BE1023712B1

BE1023712B1 - Brandwerend ventilatierooster

Info

Publication number: BE1023712B1
Application number: BE2015/5835A
Authority: BE
Inventors: Barbara Maria Albertine Willems; Bart Johan Etienne Vanderstraeten; Sutter Stijn Freddy Hilde De
Original assignee: Rf-Technologies Nv
Priority date: 2015-12-21
Filing date: 2015-12-21
Publication date: 2017-06-23
Also published as: EP3184922A1; BE1023712A9; ES2776460T3; BE1023712A1; EP3184922B1

Abstract

Deze uitvinding betreft een brandwerend ventilatierooster (1) voor inbouw in een wand of vloer, omvattende meerdere nagenoeg evenwijdig aan elkaar opgestelde lamellen (2), die elk een strook (3) opzwelbaar materiaal omvatten, dat voorzien is om hoofdzakelijk in één dimensie op te zwellen onder invloed van warmte en die elk een strook (4) opzwelbaar materiaal omvatten, dat voorzien is om in drie dimensies op te zwellen onder invloed van warmte.

Description

BRANDWEREND VENTILATIEROOSTER

Deze uitvinding betreft een brandwerend ventilatierooster voor inbouw in een wand of een vloer voor luchtdoorstroming doorheen de wand of de vloer, omvattende meerdere nagenoeg evenwijdig aan elkaar opgestelde lamellen, die elk een strook opzwelbaar materiaal omvatten, dat voorzien is om hoofdzakelijk in één dimensie op te zwellen onder invloed van warmte.

Degelijke brandwerende ventilatieroosters worden typisch geplaatst in nagenoeg verticale muren, deuren of luiken als wand en horizontale vloeren om brandvoortplanting tussen een eerste ruimte en een tweede ruimte tegen te gaan. Een voorbeeld van een dergelijke ventilatierooster is beschreven in BE 1 019 543A3.

Deze ventilatieroosters verzekeren hierbij een luchtdoorstroomopening tussen deze eerste ruimte en deze tweede ruimte.

Het hierin gebruikte opzwelbare materiaal is materiaal dat onder invloed van de warmte, die bij brand ontstaat, kenmerkend gaat opzwellen. Bij brand zwelt het opzwelbare materiaal op tot de luchtdoorstroomopening nagenoeg volledig wordt afgesloten. Op deze manier kan brandvoortplanting gedurende een zekere tijd tegengehouden worden.

De lamellen in een dergelijk rooster worden op een zodanige afstand ten opzichte van elkaar opgesteld dat enerzijds de gewenste ventilatiecapaciteit verzekerd wordt en dat anderzijds bij het opzwellen van het opzwelbare materiaal de openingen tussen de lamellen nagenoeg gesloten worden met behulp van het opzwelbare materiaal.

De meeste huidige dergelijke brandwerende ventilatieroosters houden brandvoortplanting tegen gedurende ongeveer 1 uur of uitzonderlijk 90 minuten. Door een doordachte keuze van het opzwelbare materiaal, de afmetingen ervan en de plaatsing ervan, kan deze tijd enigszins opgedreven worden.

Het is nu het doel van deze uitvinding om de tijd waarover een dergelijk ventilatierooster brandvoortplanting kan tegengaan, aanzienlijk te verhogen.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een brandwerend ventilatierooster voor inbouw in een wand of een vloer voor luchtdoorstroming doorheen de wand of de vloer, omvattende meerdere nagenoeg evenwijdig aan elkaar opgestelde lamellen, die elk minimaal één strook opzwelbaar materiaal omvatten, dat voorzien is om hoofdzakelijk in één dimensie op te zwellen onder invloed van warmte en die elk minimaal één strook opzwelbaar materiaal omvatten, dat voorzien is om in drie dimensies op te zwellen onder invloed van warmte.

