NL1035234C2 - Bevestigingsprofiel voor plaatvormige balustrades. - Google Patents

Description

Bevestigingsprofiel voor plaatvormige balustrades

De uitvinding heeft betrekking op een bevestigingsprofiel voor het bevestigen van een plaatvormige balustrade aan een vloerrand van een bouwwerk, zoals bij een balkon, een trap, een vide of een bordes.

Het is in het algemeen bekend om plaatvormige elementen voor het 5 verkrijgen van balustrades aan de vloerranden van balkons of bordessen te bevestigen. Veelal wordt de keuze van de wijze van bevestigen geheel overgelaten aan de handwerksman, zoals die op de bouwplaats aanwezig is. Dat daardoor niet altijd dezelfde mate van betrouwbaarheid van de verbinding kan worden verkregen kan in sommige situaties ongewenst zijn. 10 Niet zelden worden balustrades juist aangebracht om de veiligheid van in een bouwwerk aanwezige personen tegen vallen vanaf gevaarlijke hoogtes te waarborgen.

Daarmee in overeenstemming is het een doel van de onderhavige uitvinding om minstens één van de nadelen van de stand van de techniek te 15 elimineren of te verbeteren. Het is ook een doel van de onderhavige uitvinding om alternatieve constructies te verschaffen die in vervaardiging en gebruik gemakkelijker zijn en die bovendien verhoudingsgewijs voordelig gemaakt kunnen worden. Alternatief is het een doel van de uitvinding om het publiek een op zijn minst nuttige keuzemogelijkheid te verschaffen.

20 Daartoe voorziet de uitvinding in een bevestigingsprofiel voor het bevestigen van een plaatvormige balustrade aan een vloerrand van een bouwwerk, welk bevestigingsprofiel voorzien is van een basisflens, een arm en een verbindingsdeel tussen de basisflens en de arm, zodanig dat tussen de arm en de basisflens een U-vormige opnameruimte begrenst wordt voor 25 het opnemen van een plaatvormig balustrade element, waarbij de basisflens met een deel ervan zich uitstrekt voorbij een van de U-vormige opnameruimte afgekeerde zijde van het verbindingsdeel en waarbij dit deel 1035234 2 van de basisflens is voorzien van onderling parallelle, op afstand van elkaar geplaatste eerste en tweede ribben, die zich uitstrekken vanaf een naar de arm gekeerde zijde van de basisflens in de richting van een denkbeeldig verlengde van een door de arm gedefinieerd buitenvlak van het 5 bevestigingsprofiel. Een dergelijke uitvoering maakt het bevestigingsprofiel geschikt voor het aan het zicht onttrekken van bevestigingselementen en meer in het bijzonder nog door een daaraan bevestigbaar afdekprofiel.

Volgens een verder voordelig kenmerk kan bij het bevestigingsprofiel volgens de uitvinding de basisflens zijn ingericht om 10 direct tegen een vloerrand aan te worden bevestigd, waarbij desgewenst de basisflens in lengterichting voorzien kan zijn van een veelvoud bevestigingsboringen voor het opnemen van een of meer bevestigingsmiddelen. Meer speciaal kunnen die bevestigingsboringen daarbij elk voorzien zijn van schroefdraad. Hiermee wordt het mogelijk om 15 het bevestigingsprofiel middels draadeinden of dergelijke bevestigingsmiddelen vast aan een bouwwerk te verankeren. Verder kan het daarbij nog van voordeel zijn wanneer de basisflens, in het deel ervan dat zich uitstrekt voorbij het van de U-vormige opnameruimte afgekeerde zijde van het verbindingsdeel, in lengterichting is voorzien van een veelvoud 20 slobgaten. Deze slobgaten kunnen dienen voor het opnemen van ankerbouten of dergelijke. Tevens kan het daarbij van voordeel zijn als het veelvoud slobgaten een rij vormt, die zich tussen de parallelle eerste en tweede ribben bevindt. Niet alleen wordt hiermee een betere sterkte bereikt, maar wordt ook zeker gesteld dat de ankerbouten of dergelijke door een 25 afdekprofiel effectief aan het oog kunnen worden onttrokken.

