BE1025101A1

BE1025101A1 - Scherminrichting

Info

Publication number: BE1025101A1
Application number: BE20175229A
Authority: BE
Inventors: Jonas Willem Maertens; Frene Joost Benjamin Renaat De; Maxim Gustave Solomaniuck; John Peter Meinster; Steven Rita André Vanhoutte; Koen Verfaillie
Original assignee: Renson Sunprotection Screens Nv
Priority date: 2017-03-31
Filing date: 2017-03-31
Publication date: 2018-10-25
Also published as: BE1025101B1; EP3478922B1; WO2018178911A1; EP3478922A1

Abstract

Deze uitvinding betreft een scherminrichting (1) omvattende - een eerste en een tweede, op een eerste, respectievelijk tweede schermrol (2, 3), op- en afrolbaar scherm (4, 5), met een eerste, respectievelijk tweede verbindingsstrook (6, 7) aan aangrenzende laterale zijden; - een koppelstuk (8), met een Y-vormig kanaal, afgebakend door een bovenlichaam (9), een onderlichaam (10) en een tussenstuk (11), waarin de verbindingsstroken (6, 7) verplaatsbaar zijn, voor het koppelen en ontkoppelen ervan bij afrollen, respectievelijk oprollen van de schermen (4, 5); - en een geleidingselement (15) met een geleidingsvlak (16) voor het geleiden van de verbindingsstroken (6, 7), dat weg van de schermrollen (2, 3) aansluitend op het Y-vormige kanaal is opgesteld en/of dit Y- vormige kanaal gedeeltelijk afbakent en in afrolrichting van de schermen (4, 5), tijdens het op- en afrollen van de schermen (4, 5), geleidelijk aan steeds verder is opgesteld van elk vlak waarin de schermen (4, 5) zich in hun afgerolde toestand hoofdzakelijk uitstrekken.

Description

(30) Voorrangsgegevens :

(71) Aanvrager(s) :

RENSON SUNPROTECTION SCREENS NV

8790, WAREGEM

België (72) Uitvinder(s) :

MAERTENS Jonas Willem

9000 GENT

België

DE FRENE Joost Benjamin Renaat 8790 WAREGEM

België

SOLOMANIUCK Maxim Gustave

9000 GENT

België

MEINSTER John Peter

9050 GENTBRUGGE

België

VANHOUTTE Steven Rita André

8540 DEERLIJK

België

VERFAILLIE Koen

8800 RUMBEKE

België (54) SCHERMINRICHTING (57) Deze uitvinding betreft een scherminrichting (1) omvattende - een eerste en een tweede, op een eerste, respectievelijk tweede schermrol (2, 3), open afrolbaar scherm (4, 5), met een eerste, respectievelijk tweede verbindingsstrook (6, 7) aan aangrenzende laterale zijden; - een koppelstuk (8), met een Y-vormig kanaal, afgebakend door een bovenlichaam (9), een onderlichaam (10) en een tussenstuk (11), waarin de verbindingsstroken (6, 7) verplaatsbaar zijn, voor het koppelen en ontkoppelen ervan bij afrollen, respectievelijk oprollen van de schermen (4, 5); - en een geleidingselement (15) met een geleidingsvlak (16) voor het geleiden van de verbindingsstroken (6, 7), dat weg van de schermrollen (2, 3) aansluitend op het Y-vormige kanaal is opgesteld en/of dit Y- vormige kanaal gedeeltelijk afbakent en in afrolrichting van de schermen (4, 5), tijdens het op- en afrollen van de schermen (4, 5), geleidelijk aan steeds verder is opgesteld van elk vlak waarin de schermen (4, 5) zich in hun afgerolde toestand hoofdzakelijk uitstrekken.

