BE1030065B1 - Samenstel van een scherminrichting en bevestigingsmiddelen ter bevestiging van een schermkast van deze scherminrichting - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft een samenstel van: - een scherminrichting (1), omvattende • een op een schermrol (2) op- en afrolbaar scherm (3) ter afscherming van een raam of een deur (5); en • een schermkast (4, 4’, 4”), waarin deze schermrol (2) roteerbaar is opgenomen; en - bevestigingsmiddelen, ter bevestiging van de schermkast (4, 4’, 4”) aan het raam of de deur (5) of een structuur (7) waarin dit raam of deze deur (5) is gemonteerd, die: • een eerste bevestigingsbeugel (8) omvatten, ter bevestiging aan de schermkast (4, 4’, 4”); • een tweede bevestigingsbeugel (9, 9’, 9”), ter bevestiging aan het raam of de deur (5) of de structuur (7), die bevestigbaar is aan de eerste bevestigingsbeugel (8); en • regelmiddelen voor het volgens een hoogterichting (H) verstellen van de onderlinge bevestiging van deze bevestigingsbeugels (8, 9, 9’, 9”).

Description

SAMENSTEL VAN EEN SCHERMINRICHTING EN

BEVESTIGINGSMIDDELEN TER BEVESTIGING VAN EEN

SCHERMKAST VAN DEZE SCHERMINRICHTING

Deze uitvinding betreft een samenstel van: - een scherminrichting, omvattende e een op een schermrol op- en afrolbaar scherm ter afscherming van een raam of een deur; en e een schermkast, waarin deze schermrol roteerbaar is opgenomen, en - bevestigingsmiddelen, ter bevestiging van de schermkast aan het raam of de deur of een structuur waarin dit raam of deze deur is gemonteerd.

De genoemde structuur is een achterliggend, dragend, structureel deel van een gebouw waarin het genoemde raam of de genoemde deur opgenomen wordt, dat voor sterkte en stevigheid van dit gebouw zorgt. Dit kan bijvoorbeeld een dragende muur zijn, of een frame, enz.

Een dergelijk raam of een dergelijke deur kan een afzonderlijk raam of een afzonderlijke deur zijn, maar kan ook uitgevoerd zijn als een raampartij. Onder een dergelijk raam of een dergelijke deur verstaan we zowel de raam- of deurprofielen als de invulling van deze raam- of deurprofielen onder de vorm van beglazing en/of panelen, enz.

Bij scherminrichtingen die dienen om ramen of deuren van een beperkte breedte af te schermen en waarbij dus ook de schermkast een beperkte lengte heeft, stellen zich hierbij weinig of geen problemen. Wanneer deze afmetingen echter toenemen tot boven de 3 meter, en dit zeker wanneer de lengte van de schermkast boven de 3,6 m komt, dient een dergelijke schermkast op een goede manier geborgd te worden ten opzichte van de structuur om doorbuiging ervan, met bijhorende problemen te beperken.

Er bestaan daarbij verschillende modellen van dergelijke schermkasten, die afhankelijk van randomstandigheden op verschillende posities bovenaan een dergelijk raam of een dergelijke deur bevestigd dienen te worden.

Een veelheid aan verschillende bevestigingsmiddelen worden in de praktijk voorzien om dergelijke schermkasten te bevestigen. Doordat heel wat verschillende soorten bevestigingsmiddelen zijn vereist, worden deze schermkasten in de praktijk niet steeds met de meest geschikte bevestigingsmiddelen gemonteerd, waarbij de vereiste borging niet steeds verzekerd is.

Vaak wordt een dergelijke schermkast aan profielen van een dergelijk raam of een dergelijke deur bevestigd, dit typisch met behulp van schroeven verspreid over de lengte ervan. Waar dit niet mogelijk is of om energetische redenen niet toegestaan, dient een dergelijke schermkast in een zone naast en boven een dergelijk raam of een dergelijke deur bevestigd te worden, waarbij zich een opening boven dit raam bevindt. In sommige gevallen is de structuur rechtstreeks bereikbaar om de schermkast aan te bevestigen. Dan kan de schermkast bijvoorbeeld zelf aan deze structuur bevestigd worden met meerdere schroeven, waarbij eventueel ook bevestigingsbeugels gebruikt worden. In deze genoemde gevallen worden dergelijke niet steeds oordeelkundig gepositioneerd.

Om doorboren van de schermkast met dergelijke schroeven, met risico op beschadigen van het scherm te vermijden, is het ook gekend om een dergelijke schermkast met behulp van een hiertoe voorzien profiel te borgen, dat enerzijds over de lengte van de schermkast voorzien wordt, bijvoorbeeld via inhaken in een hiertoe voorziene holte in de schermkast, en dat anderzijds met meerdere schroeven aan de structuur bevestigbaar is. Dit profiel biedt ook het voordeel dat hierin schroefgaten op vooraf gedefinieerde plaatsen voorzien kunnen worden, zodat voldoende schroeven op een goed verdeelde manier over de lengte van de schermkast voorzien worden om een goede borging te kunnen verzekeren. De schermkast kan ook eenvoudig gemonteerd en gedemonteerd worden zonder verlies aan stevigheid. Deze schermkast dient hiertoe echter voorzien te zijn ter bevestiging van dit profiel. Dit profiel is ook niet bij alle randomstandigheden inzetbaar.

