BE1024949B1 - Schuifdaksysteem - Google Patents

Abstract

Schuifdaksysteem voor een laadruimte, met twee draagprofielen heeft die zich aan weerszijden van de laadruimte uitstrekken, waarbij meerdere dwarsbalken voorzien zijn van eindelementen compatibel met de draagprofielen om zich aan weerszijden over een rand van het draagprofiel uit te strekken en om in de langsrichting van de laadruimte beweegbaar te zijn, waarbij elk eindelement aan zijn bovenzijde een bevestigingszone vertoont, waarbij het schuifdaksysteem een dakzeil bevat met een gewicht van minimum 750g/m2, welk dakzeil een breedte heeft die kleiner is dan de breedte van het schuifdaksysteem en zich in de breedterichting uitstrekt tussen overstaande bevestigingszones van de eindelementen, om daarmee verbonden te zijn, waarbij het dakzeil aan weerszijden voorzien is van een flap die doorlopend over de lengte van het dakzeil met de bovenzijde van het dakzeil verbonden is, welke flap zich uitstrekt over de rand van het draagprofiel en verbonden is met een opstaande zijde van de eindelementen.

Description

(30) Voorrangsgegevens :

(73) Houder(s) :

VERSUS INVEST BVBA 3660, OPGLABBEEK België (72) Uitvinder(s) :

ROGIERS Erik Ronny Felix

3850 KOZEN

België (54) Schuifdaksysteem (57) Schuifdaksysteem voor een laadruimte, met twee draagprofielen heeft die zieh aan weerszijden van de laadruimte uitstrekken, waarbij meerdere dwarsbalken voorzien zijn van eindelementen compatibel met de draagprofielen om zieh aan weerszijden over een rand van het draagprofiel uit te strekken en om in de langsrichting van de laadruimte beweegbaar te zijn, waarbij elk eindelement aan zijn bovenzijde een bevestigingszone vertoont, waarbij het schuifdaksysteem een dakzeil bevat met een gewicht van minimum 750g/m2, welk dakzeil een breedte heeft die kleiner is dan de breedte van het schuifdaksysteem en zieh in de breedterichting uitstrekt tussen overstaande bevestigingszones van de eindelementen, om daarmee verbonden te zijn, waarbij het dakzeil aan weerszijden voorzien is van een flap die doorlopend over de lengte van het

dakzeil met de bovenzijde van het dakzeil verbonden is, welke flap zieh uitstrekt over de rand van het draagprofiel en verbonden is met een opstaande zijde van de eindelementen.

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Publicatienummer: 1024949 Nummer van indiening: BE2017/5048

Internationale classificatie: B60J 7/06 Datum van verlening: 29/08/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 26/01/2017.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeid in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

VERSUS INVEST BVBA, Nijverheidslaan 1527a, 3660 OPGLABBEEK België;

vertegenwoordigd door

PHILIPPAERTS Yannick, Meir 24 bus 17, 2000, ANTWERPEN;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoais bedoeid in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Schuifdaksysteem.

UITVINDER(S):

ROGIERS Erik Ronny Felix, Zwarteindestraat 78, 3850, KOZEN;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 29/08/2018,

Bij bijzondere machtiging:

2017/5048

BE2017/5048

Schuifdaksysteem

De huidige uitvinding heeft betrekking op een schuifdaksysteem voor een laadruimte, waarbij het schuifdaksysteem twee draagprofielen heeft die zieh aan weerszijden van de laadruimte uitstrekken, waarbij meerdere dwarsbalken voorzien zijn van eindelementen die compatibel zijn met de draagbalken om zieh aan weerszijden over een rand van het draagprofiel uit te strekken en om in de langsrichting van de laadruimte beweegbaar te zijn.

Dergelijke schuifdaksystemen zijn bekend en worden typisch voorzien op trailers voor vrachtwagens, maar ook op wagons voor treinen, op aanhangwagens, of op een opbouwsysteem voor een vaste laadruimte op een vrachtwagen. Een schuifdaksysteem laat toe het dak af te sluiten door middel van een dakzeil, waarbij het dakzeil kan geopend worden door het naar één eind van de laadruimte te schuiven. Dit laat een gebruiker toe om de laadruimte te laden en/of te lossen tangs boven. Het daksysteem laat namelijk toe om het dak naar één eind van de laadruimte te schuiven zodat een noemenswaardig deel van de bovenkant van de laadruimte vrij is van dakelementen. Dit biedt een toegang voor het laden en lossen van bovenaf.