BE2017/5229

SCHERMINRICTING

Deze uitvinding betreft een scherminrichting omvattende een eerste schermrol met een eerste hierop op- en afrolbaar scherm;

een tweede schermrol met een tweede hierop op- en afrolbaar scherm;

een eerste verbindingsstrook aan een laterale zijde van het eerste scherm, grenzend aan het tweede scherm;

een tweede verbindingsstrook aan een laterale zijde van het tweede scherm, grenzend aan het eerste scherm;

- en een koppelstuk dat op een zekere afstand van de schermrollen is opgesteld, omvattende een bovenlichaam, een onderlichaam en een tussenstuk, die samen een Y-vormig kanaal afbakenen, waarin de verbindingsstroken verplaatsbaar aanbrengbaar zijn, voor het koppelen van de verbindingsstroken bij afrollen van de schermen en voor het ontkoppelen van de verbindingsstroken bij oprollen van de schermen.

De eerste verbindingsstrook, de tweede verbindingsstrook en het koppelstuk vormen daarbij samen een ritssluiting. De verbindingsstroken kunnen op meerdere gekende manieren opgebouwd zijn en zullen typisch een strook textiel omvatten, waaraan aan een laterale zijde metalen of kunststof haakelementen zijn voorzien. De haakelementen van de verbindingsstroken kunnen daarbij in elkaar haken om de verbindingsstroken onderling te koppelen en terug uit elkaar haken om de verbindingsstroken van elkaar los te koppelen. Het Y-vormige kanaal heeft open uiteinden waardoorheen de haakelementen van de verbindingsstroken geschoven kunnen worden. Door de haakelementen van beide verbindingsstroken vanaf twee benen in een derde been van de Y-vorm te schuiven, worden deze in elkaar gehaakt, doordat de eerste twee benen convergeren in het derde been. Omgekeerd worden in elkaar gehaakte haakelementen door schuiven ervan vanaf het derde been naar de eerste twee benen toe, uit elkaar gehaakt, doordat het derde been divergeert in de twee benen.

BE2017/5229

Er is een stijgende trend om gebouwen van steeds grotere glaspartijen te voorzien om een zo groot mogelijk ongehinderd zicht op de buitenomgeving toe te laten. Wanneer men voor dergelijke glaspartijen een scherminrichting met op- en afrolbaar scherm wenst te voorzien, is het vaak niet mogelijk om hiertoe één enkele schermrol te voorzien. Steeds vaker dienen meerdere schermrollen hiertoe aan elkaar grenzend opgesteld te worden. Steeds vaker worden de schermrollen hierbij synchroon aangedreven en worden hierop op- en afrolbare schermen in hun afgerolde toestand onderling gekoppeld met behulp van een dergelijke ritssluiting, zodat deze schermen in afgerolde toestand een aaneensluitend geheel kunnen vormen. Op deze manier kan bijvoorbeeld zonlicht niet langer tussen beide schermen doordringen of vormen de schermen samen een insecten werend geheel, enz. De schermen kunnen hierbij in eikaars verlengde liggen, waarbij ze zich in afgerolde toestand hoofdzakelijk in éénzelfde vlak uitstrekken, of deze kunnen zich in afgerolde toestand elk hoofdzakelijk in een andere vlak uitstrekken, waarbij deze vlakken onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.

De ritssluitingen waarmee deze schermen onderling gekoppeld worden, zijn echter heel slijtagegevoelig. Bij gebruik van de meest gangbare koppelstukken voor dergelijke ritssluitingen gaan bij herhaald op- en afrollen van de schermen delen van het bovenlichaam en/of onderlichaam en/of tussenstuk van het koppelstuk, grenzend aan het Y-vormige kanaal ingesleten raken en worden het bovenlichaam en het onderlichaam uit elkaar getrokken. Wanneer men dit koppelstuk vervangt door een sterker en duurder exemplaar uit bijvoorbeeld inox, dan merkt men dat de gangbaar gebruikte verbindingsstroken aan de latere zijden van de schermen vlugger slijten of de schermen ter hoogte van de bevestiging van deze verbindingsstroken gaan scheuren. Het is echter geen oplossing om stevigere verbindingsstroken en/of stevigere schermen te gebruiken. Stevigere verbindingsstroken zijn namelijk ook starrer en minder soepel mee met de schermen op de schermrollen op- en afrolbaar, waardoor meer plooivorming optreedt bij oprollen van de schermen en/of de laterale zijden ervan bij oprollen gaan opschuiven, waardoor deze niet langer onderling

BE2017/5229 koppelbaar zijn. Ook stevigere schermen zijn minder soepel op- en afrolbaar, waardoor meer plooivorming optreedt bij oprollen ervan.