Er zijn ook situaties waar de schermkast niet aan profielen van het raam of de deur bevestigd kan worden en ook de structuur niet rechtstreeks bereikbaar is. Dit is typisch het geval waar een holte boven profielen van het raam of de deur met niet- structureel isolatiemateriaal afgedicht wordt, bijvoorbeeld bij montage van een schermkast in een nis. Voor dergelijke situaties zijn er al verschillende oplossingen uitgedacht om een dergelijke schermkast toch voldoende ten opzichte van de structuur te kunnen borgen om doorbuiging ervan te vermijden. In de praktijk worden deze oplossingen echter weinig toegepast, waardoor borging niet afdoende wordt voorzien of zelfs achterwege wordt gelaten, met bijhorende problemen als gevolg.

Het doel van deze uitvinding is om te voorzien in bevestigingsmiddelen waarmee verschillende soorten van een dergelijke schermkast bij verschillende randomstandigheden eenvoudig op een goede manier bevestigd kunnen worden.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een samenstel van: - een scherminrichting, omvattende e een op een schermrol op- en afrolbaar scherm ter afscherming van een raam of een deur; en e een schermkast, waarin deze schermrol roteerbaar is opgenomen, en - bevestigingsmiddelen, ter bevestiging van de schermkast aan het raam of de deur of een structuur waarin dit raam of deze deur is gemonteerd, die: e een eerste bevestigingsbeugel omvatten, die voorzien is ter bevestiging aan de schermkast; e een tweede bevestigingsbeugel; die voorzien is ter bevestiging aan het raam of de deur of de structuur en die bevestigbaar is aan de eerste bevestigingsbeugel; en e regelmiddelen voor het volgens een hoogterichting verstellen van de onderlinge bevestiging van deze bevestigingsbeugels.

Dankzij deze hoogteregeling wordt het mogelijk om dezelfde bevestigingsmiddelen bij verschillende soorten schermkasten en bij heel wat verschillende randomstandigheden te gebruiken om een schermkast van een dergelijke scherminrichting aan een raam of een deur of een structuur te bevestigen. Met deze hoogteregeling is het nu mogelijk om de hoogte van de schermkast ten opzichte van de bovenkant van het af te schermen raam of de af te schermen deur te regelen.

De eerste bevestigingsbeugels kunnen daarbij ook eventueel al vooraf gemonteerd worden aan de schermkast in een atelier, waarbij de tweede bevestigingsbeugels ter plaatse op de gewenste positie bevestigd kunnen worden en waarbij deze beide bevestigingsbeugels dan op de gewenste hoogte ten opzichte van elkaar onderling bevestigd kunnen worden.

Met een dergelijke hoogteregeling is het ook eenvoudig om ter plaatse eventuele spelingen weg te werken.

De schermkast kan bij een samenstel volgens deze uitvinding uit een set van meerdere schermkasten komen.

Een eerste schermkast uit deze set kan daarbij op een gekende manier voorzien zijn van beugelaanhaakmiddelen. Deze beugelaanhaakmiddelen kunnen daarbij rechtstreeks deel uit maken van de schermkast. Alternatief kunnen de bevestigingsmiddelen bijvoorbeeld een bevestigingsprofiel omvatten, waarvan de beugelaanhaakmiddelen deel uitmaken en dat bevestigbaar is aan de schermkast om de schermkast te voorzien van deze beugelaanhaakmiddelen. Geschikte dergelijke beugelaanhaakmiddelen zijn in de praktijk bijvoorbeeld gekend onder de naam Euro groef of 14/18 groef.

Een tweede schermkast uit deze set kan daarbij vrij zijn van dergelijke beugelaanhaakmiddelen.

Om de flexibiliteit van de bevestigingsmiddelen uit een samenstel volgens de uitvinding te vergroten, is de eerste bevestigingsbeugel daarbij dan bij voorkeur:

- in een eerste positie bevestigbaar aan de tweede bevestigingsbeugel en voorzien van kastaanhaakmiddelen om in deze eerste positie in te haken aan de beugelaanhaakmiddelen aan de eerste schermkast; en - in een tweede positie, afwijkend van de eerste positie bevestigbaar aan de 5 tweede bevestigingsbeugel en voorzien van een haakelement om in deze tweede positie bovenaan de tweede schermkast te haken.

Door de eerste bevestigingsbeugel te voorzien van kastaanhaakmiddelen enerzijds en een genoemd haakelement anderzijds om deze eenvoudiger aan verschillende soorten schermkasten te kunnen bevestigen, kunnen deze zelfde bevestigingen nog ruimer ingezet worden om schermkasten te monteren.

Het haakelement is bij voorkeur aan een eerste zijde van de eerste bevestigingsbeugel opgesteld, terwijl de kastaanhaakmiddelen aan de tegenovergestelde zijde van deze eerste bevestigingsbeugel zijn opgesteld. De eerste bevestigingsbeugel kan dan in de eerste positie met de eerste zijde naar de schermkast toe gericht worden en in de tweede positie met de tegenovergestelde zijde. In de eerste positie zijn de kastaanhaakmiddelen dan naar deze schermkast toe gericht en is het haakelement weg van de schermkast gericht en in de tweede positie is het haakelement dan naar de schermkast toe gericht en zijn de kastaanhaakmiddelen weg van de schermkast gericht. De eerste bevestigingsbeugel kan hiertoe ten opzichte van de eerste positie gezien in de tweede positie 180° verdraaid zijn ten opzichte van een verticale as.

In een specifieke uitvoeringsvorm is de eerste bevestigingsbeugel ten opzichte van de eerste positie gezien in de tweede positie 90° verdraaid ten opzichte van een horizontale as.

