BE1022725B1 - Scherminrichting - Google Patents

Scherminrichting Download PDF

Info

Publication number
BE1022725B1
BE1022725B1 BE2015/5091A BE201505091A BE1022725B1 BE 1022725 B1 BE1022725 B1 BE 1022725B1 BE 2015/5091 A BE2015/5091 A BE 2015/5091A BE 201505091 A BE201505091 A BE 201505091A BE 1022725 B1 BE1022725 B1 BE 1022725B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
screen
screening device
profile
profiles
piece
Prior art date
Application number
BE2015/5091A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1022725A1 (nl
Inventor
Jonas Willem Maertens
John Peter Meinster
Original Assignee
Renson Sunprotection Screens Nv.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Renson Sunprotection Screens Nv. filed Critical Renson Sunprotection Screens Nv.
Priority to BE2015/5091A priority Critical patent/BE1022725B1/nl
Priority to EP16155909.1A priority patent/EP3059378B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022725A1 publication Critical patent/BE1022725A1/nl
Publication of BE1022725B1 publication Critical patent/BE1022725B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/40Roller blinds
    • E06B9/42Parts or details of roller blinds, e.g. suspension devices, blind boxes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/40Roller blinds
    • E06B9/42Parts or details of roller blinds, e.g. suspension devices, blind boxes
    • E06B9/50Bearings specially adapted therefor
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B2009/2423Combinations of at least two screens
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/40Roller blinds
    • E06B2009/405Two rollers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Overhead Projectors And Projection Screens (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een scherminrichting (1) met twee schermrollen (2, 4), die met behulp van twee bevestigingsstukken (14, 17) roteerbaar opgesteld zijn in respectievelijke schermkasten (3, 5) die onder een hoek (α) ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, waarbij de bevestigingsstukken (14, 17) ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn tussen een eerste positie, waarbij ze los zijn van de schermkasten (3, 5) en een tweede positie, waarbij ze met behulp van aangrijpelementen (15, 16, 18, 19) aangrijpen achter aangrijpelementen (10, 11, 12, 13) van de bovenprofielen (6, 7) en achterprofielen (8, 9) van de schermkasten (3, 5).

