BE1022423B1 - Hakselaar en strooier voor een oogstmachine - Google Patents

Hakselaar en strooier voor een oogstmachine Download PDF

Info

Publication number
BE1022423B1
BE1022423B1 BE2014/0831A BE201400831A BE1022423B1 BE 1022423 B1 BE1022423 B1 BE 1022423B1 BE 2014/0831 A BE2014/0831 A BE 2014/0831A BE 201400831 A BE201400831 A BE 201400831A BE 1022423 B1 BE1022423 B1 BE 1022423B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
remnant
chopper
spreader
harvesting machine
residual
Prior art date
Application number
BE2014/0831A
Other languages
English (en)
Inventor
Frank R.G. Duquesne
Stefaan Ballegeer
Joachim Meurisse
Frederik Baes
Nathan E. Isaac
Mark D. Dilts
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Application granted granted Critical
Publication of BE1022423B1 publication Critical patent/BE1022423B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • A01D41/1243Devices for laying-out or distributing the straw
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F12/00Parts or details of threshing apparatus
    • A01F12/40Arrangements of straw crushers or cutters

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Threshing Machine Elements (AREA)
  • Crushing And Pulverization Processes (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Abstract

Een oogstmachine voor gebruik in de landbouw (10) bevat een chassis (12), een scheidingssysteem (24) en een restantenbehandelingssysteem (70) die beide door het chassis (12) gedragen worden. Het scheidingssysteem ontvangt een stroom oogstmateriaal die een kafstroom (78) en een restantenstroom (80) opwekt. Het restantenbehandelingssysteem (70) ontvangt de kafstroom (78) en de restantenstroom (80) van het scheidingssysteem (24), en het restantenbehandelingssysteem (70) bevat een restantenhakselaar (72) die onmiddellijk operationeel gepositioneerd is boven een restantenstrooier (74). De restantenstrooier (74) is gericht om de kafstroom (78) te ontvangen en de restantenstroom (80) die door de restantenhakselaar (72) gehakseld werd.

