BE1022876B1 - Scherminrichting - Google Patents

Scherminrichting Download PDF

Info

Publication number
BE1022876B1
BE1022876B1 BE2014/5085A BE201405085A BE1022876B1 BE 1022876 B1 BE1022876 B1 BE 1022876B1 BE 2014/5085 A BE2014/5085 A BE 2014/5085A BE 201405085 A BE201405085 A BE 201405085A BE 1022876 B1 BE1022876 B1 BE 1022876B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
screen
screening device
angle
slats
bottom slats
Prior art date
Application number
BE2014/5085A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1022876A1 (nl
Inventor
Jonas Willem Maertens
Original Assignee
Renson Sunprotection-Screens Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Renson Sunprotection-Screens Nv filed Critical Renson Sunprotection-Screens Nv
Priority to BE2014/5085A priority Critical patent/BE1022876B1/nl
Priority to EP15821165.6A priority patent/EP3140488B1/en
Priority to US15/529,929 priority patent/US20170328129A1/en
Priority to PL15821165T priority patent/PL3140488T3/pl
Priority to PCT/IB2015/059119 priority patent/WO2016084013A1/en
Priority to AU2015351969A priority patent/AU2015351969A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022876B1 publication Critical patent/BE1022876B1/nl
Publication of BE1022876A1 publication Critical patent/BE1022876A1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/40Roller blinds
    • E06B9/42Parts or details of roller blinds, e.g. suspension devices, blind boxes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/56Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor
    • E06B9/58Guiding devices
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/56Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor
    • E06B9/58Guiding devices
    • E06B9/581Means to prevent or induce disengagement of shutter from side rails
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B2009/2423Combinations of at least two screens
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/40Roller blinds
    • E06B2009/405Two rollers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Operating, Guiding And Securing Of Roll- Type Closing Members (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een scherminrichting (1) omvattende twee doekrollen, die in gemonteerde toestand van de scherminrichting (1) onder een hoek (α) ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en omvattende per doekrol: - een op de doekrol op- en afrolbaar scherm (2, 3); - een onderlat (4, 5), die in gemonteerde toestand van de scherminrichting aan de zijde van het scherm (2, 3) weg van de doekrol aan het scherm (2, 3) is bevestigd; - en één of meerdere scherm- en/of latgeleiders (6, 7), ter geleiding van een laterale zijde van het scherm (2, 3) en/of de onderlat (4, 5); waarbij in gemonteerde toestand van de scherminrichting (1) de onderlatten (4, 5) onder de genoemde hoek (α) onderling star zijn verbonden en de geleiders (6, 7) enkel aan de laterale zijde van het respectievelijke scherm (2, 3) en/of de respectievelijke onderlat (4, 5), weg van de genoemde hoek (α) zijn opgesteld.