De eerste bevestigingsbeugel is in de tweede positie gezien bij voorkeur op een eerste tussenafstand onder het haakelement voorzien van eerste schroefgaten voor het hier doorheen aangrijpen van eerste schroeven ter bevestiging van de eerste bevestigingsbeugel aan de tweede schermkast.

Deze eerste schroefgaten zijn dan bij voorkeur zodanig voorzien dat wanneer het haakelement bovenop de schermkast aangrijpt en deze eerste schroeven doorheen deze eerste schroefgaten aangebracht worden ter bevestiging van de eerste bevestigingsbeugel aan de schermkast, deze eerste schroeven het scherm zeker niet zullen beschadigen.

De regelmiddelen kunnen meer specifiek een eerste langgerekte sleuf (sleufgat) omvatten, die in één van de genoemde bevestigingsbeugels is voorzien en zich in gemonteerde toestand gezien volgens de hoogterichting uitstrekt en een corresponderend bevestigingselement dat in deze eerste langgerekte sleuf aangrijpt om de andere van beide bevestigingsbeugels ten opzichte van deze eerste langgerekte sleuf te bevestigen.

Deze eerste langgerekte sleuf is dan bij voorkeur voorzien in de tweede bevestigingsbeugel.

Nog meer voorkeurdragend omvat deze tweede bevestigingsbeugel dan een tweede dergelijke langgerekte sleuf (sleufgat), die zich in gemonteerde toestand gezien volgens de hoogterichting uitstrekt en die volgens deze hoogterichting op een tweede tussenafstand van de eerste langgerekte sleuf is opgesteld.

Door twee dergelijke langgerekte sleuven te voorzien die op een tweede tussenafstand ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, kan de hoogteregeling een grotere hoogte overbruggen, zonder een dergelijke bevestigingsbeugel onnodig te verzwakken. Elke langgerekte sleuf kan zo steviger uitgevoerd worden. Bovendien is het mogelijk om een dergelijke bevestigingsbeugel, waar de langgerekte sleuf, die zich in gemonteerde toestand het verst van het raam of de deur of de structuur bevindt, niet wordt benut, deze bevestigingsbeugel in te korten door het deel van de bevestigingsbeugel waar deze langgerekte sleuf (de bovenste sleuf) zich bevindt, te verwijderen. De onderste, overblijvende sleuf blijft daarbij intact.

Uiterst voorkeurdragend is de tweede bevestigingsbeugel hiertoe dan tussen de eerste langgerekte sleuf en de tweede langgerekte sleuf voorzien van één of meerdere indicaties, die bij voorkeur uitgevoerd zijn als insnijdingen om het verwijderen van dit deel door bijvoorbeeld plooien of zagen van deze tweede bevestigingsbeugel te vereenvoudigen. Met een indicatie kan er eenvoudiger voor gezorgd worden dat bijvoorbeeld bij afslijpen van het bovenste sleufgat het onderste sleufgat intact blijft.

Met een insnijding kan het verwijderen van het genoemde deel van de bevestigingsbeugel nog verder vereenvoudigd worden. Hiertoe kunnen bijvoorbeeld meer specifiek insnijdingen aan de laterale zijden van deze tweede bevestigingsbeugel voorzien worden.

Naar stabiliteit toe omvat de tweede bevestigingsbeugel bij voorkeur twee genoemde eerste langgerekte sleuven, die in een richting dwars op de hoogterichting op een derde tussenafstand van elkaar zijn opgesteld.

Indien daarbij de corresponderende eerste bevestigingsbeugel zoals hier boven beschreven voorzien is van zowel kastaanhaakmiddelen en een haakelement, dan is deze eerste bevestigingsbeugel verder bij voorkeur voorzien van vier tweede schroefgaten, zodat in de eerste positie twee van deze tweede schroefgaten corresponderen met twee van de langgerekte sleuven ter bevestiging van twee tweede schroeven doorheen deze tweede schroefgaten en deze langgerekte sleuven en in de tweede positie twee van deze tweede schroefgaten corresponderen met twee van deze langgerekte sleuven ter bevestiging van twee tweede schroeven doorheen deze tweede schroefgaten en deze langgerekte sleuven.

Het gatenpatroon van de vier tweede schroefgaten wordt bij voorkeur puntsymmetrisch uitgevoerd om zowel in de eerste positie als in de tweede positie dezelfde functionaliteiten qua hoogteregeling te behouden.

Wanneer de eerste bevestigingsbeugel daarbij ten opzichte van de eerste positie gezien in de tweede positie 90° verdraaid is ten opzichte van een horizontale as, dan zijn deze vier tweede schroefgaten bij voorkeur opgesteld op de hoeken van een denkbeeldige vierkant met zijden die gelijk zijn aan de derde tussenafstand.

De tweede bevestigingsbeugel kan meer specifiek een eerste bevestigingsbeen omvatten, dat zich hoofdzakelijk in een eerste vlak uitstrekt en dat voorzien is ter bevestiging aan het raam of de deur of de structuur en een tweede bevestigingsbeen, dat zich hoofdzakelijk in een tweede vlak uitstrekt en dat voorzien is van de genoemde langgerekte sleuf of de genoemde langgerekte sleuven, waarbij het eerste vlak afwijkt van het tweede vlak.

Een dergelijke tweede bevestigingsbeugel kan bijvoorbeeld eenvoudig geplooid worden uit een metalen plaat, dit bijvoorbeeld uit aluminium.

Doordat het eerste vlak afwijkt van het tweede vlak kan er voor gezorgd worden dat met behulp van de bevestigingsmiddelen krachten kunnen opgevangen worden waarmee doorbuiging vermeden wordt.

