BE1021870B1 - Aandrijving met een variabele slag voor een reinigingssysteem in een oogstmachine. - Google Patents

Aandrijving met een variabele slag voor een reinigingssysteem in een oogstmachine. Download PDF

Info

Publication number
BE1021870B1
BE1021870B1 BE2014/0282A BE201400282A BE1021870B1 BE 1021870 B1 BE1021870 B1 BE 1021870B1 BE 2014/0282 A BE2014/0282 A BE 2014/0282A BE 201400282 A BE201400282 A BE 201400282A BE 1021870 B1 BE1021870 B1 BE 1021870B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
axis
screen
drive
cleaning section
rotating element
Prior art date
Application number
BE2014/0282A
Other languages
English (en)
Inventor
Bart Moutton
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2014/0282A priority Critical patent/BE1021870B1/nl
Priority to BR102015008822-1A priority patent/BR102015008822B1/pt
Priority to US14/693,457 priority patent/US9504205B2/en
Priority to EP15164645.2A priority patent/EP2936966B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021870B1 publication Critical patent/BE1021870B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F12/00Parts or details of threshing apparatus
    • A01F12/44Grain cleaners; Grain separators
    • A01F12/446Sieving means
    • A01F12/448Sieve adjusting means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • A01D41/127Control or measuring arrangements specially adapted for combines
    • A01D41/1276Control or measuring arrangements specially adapted for combines for cleaning mechanisms
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F12/00Parts or details of threshing apparatus
    • A01F12/30Straw separators, i.e. straw walkers, for separating residual grain from the straw
    • A01F12/32Straw separators, i.e. straw walkers, for separating residual grain from the straw with shaker screens or sieves

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Threshing Machine Elements (AREA)
  • Combined Means For Separation Of Solids (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Abstract

Reinigingssectie (26) van een oogstmachine (10), waarbij de reinigingssectie (26) een zeef (48) en minstens één zeefaandrijving met veranderlijke slag (76) bevat. De zeef (48) is gepositioneerd in het oogstmachine (10) om oogstmateriaal (72) te ontvangen van een dorssectie (24). De minstens één zeefaandrijving met veranderlijke slag (76) is gekoppeld aan de zeef (48). De zeefaandrijving met veranderlijke slag (76) heeft een eerste as (78) en een tweede as (80) die concentrisch is met de eerste as (78). De relatieve hoekpositie tussen de eerste as (78) en de tweede as (80) bepaalt een mate van excentriciteit van de zeefaandrijving met veranderlijke slag (76).

