BE1024541A1 - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van prefab betonblokken - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van prefab betonblokken Download PDFInfo
- Publication number
- BE1024541A1 BE1024541A1 BE20165885A BE201605885A BE1024541A1 BE 1024541 A1 BE1024541 A1 BE 1024541A1 BE 20165885 A BE20165885 A BE 20165885A BE 201605885 A BE201605885 A BE 201605885A BE 1024541 A1 BE1024541 A1 BE 1024541A1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- concrete blocks
- concrete
- blocks
- mold
- mortar
- Prior art date
Links
- 239000004567 concrete Substances 0.000 title claims abstract description 337
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims abstract description 68
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 title claims abstract description 27
- 239000004570 mortar (masonry) Substances 0.000 claims abstract description 45
- 238000009434 installation Methods 0.000 claims abstract description 23
- 239000000470 constituent Substances 0.000 claims description 18
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 claims description 12
- 238000002156 mixing Methods 0.000 claims description 12
- 239000010959 steel Substances 0.000 claims description 12
- 238000001035 drying Methods 0.000 claims description 10
- 239000011178 precast concrete Substances 0.000 claims description 10
- 238000003825 pressing Methods 0.000 claims description 7
- 239000000654 additive Substances 0.000 claims description 4
- 230000000996 additive effect Effects 0.000 claims description 4
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 claims description 3
- 230000008901 benefit Effects 0.000 description 19
- 239000010410 layer Substances 0.000 description 17
- 239000003292 glue Substances 0.000 description 13
- 238000012545 processing Methods 0.000 description 8
- 238000005192 partition Methods 0.000 description 7
- 210000003811 finger Anatomy 0.000 description 6
- 239000000853 adhesive Substances 0.000 description 4
- 230000001070 adhesive effect Effects 0.000 description 4
- 230000015572 biosynthetic process Effects 0.000 description 4
- 210000004247 hand Anatomy 0.000 description 4
- 238000009413 insulation Methods 0.000 description 4
- 238000013461 design Methods 0.000 description 3
- 210000004932 little finger Anatomy 0.000 description 3
- 239000004576 sand Substances 0.000 description 3
- 238000007493 shaping process Methods 0.000 description 3
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 3
- 239000011398 Portland cement Substances 0.000 description 2
- 238000009415 formwork Methods 0.000 description 2
- 238000005304 joining Methods 0.000 description 2
- 239000000463 material Substances 0.000 description 2
- 238000003860 storage Methods 0.000 description 2
- 210000003813 thumb Anatomy 0.000 description 2
- 235000019738 Limestone Nutrition 0.000 description 1
- 239000012790 adhesive layer Substances 0.000 description 1
- 239000012615 aggregate Substances 0.000 description 1
- 230000009286 beneficial effect Effects 0.000 description 1
- 239000011449 brick Substances 0.000 description 1
- 230000001680 brushing effect Effects 0.000 description 1
- 239000004568 cement Substances 0.000 description 1
- 239000004927 clay Substances 0.000 description 1
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 1
- 238000012937 correction Methods 0.000 description 1
- 238000007599 discharging Methods 0.000 description 1
- 238000009713 electroplating Methods 0.000 description 1
- 239000008187 granular material Substances 0.000 description 1
- 230000036571 hydration Effects 0.000 description 1
- 238000006703 hydration reaction Methods 0.000 description 1
- JEIPFZHSYJVQDO-UHFFFAOYSA-N iron(III) oxide Inorganic materials O=[Fe]O[Fe]=O JEIPFZHSYJVQDO-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 239000006028 limestone Substances 0.000 description 1
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 1
- 238000003801 milling Methods 0.000 description 1
- 239000000203 mixture Substances 0.000 description 1
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 1
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 1
- 238000010422 painting Methods 0.000 description 1
- 239000002245 particle Substances 0.000 description 1
- 238000004064 recycling Methods 0.000 description 1
- 238000004381 surface treatment Methods 0.000 description 1
- 230000008961 swelling Effects 0.000 description 1
- 239000002699 waste material Substances 0.000 description 1
- 239000002023 wood Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B15/00—General arrangement or layout of plant ; Industrial outlines or plant installations
- B28B15/005—Machines using pallets co-operating with a bottomless mould; Feeding or discharging means for pallets
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B13/00—Feeding the unshaped material to moulds or apparatus for producing shaped articles; Discharging shaped articles from such moulds or apparatus
- B28B13/04—Discharging the shaped articles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G47/00—Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
- B65G47/22—Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors
- B65G47/24—Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors orientating the articles
- B65G47/248—Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors orientating the articles by turning over or inverting them
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G57/00—Stacking of articles
- B65G57/02—Stacking of articles by adding to the top of the stack
- B65G57/08—Stacking of articles by adding to the top of the stack articles being tilted or inverted prior to depositing
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Ceramic Engineering (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Devices For Post-Treatments, Processing, Supply, Discharge, And Other Processes (AREA)
Abstract
In een eerste aspect beschrijft onderhavige uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van prefab betonblokken, omvattende het bereiden van betonmortel en het vormen van de betonblokken uit de betonmortel op een draagelement, met het kenmerk dat de betonblokken worden getransporteerd naar een installatie omvattende een frame met één of meerdere klemmen, die de betonblokken vastklemt en ondersteboven keert. In een tweede aspect, betreft de uitvinding een inrichting, geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze.
Description
(71) Aanvrager(s) :
DOU-BETON 8587, SPIERE België (72) Uitvinder(s) :
DOUTERLOIGNE Jan 8587 SPIERE België (54) WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN VAN PREFAB BETONBLOKKEN (57) In een eerste aspect beschrijft onderhavige uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van prefab betonblokken, omvattende het bereiden van betonmortel en het vormen van de betonblokken uit de betonmortel op een draagelement, met het kenmerk dat de betonblokken worden getransporteerd naar een installatie omvattende een frame met één of meerdere klemmen, die de betonblokken vastklemt en ondersteboven keert. In een tweede aspect, betreft de uitvinding een inrichting, geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze.
-/0.
f h
BE2016/5885
WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN VAN PREFAB BETONBLOKKEN
TECHNISCH DOMEIN
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het vervaardigen van prefab betonblokken.
STAND DER TECHNIEK
Prefab betonblokken worden vaak gebruikt in bouwconstructies, voor zowei dragende als niet dragende wanden, kolommen en scheidingswanden. De voordelen van prefab betonblokken zijn gekend: ze zijn snel verwerkbaar, thermisch en akoestisch isolerend en ze hebben een hoge druksterkte. Ingeval de betonblokken voldoende maatvast zijn en een voldoende gladde structuur hebben, kunnen deze bovendien worden verlijmd.
Veelal zijn de betonblokken balkvormig. Ze worden gestapeld op palletten en onder deze vorm afgeleverd door de producent. Daarbij sluiten de betonblokken nauw aan, zodat er zo min mogelijk plaats wordt verloren bij de opslag en het transport van de betonblokken. Tijdens de verwerking van de betonblokken, bijvoorbeeld in een muur, wordt typisch blok na blok handmatig van de pallet gehaald. Het vastgrijpen van een individueel, balkvormig betonblok is echter niet eenvoudig, zeker indien daartoe geen ruimte is voorzien tussen aangrenzende betonblokken.
Hoile betonblokken gelden meestal als te verkiezen alternatief voor voile betonblokken: ze presteren beter op vlak van isolatie, ze zijn meestal voldoende sterk, kleiner in massa en/of groter in volume en makkelijk vast te nemen, via de gaten. Echter, diezelfde gaten kunnen de verwerking van de betonblokken bemoeilijken: het overgrote deel van de lijm/mortel die tijdens de bewerking in de holies loopt draagt niet bij tot de hechtingssterkte tussen de betonblokken en is in die zin verloren. Bovendien zijn de hiervoor geschikte lijmen meestal vrij duur en belastend voor het milieu, wat deze verspilling van lijm nog onwenselijker maakt.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor tenminste enkele van de bovenvermelde Problemen.