Bij het ontwerpen van een schuifdaksysteem moet steeds een even wicht gevonden worden tussen kostprijs en sterkte, waarbij het schuifdaksysteem in de gesloten toestand de bovenzijde van de laadruimte hoofdzakelijk waterdicht kan afsluiten en waarbij de bovenzijde van de laadruimte minstens gedeelteiijk vrij gemaakt kan worden van dakelementen door het schuifdaksysteem te openen. In het bijzonder voor zogenaamde XL trailers, dit zijn trailers die aan de norm EN12642 code XL voldoen, is sterkte van het schuifdaksysteem een belangrijk aspect.

Een XL trailer is een trailer die voldoende sterk vervaardigd is om op een vooraf bepaalde wijze geladen te worden, zonder dat de lading in de laadruimte vastgezet moet worden.

In een XL trailer zorgen de constructie-elementen van de trailer, waaronder ook het schuifdaksysteem, voor de ladingszekerheid. Een schuifdaksysteem voor een XL trailer moet volgens de hierboven geciteerde norm vooraf bepaalde sterkte-eigenschappen hebben. In de praktijk zal een traditioneel schuifdaksysteem moeten verstevigd worden in de lengterichting van de laadruimte, in de dwarsrichting van de laadruimte, en in de diagonale richting van de laadruimte. In de praktijk kunnen extra verstevigingselementen zoals kabels, trekbanden en andere elementen toegevoegd worden om het schuifdaksysteem te verstevigen. Met name kabels die zieh diagonaal over het dak uitstrekken, vormen een probleem wanneer het dak geopend wordt. De kabels ontspannen, gaan naar beneden hangen en vormen een obstructie voor het laden van de laadruimte.

EP 2 001 694 beschrijft een versterkt materiaal en dakstabilisatiesysteem voor XL trailers. In de markt zijn deze dakzeilen bekend als carapax. In een carapax dakzeil zijn meerdere

2017/5048

BE2017/5048 verstevigingselementen vast voorzien in het zeil om zieh uit te strekken in een diagonaalrichting van het schuifdaksysteem tussen bevestigingspunten aan weerszijden van de laadruimte, zodat het carapax dakzeil een ingebouwde diagonale versteviging heeft. Doordat de diagonale versteviging in het zeil zit, zijn externe verstevigingselementen zoals staalkabels die zieh diagonaal uitstrekken over het schuifdaksysteem overbodig. Een nadeef van een schuifdaksysteem met een carapax dakzeif is de kostprijs.

Het is een doel van de uitvinding om een schuifdaksysteem te voorzien met hoge sterkte en met een lagere kostprijs en met een hogere gebruiksvriendelijkheid.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een schuifdaksysteem voor een faadruimte, fO waarbij het schuifdaksysteem twee draagprofiefen heeft die zieh aan weerszijden van de laadruimte uitstrekken, waarbij meerdere dwarsbalken voorzien zijn van eindelementen die compatibel zijn met de draagprofielen om zieh aan weerszijden over een rand van het draagprofiel uit te strekken en om in de langsrichting van de laadruimte beweegbaar te zijn, waarbij elk eindelement aan zijn bovenzijde een bevestigingszone vertoont, en waarbij het schuifdaksysteem f5 een dakzeif bevat met een gewicht van minimum 750g/m2, welk dakzeil een breedte heeft die kleiner is dan of gefijk is aan de breedte van het schuifdaksysteem en zieh in de breedterichting uitstrekt tussen overstaande bevestigingszones van de eindelementen, om daarmee verbonden te zijn, waarbij het dakzeil aan weerszijden voorzien is van een flap die doorlopend over de lengte van het dakzeil met de bovenzijde van het dakzeil verbonden is, welke flap zieh uitstrekt over de rand van het draagprofiel en verbonden is met een opstaande zijde van de eindelementen.