Description

AANDRIJVING MET EEN VARIABELE SLAG VOOR EEN REINIGINGSSYSTEEM IN EEN 2
OOGSTMACHINE
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding heeft betrekking op oogstmachines zoals maaidorsers en meer bepaald op een zeefaandrijving die gemakkelijk versteld kan worden om de slag te veranderen van de aandrijving in reinigingssystemen die gebruikt worden in zulke maaidorsers.
Een in de landbouw gebruikte oogstmachine (verder kortweg oogstmachine genoemd) staat bekend als "maaidorser", een historisch gegroeide term aangezien zij meerdere maai- en dorstaken in één enkele machine combineert, zoals plukken, dorsen, scheiden en reinigen. Een maaidorser bevat een maaier die het gewas van een veld verwijdert, en een toevoerhuis dat het gewas tot in een dorsrotor transporteert. De dorsrotor draait binnen in een geperforeerd huis, dat de vorm kan hebben van verstelbare dorskorven en een dorsbewerking op het gewas uitvoert om het graan te verwijderen. Eens het graan gedorst is, valt het door perforaties in de dorskorven op een graanschaal. Vanaf de graanschaal wordt het graan gereinigd met behulp van een reinigingssysteem, en wordt daarna getransporteerd naar een graantank aan boord van de maaidorser. Een reinigingsventilator blaast lucht door de zeven om kaf en andere deeltjes vuil naar de achterkant van de maaidorser af te voeren. Oogstmateriaal dat geen graan is, zoals stro of hooi, afkomstig van de dorssectie, beweegt doorheen een restantensysteem, dat gebruik kan maken van een strohakselaar om het materiaal dat geen graan is te verwerken en dit te richten naar de achterkant van en uit de maaidorser. Wanneer de graanbak vol raakt, wordt de maaidorser gepositioneerd in de buurt van een voertuig waarin het graan ontladen zal worden, zoals een oplegger, zelflosser, een gewone vrachtwagen of dergelijke, en wordt een ontlaadsysteem op de maaidorser bediend om het graan naar het voertuig over te brengen.
Meer bepaald bevat een roterend dors- of scheidingssysteem één of meer rotoren die axiaal (van de voorkant naar de achterkant) of in de dwarsrichting binnen het lichaam van de maaidorser kunnen uitsteken, en die gedeeltelijk of volledig omgeven worden door een geperforeerde dorskorf. Het oogstmateriaal wordt gedorst en gescheiden door de rotatie van de rotor binnen in de dorskorf. Grof oogstmateriaal dat geen graan is zoals stengels/halmen en bladeren worden naar de achterkant van de maaidorser getransporteerd en weer op het veld gelost. Het afgescheiden graan wordt samen met een deel van het fijnere oogstmateriaal dat geen graan is zoals kaf, stof, stro, en andere oogstrestanten, ontladen door de dorskorven en valt op een graanschaal waar het naar het reinigingssysteem getransporteerd wordt. Als alternatief kan het graan en fijner oogstmateriaal dat geen graan is ook rechtstreeks op het reinigingssysteem zelf vallen.
Een reinigingssysteem scheidt vervolgens het graan van het oogstmateriaal dat geen graan is, en bevat typisch een ventilator die een luchtstroom omhoog en achterwaarts richt door verticaal aangebrachte zeven die in de lengterichting van de machine heen-en-weer bewegen. De luchtstroom heft het lichtere oogstmateriaal dat geen graan is op en voert het naar het achterste uiteinde van de maaidorser om het op het veld te lossen. Schoon graan, dat zwaarder is, en grotere stukken oogstmateriaal dat geen graan is die niet door de luchtstroom worden weggevoerd, vallen op een oppervlak van een bovenste zeef (ook bekend als kortstrozeef) waar een deel van het schone graan of al het schone graan door passeert naar een onderste zeef (ook bekend als reinigingszeef). Graan en oogstmateriaal dat geen graan is die op de bovenste en de onderste zeven blijven liggen, worden fysiek gescheiden door de heen-en-weer bewegende actie van de zeven naarmate het materiaal achterwaarts beweegt. Al het graan en/of oogstmateriaal dat geen graan is die/dat op het oppervlak van de bovenste zeef achterblijft/achterblijven, wordt/worden aan de achterkant van de maaidorser ontladen. Graan dat door de onderste zeef valt, landt op een onderste schaal van het reinigingssysteem, waar het verder getransporteerd wordt naar een schoongraanvijzel.