BE2016/5885
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
In een eerste aspect, beschrijft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van prefab betonblokken, omvattende:
het in een menginstallatie bereiden van betonmortel, door het samenvoegen en mengen van de constituenten volgens opgegeven hoeveelheden, het transporteren van betonmortel naar een vormingsmachine, opgesteld boven of rond een transportband voor vlakke draagelementen en omvattende een in verticale richting positioneerbare mal voor betonblokken en een in verticale richting positioneerbare perskop, van bovenaf schuifbaar in de mal passend, het verticaal positioneren van de mal op een draagelement en het störten van een opgegeven hoeveelheid betonmortel in de caviteit gedefinieerd door de mal en de bovenzijde van het draagelement, het verdichten van de betonmortel binnen deze caviteit, ter vorming van betonblokken, door het van bovenaf persen en trillen van de betonmortel middels de perskop, het verticaal uitduwen van de betonblokken op het draagelement, door het verticaal omhoog lichten van de mal, weg van het draagelement en over de perskop schuivend, waarbij de perskop stationair wordt gehouden, het horizontaal afvoeren van het draagelement en de betonblokken erdoor gedragen, middels transportmiddelen omvattende de transportband, het onderbrengen van het draagelement en de betonblokken erdoor gedragen, in een droogruimte van regelbare temperatuur en luchtvochtigheid en het uitharden van de betonblokken in de droogruimte,
In het bijzonder wordt, na gedeeltelijke of volledige uitharding, het draagelement met betonblokken getransporteerd naar een installatie omvattende een frame met één of meerdere klemmen, waarna deze installatie de betonblokken op het draagelement inklemt vanaf de zijkanten, omhoog licht, ondersteboven keert door een rotatie van 180° van het frame met klemmen, neerlaat en de betonblokken vervolgens ontklemt.
Deze werkwijze laat toe om de betonblokken volgens een bepaalde oriëntatie te vervaardigen, en ze vervolgens ondersteboven te keren. Toepassing van de werkwijze kan voordelig zijn in het geval van betonblokken die asymmetrisch zijn qua vorm, ten opzichte van hun horizontale doorsnede. Als typisch, niet-limitatief voorbeeld gelden betonblokken waaraan een bovenzijde en een onderzijde kan worden onderscheiden, waarbij het zo is dat de betonblokken bij voorkeur worden verwerkt (bijvoorbeeld als
BE2016/5885 plaveisel, of ingemetseld/verlijmd in een muur), met de bovenzijde ook daadwerkelijk naar boven gericht, terwijl de betonblokken bij voorkeur ondersteboven worden vervaardigd en/of ondersteboven uitharden: met de bovenzijde naar beneden gericht dus. In zulke en andere gevallen kan het voordelig zijn om bovenstaande werkwijze toe te passen.
In een tweede aspect, beschrijft de uitvinding een inrichting voor het vervaardigen van prefab betonblokken, omvattende:
een voorraad aan elk van de droge constituenten van het gebruikte type betonmortel, een menginstallatie, geschikt voor het samenvoegen en mengen van afgemeten hoeveelheden van elk van de constituenten, ter vorming van betonmortel, een vormingsmachine, opgesteld boven of rond een transportband voor vlakke draagelementen en omvattende een in verticale richting positioneerbare mal voor betonblokken en een in verticale richting positioneerbare perskop, van bovenaf schuifbaar in de mal passend, waarbij de vormingsmachine geschikt is voor het vormen van betonblokken uit betonmortel en een droogruimte, waarvan de temperatuur en luchtvochtigheid kunnen worden geregeld, en geschikt voor het stockeren en Iaten uitharden van betonblokken,
In het bijzonder omvat de inrichting bovendien een installatie, omvattende een frame met één of meerdere klemmen, geschikt voor inklemmen van een set betonblokken, het opheffen van de ingeklemde betonblokken, het ondersteboven keren, het neerlaten en vervolgens ontklemmen van de betonblokken.
Deze inrichting is dus geschikt voor het vervaardigen van betonblokken volgens een bepaalde oriëntatie, waarbij de betonblokken vervolgens worden ondersteboven gekeerd. Het gebruik van de inrichting kan voordelig zijn in het geval van betonblokken die asymmetrisch zijn van vorm, ten opzichte van hun horizontale doorsnede. Als typisch, niet-limitatief voorbeeld gelden betonblokken waaraan een bovenzijde en een onderzijde kan worden onderscheiden, waarbij het zo is dat de betonblokken bij voorkeur worden verwerkt (bijvoorbeeld als plaveisel, of ingemetseld/verlijmd in een muur), met de bovenzijde ook daadwerkelijk naar boven gericht, terwijl de betonblokken bij voorkeur ondersteboven worden vervaardigd en/of uitharden: met de bovenzijde naar beneden gericht dus. In zulke en andere gevallen kan het voordelig zijn om gebruik te maken van bovenstaande inrichting.
BE2016/5885
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur la toont een driedimensionaal perspectief van een uitvoeringsvorm van een hol betonblok, met grijpgaten aan de bovenzijde en uithollingen vanaf de onderzijde, waarbij de bovenzijde van het betonblok naar boven is gericht.
Figuur lb toont een driedimensionaal perspectief van een uitvoeringsvorm van een hol betonblok, met grijpgaten aan de bovenzijde en uithollingen vanaf de onderzijde, waarbij de onderzijde van het betonblok naar boven is gericht.
Figuur 2a toont, in driedimensionaal perspectief, een eerste fase in een uitvoeringsvorm van het omkeringsproces van de betonblokken, waarbij een frame met klemmen wordt neergelaten over een set betonblokken op een draagelement.
Figuur 2b toont, in driedimensionaal perspectief, een volgende fase in een uitvoeringsvorm van het omkeringsproces van de betonblokken, waarbij de betonblokken binnen het frame worden ingeklemd en het frame omhoog wordt gelicht.
Figuur 2c toont, in driedimensionaal perspectief, een volgende fase in een uitvoeringsvorm van het omkeringsproces van de betonblokken, waarbij het geheel van het frame en de ingeklemde betonblokken ondersteboven wordt gekeerd, door rotatie van 180°.
Figuur 2d toont, in driedimensionaal perspectief, een volgende fase in een uitvoeringsvorm van het omkeringsproces van de betonblokken, waarbij het geheel van het ondersteboven gekeerde frame en de erdoor ingeklemde betonblokken wordt neergelaten op het draagelement, de betonblokken worden ontklemt en horizontaal worden afgevoerd.
Figuur 3 toont een driedimensionaal perspectief van een uitvoeringsvorm van de betonblokken, gestapeld op een pallet.
Figuur 4 toont een driedimensionaal perspectief van een uitvoeringsvorm van een laag aansluitende betonblokken, waarbij één betonblok met twee handen wordt vastgegrepen aan het bovenste deel ervan.
BE2016/5885
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Tenzij anders gedefinieerd hebben aile termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
Een, de en het refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, een segment betekent een of meer dan een segment.