De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat wanneer het dakzeil een voldoende hoog gewicht heeft, de sterktenormen gehaald worden. Een dergelijk dakzeil is typisch robuuster en/of heeft typisch een sterkere structuur dan een conventioneel dakzeil. Een nadeel van het gebruik van een dakzeil met een voldoende hoog gewicht, is dat een dergelijke dakzeil een hoge weerstand heeft tegen vervorming. Om het schuifdaksysteem te openen, wordt het dakzeil in harmonica gevormd. Conventioneel strekt het dakzeil zieh uit over de rand van het dak, om verbonden te zijn met een opstaande zijde van de eindelementen van de draagbalken. Dit zorgt ervoor dat water van het dak afgeleid wordt tot over de rand van het dak. Met name bij het openen en sluiten van het schuifdaksysteem zal het dakzeil ter plaatse van de verbinding met de opstaande zijde van de eindelementen noemenswaardig vervormen. Een dakzeil met een eigen gewicht voigens de uitvinding laat een dergelijke vervorming niet toe, of biedt ten minste een hoge weerstand tegen een dergelijke vervorming. Daarom heeft het dakzeil voigens de uitvinding een breedte die kleiner is dan of gelijk is aan de breedte van het schuifdaksysteem, en strekt het zieh uit tussen overstaande bevestigingszones van de eindelementen. Het dakzeil met het hoge eigen gewicht zal daarom enkel een harmonicavervorming moeten ondergaan wanneer het dakzeil

2017/5048

BE2017/5048 geopend en gesloten wordt. Om water correct af te leiden van het dak naar een zijkant van de laadruimte, is het dakzeil aan weerszijden voorzien van een flap die doorlopend over de lengte van het dakzeil met de bovenzijde van het dakzeil verbonden is, en waarbij de flap zieh uitstrekt over de rand van het draagprofiel en verbonden is met de opstaande zijde van de eindelementen. De flap zal daarmee het water van het dakzeil tot over de rand van de laadruimte geleiden, zodat het dak voldoende waterdicht is. De vervormingen die optreden ter plaatse van de eindelementen, zullen in de flap optreden. Daarbij is de flap voorzien om deze vervormingen met noemenswaardig minder weerstand toe te laten dan het dakzeil, zodat openen en sluiten gemakkelijk is.

Door de verschillende keuzes die gemaakt zijn in de uitvinding kan een 10 schuifdaksysteem bekomen worden met een voldoende hoge sterkte. Deze sterkte is het gevolg van het dakzeil met een gewicht van minimaal 750 g/m², hetgeen voor dakzeilen beschouwd wordt als een hoog gewicht. Door het hoge gewicht heeft het dakzeil een grote sterkte, zonder dat daarbij extra verstevigingen in of aan het dakzeil moeten voorzien worden zoals in het carapax dakzeil of zoals bij het dakzeil met diagonale kabels. Het dakzeil is daardoor noemenswaardig goedkoper.

Door het voorzien van een flap blijft de weerstand tegen het openen en sluiten van het schuifdaksysteem toch aanvaardbaar, terwijl water correct van het dak geleid wordt naar de zijkant van de laadruimte. Hierdoor wordt een schuifdaksysteem bekomen met een hoge sterkte, een beperkte kostprijs waarbij de gebruiksvriendelijkheid hoog blijft.

Bij voorkeur is het dakzeil ter plaatse van de randen voorzien van een lasband om het dakzeil ter plaatse van de randen te verstevigen. Daarbij is de lasband bij voorkeur minstens voorzien aan weerszijden van het dakzeil ter plaatse van de bevestiging van het dakzeil met de bevestigingszones. Daarbij heeft de lasband bij voorkeur een treksterkte die hoger is dan 20 kN.