Een probleem volgens de stand van de techniek is dat het bekend is dat de aanpassingen van de trilling van de zeef gedurende de werking niet gemakkelijk zijn uit te voeren en grotendeels vast zijn tijdens de oogstbewerking.
Wat vereist is volgens de stand van de techniek is een dynamisch zeefregelsysteem dat de slag van de excentrische zeefaandrijving gemakkelijk kan verstellen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding verschaft een systeem en werkwijze voor het veranderen van de slag van een excentrische aandrijving die gekoppeld is aan een zeef in een oogstmachine voor gebruik in de landbouw. Eén vorm van de uitvinding is bedoeld voor een reinigingssectie van een oogstmachine, waarbij de reinigingssectie een zeef bevat en minstens één zeefaandrijving met veranderlijke slag. De zeef is gepositioneerd in de oogstmachine om oogstmateriaai vanuit een dorssectie te ontvangen. De zeefaandrijving met veranderlijke slag is aan de zeef gekoppeld. De zeefaandrijving met veranderlijke slag heeft een eerste as en een tweede as die concentrisch is met de eerste as. De relatieve hoekpositie tussen de eerste as en de tweede as bepaalt de mate van excentriciteit van de zeefaandrijving met veranderlijke slag.
In een andere vorm is de uitvinding gericht op een werkwijze voor het veranderen van een lengte van een slag die een zeef in de reinigingssectie van een oogstmachine ondervindt. De werkwijze bevat de stappen voor het bepalen van een behoefte aan het veranderen van de slag, en het veranderen van de hoekpositie van een eerste as ten opzichte van een tweede as in een zeefaandrijving met veranderlijke slag.
Deze uitvinding maakt het op voordelige wijze mogelijk om de excentriekslag van de aandrijving gemakkelijk te veranderen.
Een ander voordeel van deze uitvinding is dat ze het graanverlies vermindert.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De bovenvermelde en andere kenmerken en voordelen van deze uitvinding en de manier om ze te bereiken, zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen kunnen worden door verwijzing naar de volgende beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding, samen met de bijbehorende tekeningen, waarbij:
Figuur 1 een zijaanzicht is van een uitvoeringsvorm van een oogstmachine in de vorm van een maaidorser die een uitvoeringsvorm van een zeefaandrijving met veranderlijke slag volgens deze uitvinding bevat;
Figuur 2 een perspectief aanzicht is van een deel van het dors- en het reinigingssysteem dat de maaidorser van Figuur 1 bevat;
Figuur 3 een gedeeltelijk doorsnede is van de zeefaandrijving met veranderlijke slag die gekoppeld is aan het reinigingssysteem van Figuur 2;
Figuur 4 een min of meer schematisch aanzicht is van een deel van de zeefaandrijving met veranderlijke slag van Figuur 3;
Figuur 5 een ander aanzicht is van de zeefaandrijving met veranderlijke slag van Figuur 4 waarbij een verschillende slag werd gekozen dan die welke weergegeven is in Figuur 4; en
Figuur 6 een schematische voorstelling is van een uitvoeringsvorm van een regeling voor het systeem van de zeefaandrijving met veranderlijke slag van deze uitvinding.
Overeenkomstige verwijzingen (nummers en letters) geven door alle verschillende aanzichten heen overeenkomstige onderdelen aan. Het hier uiteengezette voorbeeld illustreert uitvoeringsvormen van de uitvinding, en zulke voorbeelden mogen niet geïnterpreteerd worden alsof ze de reikwijdte van de uitvinding op enige zouden wijze beperken.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