Description

BE2014/5085 1
SCHERMINRICHTING
Deze uitvinding betreft een scherminrichting omvattende twee doekrollen, elk roteerbaar omheen een respectievelijke doekrolas, waarbij de doekrolassen van deze doekrollen in gemonteerde toestand van de scherminrichting onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en waarbij de scherminrichting per doekrol: - een op de doekrol op- en afrolbaar scherm omvat; - een onderlat omvat, die in gemonteerde toestand van de scherminrichting aan de zijde van het scherm weg van de doekrol aan het scherm is bevestigd; - en één of meerdere scherm- en/of latgeleiders omvat, ter geleiding van een laterale zijde van het scherm en/of de onderlat.
De één of meerdere scherm- en/of latgeleiders in dergelijke scherminrichtingen zijn voorzien om ervoor te zorgen dat het scherm niet te sterk zal bewegen, klapperen of beschadigd raken onder invloed van externe factoren, zoals bijvoorbeeld wind, enz. Om de schermen en/of de onderlatten voldoende te geleiden, staan de scherm- en/of latgeleiders aan beide laterale zijden van de schermen opgesteld. De scherm- en/of latgeleiders die hiertoe op de hoek van een dergelijke scherminrichting komen te staan, worden echter vaak als storend ervaren. Steeds vaker worden glaspartijen die onder een hoek ten opzichte van elkaar opgesteld staan, namelijk tot op deze hoek in glas uitgevoerd, zodat het zicht doorheen deze glaspartijen niet gehinderd wordt door een hoekkolom of een hoekprofiel. Echter, wanneer een scherminrichting voor een dergelijke glaspartij opgesteld dient te worden, dan wordt alsnog een geleider voor deze hoek opgesteld, zodat het zicht doorheen deze glaspartijen alsnog gehinderd wordt door een profiel.
Het doel van deze uitvinding is om een oplossing te voorzien voor dit probleem.
Dit doel van deze uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een scherminrichting omvattende twee doekrollen, elk roteerbaar omheen een respectievelijke doekrolas, waarbij de doekrolassen van deze doekrollen in gemonteerde toestand van de scherminrichting onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en waarbij de scherminrichting per doekrol: - een op de doekrol op- en afrolbaar scherm omvat; - een onderlat omvat, die in gemonteerde toestand van de scherminrichting aan de zijde van het scherm weg van de doekrol aan het scherm is bevestigd; - en één of meerdere scherm- en/of latgeleiders omvat, ter geleiding van een laterale zijde van het scherm en/of de onderlat; waarbij in gemonteerde toestand van de scherminrichting, de onderlatten onder de genoemde hoek onderling zijn verbonden en de geleiders enkel aan de laterale zijde van het respectievelijke scherm en/of de respectievelijke onderlat, weg van de genoemde hoek zijn opgesteld.
Door de onderlatten onderling te verbinden, kunnen scherm- en/of latgeleiders op de hoek weggelaten worden. Dankzij deze verbinding en doordat aan de andere uiteinden van de onderlatten nog steeds deze onderlatten en/of de schermen geleid worden, kan met weglating van scherm- en/of latgeleiders op de hoek toch nog voldoende geleiding voorzien worden om te verhinderen dat het scherm te sterk zou bewegen of klapperen, enz.
In gemonteerde toestand van de scherminrichting zijn de uiteinden van de onderlatten, weg van de genoemde hoek, bij voorkeur geleidend in de scherm- en/of latgeleiders aangebracht.
Voorkeurdragend is de verbinding star uitgevoerd.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de laterale zijden van de schermen en/of van de onderlatten, die voorzien zijn om geleid te worden, voorzien van één of meerdere haakelementen, om in de scherm- en/of latgeleiders te haken ter geleiding van deze laterale zijden in deze scherm- en/of latgeleiders. Zo wordt verhinderd dat deze schermen en/of onderlatten bij inwerken van bepaalde krachten uit de scherm- BE2014/5085 3 en of latgeleiders zouden loskomen. Dankzij de haakelementen kunnen de schermen en/of onderlatten in de scherm- en/of latgeleiders gehaakt blijven.
