BE1023251B1

BE1023251B1 - Scherminrichting

Info

Publication number: BE1023251B1
Application number: BE2015/5438A
Authority: BE
Inventors: Jonas Willem Maertens; Frene Joost Benjamin Renaat De
Original assignee: Renson Sunprotection Screens N.V.
Priority date: 2015-07-10
Filing date: 2015-07-10
Publication date: 2017-01-11
Also published as: BE1023251A1

Abstract

Deze uitvinding betreft een scherminrichting (1) omvattende een scherm (2), een eerste schermgeleider (4) voor het geleiden van een eerste laterale zijde van het scherm (2) en een tweede schermgeleider (5) voor het geleiden van de tweede laterale zijde van het scherm (2), waarbij de eerste schermgeleider (4) in gemonteerde toestand vast is opgesteld in de scherminrichting (1) en waarbij de tweede schermgeleider (5) in gemonteerde toestand verend is aangebracht in de scherminrichting (1), voor het zijdelings verend opspannen van het scherm (2).

Description

SCHERMINRICHTING

Deze uitvinding betreft een scherminrichting omvattende een scherm, een eerste schermgeleider voor het geleiden van een eerste laterale zijde van het scherm en een tweede schermgeleider voor het geleiden van de tweede laterale zijde van het scherm.

Een scherminrichting volgens deze uitvinding wordt meestal gebruikt om een deur-of raamopening af te schermen of een terras te overkappen. Het scherm van een dergelijke scherminrichting kan hierbij op- en afrolbaar zijn op een schermrol, maar kan ook vast opgesteld zijn. De laterale zijden worden typisch gevat in een genoemde schermgeleider om bijvoorbeeld windbelastingen op te kunnen vangen, zonder dat het scherm heen en weer kan slaan, gaat klapperen, enz. en deze schermgeleider wordt op zijn beurt typisch in een holte in een zijgeleider aangebracht, met verende elementen tussen de schermgeleider en de zijgeleider, zodat het scherm zijdelings opgespannen wordt en mooi vlak blijft hangen en zodat belastingen op het scherm worden opgevangen, zonder dat dit scherm gaat scheuren.

Er is echter een stijgende trend om gebouwen van steeds grotere glaspartijen te voorzien om een zo groot mogelijk ongehinderd zicht op de buitenomgeving toe te laten. Wanneer men voor dergelijke glaspartijen een scherminrichting met op- en afrolbaar scherm wenst te voorzien, dan is het vaak niet mogelijk om hiertoe één enkele schermrol te voorzien. Steeds vaker dienen meerdere schermrollen hiertoe aan elkaar grenzend opgesteld te worden, zoals bijvoorbeeld afgebeeld is in WO 2005/040542 A2, DE 35 00 661 C2 of NL 8 701 776 A.

Ook worden glaspartijen die onder een hoek ten opzichte van elkaar opgesteld staan, steeds vaker tot op deze hoek in glas uitgevoerd, zodat het zicht doorheen deze glaspartijen niet gehinderd wordt door een hoekkolom of een hoekprofiel. Een scherminrichting die voor een dergelijke glaspartij opgesteld wordt, omvat dan ook minstens twee schermrollen die onder de genoemde hoek ten opzichte van elkaar en aan elkaar grenzend zijn opgesteld, zoals bijvoorbeeld beschreven is in BE 2015/5090.

In beide situaties dienen ook afzonderlijke schermen op deze schermrollen op- en afrolbaar voorzien te worden, die typisch synchroon aangedreven worden, om deze verschillende schermrollen dan toch als een geheel te laten functioneren.

Het wordt bij dergelijke scherminrichtingen echter vaak als storend ervaren wanneer tussen beide schermen een genoemde zij geleider wordt opgesteld voor het verend opspannen van het scherm, zodat het zicht doorheen de glaspartijen alsnog onderbroken wordt door een profiel.

Ook bij andere types scherminrichtingen komt het voor dat een zij geleider met een schermgeleider die voorzien is voor het verend opspannen van het scherm als storend wordt ervaren, terwijl men toch de voordelen van het hiermee zijdelings opspannen van het scherm wenst te behouden.