Description

HAKSELAAR EN STROOIER VOOR EEN OOGSTMACHINE BB
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding heeft betrekking op oogstmachines voor gebruik in de landbouw (verder kortweg oogstmachine(s) genoemd, en meer bepaald op een hakselaar- en strooierconfiguratie.
Een in de landbouw gebruikte oogstmachine staat bekend als een "maaidorser", een historisch gegroeide term aangezien zij meerdere maai- en dorstaken in één enkele machine combineert, zoals plukken, dorsen, scheiden en reinigen. Een maaidorser bevat een maaier die het gewas van een veld verwijdert en een toevoerhuis dat het gewas tot in een dorsrotor transporteert. De dorsrotor draait binnen in een geperforeerd huis dat de vorm kan hebben van verstelbare dorskorven en een dorsbewerking op het gewas uitvoert om het graan te verwijderen. Eens het graan gedorst is, valt het door perforaties in de dorskorven op een graanschaal. Vanaf de graanschaal wordt het graan gereinigd met behulp van een reinigingssysteem, en wordt daarna getransporteerd naar een graantank aan boord van de maaidorser. Een reinigingsventilator blaast lucht door de zeven om kaf en andere deeltjes vuil naar de achterkant van de maaidorser af te voeren. Oogstmateriaal dat geen graan is, zoals stro afkomstig van de dorssectie, beweegt doorheen een restantensysteem dat gebruik kan maken van een strohakselaar om het materiaal dat geen graan is te verwerken en dit te richten naar de achterkant van en uit de maaidorser. Wanneer de graanbak vol raakt, wordt de maaidorser gepositioneerd in de buurt van een voertuig waarin het graan ontladen zal worden, zoals een oplegger, zelflosser, een gewone vrachtwagen of dergelijke, en wordt een ontlaadsysteem op de maaidorser bediend om het graan naar het voertuig over te brengen.
Meer bepaald bevat een roterend dors- of scheidingssysteem één of meer rotoren die zich axiaal (van de voorkant naar de achterkant) of in de dwarsrichting binnen het lichaam van de maaidorser kunnen uitstrekken, en die gedeeltelijk of volledig omgeven worden door een geperforeerde dorskorf. Het oogstmateriaal wordt gedorst en gescheiden door de rotatie van de rotor binnen in de dorskorf. Grover oogstmateriaal dat geen graan is zoals stengels/halmen en bladeren worden naar de achterkant van de maaidorser getransporteerd en weer op het veld gelost. Het afgescheiden graan wordt samen met een deel van het fijnere . oogstmateriaal dat geen graan is zoals kaf, stof, stro en andere oogstrestanten, ontladen via de dorskorven en valt op een graanschaal waar het naar het reinigingssysteem getransporteerd wordt. Als alternatief kan het graan en fijner oogstmateriaal dat geen graan is ook rechtstreeks op het reinigingssysteem zelf vallen. BE‘
Een reinigingssysteem scheidt vervolgens het graan van het oogstmateriaal dat geen graan is, en bevat typisch een ventilator die een luchtstroom omhoog en achterwaarts richt door verticaal aangebrachte zeven, die in de lengterichting van de machine heen-en-weer bewegen. De luchtstroom heft het lichtere oogstmateriaal dat geen graan is op en voert het naar het achterste uiteinde van de maaidorser om het op het veld te lossen. Schoon graan, dat zwaarder is, en grotere stukken oogstmateriaal dat geen graan is die niet door de luchtstroom worden weggevoerd, vallen op een oppervlak van een bovenste zeef (ook bekend als kortstrozeef) waar een deel van het schone graan of al het schone graan door passeert naar een onderste zeef (ook bekend als reinigingszeef). Graan en oogstmateriaal dat geen graan is die op de bovenste en de onderste zeven blijven liggen, worden fysiek gescheiden door de heen-en-weer bewegende actie van de zeven naarmate het materiaal achterwaarts beweegt. Al het graan en/of oogstmateriaal dat geen graan is die op het oppervlak van de bovenste zeef achterblijven, worden aan de achterkant van de maaidorser ontladen. Graan dat door de onderste zeef valt, belandt op een onderste schaal van het reinigingssysteem, waar het verder naar een schoongraanvijzel getransporteerd wordt.
De schoongraanvijzel transporteert het graan naar een graantank voor tijdelijke opslag. Het graan hoopt zich op tot op het moment waarop de graantank vol is en ontladen wordt in een naburig voertuig zoals een oplegger, zelflosser, een gewone vrachtwagen of dergelijke door een ontlaadsysteem op de maaidorser dat bediend wordt om graan naar het voertuig over te dragen.
Het scheidingssysteem richt het materiaal dat geen graan is naar een restantensysteem dat de restanten verwerkt en/of op het veld strooit.
De kap van de hakselaar volgens de traditionele stand van de techniek is zwaar en de massa is opgehangen op een aanzienlijke afstand achterwaarts van de sturende (achter)as van de maaidorser. Dit verhoogt de belasting op de achteras bij het bepalen van het totale voertuiggewicht/evenwicht over 2 of meer assen om aan de eisen voor het vervoer over de weg te voldoen. Door de substantieel achterwaartse plaatsing van de hakselaar zijn er vaak hulptoestellen nodig om het materiaal te helpen transporteren vanuit de ontlaad-dorstrommel naar de hakselaar. Deze toestellen kunnen een transportband of aanvullende dorstrommels bevatten. Een oplossing met een lager gewicht is wenselijk.
Wat vereist is ten opzichte van de stand van de techniek is een restantenbehandelingssysteem dat de behoefte aan toestellen voor het bevorderen van de
stroming vermindert of volledig wegwerkt en het totale gewicht van de oogstmachine BE vermindert.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding verschaft een nauwe verbinding van de hakselaar en de strooier, maar biedt plaats aan de restantenstroom wanneer de machine zich in een zwadmodus bevindt.
In één vorm is de uitvinding gericht op een oogstmachine die het volgende bevat: een chassis, een scheidingssysteem en een restantenbehandelingssysteem die beide door het chassis gedragen worden. Het scheidingssysteem produceert een kafstroom en een restantenstroom. Het restantenbehandelingssysteem bevat een restantenhakselaar die operationeel gepositioneerd is onmiddellijk boven een restantenstrooier.
Een voordeel van deze uitvinding is dat de hakselaar, wanneer die zich in een hakselmodus bevindt, de gehakselde restanten rechtstreeks naar de strooier richt.
Een ander voordeel is dat wanneer het restantenbehandelingssysteem zich in de zwadmodus bevindt, het stromen van de restanten geholpen wordt door de beweging van de hakselaar.
Nog een ander voordeel is dat de hakselaar zijn snelheid en/of draairichting kan veranderen afhankelijk van het feit of de deur zich in de zwadmodus dan wel in de hakselmodus bevindt.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De bovenvermelde en andere kenmerken en voordelen van deze uitvinding en de manier om ze te bereiken, zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen kunnen worden door verwijzing naar de volgende beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding samen met de bijbehorende tekeningen, waarbij:
Figuur 1 een zijaanzicht is van een uitvoeringsvorm van een oogstmachine voor gebruik in de landbouw in de vorm van een maaidorser met het restantenbehandelingssysteem volgens deze uitvinding in een opengewerkte weergave naar de achterkant kan de oogstmachine.
