (1), met het kenmerk dat het erkersysteem (1) een erkersysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies is.

15. Samenstel volgens conclusie 14, met het kenmerk dat het samenstel een erkersysteem (1) volgens conclusie 13 omvat, en een bijkomend erkersysteem (29), dat bovenop het eerstgenoemde erkersysteem (1) is gemonteerd, zodat het daklichaam (12) van elke bevestigingsbeugel (8, 9) van het

BE2017/5451 eerstgenoemde erkersysteem (1) dienst doet als steun van een het bijkomende erkersysteem (1) en het dakelement (7) van het eerstgenoemde erkersysteem (1) dienst doet als vloerdeel (27) van het soortgelijke erkersysteem (29).

5 16. Werkwijze voor het monteren van een erkersysteem (1) in een opening (22) in een wand (2) van een gebouw (3), met het kenmerk dat het erkersysteem (1) een erkersysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies is, dat met behulp van hijsmiddelen (21) het erkersysteem (1) bovenaan de bevestigingsbeugels (8, 9) wordt opgetild en tot voor de opening (22) wordt 10 gehesen en dat het erkersysteem (1) wordt bevestigd aan het gebouw (3).