Nog meer voorkeurdragend zijn de scherm- en/of latgeleiders hierbij meerdelig uitgevoerd, met een buitenprofiel dat vast wordt opgesteld en een geleidingsprofiel ter geleiding van het scherm en/of de onderlat, dat afgeveerd in dit buitenprofiel wordt opgesteld. De haakelementen haken hierbij dan in het geleidingsprofiel. Dit geleidingsprofiel wordt hierbij bij voorkeur dwars op zijn lengterichting onder voorspanning gebracht, zodanig dat het scherm bij een eventuele overbelasting van bv. een persoon die tegen het scherm aanloopt of bij een windbelasting, enigszins kan uitwijken, zonder dat het scherm of de scherminrichting beschadigd raakt.
Aan hun laterale zijde, die voorzien is om geleid te worden, zijn de schermen bij voorkeur voorzien van een flexibele verdikking als genoemd haakelement. Een dergelijke flexibele verdikking kan in het bijzonder bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als een halve ritssluiting.
In een specifieke uitvoeringsvorm van een dergelijke scherminrichting met een flexibele verdikking aan de schermen als genoemd haakelement, zijn in gemonteerde toestand van de scherminrichting, de uiteinden van de schermen in de respectievelijke onderlatten geklemd, zodanig dat de flexibele verdikkingen aan deze uiteinden zich lateraal ten opzichte van de respectievelijke onderlatten uitstrekken om genoemde haakelementen voor de onderlatten te vormen.
In een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding zijn de onderlatten hol uitgevoerd, omvatten deze een toegangsopening tot hun holte aan de zijde van de genoemde hoek en omvat de scherminrichting een hoekbevestigingselement, dat twee benen omvat, die onder de genoemde hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, en die elk via de respectievelijke toegangsopening in de holte van een respectievelijke onderlat BE2014/5085 4 aanbrengbaar zijn, ter onderlinge verbinding van deze onderlatten onder de genoemde hoek.
Met een dergelijk hoekbevestigingselement dat in holtes van de onderlatten aanbrengbaar is, is een eenvoudige stevige verbinding van de onderlatten mogelijk. Doordat de benen van dit hoekbevestigingselement onder de gewenste hoek zijn opgesteld, is de gewenste hoek tussen de onderlatten op eenvoudige manier realiseerbaar.
Heel wat bestaande profielen voor onderlatten blijven hierbij inzetbaar als onderlat. Deze onderlatten zijn bij voorkeur hoofdzakelijk uitgevoerd uit één of meerdere geëxtrudeerde profielen, die over nagenoeg hun volledige lengte dezelfde doorsnede omvatten. De holte strekt zich hierbij dan ook bij voorkeur over nagenoeg hun volledige lengte uit.
Een dergelijk hoekbevestigingselement kan op verschillende manieren gefixeerd worden ten opzichte van de onderlatten, om de onderlatten onderling te fixeren. Zo kan een dergelijk hoekbevestigingselement klemmend in de genoemde holtes aangebracht worden, en/of met behulp van een klikverbinding, en/of met behulp van bijkomende bevestigingselementen, zoals bijvoorbeeld schroeven, enz.
De holtes van de onderlatten hebben bij voorkeur aan de benen van het hoekbevestigingselement aangepaste afmetingen. Deze holtes kunnen hierbij een grotere doorsnede hebben dan de benen, maar omvatten dan bij voorkeur ribben en/of tussenschotten, enz. waarmee tussenafmetingen zijn voorzien die corresponderen met de afmetingen van de benen van het hoekbevestigingselement.
Bij voorkeur omvatten de onderlatten in hun holte een aanbrengsleuf, voor het geleidend aanbrengen van het corresponderende been in deze holte. Om de benen geleidend in deze aanbrengsleuven aan te kunnen brengen om deze in de corresponderende holte aan te brengen, zullen deze aanbrengsleuven een met het respectievelijke been corresponderende breedte hebben. Op deze manier kan een dergelijk been op een stevige manier in de holte van de respectievelijke onderlat aangebracht worden. De onderlatten blijven hierdoor nog beter onder de gewenste BE2014/5085 5 hoek ten opzichte van elkaar na aanbrengen van het hoekbevestigingselement met zijn benen in de respectievelijke holtes van de onderlatten.
Een dergelijke aanbrengsleuf kan bijvoorbeeld afgeschermd zijn met behulp van inwendige ribben in de onderlatten. Dergelijke inwendige ribben kunnen bijvoorbeeld deel uitmaken van schroefkanalen van de onderlatten. Deze schroefkanalen hebben hierdoor dan een dubbele functie. Ze dienen enerzijds om hierin schroeven aan te brengen en anderzijds om een been van het hoekbevestigingselement op zijn plaats te houden in de holte van de onderlat. Alternatief of bijkomend kan de aanbrengsleuf bijvoorbeeld ook afgeschermd zijn met behulp van een tussenschot.