Figuur 2 een perspectief achteraanzicht is van sommige onderdelen van de oogstmachine van Fig. 1 dat verdere details weergeeft van deze uitvinding;
Figuur 3 een opengewerkt aanzicht is van het restantenbehandelingssysteem van Figuren 1 en 2 in een zwadmodus;
Figuur 4A een opengewerkt zijaanzicht is van het restantenbehandelingssysteem van BEi Figuren 1-3 in een hakselmodus;
Figuur 4B een opengewerkt zijaanzicht is van een ander uitvoeringsvorm van het restantenbehandelingssysteem van Figuren 1-3 in een hakselmodus;
Figuur 5 een zijaanzicht is van dichterbij, meer bepaald van de restantenhakselaar van het restantenbehandelingssysteem van Figuren 1-4;
Figuur 6 een nog dichterbij weergegeven perspectiefaanzicht is dat de details weergeeft van de hakselbladen en een deel van de hakselaarwand, en zo illustreert dat de restantenhakselaar in verschillende richtingen kan werken;
Figuur 7 een opengewerkt zijaanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van deze uitvinding, die gebruikt wordt in de oogstmachine van Figuur 1, met een scharnierend aangebrachte deflector vóór de deur, met een horizontaal aangebrachte strooier;
Figuur 8 een ander aanzicht is van de deflector van Figuur 7 in een alternatieve positie;
Figuur 9 een opengewerkt zijaanzicht is van nog een andere uitvoeringsvorm van deze uitvinding, die gebruikt wordt in de oogstmachine van Figuur 1, met een deflector die scharnierend gekoppeld is aan de deur;
Figuur 10 een ander aanzicht is van de deflector van Figuur 9 in een alternatieve positie;
Figuur 11 een opengewerkt zijaanzicht is van nog een andere uitvoeringsvorm van deze uitvinding, die gebruikt wordt in de oogstmachine van Figuur 1, met een deflector die scharnierend gekoppeld is aan een gedeelte van het hakselaarhuis; en
Figuur 12 een ander aanzicht is van de deflector van Figuur 11 in een alternatieve positie;
Overeenkomstige verwijzingen (nummers en letters) geven door alle verschillende aanzichten heen overeenkomstige onderdelen aan. De hier uiteengezette voorbeelden illustreren uitvoeringsvormen van de uitvinding en zulke voorbeelden mogen niet geïnterpreteerd worden alsof ze de reikwijdte van de uitvinding op enige wijze zouden beperken.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
De termen "graan", "stro" en "niet-gedorste aren" worden over heel deze specificatie voornamelijk gebruikt voor het gemak, maar er dient verstaan te worden dat deze termen niet
BE beperkend bedoeld zijn. Dus verwijst "graan" naar dat deel van het oogstmateriaal dat gedorst en gescheiden wordt van het weg te gooien deel van het oogstmateriaal, waarnaar verwezen wordt als oogstmateriaal dat geen graan is, MOG (materiaal dat geen graan is) of stro. Onvolledig gedorst oogstmateriaal wordt "niet-gedorste aren" genoemd. Ook de termen "voorwaarts", "achterwaarts", "links" en "rechts", wanneer ze gebruikt worden in verband met de oogstmachine en/of onderdelen ervan worden gewoonlijk bepaald met verwijzing naar de voorwaartse rijrichting van de oogstmachine tijdens de werking ervan, maar nogmaals, ze mogen niet geïnterpreteerd worden als beperkende termen. De termen "in de lengte" en "dwars" zijn bepaald ten opzichte van de lengterichting van de oogstmachine en mogen evenmin als beperkend gezien worden.
Met verwijzing naar de tekeningen en meer bepaald naar Figuur 1, wordt een oogstmachine weergegeven in de vorm van een maaidorser 10, die over het algemeen een chassis 12, wielen 14 en 16 die met de grond contact maken, een maaier 18, een toevoerhuis 20, een operatorcabine 22, een dors- en scheidingssysteem 24, een reinigingssysteem 26, een graantank 28, en een ontlaadtransportsysteem 30 bevat. Het ontlaadtransportsysteem 30 is geïllustreerd als een ontlaadvijzel, maar kan ook geconfigureerd zijn als een bandtransporteur, een kettingelevator, enz. omvatten.
De voorwielen 14 zijn grotere wielen van het flotatietype en de achterwielen zijn 16 kleinere bestuurbare wielen. De aandrijfkracht wordt selectief aangebracht op de voorwielen 14 door een krachtbron in de vorm van een dieselmotor 32 en een transmissie (niet weergegeven). Hoewel de maaidorser 10 weergegeven is met wielen, moet ook begrepen worden dat de maaidorser 10 ook rupsbanden kan bevatten, bv. volledige of halve rupsbanden.
De maaier 18 is aangebracht op de voorkant van de maaidorser 10 en bevat een maaibalk 34 voor het afsnijden van gewassen van een veld tijdens het vooruitbewegen van maaidorser 10. Een draaibare haspel 36 voert gewas toe aan de maaier 18, en een dubbele vijzel 38 voert het afgesneden gewas lateraal naar binnen toe aan elke kant van het toevoerhuis 20. Het toevoerhuis 20 transporteert het afgesneden gewas naar het dors- en scheidingssysteem 24, en is selectief verticaal beweegbaar met behulp van geschikte actuators, bv. hydraulische cilinders (niet weergegeven).
Het dors- en scheidingssysteem 24 is van het type met axiale doorstroming, en bevat over het algemeen een rotor 40 die ten minste gedeeltelijk omsloten wordt door en draaibaar is binnen een overeenkomstige geperforeerde dorskorf 42. De afgesneden gewassen worden
RF gedorst en gescheiden door de rotatie van de rotor 40 binnen in dorskorf 42, en grotere elementen, zoals stengels, bladeren en dergelijke worden vanaf de achterkant van de maaidorser 10 ontladen. Kleinere elementen van het oogstmateriaal, met inbegrip van graan en oogstmateriaal dat geen graan is, inclusief deeltjes die lichter zijn dan graan, zoals kaf, stof en stro, worden ontladen via de perforaties van de dorskorf 42.
Graan dat gescheiden werd door het dors- en scheidingsgeheel 24 valt op een graanschaal 44 en wordt verder getransporteerd naar het reinigingssysteem 26. Het reinigingssysteem 26 kan een facultatieve voorreinigingszeef bevatten 46, een bovenste zeef 48 (ook bekend als kortstrozeef), een onderste zeef 50 (ook bekend als reinigingszeef), en een reinigingsventilator 52. Graan op de zeven 46,48 en 50 is onderhevig aan een reinigingsactie door de ventilator 52, die een luchtdebiet verschaft door de zeven, om kaf en andere onzuiverheden zoals stof uit het graan te verwijderen door ervoor te zorgen dat dit materiaal in de lucht zweeft om het te ontladen via de strokap 54 van de maaidorser 10. De graanschaal 44 en de voorreinigingszeef 46 bewegen heen en weer om het graan en fijner oogstmateriaal dat geen graan is naar het bovenvlak van de bovenste zeef 48 te transporteren. De bovenste zeef 48 en de onderste zeef 50 zijn verticaal aangebracht t.o.v. elkaar, en bewegen ook heen-en-weer in de lengterichting van de machine om het graan over zeven 48, 50, te laten passeren, waarbij gereinigd graan onder invloed van de zwaartekracht door de openingen kan vallen van de zeven 48, 50.