Volgens een nog weer ander aspect van de uitvinding is de arm aan een van de U-vormige opnameruimte afgekeerde zijde van het verbindingsdeel voorzien is van een zich in het verlengde van de arm uitstrekkend neusstuk en is desgewenst tussen het neusstuk en de eerste 30 en/of de tweede ribbe een ruimte is uitgespaard voor het opnemen van een 3 bouwkundige afdekplaat. Hierdoor kan het bevestigingsprofiel volgens de uitvinding ook architectonisch verantwoord worden toegepast bij balkons of bordessen, waarbij aan de onderzijde een afgehangen plafond is aangebracht en waarbij een afdekplaat hierop aansluit.

5 Voor het overige kan het van voordeel zijn om de U-vormige opnameruimte nabij zijn van het verbindingsdeel afgekeerde open einde te voorzien van naar elkaar toe gerichte, tegenoverliggende opnamegroeven. In deze opnamegroeven kunnen in het voorkomende geval rubberprofielen worden opgenomen, waar tussenin een plaatvormig balustrade element, 10 zoals een glasplaat klemmend kan worden opgenomen.

Ook is het nog van voordeel wanneer het bevestigingsprofiel volgens de uitvinding in lengterichting een constante dwarsdoorsnede heeft, zodat het desgewenst door extrusie verkregen kan worden.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van de 15 bijgaande tekeningen waarin:

Figuur 1 is een dwarsdoorsnede van het balustrade-bevestigingsprofiel volgens de uitvinding;

Figuur 2 toont een eerste toepassing van het balustrade-bevestigingsprofiel volgens de uitvinding; 20 Figuur 3 toont een gedeeltelijke dwarsdoorsnede volgens de lijn III- III in figuur 2;

Figuur 4 toont het balustradeprofiel volgens de uitvinding in een tweede toepassing;

Figuur 5 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede volgens de lijn V-V in 25 figuur 4;

Figuur 6 is een derde toepassing van het balustrade-bevestigingsprofiel; en

Figuur 7 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede volgens de lijn VII-VII in figuur 6.

4

In figuur I is het balustradebevestigingsprofiel 1 volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede weergegeven. Het bevestigingsprofiel 1 heeft een langwerpig lijf 3 dat voorzien is van een basisflens 5 en een over een deel van de basisflens 5 parallel verlopende arm 7. Door middel van een 5 verbindingsdeel 9 wordt de arm 7 op een vooraf bepaalde afstand van de basisflens 5 gehouden, zodat tussen de basisflens 5, de arm 7 en het verbindingsdeel 9 een U-vormige opnameruimte 1 wordt gevormd. De U-vormige opnameruimte 11 is aan zijn open einde voorzien van naar elkaar toe gerichte eerste en tweede opnamegroeven 13, 15. De eerste en tweede 10 opnamegroeven 13, 15 kunnen desgewenst worden benut voor het opnemen van rubberprofielen (niet weergegeven maar conventioneel). Verder is de basisflens 5 langs zijn lengte voorzien van een veelvoud bevestigingsboringen 17, waarin schroefdraad is getapt. Aan een onderzijde strekt de basisflens 5 zich uit tot voorbij het verbindingsdeel 9 en is in dat 15 gedeelte voorzien van een zich langs de lengte van het bevestigingsprofiel 1 uitstrekkend veelvoud aan slobgaten 19, welke kunnen dienen voor de bevestiging van het bevestigingsprofiel 1 aan een bouwwerk of iets dergelijks. Ter weerszijden van de slobgaten 19 is het bevestigingsprofiel 1 voorzien van zich in de lengterichting daarvan uitstrekkende eerste en 20 tweede ribben 21, 23 waarmee een U-vormig afdekprofiel 25 in aangrijping kan worden gebracht voor het desgewenst afdekken van bevestigingsmiddelen waarmee het bevestigingsprofiel 1 aan een bouwwerk kan worden bevestigd. Het bevestigingsprofiel is verder nog voorzien van een zich vanaf de arm 7 naar onderen uitstrekkend neusstuk 27 voor het 25 bevorderen van de klemwerking tussen het afdekprofiel 25 en het bevestigingsprofiel. Verder heeft het neusstuk 27 een doel dat hierna nog zal worden beschreven.

Het bevestigingsprofiel 1 volgens de uitvinding biedt een aantal toepassingsmogelijkheden die hiernavolgend zullen worden beschreven.