Wanneer ongeveer of rond in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergeiijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term ongeveer of rond gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen omvatten, omvattende, bestaan uit, bestaande uit, voorzien van, bevatten, bevattende, beheizen, beheizende, inhouden, inhoudende zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het eiteren van numerieke Intervallen door de eindpunten omvat alle gehele gefallen, breuken en/of reële gefallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
In een eerste aspect, betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van prefab betonblokken, omvattende:
het in een menginstallatie bereiden van betonmortel, door het samenvoegen en mengen van de constituenten volgens opgegeven hoeveelheden, het transporteren van betonmortel naar een vormingsmachine, opgesteld boven of rond een transportband voor vlakke draagelementen en omvattende een in verticale richting positioneerbare mal voor betonblokken en een in
BE2016/5885 verticale richting positioneerbare perskop, van bovenaf schuifbaar in de mal passend, het verticaal positioneren van de mal op een draagelement en het störten van een opgegeven hoeveelheid betonmortel in de caviteit gedefinieerd door de mal en de bovenzijde van het draagelement, het verdichten van de betonmortel binnen deze caviteit, ter vorming van betonblokken, door het van bovenaf persen en trillen van de betonmortel middels de perskop, het verticaal uitduwen van de betonblokken op het draagelement, door het verticaal omhoog lichten van de mal, weg van het draagelement en over de perskop schuivend, waarbij de perskop stationair wordt gehouden, het horizontaal afvoeren van het draagelement en de betonblokken erdoor gedragen, middels transportmiddelen omvattende de transportband, het onderbrengen van het draagelement en de betonblokken erdoor gedragen, in een droogruimte van regelbare temperatuur en luchtvochtigheid en het uitharden van de betonblokken in de droogruimte,
In het bijzonder worden de betonblokken, na gedeeltelijke of volledige uitharding, getransporteerd naar een installatie omvattende een frame met één of meerdere klemmen, waarna deze installatie de betonblokken op het draagelement inklemt vanaf de zijkanten, omhoog licht, ondersteboven keert door een rotatie van 180° van het frame met klemmen, neerlaat en de betonblokken vervolgens ontklemt.
Voigens een voorkeursvorm van de werkwijze, worden de droge constituenten eerst afzonderlijk samengebracht en gemengd. Pas in een tweede stap wordt er water toegevoegd. Alle constituenten worden vermengd, ter vorming van betonmortel. De toegevoegde hoeveelheid van elk van de constituenten, zowel van de droge constituenten als van de overige constituenten, wordt telkens gemeten en geregeld. Eventueel wordt het water voorafgaand op de juiste temperatuur gebracht. De droge constituenten van de betonmortel omvatten zand, Portland cement en aggregaten. Voigens een verdere voorkeursvorm, wordt Portland cement CEM I 52,5 N gebruikt, in combinatie met zeezand 0/2 en gewassen kalksteenslag 2/6 als aggregaat. Zowel het zand als het aggregaat wordt daarbij gekarakteriseerd door d[mm]/D[mm], waarbij d de minimale en D de maximale afmeting van de partikels betreft, beide uitgedrukt in millimeter.
Voigens een verdere voorkeursvorm van de werkwijze, omvatten de constituenten een polymeer toeslagstof. Dit heeft als voordeel dat de betonmortel een hogere plasticiteit
BE2016/5885 heeft en dus beter de caviteit binnen de vormgevende elementen vult. Een tweede voordeel is dat deze toeslagstof bijdraagt tot de stabiliteit en vormvastheid van pas gevormde (maar nog niet uitgeharde) betonblokken. Bij verdere voorkeur, wordt er Glenium gebruikt als toeslagstof.
Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm, omvatten de constituenten gebroken of gehele, geëxpandeerde kleikorrels als aggregaat. Het resulterend beton wordt ook wel Argexbeton genoemd. Het voordeel van een dergelijk soort beton, is dat het lichter is dan gewoon beton, dat het een verbeterde thermische isolatie en een uitstekende akoestische isolatie biedt, door de aanwezigheid van kleine holtes in het beton. Argexbetonblokken worden bij voorkeur verwerkt in niet-dragende muren/wanden, omdat ze lichter zijn en omdat de eisen wat betreft de sterkte van de betonblokken voor dit type muren/wanden minder streng zijn.
Volgens een voorkeursvorm van de werkwijze, is de samenstelling van de betonmortel zodanig dat de betonstenen hun vorm behouden, vlak na het vormen ervan. De betonstenen worden dan gevormd middels de mal en perskop, eventueel middels het trillen/persen van de betonmortel binnen de mal. Het trillen en/of persen kan de vormvastheid van de pas gegoten betonblokken in belangrijke mate bepaien. Het voordeel is nu dat het vormend element, onmiddellijk na het vormgeven van de betonblokken, kan worden weggenomen. Het kan meteen worden hergebruikt voor de vormgeving van volgende betonblokken. De betonblokken behouden dan hun vorm tot na de uitharding. Hiertoe dient de betonmortel voldoende viskeus te zijn.
Volgens een voorkeursvorm van de werkwijze, worden de betonblokken in een bepaalde oriëntatie vervaardigd en vervolgens ondersteboven gekeerd. Toepassing van de werkwijze is voordelig in het geval van betonblokken die asymmetrisch zijn qua vorm, ten opzichte van hun horizontale doorsnede. Als typisch, niet-limitatief voorbeeld gelden betonblokken waaraan een bovenzijde en een onderzijde kan worden onderscheiden, waarbij het zo is dat de betonblokken bij voorkeur worden verwerkt (bijvoorbeeld als plaveisel, of ingemetseld/verlijmd in een muur), met de bovenzijde ook daadwerkelijk naar boven gericht, terwijl de betonblokken bij voorkeur ondersteboven worden vervaardigd en/of ondersteboven uitharden: met de bovenzijde naar beneden gericht dus. In zulke en andere gevallen kan het voordelig zijn om bovenstaande werkwijze toe te passen.
Volgens een voorkeursvorm van de werkwijze, worden de betonblokken ondersteboven vervaardigd, met de bovenzijde naar beneden gericht dus. De bovenzijde is daarbij de
BE2016/5885 zijde van het betonblok, die bij voorkeur naar boven gericht is bij de verwerking van het betonblok (bijvoorbeeid in plaveisel, of in een muur). Volgens een verdere voorkeursvorm van de werkwijze, worden de betonblokken na gedeeltelijke of volledige uitharding omgekeerd, met de bovenzijde naar boven gericht dus.
De werkwijze, omvattende het ondersteboven vervaardigen van betonblokken en vervolgens het omkeren van de betonblokken, kan voordelig zijn: volgens een eerste, niet-limitatief voorbeeid, dienen de betonblokken als plaveisel, en heeft hun bovenoppervlak daarom bij voorkeur een bepaald patroon en/of een bepaalde structuur. Onderhavige uitvinding laat dan toe om de betonblokken ondersteboven te vervaardigen op draagelementen, waarvan het draagoppervlak gevormd is volgens het negatief van dat patroon en/of die structuur. Als rechtstreeks gevolg, wordt het beoogde patroon en/of de beoogde structuur voor het bovenoppervlak van de betonblokken rechtstreeks verkregen, van bij de vorming. Echter, voor de verwerking van de betonblokken als plaveisel, is het handiger dat de betonblokken afgeleverd worden, met hun bovenzijde ook effectief naar boven gericht. Het voordeel van onderhavige werkwijze is dan dat de betonblokken ondersteboven worden gevormd, en vervolgens kunnen worden omgekeerd. Volgens een tweede, niet-limitatief voorbeeid, zijn de beoogde betonblokken holle betonblokken, voor toepassing in niet-dragende wanden. De uithollingen zijn gevormd vanaf de onderzijde van elk betonblok, op zodanige manier dat het betonblok bestaat uit een horizontaal bovendeel en één of meerdere opstaande tussenwanden en/of zijwanden. Het voordeel van dergelijke betonblokken is dat ze lichter zijn, een betere isolatie bieden, en toch nog voldoende sterk zijn voor verwerking in niet-dragende wanden. De betonblokken worden bij voorkeur verwerkt in lagen, met de bovenzijde ook effectief naar boven gericht. Telkens voorafgaand aan het piaatsen van een nieuwe laag, wordt de bovenzijde van de betonblokken in de onderliggende laag voorzien van lijm en/of mortel. Deze bovenzijde is vlak, zonder uithollingen, om te vermijden dat er al te veel lijm en/of mortel zou weglopen in de genoemde openingen. In tegenstelling tot hun verwerking, verloopt het vormingsproces van dergelijke betonblokken bij voorkeur ondersteboven. Ten eerste is dit een eenvoudig procès: de bovenzijde van elk betonblok wordt gevormd op het draagoppervlak van een draagelement, waarbij de mal de opstaande zijwanden/tussenwanden en de uithollingen definieert van bovenaf. Het ondersteboven gevormd betonblok wordt vervolgens verdicht en verticaal uitgeduwd middels de perskop zoais hierboven beschreven. Ten tweede is het pas gevormde betonblok mogelijks vrij instabiel: mogelijks is het bovenste deel ervan nog niet zelfdragend en/of zijn de opstaande delen nog niet voldoende uitgehard om het bovenste deel te dragen. Het is dan voordelig om de betonblokken ondersteboven te vormen en te laten uitharden, zodat het bovenste deel ervan wordt
BE2016/5885 ondersteund door het draagoppervlak van het draagelement. Pas na gedeeltelijke of volledige uitharding, worden de betonblokken omgekeerd.