Het doel van deze uitvinding is om het storende effect van een genoemde zij geleider te verhelpen of minstens te beperken, zonder dat de voordelen van het hiermee zijdelings opspannen van het scherm verloren gaan.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een scherminrichting omvattende een scherm, een eerste schermgeleider voor het geleiden van een eerste laterale zijde van het scherm en een tweede schermgeleider voor het geleiden van de tweede laterale zijde van het scherm, waarbij de eerste schermgeleider in gemonteerde toestand vast is opgesteld in de scherminrichting en waarbij de tweede schermgeleider in gemonteerde toestand verend is aangebracht in de scherminrichting, voor het zijdelings verend opspannen van het scherm.

Er werd vastgesteld dat het volstaat om slechts aan één zijde van het scherm een schermgeleider verend aan te brengen in de scherminrichting voor het verend opspannen van dit scherm om de gewenste effecten van dit opspannen van het scherm te bekomen. De andere zijde van dit scherm kan hiertoe louter geleid worden in een vast opgestelde schermgeleider. In een dergelijke scherminrichting kan de vast opgestelde schermgeleider beduidend slanker uitgevoerd worden dan het geheel van de verend opgestelde schermgeleider met de middelen om deze verend op te stellen. Op plaatsen waar een verend opgestelde schermgeleider aan één zijde van het scherm als storend zou ervaren worden, kan deze verend opgestelde schermgeleider nu volgens de uitvinding vervangen worden door een vast opgestelde schermgeleider.

Om de verende opgestelde schermgeleider verend op te stellen in de scherminrichting, kan deze meer specifiek in gemonteerde toestand opgenomen zijn in een holte van een zijgeleider van de scherminrichting, waarbij één of meerdere verende elementen in deze holte tussen deze schermgeleider en deze zijgeleider zijn aangebracht, of deel uitmaken van de schermgeleider of de zijgeleider, voor het zijdelings verend opspannen van het scherm.

Om de laterale zijden van het scherm te geleiden in de respectievelijke schermgeleiders, kunnen deze laterale zijden meer specifiek voorzien zijn van een verdikking en kunnen de schermgeleiders meer specifiek voorzien zijn van een zich in langsrichting van de schermgeleider uitstrekkende holte, voor het opnemen van de corresponderende verdikking van het scherm.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat een scherminrichting volgens deze uitvinding een schermrol, waarop het scherm op- en afrolbaar is aangebracht.

Een bijzondere uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding omvat een tweede scherm, dat in gemonteerde toestand van de scherminrichting grenzend aan het eerstgenoemde scherm is opgesteld, een derde schermgeleider, voor het geleiden van de laterale zijde van het tweede scherm, grenzend aan het eerstgenoemde scherm en een vierde schermgeleider, voor het geleiden van de andere laterale zijde van het tweede scherm. De derde schermgeleider, is bij een dergelijke uitvoeringsvorm in gemonteerde toestand bij voorkeur vast opgesteld, terwijl de vierde schermgeleider in een dergelijke uitvoeringsvorm in gemonteerde toestand bij voorkeur verend is aangebracht in de scherminrichting, voor het zijdelings verend opspannen van het tweede scherm. Tussen beide schermen zijn bij een dergelijke uitvoeringsvorm dan vast opgestelde schermgeleiders voorzien, die veel slanker uitgevoerd kunnen worden dan verend aangebrachte schermgeleiders voor het verend opspannen van de schermen samen met de middelen voor het verend aanbrengen van deze schermgeleiders. Wanneer een dergelijke scherminrichting voor een glaspartij is opgesteld, zorgen dergelijke vast opgestelde geleiders dan voor minimale hinder van het zicht doorheen deze glaspartij.

Om de vierde schermgeleider verend op te stellen in de scherminrichting, kan deze meer specifiek in gemonteerde toestand opgenomen zijn in een holte van een zijgeleider van de scherminrichting, waarbij één of meerdere verende elementen in deze holte tussen deze vierde schermgeleider en deze zijgeleider zijn aangebracht, of deel uitmaken van de vierde schermgeleider of deze zijgeleider, voor het zijdelings verend opspannen van het tweede scherm.