Description

SCHERMTNRTCHTTNG
Deze uitvinding betreft een scherminrichting omvattende: - een eerste schermrol, die roteerbaar opstelbaar is in een eerste schermkast; - een tweede schermrol, die roteerbaar opstelbaar is in een tweede schermkast; - een eerste bovenprofiel en een tweede bovenprofiel, die de eerste schermkast, respectievelijk de tweede schermkast aan de bovenzijde begrenzen; - en een eerste achterprofiel en een tweede achterprofiel, die de eerste schermkast, respectievelijk de tweede schermkast aan de achterzijde begrenzen; waarbij de schermkasten in gemonteerde toestand van de scherminrichting onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.
Steeds vaker worden glaspartijen die onder een hoek ten opzichte van elkaar opgesteld staan, tot op deze hoek in glas uitgevoerd, zodat het zicht doorheen deze glaspartijen niet gehinderd wordt door een hoekkolom of een hoekprofiel. Bij dergelijke glaspartijen wenst men ook scherminrichtingen op te stellen met op- en afrolbare schermen waarmee de glaspartij ook tot op deze hoek afgeschermd kan worden. De schermkasten van deze scherminrichtingen dienen dan voor deze glaspartijen opgesteld te worden tot op deze hoek. Om esthetische redenen wenst men deze schermkasten daarbij ook onder deze hoek op elkaar te laten aansluiten, dit bij voorkeur zonder zichtbare bevestigingsmiddelen.
Schermrollen waarop de schermen van scherminrichtingen op- en afrolbaar zijn, worden typisch roteerbaar in deze schermkasten aangebracht door deze roteerbaar aan kopschotten van deze schermkasten te bevestigen. Waar men deze schermkasten onder een hoek op elkaar wenst te laten aansluiten, is het echter niet mogelijk om in deze hoek een dergelijk kopschot te voorzien. Er is dan ook nood aan alternatieve bevestigingsmiddelen om een schermrol in dergelijke situaties in een schermkast op te kunnen nemen. Dergelijke bevestigingsmiddelen dienen voldoende stevig en robuust te zijn om wisselende belastingen bij op- en afrollen van een scherm en/of bij windbelastingen, enz. op te kunnen vangen.
Het doel van deze uitvinding is om een oplossing te vinden om schermrollen bij scherminrichtingen, in situaties waar aan de uiteinden van de schermkasten geen kopschot voorzien kan worden, roteerbaar in deze schermkast te bevestigen.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een scherminrichting omvattende: - een eerste schermrol, die roteerbaar opstelbaar is in een eerste schermkast; - een tweede schermrol, die roteerbaar opstelbaar is in een tweede schermkast; - een eerste bovenprofiel en een tweede bovenprofiel, die de eerste schermkast, respectievelijk de tweede schermkast aan de bovenzijde begrenzen; - een eerste achterprofiel en een tweede achterprofiel, die de eerste schermkast, respectievelijk de tweede schermkast aan de achterzijde begrenzen; waarbij de schermkasten in gemonteerde toestand van de scherminrichting onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld; waarbij elk bovenprofiel en elk achterprofiel naar de binnenzijde van de schermkast toe een aangrijpelement omvat; en waarbij de scherminrichting: - een eerste bevestigingsstuk omvat, dat een eerste aangrijpelement omvat om achter het aangrijpelement van het eerste bovenprofiel aan te grijpen en een tweede aangrijpelement omvat om achter het aangrijpelement van het tweede bovenprofiel aan te grijpen; - en een tweede bevestigingsstuk omvat, dat een eerste aangrijpelement omvat om achter het aangrijpelement van het eerste achterprofiel aan te grijpen en een tweede aangrijpelement omvat om achter het aangrijpelement van het tweede achterprofiel aan te grijpen; waarbij het eerste bevestigingsstuk en het tweede bevestigingsstuk ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn tussen een eerste positie waarbij de aangrijpelementen van de bevestigingsstukken vrij beweegbaar zijn ten opzichte van de aangrijpelementen van de profielen en een tweede positie waarbij de aangrijpelementen van de bevestigingsstukken aangrijpen achter de aangrijpelementen van de profielen en waarbij elke schermrol roteerbaar bevestigbaar is aan een genoemd bevestigingsstuk om deze roteerbaar in de respectievelijke schermkast op te stellen.
Dergelijke bevestigingsstukken kan men eenvoudig en toch bijzonder stevig fixeren ten opzichte van de bovenprofielen en achterprofielen van de schermkasten van een dergelijke scherminrichting. In gemonteerde toestand van de scherminrichting kunnen deze bevestigingsstukken volledig in de schermkasten opgenomen worden, zodat het esthetische beeld van de schermkasten op de hoek niet verstoord dient te worden door bevestigingsmiddelen. In plaats van de schermrollen roteerbaar te bevestigen aan kopschotten, kan men deze nu roteerbaar bevestigen aan deze bevestigingsstukken.