Volgens een voorkeursvorm van de werkwijze, worden de betonblokken gelijktijdig gevormd in sets van 2 tot 200 stuks, op een afzonderlijk draagelement per set. Het gelijktijdig vormgeven van een hele set van betonblokken, met behulp van één enkele mal-perskop combinatie, resulteert in een sterk verhoogde efficiëntie van het vormgevingsproces. Bij voorkeur heeft de betonmortel een zodanige viscositeit, dat de pas gevormde betonblokken hun vorm behouden, hoewel ze nog niet uitgehard zijn. De betonblokken worden dan horizontaal afgevoerd zoals hierboven beschreven. Vervolgens en bij voorkeur aansluitend, wordt er een nieuwe set betonblokken gevormd, op een volgend draagelement. De mal en perskop zijn vaak complex van structuur. Bovendien voldoen hun afmetingen aan strenge eisen, met oog op de maatvastheid van de betonblokken. Het is dus voordelig dat deze vormende elementen optimaal wordt benut. De draagelementen anderzijds, zijn bij voorkeur erg eenvoudig van vorm, en bijgevolg relatief goedkoop. Bijvoorbeeld is elk draagelement een metalen plaat, hetzij met een vlak draagoppervlak, hetzij met een draagoppervlak, gevormd volgens het negatief van een beoogd patroon. Bij voorkeur wordt dan slechts één vlak van het betonblok gevormd op het draagoppervlak van een vlak draagelement. Bijvoorbeeld is het genoemde 'vlak deel van het betonblok' het onderste deel van een ondersteboven georiënteerd betonblok.
Volgens een verdere voorkeursvorm van de werkwijze, worden de betonblokken gelijktijdig gevormd in sets van 8 tot 36 stuks, en volgens een nog méér te verkiezen uitvoeringsvorm, worden de betonblokken gelijktijdig gevormd in sets van 10 tot 18 stuks. Bij voorkeur bestaat een set steeds uit een even aantal, langwerpige en balkvormige betonblokken. Deze betonblokken worden bij voorkeur gevormd in twee, rijen naast elkaar, met de betonblokken binnen elke rij georiënteerd met hun lange as loodrecht op de richting van de rij. Op deze manier kunnen de betonblokken eenvoudig van twee kanten worden ingeklemd volgens de richting van de rij. Ze zijn daarbij minder geneigd om neerwaarts uit de klemmende greep te schuiven. Dit is zeker het gevai indien elk van de klemmen voorzien is van een antislipreep. Bij verdere voorkeur worden de betonblokken, na hun vorming, horizontaal afgevoerd zoals hierboven beschreven. Bijvoorbeeld bewegen de betonblokken tijdens dit transport onder een in het horizontaal vlak roterende borstel, die de betonblokken afborstelt tot op een instelbare hoogte.
Volgens een voorkeursvorm van de werkwijze, worden de betonblokken van een set gevormd volgens een rooster in het horizontale vlak, waarbij aangrenzende
BE2016/5885 betonblokken worden gescheiden door tussenruimtes met breedte van 2 mm tot 80 mm. De tussenruimtes zijn in de eerste plaats een rechtstreeks gevolg van de structuur van de mal en perskop. De mal omvat namelijk tussenschotten: in het bijzonder bakenen deze tussenschotten de delen af die dienen voor het vormen van een individueei betonblok uit de set. De mal moet bovendien een minimale stevigheid hebben, wat een minimale dikte dicteert voor deze tussenschotten. Bij het verticaal uitduwen van de betonblokken, door het verticaal omhoog lichten van de mal, wordt de ruimte, oorspronkelijk bezet door deze tussenschotten, ingenomen door de genoemde tussenruimtes. Een bijkomend voordeel van de tussenruimtes is dat de pas gevormde, individuele betonblokken daardoor niet geneigd zijn om aan elkaar te kleven. Het aan elkaar kleven van betonblokken zou kunnen leiden tot onwenselijke, gehavende oppervlakken bij het splitsen van aaneengeplakte betonblokken.
Volgens een voorkeursvorm van de werkwijze zijn de draagelementen, de mal en de perskop van staal. Het voordeel is dat een stalen vorm/bekisting een grotere maatprecisie en maatvastheid heeft dan, bijvoorbeeld, een vorm/bekisting in hout. Staal is immers een sterker materiaal, met daarenboven een verwaarloosbare zwelling in vochtige milieus. Een stalen oppervlak zal typisch ook slijtvaster zijn dan een houten oppervlak. De maatprecisie en maatvastheid zijn bijzonder belangrijk, zeker wanneer de betonblokken bestemd zijn voor verlijming: lijmvoegen zijn typisch erg dun, waardoor de lijmvoeg slechts een heel beperkte tolerantie toelaat op de afmetingen van de stenen. Een ander voordeel van staal is dat het materiaal, door zijn sterkteeigenschappen, beter geschikt is voor het persen van de betonblokken onder hoge druk, eventueel in combinatie met trillingen. Staal is bovendien beter geschikt voor de overdracht van de trillingen aan het beton en aan de betonmortel. Het staal zal slechts matig of helemaal niet onderhevig zijn aan roest, als gevolg van het alkalische milieu van het beton en de betonmortel. Eventueel wordt een oppervlaktebehandeling voorzien, bijvoorbeeld door het verven of galvaniseren, in het bijzonder van deze stalen oppervlakken die niet in contact komen met het beton of de betonmortel. Bij verdere voorkeur, is het draagelement een eenvoudige, stalen plaat. Het draagoppervlak van deze plaat is oftewel vlak, oftewel gevormd volgens het negatief van een beoogd patroon op de betonblokken. Een eerste voordeel is de läge kostprijs van een dergelijk design. Ten tweede bieden stalen platen een goede toegankelijkheid tot de betonblokken erdoor gedragen, terwijl zij het fabricatieproces doorlopen: de betonblokken kunnen zowel van bovenaf als vanaf de zijkanten worden bewerkt en/of ingeklemd.