Het doel van deze uitvinding is om te voorzien in een dergelijke scherminrichting waarbij de ritssluiting minder slijtagegevoelig is.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een scherminrichting omvattende:

een eerste schermrol met een eerste hierop op- en afrolbaar scherm; een tweede schermrol met een tweede hierop op- en afrolbaar scherm;

een koppelstuk dat op een zekere afstand van de schermrollen is opgesteld, omvattende een bovenlichaam, een onderlichaam en een tussenstuk, die samen een Y-vormig kanaal afbakenen, waarin de verbindingsstroken verplaatsbaar aanbrengbaar zijn, voor het koppelen van de verbindingsstroken bij afrollen van de schermen en voor het ontkoppelen van de verbindingsstroken bij oprollen van de schermen;

en een geleidingselement met een geleidingsvlak voor het geleiden van de verbindingsstroken, dat weg van de schermrollen aansluitend op het Yvormige kanaal is opgesteld en/of dit Y-vormige kanaal gedeeltelijk afbakent en in afrolrichting van de schermen gezien, minstens tijdens het op- en afrollen van de schermen, geleidelijk aan steeds verder is opgesteld van elk vlak waarin de schermen zich in hun afgerolde toestand hoofdzakelijk uitstrekken.

Een dergelijk geleidingselement vormt een geleidelijke overgang naar het koppelstuk toe. Dankzij het geleidingselement worden de spanningen op het scherm ter hoogte van het koppelstuk sterk beperkt doordat deze met behulp van het geleidingselement

BE2017/5229 op een geleidelijke manier minstens gedeeltelijk worden opgevangen, vooraleer deze door het koppelstuk zouden opgevangen worden. Deze spanningen komen op de schermen, onder meer door zakvorming van deze schermen en doordat de genoemde verbindingsstroken aan de laterale zijden van de schermen nooit bij beide schermen 100% overeenstemmend met elkaar bevestigd kunnen worden aan de corresponderende laterale zijden. Bij installatie van de schermen probeert men de verschillen tussen beide verbindingsstroken zo goed mogelijk te minimaliseren door de hoekverdraaiing van de schermen ten opzichte van elkaar in te stellen. Deze verschillen kunnen op deze manier echter niet volledig opgevangen worden.

Een dergelijk geleidingselement kan op heel wat manieren gerealiseerd worden.

In een eerste specifieke uitvoeringsvorm kan het geleidingselement rigide uitgevoerd worden. De vormgeving hiervan wordt dan zo goed mogelijk aangepast in functie van de op te vangen spanningen. Een dergelijk rigide geleidingselement kan duurzaam uitgevoerd worden en aansluitend op het koppelstuk of deel uitmakend van een aangepast koppelstuk vast in de scherminrichting opgesteld worden.

In een tweede specifieke uitvoeringsvorm kan het geleidingselement minstens gedeeltelijk vervormbaar zijn uitgevoerd, dit bijvoorbeeld uit een flexibel kunststof. Dit geleidingselement of een deel ervan wordt dan bij voorkeur zodanig flexibel uitgevoerd, dat de vorm ervan zich automatisch aanpast aan de op te vangen spanningen. In ruststand kan het geleidingsvlak ervan zich bijvoorbeeld evenwijdig aan het vlak of de vlakken uitstrekken waarin de schermen zich hoofdzakelijk uitstrekken. Bij op- en afrollen van het scherm zullen de genoemde spanningen toenemen en zal dit geleidingselement zich dan automatisch zo opstellen dat het geleidingsvlak ervan geleidelijk aan steeds verder is opgesteld van elk vlak waarin de schermen zich in hun afgerolde toestand hoofdzakelijk uitstrekken.