Dankzij een combinatie van dit ééndimensonaal opzwelbare materiaal en dit driedimensionaal opzwelbare materiaal kan de tijd waarover een dergelijk ventilatierooster de brandvoortplanting kan tegengaan, aanzienlijk verhogen.

Hoewel dergelijk driedimensionaal opzwelbaar materiaal gedurende een langere tijd voor brandvertraging kan zorgen dan dergelijk eendimensionaal opzwelbaar materiaal, wordt dit materiaal tot nu niet toegepast in dergelijke ventilatieroosters, omdat het bij dergelijke temperaturen die bij brand optreden en in relatief grote openingen, verpulvert zonder toepassing van een extra element die het geheel een structurele sterkte geeft. De structuren die normaal gebruikt worden om dergelijk driedimensionaal opzwelbaar materiaal bij brand in positie te houden na opzwellen ervan, zijn niet geschikt om in dit type ventilatieroosters op te nemen, gezien ze ofwel de ventilatiecapaciteit te sterk zouden doen afnemen (bvb metalen roosters), ofwel als storend worden ervaren. Door nu het eendimensionaal opzwelbare materiaal samen met het driedimensionaal opzwelbare materiaal op te stellen, kan ervoor gezorgd worden dat het eendimensionaal opzwelbare materiaal het driedimensionale opzwelbare materiaal bij brand voldoende vasthoudt. Het driedimensionaal opzwelbare materiaal helpt op zijn beurt om de gaatjes te stoppen die na 1 uur brand ontstaan in het eendimensionaal materiaal.

Bij voorkeur strekt de strook driedimensionaal opzwelbaar materiaal zich, in een ventilatierooster volgens deze uitvinding, in de richting van de luchtdoorstroming gezien, minstens gedeeltelijk naast de genoemde strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal uit.

Door de plaatsing van het ventilatierooster kan er steeds voor gezorgd worden dat de strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal gericht is aan de zijde van potentieel brandgevaar, zodat het eendimensionaal opzwelbare materiaal hierdoor met grotere zekerheid voor de nodige structuur kan zorgen om het driedimensionale materiaal waar nodig vast te houden.

Een genoemde strook opzwelbaar materiaal kan uit één of meerdere delen van dergelijk opzwelbaar materiaal bestaan, die eventueel ook op enige tussenafstand van elkaar kunnen opgesteld worden. Bij voorkeur strekken deze één of meerdere delen van een dergelijke strook zich samen over nagenoeg de volledige lengte van de lamel uit.

Eventueel kan een ventilatierooster volgens deze uitvinding - waar dit niet als storend zou ervaren worden - bijkomend voorzien worden van een luchtdoorlatend structureel element zoals bijvoorbeeld een gaas of rooster, dat zich aan de andere zijde dan de zijde waar de strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal zich minstens gedeeltelijk uitstrekt, naast de stroken driedimensionaal opzwelbaar materiaal van de verschillende lamellen uitstrekt, om er mee voor te zorgen dat het driedimensionaal materiaal gedurende voldoende tijd op zijn positie wordt gehouden.

Bij voorkeur is de strook driedimensionaal opzwelbaar materiaal in elke lamel van een ventilatierooster volgens deze uitvinding op een tussenafstand van de strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal opgesteld. Op deze manier wordt het driedimensionaal materiaal met een kleine vertraging ten opzichte van het eendimensionaal opzwelbare materiaal geactiveerd, wat ervoor zorgt dat het ventilatierooster gedurende een nog langere tijd branddoorgang kan verhinderen.

Elke lamel omvat verder bij voorkeur een omhulsel, dat een holte omvat, die minstens gedeeltelijk gevuld is met de genoemde strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal.

Eendimensionaal opzwelbaar materiaal kan namelijk typisch niet tegen vocht. Een dergelijk omhulsel is een eenvoudige manier om dit eendimensionaal opzwelbare materiaal van vocht af te schermen. Alternatief zou het eendimensionaal opzwelbare materiaal bijvoorbeeld voorzien kunnen worden van een vochtwerende coating. Dit omhulsel kan ook een visueel voordeel bieden.