Het hoekbevestigingselement van een scherminrichting volgens deze uitvinding met hoekbevestigingselement is bij voorkeur hoofdzakelijk L-vormig.
Verder zijn de benen van een dergelijk hoekbevestigingselement bij voorkeur nagenoeg identiek aan elkaar uitgevoerd. Hierdoor is het hoekbevestigingselement omkeerbaar, waarbij het ene been omwisselbaar is met het andere been. Het speelt dan geen rol of het eerste been in de holte van de eerste onderlat wordt aangebracht, of het tweede been en omgekeerd.
Bij voorkeur hebben ook de onderlatten een nagenoeg zelfde doorsnede.
De onderlatten van een scherminrichting volgens deze uitvinding zijn bij voorkeur aan het betreffende uiteinde in verstek verzaagd om deze onder de genoemde hoek onderling te verbinden.
Wanneer deze onderlatten bovendien nagenoeg een zelfde doorsnede hebben, kunnen deze in verstek aansluitend op elkaar met elkaar verbonden worden, zodanig dat de onderlatten een onder een hoek doorlopend geheel vormen.
Wanneer deze dan met een hierboven beschreven hoekbevestigingselement onderling verbonden kunnen worden, dan kunnen deze ook bij afwijkingen door toleranties of door omgevingsfactoren, toch nagenoeg volledig tegen elkaar aangetrokken worden, zodat ze nagenoeg volledig tegen elkaar kunnen aansluiten, zonder opening ertussen. BE2014/5085 6
Met een hoofdzakelijk L-vormig hoekbevestigingselement en in verstek gezaagde onderlatten is het bovendien mogelijk om de verbindingselementen nagenoeg volledig aan het oog te onttrekken. Na het aan elkaar bevestigen van de onderlatten zijn dan enkel eventueel nog schroeven zichtbaar. Deze schroeven kunnen dan voorzien worden aan een zijde van de onderlatten die in de meeste posities aan het oog is onttrokken. Typisch zal dit de onderzijde van de onderlatten zijn.
Een scherminrichting volgens deze uitvinding is verder bij voorkeur voorzien van aandrijfmiddelen voor het synchroon aandrijven van beide doekrollen. Met onderling verbonden onderlatten dienen de schermen namelijk steeds tegelijk op en af de doekrollen gerold te kunnen worden.
Specifiek kunnen de genoemde aandrijfmiddelen hiertoe een tandwieloverbrenging met conische tandwielen omvatten, voor overbrengen van de aandrijving van één van beide doekrollen ter aandrijving van de andere van beide doekrollen.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende scherminrichting volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - Figuur 1 een scherminrichting volgens deze uitvinding in perspectief is weergegeven; - Figuur 2 de onderlatten van de scherminrichting uit figuur 1 afzonderlijk in meer detail in perspectief zijn weergegeven ter hoogte van hun hoekverbinding, met één van de onderlatten in gedemonteerde toestand; BE2014/5085 7 - Figuur 3 de onderlatten van de scherminrichting uit figuur 1 afzonderlijk in meer detail in doorsnede zijn weergegeven ter hoogte van hun hoekverbinding, doorgesneden doorheen één van de onderlatten volgens zijn langsrichting en dwars doorheen de andere onderlat.
De in figuur 1 afgebeelde scherminrichting (1) omvat twee doekrollen, die elk in een respectievelijke schermkast (8, 9) zijn opgenomen. De doekrollen zijn elk roteerbaar omheen een respectievelijke doekrolas, waarbij deze doekrolassen onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld. Gezien deze doekrolassen zich volgens de lengterichting van de schermkasten (8, 9) uitstrekken, zijn deze schermkasten (8, 9) hierdoor ook onder deze genoemde hoek (a) ten opzichte van elkaar opgesteld.
Aan elk van de doekrollen is een scherm (2, 3) aan één van zijn uiteinden bevestigd. Gezien de doekrollen roteerbaar zijn opgesteld rond hun doekrolas, zijn de hieraan bevestigde schermen (2, 3) op de respectievelijke doekrol op- en afrolbaar .
Aan het uiteinde van de schermen (2, 3) tegenovergesteld aan het uiteinde waarmee ze aan de respectievelijke doekrol zijn bevestigd, is telkens een onderlat (4, 5) bevestigd, zodat de schermen (2, 3) onder het gewicht van deze onderlat (4, 5) kunnen doorhangen. De onderlatten (4, 5) omvatten hiertoe een aanbrengsleuf (13), zoals te zien is in de figuren 2 en 3, waarin een verdikte rand van het respectievelijke scherm (2, 3) aangebracht kan worden om dit scherm (2, 3) aan de onderlat (4, 5) te bevestigen.