Naar de eenvoud van montage toe, zullen de schermkasten van een scherminrichting volgens deze uitvinding steeds een genoemd bovenprofiel en een genoemd achterprofiel omvatten. Dit bovenprofiel en dit achterprofiel kunnen als afzonderlijke profielen voorzien worden, maar maken voorkeurdragend deel uit van eenzelfde profiel dat nog meer voorkeurdragend hoofdzakelijk als een L-profiel is uitgevoerd. De bovenprofielen sluiten bij voorkeur in verstek op elkaar aan, terwijl de achterprofielen bij voorkeur onder de genoemde hoek op elkaar aansluiten.
Aan de voorzijde van de schermkasten van een scherminrichting volgens deze uitvinding kan een voorprofiel voorzien worden om de schermkast aan de voorzijde te begrenzen. Meestal dient een dergelijk voorprofiel ook om de schermkasten aan de voorzijde esthetisch af te werken. Het is echter ook mogelijk om de schermkasten aan de voorzijde bijvoorbeeld te begrenzen door een stuk wand van een nis waarin de schermrollen van de scherminrichting opgenomen worden. In een dergelijke nis zal men voor de eenvoud van montage toch ook steeds een genoemd bovenprofiel en een genoemd achterprofiel opnemen. Een voorprofiel is dan echter niet steeds noodzakelijk.
De onderzijde van de schermkasten van een scherminrichting volgens deze uitvinding worden typisch zoals bij de gekende inrichtingen gedeeltelijk afgeschermd met een profiel dat nog een opening vrijlaat waardoorheen het scherm op de schermrol op- en afgerold kan worden.
Het eerste bevestigingsstuk en het tweede bevestigingsstuk van een scherminrichting volgens deze uitvinding omvatten bij voorkeur respectievelijk een eerste spanvlak en een tweede spanvlak, die voorzien zijn om in de tweede positie van de bevestigingsstukken elkaar te raken en onder een hoek ten opzichte van elk van de genoemde profielen te staan. De scherminrichting omvat dan verder ook stelmiddelen, om de spanvlakken tijdens de verplaatsingsbeweging van de bevestigingsstukken tegen elkaar aan te spannen, waarbij de spanvlakken ten opzichte van elkaar verschuiven.
De spanvlakken worden zo volgens het principe van wiggen tegen elkaar aangespannen, waardoor een grote kracht ontwikkeld kan worden waarmee de aangrijpelementen van de bevestigingsstukken achter de aangrijpelementen van de profielen aangrijpen.
De hoek waaronder de spanvlakken ten opzichte van de verschillende profielen staan, wordt bij voorkeur gekozen in functie van de afstanden die de aangrijpelementen van de bevestigingsstukken tijdens de verplaatsingsbeweging van de bevestigingsstukken dienen te overbruggen tot aan de aangrijpelementen van de profielen. Is deze afstand ten opzichte van de verschillende profielen gelijk, dan kan deze hoek 45° of iets groter of iets kleiner gekozen worden. Is deze afstand bijvoorbeeld groter van het aangrijpelement van het eerste bevestigingsstuk ten opzichte van het aangrijpelement van het bovenprofiel dan van het aangrijpelement van het tweede bevestigingsstuk ten opzichte van het aangrijpelement van het achterprofiel, dan wordt de kleinste hoek waaronder de spanvlakken ten opzichte van het bovenprofiel staan bij voorkeur ook groter gekozen dan de kleinste hoek waaronder de spanvlakken ten opzichte van het achterprofiel staan.
Bij voorkeur wordt een stelschroef gekozen als genoemde stelmiddelen.
Nog meer voorkeurdragend is een dergelijke stelschroef in de tweede positie van de bevestigingsstukken nagenoeg evenwijdig aan de achterprofielen opgesteld.
Verder is een dergelijke stelschroef bij voorkeur vanaf de onderzijde van de schermkast instelbaar opgesteld.
Bijzonder voorkeurdragend is de stelschroef vrij roteerbaar ten opzichte van het eerste bevestigingsstuk en grijpt deze in een boring in het tweede bevestigingsstuk aan om de positie van de bevestigingsstukken ten opzichte van elkaar in te stellen. Het eerste bevestigingsstuk is dan bij voorkeur voorzien van een borging, om de stelschroef in de tweede positie van de bevestigingsstukken te borgen.
Omgekeerd kan de stelschroef in het bijzonder bijvoorbeeld ook vrij roteerbaar zijn ten opzichte van het tweede bevestigingsstuk en grijpt deze in een boring in het eerste bevestigingsstuk aan om de positie van de bevestigingsstukken ten opzichte van elkaar in te stellen. Het tweede bevestigingsstuk is dan bij voorkeur voorzien van een borging, om de stelschroef in de tweede positie van de bevestigingsstukken te borgen.
Op deze manier kan er op een eenvoudige manier voor gezorgd worden dat met behulp van deze stelschroef de spanvlakken tegen elkaar aangetrokken kunnen worden, waarbij ze ten opzichte van elkaar kunnen bewegen om de nodige spanning op te bouwen.
In een bijzonder voorkeurdragende scherminrichting volgens deze uitvinding omvatten het eerste bevestigingsstuk en het tweede bevestigingsstuk respectievelijk een eerste geleidingsvlak en een tweede geleidingsvlak, die voorzien zijn om elkaar te raken om de verplaatsingsbeweging tussen de eerste positie en de tweede positie te geleiden, waarbij deze geleidingsvlakken onder een hoek ten opzichte van de spanvlakken van deze bevestigingsstukken staan.