Bij voorkeur is de treksterkte >23kN zoals omschreven in de XL standaard. Door de lasband te voorzien ter plaatse van de randen, wordt een versteviging in minstens de longitudinale richting van de laadruimte bekomen. Meer bepaald zal het dakzeil verstevigd worden, ter plaatse van de randen, in de longitudinale richting. Het gevolg is enerzijds dat de sterkte-eigenschappen in de lengterichting verbeterd worden, en anderzijds dat krachten die ter plaatse van de randen aangrijpen aan het dakzeil beter naar het dakzeil kunnen getransfereerd worden. Het dakzeil is ter plaatse van zijn randen verbonden met bevestigingszones van de eindelementen van de dwarsbalken. Als gevolg van deze bevestiging worden krachten en spanningen die zieh in het daksysteem bevinden overgedragen van de draagprofielen en dwarsbalken naar het dakzeil ter plaatse van de bevestigingszones. Door het voorzien van een lasband op het dakzeil ter plaatse van deze bevestigingszones, zal de kracht die overgedragen worden van en naar het dakzeil beter gedistribueerd worden in het dakzeil via de lasband. Hierdoor wordt een extra sterkteaspect toegevoegd aan het schuifdaksysteem, en wordt de weerstand tegen slijtage verder verhoogd.

2017/5048

BE2017/5048

Bij voorkeur bevat elke verbinding tussen dakzeil en bevestigingszone een montageplaatje waarbij het dakzeil tussen het montageplaatje en de bevestigingszone vastgehouden is. Het montageplaatje vermindert de kans op scheuren van het dakzeil ter plaatse van de verbinding met de eindelementen.

Bij voorkeur heeft de flap een gewicht dat lager is dan 700 g/m², meer bepaald lager dan 600 g/m². Door het lagere eigen gewicht van de flap zal de flap minder weerstand bieden tegen vervorming, zodat openen en sluiten van het schuifdaksysteem gemakkelijker is. De sterkte van het schuifdaksysteem wordt door het dakzeil gerealiseerd, terwijl de belangrijkste functie van de flap betrekking heeft op het afvoeren van water van het dak.

Bij voorkeur is het dakzeil voorzien van een verstevigingsnet dat in het dakzeil geïntegreerd is. Verder bij voorkeur heeft het verstevigingsnet bidirectionele verstevigingslijnen.

Kunststof Zeiten worden typisch voorzien van een verstevigingsnet, bijvoorbeeld bestaande uit nylondraden, om de treksterkte van het zeit te verhogen. Door het dakzeil volgens de uitvinding te voorzien met een dergelijk verstevigingsnet, wordt de sterkte verder verhoogd. Tests hebben uitgewezen dat dit, in combinatie met het eigen gewicht van het dakzeil, een voldoende hoge sterkte biedt aan het schuifdaksysteem.

Bij voorkeur heeft het dakzeil een gewicht van minimum 750 g/m², bij voorkeur van minimum 800 g/m². Door het voorzien van een hoger gewicht, wordt de sterkte van het dakzeil verder verhoogd, waardoor krachten beter opgevangen kunnen worden.

De uitvinding voorziet verder in een trailer voor een vrachtwagen, waarbij de trailer een schuifdaksysteem volgens de uitvinding bevat. Het schuifdaksysteem volgens de uitvinding biedt een sterkte die toelaat om de trailer te bouwen volgens de EN 12642 XL normering. Een dergelijke trailer heeft als voordeel dat een lading niet in de trailer moet gezekerd worden wanneer de lading volgens vooraf bepaalde regels in de trailer geplaatst wordt. Dit vereenvoudigt en versnelt noemenswaardig het laden en lossen van een dergelijke trailer. Ladingszekerheid wordt daarbij minstens gedeeitelijk verkregen door de sterkte van het schuifdaksysteem.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

In de tekening laat :

figuur 1 een trailer laat zien met een schuifdaksysteem;

figuur 2 een bovenaanzicht laat zien van een dwarsbalk en een dakzeil;

figuur 3 een doorsnede zien van een rand van een schuifdaksysteem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

2017/5048

BE2017/5048

In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwij zingscijfer toegekend.

Figuur 1 toont een trailer voor een vrachtwagen. Een trailer voor een vrachtwagen is een voorbeeid van een mobiele laadruimte 2, waarop het schuifdaksysteem 1 volgens de uitvinding toepasbaar is. De vakman zal begrijpen dat het schuifdaksysteem ook toepasbaar is op andere laadruimtes 2 zoals wagons voor treinen, aanhangwagens of vrachtwagens met een vaste laadbak.