Om de laterale zijden van het tweede scherm te geleiden in de respectievelijke schermgeleiders, kunnen deze laterale zijden meer specifiek voorzien zijn van een verdikking en kunnen de derde en de vierde schermgeleiders meer specifiek voorzien zijn van een zich in langsrichting van de schermgeleider uitstrekkende holte, voor het opnemen van de corresponderende verdikking van het tweede scherm.

Een genoemde scherminrichting met twee schermen omvat verder bij voorkeur een tweede schermrol, waarop het tweede scherm op- en afrolbaar is aangebracht.

De genoemde vast opgestelde schermgeleiders van een genoemde scherminrichting met twee schermen maken bij voorkeur deel uit van een zelfde vast opgestelde geleider.

In een specifieke uitvoeringsvorm van een genoemde scherminrichting volgens deze uitvinding met twee schermen zijn deze schermen in gemonteerde toestand onder een hoek ten opzichte van elkaar opgesteld.

Wanneer deze schermen bovendien op schermrollen op- en afrolbaar zijn voorzien, dan zijn deze schermrollen bij voorkeur roteerbaar voorzien rond een respectievelijke rotatieas, waarbij deze rotatieassen in gemonteerde toestand van de scherminrichting onder de genoemde hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.

Een scherminrichting volgens deze uitvinding omvat verder bij voorkeur minstens één onderlat, die in gemonteerde toestand van de scherminrichting aan de zijde van een genoemd scherm weg van de corresponderende schermrol is bevestigd, waarbij deze onderlat een uitsparing omvat, voor het hierin geleidend aanbrengen van de corresponderende vast opgestelde schermgeleider.

Bij schermgeleiders die in zijgeleiders aangebracht zijn, wordt deze zijgeleider vaak voorzien van een opening waarin een dergelijke onderlat geleidend aangebracht kan worden. Bij deze uitvoeringsvorm wordt de onderlat nu omgekeerd van een uitsparing voorzien, die geleidend overheen een vast opgestelde schermgeleider kan aangebracht worden. Op deze manier kan deze vast opgestelde schermgeleider met beperkte afmetingen uitgewerkt worden voor minimale visuele hinder, terwijl de onderlat toch geleidend ten opzichte van deze vast opgestelde schermgeleider kan voorzien worden.

Wanneer een dergelijke scherminrichting twee of meerdere schermen omvat, dan kan aan elk scherm een dergelijke onderlat voorzien worden, of dan kan een gemeenschappelijke onderlat voorzien worden voor deze schermen. Verschillende onderlatten kunnen ook samengekoppeld worden tot één gemeenschappelijke onderlat. Bij scherminrichtingen met meerdere schermrollen die onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, kunnen de onderlatten bijvoorbeeld gekoppeld worden zoals beschreven in BE 2014/5085. Een analoge koppeling zou uitgewerkt kunnen worden voor het koppelen van de onderlatten in scherminrichtingen waarbij meerdere schermrollen in eikaars verlengde zijn opgesteld.

Een vast opgestelde schermgeleider van een scherminrichting volgens deze uitvinding omvat verder bij voorkeur klikmiddelen voor het vastklikken van deze schermgeleider op een bevestigingsprofiel van deze scherminrichting.

Dit bevestigingsprofiel kan bijvoorbeeld een raamprofiel zijn, waartussen de beglazing van een raam is opgesteld, maar kan evengoed een profiel zijn ter begrenzing van een deuropening of een profiel dat aan de buitenzijde van een glaspartij is opgesteld, enz.

Er werd vastgesteld dat er steeds voor gezorgd kan worden dat een schermgeleider die via een dergelijke klikverbinding opgenomen wordt in de gemonteerde toestand van de scherminrichting, door de krachtwerking die op het scherm kan optreden onder invloed van bijvoorbeeld windbelasting, niet loskomt, wanneer de krachtwerking in een richting werkt die het losklikken van deze schermgeleider niet in de hand werkt. Een dergelijke klikverbinding is dan naar montage van de scherminrichting toe een bijzonder eenvoudige manier om een dergelijke vast opgestelde schermgeleider te bevestigen.