Dankzij dergelijke geleidingsvlakken kan vermeden worden dat de bevestigingsstukken bij het tegen elkaar aanspannen van de spanvlakken ten opzichte van elkaar kantelen.
Het geleidingsvlak van het eerste bevestigingsstuk maakt bij een specifieke uitvoeringsvorm deel uit van een geleidingssleuf in dit eerste bevestigingsstuk en het geleidingsvlak van het tweede bevestigingsstuk maakt bij voorkeur deel uit van een geleidingsribbe in dit tweede bevestigingsstuk. Deze geleidingsribbe grijpt daarbij in de geleidingssleuf aan om de verplaatsingsbeweging tussen de eerste positie en de tweede positie te geleiden.
Omgekeerd zou het geleidingsvlak van het eerste bevestigingsstuk bijvoorbeeld ook deel kunnen uitmaken van een geleidingsribbe, waarbij het geleidingsvlak van het tweede bevestigingsstuk dan deel uitmaakt van een corresponderende geleidingssleuf.
Bij uitvoeringsvormen met een dergelijke geleidingssleuf en een dergelijke geleidingsribbe zijn de geleidingssleuf en de geleidingsribbe in de tweede positie van de bevestigingsstukken bij voorkeur hoofdzakelijk evenwijdig aan de achterprofielen opgesteld.
Bij uitvoeringsvormen met stelschroef en met dergelijke geleidingssleuf en geleidingsribbe, is de stelschroef bij voorkeur vrij roteerbaar ten opzichte van het eerste bevestigingsstuk of het tweede bevestigingsstuk, grijpt deze in een boring in de geleidingsribbe van het tweede bevestigingsstuk, respectievelijk het eerste bevestigingsstuk aan om de positie van de bevestigingsstukken ten opzichte van elkaar in te stellen en is het eerste bevestigingsstuk, respectievelijk het tweede bevestigingsstuk voorzien van een borging, om de stelschroef in de tweede positie van de bevestigingsstukken te borgen.
Om de bevestigingsstukken bij montage eenvoudig met hun aangrijpelementen achter de aangrijpelementen van de profielen te kunnen laten aangrijpen zijn het eerste aangrijpelement en het tweede aangrijpelement van het eerste bevestigingsstuk bij voorkeur op een tussenafstand van elkaar opgesteld.
Wanneer de bovenprofielen aan de voorzijde van de schermkasten op elkaar aansluiten tot in de hoek waaronder de schermkasten op elkaar aansluiten laat het eerste bevestigingsstuk daarbij in de tweede positie de bovenprofielen bij voorkeur grenzend aan deze hoek over een zeker afstand vrij.
In een specifieke uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding is minstens één aangrijpelement van een genoemd profiel uitgevoerd als een ribbe. Dit laat een eenvoudige productie van een dergelijk profiel toe. Deze ribbe maakt dan voorkeurdragend deel uit van een schroefkanaal, waarin men dan eventueel aan de andere zijde van de schermkast schroeven kan laten aangrijpen om hieraan een kopschot te bevestigen.
Om de schermrollen in een scherminrichting volgens deze uitvinding in de schermkasten op te nemen, zijn deze bij voorkeur roteerbaar bevestigbaar aan het eerste bevestigingsstuk. Dit kan bijvoorbeeld met één van de vele gekende manieren om schermrollen op een roteerbare manier te bevestigen aan kopschotten.
Om de bevestigingsstukken stevig in de schermkasten te bevestigen, omvat het eerste bevestigingsstuk verder bij voorkeur een raakvlak, dat in de tweede positie van de bevestigingsstukken een genoemd bovenprofiel raakt.
Het eerste bevestigingsstuk wordt voorkeurdragend per bovenprofiel van een dergelijk raakvlak voorzien. Deze raakvlakken kunnen daarbij ook deel uitmaken van éénzelfde raakvlak.
Het is ook mogelijk om het tweede bevestigingsstuk te voorzien van een raakvlak, dat in de tweede positie van de bevestigingsstukken een genoemd achterprofiel raakt. Dit tweede bevestigingsstuk kan ook per achterprofiel voorzien worden van een dergelijk raakvlak.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende scherminrichting volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - Figuur 1 een scherminrichting volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld; - Figuur 2 een deel van een scherminrichting volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld, ter hoogte van de aansluiting van beide schermkasten, waarbij de voorprofielen van de schermkasten zijn weggelaten; - Figuur 3 een uitvoeringsvorm van de bevestigingsstukken van een scherminrichting volgens deze uitvinding afzonderlijk in perspectief is weergegeven; - Figuur 4 de bevestigingsstukken uit figuur 3 afzonderlijk in doorsnede zijn weergegeven in hun eerste positie; - Figuur 5 de bevestigingsstukken uit figuur 3 afzonderlijk in doorsnede zijn weergegeven in hun tweede positie; - Figuur 6 in perspectief de bevestigingsstukken uit figuur 3 in gemonteerde toestand in het bovenprofiel en het achterprofiel van een schermkast zijn weergegeven, met het bovenprofiel en het achterprofiel in doorsnede en met een geleidingsstuk ter bevestiging van een schermrol in het eerste bevestigingsstuk aangebracht.