Het schuifdaksysteem 1 heeft twee draagprofielen 3 die zieh uitstrekken in de lengterichting van de laadruimte 2. De afstand tussen de draagprofielen 3 is hoofdzakelijk bepalend voor de breedte van de laadruimte 2. Ter plaatse van een voorzijde en een achterzijde van de laadruimte 2 is een dwarsprofiel voorzien dat vast gepositioneerd is zodat de lengte van de laadruimte 2 bepaald is. De draagprofielen 3 vormen samen met de dwarsprofielen een frame van het schuifdaksysteem 1. De vaste dwarsprofielen ter plaatse van de voorzijde en de achterzijde van de laadruimte 2 worden op bekende wijze gebruikt om het schuifdaksysteem 1 te monteren en te laten werken. Omdat de dwarsprofielen bekend zijn en op bekende wijze toegepast worden op het schuifdaksysteem 1 volgens de uitvinding worden de dwarsprofielen niet verder beschreven in deze beschrijving.

Over de lengte van de laadruimte 2 strekken zieh meerdere dwarsbalken 4 uit. In figuur 1 is één dwarsbalk 4 getoond, en de vakman zal begrijpen dat overige dwarsbalken 4 zieh bevinden onder het dakzeil 7 en daarom niet zichtbaar zijn in figuur 1. Elke dwarsbalk 4 heeft twee eindelementen 5, en is via de eindelementen 5 verbonden met de draagprofielen 3. De eindelementen 5 en de draagprofielen 3 zijn compatibel zodat de dwarsbalken 4 in de lengterichting 6 van de laadruimte 2 verplaatsbaar zijn. Dit principe is bekend en wordt op bekende wijze toegepast in het schuifdaksysteem 1 van de uitvinding. De dwarsbalken 4 zijn verbonden met het dakzeil 7.

Door het in de langsrichting 6 van de laadruimte 2 bewegen van de dwarsbalken 4 kan het dakzeil 7 naar één eind van de laadruimte 2 bewogen worden, zoals getoond is in figuur 1.

Hierdoor wordt het dak van de laadruimte 2 minstens gedeeltelijk geopend. Via een tegengestelde beweging kan het dak van de laadruimte 2 gesloten worden. Figuur 1 toont daarmee de basiselementen uit een traditioneel schuifdaksysteem 1. Het schuifdaksysteem uit figuur 1 kan op traditionele, conventionele wijze gebouwd worden. Om een schuifdaksysteem 1 met verbeterde sterkte-eigenschappen te bekomen, zoals vereist is voor XL trailers, kan het schuifdaksysteem 1 vervaardigd worden volgens de uitvinding die hieronder toegelicht is aan de hand van de verdere figuren.

2017/5048

BE2017/5048

Figuur 2 toont een dwarsbalk 4 in bovenaanzicht. Daarbij toont de figuur 2 de eindelementen 5. Meer bepaald toont figuur 2 de bevestigingszone 8 ter plaatse van een bovenzijde van de eindelementen 5. De bevestigingszone 8 wordt hoofdzakelijk gevormd door een nagenoeg vlak deel van de eindelementen. De bevestigingszone 8 is verder bij voorkeur gepositioneerd op een afstand van de rand van de laadruimte 2. De afstand is bij voorkeur groter dan 5cm en bij voorkeur kleiner dan 20 cm. De eindelementen 5 zijn bij voorkeur voorzien om verbonden te worden met één of twee vouwplaten. Vouwplaten zijn bekend uit EP 1 782 986, die hierin geïncorporeerd is door referentie voor het beschrijven van de verbinding tussen de eindelementen 5 en de vouwplaat. Vouwplaten worden voorzien voor het in harmonica vouwen van het dakzeil 7. Het dakzeil 7 is bij voorkeur bevestigd met de eindelementen 5 tussen twee vouwplaten.

Figuur 2 illustreert verder dat de eindelementen 5 een gedeelte hebben dat grijpt over de rand van de draagprofielen 3. Dit gedeelte is aangeduid in figuur 2 met referentiecijfer 11.

Figuur 2 toont verder het dakzeil 7 dat in figuur 2 getoond is in verhouding tot de 15 dwarsbalk 4. Daarmee illustreert figuur 2 dat het dakzeil 7 een breedte 12 heeft die kleiner is dan of gelijk is aan de totale lengte van de dwarsbalk 4. Daarbij is de lengte van de dwarsbalk 4 gedefinieerd als de afstand tussen de distale einden van de eindelementen 5 van de dwarsbalk 4.