Wanneer een omhulsel is voorzien, dan is dit bij voorkeur uit smeltbaar en/of brandbaar materiaal vervaardigd, zodat dit materiaal bij brand quasi onmiddellijk gaat smelten of opbranden, zodat het eendimensionaal opzwelbare materiaal zo vlug mogelijk aan de temperaturen wordt blootgesteld waarbij dit gaat opzwellen. Alternatief of bijkomend zou het materiaal van het omhulsel bijvoorbeeld ook warmtegeleidend kunnen uitgevoerd zijn, waarbij dit omhulsel bij brand eenvoudig doorgescheurd wordt door het opzwellende opzwelbare materiaal.

Voorkeurdragend is een dergelijk omhulsel uit kunststof vervaardigd.

Een dergelijk omhulsel kan bijvoorbeeld eenvoudig via extrusie vervaardigd worden.

In een ventilatierooster volgens deze uitvinding waarbij de lamellen een genoemd omhulsel omvatten, is de strook driedimensionaal opzwelbaar materiaal productietechnisch gezien bij voorkeur aan de buitenzijde van het omhulsel bevestigd.

Waar aan beide zijden van de wand, waarin het ventilatierooster opgenomen wordt, brandgevaar bestaat, omvat elke lamel bij voorkeur een tweede strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal, die zich minstens gedeeltelijk naast de strook driedimensionaal opzwelbaar materiaal uitstrekt, aan de andere zijde dan de zijde waar de eerstgenoemde strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal zich minstens gedeeltelijk uitstrekt.

Op deze manier heeft het ventilatierooster, vanuit beide ruimtes gezien waartussen de wand is opgesteld waarin dit ventilatierooster wordt opgenomen, een zelfde optimale werking.

Ook waar slechts aan één zijde van de wand brandgevaar bestaat, biedt een dergelijk ventilatierooster het voordeel dat het driedimensionaal materiaal bij brand nog beter vastgehouden wordt tussen het eendimensionaal opzwelbare materiaal dat zich dan aan beide zijden van het driedimensionaal opzwelbare materiaal uitstrekt. Op deze manier kan ook zonder bijkomende structurele elementen het driedimensionaal opzwelbare materiaal optimaal vastgehouden worden. De ventilatiecapaciteit kan hierbij nog beter verzekerd blijven.

Bij een dergelijke uitvoeringsvorm waarbij langs beide zijden van de strook driedimensionaal opzwelbaar materiaal een strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal is opgesteld, zijn beide stroken eendimensionaal opzwelbaar materiaal bij voorkeur op een tussenafstand van de strook driedimensionaal opzwelbaar materiaal opgesteld.

Een ventilatierooster volgens deze uitvinding is verder bij voorkeur nagenoeg symmetrisch opgebouwd, zodat de werking ervan, vanuit beide ruimtes gezien waartussen de wand is opgesteld waarin dit ventilatierooster wordt opgenomen, nagenoeg identiek is.

Bij een dergelijke uitvoeringsvorm waarbij langs beide zijden van de strook driedimensionaal opzwelbaar materiaal een strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal is opgesteld, omvat het omhulsel bij voorkeur een tweede holte, die minstens gedeeltelijk gevuld is met de tweede strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal.

In een specifieke uitvoeringsvorm van een ventilatierooster volgens deze uitvinding is minstens één genoemde strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal geheld opgesteld in het ventilatierooster.