BE2016/5885
Volgens een voorkeursvorm van de werkwijze, worden de betonblokken na het vormen ondergebracht in een droogruimte, op een constante temperatuur tussen 25°C en 30°C en met een constante relatieve luchtvochtigheid van tussen 75% en 95%, voor een période van ongeveer 24 uur. De luchtvochtigheid en temperatuur beïnvloeden in belangrijke mate het hydratatieproces tussen het cement en het water. Het uitharden van de betonblokken in deze gecontroleerde en stabiele omgeving, laat een zeer snelle, gedeeltelijke of volledige uitharding toe. Een tweede voordeel is dat het betonblok wordt gevormd met een maximale stevigheid, door optimale uitharding.
Volgens een voorkeursvorm van de werkwijze, worden de betonblokken in de set tegen elkaar aan geduwd vanaf de zijkanten, zodat er geen tussenruimtes meer zijn, breder dan 2 mm. Het voordeel van het nauw aansluiten van de betonblokken is dat zij dan minder plaats innemen. Dit kan een belangrijke (plaats)besparing opleveren bij de opslag en het transport van de betonblokken. In een te verkiezen uitvoeringsvorm van de werkwijze, rüsten de betonblokken op een stalen plaat, zodat zij eenvoudig vanaf de zijkanten tegen elkaar kunnen worden aangedrukt.
Volgens een voorkeursvorm van de werkwijze, worden de betonblokken na gedeeltelijke of volledige uitharding bij gefreesd. Bij verdere voorkeur, wordt het naar boven gerichte deel van de betonblokken, voor en/of na het keren gefreesd. Het frezen van betonblokken laat een ingrijpendere en preciezere correctie toe op de afmetingen van de betonblokken, dan bijvoorbeeld het geval is met het afborstelen van de betonblokken viak na hun vorming. Een tweede kenmerk, is dat het gefreesde oppervlak gladder en minder poreus oppervlak oplevert. Beide aspecten zijn voordelig voor de verlijming van de betonblokken. Hierboven werd reeds beschreven dat de maatvastheid en de maatprecisie van de betonblokken belangrijk zijn voor de verlijming. Ten tweede kan de lijm beter worden aangebracht en opengesmeerd op een gefreesd oppervlak, omdat het gladder en minder poreus is. Bij verdere voorkeur wordt enkel het bovenste oppervlak van elk van de betonblokken gefreesd. Volgens een niet-limitatief voorbeeld, worden de betonblokken verlijmd tot een muur. De betonblokken worden dan bij voorkeur laag na laag aangebracht. Voorafgaand aan het aanbrengen van een nieuwe laag betonblokken, wordt telkens een laag lijm aangebracht op de (gefreesde) bovenzijde van de onderliggende laag betonblokken.
Volgens een voorkeursvorm van de werkwijze, worden de gefreesde betonblokken verlijmd. Het aaneenhechten van de betonblokken met lijm is meestal eenvoudiger dan het aaneenhechten van de betonblokken met behulp van mortel. Een eerste voordeel van lijm ten opzichte van mortel is dat er een hogere hechtingswaarde kan worden verkregen met een kleiner volume aan lijm/mortel. Ten tweede, bestaan er allerlei
BE2016/5885 händige applicatoren voor lijm, zoals lijmpistolen, die het aanbrengen van lijm sterk vereenvoudigen. Bovendien kunnen de meeste lijmen lang worden bewaard, simpelweg door bijvoorbeeld de lijmcontainer af te sluiten met een schroefdop. Mortel daarentegen, is al onbruikbaar na een paar uren of na hoogstens een paar dagen. Doordat lijmlagen typisch veel dünner zijn dan mortellagen, moeten de betonblokken aan hogere eisen voldoen wat maatvastheid en maatprecisie betreft. Bij voorkeur gaat het dus om gefreesde betonblokken. Bij verdere voorkeur wordt het bovenste oppervlak van elk van de betonblokken gefreesd.
Volgens een voorkeursvorm van de werkwijze, worden de betonblokken gestapeld op een gestandaardiseerde pallet, met een totale massa aan betonblokken per pallet groter dan 400 kg en kleiner dan 3500 kg. Het voordeel van het gebruik van palletten is het vereenvoudigd transport door middel van een vorkheftruck. Bij voorkeur bedraagt de massa aan betonblokken per pallet minimaal 200 kg, zodat het gebruik van palletten en het transport met de heftruck economisch is. Bij voorkeur is de massa aan betonblokken per pallet maximaal gelijk aan 3500 kg. Deze massa komt overeen met de maximale hefcapaciteit van de meest courante, zwaardere heftrucks. De betonblokken worden bij voorkeur gestapeld op palletten in consignatie. De waarborg wordt dan terugbetaald bij het terugbrengen van de pallet naar de betonblokfabrikant of -verkoper. Vervolgens kan de pallet opnieuw worden gebruikt voor het stapelen van betonblokken. Volgens een verdere of altematieve voorkeursvorm, wordt een gestandaardiseerde pallet gebruikt, zoals een EURO-pallet of een ISO-pallet. Hierdoor is het eenvoudiger om de pallet te herbruiken, eventueel voor de stapeling van een ander type goederen. Elk van beide, voorgaande maatregelen is voordelig voor het milieu, omdat ze het herbruiken van palletten bevordert.
Volgens een voorkeursvorm van de werkwijze, zijn de betonblokken zodanig gevormd, dat hun bovenste deel geschikt is voor het eenvoudig vastgrijpen ervan met één of twee handen, zelfs wanneer de betonblokken aansluitend zijn gestapeld op een pallet. Dit is voordelig bij de verwerking van betonblokken, bijvoorbeeld op een werf, waarbij typisch blok na blok handmatig van de pallet wordt gehaald. De betonblokken worden dan bij voorkeur afgeleverd met hun bovenzijde ook daadwerkelijk naar boven gericht, zodat ze effectief eenvoudig kunnen worden vastgegrepen.
Volgens een niet-limitatief voorbeeld, omvat de werkwijze het vormen van langwerpige, balkvormige betonblokken, met uithollingen vanaf de onderzijde. Zodoende bestaat elk betonblok uit een bovendeel en opstaande zijwanden en/of tussenwanden. Bovendien is het bovendeel van elk betonblok, in de nabijheid van elk beide uiteinden, voorzien
BE2016/5885 van een grijpgat, geschikt voor het inhaken van een duim. Bij voorkeur reiken de grijpgaten tot in de uithollingen. Daarnaast zijn beide einddelen van elk betonblok voorzien van uitsparingen, geschikt voor het invoegen van wijsvinger, middenvinger, ringvinger en pink. Elk betonblok is zodanig gevormd, dat het kan worden vastgegrepen, door aan elk uiteinde een duim in te voeren in het grijpgat, terwijl overeenkomstlge wijsvinger, middenvinger, ringvinger en pink van beide handen worden ingevoerd in de uitsparing, zelfs wanneer de betonblokken aansluitend zijn gepositioneerd, bijvoorbeeld in een vlak op een pallet. Bij voorkeur worden dergelijke betonblokken ondersteboven gevormd op een vlak draagelement. De bovenzijde van elk betonblok wordt dan gevormd op het draagoppervlak, terwijl de mal de uithollingen, alsook de grijpgaten, definieert van bovenaf. Hiertoe omvat de mal de negatieve vorm van de uithollingen, met cilindrische uitsteeksels die tot op het draagoppervlak reiken, en die de grijpgaten definiëren. Het betonblok wordt vervolgens verdicht en verticaal uitgeduwd middels de perskop zoals hierboven beschreven. Bovendien is het voordelig om de betonblokken ondersteboven te vormen: het bovenste deel ervan kan dan rüsten op het draagoppervlak van de draagelementen, tenminste tot na de gedeeltelijke of volledige uitharding van de betonblokken. In het onderhavige voorbeeld, worden de betonblokken bij voorkeur ondersteboven gevormd, na het uitharden omgekeerd, en uiteindelijk afgeleverd met de bovenzijde ook daadwerkelijk naar boven gericht.