Aan de laterale zijden van de schermen (2, 3) weg van de hoek (a), zijn scherm- en latgeleiders (6, 7) opgesteld. Deze scherm- en latgeleiders (6, 7) omvatten elk een vast opgesteld buitenprofiel en een in dit buitenprofiel aangebracht geleidingsprofiel. De schermen (2, 3) zijn aan deze laterale zijde voorzien van een flexibele verdikking, die bijvoorbeeld als halve ritssluiting kan uitgevoerd zijn. Met deze flexibele verdikking zijn de schermen (2, 3) geleidend in het respectievelijke geleidingsprofiel vastgehaakt. De geleidingsprofielen zijn met speling in de buitenprofielen aangebracht, waarbij speling is voorzien in een richting loodrecht op de lengterichting van deze profielen. De geleidingsprofielen zijn met behulp van verend BE2014/5085 8 materiaal in de buitenprofielen afgeveerd, zodat de schermen (2, 3) onder verende voorspanning komen te staan. Op deze manier kunnen de schermen (2, 3) bij een eventuele overbelasting van bv. een persoon die tegen het scherm (2, 3) aanloopt of bij een windbelasting, enigszins uitwijken, zonder dat het scherm (2, 3) of de scherminrichting (1) beschadigd raakt.
De respectievelijke uiteinden van de onderlatten (4, 5) zijn aan deze laterale zijde weg van de hoek (α) geleidend in de buitenprofielen aangebracht.
In de hoek (α) zijn de onderlatten (4, 5) onderling verbonden. Op deze hoek (α) zijn geen scherm- en latgeleiders opgesteld, zodat in opgerolde toestand van de schermen (2, 3) deze hoek onder de schermen (2, 3) en de hieraan bevestigde onderlatten (4, 5) vrijgemaakt kan worden, zoals te zien is in figuur 1.
De scherminrichting (1) omvat een hoekbevestigingselement (10) om de onderlatten (4, 5) onderling te kunnen verbinden. De onderlatten (4, 5) zijn hiertoe hol uitgevoerd. Indien deze hoofdzakelijk uit een via extrusie vervaardigd profiel worden opgebouwd, zoals bij de afgebeelde onderlatten (4, 5) het geval is, dan zal deze holte (14, 15) zich over de lengte van de betreffende onderlat (4, 5) uitstrekken. Het hoekbevestigingselement (10) is nagenoeg L-vormig uitgevoerd en omvat twee benen (16, 17), die onder de betreffende hoek (α) ten opzichte van elkaar zijn opgesteld. Elk van deze benen (16, 17) is via een toegangsopening in de holte (14, 15) van een respectievelijke onderlat (4, 5) aanbrengbaar, zoals te zien is in de figuren 2 en 3. In de holte (14, 15) zijn telkens verschillende schroefkanalen (18) voorzien, waartussen zich aanbrengsleuven uitstrekken, die met het been (16, 17) corresponderende afmetingen hebben, zodat het betreffende been (16, 17) van het hoekbevestigingselement (10) hier geleidend tussen aangebracht kan worden. Deze schroefkanalen (18) hebben hierbij een dubbele functie. Ze houden enerzijds het been (16, 17) op de gewenste plaats en anderzijds kunnen hierin schroeven aangebracht worden om aan het andere uiteinde van de onderlat (4, 5) een eindstuk van de onderlat (4, 5) op dit profiel van de onderlat (4, 5) te kunnen schroeven.
In plaats van of aanvullend op deze schroefkanalen (18) kan alternatief de holte (14, 15) zelf ook een met het respectievelijke been (16, 17) corresponderende vorm BE2014/5085 9 meegegeven worden, of kan de holte (14, 15) voorzien worden van inwendige opstaande ribben of van een tussenschot, enz. om het respectievelijke been (16, 17) in deze holte (14, 15) te kunnen positioneren.
Aan het betreffende uiteinde zijn de onderlatten (4, 5) in verstek (45° of meer of minder) gezaagd. Het hoekbevestigingselement (10) is hierbij volledig in de onderlatten (4, 5) aanbrengbaar, waarbij de onderlatten (4, 5) tegen elkaar aansluiten en het hoekbevestigingselement (10) aan het oog onttrokken is. Doordat de onderlatten (4, 5) nagenoeg dezelfde doorsnede hebben, wordt hierbij aan de hoek (a) een doorlopend geheel gevormd.
Doordat de onderlatten (4, 5) onderling zijn verbonden, worden de schermen (2, 3) bij voorkeur steeds synchroon op de respectievelijke doekrollen op- en afgerold. Hiertoe kan de scherminrichting (1) aandrijfmiddelen omvatten voor het synchroon aandrijven van deze doekrollen. Specifiek kunnen deze aandrijfmiddelen hiertoe bijvoorbeeld een tandwieloverbrenging met conische tandwielen omvatten, voor overbrengen van de aandrijving van één van beide doekrollen ter aandrijving van de andere van beide doekrollen.