In een dergelijke scherminrichting waarbij het geleidingselement minstens gedeeltelijk vervormbaar is uitgevoerd, is het onderlichaam van het koppelstuk bij

BE2017/5229 voorkeur minstens gedeeltelijk vervormbaar uitgevoerd en maakt dit deel uit van het geleidingselement. Minstens een deel van dit onderlichaam kan daarbij ook uitgevoerd zijn als het genoemde geleidingselement.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding is het geleidingsvlak minstens tijdens het op- en afrollen van de schermen gebogen uitgevoerd.

In een derde specifieke uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding is het koppelstuk kantelbaar opgesteld in de scherminrichting en maakt het onderlichaam deel uit van het geleidingselement. Bij op- en afrollen van de schermen kan het koppelstuk dan onder invloed van de toegenomen spanningen kantelen zodanig dat het geleidingsvlak ervan geleidelijk aan steeds verder is opgesteld van elk vlak waarin de schermen zich in hun afgerolde toestand hoofdzakelijk uitstrekken.

Een bijzondere uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding omvat een houdelement met een onderste houdlichaam en een bovenste houdlichaam, waartussen het koppelstuk is aangebracht, waarbij het onderste houdlichaam deel uitmaakt van het geleidingselement. Met een dergelijk houdelement kan men een geleidingselement volgens deze uitvinding op een eenvoudige manier laten aansluiten op een bijvoorbeeld commercieel beschikbaar koppelstuk dat tussen de houdlichamen van dit houdelement wordt aangebracht.

In een dergelijke scherminrichting met houdelement, waarbij het Y-vormige kanaal een eerste been omvat, dat naar de eerste schermrol toe is gericht, een tweede been omvat, dat naar de tweede schermrol toe is gericht en een derde been omvat, dat weg van de schermrollen is gericht, omvat het houdelement bij voorkeur een eerste kanaal, dat aansluit op het eerste been, een tweede kanaal, dat aansluit op het tweede been en een derde kanaal dat aansluit op het derde been van het Y-vormige kanaal.

BE2017/5229

Met behulp van de kanalen in het houdelement, worden de verbindingsstroken over een grotere afstand geleid dan bij de gekende koppelstukken zelf.

Het derde kanaal weg van het koppelstuk mondt daarbij bij voorkeur uit in een divergerend stuk, zodat een geleidelijke overgang naar de schermrollen toe gerealiseerd wordt.

Ook het eerste kanaal en het tweede kanaal monden bij voorkeur elk weg van het koppelstuk uit in een divergerend stuk, zodat spanningen geleidelijk aan opgevangen kunnen worden.

Een geleidingselement volgens deze uitvinding is bijzonder voordelig bij een scherminrichting volgens deze uitvinding waarbij de schermrollen roteerbaar zijn rond een respectievelijke rotatieas en waarbij deze rotatieassen in gemonteerde toestand van de scherminrichting onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende scherminrichtingen volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze scherminrichtingen aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in

Figuur 1 een scherminrichting volgens deze uitvinding van onderuit in perspectief is afgebeeld;

Figuur 2 een deel van de scherminrichting uit figuur 1 in meer detail in perspectief is weergegeven ter hoogte van de aansluiting van de schermen ervan;

BE2017/5229

Figuur 3 de scherminrichting uit figuur 1 in doorsnede is afgebeeld, doorgesneden dwars doorheen de eerste schermrol;

Figuur 4 de scherminrichting uit figuur 1 in doorsnede is afgebeeld, doorgesneden dwars doorheen het houdelement en het koppelstuk;

Figuur 5 het houdelement en het koppelstuk uit de scherminrichting uit figuur 1 afzonderlijk in opengewerkt perspectief zijn afgebeeld;

Figuur 6 het houdelement en het koppelstuk uit de scherminrichting uit figuur 1 afzonderlijk in zijaanzicht zijn weergegeven;

Figuur 7 het houdelement en het koppelstuk uit de scherminrichting uit figuur 1 afzonderlijk in vooraanzicht zijn weergegeven;

Figuur 8 het houdelement en het koppelstuk uit de scherminrichting uit figuur 1 in doorsnede zijn weergegeven, doorgesneden volgens vlak A uit figuur 7;