De termen "graan", "stro" en "niet-gedorste aren" worden over heel deze specificatie voornamelijk gebruikt voor het gemak, maar er dient verstaan te worden dat deze termen niet beperkend bedoeld zijn. Dus "graan" verwijst naar dat deel van het gewasmateriaal dat gedorst en gescheiden wordt van het weg te gooien deel van het oogstmateriaal, waarnaar verwezen wordt als oogstmateriaal dat geen graan is, MOG (materiaal dat geen graan is) of stro. Onvolledig gedorst oogstmateriaal wordt "niet-gedorste aren" genoemd. Ook de termen "voorwaarts", "achterwaarts", "links" en "rechts", wanneer ze gebruikt worden in verband met de oogstmachine en/of onderdelen ervan worden gewoonlijk bepaald met verwijzing naar de voorwaartse rijrichting van de oogstmachine tijdens de werking ervan, maar nogmaals, ze mogen niet geïnterpreteerd worden als beperkende termen. De termen "in de lengte" en "dwars" zijn bepaald ten opzichte van de lengterichting van de oogstmachine en mogen evenmin als beperkend gezien worden.
Met verwijzing naar de tekeningen en meer bepaald naar Figuur 1, wordt een oogstmachine weergegeven in de vorm van een maaidorser 10, die over het algemeen een chassis 12 bevat, wielen 14 en 16 die met de grond contact maken, een maaier 18, een toevoerhuis 20, een operatorcabine 22, een dors- en scheidingssysteem 24, een reinigingssysteem 26, een graantank 28, en een ontlaadvijzel 30.
De voorwielen 14 zijn grotere wielen van het flotatietype en de achterwielen 16 zijn kleinere bestuurbare wielen. De aandrijfkracht wordt selectief aangebracht op de voorwielen 14 door een krachtbron in de vorm van een dieselmotor 32 en een transmissie (niet weergegeven). Hoewel de maaidorser 10 weergegeven is met wielen, moet ook begrepen worden dat de maaidorser 10 ook rupsbanden kan bevatten, bv. volledige of halve rupsbanden.
De maaier 18 is aangebracht op de voorkant van de maaidorser 10 en bevat een maaibalk 34 voor het afsnijden van gewassen van een veld tijdens het vooruit bewegen van de maaidorser 10. Een draaibare haspel 36 voert gewas toe aan de maaier 18, en een dubbele vijzel 38 voert het afgesneden gewas lateraal naar binnen toe aan elke kant van het de toevoerhuis 20. Het toevoerhuis 20 transporteert het afgesneden gewas naar het dorsen scheidingssysteem 24, en is selectief verticaal beweegbaar met behulp van geschikte actuators, bv. hydraulische cilinders (niet weergegeven).
Het dors- en scheidingssysteem 24 dat weergegeven is in Figuren 1 en 2 is van het type met axiale doorstroming, en bevat over het algemeen een rotor 40 die ten minste gedeeltelijk omsloten wordt door en draaibaar is binnen een overeenkomstige geperforeerde dorskorf 42. Er dient echter te worden opgemerkt dat de uitvinding ook gebruikt kan worden in een maaidorser van het conventionele type, en daarbij dezelfde voordelen zal bieden als wanneer roterend dorsen wordt gebruikt. De afgesneden gewassen worden gedorst en gescheiden door de rotatie van de rotor 40 binnen in dorskorf 42, en grotere elementen, zoals stengels, bladeren en dergelijke worden vanaf de achterkant van de maaidorser 10 ontladen. Kleinere elementen van het oogstmateriaal, met inbegrip van graan en oogstmateriaal dat geen graan is, inclusief deeltjes die lichter zijn dan graan, zoals kaf, stof en stro, worden ontladen via de perforaties van de dorskorf 42.
Graan dat gescheiden werd door het dors- en scheidingsgeheel 24 valt op een graanschaal 44 en wordt verder getransporteerd naar het reinigingssysteem 26. Het reinigingssysteem 26 kan een facultatieve voorreinigingszeef bevatten 46, een bovenste zeef 48 (ook bekend als kortstrozeef), een onderste zeef 50 (ook bekend als reinigingszeef), en een reinigingsventilator 52. Graan op de zeven 46, 48 en 50 is onderhevig aan een reinigingsactie door de ventilator 52, die een luchtstroom opwekt door de zeven om kaf en andere onzuiverheden zoals stof uit het graan te verwijderen door ervoor te zorgen dat dit materiaal in de lucht zweeft om het te ontladen via de strokap 54 van de maaidorser 10. De graanschaal 44 en de voorreinigingszeef 46 bewegen heen en weer om het graan en fijner oogstmateriaal dat geen graan is naar het bovenvlak van de bovenste zeef 48 te transporteren. De bovenste zeef 48 en de onderste zeef 50 zijn verticaal aangebracht t.o.v. elkaar, en bewegen ook heen-en-weer in de lengterichting van de machine om het graan over de zeven 48, 50 te verspreiden, waarbij ze het mogelijk maken dat schoon graan onder invloed van de zwaartekracht door de openingen van de zeven 48, 50 valt.