Wanneer een dergelijk rooster is opgenomen in een nagenoeg verticale wand, zullen de lamellen zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekken. De lamellen worden als nagenoeg horizontaal opgesteld beschouwd wanneer hun zijden in lengterichting zich nagenoeg horizontaal uitstrekken. In breedterichting kunnen de lamellen hierbij dan al dan niet horizontaal opgesteld zijn. Wanneer minstens één strook eendimensionaal materiaal geheld is opgesteld, zullen de lamellen in breedterichting dus gedeeltelijk geheld opgesteld zijn. Dit houdt in dat deze minstens één strook eendimensionaal materiaal onder een hoek ten opzichte van een horizontaal vlak is opgesteld. Een dergelijke opstelling kan gewenst zijn om doorkijk doorheen het rooster te bemoeilijken of onmogelijk te maken.

Een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een brandwerend ventilatierooster volgens deze uitvinding omvat een kader, dat een luchtdoorstroomopening afbakent, waarin de lamellen zijn opgesteld en omvat minstens één staaf, die in de luchtdoorstroomopening is opgesteld en doorheen elke lamel is aangebracht.

Nog meer voorkeurdragend is deze staaf enkel voor belasting op trek vastgezet. Op deze manier kan (kunnen) deze staaf (of meerdere staven) bij uitzetting tijdens brand vrij bewegen in het kader, zodat het ventilatierooster niet bol komt te staan door uitzetting van deze één of meerdere staven.

Bij genoemde uitvoeringsvormen met een eerste en een tweede strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal per lamel, is minstens één eerste, genoemde staaf bij voorkeur doorheen de eerstgenoemde strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal van elke lamel aangebracht en is minstens één tweede, genoemde staaf bij voorkeur doorheen de tweede strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal van elke lamel aangebracht.

Nog meer voorkeurdragend is in een dergelijke uitvoeringsvorm in lengterichting van de lamellen gezien, elke eerste staaf op een tussenafstand van elke tweede staaf opgesteld. Wanneer de staven op deze manier geschrankt zijn opgesteld in het ventilatierooster, kan een zwakke plek in de eerste strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal die ontstaat door de vorming van de opening waardoorheen een staaf is aangebracht, ter hoogte van deze opening opgevangen worden door een volledig intacte tweede strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal en omgekeerd.

In een verder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een ventilatierooster met één of meerdere genoemde eerste staven doorheen de eerste strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal en één of meerdere genoemde tweede staven doorheen de tweede strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal, wordt minstens één eerste staaf met behulp van verbindingselement op een begrensde tussenafstand gehouden van een corresponderende tweede staaf. Deze begrensde tussenafstand kan eventueel beperkt variëren, maar is begrensd zodat deze niet te sterk kan toenemen. Dankzij dit verbindingselement kunnen de twee stroken eendimensionaal opzwelbaar materiaal niet (of slechts beperkt) uit elkaar gedreven worden door het erin gevangen driedimensionaal opzwelbare materiaal.

Nog meer voorkeurdragend wordt hierbij elke eerste staaf met behulp van een dergelijk verbindingselement verbonden met een corresponderende tweede staaf, zodat elke eerste staaf op een begrensde tussenafstand van een corresponderende tweede staaf gehouden wordt.

Voorkeurdragend zijn de één of meerdere verbindingselementen star uitgevoerd, zodat elke eerste staaf op een vaste tussenafstand gehouden worden van de corresponderende tweede staaf.

Het eendimensionaal opzwelbare materiaal van een ventilatierooster volgens deze uitvinding omvat bij voorkeur silicaatmateriaal en meer specifiek gehydrateerd sodium silicaat.

Het driedimensionaal opzwelbare materiaal omvat bij voorkeur opzwelbaar grafiet.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een brandwerend ventilatierooster volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarbij in - Figuur 1 een uitvoeringsvorm van een ventilatierooster volgens deze uitvinding in perspectief is weergegeven; - Figuur 2 een lamel uit het ventilatierooster uit figuur 1 in dwarsdoorsnede is weergegeven; - Figuur 3 het ventilatierooster uit figuur 1 in de hoogte dwars doorgesneden en in opengewerkt perspectief is weergegeven.