Figuur 9 een alternatieve uitvoeringsvorm van een houdelement en een koppelstuk voor een scherminrichting volgens deze uitvinding in zijaanzicht zijn weergegeven;

- Figuur 10 het houdelement en het koppelstuk uit figuur 9 in doorsnede zijn weergegeven, doorgesneden volgens vlak A uit figuur 9;

Figuur 11 het houdelement en het koppelstuk uit figuur 9 in vooraanzicht zijn weergegeven;

- Figuur 12 het houdelement en het koppelstuk uit figuur 9 in doorsnede zijn weergegeven, doorgesneden volgens vlak B uit figuur 11 ;

Figuur 13 een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een houdelement en een koppelstuk volgens deze uitvinding in vooraanzicht zijn weergegeven;

- Figuur 14 het houdelement en het koppelstuk uit figuur 13 in doorsnede zijn weergegeven, doorgesneden volgens vlak A uit figuur 13.

De afgebeelde scherminrichting (1) omvat twee schermrollen (2, 3) en twee schermen (4, 5) die aan een uiteinde aan een respectievelijke schermrol (2, 3) zijn bevestigd en hierop op- en afrolbaar zijn voorzien. Hiertoe zijn de schermrollen (2, 3) roteerbaar omheen een respectievelijke rotatieas (R, S). In de afgebeelde uitvoeringsvorm zijn deze rotatieassen (R, S) onder een hoek (a) ten opzichte van

BE2017/5229 elkaar opgesteld. In afgerolde toestand strekken de schermen (4, 5) zich dan hoofdzakelijk in vlakken uit die zich onder deze zelfde hoek (a) ten opzichte van elkaar uitstrekken. Deze uitvinding is echter ook van toepassing bij scherminrichtingen (1) waarbij de schermrollen (2, 3) in eikaars verlengde zijn opgesteld, zodat de schermen (4, 5) zich in afgerolde toestand hoofdzakelijk in hetzelfde vlak uitstrekken.

Dergelijke scherminrichtingen (1) kunnen typisch voor een raampartij (35) opgesteld worden, zoals te zien is in figuur 1 en 2 om deze minstens gedeeltelijk af te schermen voor zonlicht. Wanneer deze raampartij (35) open kan, worden dergelijke schermen (4, 5) typisch ook gebruikt als afscherming voor insecten. Dergelijke scherminrichtingen (1) kunnen ook vrij opgesteld worden of opgenomen worden in bijvoorbeeld een terrasoverkapping, om voor een buitenruimte afscherming te bieden tegen zonlicht of wind, enz.

De schermrollen (2, 3) van de afgebeelde scherminrichting (1) zijn elk opgenomen in een schermkast (30, 31). Aan het andere uiteinde van de schermen (4, 5), dan het uiteinde waar ze aan de schermrollen (2, 3) zijn bevestigd, is telkens een onderlat (28, 29) bevestigd. Deze onderlatten (28, 29) zijn onderling gekoppeld om functioneel één geheel te vormen. Deze zijn voorzien om de schermen (4, 5) onder het gewicht van deze onderlatten (28, 29) te laten doorhangen.

Aan de buitenste laterale zijden van de afgebeelde scherminrichting (1) zijn zij geleiders (26, 27) opgesteld, waarin de corresponderende laterale zijden van de schermen (4, 5) en de corresponderende uiteinden van de onderlatten (28, 29) geleidend zijn gevat. Ook alternatieve uitvoeringsvormen zonder dergelijke zij geleiders (26, 27), of waarbij deze zij geleiders (26, 27) enkel de schermen (4, 5) of enkel de onderlatten (28, 29) geleiden, zijn uiteraard denkbaar.

Om de schermen (4, 5) in de zij geleiders (26, 27) te vatten, kunnen deze aan de betreffende zijde bijvoorbeeld voorzien zijn van een zelfde verbindingsstrook als aan hun zijde grenzend aan het andere scherm (5, 4). De schermen (5, 4) zouden hiertoe

BE2017/5229 aan deze laterale zijden alternatief ook voorzien kunnen worden van andere gekende geleidingselementen voor het geleidend vatten van schermen (5, 4) in zijgeleiders (26, 27).