De in figuren 1 en 2 afgebeelde scherminrichting (1) omvat twee schermrollen (2, 4), die elk in een respectievelijke schermkast (3, 5) zijn opgenomen.
De schermkasten (3, 5) zijn onder een hoek (α) ten opzichte van elkaar opgesteld. Elke schermkast (3, 5) omvat een bovenprofiel (6, 7) om zijn bovenzijde te begrenzen, een achterprofiel (8, 9) om zijn achterzijde te begrenzen, een voorprofiel (34, 35) om zijn voorzijde te begrenzen en een niet afgebeeld onderprofiel om zijn onderzijde gedeeltelijk te begrenzen. Het onderprofiel laat telkens een opening vrij, zodat een scherm (32, 33) zich doorheen deze opening kan uitstrekken. In elke schermkast (3, 5) maken het bovenprofiel (6, 7) en het achterprofiel (8, 9) deel uit van een zelfde L-vormig profiel (6, 8, 7, 9). De bovenprofielen (6, 7) en onderprofielen van de schermkasten (3, 5) sluiten in verstek op elkaar aan. De achterprofielen (6, 7) en de voorprofielen (34, 35) van de schermkasten (3, 5) sluiten onder de genoemde hoek (α) op elkaar aan.
De schermrollen (2, 4) zijn elk roteerbaar omheen een respectievelijke schermrolas (36, 37). Gezien deze schermrolassen (36, 37) zich volgens de lengterichting van de schermkasten (3, 5) uitstrekken, zijn deze schermrolassen (36, 37) hierdoor ook onder de genoemde hoek (α) ten opzichte van elkaar opgesteld.
Aan elk van de schermrollen (2, 4) is een scherm (32, 33) aan één van zijn uiteinden bevestigd. Gezien de schermrollen (2, 4) roteerbaar zijn opgesteld rond hun schermrolas (36, 37), zijn de hieraan bevestigde schermen (32, 33) op de respectievelijke schermrol (2, 4) op- en afrolbaar.
Aan het uiteinde van de schermen (32, 33) tegenovergesteld aan het uiteinde waarmee ze aan de respectievelijke schermrol (2, 4) zijn bevestigd, is telkens een onderlat (38, 39) bevestigd, zodat de schermen (32, 33) onder het gewicht van deze onderlat (38, 39) kunnen doorhangen. In de hoek (α) zijn de onderlatten (38, 39) onderling verbonden.
Aan de laterale zijde van de schermen (32, 33), weg van de hoek (α), zijn scherm- en latgeleiders (40, 41) opgesteld, voor het geleiden van de corresponderende laterale zijden van de schermen (32, 33) en de hieraan bevestigde onderlatten (38, 39) tijdens op- en afrollen van de schermen (32, 33).
Om de schermrollen (2, 4) roteerbaar in de schermkasten (3, 5) op te stellen, omvat de afgebeelde scherminrichting (1) twee bevestigingsstukken (14, 17), zoals te zien is in de figuren 2-6.
De schermrollen (2, 4) zijn met hun schermrolas (36, 37) roteerbaar aangebracht in een geleidingsstuk (44, 45), dat bevestigd is in een sleuf (47) in het eerste bevestigingsstuk (14).
Het eerste bevestigingsstuk (14) en het tweede bevestigingsstuk (17) zijn onderling koppelbaar met behulp van een stelschroef (22) (figuren 2, 4-5). In gekoppelde toestand zijn de bevestigingsstukken (14, 17) met behulp van deze stelschroef (22) onderling verplaatsbaar tussen een eerste positie, zoals afgebeeld in figuur 4, en een tweede positie, zoals afgebeeld in figuur 5.
In gemonteerde toestand van de scherminrichting (1), bevinden de bevestigingsstukken (14, 17) zich in hun tweede positie, waarbij ze met behulp van aangrijpelementen (15, 16, 18, 19) aangrijpen achter ribben (10, 11, 12, 13) van de bovenprofielen (6, 7) en de achterprofielen (8, 9), zoals te zien is in figuren 2 en 6. Elk bovenprofiel (6, 7) en elk achterprofiel (8, 9) omvat een schroefkanaal waarvan de genoemde ribben (10, 11, 12, 13) deel uitmaken. Aan het andere uiteinde van de schermkasten (3, 5) kan zo een kopschot aan de schermkast (3, 5) bevestigd worden, door het laten aangrijpen van schroeven in deze schroefkanalen. Aan het afgebeelde uiteinde van de schermkasten (3, 5) dienen deze schroefkanalen om hierachter de aangrijpelementen (15, 16, 18, 19) van de bevestigingsstukken (14, 17) te laten aangrijpen.
In gemonteerde toestand grijpt: - het eerste aangrijpelement (15) van het eerste bevestigingsstuk (14) aan achter het aangrijpelement (10) van het eerste bovenprofiel (6); - het tweede aangrijpelement (16) van het eerste bevestigingsstuk (14) aan achter het aangrijpelement (11) van het tweede bovenprofiel (7); - het eerste aangrijpelement (18) van het tweede bevestigingsstuk (17) aan achter het aangrijpelement (12) van het eerste achterprofiel (8); - het tweede aangrijpelement (19) van het tweede bevestigingsstuk (17) aan achter het aangrijpelement (13) van het tweede achterprofiel (9).
Om de bevestigingsstukken (14, 17) in de schermkasten (3, 5) aan te kunnen brengen, dienen deze eerst in hun eerste positie gebracht te worden, waarbij hun aangrijpelementen (15, 16, 18, 19) vrij kunnen bewegen ten opzichte van de aangrijpelementen (10, 11, 12, 13) van de bovenprofielen (6, 7) en de achterprofielen (8, 9).