Schoon graan valt op een schoongraanvijzel 56 die overdwars onder en voor de onderste zeef is geplaatst 50. De graanvijzel 56 ontvangt schoon graan vanaf elke zeef 48, 50 en vanaf de onderste schaal 58 van het reinigingssysteem 26. De schoongraanvijzel 56 transporteert het schone graan lateraal naar een over het algemeen verticaal aangebrachte graanelevator 60 om het naar graantank 28 te transporteren. Niet-gedorste aren vallen uit het reinigingssysteem 26 op een vijzel voor niet-gedorste aren 62. De niet-gedorste aren worden via de vijzel voor niet-gedorste aren 64 en de terugvoervijzel 66 getransporteerd naar het stroomopwaarts gelegen einde van het reinigingssysteem 26 voor een herhaalde reinigingsactie. Een paar graantankvijzels 68 op de bodem van de graantank 28 transporteren het schone graan lateraal in de graantank 28 naar de ontlaadvijzel 30 om het uit de maaidorser 10 te ontladen.
Het oogstmateriaal dat geen graan is gaat verder door een restantenbehandelingssysteem 70. Het restantenbehandelingssysteem kan een hakselaar, tegenmessen, een zwaddeur en een restantenstrooier bevatten.
Nu, bovendien verwijzend naar Figuur 2, wordt op schematische wijze een deel van het dors- en scheidingssysteem 24 en het reinigingssysteem 26 weergegeven en geïllustreerd. Het oogstmateriaal 72 valt uit het dors- en scheidingssysteem 24 op de graanschaal 44 en de voorreinigingszeef 46 en daarna op zeef 48. Om deze uitvinding uit te leggen, zal ze besproken worden als zijnde toegepast op zeef 48, hoewel dient verstaan te worden dat deze uitvinding toegepast kan worden op andere zeven in maaidorser 10, en ook toegepast kan worden op meer dan één zeef per keer. Een zeefaandrijving met veranderlijke slag 76 is verbonden met de zeef 48 en schematisch weergegeven in Figuur 2. Er dient te worden verstaan dat de zeefaandrijving met veranderlijke slag 76 op meer dan één plaats met de zeef 48 verbonden kan worden en meerdere actuators kan hebben, die hieronder in detail zijn weergegeven.
Ook met verwijzing ook naar de Figuren 3-6 worden aanvullende details van de zeefaandrijving met veranderlijke slag 76 weergegeven, die een as 78, een as 80, een tandwiel 82, een tandwiel 84, een uitgaande as 86, een excentriciteitsbepalend element 88, een as 90, een as 92 en een onderbreekbare aandrijfverbinding 94 bevatten. De assen 78 en 80 zijn concentrisch en hebben dezelfde aslijn 92, waarbij de as 78 door de as 80 loopt. De as 78 is bevestigd aan het tandwiel 82 en het tandwiel 84 is draaibaar gekoppeld aan de as 90. De tandwielen 82 en 84 grijpen ineen. Hoewel tandwielen 82 en 84 de voorkeursuitvoeringsvorm zijn en in wezen met elkaar verbonden cirkelvormige elementen zijn, worden ook andere concepten overwogen zoals elliptische elementen die aandrijvend gekoppeld zijn, of nog andere concepten.
Wanneer de as 80 een hoekverplaatsing uitvoert ten opzichte van de as 78 dan doet dit de as 90 bewegen en dus ook tandwiel 84 ten opzichte van tandwiel 82, dat dan het tandwiel 84 verdraait en de positie van de uitgaande as 86 tot stand brengt. De beweging van de uitgaande as 86 zorgt ervoor dat de afstand van de as 92 tot de uitgaande as 86 verandert en zodoende de mate van excentriciteit wijzigt die gebruikt wordt om de zeef 48 aan te drijven. Tijdens de werking van de zeefaandrijving met veranderlijke slag 76 blijven de hoekposities van de as 78 en de as 80 meestal constant, waardoor de excentriciteit constant blijft.
Wanneer echter een instelling vereist is van de mate van excentriciteit, dan wordt de hoekbetrekking tussen de as 78 en de as 80 veranderd, wat leidt tot een verschuiving in de positie van het tandwiel 84 ten opzichte van tandwiel 82, en dus van de afstand van de uitgaande as 86 ten opzichte van de as 92. In Figuren 4 en 5 zijn de tandwielen 82 en 84 weergegeven als in wezen even groot, maar verschillende groottes worden ook overwogen en zijn weergegeven in Figuur 3.