Aan de andere laterale zijden van de schermen (2, 3) dan de genoemde laterale zijden die gevat zijn in de zijgeleiders (26, 27) is een ritssluiting (6, 7, 8) voorzien om de schermen (4, 5) onderling te koppelen in afgerolde toestand.

Zoals duidelijker te zien is in figuur 2 zijn de schermen (4, 5) hiertoe aan hun corresponderende laterale zijde voorzien van een verbindingsstrook (6, 7). De afgebeelde verbindingsstroken (6, 7) zijn op een gekende manier opgebouwd uit een strook textiel waaraan metalen haakelementen zijn voorzien. Deze zouden echter ook op meerdere andere gekende manieren opgebouwd kunnen worden. De haakelementen van de verbindingsstroken (6, 7) kunnen in elkaar haken om de verbindingsstroken (6, 7) onderling te koppelen en terug uit elkaar haken om de verbindingsstroken (6, 7) van elkaar los te koppelen.

Onderaan de schermkasten (30, 31) is hiertoe telkens een koppelstuk (8) opgesteld om deze verbindingsstroken (6, 7) te koppelen of te ontkoppelen. Dit koppelstuk (8) omvat telkens een bovenlichaam (9), een onderlichaam (10) en een tussenstuk (11), die samen een Y-vormig kanaal afbakenen, waarin de verbindingsstroken (6, 7) verplaatsbaar aanbrengbaar zijn voor het koppelen ervan bij afrollen van de schermen (4, 5) of het ontkoppelen ervan bij oprollen van de schermen (4, 5).

Het koppelstuk (8) is in de afgebeelde uitvoeringsvormen telkens gevat in een houdelement (17), dat een onderste houdlichaam (18) en een bovenste houdlichaam (19) omvat, waartussen het koppelstuk (8) is aangebracht. Het koppelstuk (8) wordt hierbij gevat in een uitsparing (32) in het houdelement (17). Het houdelement (17) omvat telkens een eerste kanaal (20), dat aansluit op een eerste been (12) van het Yvormige kanaal, een tweede kanaal (21), dat aansluit op een tweede been (13) van het Y-vormige kanaal en een derde kanaal (22), dat aansluit op het derde been (14) van het Y-vormige kanaal. De kanalen (20, 21, 22) in het houdelement (17) monden telkens weg van het koppelstuk (8) uit in een divergerend stuk (23, 24, 25).

BE2017/5229

De eerste twee afgebeelde houdelementen (17) omvatten telkens een rigide onderste houdlichaam (18) en een rigide bovenste houdlichaam (19) die vast in de scherminrichting (1) zijn opgesteld. Het onderste houdlichaam (18) is uitgevoerd als een geleidingselement (15) en is hiertoe telkens aansluitend op het derde been (14) van het Y-vormige kanaal voorzien van een gebogen oppervlak (16), dat geleidelijk aan steeds verder is opgesteld van de vlakken waarin de schermen (4, 5) zich in hun afgerolde toestand hoofdzakelijk uitstrekken.

Het laatste afgebeelde houdelement (17) is kantelbaar bevestigd aan een bevestigingslichaam (34), scharnierbaar rond een scharnieras (33).

Bij op- en afrollen van de schermen (4, 5) gaan de aangrenzende laterale zijden ervan sterker gebogen staan, zoals uitvergroot is afgebeeld in figuur 4. De spanningen die hierbij opgebouwd worden naar het koppelstuk (8) toe, worden nu geleidelijk aan opgevangen door het geleidingsvlak (16). In de eerste twee afgebeelde houdelementen (17) is de vorm van het geleidingsvlak (16) hiertoe aangepast. In de laatste afgebeelde uitvoeringsvorm zal het houdelement (17) onder invloed van deze spanningen kantelen, zodanig dat het geleidingsvlak (16) ervan geleidelijk aan steeds verder is opgesteld van de vlakken waarin de schermen (4, 5) zich in hun afgerolde toestand hoofdzakelijk uitstrekken.