Om de bevestigingsstukken (14, 17) in hun eerste positie in de L-vormige profielen (6, 8, 7, 9), die op elkaar aansluiten, aan te kunnen brengen, bevinden het eerste aangrijpelement (15) en het tweede aangrijpelement (16) van het eerste bevestigingsstuk (14) zich op een tussenafstand van elkaar, zodanig dat in gemonteerde toestand het eerste bevestigingsstuk (14) de bovenprofielen (6, 7) aan de voorzijde van de schermkasten (3, 5) grenzend aan de hoek (α) over een zekere afstand vrij laat.
Na aanbrengen van de bevestigingsstukken (14, 17) in de L-vormige profielen (6, 8, 7, 9) kunnen deze met behulp van de stelschroef (22) in hun tweede positie gebracht worden. De stelschroef (22) kan hierbij vrij roteren ten opzichte van het eerste bevestigingsstuk (14) en grijpt in een boring (31) in een geleidingsribbe (26) van het tweede bevestigingsstuk (17) aan. Het eerste bevestigingsstuk (14) is voorzien van een borging (30), waarin de stelschroef (22) geborgd wordt.
Het eerste bevestigingsstuk (14) omvat een geleidingssleuf (25), waarin de geleidingsribbe (26) van het tweede bevestigingsstuk (17) aangrijpt om de verplaatsingsbeweging tussen de eerste positie en de tweede positie te geleiden. De geleidingssleuf (25) en de geleidingsribbe (26) zorgen er ook voor dat de bevestigingsstukken (14, 17) niet gaan kantelen ten opzichte van elkaar tijdens de verplaatsingsbeweging van de eerste positie naar de tweede positie. De geleidingssleuf (25) en de geleidingsribbe (26) strekken zich hoofdzakelijk evenwijdig aan de achterprofielen (8, 9) uit. Op deze manier is het mogelijk om de stelschroef (22) van onderuit te bedienen. Om productietechnische redenen zijn de geleidingssleuf (25) en de geleidingsribbe (26) wel van een lossingshoek voorzien. De geleidingsribbe (26) verschuift tijdens de verplaatsingsbeweging hoofdzakelijk verticaal ten opzichte van de geleidingssleuf (25). Deze geleidingsribbe (26) kan echter ook over een beperkte afstand dwars op deze richting verplaatsen ten opzichte van de geleidingssleuf (25), dit, tijdens de verplaatsingsbeweging naar de tweede positie, naar de achterprofielen (8, 9) toe.
Het eerste bevestigingsstuk (14) en het tweede bevestigingsstuk (17) omvatten respectievelijk een eerste spanvlak (20) en een tweede spanvlak (21). Deze spanvlakken (20, 21) staan onder een hoek ten opzichte van elk van de bovenprofielen (6, 7) en achterprofielen (8, 9). Tijdens de verplaatsingsbeweging worden deze spanvlakken (20, 21) eerst tegen elkaar aangetrokken, waarna ze ten opzichte van elkaar verschuiven en de geleidingsribbe (26) over de genoemde dwarse afstand ten opzichte van de geleidingssleuf (25) verschuift totdat de stelschroef (22) volledig geborgd is in de borging (30) van het eerste bevestigingsstuk (14). Tijdens deze dwarse verplaatsing wordt volgens het principe van wiggen een kracht opgebouwd waarmee de aangrijpelementen (15, 16, 18, 19) van de bevestigingsstukken (14, 17) achter de aangrijpelementen (10, 11, 12, 13) van de bovenprofielen (6, 7) en de achterprofielen (8, 9) aangrijpen. Op deze manier wordt een bijzonder stevige verbinding tussen de bevestigingsstukken (14, 17) en de bovenprofielen (6, 7) en achterprofielen (8, 9) bekomen. De bevestigingsmiddelen (14, 17, 22) kunnen hierbij ook volledig in de schermkasten (3, 5) opgenomen worden, zodat bij de schermkasten (3, 5) in gemonteerde toestand van de scherminrichting (1) geen bevestigingsmiddelen op deze hoek (α) zichtbaar zijn. Gezien de aangrijpelementen (18, 19) van het tweede bevestigingsstuk (17) een kleinere afstand dienen af te leggen tot aan de aangrijpelementen (12, 13) van de achterprofielen (8, 9) dan de aangrijpelementen (15, 16) van het eerste bevestigingsstuk (14) dienen af te leggen tot aan de aangrijpelementen (10, 11) van de bovenprofielen (6, 7), is de hoek die de spanvlakken (20, 21) maken ten opzichte van de achterprofielen (8, 9) kleiner genomen dan de hoek die de spanvlakken (20, 21) maken ten opzichte van de bovenprofielen (6, 7).
Om de verplaatsingsbeweging van de bevestigingsstukken (14, 17) ook te geleiden ten opzichte van de bovenprofielen (6, 7) en de achterprofielen (8, 9) omvat het eerste bevestigingsstuk (14) per bovenprofiel (6, 7) een raakvlak (27, 28), dat in de tweede positie van de bevestigingsstukken (14, 17) het respectievelijke bovenprofiel (6, 7) raakt. Deze raakvlakken (27, 28) spelen ook een grote rol in de stevigheid van de bekomen verbinding.
De afgebeelde scherminrichting (1) is verder voorzien van aandrijfmiddelen (42, 43) voor het synchroon aandrijven van beide schermrollen (2, 4). Met onderling verbonden onderlatten (38, 39), dienen de schermen namelijk steeds tegelijk op en af de schermrollen (2, 4) gerold te kunnen worden. Specifiek omvatten de aandrijfmiddelen (42, 43) van de afgebeelde scherminrichting (1) een tandwieloverbrenging (42, 43) met conische tandwielen (42, 43), voor overbrengen van de aandrijving van één van beide schermrollen (2, 4) ter aandrijving van de andere van beide schermrollen (4, 2).