In een eerste meer specifieke uitvoeringsvorm strekt het tweede vlak zich daarbij hoofdzakelijk loodrecht op het eerste vlak uit.

In een tweede meer specifieke uitvoeringsvorm strekt het tweede vlak zich daarbij hoofdzakelijk evenwijdig uit aan het eerste vlak.

De eerste bevestigingsbeugel wordt bij voorkeur gegoten, dit bijvoorbeeld uit inox of uit Zamac.

Eén van de genoemde bevestigingsbeugels wordt bij voorkeur aan zijn laterale zijden voorzien van positioneerranden, voor aangrijpen op de laterale zijden van de andere van beide bevestigingsbeugels. Deze positioneerranden vergroten dan de afschuifkrachten tussen beide bevestigingsbeugels om in geplaatste toestand van het raam of de deur in een gebouw de schermkast te kunnen dragen. De positioneerranden kunnen daarbij meer specifiek voorzien worden van reliëf om bij aangrijpen op de laterale zijden van de andere van beide bevestigingsbeugels verder te vergroten en zo het verschuiven van de bevestigingsbeugels ten opzichte van elkaar te verhinderen.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van samenstellen volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - figuur 1 een eerste bevestigingsbeugel en een tweede bevestigingsbeugel van een eerste uitvoeringsvorm van een samenstel volgens deze uitvinding van vooraan gezien in perspectief zijn afgebeeld, waarbij deze bevestigingsbeugels in een eerste positie onderling bevestigd zijn; - figuur 2 de eerste bevestigingsbeugel en de tweede bevestigingsbeugel uit figuur 1 van achteraan gezien in perspectief zijn afgebeeld, waarbij deze bevestigingsbeugels in de eerste positie onderling bevestigd zijn; - figuur 3 de eerste bevestigingsbeugel en de tweede bevestigingsbeugel uit figuur 1 van vooraan gezien in perspectief zijn afgebeeld, waarbij deze bevestigingsbeugels in een tweede positie onderling bevestigd zijn; - figuur 4 de eerste bevestigingsbeugel en de tweede bevestigingsbeugel uit figuur 1 van vooraan gezien in perspectief zijn afgebeeld, waarbij deze bevestigingsbeugels in de tweede positie onderling bevestigd zijn; - figuur 5 de tweede bevestigingsbeugel uit figuur 1 afzonderlijk van vooraan gezien in perspectief is afgebeeld; - figuur 6 de eerste bevestigingsbeugel uit figuur 1 afzonderlijk van vooraan gezien in perspectief is afgebeeld in de eerste positie; - figuur 7 de eerste bevestigingsbeugel uit figuur 1 afzonderlijk van vooraan gezien in perspectief is afgebeeld in de tweede positie; - figuur 8 de eerste bevestigingsbeugel uit figuur 1 afzonderlijk in onderaanzicht is afgebeeld in de tweede positie; - figuur 9 de eerste bevestigingsbeugel uit figuur 1 afzonderlijk in vooraanzicht is afgebeeld in de tweede positie; - figuur 10 de eerste bevestigingsbeugel uit figuur 1 afzonderlijk in zijaanzicht is afgebeeld in de tweede positie;

- figuur 11 een deel van een eerste samenstel volgens deze uitvinding van vooraan gezien in perspectief is afgebeeld, in gemonteerde toestand met een eerste schermkast, met de eerste bevestigingsbeugel in de eerste positie en met de tweede bevestigingsbeugel gemonteerd op een raamprofiel, dat volledig voor en onder de schermkast is opgesteld;

- figuur 12 een deel van het eerste samenstel uit figuur 11 van vooraan gezien in perspectief is afgebeeld, in gemonteerde toestand met een tweede schermkast, met de eerste bevestigingsbeugel in de tweede positie en met de tweede bevestigingsbeugel gemonteerd op een raamprofiel, dat volledig voor en onder de schermkast is opgesteld;

- figuur 13 een deel van het eerste samenstel uit figuur 11 in dwarsdoorsnede is afgebeeld, in gemonteerde toestand met de eerste schermkast, met de eerste bevestigingsbeugel in de eerste positie en met de tweede bevestigingsbeugel gemonteerd op een raamprofiel, dat volledig voor en onder de schermkast is opgesteld;

- figuur 14 een deel van het eerste samenstel uit figuur 11 in dwarsdoorsnede is afgebeeld, in gemonteerde toestand met de tweede schermkast, met de eerste bevestigingsbeugel in de tweede positie en met de tweede bevestigingsbeugel gemonteerd op een raamprofiel, dat volledig voor en onder de schermkast is opgesteld;

- figuur 15 een deel van het eerste samenstel uit figuur 11 in dwarsdoorsnede is afgebeeld, in gemonteerde toestand met een alternatieve eerste schermkast en een bevestigingsprofiel, met de eerste bevestigingsbeugel in de eerste positie en met de tweede bevestigingsbeugel gemonteerd op een raamprofiel, dat volledig voor en onder de schermkast is opgesteld;

- figuur 16 een deel van het eerste samenstel uit figuur 11 in dwarsdoorsnede is afgebeeld, in gemonteerde toestand met de eerste schermkast, met de eerste bevestigingsbeugel in de eerste positie en met de tweede bevestigingsbeugel gemonteerd op een raamprofiel, dat volledig horizontaal voor de schermkast is opgesteld;