Een dergelijk bevestigingsprofiel omvat bij voorkeur klikmiddelen die vastklikbaar zijn aan de klikmiddelen van een genoemde vast opgestelde schermgeleider.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende scherminrichting volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in

Figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding in onderaanzicht is weergegeven, zonder schermkast; - Figuur 2 de scherminrichting uit figuur 1 in meer detail in onderaanzicht is weergegeven ter hoogte van de schermgeleiders ervan; - Figuur 3 een tweede uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding in onderaanzicht is weergegeven, met opengewerkte schermkasten, zodat zicht wordt gegeven op de inhoud van deze schermkasten; - Figuur 4 een deel van de scherminrichting uit figuur 3 in meer detail in onderaanzicht is weergegeven ter hoogte van de vast opgestelde schermgeleider ervan; - Figuur 5 de scherminrichting uit figuur 3 in aanzicht is weergegeven, met opengewerkte schermkasten, zodat zicht wordt gegeven op de inhoud van deze schermkasten; - Figuur 6 de scherminrichting uit figuur 3 in perspectief van onderuit is weergegeven, met opengewerkte schermkasten, zodat zicht wordt gegeven op de inhoud van deze schermkasten.

De in de figuren 1 en 2 afgebeelde scherminrichting (1) omvat één op een niet afgebeelde schermrol op- en afrolbaar scherm, waarvan enkel de flexibele verdikkingen (3) aan de laterale zijden zichtbaar zijn in de figuren.

De in de figuren 3 tot 6 afgebeelde scherminrichting (1) omvat twee schermen (2, 11), die elk op een respectievelijke schermrol (10, 12) op- en afrolbaar zijn voorzien, waarbij deze schermrollen (10, 12) onder een hoek (a) ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.

Dergelijke scherminrichtingen (1) kunnen typisch voor een raampartij (19) opgesteld worden, zoals afgebeeld in figuren 3 tot 6 voor de tweede uitvoeringsvorm, om deze raampartij (19) minstens gedeeltelijk af te schermen voor zonlicht. Wanneer deze raampartij (19) open kan, worden dergelijke scherminrichtingen (1) typisch ook gebruikt als afscherming voor insecten. Dergelijke scherminrichtingen (1) kunnen ook vrij opgesteld worden of opgenomen worden in bijvoorbeeld een terrasoverkapping, om voor een buitenruimte afscherming te bieden tegen zonlicht of wind, enz.

Aan beide laterale zijden van de schermen (2, 11) zijn telkens schermgeleiders (4, 5) opgesteld voor het geleiden van de laterale zijden van deze schermen (2, 11) tijdens de op- en afrolbeweging. Elk scherm (2, 11) is hiertoe aan zijn laterale zijden voorzien van een halve ritssluiting (3) als flexibele verdikking (3), die opgenomen is in een corresponderende holte (6) van de respectievelijke schermgeleider (4, 5). Deze holtes (6) strekken zich over de volledige lengte van deze schermgeleiders (4, 5) uit.

De halve ritssluitingen (3) zijn bij voorkeur uit polyester of nylon vervaardigd om een goede geleiding te verzekeren. Er zijn ook heel wat alternatieven voor een dergelijke halve ritssluiting (3) gekend als flexibele verdikking (3), zoals bijvoorbeeld een koord die in de laterale zijrand van het scherm (2, 11) is aangebracht, enz.

Aan één zijde van elk scherm (2, 11) is de schermgeleider (5) opgenomen in een holte (8) in een zijgeleider (7). Deze zijgeleider (7) omvat een bodem (20) en twee opstaande zijden (21), die samen de holte (8) afbakenen. Aan de uiteinden van de opstaande zijden (21) weg van de bodem (20) omvat elke zijgeleider (7) een kraag (22), die de holte (8) gedeeltelijk begrenst. Aan deze kraag (22) zijn geleidingsschouders (23) voorzien, die zich nagenoeg evenwijdig aan de opstaande zijden (21) naar de bodem (20) toe uitstrekken. De hierin aangebrachte schermgeleider (5) omvat op zijn beurt flenzen (24), die zich gedeeltelijk achter deze geleidingsschouders (23) en achter de kraag (22) uitstrekken.