Tijdens de werking, wanneer de assen 78 en 80 een vaste hoekbetrekking hebben, draait de uitgaande as 86 rond de as 92 op een vaste afstand wat leidt tot een vaste excentriciteit voor het aandrijven van de zeef 48. Men kan bedenken dat meer dan één zeefaandrijving met veranderlijke slag 76 gekoppeld kan zijn aan de zeef 48 en dat de meerdere aandrijvingen 76 gecoördineerd zijn om de zeef 48 op verschillende manieren aan te drijven om het doel van optimale graanreiniging en opbrengst te verwezenlijken.
De onderbreekbare aandrijfverbinding 94 bevat tandriemschijven 96, 98, 100 en 102, tandriemen 104 en 106, en een koppeling 108. Zolang de koppeling 108 aandrijvend gekoppeld is, drijft het aandrijven van de as 78 ook de as 80 aan om daarbij de betrekking van de vaste hoekpositie van de as 78 en de as 80 te behouden. Wanneer het tijd is om de excentriciteit te veranderen, dan ontkoppelt koppeling 108 de aandrijflijn van de tandriemschijven 96, 98,100 en 102, om zodoende de as 80 in staat te stellen niet rechtstreeks aangedreven te worden door de as 78 en dit ontbreken van de koppeling doet het tandwiel 84 draaien ten opzichte van het tandwiel 82 om de excentriciteit te veranderen. De tijdelijke ontkoppeling van de koppeling 108 kan bv. verwezenlijkt worden door de verbinding gewoon losser te maken of door actief een slippen tot stand te brengen tussen de tandwielen. Slippen kan bv. verkregen worden door één van de tandwielen te remmen. Er wordt ook overwogen om in plaats van met tanden uitgeruste onderdelen te gebruiken dat de aandrijving verwezenlijkt kan worden met een tandwielsysteem.
De excentriciteit van de uitgaande as 86 wordt gebruikt om de zeef 48 aan te drijven d.m.v. verbindingsorganen 110,112 en 114. Een besturingssysteem 116 voor een aandrijfsysteem, is geïllustreerd in Figuur 6 en bevat een controller 118, een invoereenheid voor de bestuurder 120 en sensors 122. De controller 118 is operationeel verbonden met de koppeling 108 om de koppeling en de ontkoppeling ervan te veroorzaken. De operator kan een commando zenden naar de controller 118 d.m.v. de operatorinvoereenheid 120, die ingebouwd kan zijn in andere invoersystemen van de oogstmachine 10. Het commando kan de bedoeling hebben een excentriciteit te wijzigen, die de controller 118 moet verwezenlijken en in stand houden. Er wordt ook overwogen dat de operator aan de controller 118 een commando kan geven om geautomatiseerde excentriciteitsregelscenario's uit te voeren, zoals geautomatiseerde wijzigingen om de prestaties van de zeef 48 te veranderen om het materiaaldebiet op de zeef 48 te verhogen en om het graanreinigingsproces te optimaliseren. Er wordt ook overwogen dat de functies van de controller 118 ingebouwd kunnen worden in een andere controller van de maaidorser 10, en dat de controller 118 geen autonoom element is.
Deze uitvinding heeft geen middelpuntsverplaatsing. De verstelbare slag van deze uitvinding zal de transportsnelheid van het materiaal in het reinigingssysteem beïnvloeden en kan gebruikt worden bij hellende veldvoorwaarden en om verschillende gewasomstandigheden te compenseren d.m.v. algoritmes die uitgevoerd worden in de controller 118 en items die gemeten worden door niet-weergegeven sensors.
Deze uitvinding biedt bepaalde voordelen met inbegrip van verbeterde prestaties van het reinigingssysteem waardoor het reinigingssysteem 26 in staat gesteld wordt effectiever het graan te scheiden van het materiaal dat geen graan is.
Hoewel deze uitvinding werd beschreven met betrekking tot minstens één uitvoeringsvorm, kan ze verder gewijzigd worden binnen de geest en de reikwijdte van deze onthulling. Deze octrooiaanvraag is dan ook bedoeld om alle variaties en gebruiken of aanpassingen van de uitvinding te dekken door gebruik te maken van haar algemene principes. Verder is deze octrooiaanvraag bedoeld om zulke afwijkingen van deze onthulling te dekken die mogelijk zijn binnen bekende of gebruikelijke praktijken volgens de stand van de techniek waarop deze uitvinding betrekking heeft en die binnen de grenzen van de bijgevoegde conclusies vallen.