- figuur 17 een deel van het eerste samenstel uit figuur 11 in dwarsdoorsnede is afgebeeld, in gemonteerde toestand met de tweede schermkast, met de eerste bevestigingsbeugel in de tweede positie en met de tweede bevestigingsbeugel gemonteerd op een raamprofiel, dat volledig voor de schermkast is opgesteld,

gedeeltelijk horizontaal voor deze schermkast en gedeeltelijk onder deze schermkast;

- figuur 18 een eerste alternatieve uitvoeringsvorm van een tweede bevestigingsbeugel voor een samenstel volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld;

- figuur 19 een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van een tweede bevestigingsbeugel voor een samenstel volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld;

- figuur 20 een eerste alternatieve uitvoeringsvorm van een samenstel volgens deze uitvinding in dwarsdoorsnede is afgebeeld, in gemonteerde toestand met de tweede schermkast, die nagenoeg volledig boven en achter een raamprofiel is opgesteld, met de eerste bevestigingsbeugel in de tweede positie en met de eerste alternatieve tweede bevestigingsbeugel uit figuur 18 gemonteerd aan een nabije structuur;

- figuur 21 een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van een samenstel volgens deze uitvinding in dwarsdoorsnede is afgebeeld, in gemonteerde toestand met de eerste schermkast, die gedeeltelijk boven en achter een raamprofiel is opgesteld, met de eerste bevestigingsbeugel in de eerste positie en met de tweede alternatieve tweede bevestigingsbeugel uit figuur 19 gemonteerd aan een nabije structuur;

- figuur 22 de tweede alternatieve uitvoeringsvorm uit figuur 21 van achteraan gezien in perspectief is afgebeeld, in gemonteerde toestand met de tweede schermkast, die volledig horizontaal achter een raamprofiel is opgesteld, met de eerste bevestigingsbeugel in de tweede positie en met de tweede alternatieve tweede bevestigingsbeugel uit figuur 19 gemonteerd aan een nabije structuur;

- figuur 23 de eerste alternatieve uitvoeringsvorm uit figuur 20 van vooraan gezien in perspectief is afgebeeld, in gemonteerde toestand met de eerste schermkast, die nagenoeg volledig boven en achter een raamprofiel 1s opgesteld, met de eerste bevestigingsbeugel in de eerste positie en met de eerste alternatieve tweede bevestigingsbeugel uit figuur 18 gemonteerd aan een nabije structuur.

De afgebeelde samenstellen volgens deze uitvinding omvatten een structuur (7) waarin een raam (5) is gemonteerd. Deze structuur (7) kan een muur zijn, die op gekende manieren opgebouwd en eventueel bekleed kan zijn. In plaats van een dergelijke muur kan bijvoorbeeld ook een structureel frame voorzien worden als achterliggende structuur.

Het raam (5) is telkens opgebouwd uit niet afgebeelde beglazing, die gevat is in een kader dat opgebouwd is uit raamprofielen (6). In plaats van een dergelijk raam (5) kan ook een deur voorzien worden. Dit kan een afzonderlijk raam of een afzonderlijke deur zijn, maar kan ook uitgevoerd zijn als een raampartij.

Voor het raam (5) is telkens een scherminrichting (1) gemonteerd, die een schermkast (4, 4’, 4”) omvat, met een hierin roteerbaar opgestelde schermrol (2), waarop een scherm (3) op- en afrolbaar is voorzien, om het raam (5) vrij te maken of

Juist af te schermen. Zijgeleiders kunnen aan beide laterale zijden van het scherm (3) onder de schermkast (4, 4’, 4”) opgesteld worden ter geleiding van de laterale zijden van het scherm (3) en/of een onderaan het scherm (3) bevestigde onderlat (29). Voor de duidelijkheid van de figuren werden deze onderdelen niet altijd overal afgebeeld.

De schermkast (4, 4’, 4”) is volgens de uitvinding telkens met behulp van een eerste bevestigingsbeugel (8) en een tweede bevestigingsbeugel (9, 9’, 9”) aan ofwel de structuur (7), ofwel een raamprofiel (6) van het raam (5) bevestigd. Meerdere dergelijke bevestigingsbeugels (8, 9, 9’, 9”) worden daarbij op een analoge manier verspreid over de lengte van de schermkast (4, 4’, 4”) enerzijds bevestigd aan de schermkast (4, 4’, 4”) en anderzijds bevestigd aan de structuur (7) of het raamprofiel (6).

De eerste bevestigingsbeugel (8) is daarbij telkens bevestigd aan de schermkast (4, 4’, 4”), terwijl de tweede bevestigingsbeugel (9, 9’, 9”) aan de structuur (7) of het raamprofiel (6) is bevestigd. Beide bevestigingsbeugels (8, 9, 9’, 9”) zijn onderling bevestigd en deze bevestiging is instelbaar volgens de hoogterichting (H).

In de figuren zijn verschillende soorten schermkasten (4, 4’, 4”) afgebeeld.

Een eerste schermkast (4) is te zien in de figuren 11, 13, 16, 21 en 23 en is voorzien van beugelaanhaakmiddelen (26, 27) voor het hier aan haken van de eerste bevestigingsbeugel (8). Deze beugelaanhaakmiddelen (26, 27) bestaan in de afgebeelde uitvoeringsvorm uit een sleuf (26) die zich over de lengte van de schermkast (4) uitstrekt en flenzen (27) die deze sleuf (26) op een tussenafstand (di) van elkaar aan weerszijden begrenzen.