Schoon graan valt op een schoongraanvijzel 56 die overdwars onder en voor de onderste zeef 50 is geplaatst. De graanvijzel 56 ontvangt schoon graan vanaf elke zeef 48, 50 en vanaf de onderste schaal 58 van het reinigingssysteem 26. De schoongraanvijzel 56 transporteert het schone graan lateraal naar een over het algemeen verticaal aangebrachte graanelevator 60 om het naar graantank 28 te transporteren. Niet-gedorste aren vallen uit het reinigingssysteem 26 op een vijzel voor niet-gedorste aren 62. De niet-gedorste aren worden via een vijzel voor niet-gedorste aren 64 en de terugvoervijzel 66 getransporteerd naar het stroomopwaarts gelegen uiteinde van het reinigingssysteem 26 voor een herhaalde reinigingsactie. De dwarse vijzels 68 op de bodem van de graantank 28 transporteren het schone graan binnen de graantank 28 naar de ontlaad vijzel 30 om uit de maaidorser 10 ontladen te worden.
Nu ook verwijzend naar de Figuren 2-6, volgens een aspect van deze uitvinding is een restantenbehandelingssysteem 70 in de achterkant van oogstmachine 10 geïntegreerd. Meer bepaald is een strokap 54 die op de restantenhakselaar 72 is aangebracht boven een verticaal gerichte stro- en kafstrooier 74. De restantenstrooier 74 ontvangt twee stromen oogstrestanteiPE' wanneer hij zich in een hakselmodus bevindt. Eén stroom is afkomstig van de strohakselaar 72 en een tweede stroom is afkomstig van het reinigingssysteem 26. De restantenstrooier 74 ontlaadt het oogstmateriaal dat geen graan is of de restanten over de geoogste breedte achter de oogstmachine 10. Een moduskeuzedeur 76 is boven de restantenhakselaar 72 gelegen, heeft een dwarse as en scharniert tussen twee posities, een zwadmodus en een hakselmodus, zodat de eerste gewasstroom 80 ofwel omgeleid wordt naar de restantenhakselaar 72 ("hakselmodus") of via de restantenhakselaar 72 om een zwad te vormen ("zwadmodus"). De restantenstrooier 74 kan rond een dwarse as scharnieren, tussen een operationele positie en een opslag- of werkpositie. Er wordt gebruik gemaakt van een bekende zwadontlaadgoot die al dan niet vastgemaakt kan worden aan de strooier 74 en met de strooier 74 meedraait.
Deze uitvinding bevat sommige bestaande systemen die gereorganiseerd en uitgerust werden met nieuwe mogelijkheden. In tegenstelling tot de stand van de techniek, is de op de kap aangebrachte hakselaar 72 binnen in de strokap 54 gelegen en draait rechtsom gezien van aan de linkerkant van de machine. De uitloop van de hakselaar 72 is meestal naar beneden gericht naar een verticaal aangebrachte strooier 74. De strooier 74 kan van een bekende constructie zijn zoals die welke gebruikt wordt in de Case IH-maaidorser en deze onthulling omvat alle bekende concepten van dat geheel.
Verder verbetert dit uitvindingsconcept de traditionele constructie doordat de hakselaar 72 verder voorwaarts is geplaatst, dichter bij de uitloopdorstrommel zodat de afstand waarover gewas voortgestuwd moet worden verminderd wordt, waardoor de behoefte aan toestellen die het gewastransport moeten bevorderen geëlimineerd wordt.
Materiaal dat ontladen wordt uit de uitloopdorstrommel gaat over naar de zwadkeuzedeur 76 die de oogstrestanten kan omleiden naar ofwel 1) de hakselaar 72 om het te hakselen, of 2) langs de hakselaar 2 heen om een zwad te vormen. Wanneer de deur 76 gesloten is, gaat het materiaal over naar de hakselaar 72 en wordt de afgelegde weg van de restantenstroom 80 aanzienlijk verminderd door de slag- of schaarsnijprincipes van de hakselaarbladen 84, indien gewenst met behulp van tegenmessen. De oogstrestanten gaan daarna naar beneden over naar de strooier 74, die twee in tegengestelde richting draaiende waaiers bevat (hoewel slechts één in profiel is weergegeven) en een gewasverdeler tussen de waaiers. De verdeler kan in wezen dichtbij de diameter van het door de hakselaar 72 omschreven volume geplaatst worden om ervoor te zorgen dat de oogstrestanten naar elke respectieve waaier verdeeld en omgeleid worden. De strooier 74 kan verstelbare deflecteren ΒΕί hebben die selectief versteld worden om de aan de oogstrestanten verschafte snelheid te wijzigen om daarbij de verdeling van de gehakselde restanten op het veld te regelen. Als de zwadkeuzedeur 76 open is (zwadmodus), dan passeren het ontladen stro of de ontladen oogstrestanten langs de hakselaar 72 en worden ze uit de machine gelost op een kap of ontlaadgoot die de oogstrestanten geleidt om een zwad achter de machine 10 te vormen. De strooier 74 ontvangt een tweede stroom oogstrestanten in de vorm van kaf van de reinigingsschoen in een kafstroom 78 en verenigt deze kaffestanten met het gehakselde stro in de strooier 74, zodat alle materiaal, als de deur 76 gesloten is, gelijkmatig verdeeld achter de machine 10 wordt uitgestrooid. Als de zwaddeur 76 open staat, zal de strooier 74 alleen het kaf uit de kafstroom 78 strooien.
Men kan bedenken dat de hakselaar 72 geen voorste dekblad kan omvatten. Verder wordt overwogen dat de hakselaar 72 een voorste dekbladwand 86 kan bevatten om eventuele voorwaartse luchtbewegingen te beperken, en dat de voorste dekblad rond de hakselaar de hakselaar 72 gedeeltelijk kan omvatten. Verder kunnen in de dekbladwand 86 sleuven 88 aangebracht worden aan het bovenste en voorste uiteinde zodat de hakselaarbladen 84 door de sleuven 88 zal passeren zodat de oogstrestanten die ontladen worden vanuit de dorstrommel zich niet zullen ophopen aan de bovenkant van het dekblad 86 en de vorming van een blokkering veroorzaken. Het dekblad 86 kan de hakselaar 72 omsluiten van 90° tot 180°, te beginnen op het onderste dode punt.
De strooier 74 kan rond een dwarse as tussen een in wezen verticale positie (+/- 20°) en een achterwaartse opslag- of werkpositie scharnieren De strooier 74 kan aangedreven worden door een aandrijfsysteem op vloeistofenergie of op mechanische energie. De schamieras van de strooier 74 is concentrisch met de as van de hakselaar 72 of de schamieras van de strooier 74 kan achterwaarts van de as van de hakselaar 72 liggen. De schamieras van de strooier 74 kan concentrisch zijn met de scharnieras van de zwadkap. De strooier 74 wordt door een veer, een gasveer, een actuator of dergelijke gedwongen om naar de opslagpositie te bewegen. De zwadkap of ontlaadgoot kan al dan niet aan de strooier 74 bevestigd worden. Als hij is aan de strooier 74 bevestigd is, zal hij dan meedraaien met de strooier 74. Als hij niet aan de strooier 74 bevestigd is, kan de rotatie van de strooier 74 beperkt worden door de positie van de zwadkap. Een overeenkomstige vergrendelingspositie kan verschaft zijn om de kap en/of de strooier 74 op hun plaats te houden. Zoals te zien is in Figuur 4A wordt de restantenstroom 80 door hakselaar 72 gericht en komt het gehakselde materiaal in een uiteinde van strooier 74 binnen, terwijl de restantenstroom 78 een achterkant van strooier 74
BE binnenkomt, waarbij de stromen gemengd en gecombineerd worden in een enkelvoudige stroom, op de getoonde wijze de strooier verlaat. In een andere uitvoeringsvorm van het restantenbehandelingssysteem 70, zoals weergegeven in Figuur 4B, gaat restantenstroom 80, na gehakseld te zijn in hakselaar 72 over naar een kant van de strooier 74, terwijl de restantenstroom 78 een tegenoverliggende kant van de strooier 74 binnenkomt en de gemengde/gecombineerde restantenstromen zoals getoond de strooier verlaten. Strooier 74 kan onder een hoek van ongeveer 25° ten opzichte van de verticale gepositioneerd zijn.