Tussen de flenzen (24) van de schermgeleider (5) en de kraag (22) van de zijgeleider (7) zijn verende elementen (9) aangebracht voor het opspannen van het scherm (2, 11). Afhankelijk van het type scherm (2, 11) en de gekende mogelijke belastingen die hierop kunnen aangrijpen, kan men de gewenste soort en het gewenste aantal verende elementen (9) voorzien. Hiervoor zijn ook heel wat mogelijke varianten gekend.

Aan de andere zijde van elk scherm (2, 11) dan de zijde waar de zijgeleider (7) is opgesteld, is de schermgeleider (4) vast opgesteld.

In de tweede scherminrichting (1), zoals afgebeeld in de figuren 3 tot 6, is één dergelijke vaste schermgeleider (4) voorzien, die tussen beide schermen (2, 11) is opgesteld en voorzien is van twee holtes (6) voor het hierin geleidend aanbrengen van de flexibele verdikking (3) aan de corresponderende laterale zijde van deze schermen (2, 11). Deze vaste schermgeleider (4) is hier vastgeklikt op een bevestigingsprofiel (14), waarbij deze schermgeleider (4) en dit bevestigingsprofiel (14) voorzien zijn van corresponderende klikmiddelen (13, 15) voor het tot stand brengen van deze klikverbinding. Deze schermgeleider (4) zou echter ook net als de vast opgestelde schermgeleider (4) uit de eerste uitvoeringsvorm zonder dergelijke klikverbinding aan zijn omgeving bevestigd kunnen worden, door bijvoorbeeld lijmen, schroeven, enz.

Aan de zijde weg van de respectievelijke schermrol (10, 12) is aan elk scherm (2, 11) verder een onderlat (16) bevestigd. Deze onderlatten (16) zijn voorzien om de schermen (2, 11) onder het gewicht van de onderlatten (16) te laten doorhangen. Ook alternatieve uitvoeringsvormen zonder dergelijke onderlatten (16) zijn uiteraard denkbaar.

In beide scherminrichtingen (1) zijn de onderlatten (16) geleidend aangebracht in de corresponderende zijgeleider (7). De genoemde schouders (23) van de zijgeleiders (7) vormen hiertoe telkens ook geleidingselementen voor het geleiden van de onderlat (16) tijdens de op- en afrolbeweging van het scherm (2, 11).

In de tweede scherminrichting (1) is elk scherm (2, 11) voorzien van een afzonderlijke onderlat (16) waarbij deze onderlatten (16) wel onderling gekoppeld zijn om functioneel één geheel te vormen. In deze onderlatten (16) is ter hoogte van de vast opgestelde schermgeleider (4) een uitsparing (17) aangebracht, waarin de vast opgestelde schermgeleider (4) geleidend kan aangebracht worden, zodat beide onderlatten (16) tijdens de op- en afrolbeweging van de schermen (2, 11) ook geleid worden door deze vast opgestelde schermgeleider (4).

Deze tweede scherminrichting (1) omvat bij voorkeur ook aandrijfmiddelen voor het synchroon aandrijven van beide schermrollen (10, 12). Doordat de onderlatten (16) onderling zijn verbonden, worden de schermen (2, 11) namelijk bij voorkeur steeds synchroon op de respectievelijke schermrollen (10, 12) op- en afgerold. Specifiek kunnen deze aandrijfmiddelen hiertoe bijvoorbeeld een tandwieloverbrenging met conische tandwielen omvatten, voor overbrengen van de aandrijving van één van beide schermrollen (10) ter aandrijving van de andere van beide schermrollen (12).

Claims

C O N C L U S I E S

1. Scherminrichting (1) omvattende een scherm (2), een eerste schermgeleider (4) voor het geleiden van een eerste laterale zijde van het scherm (2) en een tweede schermgeleider (5) voor het geleiden van de tweede laterale zijde van het scherm (2), met het kenmerk dat de eerste schermgeleider (4) in gemonteerde toestand vast is opgesteld in de scherminrichting (1) en dat de tweede schermgeleider (5) in gemonteerde toestand verend is aangebracht in de scherminrichting (1), voor het zijdelings verend opspannen van het scherm (2).

2. Scherminrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de tweede schermgeleider (5) in gemonteerde toestand opgenomen is in een holte (8) van een zijgeleider (7) van de scherminrichting (1), waarbij één of meerdere verende elementen (9) in deze holte (8) tussen deze schermgeleider (5) en deze zijgeleider (7) zijn aangebracht of deel uitmaken van de schermgeleider (5) of de zijgeleider (7), voor het zijdelings verend opspannen van het scherm (2).

3. Scherminrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het scherm (2) aan zijn laterale zijden voorzien is van een verdikking (3), en dat de schermgeleiders (4, 5) voorzien zijn van een zich in langsrichting van de schermgeleider (4) uitstrekkende holte (6) voor het opnemen van de corresponderende verdikking (3) van het scherm (2).

4. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de scherminrichting (1) een schermrol (10) omvat, waarop het scherm (2) op- en afrolbaar is aangebracht.

5. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de scherminrichting (1) een tweede scherm (11) omvat, dat in gemonteerde toestand van de scherminrichting (1) grenzend aan het eerstgenoemde scherm (2) is opgesteld, een derde schermgeleider (4), voor het geleiden van de laterale zijde van het tweede scherm (11) grenzend aan het eerstgenoemde scherm (2) en een vierde schermgeleider (5) voor het geleiden van de andere laterale zijde van het tweede scherm (11), waarbij de derde schermgeleider (4) in gemonteerde toestand vast is opgesteld in de scherminrichting (1) en de vierde schermgeleider (5) in gemonteerde toestand verend is aangebracht in de scherminrichting (1), voor het zijdelings verend opspannen van het tweede scherm (2).

6. Scherminrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de vierde schermgeleider (5) in gemonteerde toestand in een holte (8) van een zijgeleider (7) van de scherminrichting (1) is opgenomen, waarbij één of meerdere verende elementen (9) in deze holte (8) tussen deze vierde schermgeleider (5) en deze zijgeleider (7) zijn aangebracht, of deel uitmaken van deze vierde schermgeleider (5) of deze zijgeleider (7) voor het zijdelings verend opspannen van het tweede scherm (11).

7. Scherminrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat het tweede scherm aan zijn laterale zijden voorzien is van een verdikking (3) en dat de derde en de vierde schermgeleider (4, 5) voorzien zijn van een zich in langsrichting van de schermgeleider (4, 5) uitstrekkende holte (6) voor het opnemen van de corresponderende verdikking (3) van het tweede scherm (11).

8. Scherminrichting (1) volgens conclusie 4 en één van de conclusies 5 tot en met 7, met het kenmerk dat de scherminrichting (1) een tweede schermrol (12) omvat, waarop het tweede scherm (11) op- en afrolbaar is aangebracht.

9. Scherminrichting (1) volgens één van de conclusies 5 tot en met 8, met het kenmerk dat de genoemde vast opgestelde schermgeleiders (4) deel uitmaken van een zelfde vast opgestelde geleider (4).

10. Scheraiinrichting (1) volgens één van de conclusies 5 tot en met 9, met het kenmerk dat de schermen (2, 11) in gemonteerde toestand onder een hoek (a) ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.

11. Scherminrichting (1) volgens conclusie 8 en 10, met het kenmerk dat de schermrollen (10, 12) roteerbaar zijn rond een respectievelijke rotatieas, waarbij deze rotatieassen in gemonteerde toestand van de scherminrichting (1) onder de genoemde hoek (a) ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.

12. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies en conclusie 4 of 8, met het kenmerk dat de scherminrichting (1) minstens één onderlat (16) omvat, die in gemonteerde toestand van de scherminrichting (1) aan de zijde van een genoemd scherm (2, 11) weg van de corresponderende schermrol (10, 12) is bevestigd en dat deze onderlat (16) een uitsparing (17) omvat, voor het hierin geleidend aanbrengen van de corresponderende vast opgestelde schermgeleider (4).

13. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke vast opgestelde schermgeleider (4) klikmiddelen (13) omvat voor het vastklikken van deze schermgeleider (4) op een bevestigingsprofiel (14) van deze scherminrichting.

14. Scherminrichting (1) volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het bevestigingsprofiel (14) klikmiddelen (15) omvat die vastklikbaar zijn aan de klikmiddelen (13) van een genoemde vast opgestelde schermgeleider (4).