Een alternatieve uitvoeringsvorm voor deze eerste schermkast (4”) is in figuur 15 afgebeeld. Deze alternatieve uitvoeringsvorm is eveneens voorzien van dergelijke beugelaanhaakmiddelen, dit nu door een bijkomend bevestigingsprofiel (30), dat voorzien is van beugelaanhaakmiddelen, te bevestigen aan de schermkast (4”). De schermkast (4”) zelf is hiertoe voorzien van dezelfde sleuf, begrensd door flenzen als in de eerste schermkast, waarin nu het bevestigingsprofiel (30) met een haakvormig inhaakelement (31) vastgehaakt wordt. Het bevestigingsprofiel (30) is op zijn beurt dan weer voorzien van een alternatieve sleuf, begrensd door flenzen als genoemde beugelaanhaakmiddelen, die een vergelijkbare functionaliteit hebben als de beugelaanhaakmiddelen van de eerste schermkast (4). De beugelaanhaakmiddelen van dit bevestigingsprofiel (30) zijn in de praktijk gekend onder de naam Euro groef of 14/18 groef. Het bevestigingsprofiel (30) heeft een hoogte die nagenoeg overeenstemt met de hoogte van de schermkast (4) en brengt de beugelaanhaakmiddelen op een zeker afstand voor de schermkast (4”), waarbij de vrije opening tussen de schermkast (4”) en het raam (5) afgedicht wordt met behulp van dit bevestigingsprofiel (30).

Een tweede schermkast (4’) is te zien in de figuren12, 14, 17, 20 en 22. Deze tweede schermkast (4’) is vrij van dergelijke beugelaanhaakmiddelen (26, 27).

Om de eerste bevestigingsbeugel (8) aan een uitvoeringsvorm van de eerste schermkast (4, 4”) met beugelaanhaakmiddelen (26, 27) te bevestigen, is deze voorzien van kastaanhaakmiddelen (11).

Deze kastaanhaakmiddelen (11) hebben in de afgebeelde uitvoeringsvorm in een eerste richting een afmeting (d>) die groter is dan de tussenafstand (di) tussen de flenzen (27) waarbij ze aan weerzijden voorzien zijn van haakribben (12), die een achterliggende inhaaksleuf (13) begrenzen, voor inhaken van deze haakribben (12) in de sleuf (26) van de schermkast (4, 4”), achter de flenzen (27). Deze haakribben (12) zijn daarbij zodanig voorzien dat ze klemmend achter deze flenzen (27) kunnen aangrijpen. In de afgebeelde uitvoeringsvorm kunnen de kastaanhaakmiddelen (11) daartoe via een draaibeweging ingehaakt worden achter de flenzen (27) en hier achter vastgeklemd worden. Hiertoe hebben deze kastaanhaakmiddelen (11) in een tweede richting een afmeting (d3) die kleiner is dan de tussenafstand (di) tussen de flenzen (27). In deze tweede richting kunnen de kastaanhaakmiddelen (11) vrij tussen de flenzen (27) aangebracht worden en na aanbrengen tussen de flenzen (27) kan de eerste bevestigingsbeugel (8) dan verdraaid worden om de kastaanhaakmiddelen (11) achter de flenzen (27) te laten haken.

Alternatieve manieren om kastaanhaakmiddelen aan beugelaanhaakmiddelen te haken zijn gekend.

Om de eerste bevestigingsbeugel (8) te bevestigen aan een uitvoeringsvorm van de tweede schermkast (4’), zonder dergelijke beugelaanhaakmiddelen (26, 27), is deze eerste bevestigingsbeugel (8) voorzien van een haakelement (10) om bovenaan de tweede schermkast (4’) te haken. Op een tussenafstand (t1) onder dit haakelement (10) zijn eerste schroefgaten (15) voorzien om hierin eerste schroeven (25) aan te brengen om deze eerste bevestigingsbeugel (8) aan de tweede schermkast (4’) te schroeven. De tussenafstand (ti) is daarbij zodanig gekozen dat deze eerste schroeven (25) het scherm (3) in deze schermkast (4’) niet kunnen beschadigen.

De kastaanhaakmiddelen (11) bevinden zich aan een eerste zijde van de eerste bevestigingsbeugel (8), terwijl het haakelement (10) aan de tegenovergestelde zijde van de eerste bevestigingsbeugel (8) is opgesteld.

In een eerste positie, waarbij de kastaanhaakmiddelen (11) bovenaan de eerste bevestigingsbeugel (8) zijn opgesteld, kan deze eerste bevestigingsbeugel (8) dan aan een uitvoeringsvorm van de eerste schermkast (4, 4”) bevestigd worden.

In een tweede positie, waarbij de eerste bevestigingsbeugel (8) over 180° verdraaid is ten opzichte van een verticale as en over 90° verdraaid is ten opzichte van een horizontale as, is het haakelement (10) bovenaan de eerste bevestigingsbeugel (8) opgesteld naar de schermkast (4’) toe en kan dit haakelement (10) bovenaan een uitvoeringsvorm van de tweede schermkast (4’) gehaakt worden.

Om de tweede bevestigingsbeugel (9, 9’, 9”) aan een raamprofiel (6) of aan de structuur (7) te bevestigen, is deze telkens voorzien van een eerste bevestigingsbeen (21), dat voorzien is van meerdere schroefgaten (23). Derde schroeven (28) worden op een gekende manier doorheen deze schroefgaten (23) aangebracht om de tweede bevestigingsbeugel (9, 9’, 9”) ten opzichte van het raamprofiel (6) of de structuur (7) te fixeren.