Claims (13)

  1. CONCLUSIES:
    1. Reinigingssectie (26) van een oogstmachine (10), waarbij de reinigingssectie (26) bestaat uit: een zeef (48) die gepositioneerd is in de oogstmachine (10) om oogstmateriaal te ontvangen (72) van een dorssectie (24); gekenmerkt door: ten minste één zeefaandrijving met veranderlijke slag (76) die gekoppeld is aan de zeef (48), waarbij de zeefaandrijving met veranderlijke slag (76) omvat: een eerste as (78); en een tweede as (80) die concentrisch is met de eerste as(78), een hoekpositie van de eerste as (78) ten opzichte van de tweede as (80) om de mate van excentriciteit van de zeefaandrijving met veranderlijke slag tot stand te brengen.
  2. 2. Reinigingssectie (26) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de zeefaandrijving met veranderlijke slag (76) verder het volgende bevat: een uitgaande as (86) gekoppeld aan de zeef (48) om de zeef (48) aan te drijven met deze mate van excentriciteit; een eerste draaiend element (82) dat gekoppeld is aan de eerste as (78); en een tweede draaiend element (84) dat rechtstreeks gekoppeld is aan de tweede as (80), waarbij het eerste draaiende element (82) ingrijpt met het tweede draaiende element (84), en de uitgaande as (86) uit het tweede draaiende element (84) steekt.
  3. 3. Reinigingssectie (26) volgens conclusie 2, met h et kenmerk dat de zeefaandrijving met veranderlijke slag (76) verder een excentriciteitsbepalend element (88) bevat dat verbonden is met de tweede as (80), waarbij het excentriciteitsbepalende element (88) draaibaar gekoppeld is aan het tweede draaiende element (84).
  4. 4. Reinigingssectie (26) volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat het eerste draaiende element (82) en het tweede draaiende element (84) cirkelvormige tandwielen (82, 84) zijn, die in elkaar ingrijpen.
  5. 5. Reinigingssectie (26) volgens conclusies 2-4, met het kenmerk dat de mate van excentriciteit bepaald wordt door een afstand tussen de eerste as (78) en de uitgaande as (86).
  6. 6. Reinigingssectie (26) volgens conclusies 2-5, met het kenmerk dat het eerste draaiende element (82) en het tweede draaiende element (84) vast blijven ten opzichte van elkaar behalve wanneer de mate van excentriciteit wordt gewijzigd.
  7. 7. Reinigingssectie (26) volgens conclusies 2-6, met het kenmerk dat het eerste draaiende element (82) en het tweede draaiende element (84) ten opzichte van elkaar bewogen worden om de mate van excentriciteit van de zeefaandrijving met veranderlijke slag (76) te veranderen.
  8. 8. Reinigingssectie (26) volgens conclusies 2-7, met het kenmerk dat de uitgaande as (86) niet coaxiaal is met het tweede draaiende element (84).
  9. 9. Reinigingssectie (26) volgens conclusies 1-8, met het kenmerk dat de eerste as (78) en de tweede as (80) worden aangedreven met dezelfde hoeksnelheid behalve wanneer de mate van excentriciteit wordt gewijzigd.
  10. 10. Reinigingssectie (26) volgens conclusies 1-9, met het kenmerk dat de zeefaandrijving met veranderlijke slag (76) verder een onderbreekbare aandrijfverbinding (94) bevat, waarbij de eerste as (78) en de tweede as (80) aandrijvend gekoppeld worden d.m.v. de onderbreekbare aandrijfverbinding (94).
  11. 11. Reinigingssectie (26) volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de zeefaandrijving met veranderlijke slag (76) verder een controller (118) bevat die gekoppeld is aan de onderbreekbare aandrijfverbinding (94), waarbij de controller (118) geconfigureerd is om de onderbreekbare aandrijfverbinding (94) de eerste as (78) van de tweede as (80) te doen ontkoppelen en daarbij de hoekpositie tussen de eerste as (78) en de tweede as (80) laat variëren.
  12. 12. Reinigingssectie (26) volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de controller (118) geconfigureerd is om de onderbreekbare aandrijfverbinding (94) de eerste as (78) van de tweede as (80) te doen ontkoppelen gedurende een gedeelte van een omwenteling om daarbij de hoekpositie tussen de eerste as (78) en de tweede as (80) te laten veranderen in een voorafbepaalde mate om daarbij de mate van excentriciteit te wijzigen.
  13. 13. Werkwijze voor het wijzigen van een lengte van een slag ondervonden door de zeef (48) in de reinigingssectie (26) volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze de volgende stappen bevat: het bepalen van een behoefte om de slag te wijzigen; en het veranderen van de hoekpositie van de eerste as (78) ten opzichte van de tweede as (80).
BE2014/0282A 2014-04-22 2014-04-22 Aandrijving met een variabele slag voor een reinigingssysteem in een oogstmachine. BE1021870B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0282A BE1021870B1 (nl) 2014-04-22 2014-04-22 Aandrijving met een variabele slag voor een reinigingssysteem in een oogstmachine.
BR102015008822-1A BR102015008822B1 (pt) 2014-04-22 2015-04-17 seção de limpeza de uma colheitadeira agrícola e método de alteração de um comprimento de um curso experimentado
US14/693,457 US9504205B2 (en) 2014-04-22 2015-04-22 Variable stroke cleaning system drive in an agricultural harvester
EP15164645.2A EP2936966B1 (en) 2014-04-22 2015-04-22 Variable stroke cleaning system drive in an agricultural harvester