Claims (15)

  1. CONCLUSIES
    1. Scherminrichting (1) omvattende: - een eerste schermrol (2), die roteerbaar opstelbaar is in een eerste schermkast (3); - een tweede schermrol (4), die roteerbaar opstelbaar is in een tweede schermkast (5); - een eerste bovenprofiel (6) en een tweede bovenprofiel (7), die de eerste schermkast (3), respectievelijk de tweede schermkast (5) aan de bovenzijde begrenzen; - een eerste achterprofiel (8) en een tweede achterprofiel (9), die de eerste schermkast (3), respectievelijk de tweede schermkast (5) aan de achterzijde begrenzen; waarbij de schermkasten (3, 5) in gemonteerde toestand van de scherminrichting (1) onder een hoek (α) ten opzichte van elkaar zijn opgesteld; met het kenmerk dat - elk bovenprofiel (6, 7) en elk achterprofiel (8, 9) naar de binnenzijde van de schermkast (3, 5) toe een aangrijpelement (10, 11, 12, 13) omvat; en dat de scherminrichting (1): - een eerste bevestigingsstuk (14) omvat, dat een eerste aangrijpelement (15) omvat om achter het aangrijpelement (10) van het eerste bovenprofiel (6) aan te grijpen en een tweede aangrijpelement (16) omvat om achter het aangrijpelement (11) van het tweede bovenprofiel (7) aan te grijpen; - en een tweede bevestigingsstuk (17) omvat, dat een eerste aangrijpelement (18) omvat om achter het aangrijpelement (12) van het eerste achterprofiel (8) aan te grijpen en een tweede aangrijpelement (19) omvat om achter het aangrijpelement (13) van het tweede achterprofiel (9) aan te grijpen; waarbij het eerste bevestigingsstuk (14) en het tweede bevestigingsstuk (17) ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn tussen een eerste positie waarbij de aangrijpelementen (15, 16, 18, 19) van de bevestigingsstukken (14, 17) vrij beweegbaar zijn ten opzichte van de aangrijpelementen (10, 11, 12, 13) van de profielen (6, 7, 8, 9) en een tweede positie waarbij de aangrijpelementen (15, 16, 18, 19) van de bevestigingsstukken (14, 17) aangrijpen achter de aangrijpelementen (10, 11, 12, 13) van de profielen (6, 7, 8, 9) en waarbij elke schermrol (2, 4) roteerbaar bevestigbaar is aan een genoemd bevestigingsstuk (14, 17) om deze roteerbaar in de respectievelijke schermkast (3, 5) op te stellen.
  2. 2. Scherminrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het eerste bevestigingsstuk (14) en het tweede bevestigingsstuk (17) respectievelijk een eerste spanvlak (20) en een tweede spanvlak (21) omvatten, die voorzien zijn om in de tweede positie van de bevestigingsstukken (14, 17) elkaar te raken en onder een hoek ten opzichte van elk van de genoemde profielen (6, 7, 8, 9) te staan en dat de scherminrichting (1) stelmiddelen (22) omvat, om de spanvlakken (20, 21) tijdens de verplaatsingsbeweging van de bevestigingsstukken (14, 17) tegen elkaar aan te spannen, waarbij de spanvlakken (20, 21) ten opzichte van elkaar verschuiven.
  3. 3. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de scherminrichting (1) een stelschroef (22) als genoemde stelmiddelen (22) omvat.
  4. 4. Scherminrichting (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de stelschroef (22) in de tweede positie van de bevestigingsstukken (14, 17) nagenoeg evenwijdig aan de achterprofielen (8, 9) is opgesteld.
  5. 5. Scherminrichting (1) volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat de stelschroef (22) vanaf de onderzijde van de schermkasten (3, 5) instelbaar is opgesteld.
  6. 6. Scherminrichting volgens één van de conclusies 3 tot 5, met het kenmerk dat de stelschroef (22) vrij roteerbaar is ten opzichte van het eerste bevestigingsstuk (14) en in een boring (31) in het tweede bevestigingsstuk (17) aangrijpt om de positie van de bevestigingsstukken (14, 17) ten opzichte van elkaar in te stellen en dat het eerste bevestigingsstuk (14) een borging (30) omvat, om de stelschroef (22) te borgen in de tweede positie van de bevestigingsstukken (14, 17).
  7. 7. Scherminrichting (1) volgens één van de conclusies 2 tot 6, met het kenmerk dat het eerste bevestigingsstuk (14) en het tweede bevestigingsstuk (17) respectievelijk een eerste geleidingsvlak (23) en een tweede geleidingsvlak (24) omvatten, die voorzien zijn om elkaar te raken om de verplaatsingsbeweging tussen de eerste positie en de tweede positie te geleiden, waarbij deze geleidingsvlakken (23, 24) onder een hoek ten opzichte van de spanvlakken (20, 21) van deze bevestigingsstukken (14, 17) staan.
  8. 8. Scherminrichting (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het geleidingsvlak (23) van het eerste bevestigingsstuk (14) deel uitmaakt van een geleidingssleuf (25) in dit eerste bevestigingsstuk (14) en dat het geleidingsvlak (24) van het tweede bevestigingsstuk (17) deel uitmaakt van een geleidingsribbe (26) in dit tweede bevestigingsstuk (17) en dat de geleidingsribbe (26) in de geleidingssleuf (25) aangrijpt om de verplaatsingsbeweging tussen de eerste positie en de tweede positie te geleiden.
  9. 9. Scherminrichting (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de geleidingssleuf (25) en de geleidingsribbe (26) in de tweede positie van de bevestigingsstukken (14, 17) hoofdzakelijk evenwijdig aan de achterprofielen (8, 9) zijn opgesteld.
  10. 10. Scherminrichting (1) volgens conclusie 6 en conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat de stelschroef (22) in een boring (31) in de geleidingsribbe (26) van het tweede bevestigingsstuk (17) aangrijpt om de positie van de bevestigingsstukken (14, 17) ten opzichte van elkaar in te stellen.
  11. 11. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste aangrijpelement (15) en het tweede aangrijpelement (16) van het eerste bevestigingsstuk (14) op een tussenafstand van elkaar zijn opgesteld.
  12. 12. Scherminrichting (1) volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de bovenprofielen (6, 7) aan de voorzijde van de schermkasten (3, 5) op elkaar aansluiten tot in de hoek (α) waaronder de schermkasten (3, 5) op elkaar aansluiten en dat het eerste bevestigingsstuk (14) in de tweede positie de bovenprofielen (6, 7) grenzend aan deze hoek (α) over een zekere afstand vrij laat.
  13. 13. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat minstens één aangrijpelement (10, 11, 12, 13) van een genoemd profiel (6, 7, 8, 9) uitgevoerd is als een ribbe (10, 11, 12, 13).
  14. 14. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de schermrollen (2, 4) roteerbaar bevestigbaar zijn aan het eerste bevestigingsstuk (14).
  15. 15. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste bevestigingsstuk (14) een raakvlak (27, 28) omvat, dat in de tweede positie van de bevestigingsstukken (14, 17) een genoemd bovenprofiel (6, 7) raakt.
BE2015/5091A 2015-02-18 2015-02-18 Scherminrichting BE1022725B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5091A BE1022725B1 (nl) 2015-02-18 2015-02-18 Scherminrichting
EP16155909.1A EP3059378B1 (en) 2015-02-18 2016-02-16 Screen device