Om beide bevestigingsbeugels (8, 9, 9’, 9”) onderling te bevestigen, omvat de tweede bevestigingsbeugel (9, 9’, 9”) telkens een tweede bevestigingsbeen (21), waarin meerdere langgerekte sleuven (18, 19) zijn voorzien, die zich in gemonteerde toestand gezien volgens de hoogterichting (H) uitstrekken. De eerste bevestigingsbeugel (8) is voorzien van corresponderende tweede schroefgaten (14).

Door tweede schroeven (20) doorheen langgerekte sleuven (18, 19) aan te brengen en in dergelijke schroefgaten (14) te laten aangrijpen, kunnen beide bevestigingsbeugels (8, 9, 9’, 9”) aan elkaar bevestigd worden, waarbij de onderlinge bevestiging in de hoogterichting (H) ingesteld kan worden. Zo kan ook de corresponderende hoogte van de schermkast (4, 4’, 4”) ten opzichte van het af te schermen raam (5) of de af te schermen deur ingesteld worden.

In de afgebeelde uitvoeringsvormen is de tweede bevestigingsbeugel (9) telkens gevormd via ponsen en plooien ervan uit een metaalplaat, die bijvoorbeeld uit aluminium kan vervaardigd zijn.

Het eerste bevestigingsbeen (21) strekt zich telkens in een eerste vlak uit en het tweede bevestigingsbeen (22) in een tweede vlak, waarbij het eerste vlak afwijkt van het tweede vlak.

In de eerste afgebeelde uitvoeringsvorm van de tweede bevestigingsbeugel (9) vormt het eerste bevestigingsbeen (21) een bredere voet, ten opzichte waarvan het tweede bevestigingsbeen (22) opstaat. Het eerste en het tweede vlak staan daarbij haaks op elkaar.

De tweede afgebeelde uitvoeringsvorm van de tweede bevestigingsbeugel (9°) is hoofdzakelijk L-vormig uitgevoerd, waarbij het eerste vlak en het tweede vlak eveneens haaks op elkaar staan.

In de derde afgebeelde uitvoeringsvorm is de tweede bevestigingsbeugel (97) voorzien van een tussenstuk (32), zodanig dat het eerste vlak en het tweede vlak zich hoofdzakelijk evenwijdig aan elkaar uitstrekken.

De genoemde langgerekte sleuven (18, 19) zijn telkens paarsgewijs opgesteld, waarbij deze paren zich in een richting dwars op de hoogterichting (H) op een derde tussenafstand (t3) ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.

De eerste bevestigingsbeugel (8) is voorzien van vier genoemde tweede schroefgaten (14), die puntsymmetrisch zijn opgesteld om zowel in de eerste positie als in de tweede positie een zelfde functionaliteit naar hoogteregeling toe te behouden. In de afgebeelde uitvoeringsvorm zijn deze tweede schroefgaten (14) hiertoe opgesteld op de hoeken van een denkbeeldige vierkant met zijden met een lengte die gelijk is aan de derde tussenafstand (t3).

In de tweede en de derde afgebeelde uitvoeringsvorm is de tweede bevestigingsbeugel (9’, 9”) voorzien van één paar dergelijke langgerekte sleuven (18). In de eerste afgebeelde uitvoeringsvorm is de tweede bevestigingsbeugel (9) voorzien van twee paar van dergelijke langgerekte sleuven (18, 19), waarbij een bovenste paar bevestigingssleuven (19) volgens de hoogterichting (H) gezien op een tweede tussenafstand (t:) ten opzichte een onderste paar (18) van deze langgerekte sleuven (18, 19) is opgesteld. Op deze manier kunnen grotere hoogteverschillen opgevangen worden, waarbij de stevigheid van de sleuven (18, 19) verzekerd blijft.

Zo kunnen de bovenste sleuven (19) gebruikt worden voor het bevestigen van de schermkast (4, 4’, 4”) zoals afgebeeld in de figuren 13-15, of de onderste sleuven (18), zoals afgebeeld in de figuren 16 en 17. Waar de onderste sleuven (18) gebruikt worden, kan het bovenste deel van de tweede bevestigingsbeugel (9) met de bovenste sleuven (19) verwijderd worden op de genoemde tweede tussenafstand (t:), waarbij de onderste sleuven (18) intact blijven. Om het verwijderen van dit bovenste deel te vereenvoudigen, is in de afgebeelde uitvoeringsvorm aan beide laterale zijden van deze tweede bevestigingsbeugel (9) een insnijding (24) voorzien.

Om in geplaatste toestand van het raam (5) of de deur in de structuur (7) de schermkast (4, 4’, 4”) te kunnen dragen, is de eerste bevestigingsbeugel (8) in zowel de eerste positie als in de tweede positie gezien aan zijn laterale zijden voorzien van positioneerranden (16) die een aanbrengholte (17) begrenzen. In deze aanbrengholte (17) wordt de tweede bevestigingsbeugel (9, 9’, 9”) zo opgenomen, dat de positioneerranden (16) op de laterale zijden ervan aangrijpen, om zo de afschuifkrachten tussen beide bevestigingsbeugels (8, 9, 9’ ,9”) te vergroten. Deze positioneerranden kunnen eventueel voorzien worden van reliëf om deze afschuifkrachten nog verder te vergroten.