Met andere woorden is het dakzeil 7 te smal om zieh over de randen van de dwarsbalken uit te strekken.

Verder illustreert figuur 2 dat het dakzeil 7 een lasband 9 heeft ter plaatse van zijn longitudinale randen. Bij voorkeur is de lasband 9 voorzien ter plaatse van alle longitudinale randen van het dakzeil 7. De lasband 9 is minstens voorzien ter plaatse van de randen van het dakzeil 7 waarmee het dakzeil 7 verbonden wordt met de eindelementen 5. Een lasband is gedefinieerd als een band met een treksterkte die hoger is dan de treksterkte van het dakzeil 7, welke band aangepast is om over nagenoeg zijn gehele oppervlakte verbonden te worden met het dakzeil 7. Deze verbinding is typisch een lijmverbinding of een verbinding door het samensmelten van het dakzeilmateriaal en het lasbandmateriaal. Omdat in de praktijk bij het verlijmen of versmelten typisch wärmte gebruikt wordt, wordt deze band een lasband genoemd. Daarbij wordt opgemerkt dat de lasband zoals hierboven gedefinieerd in eerste instantie niet beperkt is tot een band die door middel van wärmte met het dakzeil 7 verbonden wordt. Elke band die hoofdzakelijk continu over zijn gehele oppervlakte, met het dakzeil 7 verbindbaar is, kan beschouwd worden als lasband 9.

Het dakzeil 7 is een zeil met een gewicht van minimum 750 g/m², bij voorkeur minimum 800 g/m², meer bij voorkeur minimum 850 g/m². Tests werden uitgevoerd met een dakzeil met een gewicht van ongeveer 880 g/m². Een dakzeil met een dergelijk gewicht wordt

2017/5048

BE2017/5048 beschouwd als een ‘zwaar’ dakzeil voor mobiele laadruimtes. Een typisch dakzeil heeft een gewicht van rond de 650g/m². Daarbij is het dakzeil 7 bij voorkeur voorzien van een verstevigingsnet 10. Het verstevigingsnet 10 heeft verstevigingslijnen in twee richtingen. Figuur 2 toont dat deze twee richtingen georiënteerd zijn in diagonaalrichtingen van de laadruimte 2. De verstevigingslijnen in het verstevigingsnet verhogen de treksterkte van het dakzeil 7 in de richting van de verstevigingslijnen. Door het oriënteren van de verstevigingslijnen in de diagonaalrichtingen van de laadruimte, zal de weerstand tegen vervorming in de diagonaalrichting gemakkelijker kunnen opgevangen worden door het dakzeil 7. Zoais hierboven uitgelegd, bevat het dakzeil in de lengterichting 6 van de laadruimte twee lasbanden 9, minstens ter plaatse van de randen van het dakzeil 7.

Bij voorkeur is het dakzeil 7 verder voorzien, ter plaatse van elke dwarsbalk 4, van een lasband die zieh dwars uitstrekt over het dakzeil 7. Laatstgenoemde lasband die zieh dwars uitstrekt ter plaatse van de dwarsbalk 4 is voorzien om het dakzeil 7 te verbinden met de dwarsbalk 4, bijvoorbeeld door het voorzien van meerdere verbindingslussen tussen de lasband en het dakzeil

7, welke verbindingslussen rond de dwarsbalk 4 kunnen grijpen. Dergelijke verbindingslussen zijn bekend en worden daarom niet verder in detail besproken of getoond.

Omdat de breedte 12 van het dakzeil 7 kleiner is dan of gelijk is aan de lengte van de dwarsbalken 4, strekt het dakzeil 7 zieh niet uit over de randen van de eindelementen 5.