Het afgebeelde brandwerende ventilatierooster (1) omvat een kader (9) dat een luchtdoorstroomopening afbakent. In dit kader (9) zijn meerdere lamellen (2) evenwijdig aan elkaar en nagenoeg horizontaal opgesteld.

In de afgebeelde uitvoeringsvorm is het kader (9) nagenoeg rechthoekig van vorm. Het is echter ook mogelijk om een dergelijk ventilatierooster (1) met bijvoorbeeld een ronde kader (9) uit te voeren.

Deze kader (9) kan bijvoorbeeld uit hout of vezelplaten vervaardigd worden. Hiervoor kan bijvoorbeeld MDF gekozen worden.

Andere materialen die hoofdzakelijk niet-opzwelbaar zijn onder invloed van warmte kunnen eveneens gebruikt worden om een dergelijk kader (9) te vervaardigen.

Tussen hun uiteinden zijn staven (10, 11) doorheen openingen (12) in de lamellen (2) aangebracht. Deze staven (10, 11) zijn ook doorheen openingen (13) in het kader (9) aangebracht en daarna vastgezet. Deze staven (10, 11) zijn in de afgebeelde uitvoeringsvorm enkel vastgezet voor belasting op trek zodat ze het kader (9) samen houden. Tijdens brand kunnen de staven (10, 11) dan wel vrij uitzetten in het kader (9) zodat het ventilatierooster (1) niet bol komt te staan door uitzetting van de staven (10, 11).

De staven (10, 11) zijn geschrankt opgesteld. Hierdoor wordt elke verzwakking in de eerste strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal (3) gemaakt door de opening (12) nodig voor het doorvoeren van een staaf (10), gecompenseerd met een intacte tweede strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal (5) in de rij erachter. Ook omgekeerd wordt elke verzwakking in de tweede strook opzwelbaar materiaal (5) gecompenseerd met een intacte eerste strook opzwelbaar materiaal (3) ter hoogte van deze verzwakking.

Om te vermijden dat bij brand het driedimensionaal opzwelbare materiaal (4) de 2 barrières van eendimensionaal opzwelbaar materiaal (3, 5) uiteen zou drijven, zijn verbindingsstukken (16) voorzien waarmee elke eerste staaf (10) op een vaste tussenafstand gehouden wordt van een corresponderende tweede staaf (11) om de afstand tussen de stroken eendimensionaal opzwelbaar materiaal (3, 5) te garanderen. Om de lamellen (2) op de gewenste afstand van elkaar te houden, zijn telkens ondersteuningsbussen (15) over de staven (10) geschoven en tussen de lamellen (2) opgesteld. De nagenoeg verticaal opgestelde staven (10) kunnen bijvoorbeeld uit staal vervaardigd worden. De ondersteuningsbussen (15) kunnen bijvoorbeeld uit kunststof vervaardigd worden.

In plaats van de afgebeelde staven (10) en ondersteuningsbussen (15) kunnen bijvoorbeeld ook stroken opzwelbaar materiaal, die omhuld zijn met een kunststof omhulsel, als verticale ondersteuningselementen worden voorzien, zoals ook gekend is uit de stand van de techniek. Deze stroken opzwelbaar materiaal met kunststof omhulsel kunnen dan voorzien worden van sleuven, waarbij de lamellen (2) in deze sleuven worden aangebracht.

Elke lamel (2) van het afgebeelde ventilatierooster (1) omvat twee stroken eendimensionaal opzwelbaar materiaal (3, 5), die in holtes (7, 8) van een omhulsel (6) zijn aangebracht en een hiertussen aangebrachte strook driedimensionaal opzwelbaar materiaal (4), die in een centrale gleuf (14) van het omhulsel (6) aan de buitenzijde van dit omhulsel (6) is bevestigd.

De centrale gleuf (14) van het omhulsel (6) is breder uitgevoerd dan de strook driedimensionaal opzwelbaar materiaal (4), die centraal in deze gleuf (14) is opgesteld. De stroken eendimensionaal opzwelbaar materiaal (3, 5) zijn op deze manier aan weerszijden van de strook driedimensionaal opzwelbaar materiaal (4) opgesteld, op een zekere tussenafstand ervan.