Claims (12)

CONCLUSIES

1. Samenstel van: — een scherminrichting (1), omvattende e een op een schermrol (2) op- en afrolbaar scherm (3) ter afscherming van een raam of een deur (5); en e een schermkast (4, 4’, 4”), waarin deze schermrol (2) roteerbaar is opgenomen; en — bevestigingsmiddelen, ter bevestiging van de schermkast (4, 4’, 4”) aan het raam of de deur (5) of een structuur (7) waarin dit raam of deze deur (5) is gemonteerd, met het kenmerk dat de bevestigingsmiddelen: — een eerste bevestigingsbeugel (8) omvatten, die voorzien is ter bevestiging aan de schermkast (4, 4’, 4”); — een tweede bevestigingsbeugel (9, 9’, 9”), die voorzien is ter bevestiging aan het raam of de deur (5) of de structuur (7) en die bevestigbaar is aan de eerste bevestigingsbeugel (8); en — regelmiddelen voor het volgens een hoogterichting (H) verstellen van de onderlinge bevestiging van deze bevestigingsbeugels (8, 9, 9°, 9”).

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de schermkast (4, 4’, 4”) uit een set van meerdere schermkasten (4, 4’, 4”) komt, waarbij een eerste schermkast (4, 4”) uit deze set voorzien is van beugelaanhaakmiddelen (26, 27) en een tweede schermkast (4’) uit deze set vrij is van dergelijke beugelaanhaakmiddelen (26, 27) en dat de eerste bevestigingsbeugel (8): — in een eerste positie bevestigbaar is aan de tweede bevestigingsbeugel (9, 9’, 9”) en voorzien is van kastaanhaakmiddelen (11) om in deze eerste positie in te haken aan de beugelaanhaakmiddelen (26, 27) aan de eerste schermkast (4, 4”); en

— in een tweede positie bevestigbaar is aan de tweede bevestigingsbeugel (9, 9’, 9”) en voorzien is van een haakelement (10) om in deze tweede positie bovenaan de tweede schermkast (4’) te haken.

3. Samenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de eerste bevestigingsbeugel (8) in de tweede positie gezien op een eerste tussenafstand (ti) onder het haakelement (10) voorzien is van eerste schroefgaten (15) voor het hier doorheen aangrijpen van eerste schroeven (25) ter bevestiging van de eerste bevestigingsbeugel (8) aan de tweede schermkast (4’).

4. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de regelmiddelen een eerste langgerekte sleuf (18) omvatten, die in één van de genoemde bevestigingsbeugels (8, 9, 9’, 9”) is voorzien en zich in gemonteerde toestand gezien volgens de hoogterichting (H) uitstrekt en een corresponderend bevestigingselement (20) dat in deze eerste langgerekte sleuf (18) aangrijpt om de andere van beide bevestigingsbeugels (9, 9°, 9”, 8) ten opzichte van deze eerste langgerekte sleuf (18) te bevestigen.

5. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk dat deze eerste langgerekte sleuf (18) voorzien is in de tweede bevestigingsbeugel (9, 9°, 9”).

6. Samenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de tweede bevestigingsbeugel (9, 9’, 9”) een tweede langgerekte sleuf (19) omvat, die zich in gemonteerde toestand gezien volgens de hoogterichting (H) uitstrekt en die volgens deze hoogterichting (H) op een tweede tussenafstand (tz) van de eerste langgerekte sleuf (18) is opgesteld.

7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de tweede bevestigingsbeugel (9, 9’, 9”) tussen de eerste langgerekte sleuf (18) en de tweede langgerekte sleuf (19) voorzien is van één of meerdere insnijdingen (24).

8. Samenstel volgens één van de conclusies 5 tot 7, met het kenmerk dat de tweede bevestigingsbeugel (9, 9’, 9”) twee eerste langgerekte sleuven (18) omvat, die in een richting dwars op de hoogterichting (H) op een derde tussenafstand (t3) van elkaar zijn opgesteld.

9. Samenstel volgens conclusie 2 of 3 en conclusie 9, met het kenmerk dat de eerste bevestigingsbeugel (8) voorzien is van vier tweede schroefgaten (14), zodat in de eerste positie twee van deze tweede schroefgaten (14) corresponderen met twee van de langgerekte sleuven (18, 19) ter bevestiging van twee tweede schroeven (20) doorheen deze tweede schroefgaten (14) en deze langgerekte sleuven (18, 19) en in de tweede positie twee van deze tweede schroefgaten (14) corresponderen met twee van deze langgerekte sleuven (18, 19) ter bevestiging van twee tweede schroeven (20) doorheen deze tweede schroefgaten (14) en deze langgerekte sleuven (18, 19).

10. Samenstel volgens één van de conclusies 5 tot 9, met het kenmerk dat de tweede bevestigingsbeugel (9, 9’, 9”) een eerste bevestigingsbeen (21) omvat, dat zich hoofdzakelijk in een eerste vlak uitstrekt en dat voorzien is ter bevestiging aan het raam of de deur (5) of de structuur (7) en een tweede bevestigingsbeen (22) omvat, dat zich hoofdzakelijk in een tweede vlak uitstrekt en dat voorzien is van de genoemde langgerekte sleuf (18) of de genoemde langgerekte sleuven (18, 19), waarbij het eerste vlak afwijkt van het tweede vlak.

11. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat één van de genoemde bevestigingsbeugels (8, 9, 9’, 9”) aan zijn laterale zijden voorzien is van positioneerranden (16), voor aangrijpen op de laterale zijden van de andere van beide bevestigingsbeugels (9, 9’, 9”, 8).

12. Samenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de positioneerranden (16) voorzien zijn van reliëf om bij aangrijpen op de laterale zijden van de andere van beide bevestigingsbeugels (9, 9’, 9”, 8) het verschuiven van de bevestigingsbeugels (8, 9, 9’, 9”) ten opzichte van elkaar te verhinderen.