BE2017/5229

Claims

CONCLUSIES

1. Scherminrichting ( 1 ) omvattende een eerste schermrol (2) met een eerste hierop op- en afrolbaar scherm (4) ;

een tweede schermrol (3) met een tweede hierop op- en afrolbaar scherm (5) ;

een eerste verbindingsstrook (6) aan een laterale zijde van het eerste scherm (4), grenzend aan het tweede scherm (5);

een tweede verbindingsstrook (7) aan een laterale zijde van het tweede scherm (5), grenzend aan het eerste scherm (4);

een koppelstuk (8) dat op een zekere afstand van de schermrollen (2, 3) is opgesteld, omvattende een bovenlichaam (9), een onderlichaam (10) en een tussenstuk (11), die samen een Y-vormig kanaal afbakenen, waarin de verbindingsstroken (6, 7) verplaatsbaar aanbrengbaar zijn, voor het koppelen van de verbindingsstroken (6, 7) bij afrollen van de schermen (4, 5) en voor het ontkoppelen van de verbindingsstroken (6, 7) bij oprollen van de schermen (4, 5);

met het kenmerk dat de scherminrichting (1) een geleidingselement (15) omvat met een geleidingsvlak (16) voor het geleiden van de verbindingsstroken (6, 7), dat weg van de schermrollen (2, 3) aansluitend op het Y-vormige kanaal is opgesteld en/of dit Y-vormige kanaal gedeeltelijk afbakent en in afrolrichting van de schermen (4, 5) gezien, minstens tijdens het op- en afrollen van de schermen (4, 5), geleidelijk aan steeds verder is opgesteld van elk vlak waarin de schermen (4, 5) zich in hun afgerolde toestand hoofdzakelijk uitstrekken.
2. Scherminrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het geleidingselement (15) rigide is uitgevoerd.

BE2017/5229
3. Scherminrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk het geleidingselement (15) minstens gedeeltelijk vervormbaar is uitgevoerd.
4. Scherminrichting (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het onderlichaam (10) minstens gedeeltelijk vervormbaar is uitgevoerd en deel uitmaakt van het geleidingselement (15).
5. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het geleidingsvlak (16) minstens tijdens het op- en afrollen van de schermen (4, 5) gebogen is uitgevoerd.
6. Scherminrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het koppelstuk (8) kantelbaar is opgesteld in de scherminrichting (1) en dat het onderlichaam (10) deel uitmaakt van het geleidingselement (15).
7. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de scherminrichting (1) een houdelement (17) omvat met een onderste houdlichaam (18) en een bovenste houdlichaam (19), waartussen het koppelstuk (8) is aangebracht, waarbij het onderste houdlichaam (18) deel uitmaakt van het geleidingselement (15).
8. Scherminrichting (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het Y-vormige kanaal een eerste been (12) omvat, dat naar de eerste schermrol (2) toe is gericht, een tweede been (13) omvat, dat naar de tweede schermrol (3) toe is gericht en een derde been (14) omvat, dat weg van de schermrollen (2, 3) is gericht en dat het houdelement (17) een eerste kanaal (20) omvat, dat aansluit op het eerste been (12), een tweede kanaal (21), dat aansluit op het tweede been (13) en een derde kanaal (22) dat aansluit op het derde been (14) van het Y-vormige kanaal.

BE2017/5229
9. Scherminrichting (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk dat het derde kanaal (22) weg van het koppelstuk (8) uitmondt in een divergerend stuk (25).

5 10. Scherminrichting (1) volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat het eerste kanaal (20) en het tweede kanaal (21) elk weg van het koppelstuk (8) uitmonden in een respectievelijk divergerend stuk (23, 24).

11. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het
10 kenmerk dat de schermrollen (2, 3)) roteerbaar zijn rond een respectievelijke rotatieas (R, S), waarbij deze rotatieassen (R, S) in gemonteerde toestand van de scherminrichting (1) onder een hoek (a) ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.

BE2017/5229