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5091A BE1022725B1 (nl) 2015-02-18 2015-02-18 Scherminrichting

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1022725A1 BE1022725A1 (nl) 2016-08-24
BE1022725B1 true BE1022725B1 (nl) 2016-08-24

Family

ID=53397743

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5091A BE1022725B1 (nl) 2015-02-18 2015-02-18 Scherminrichting

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3059378B1 (nl)
BE (1) BE1022725B1 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5161593A (en) * 1990-01-22 1992-11-10 Sanwa Shutter Corporation Shutter assembly for a bay window
WO2014145333A1 (en) * 2013-03-15 2014-09-18 Fleischman Jacob Retractable wall system and adaptor components

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5161593A (en) * 1990-01-22 1992-11-10 Sanwa Shutter Corporation Shutter assembly for a bay window
WO2014145333A1 (en) * 2013-03-15 2014-09-18 Fleischman Jacob Retractable wall system and adaptor components

Also Published As

Publication number Publication date
BE1022725A1 (nl) 2016-08-24
EP3059378A1 (en) 2016-08-24
EP3059378B1 (en) 2017-08-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9879458B2 (en) Easily displaceable sliding door
US20090152422A1 (en) Adjustable Mounting Bracket for Roller Blind
US9267326B2 (en) Drive assisted roller assembly for rolling door
EP3140488B1 (en) Screen device
DK3176355T3 (en) Shutter
US5018306A (en) Bearing device for sliding leaf of doors, windows or the like
US10526842B2 (en) Mounting arrangement
BE1022725B1 (nl) Scherminrichting
BE1022724B1 (nl) Scherminrichting
BE1023552B1 (nl) Geleidingsinrichting voor het geleiden van een opgericht scherm en werkwijze voor het monteren van een geleidingsprofiel van een dergelijke geleidingsinrichting aan een deur- of raamprofiel
JP5012223B2 (ja) 移動式間仕切装置のストッパー装置
KR101307156B1 (ko) 스크린 양단부의 겹침이 가능한 롤스크린장치
BE1018779A5 (nl) Profielbevestigingssysteem.
CA3037510A1 (en) Glass sliding doors with clamps to hold the glass on an upper edge therof and a permeter frame
BE1030065B1 (nl) Samenstel van een scherminrichting en bevestigingsmiddelen ter bevestiging van een schermkast van deze scherminrichting
BE1022876B1 (nl) Scherminrichting
JP7295730B2 (ja) 引き戸装置
CN110273608B (zh) 门窗滑轮、门窗扇体及门窗
CA2875026C (en) Low headroom curtain riser for a roll-up door, and roll-up door using the same
JP2008180066A (ja) 移動式間仕切装置の隙間閉塞装置
BE1020807A3 (nl) Scherminrichting.
BE1023251B1 (nl) Scherminrichting
JP2014214475A (ja) 引き戸の連動装置
NL2001449C2 (nl) Ketting.
CN212642542U (zh) 一种用在异形玻璃幕墙的遮光构件

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190228