Volgens een voorkeursvorm van de werkwijze, grijpt elke productiestap, vanaf het vormingsproces tot en met de palletisatie, gelijktijdig plaats op alle betonblokken binnen één set. Dit heeft als voordeel dat het de efficiëntie van de afzonderlijke productieinstallaties verhoogt. Volgens een niet-limitatief voorbeeld, stemt elke laag betonblokken, zoals gestapeld op de pallet, overeen met één set van betonblokken die het volledige productieproces heeft doorlopen. De palletisatie geschiedt dan door het inklemmen, set per set, van de betonblokken. Vervolgens wordt de set omhoog gelicht, boven een pallet gebracht, neergelaten (op de bovenste laag van betonblokken) op de pallet en ontklemd. Het spreekt vanzelf dat deelstappen zoals het samenduwen van de betonblokken, het palletiseren van betonblokken en/of het omkeren van betonblokken eventueel kunnen worden gerealiseerd met klemmen van hetzelfde type, met installaties van hetzelfde type of zelfs door middel van één enkele installatie.
Volgens een verdere of alternatieve voorkeursvorm van de werkwijze, wordt zij uitgevoerd door een geautomatiseerde inrichting. Elke verplaatsing van de set betonblokken tussen opeenvolgende installaties, ruimtes en/of machines, vanaf het vormingsproces tot aan de palletisatie, wordt daarbij gerealiseerd door verplaatsing van het draagelement, dat de volledige set betonblokken ondersteunt. Dit is inderdaad
BE2016/5885 mogelijk, indien elke productiestap, vanaf het vormingsproces tot en met de pa I letisatie, gelijktijdig plaatsgrijpt op alle betonblokken binnen één set: de verschillende productiestappen zijn dan compatibel met elkaar. De hoge graad van automatisatie die op deze manier wordt verkregen, laat toe om de betonblokken te produceren met een sterk verminderde productiekost, door de minimale nood aan arbeidskrachten. Het is bovendien voordelig dat de betonblokken worden verplaatst ten opzichte van de veel zwaardere productie-installaties, in piaats van andersom.
Voigens een verdere of alternatieve voorkeursvorm van de werkwijze, zijn de betonblokken CE-gekeurd, NF-gekeurd en/of BENOR-gekeurd. Het voordeel hiervan is dat de betonblokken gegarandeerd voidoen aan de nodige vereisten, in het bijzonder wat betreft hun sterkte.
In een tweede aspect, betreft de uitvinding een inrichting voor het vervaardigen van prefab betonblokken, omvattende:
een voorraad aan elk van de droge constituenten van de gebruikte betonmortel, een menginstallatie, geschikt voor het samenvoegen en mengen van afgemeten hoeveelheden van elk van de constituenten, ter vorming van betonmortel, een vormingsmachine, opgesteld boven of rond een transportband voor vlakke draagelementen en omvattende een in verticale richting positioneerbare mal voor betonblokken en een in verticale richting positioneerbare perskop, van bovenaf schuifbaar in de mal passend, waarbij de vormingsmachine geschikt is voor het vormen van betonblokken uit betonmortel en een droogruimte, waarvan de temperatuur en luchtvochtigheid kunnen worden geregeld, en geschikt voor het stockeren en Iaten uitharden van betonblokken, in het bijzonder omvat de inrichting bovendien een installatie, omvattende een frame met één of meerdere klemmen, geschikt voor inklemmen van de betonblokken op een draagelement, het omhoog lichten van de ingeklemde betonblokken, het ondersteboven keren, het neerlaten en vervolgens het ontklemmen van de betonblokken.
De inrichting is dus geschikt voor het vervaardigen van betonblokken voigens een bepaalde oriëntatie, waarbij de betonblokken vervolgens worden ondersteboven gekeerd. Het gebruik van de inrichting kan voordelig zijn in het geval van betonblokken die asymmetrisch zijn van vorm, ten opzichte van hun horizontale doorsnede. Als
BE2016/5885 typisch, niet-limitatief voorbeeld, gelden betonblokken waaraan een bovenzijde en een onderzijde kan worden onderscheiden, waarbij het zo is dat de betonblokken bij voorkeur worden verwerkt (bijvoorbeeld als plaveisel, of ingemetseld/verlijmd in een muur), met de bovenzijde ook daadwerkelijk naar boven gericht, terwijl de betonblokken bij voorkeur ondersteboven worden vervaardigd en/of uitharden: met de bovenzijde naar beneden gericht dus. De voordelen hiervan werden hogerop reeds aangehaald.
Volgens een voorkeursvorm van de inrichting, is zij georganiseerd volgens een carrouselsysteem. Elke installatie, vanaf de vormingsmachine tot en met de palletisatiemachine, is daarbij geschikt voor het tegelijkertijd inwerken op alle betonblokken binnen één set. De inrichting is bovendien zodanig, dus voorzien van e.g. transportbanden voor draagelementen, dat zij geschikt is voor de verplaatsing van betonblokken tussen opeenvolgende installaties, ruimtes en/of machines, door middel van de verplaatsing van een draagelement, dat een volledige set betonblokken ondersteunt. Deze uitvoering van de inrichting heeft als voordeel dat zij in hoge mate kan worden geautomatiseerd. Op die manier is zij geschikt voor het produceren van betonblokken met een minimale nood aan arbeidskrachten. Dit resulteert dan weer in een drastische verlaging van de productiekost.
Volgens een voorkeursvorm van de inrichting, is zij geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze zoals hierboven beschreven.
VOORBEELDEN EN FIGUREN
De verschillende aspecten van onderhavige uitvinding worden nu verder verduidelijkt met behulp van voorbeelden en figuren, zonder dat de uitvinding wordt gelimiteerd tot deze voorbeelden en figuren.
Figuren la en lb tonen elk een driedimensionaal perspectief van een uitvoeringsvorm van een betonblok 1, respectievelijk met de bovenzijde naar boven gericht en met de bovenzijde naar beneden gericht. Het betonblok 1 is balkvormig en langwerpig. Het bovenste deel van het betonblok 1 is nabij de uiteinden voorzien van twee grijpgaten
2. De eindvlakken van het betonblok 1 zijn gevormd met een verticale, holle uitsparing
3. Aan de onderzijde is het betonblok voorzien van zes uithollingen 4. Zodoende kan
BE2016/5885 het betonblok 1 worden gezien als voornamelijk bestaande uit een bovendeel, vier opstaande zijwanden en een aantai opstaande tussenwanden. De grijpgaten 2 in het bovendeel van het betonblok 1 reiken bij voorkeur tot in de uithollingen 4. Op die manier zijn beide grijpgaten 2 geschikt voor het inhaken van een duim.