De hakselaar 72 kan aangedreven worden door een aandrijfsysteem op vloeistofenergie of op mechanische energie De hakselaar 72 heeft 2 snelheden: een lage snelheid = 800 à 1200 t/min en een hoge snelheid = 2800 à 3500 t/min. De hakselaar 72 kan tussen de twee snelheden geschakeld worden vanop afstand of vanuit de cabine 22. De zwaddeur 76 kan gezwenkt worden door een mechanisch stangenwerk, een systeem op vloeistofenergie, of een elektrische of magnetische actuator. De scharnierende beweging kan verwezenlijkt worden door de operator vanuit ofwel de cabine 22, een plaats op afstand op de machine 10, of in de buurt van de deur 76 d.m.v. een stangenwerk.
De restantenhakselaar 72 is geconfigureerd om te werken met een tangentiële snelheid 82 die bij benadering gelijk is aan de snelheid van de restantenstroom 80 die boven de restantenhakselaar 72 passeert, om plaats te bieden aan het materiaal dat in de restantenstroom 80 zit of de snelheid kan er een beetje van afwijken om de restantenstroom 80 te bevorderen.
De deur 76 is over het algemeen boven de restantenhakselaar 72 geplaatst, en de deur 76 is schamierbaar beweegbaar tussen de omhoog gedraaide zwadmodus en de neergelaten hakselmodus. Zoals hierboven besproken heeft de restantenhakselaar 72 verschillende werksnelheden, de lage snelheid kan gebruikt worden wanneer de deur 76 in de zwadmodus staat en de hoge snelheid wordt gebruikt wanneer de deur 76 in de hakselmodus is.
De kafstroom 78 gaat naar de restantenstrooier 74, ongeacht de positie van de deur 76. De restantenstroom 80 wordt naar de restantenhakselaar 72 gericht en vervolgens naar de restantenstrooier 74 wanneer de deur 76 in de hakselmodus staat. Wanneer de deur 76 in de omhoog gedraaide zwadmodus staat, wordt de restantenstroom 80 ruwweg naar boven en naar de restantenhakselaar 72 gericht. De restantenhakselaar 72 heeft een draairichting 82 waarbij de onderkant van de restantenhakselaar 72 aan de omtrek in een richting beweegt die over het algemeen dezelfde is als de verplaatsingsrichting 90 van de oogstmachine 10. Ook wordt bedacht dat de bladen 84 van de restantenhakselaar 72 in een tegenovergestelde richting kunnen bewegen wanneer de deur 76 in de hakselmodus staat. PP'
Met verwijzing nu naar Figuren 7 en 8 is een andere uitvoeringsvorm van deze uitvinding geïllustreerd, waarbij de strooier 74 ruwweg ongeveer horizontaal +/-15° en rechtstreeks onder de hakselaar 72 is aangebracht. Stroomopwaarts in de restantenstroom 80 is er een deflector 92 met een scharnierende verbinding 94 die vóór de deur 76 is geplaatst.
De deflector 92 is gepositioneerd in een bypass-confïguratie zoals weergegeven in Figuur 7, waarbij de restantenstroom 80 afgebogen wordt om zo de hakselaar 72 te omzeilen en in de strooier 74 binnen te komen, samen met de kafstroom 78 om over het veld verspreid te worden. Het is mogelijk dat hakselaar 72 niet aangedreven wordt wanneer de deflector 92 zich in de bypass-positie bevindt.
In Figuur 8 is de deflector 92 omhoog gezwenkt rond de scharnierende verbinding 94 en kan tegen en ruwweg evenwijdig met de deur 76 liggen. In deze positie bevindt de deflector 92 zich in een niet-bypass-configuratie waardoor de restantenstroom 80 de bovenkant van de hakselaar 72 binnen kan gaan en de gehakselde restanten daarna verder haar de strooier 74 bewegen waar ze bij de kafstroom 78 gevoegd worden en door de actie van de strooier 74 op de grond verspreid worden. Natuurlijk zal de positie van de deur 76, zoals hierboven besproken ook het pad van de restantenstroom 80 bepalen wanneer de deflector 92 zich in de niet-bypass-positie bevindt.
Met verwijzing nu naar Figuren 9 e n 10 is nog een andere uitvoeringsvorm van deze uitvinding geïllustreerd, waar, zoals in de vorige uitvoeringsvorm, de strooier 74 ruwweg
I horizontaal +/-15° en rechtstreeks onder de hakselaar 72 aangebracht is. Stroomopwaarts in de restantenstroom 80 is er een deflector 192 met een scharnierende verbinding 194 en die op de deur 76 gepositioneerd is of met de deur 76 mee kan scharnieren. De deflector 192 is gepositioneerd in een bypass-configuratie zoals weergegeven in Figuur 9, waarbij de restantenstroom 80 afgebogen wordt om zo de hakselaar 72 te omzeilen en in de strooier 74 binnen te komen, samen met de kafstroom 78 om over het veld verspreid te worden.
In Figuur 10 is de deflector 192 omhoog gezwenkt rond de scharnierende verbinding 194 en kan tegen en ruwweg evenwijdig met de deur 76 liggen. In deze positie bevindt de deflector 192 zich in een niet-bypass-configuratie waardoor de restantenstroom 80 de bovenkant van de hakselaar 72 binnen kan gaan en de gehakselde restanten daarna verder naar de strooier 74 bewegen waar ze bij de kafstroom 78 gevoegd worden en door de actie van de strooier 74 op de grond verspreid worden. Natuurlijk zal de positie van de deur 76, zoals hierboven besproken ook het pad van de restantenstroom 80 bepalen wanneer de deflector 192 zich in de niet-bypass-positie bevindt.
Met verwijzing nu naar Figuren 11 en 12 is nog een andere uitvoeringsvorm van dezeBE' uitvinding geïllustreerd, waar ook nu weer de strooier 74 ruwweg ongeveer horizontaal +/-15° en rechtstreeks onder de hakselaar 72 is aangebracht. Stroomopwaarts in de restantenstroom 80 is er een deflector 292 met een scharnierende verbinding 294 die gekoppeld is aan het huis van de hakselaar 72. De deflector 292 is gepositioneerd in een bypass-confïguratie zoals weergegeven in Figuur 11, waarbij de restantenstroom 80 afgebogen wordt om zo de hakselaar 72 te omzeilen en in de strooier 74 binnen te komen, samen met de kafstroom 78 om over het veld verspreid te worden.
In Figuur 12 is de deflector 292 omlaag gezwenkt rond de scharnierende verbinding 294 en kan tegen en ruwweg evenwijdig met het huis van de hakselaar 72 liggen. In deze positie bevindt de deflector 292 zich in een niet-bypass-configuratie waardoor de restantenstroom 80 de bovenkant van de hakselaar 72 binnen kan gaan en de gehakselde restanten daarna verder naar de strooier 74 bewegen waar ze bij de kafstroom 78 gevoegd worden en door de actie van de strooier 74 op de grond verspreid worden. Natuurlijk zal de positie van de deur 76, zoals hierboven besproken ook het pad van de restantenstroom 80 bepalen wanneer de deflector 292 zich in de niet-bypass-positie bevindt.
De strooier 74 kan gezwenkt worden om de hoek te veranderen waaronder de restantenstroom 80 de strooier 74 binnenkomt. Ook kan de strooier 74 beweegbaar zijn in een richting 96, afhankelijk van de modus waarin het restantenbehandelingssysteem 70 staat, om het binnenkomen van de restantenstroom 80 in de strooier 74 en de uiteindelijke verspreiding van de restanten te bevorderen.
Hoewel deze uitvinding werd beschreven met betrekking tot minstens één uitvoeringsvorm, kan ze verder gewijzigd worden binnen de geest en de reikwijdte van deze onthulling. Deze octrooiaanvraag is dan ook bedoeld om alle variaties en gebruiken of aanpassingen van de uitvinding te dekken door gebruik te maken van haar algemene principes. Verder is deze octrooiaanvraag bedoeld om zulke afwijkingen van deze onthulling te dekken die mogelijk zijn binnen bekende of gebruikelijke praktijken volgens de stand van de techniek waarop deze uitvinding betrekking heeft en die binnen de grenzen van de bij gevoegde conclusies vallen.