5

Een eerste toepassingsmogelijkheid is getoond in de figuren 2 en 3. Figuur 2 toont een deel van een balkon of een bordes 31, aan een voorrand waarvan het bevestigingsprofiel 1 bevestigd is met behulp van ankerbouten 33, waarvan er in figuur 2 een tweetal zichtbaar zijn achter het gedeeltelijk 5 weggelaten afdekprofiel 25. Het bevestigingsprofiel 1 is in deze toepassing gebruikt voor het bevestigen van een balustrade of borstwering die gevormd wordt door een of meer glasplaten 35. Ofschoon het bevestigingsprofiel 1 volgens de uitvinding bijzonder geschikt is voor het bevestigen van glasplaten is het ook mogelijk om in plaats van glasplaten 35 ook platen uit 10 een ander materiaal toe te passen zoals staal, hout of kunststof. De bovenrand van de glasplaat of glasplaten 35 is bij voorkeur afgewerkt met een railing 37.

In figuur 3 is te zien dat in een of meer van de bevestigingsboringen 17 een draadeind 39 kan zijn aangebracht dat door 15 middel van bij behorende moeren kan zijn bevestigd aan een hoekbeugel 41 die op haar beurt weer is bevestigde in het beton van het bordes 31 met verdere ankerbouten 43. Het geheel van draadeinden 39, hoekbeugels, 41 en verdere ankerbouten 43 kan zijn weggewerkt in een op het bordes 31 aangebrachte cementeuse afwerklaag 45. Het nog zichtbare einde van de 20 ankerbouten 33 kan worden weggewerkt achter het afdekprofiel 25.

In de figuren 4 en 5 zien we een tweede toepassingsvariant van het bevestigingsprofiel 1 volgens de uitvinding. Figuur 4 toont wederom een perspectivisch deelaanzicht van een bordes 31 waaraan het bevestigingsprofiel 1 is bevestigd. Hier is het bordes 31 aan de onderzijde 25 voorzien van een afgehangen plafond 51 en is de voorzijde afgewerkt met een afdekplaat 53. De afdekplaat 53 is zoals is te zien in figuur 5 met een bovenrand opgenomen in de vrije ruimte tussen het neusstuk 27 en de eerste en tweede ribben 21, 23. Een zich onder het bordes 31 uitstrekkend deel van de afdekplaat 53 kan op conventionele wijze zijn vastgemaakt aan 30 een hoeksteun 55. Overeenkomstig de uitvoering van figuur 2 en 3 draagt 6 het bevestigingsprofiel zoals in de figuren 4 en 5 weergegeven, weer een glasplaat balustrade 35, die langs de bovenrand weer kan zijn afgewerkt met een railing 37. De bevestiging van het bevestigingsprofiel 1 is weer uitgevoerd met ankerbouten 33 en 43. Hoekbeugels 41 en draadeinden 39 5 kunnen daarbij weer zijn weggewerkt in een afwerklaat 45.

Figuur 6 en 7 tonen een derde toepassingsvariant van de uitvinding. Hier is een bevestigingsprofiel IA geïntegreerd in, bijvoorbeeld, een voorgefabriceerd balkon- of galerijelement 61. Het in deze toepassingsvariant gebruikte bevestigingsprofiel IA is licht gewijzigd ten 10 opzichte van het hiervoor beschreven bevestigingsprofiel. In de basisflens 5A van het bevestigingsprofiel IA zijn geen bevestigingsboringen of slobgaten aangebracht zodat deze basisflens 5A met een ononderbroken oppervlak naar de zichtzijde kan zijn gekeerd. Daarentegen zijn bij het bevestigingsprofiel IA eerste en tweede verankeringsorganen 63, 65 15 bevestigd aan de arm 7A. Deze verankeringsorganen 63, 65 dragen bij aan een goede hechting met het beton van het balkon- of galerijelement. De arm 7A kan daartoe zijn voorzien van bevestigingsboringen die van schroefdraad zijn voorzien. De verankeringelementen 63, 65 kunnen dan voorzien zijn van schroefdraad op hun naar de arm 7A gerichte uiteinden en kunnen 20 tegen losdraaien worden geborgd met moeren 67. Ook in deze uitvoeringsvariant kan in het bevestigingsprofiel 1 weer een glasplaat 35 worden opgenomen die langs de bovenrand weer voorzien is van een railing 37. Facultatief kunnen verder ook nog de eerste en tweede ribben op het onderste deel van de basisflens 5 worden weggelaten of worden weggefreesd. 25 Verondersteld wordt dat de constructie en de werking van de onderhavige uitvinding uit de voorafgaande beschrijving duidelijk blijken. De uitvinding is niet beperkt tot om het even welke hierin beschreven uitvoeringsvorm en, binnen het vermogen van de vakman, zijn er wijzigingen mogelijk die binnen de omvang van de bescherming geacht 30 moeten worden te liggen. Alle kinematische omkeringen worden eveneens 7 geacht binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding te zijn begrepen. Uitdrukkingen, zoals “bestaande uit”, wanneer gebruikt in deze beschrijving of de bijgaande conclusies, moeten niet als een uitputtende opsomming, maar eerder in een inclusieve betekenis, worden opgevat.