Figuur 2a toont, in driedimensionaal perspectief, een eerste fase in een uitvoeringsvorm van het omkeringsproces van de betonblokken 1. Voorafgaand werden de betonblokken 1 set per set ondersteboven gevormd, bovenop een draagelement 5. Elke set telt daarbij twee bij vijf oftewel tien betonblokken 1. De genoemde draagelementen 5, alsook de sets betonblokken 1 erdoor gedragen, worden getransporteerd middels een transportband 6 voor draagelementen 5. Een gegeven set van ondersteboven gekeerde betonblokken 1 wordt op die wijze tot onder een omkeringsinstallatie 7 gebracht. De omkeringsinstallatie 7 omvat een vlak, rechthoekig frame 8. Het genoemde frame 8 zit, via twee scharnierpunten 9 centraal aan twee overstaande zijden, längs de buitenzijde gelagerd op twee verticale hefarmen 10. De rotatie van het frame 8 ten opzichte van de hefarmen 10, omheen de as die beide scharnierpunten 9 verbindt, wordt aangestuurd door een paar hydraulische motoren
11. De genoemde as ligt daarbij in het horizontale vlak. Binnen het frame 8 zit een klem voor een set betonblokken 1, onder de vorm van twee evenwijdige klembalken
12. De klembalken 12 kunnen schuiven in het vlak van het frame, en zijn op die manier in Staat om een set betonblokken 1 längs weerszijden vanaf de zijkanten in te klemmen. Met oog op een optimale inklemming, zijn de klembalken 12 aan de binnenzijde voorzien van een antislipreep 13. Het schuivend bewegen van de klembalken 12 binnen het frame wordt gerealiseerd door middel van twee schuifelementen 14, aan weerszijden van elke klembalk 12, die schuiven over twee schuifassen 15, vast met het frame 8 verbonden. Het schuiven van de klembalken 12 binnen het frame 8 wordt gestuurd door middel van hydraulische zuigers 16. Het frame 8 wordt nu neergelaten (stap A) over de set betonblokken 1, door het neerlaten van de verticale hefarmen 10, waarbij de klembalken 12 aan weerszijden van de set komen te liggen.
Figuur 2b toont, in driedimensionaal perspectief, een voigende fase in een uitvoeringsvorm van het omkeringsproces van de betonblokken 1: de set betonblokken 1 wordt ingeklemd (stap B) vanaf de zijkanten, door het naar elkaar toe schuiven van de klembalken 12. Bij voorkeur zijn de betonblokken 1 geordend in twee rijen van eik vijf betonblokken 1, naast elkaar gelegen. De betonblokken 1 binnen een rij zijn daarbij georiënteerd met hun lange as loodrecht op de richting van deze rij. Bij verdere voorkeur worden deze betonblokken 1 ingeklemd voigens de richting van hun lange as. Op die manier zijn de betonblokken 1 minder snel geneigd om neerwaarts uit de klemmende
BE2016/5885 greep te schuiven, zeker wanneer elk van de klembalken 12 aan de binnenzijde is voorzien van een antislipreep 13. Door middel van de hydraulische zuigers 16, oefenen de klembalken 12 een constante, normale drukkracht uit. Het frame 8 wordt nu samen met de ingeklemde betonblokken 1 omhoog gelicht (stap C), door het omhoog lichten van de verticale hefarmen 10.
Figuur 2c toont, in driedimensionaal perspectief, een volgende fase in een uitvoeringsvorm van het omkeringsproces van de betonblokken 1. Het frame 8 wordt samen met de ingeklemde betonblokken 1 ondersteboven gekeerd (stap D). Hiertoe wordt het frame 8 over 180° geroteerd omheen de as door de scharnierpunten 9. De rotatie wordt gestuurd door middel van de hydromotoren 11. Alle betonblokken 1 van de set worden dus gelijktijdig omgekeerd. Vervolgens worden de betonblokken terug neergelaten (stap E) op het draagelement 5, door het neerlaten van de verticale hefarmen 10. De klembalken 12 oefenen hierbij nog steeds dezelfde, normale drukkracht uit op de betonblokken 1, door middel van de hydraulische zuigers 16.
Figuur 2d toont, in driedimensionaal perspectief, een volgende fase in een uitvoeringsvorm van het omkeringsproces van de betonblokken 1. De betonblokken 1 worden nu ontklemd en de klembalken 12 worden verder uit elkaar geschoven (stap F). Vervolgens wordt het frame 8 weerom omhoog gelicht (stap G), door het omhoog lichten van de verticale hefarmen 10. De omgekeerde en ontklemde betonblokken 1 blijven achter op het draagelement 5. Hierna wordt het draagelement 5, samen met de betonblokken 1 erdoor gedragen horizontaal afgevoerd (stap H) middels de transportband 6 voor draagelementen 5.
Figuur 3 toont een driedimensionaal perspectief van een uitvoeringsvorm van de betonblokken 1, gestapeld op een pallet 17. Bij voorkeur stemt elke laag op de pallet 17 overeen met één set betonblokken 1. Bij verdere voorkeur verloopt de stapeling in elke volgende laag dwars op de stapeling in de huidige, bovenste laag. Dit verhoogt de stabiliteit van de betonblokken op de pallet 17. Op een aantai hoogten, bij voorkeur op drie hoogten, worden de betonblokken 1 horizontaal ingeklemd door middel van kunststof spanbanden 18, zodat de stabiliteit van de gestapelde betonblokken 1 op de pallet 17 verder verhoogt.
Figuur 4 toont een driedimensionaal perspectief van een uitvoeringsvorm van een laag aansluitende betonblokken 1, waarbij één betonblok 1 met twee handen 19 wordt vastgegrepen aan het bovenste deel ervan. Hiertoe worden de duimen ingehaakt in de genoemde grijpgaten 2. De overeenkomstige wijsvinger, middenvinger, ringvinger en
BE2016/5885 pink van elk hand 19 worden ingevoerd in de verticale uitsparing 3, daartoe voorzien aan beide uiteinden van elk betonblok 1. Dit is mogelijk, zelfs wanneer de betonblokken 1 aansluitend zijn gestapeld, bijvoorbeeld in een laag op een pallet 19.
De genummerde elementen op de figuren zijn:
1. betonblok
2. grijpgat
3. uitsparing
4. uitholling
5. draagelement
6. transportband voor draagelementen
7. omkeringsinstallatie
8. frame
9. scharnier
10. hefarmen
11. hydraulische motor
12. klembalken
13. antislipreep
14. schuifelement
15. schuifas
16. hydraulische zuiger
17. pallet
18. spanband
19. hand
Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot een uitvoeringsvorm die hierboven beschreven is en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.
BE2016/5885
Claims (15)
- CONCLUSIES1. Een werkwijze voor het vervaardigen van prefab betonblokken 1, omvattende:het in een menginstallatie bereiden van betonmortel, door het samenvoegen en mengen van de constituenten volgens opgegeven hoeveelheden, het transporteren van betonmortel naar een vormingsmachine, opgesteld boven of rond een transportband 6 voor vlakke draagelementen 5 en omvattende een in verticale richting positioneerbare mal voor betonblokken 1 en een in verticale richting positioneerbare perskop, van bovenaf schuifbaar in de mal passend, het verticaal positioneren van de mal op een draagelement 5 en het störten van een opgegeven hoeveelheid betonmortel in de caviteit gedefinieerd door de mal en de bovenzijde van het draagelement, het verdichten van de betonmortel binnen deze caviteit, ter vorming van betonblokken 1, door het van bovenaf persen en trillen van de betonmortel middels de perskop, het verticaal uitduwen van de betonblokken 1 op het draagelement 5, door het verticaal omhoog lichten van de mal, weg van het draagelement 5 en over de perskop schuivend, waarbij de perskop stationair wordt gehouden, het horizontaal afvoeren van het draagelement 5 en de betonblokken 1 erdoor gedragen, middels transportmiddelen omvattende de transportband 6, het onderbrengen van het draagelement 5 en de betonblokken 1 erdoor gedragen, in een droogruimte van regelbare temperatuur en luchtvochtigheid en het uitharden van de betonblokken in de droogruimte, met het kenmerk dat, na gedeeltelijke of volledige uitharding, het draagelement 5 met betonblokken 1 wordt getransporteerd naar een installatie omvattende een frame 8 met één of meerdere klemmen 12, waarna deze installatie 7 de betonblokken 1 op het draagelement 5 inklemt vanaf de zijkanten, omhoog licht, ondersteboven keert door een rotatie van 180° van het frame 8 met klemmen 14, neerlaat en de betonblokken 1 vervolgens ontklemt.
- 2. De werkwijze volgens voorgaande conclusie 1, met het kenmerk dat de constituenten een polymeer toeslagstof omvatten.