De stroken eendimensionaal opzwelbaar materiaal (3, 5) vullen hier nagenoeg volledig de corresponderende holtes (7, 8) in het omhulsel (6).

Zowel de stroken opzwelbaar materiaal (3, 4, 5) als het omhulsel (6) strekken zich bij voorkeur over nagenoeg de lengte van de lamel (2) uit.

Het omhulsel (6) is bij voorkeur uit smeltbaar kunststof vervaardigd en kan bijvoorbeeld uit PVC of PS vervaardigd worden via bijvoorbeeld extrusie.

Als opzwelbaar materiaal (3, 4, 5) kunnen bijvoorbeeld gekende opzwelbare materialen gebruikt worden. Het eendimensionaal opzwelbare materiaal (3, 5) is voorzien om hoofdzakelijk in één dimensie op te zwellen onder invloed van warmte. Voor dit eendimensionaal opzwelbare materiaal (3, 5) kan bijvoorbeeld voor gehydrateerd sodium silicaat gekozen worden. Het driedimensionaal opzwelbare materiaal (4) is voorzien om in drie dimensies op te zwellen onder invloed van warmte. Voor het driedimensionaal opzwelbaar materiaal (4) kan bijvoorbeeld een grafietmengsel gekozen worden op basis van expandeerbaar grafiet.

In de afgebeelde uitvoeringsvorm zijn de stroken opzwelbaar materiaal (3, 4, 5) nagenoeg horizontaal opgesteld. Eén of meerdere van deze stroken (3, 4, 5) kunnen eventueel in breedterichting onder een hoek ten opzichte van een horizontaal vlak opgesteld worden om bijvoorbeeld doorkijk doorheen het ventilatierooster (1) te bemoeilijken of onmogelijk te maken. Stroken (3, 4, 5) kunnen hierbij ook onder een hoek ten opzichte van elkaar opgesteld worden.

Bij brand in een ruimte naast de wand waarin de afgebeelde ventilatierooster (1) wordt opgesteld, zal het omhulsel (6) dichtst bij deze ruimte eerst smelten en het hierin aangebrachte eendimensionaal opzwelbare materiaal (3) zal opzwellen. Daarna gaat, met een kleine tijdsvertraging ook het driedimensionaal opzwelbare materiaal (4) opzwellen en daarna ook de tweede strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal (5) . Het opzwellende driedimensionaal opzwelbare materiaal (4) wordt zo gevat tussen het opzwellende eendimensionaal opzwelbare materiaal (3, 5) dat voor de nodige structuur zorgt om het verpulverende driedimensionaal opzwelbare materiaal (4) op zijn plaats te houden. Het driedimensionaal opzwelbare materiaal (4) helpt ook om de gaatjes te stoppen die na 1 uur brand ontstaan in het eendimensionaal materiaal (3, 5). Samen sluit het opzwelbare materiaal (3, 4, 5) na opzwellen nagenoeg de volledige luchtdoorstroomopening af en dit gedurende meerdere uren om zo branddoorgang doorheen deze luchtdoorstroomopening te vermijden.