Claims (11)

  1. BE2014/5085 10 CONCLUSIES
    1. Scherminrichting (1) omvattende twee doekrollen, elk roteerbaar omheen een respectievelijke doekrolas, waarbij de doekrolassen van deze doekrollen in gemonteerde toestand van de scherminrichting onder een hoek (a) ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en waarbij de scherminrichting per doekrol: - een op de doekrol op- en afrolbaar scherm (2, 3) omvat; - een onderlat (4, 5) omvat, die in gemonteerde toestand van de scherminrichting (1) aan de zijde van het scherm (2, 3) weg van de doekrol aan het scherm (2, 3) is bevestigd; - en één of meerdere scherm- en/of latgeleiders (6, 7) omvat, ter geleiding van een laterale zijde van het scherm (2, 3) en/of de onderlat (4, 5); met het kenmerk dat in gemonteerde toestand van de scherminrichting (1) de onderlatten (4, 5) onder de genoemde hoek (a) onderling zijn verbonden en de geleiders (6, 7) enkel aan de laterale zijde van het respectievelijke scherm (2, 3) en/of de respectievelijke onderlat (4, 5), weg van de genoemde hoek (a) zijn opgesteld.
  2. 2. Scherminrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat in gemonteerde toestand van de scherminrichting (1) de uiteinden van de onderlatten (4, 5), weg van de genoemde hoek (a), geleidend in de scherm-en/of latgeleiders (6, 7) zijn aangebracht.
  3. 3. Scherminrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de laterale zijden van de schermen (2, 3) en/of van de onderlatten (4, 5), die voorzien zijn om geleid te worden, voorzien zijn van één of meerdere haakelementen, om in de scherm- en/of latgeleiders (6, 7) te haken ter geleiding van deze laterale zijden in deze scherm- en/of latgeleiders (6, 7). BE2014/5085 11
  4. 4. Scherminrichting (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de schermen (2, 3) aan hun laterale zijde, die voorzien is om geleid te worden, voorzien zijn van een flexibele verdikking als genoemd haakelement.
  5. 5. Scherminrichting (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat in gemonteerde toestand van de scherminrichting (1), de uiteinden van de schermen (2, 3) in de respectievelijke onderlatten (4, 5) zijn geklemd, zodanig dat de flexibele verdikkingen aan deze uiteinden zich lateraal ten opzichte van de respectievelijke onderlatten (4, 5) uitstrekken om genoemde haakelementen voor de onderlatten (4, 5) te vormen.
  6. 6. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de onderlatten (4, 5) hol zijn uitgevoerd, en een toegangsopening tot hun holte (14, 15) omvatten aan de zijde van de genoemde hoek (α) en dat de scherminrichting (1) een hoekbevestigingselement (10) omvat, dat twee benen (16, 17) omvat, die onder de genoemde hoek (α) ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, en die elk via de respectievelijke toegangsopening in de holte (14, 15) van een respectievelijke onderlat (4, 5) aanbrengbaar zijn, ter onderlinge verbinding van deze onderlatten (4 5) onder de genoemde hoek (α).
  7. 7. Scherminrichting (1) volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de onderlatten (4, 5) in hun holte (14, 15) een aanbrengsleuf omvatten, voor het geleidend aanbrengen van het corresponderende been (16, 17) in deze holte (14, 15).
  8. 8. Scherminrichting (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de onderlatten (4, 5) schroefkanalen (18) omvatten, die hun aanbrengsleuf begrenzen.
  9. 9. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de onderlatten (4, 5) aan het betreffende uiteinde in verstek zijn verzaagd om deze onder de genoemde hoek (α) onderling te verbinden. BE2014/5085 12
  10. 10. Scherminrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze scherminrichting (1) voorzien is van aandrijfmiddelen voor het synchroon aandrijven van beide doekrollen. 5
  11. 11. Scherminrichting (1) volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de genoemde aandrijfmiddelen een tandwieloverbrenging omvat met conische tandwielen, voor overbrengen van de aandrijving van één van beide doekrollen ter aandrijving van de andere van beide doekrollen. 10
BE2014/5085A 2014-11-25 2014-11-25 Scherminrichting BE1022876B1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/5085A BE1022876B1 (nl) 2014-11-25 2014-11-25 Scherminrichting
EP15821165.6A EP3140488B1 (en) 2014-11-25 2015-11-25 Screen device
US15/529,929 US20170328129A1 (en) 2014-11-25 2015-11-25 Screen device
PL15821165T PL3140488T3 (pl) 2014-11-25 2015-11-25 Urządzenie zasłonowe
PCT/IB2015/059119 WO2016084013A1 (en) 2014-11-25 2015-11-25 Screen device
AU2015351969A AU2015351969A1 (en) 2014-11-25 2015-11-25 Screen device