Claims (14)

  1. CONCLUSIES:
    1. Oogstmachine ( 10), bestaande uit: een chassis (12); een dorssysteem (24) dat gedragen wordt door het chassis (12), waarbij het scheidingssysteem (24) aangebracht is om een stroom oogstmateriaal te ontvangen, en een kafstroom (78) en een restantenstroom (80) op te wekken; en een restantenbehandelingssysteem (70) dat gedragen wordt door het chassis voor het ontvangen van de kafstroom (78) en de restantenstroom (80) van het scheidingssysteem (24), waarbij het restantenbehandelingssysteem een restantenhakselaar (72) en een restantenstrooier (74) bevat, en het restantenbehandelingssysteem (70) gekenmerkt is doordat: de restantenhakselaar (72) aangebracht is om de restantenstroom (80) te hakselen en/of te bewegen en operationeel gepositioneerd is onmiddellijk boven de restantenstrooier (74), waarbij de restantenstrooier (74) gericht is om de kafstroom (78) en de door de restant hakselaar (72) gehakselde restantenstroom (80) te ontvangen.
  2. 2. Oogstmachine (10) volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de restantenhakselaar (72) geconfigureerd is om te werken met een tangentiële snelheid die bij benadering gelijk is aan de snelheid van de restantenstroom (80) die boven de restantenhakselaar (72) passeert.
  3. 3. Oogstmachine (10) volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat het restantenbehandelingssysteem (70) verder een deur (76) bevat die ruwweg gepositioneerd is boven de restantenhakselaar (72), en de deur (76) geconfigureerd is om de restantenstroom (80) naar de restantenhakselaar (72) om te leiden wanneer deur (76) in een hakselmodus staat en om de restantenstroom (80) niet om te leiden wanneer de deur (76) in een zwadmodus staat.
  4. 4. Oogstmachine (10) volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat de deur (76) schamierbaar beweegbaar is tussen de zwadmodus en de hakselmodus.
  5. 5. Oogstmachine (10) volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat de restantenhakselaar (72) een eerste werksnelheid heeft wanneer de deur (76) in de hakselmodus staat en een tweede werksnelheid wanneer de deur (76) in de hakselmodus staat, waarbij de tweede werksnelheid groter is dan de eerste bedrijfssnelheid. BE20
  6. 6. Oogstmachine (10) volgens conclusie 5, waarbij de werksnelheid in een bereik van ongeveer 800 à 1200 t/min ligt, de tweede werksnelheid in een bereik van ongeveer 2.800 à 3.500 t/min ligt.
  7. 7. Oogstmachine (10) volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat het restantenbehandelingssysteem (70) geconfigureerd is om de kafstroom (78) te richten naar de restantenstrooier (74) ongeacht of de deur (76) in de zwadmodus dan wel in de hakselmodus staat.
  8. 8. Oogstmachine (10) volgens conclusies 4-7, gekenmerkt doordat het restantenbehandelingssysteem (70) geconfigureerd is om de restantenstroom (80) te richten vanaf het scheidingssysteem (24) ruwweg boven en naar de restantenhakselaar (72) wanneer de deur (76) in de zwadmodus staat.
  9. 9. Oogstmachine (10) volgens conclusies 1-8, gekenmerkt doordat de restantenhakselaar (72) een voorste wand (86) bevat met sleuven (88) erin en bladen (84), waarbij ten minste sommige van de sleuven (88) plaats bieden aan minstens één van de bladen (84) erdoor.
  10. 10. Oogstmachine ( 10) volgens conclusies 1 -9, gekenmerkt doordat de oogstmachine (10) een rijrichting (90) heeft waarin ze oogst, en de restantenhakselaar (72) een draairichting (82) heeft waarbij de onderkant van de restantenhakselaar (72) aan de omtrek in een richting beweegt die over het algemeen dezelfde is als de rijrichting (90).
  11. 11. Oogstmachine ( 10) volgens conclusies 1-10, gekenmerkt doordat het restantenbehandelingssysteem (70) geconfigureerd is zodat de restantenstroom (80) uit de restantenhakselaar (72) een eerste buitenvlak van de restantenstrooier (74) binnenkomt en de kafstroom (78) een tegenoverliggend buitenvlak van de restantenstrooier (74) binnenkomt.
  12. 12. Oogstmachine (10) volgens conclusies 1-11, gekenmerkt doordat de restantenhakselaar (72) geconfigureerd is om een selectief omkeerbare draairichting (82) te hebben
  13. 13. Oogstmachine (10) volgens conclusies 1-12, die verder een deflector (92,192,292) bevat die scharnierend gekoppeld is met de oogstmachine (10), en waarbij de deflector (92, 192,292) beweegbaar is tussen een bypass-positie en een niet-bypass-positie, waarbij de bypass-positie de restantenstroom (80) de restantenhakselaar (72) doet omzeilen om rechtstreeks verder te gaan naar de restantenstrooier (74).
  14. 14. Oogstmachine (10) volgens conclusie 13, gekenmerkt doordat de restantenstrooier (74) ruwweg in een horizontale richting georiënteerd is.
BE2014/0831A 2014-11-17 2014-12-05 Hakselaar en strooier voor een oogstmachine BE1022423B1 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US14543118 2014-11-17
US14/543,118 US10306834B2 (en) 2014-11-17 2014-11-17 Chopper and spreader for an agricultural harvester