Wanneer het schuifdaksysteem 1 geopend of gesloten wordt, zal het dakzeil 7 in harmonica vouwen, zoais getoond is in figuur 1. Omdat het dakzeil zieh ter plaatse van de rand van de laadruimte 2 niet uitstrekt over de rand, zullen geen extra en/of complexe vouwen of bewegingen nodig zijn van het dakzeil om het dakzeil in harmonica te vouwen. Dit maakt het mogelijk om het schuifdaksysteem 1 te voorzien van ‘zwaar’ dakzeil 7. Gebruik makend van het ‘zware’ dakzeil, in combinatie met de lasbanden 9 die zieh minstens in de lengterichting en bij voorkeur ook in de dwarsrichting van de laadruimte 2 uitstrekken, kan een schuifdaksysteem bekomen worden met een verhoogde sterkte. Dit maakt mogelijk een XL trailer te bouwen zonder dat het dakzeil een carapax dakzeil moet zijn en zonder dat externe verstevigingselementen zoais kabels moeten worden voorzien.

Figuur 3 toont een doorsnede van het dakzeil 7 en van de dwarsbalk 4 ter plaatse van een eindelement 5. Daarmee illustreert figuur 3 hoe het schuifdaksysteem 1 hoofdzakelijk waterdicht kan vervaardigd worden. Verder illustreert figuur 3 hoe een stevige verbinding gerealiseerd wordt tussen het dakzeil 7 en het eindelement 5.

Het dakzeil 7 is ter plaatse van zijn rand voorzien van een lasband 9, zoais hierboven beschreven is. Ter plaatse van deze lasband 9 wordt het dakzeil 7 verbonden met het eindelement 5. In figuur 3 is een uitvoeringsvorm getoond waarbij een bevestigingspen 14

2017/5048

BE2017/5048 doorheen het dakzeil 7, de lasband 9 en het eindelement 5 gebracht wordt. De bevestigingspen 14 is bij voorkeur een klinknagel, gelijksoortig of gelijkwaardig verbindingselement.

Figuur 3 toont verder hoe een montageplaatje 13 voorzien wordt boven het dakzeil en de lasband 9, zodat het dakzeil 7 en de lasband 9 gevangen worden tussen het montageplaatje

13 en het eindelement 5 wanneer de bevestigingspen vastgezet wordt. In figuur 3 is de lasband 9 voorzien aan een bovenzijde van het dakzeil 7, echter de vakman zal begrijpen dat de lasband 9 ook aan een onderzijde van het dakzeil 7 kan voorzien worden. Het montageplaatje 13 is bij voorkeur een metalen plaatje. In figuur 3 is één bevestigingspen 14 getoond, echter de vakman zal begrijpen dat meerdere bevestigingspennen kunnen voorzien worden op een afstand van elkaar, om het dakzeil 7 met het eindelement 5 te verbinden.

Figuur 3 toont verder hoe een flap 15 voorzien is ter plaatse van de rand van de laadruimte 2 om correcte afwatering van het schuifdaksysteem 1 te faciliteren. Zonder de flap 15 zou water op het dakzeil 7 ter plaatse van de rand van het dakzeil 7, bij bevestigingszone 8, niet gedwongen worden of begeleid worden richting de buitenzijde van de zijwand van de laadruimte

2. De flap heeft als doel water dat zieh op het dakzeil 7 bevindt, ter plaatse van een rand van het dakzeil, te geleiden naar een buitenzijde van de zijwand van de laadruimte 2. Hiertoe strekt de flap 15 zieh bij voorkeur, aan weerszijde van het dakzeil, continu uit over nagenoeg de gehele lengte van de laadruimte 2. In zijn dwarsrichting strekt de flap 15 zieh uit tussen een opstaande zijde van de eindelementen 5 en het dakzeil 7. Daarmee overbrugt de flap 15 een afstand tussen de rand van het dakzeil 7 en de buitenste rand van de laadruimte 2.

De eindelementen 5 hebben ter plaatse van het deel 11 van het eindelement dat over de rand van het draagprofiel 3 grijpt één of meerdere wieltjes 18. De wieltjes 18 zijn voorzien om de beweging van de dwarsbalken 4 in de langsrichting 6 van de laadruimte 2 te vergemakkelijken. De wieltjes 18 zijn voorzien aan een binnenzijde van een opstaande wand van het eindelement 5. De flap 15 is verbonden met een buitenzijde van deze opstaande wand van het eindelement 5. In figuur 3 zijn twee bevestigingselementen 17 getoond waarmee de flap 15 verbonden is met de buitenzijde van de opstaande wand van het eindelement 5. Deze bevestigingselementen 17 zijn bijvoorbeeld klinknagels, gelijksoortige of gelijkwaardige verbindingselementen.