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/5085A BE1022876B1 (nl) 2014-11-25 2014-11-25 Scherminrichting

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1022876B1 true BE1022876B1 (nl) 2016-09-30
BE1022876A1 BE1022876A1 (nl) 2016-09-30

Family

ID=52449899

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/5085A BE1022876B1 (nl) 2014-11-25 2014-11-25 Scherminrichting

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1022876B1 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5161593A (en) * 1990-01-22 1992-11-10 Sanwa Shutter Corporation Shutter assembly for a bay window
WO2014145333A1 (en) * 2013-03-15 2014-09-18 Fleischman Jacob Retractable wall system and adaptor components

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5161593A (en) * 1990-01-22 1992-11-10 Sanwa Shutter Corporation Shutter assembly for a bay window
WO2014145333A1 (en) * 2013-03-15 2014-09-18 Fleischman Jacob Retractable wall system and adaptor components

Also Published As

Publication number Publication date
BE1022876A1 (nl) 2016-09-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP3140488B1 (en) Screen device
WO2014111967A3 (en) Roller shutter comprising metal slats and a system for slideable and articulated connection of the metal slats
WO2010134985A3 (en) Interior plantation window shutter
BE1022876B1 (nl) Scherminrichting
EP3121355A3 (en) Hinge for doors or windows made with frame profiles
WO2014006328A3 (fr) Rideau roulant transparent
WO2006002184A3 (en) Window shutter system with operas a louvers
MA49284A (fr) Vitrage comprenant un seul cordon profile pour la liaison entre deux vitres et vitre pour un tel vitrage
JP6616256B2 (ja) 仕切り柵
KR101077722B1 (ko) 창문용 추락방지 장치
WO2007096927A3 (en) Mosquito curtain for rolling shutters or window openings
DE102014004351B3 (de) Frontelement
KR101218254B1 (ko) 추락 방지장치가 형성된 창문
ES1077919U (es) Sistema para frentes de puertas deslizantes
ES2255383A1 (es) Sistema de persiana enrollable de lamas con dispositivo de autobloqueo perfeccionado.
RU157131U1 (ru) Жалюзийная панель
KR200382345Y1 (ko) 격자형 자바라
WO2016132306A3 (en) Modular cabinet structure
DE202004011726U1 (de) Lamellenfenster oder lamellenartiges Klappelement mit wenigstens einer in einem Rahmen schwenkbar angeordneten Lamelle
BE1023251B1 (nl) Scherminrichting
DE19517552A1 (de) Verschließ- und/oder Trennvorrichtung für Räume, Fenster und insbesondere Schränke
DE102013013033A1 (de) Kühl- und/oder Gefriergerät
ES2662045T3 (es) Sistema de puerta corrediza
BE1022725B1 (nl) Scherminrichting
NL1031803C2 (nl) Behuizingsconstructie alsmede gevel voorzien van een dergelijke behuizingsconstructie.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20160930

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20181130