Claims

C O N C L U S I E S

1. Brandwerend ventilatierooster (1) voor inbouw in een wand of vloer voor luchtdoorstroming doorheen de wand of vloer, omvattende meerdere nagenoeg evenwijdig aan elkaar opgestelde lamellen (2), die elk minimaal één strook (3) opzwelbaar materiaal omvatten, dat voorzien is om hoofdzakelijk in één dimensie op te zwellen onder invloed van warmte, met het kenmerk dat elke lamel (2) minimaal één strook (4) opzwelbaar materiaal omvat, dat voorzien is om in drie dimensies op te zwellen onder invloed van warmte.
2. Brandwerend ventilatierooster (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de strook driedimensionaal opzwelbaar materiaal (4) zich, in de richting van de luchtdoorstroming gezien, minstens gedeeltelijk naast de strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal (3) uitstrekt.
3. Brandwerend ventilatierooster (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het ventilatierooster (1) een luchtdoorlatend structureel element, zoals bijvoorbeeld een gaas omvat, dat zich aan de andere zijde dan de zijde waar de strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal (3) zich minstens gedeeltelijk uitstrekt, naast de stroken driedimensionaal opzwelbaar materiaal (4) van de verschillende lamellen (2) uitstrekt.
4. Brandwerend ventilatierooster (1) volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk de strook driedimensionaal opzwelbaar materiaal (4) op een tussenafstand van de strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal (3) is opgesteld.
5. Brandwerend ventilatierooster (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke lamel een omhulsel (6) omvat, dat een holte (7) omvat, die minstens gedeeltelijk gevuld is met de genoemde strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal (3).
6. Brandwerend ventilatierooster (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het omhulsel (6) uit smeltbaar en/of brandbaar materiaal is vervaardigd.
7. Brandwerend ventilatierooster (1) volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat het omhulsel (6) uit kunststof is vervaardigd.
8. Brandwerend ventilatierooster (1) volgens één van de conclusies 5 tot 7, met het kenmerk dat de strook driedimensionaal opzwelbaar materiaal (4) aan de buitenzijde van het omhulsel (6) is bevestigd.
9. Brandwerend ventilatierooster (1) volgens één van de voorgaande conclusies en conclusie 2, met het kenmerk dat elke lamel (2) een tweede strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal (5) omvat, die zich minstens gedeeltelijk naast de strook driedimensionaal opzwelbaar materiaal (4) uitstrekt, aan de andere zijde dan de zijde waar de eerstgenoemde strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal (3) zich minstens gedeeltelijk uitstrekt.
10. Brandwerend ventilatierooster (1) volgens één van de conclusies 5 tot 8 en conclusie 9, met het kenmerk dat het omhulsel (6) een tweede holte (8) omvat, die minstens gedeeltelijk gevuld is met de tweede strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal (5).
11. Brandwerend ventilatierooster (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat minstens één genoemde strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal (3, 5) geheld is opgesteld in het ventilatierooster (1).
12. Brandwerend ventilatierooster (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het ventilatierooster (1) een kader (9) omvat, dat een luchtdoorstroomopening afbakent, waarin de lamellen (2) zijn opgesteld en minstens één staaf (10, 11) omvat, die in de luchtdoorstroomopening is opgesteld en doorheen elke lamel (2) is aangebracht.
13. Brandwerend ventilatierooster volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de staaf (10, 11) enkel voor belasting op trek is vastgezet.
14. Brandwerend ventilatierooster volgens conclusie 9 of 10 en conclusie 12 of 13, met het kenmerk dat minstens één eerste genoemde staaf (10) doorheen de eerstgenoemde strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal (3) van elke lamel (2) is aangebracht en minstens één tweede genoemde staaf (11) doorheen de tweede strook eendimensionaal opzwelbaar materiaal (5) van elke lamel (2) is aangebracht.
15. Brandwerend ventilatierooster (1) volgens conclusie 14, met het kenmerk dat in lengterichting van de lamellen (2) gezien, elke eerste staaf (10) op een tussenafstand van elke tweede staaf (11) is opgesteld.
16. Brandwerend ventilatierooster (1) volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk dat minstens één eerste staaf (10) met behulp van een verbindingselement (16) op een begrensde tussenafstand van een corresponderende tweede staaf (11) gehouden wordt.
17. Brandwerend ventilatierooster (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eendimensionaal opzwelbare materiaal (3, 5) silicaatmateriaal omvat.
18. Brandwerend ventilatierooster (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het driedimensionaal opzwelbare materiaal (4) opzwelbaar grafiet omvat.