- 3. De werkwijze volgens één der voorgaande conciusies 1 en 2, met het kenmerk dat de betonblokken 1 gelijktijdig worden gevormd in sets van 2 tot 200 stuks, op een afzonderlijk draagelement 5 per set.BE2016/5885
- 4. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de betonblokken 2 van een set worden gevormd volgens een rooster in het horizontaal vlak, waarbij aangrenzende betonblokken 2 worden gescheiden door tussenruimtes met breedte van 2 mm tot 80 mm.
- 5. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot en met 4, met het kenmerk dat de draagelementen 5, de mal en de perskop van staal zijn.5. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de betonblokken 1 in de set tegen elkaar aan worden geduwd vanaf de zijkanten, zodat er geen tussenruimtes meer zijn, breder dan 2 mm.
- 7. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de betonblokken 1 na gedeeltelijke of volledige uitharding worden bij gefreesd.
- 8. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de gefreesde betonblokken 1 worden verlijmd.
- 9. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de betonblokken 1 worden gestapeld op gestandaardiseerde palletten 17, met een totale massa aan betonblokken 1 per pallet 17 groter dan 400 kg en kleiner dan 3500 kg.
- 10. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de betonblokken 1 zodanig zijn gevormd, dat hun bovenste deel geschikt is voor het eenvoudig vastgrijpen ervan met één of twee handen 19, zelfs wanneer de betonblokken 1 aansluitend zijn gestapeld op een pallet 17.
- 11. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke productiestap, vanaf het vormingsproces tot en met de palletisatie, gelijktijdig plaatsgrijpt op aile betonblokken 1 binnen één set.
- 12. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat zij wordt uitgevoerd door een geautomatiseerde inrichting, waarbij vanaf het vormingsproces tot aan de palletisatie, elke verplaatsing van de set betonblokken 1 tussen opeenvolgende installaties, ruimtes en/of machines, wordt gerealiseerd door verplaatsing van het draagelement 5, dat de volledige set betonblokken 1 ondersteunt.
- 13. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de betonblokken CE-gekeurd zijn, NF-gekeurd zijn en/of BENOR-gekeurd zijn.
- 14. Een inrichting voor het vervaardigen van prefab betonblokken 1, omvattende:een voorraad aan elk van de droge constituenten van het gebruikte type betonmortel, een menginstallatie, geschikt voor het samenvoegen en mengen van afgemeten hoeveelheden van elk van de constituenten, ter vorming van betonmortel,BE2016/5885 een vormingsmachine, opgesteld boven of rond een transportband 6 voor vlakke draagelementen 5 en omvattende een in verticale richting positioneerbare mal voor betonblokken 1 en een in verticale richting positioneerbare perskop, van bovenaf schuifbaar in de mal passend, waarbij5 de vormingsmachine geschikt is voor het vormen van betonblokken uit betonmortel en een droogruimte, waarvan de temperatuur en luchtvochtigheid kunnen worden geregeld, en geschikt voor het stockeren en laten uitharden van betonblokken 1,10 met het kenmerk dat de inrichting bovendien een installatie 7 omvat, omvattende een frame 8 met één of meerdere klemmen 12, geschikt voor inklemmen van een set betonblokken 2, het opheffen van de ingeklemde betonblokken 2, het ondersteboven keren, het neerlaten en vervolgens ontklemmen van de betonblokken 2.
- 15 15. De inrichting volgens voorgaande conclusie 14, met het kenmerk dat zij georganiseerd is volgens een carrouselsysteem.
- 16. De inrichting volgens één der conclusies 14 en 15, met het kenmerk dat zij geschikt is voor het uitvoeren van de werkwijze zoals beschreven in één der conclusies 1 tot en met 13.BE2016/5885
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2016/5885A BE1024541B1 (nl) | 2016-11-28 | 2016-11-28 | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van prefab betonblokken |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2016/5885A BE1024541B1 (nl) | 2016-11-28 | 2016-11-28 | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van prefab betonblokken |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1024541A1 true BE1024541A1 (nl) | 2018-03-28 |
BE1024541B1 BE1024541B1 (nl) | 2018-04-03 |
Family
ID=57442408
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2016/5885A BE1024541B1 (nl) | 2016-11-28 | 2016-11-28 | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van prefab betonblokken |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1024541B1 (nl) |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3679340A (en) * | 1969-09-15 | 1972-07-25 | Besser Co | Apparatus for forming building blocks |
US4014441A (en) * | 1975-05-14 | 1977-03-29 | Aircraft Mechanics, Inc. | Brick tie setting machine |
US4161368A (en) * | 1978-02-06 | 1979-07-17 | The Keller Corp. | Brick blending apparatus |
JPH01246183A (ja) * | 1987-12-08 | 1989-10-02 | Chiyoda Tech & Ind Co Ltd | コンクリート製品の積込,積卸機 |
FR2989615B1 (fr) * | 2012-04-23 | 2014-04-11 | Quadra 1 | Ensemble pour usiner au moins un bloc de beton a coller et poste de rectification comprenant un tel ensemble |
FR3024877B1 (fr) * | 2014-08-14 | 2016-09-09 | Lafarge Sa | Bloc a maconner et a coller |
-
2016
- 2016-11-28 BE BE2016/5885A patent/BE1024541B1/nl active IP Right Grant
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE1024541B1 (nl) | 2018-04-03 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
AU599803B2 (en) | Concrete brick and process and apparatus for fabrication thereof | |
CN114193609B (zh) | 一种混凝土预制件成型装置 | |
BE1024541B1 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van prefab betonblokken | |
CN117585465B (zh) | 一种木地板压制机 | |
AU707768B2 (en) | Method and apparatus for forming a concrete block | |
NL1006817C2 (nl) | Werkwijze, inrichting en installatie ter vervaardiging van kalkzandsteen. | |
RU2087307C1 (ru) | Способ изготовления строительных блоков прессованием, пресс-форма и линия для реализации способа | |
CN206154480U (zh) | 一种翻转式混凝土构件成型机 | |
US2531990A (en) | Method of molding concrete building units | |
WO2006006888A1 (fr) | Procede pour fabriquer des blocs de construction lamines avec une surface avant ornementale | |
JP2527294B2 (ja) | 複合ブロックの製造装置 | |
CN113800833B (zh) | 一种利用机械液压系统生产混凝土香木砖的制备方法及应用 | |
CN113898181B (zh) | 一种用于建筑施工的浇灌装置 | |
RU2822855C1 (ru) | Способ изготовления изделий из автоклавного газобетона | |
RU2364504C2 (ru) | Способ изготовления перевязки каменной кладки, в частности перевязки кладки из силикатного кирпича, и устройство для реализации указанного способа | |
BE1027485B1 (nl) | Samenstel en werkwijze voor het vervaardigen van een betonproduct | |
KR100527266B1 (ko) | 콘크리이트블록제조방법및장치 | |
EP0036313A1 (en) | Manufacturing process for concrete roof tiles | |
RU2385804C1 (ru) | Комплекс оборудования для резки и калибровки массивов из полистиролбетона и ячеистого бетона | |
GB2593517A (en) | A method of manufacturing a brickwork member | |
JP6543495B2 (ja) | 型枠 | |
BE1013133A6 (nl) | Wijze van vervaardigen van een prefab betonproduct met een of meerdere uitsparingen, bedoeld voor functionele of decoratieve doeleinden, op een automatische machine. | |
RU2225290C2 (ru) | Способ укладки полуфабриката шлакоблоков для просушки | |
JPH02102002A (ja) | 複合コンクリート製品の製造装置 | |
NL2003552C2 (nl) | Gewichtsbesparend bouwelement. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20180403 |