De verbinding tussen de flap 15 en het dakzeil 7 is bij voorkeur gerealiseerd door een lijm- of las verbinding die zieh continu in de langsrichting van het dakzeil uitstrekt over nagenoeg de volledige lengte van het dakzeil 7. Verder bij voorkeur is de verbinding 16 gepositioneerd aan een binnenzijde van de lasband 9 en aan een bovenzijde van het dakzeil 7 zodanig dat de flap 15 zieh over de bevestigingszone 8 uitstrekt. Daarmee dekt de flap de

2017/5048

BE2017/5048 bevestigingszone 8 af. Deze afdekking zorgt enerzijds voor een afscherming tegen weersinvloeden en anderzijds voor een barrière tegen inbrekers.

De flap 15 is vervaardigd uit een materiaal dat noemenswaardig lichter is, en daardoor noemens waardig buigzamer dan het dakzeil 7. Hierdoor kan het schuifdaksysteem 1 gemakkelijk geopend en gesloten worden. Daarbij zorgt het dakzeil 7 voornamelijk voor de sterkte van het schuifdaksysteem, terwijl de flap 15 voornamelijk voor de waterdichtheid ter plaatse van de randen zorgt.

Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden. Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, aisook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten. De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.

2017/5048

BE2017/5048

Claims (10)

1. Conclusies

   1. Schuifdaksysteem voor een laadruimte, waarbij het schuifdaksysteem twee draagprofielen heeft die zieh aan weerszijden van de laadruimte uitstrekken, waarbij meerdere dwarsbalken voorzien zijn van eindelementen die compatibel zijn met de draagprofielen om zieh aan weerszijden over een rand van het draagprofiel uit te strekken en om in de langsrichting van de laadruimte beweegbaar te zijn, waarbij elk eindelement aan zijn bovenzijde een bevestigingszone vertoont, en waarbij het schuifdaksysteem een dakzeil bevat met een gewicht van minimum 750g/m², welk dakzeil een breedte heeft die kleiner is dan of gelijk is aan de breedte van het schuifdaksysteem en zieh in de breedterichting uitstrekt tussen overstaande bevestigingszones van de eindelementen, om daarmee verbonden te zijn, waarbij het dakzeil aan weerszijden voorzien is van een flap die doorlopend over de lengte van het dakzeil met de bovenzijde van het dakzeil verbonden is, welke flap zieh uitstrekt over de rand van het draagprofiel en verbonden is met een opstaande zijde van de eindelementen.
2. 2. Schuifdaksysteem volgens conclusie 1, waarbij het dakzeil ter plaatse van de randen voorzien is van een lasband om het dakzeil ter plaatse van de randen te verstevigen.
3. 3. Schuifdaksysteem volgens conclusie 2, waarbij de lasband minstens voorzien is aan weerszijde van het dakzeil ter plaatse van de bevestiging van het dakzeil met de bevestigingszones.
4. 4. Schuifdaksysteem volgens conclusie 2 of 3, waarbij de lasband een treksterkte heeft die hoger is dan 20kN.
5. 5. Schuifdaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elke verbinding tussen dakzeil en bevestigingszone een montageplaatje bevat waarbij het dakzeil tussen het montageplaatje en de bevestigingszone vastgehouden is.
6. 6. Schuifdaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de flap een gewicht heeft dat later is dan 700g/m².
7. 7. Schuifdaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het dekzeil voorzien is van een verstevigingsnet dat in het dakzeil geïntegreerd is.
8. 8. Schuifdaksysteem volgens conclusie 7, waarbij het verstevigingsnet bidirectionele verstevigingslijnen heeft.
9. 9. Schuifdaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het dakzeil een gewicht heeft van minimum 800g/m², bij voorkeur van minimum 850g/m².
10. 10. Trailer voor een vrachtwagen, waarbij de trailer een schuifdaksysteem volgens één van de voorgaande conclusies bevat.

    s

    BE2017/5048 ί ι i

    I i I

    20 f 7/5048

    BE2017/5048

    Sehuifdaksvsteem