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022423B1 true BE1022423B1 (nl) 2016-03-25

Family

ID=52946181

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0831A BE1022423B1 (nl) 2014-11-17 2014-12-05 Hakselaar en strooier voor een oogstmachine

Country Status (4)

Country Link
US (1) US10306834B2 (nl)
BE (1) BE1022423B1 (nl)
BR (1) BR102015028825B1 (nl)
RU (1) RU2714844C2 (nl)

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US10653069B2 (en) * 2014-12-23 2020-05-19 Cnh Industrial America Llc Residue handling system for an agricultural harvester
BE1024322B1 (nl) * 2016-06-28 2018-01-29 Cnh Ind Belgium Nv Ventilator in dorstrommel om blokkering van een strokap te vermijden
JP6758216B2 (ja) * 2017-02-15 2020-09-23 株式会社クボタ コンバイン
US10674662B2 (en) 2017-04-28 2020-06-09 Cnh Industrial America Llc Agricultural windrow chute with rolling edge
US10470369B2 (en) 2017-04-28 2019-11-12 Cnh Industrial America Llc Agricultural vehicle with active edge windrow chute
US10575471B2 (en) 2017-05-30 2020-03-03 Deere & Company Agricultural combine with reversing chopper rotor
US10499566B2 (en) * 2017-06-13 2019-12-10 Deere & Company Cross vented residue disposal system for an enclosed combine body
US10588259B2 (en) 2017-07-10 2020-03-17 Cnh Industrial America Llc Location based chop to swath conversion for riparian buffer zone management
US10952373B2 (en) * 2017-08-29 2021-03-23 Deere & Company Straw deflector for an agricultural combine
US11039574B2 (en) * 2017-09-22 2021-06-22 Deere & Company System to reduce material accumulation on top of a power residue spreader on an agricultural combine
DE102017222409A1 (de) * 2017-12-11 2019-06-13 Deere & Company Anordnung zum Umschalten eines Mähdreschers zum Wechsel zwischen Schwadablage- und Breitverteilbetrieb
US11019768B2 (en) * 2018-02-26 2021-06-01 Deere & Company Double decker crop residue spreader
US10827674B2 (en) * 2018-12-12 2020-11-10 Cnh Industrial America Llc Extendable table adjusting windrow chute
CN109804771B (zh) * 2019-04-10 2021-08-17 合肥慧问机械设计有限公司 一种新型小麦收割装置
AR126331A1 (es) 2021-04-28 2023-10-04 Cnh Ind America Llc Panel móvil para sortear la cortadora de un vehículo agrícola
AU2022350657A1 (en) * 2021-09-22 2024-03-07 Cnh Industrial America Llc Oscillating chaff pan for weed seed mill of combine harvester
US12004447B2 (en) * 2021-10-01 2024-06-11 Cnh Industrial America Llc Pivotable windrow chute for combine harvester

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6416405B1 (en) * 1999-02-25 2002-07-09 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Combine having a feeding device for transferring and an outlet zone for discharging straw, chaff and like materials
EP1461993A1 (en) * 2003-03-07 2004-09-29 CNH Belgium N.V. Deflector plate for a chopper on a combine harvester
US20090156277A1 (en) * 2007-12-13 2009-06-18 Benes Jason M Crop residue chopping and spreading system for an agricultural combine
US20100291983A1 (en) * 2009-05-14 2010-11-18 Dirk Weichholdt Harvested material residue chopping and distributing arrangement for a combine
DE202008018219U1 (de) * 2007-06-20 2012-02-08 Rekordverken Sweden Ab Streuelement und Mähdrescher mit Steuelement