5 Uitdrukkingen zoals: "middel voor..." moeten worden gelezen als: "component gevormd voor..." of "element geconstrueerd om..." en dienen te worden opgevat alle equivalenten voor de beschreven constructies mede te omvatten. Uitdrukkingen als: "kritisch", "voordelig", "gewenst" enz., zijn niet bedoeld om de uitvinding te beperken. Bovendien kunnen ook 10 eigenschappen die niet specifiek of uitdrukkelijk worden beschreven of vereist zijn in de constructie volgens de onderhavige uitvinding worden begrepen zonder dat wordt afgeweken van de beschermingsomvang.

1035234

Claims (12)

1. Bevestigingsprofiel voor het bevestigen van een plaatvormige balustrade aan een vloerrand van een bouwwerk, welk bevestigingsprofiel voorzien is van een basisflens, een arm en een verbindingsdeel tussen de basisflens en de arm, zodanig dat tussen de arm en de basisflens een U- 5 vormige opnameruimte begrenst wordt voor het opnemen van een plaatvormig balustrade element, waarbij de basisflens met een deel ervan zich uitstrekt voorbij een van de U-vormige opnameruimte afgekeerde zijde van het verbindingsdeel en waarbij dit deel van de basisflens is voorzien van onderling parallelle, op afstand van elkaar geplaatste eerste en tweede 10 ribben, die zich uitstrekken vanaf een naar de arm gekeerde zijde van de basisflens in de richting van een denkbeeldig verlengde van een door de arm gedefinieerd buitenvlak van het bevestigingsprofiel.

2. Bevestigingsprofiel volgens conclusie 1, waarbij de eerste en 15 tweede ribben zijn ingericht voor het vasthouden van een daaraan bevestigbaar afdekprofiel.

3. Bevestigingsprofiel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de basisflens is ingericht om direct aan een vloerrand te worden bevestigd. 20

4. Bevestigingsprofiel volgens conclusie 3, waarbij de basisflens in lengterichting voorzien is van een veelvoud bevestigingsboringen voor het opnemen van een of meer bevestigingsmiddelen.

5. Bevestigingsprofiel volgens conclusie 4, waarbij de bevestigingsboringen elk voorzien zijn van schroefdraad. 1035234

6. Bevestigingsprofiel volgens conclusie 3, 4 of 5, waarbij de basisflens, in het deel ervan dat zich uitstrekt voorbij het van de U-vormige opnameruimte afgekeerde zijde van het verbindingsdeel, in lengterichting is voorzien van een veelvoud slobgaten. 5

7. Bevestigingsprofiel volgens conclusie 6, waarbij de veelvoud slobgaten een rij vormt, die zich tussen de parallelle eerste en tweede ribben bevindt.

8. Bevestigingsprofiel volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de arm aan een van de U-vormige opnameruimte afgekeerde zijde van het verbindingsdeel voorzien is van een zich in het verlengde van de arm uitstrekkend neusstuk.

9. Bevestigingsprofiel volgens conclusie 8, waarbij tussen het neusstuk en de eerste en/of de tweede ribbe een ruimte is uitgespaard voor het opnemen van een bouwkundige afdekplaat.

10. Bevestigingsprofiel volgens een van de voorafgaande conclusies, 20 waarbij de U-vormige opnameruimte nabij zijn van het verbindingsdeel afgekeerde open einde voorzien is van naar elkaar toe gerichte, tegenoverliggende opnamegroeven.

11. Bevestigingsprofiel volgens een van de voorafgaande conclusies, 25 waarbij het bevestigingsprofiel in lengterichting een constante dwarsdoorsnede heeft en door extrusie verkregen kan worden.

12. Bevestigingsprofiel volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij het bevestigingsprofïel, in al dan niet gemodificeerde vorm, is geïntegreerd in een voorgefabriceerd betonnen bouwelement. 1 03 5 23 A