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0282A BE1021870B1 (nl) 2014-04-22 2014-04-22 Aandrijving met een variabele slag voor een reinigingssysteem in een oogstmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021870B1 true BE1021870B1 (nl) 2016-01-22

Family

ID=51032849

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0282A BE1021870B1 (nl) 2014-04-22 2014-04-22 Aandrijving met een variabele slag voor een reinigingssysteem in een oogstmachine.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US9504205B2 (nl)
EP (1) EP2936966B1 (nl)
BE (1) BE1021870B1 (nl)
BR (1) BR102015008822B1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1021852B1 (nl) * 2014-04-22 2016-01-22 Cnh Industrial Belgium Nv Maaidorser
US10104839B2 (en) 2015-07-23 2018-10-23 Cnh Industrial America Llc Linkage for agricultural harvester cleaner

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20050282601A1 (en) * 2004-06-22 2005-12-22 Cnh America Llc Grain cleaning system for a combine harvester
EP1712122A1 (de) * 2005-04-12 2006-10-18 CLAAS Selbstfahrende Erntemaschinen GmbH Antriebssystem für eine Erntegutfördereinrichtung
US20080318650A1 (en) * 2007-06-25 2008-12-25 Dhont Andre G J Grain cleaning system for a combine harvester

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE803497C (de) 1949-01-13 1951-04-02 Petermann Werke Antrieb fuer Strohschuettler und sonstige eine schwingende Bewegung ausfuehrende Teile einer Dreschmaschine
DE2753505C2 (de) 1977-12-01 1983-02-24 Sperry N.V., 8210 Zedelgem Mähdrescher mit Kontrolleinrichtung für die Reinigungsanlage
AT386767B (de) 1986-10-24 1988-10-10 Voest Alpine Ag Ballistischer sichter
DE19649020A1 (de) 1996-11-27 1998-05-28 Same Deutz Fahr Spa Landwirtschaftliche Erntemaschine
DE102005050751A1 (de) 2005-10-22 2007-08-09 Deere & Company, Moline Mähdrescher mit einem Strohschüttler
DE102006006938A1 (de) 2006-02-14 2007-08-30 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Mähdrescher mit Hordenschüttler
DE102009000797B4 (de) 2009-02-12 2017-05-11 Deere & Company Siebanordnung für einen Mähdrescher
DE102009026870A1 (de) 2009-06-09 2010-12-16 Deere & Company, Moline Strohschüttleranordnung für einen Mähdrescher
US8939829B2 (en) * 2012-12-14 2015-01-27 Cnh Industrial America Llc Combine linear side-shake cleaning control system
BE1021852B1 (nl) * 2014-04-22 2016-01-22 Cnh Industrial Belgium Nv Maaidorser

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20050282601A1 (en) * 2004-06-22 2005-12-22 Cnh America Llc Grain cleaning system for a combine harvester
EP1712122A1 (de) * 2005-04-12 2006-10-18 CLAAS Selbstfahrende Erntemaschinen GmbH Antriebssystem für eine Erntegutfördereinrichtung
US20080318650A1 (en) * 2007-06-25 2008-12-25 Dhont Andre G J Grain cleaning system for a combine harvester

Also Published As

Publication number Publication date
US20150296713A1 (en) 2015-10-22
US9504205B2 (en) 2016-11-29
EP2936966B1 (en) 2017-08-16
BR102015008822A2 (pt) 2015-12-08
BR102015008822B1 (pt) 2020-12-01
EP2936966A1 (en) 2015-10-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1022423B1 (nl) Hakselaar en strooier voor een oogstmachine
US10588261B2 (en) Residue handling system for an agricultural harvester
BE1021166B1 (nl) Dorskorfsysteem en werkwijze voor oogstmachine
BE1023983B1 (nl) Geïntegreerd omkeersysteem met riemkoppeling
BE1022544B1 (nl) Vijzel van graanmaaier voor een oogstmachine
BE1022411B1 (nl) As voor een oogstmachine
EP3064052B1 (en) Agricultural reel cam system
US9072220B2 (en) Agricultural harvester drive line
AU2015346161B2 (en) Agricultural harvester with a rotated elevator
BE1021870B1 (nl) Aandrijving met een variabele slag voor een reinigingssysteem in een oogstmachine.
BE1021147B1 (nl) Dekplaat voor een schoongraanvijzel in een reinigingssysteem van een oogstmachine
BE1021889B1 (nl) Systeem en werkwijze voor het regelen van een reinigingszeef in een oogstmachine
EP3011823B1 (en) Combine with a weight transfer and residue spreading apparatus
BE1021985B1 (nl) Graantank met verhoogde opslagcapaciteit voor een oogstmachine.
US11234372B2 (en) Drive system for an agricultural unloader
BE1022077B1 (nl) Stroschudopstelling voor een oogstmachine
US10470369B2 (en) Agricultural vehicle with active edge windrow chute
BE1021873B1 (nl) Elektrische motor/generator van een oogstmachine voor landbouwtoepassingen
EP4140287A1 (en) Feeder housing with independently driven rock beater
BE1022543B1 (nl) Vouwmechanisme voor brede tarwemaaiers