Family Cites Families (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3005637A (en) * 1958-09-08 1961-10-24 Polaris Inc Straw cutters and spreaders
DE2453125C2 (de) * 1974-11-08 1982-08-12 Maschinenfabrik Fahr Ag Gottmadingen, 7702 Gottmadingen Antriebsanordnung für den Antrieb einer Häckseltrommel
DE4218235A1 (de) 1992-06-03 1993-12-09 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Strohverteilung am Mähdrescher
DE4321905C2 (de) * 1993-07-01 1996-09-05 Claas Ohg Anbauhäcksler mit Breitverteileraustrag für Stroh-/Spreu-Gemisch für/an einem Mähdrescher
US5833533A (en) * 1996-05-09 1998-11-10 Class Kgaa Harvester thresher
RU2129358C1 (ru) * 1998-01-05 1999-04-27 Государственное опытно-конструкторское бюро СО Россельхозакадемии Измельчитель соломы для зерноуборочного комбайна
DE19918550A1 (de) * 1999-04-23 2000-10-26 Deere & Co Antriebseinrichtung der Förder- und/oder Gutbearbeitungsvorrichtung einer Erntemaschine
SE517150C2 (sv) * 2000-10-24 2002-04-23 Rekordverken Ab Skördetröska med agnutmatare och halmhack
DE10130652A1 (de) 2001-06-27 2003-01-30 Claas Selbstfahr Erntemasch Mähdrescher mit Wurfgebläse
US6719627B2 (en) 2001-12-17 2004-04-13 Case Corporation Multi-position linkage and locking mechanism for a crop residue spreader and/or chopper
US6572035B1 (en) 2002-05-30 2003-06-03 Case Corporation Rotary accelerating apparatus for a crop residue spreader of an agricultural combine
DE102006042553A1 (de) 2006-09-07 2008-03-27 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Häcksel- und Verteilvorrichtung
US7648413B2 (en) * 2007-03-01 2010-01-19 Cnh America Llc Combine harvester power management control
DE102007013715A1 (de) * 2007-03-20 2008-09-25 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Landwirtschaftliche Erntemaschine
US7485035B1 (en) * 2007-09-28 2009-02-03 Cnh America Llc Control system for an adjustable deflector
US7510472B1 (en) * 2007-10-29 2009-03-31 Cnh America Llc Combine harvester residue chopper active counter knife assembly
US20090253474A1 (en) 2008-04-02 2009-10-08 Isaac Nathan E Reflexing deflector-elements for automatically discarding, from a combine harvester, oversized wads of harvest residue
US7717779B1 (en) * 2009-08-26 2010-05-18 Deere & Company Combine with a conveyor switchable between swath deposit operation and chopper operation in different directions of rotation
US8141805B1 (en) * 2010-09-03 2012-03-27 Cnh America Llc System for determining counter knife bank insertion position
US8221203B1 (en) * 2011-02-04 2012-07-17 Cnh America Llc Knives for rotary chopper assembly of a combine harvester
US8585475B2 (en) * 2011-04-19 2013-11-19 Cnh America Llc Crop residue distribution apparatus and system with cooperatively movable deflector door and spreader assembly
BE1021145B1 (nl) 2013-05-08 2016-01-12 Cnh Industrial Belgium Nv Maaidorser met verbeterde hakselaar-en strooieropstelling

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6416405B1 (en) * 1999-02-25 2002-07-09 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Combine having a feeding device for transferring and an outlet zone for discharging straw, chaff and like materials
EP1461993A1 (en) * 2003-03-07 2004-09-29 CNH Belgium N.V. Deflector plate for a chopper on a combine harvester
DE202008018219U1 (de) * 2007-06-20 2012-02-08 Rekordverken Sweden Ab Streuelement und Mähdrescher mit Steuelement
US20090156277A1 (en) * 2007-12-13 2009-06-18 Benes Jason M Crop residue chopping and spreading system for an agricultural combine
US20100291983A1 (en) * 2009-05-14 2010-11-18 Dirk Weichholdt Harvested material residue chopping and distributing arrangement for a combine

Also Published As

Publication number Publication date
US10306834B2 (en) 2019-06-04
BR102015028825A2 (pt) 2018-03-13
RU2015149213A3 (nl) 2019-06-20
RU2714844C2 (ru) 2020-02-19
BR102015028825B1 (pt) 2021-03-02
US20160135377A1 (en) 2016-05-19
RU2015149213A (ru) 2017-05-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1022423B1 (nl) Hakselaar en strooier voor een oogstmachine
US10588261B2 (en) Residue handling system for an agricultural harvester
BE1021166B1 (nl) Dorskorfsysteem en werkwijze voor oogstmachine
CA2693933C (en) Harvester comprising an additional drum conveyor for conveying straw and a single flap for changing between swath deposit and shredding operation
US7950989B2 (en) Combine with an endless conveyor that can be moved between a swath depositing position and a chopper position
US7717779B1 (en) Combine with a conveyor switchable between swath deposit operation and chopper operation in different directions of rotation
AU2018204648B2 (en) Residue management system with a selection door for an agricultural vehicle
BE1023983B9 (nl) Geïntegreerd omkeersysteem met riemkoppeling
EP3172959B1 (en) Chopper and spreader for an agricultural harvester
BE1021145B1 (nl) Maaidorser met verbeterde hakselaar-en strooieropstelling
BE1022544B1 (nl) Vijzel van graanmaaier voor een oogstmachine
US11039574B2 (en) System to reduce material accumulation on top of a power residue spreader on an agricultural combine
BE1025301B1 (nl) Kaf/strostrooisysteem van een oogstmachine voor landbouwtoepassingen
US10398082B2 (en) Combine harvester with a straw chute and a straw conveyor
BE1021147B1 (nl) Dekplaat voor een schoongraanvijzel in een reinigingssysteem van een oogstmachine
US10398081B2 (en) Straw spreader and chaff spreader for a combine harvester
BE1021985B1 (nl) Graantank met verhoogde opslagcapaciteit voor een oogstmachine.
EP3011823B1 (en) Combine with a weight transfer and residue spreading apparatus
BE1021870B1 (nl) Aandrijving met een variabele slag voor een reinigingssysteem in een oogstmachine.
BE1022077B1 (nl) Stroschudopstelling voor een oogstmachine
BE1022543B1 (nl) Vouwmechanisme voor brede tarwemaaiers
BE1022891B1 (nl) Systeem voor het klemmen van de dorskorf van een oogstmachine
BE1021873B1 (nl) Elektrische motor/generator van een oogstmachine voor landbouwtoepassingen
BE1023144B1 (nl) Snijbalk voor oogstmachine