BE1021889B1 - Systeem en werkwijze voor het regelen van een reinigingszeef in een oogstmachine - Google Patents

Systeem en werkwijze voor het regelen van een reinigingszeef in een oogstmachine Download PDF

Info

Publication number
BE1021889B1
BE1021889B1 BE2014/0406A BE201400406A BE1021889B1 BE 1021889 B1 BE1021889 B1 BE 1021889B1 BE 2014/0406 A BE2014/0406 A BE 2014/0406A BE 201400406 A BE201400406 A BE 201400406A BE 1021889 B1 BE1021889 B1 BE 1021889B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
screen
pressure sensor
cleaning section
pressure sensors
grain
Prior art date
Application number
BE2014/0406A
Other languages
English (en)
Inventor
Frank R.G. Duquesne
M.A. Missotten
Glenn Aesaert
Dré W.J. Jongmans
Thomas Mahieu
Frederik Tallir
Karel M.C. Viaene
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2014/0406A priority Critical patent/BE1021889B1/nl
Priority to BR112016027286-2A priority patent/BR112016027286B1/pt
Priority to EP15725619.9A priority patent/EP3148311B1/en
Priority to US15/313,421 priority patent/US10104840B2/en
Priority to PCT/EP2015/061888 priority patent/WO2015181315A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021889B1 publication Critical patent/BE1021889B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F12/00Parts or details of threshing apparatus
    • A01F12/44Grain cleaners; Grain separators
    • A01F12/446Sieving means
    • A01F12/448Sieve adjusting means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D75/00Accessories for harvesters or mowers
    • A01D75/28Control mechanisms for harvesters or mowers when moving on slopes; Devices preventing lateral pull
    • A01D75/282Control mechanisms for harvesters or mowers when moving on slopes; Devices preventing lateral pull acting on the grain cleaning and separating device
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • A01D41/127Control or measuring arrangements specially adapted for combines

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Threshing Machine Elements (AREA)
  • Outside Dividers And Delivering Mechanisms For Harvesters (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Combines (AREA)

Abstract

Reinigingssectie (26) van een oogstmachine (10), waarbij de reinigingssectie (26) een zeef (48) bevat, een geheel van meerdere druksensors (76, 78, 80, 82) en een zeefhellingscompensatiesysteem (90). De zeef (48) is gepositioneerd in de oogstmachine (10) om oogstmateriaal (72) van een dorssectie (24) te ontvangen. De meerdere druksensors (76, 78 of 80, 82) zijn aan de zeef gekoppeld (48). De druksensors (76, 78 of 80, 82) zijn geconfigureerd om signalen te produceren die representatief zijn voor de gedetecteerde druk, waarbij een verband gelegd wordt tussen de drukken en een verdeelde belasting van het gewasmateriaal (72) op de zeef (48). Het zeefhellingscompensatiesysteem (90) is geconfigureerd om de zeef (48) te kantelen en/of te schudden afhankelijk van de signalen.

Description

SYSTEEM EN WERKWIJZE VOOR HET REGELEN VAN EEN REINIGLNGSZEEF IN EEN
QQGSTMAChlNE
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding heeft betrekking op oogstmachines zoals maaidorsers en meer bepaald op een regeling van het gedrag van een zeef in reinigingssystemen die gebruikt worden in zulke maaidorsers.
Een in de landbouw gebruikte oogstmachine staat bekend als een "maaidorser", een historisch gegroeide term aangezien zij meerdere maai- en dorstaken in één enkele machine combineert, zoals plukken, dorsen, scheiden en reinigen. Een maaidorser bevat een maaier die het gewas van een veld verwijdert, en een toevoerhuis dat het gewas tot in een dorsrotor transporteert. De dorsrotor draait binnen in een geperforeerd huis, dat de vorm kan hebben van verstelbare dorskorven en een dorsbewerking op het gewas uitvoert om het graan te verwijderen. Eens het graan gedorst is, valt het door perforaties in de dorskorven op een graanschaal. Vanaf de graanschaal wordt het graan gereinigd met behulp van een reinigingssysteem, en wordt daarna getransporteerd naar een graantank aan boord van de maaidorser. Een reinigingsventilator blaast lucht door de zeven om kaf en andere deeltjes vuil naar de achterkant van de maaidorser af te voeren. Oogstmateriaal dat geen graan is, zoals stro of hooi, afkomstig van de dorssectie, beweegt doorheen een restantensysteem, dat gebruik kan maken van een strohakselaar om het materiaal dat geen graan is te verwerken en dit te richten naar de achterkant van en uit de maaidorser. Wanneer de graanbak vol raakt, wordt de maaidorser gepositioneerd in de buurt van een voertuig waarin het graan ontladen zal worden, zoals een oplegger, zelflosser, een gewone vrachtwagen of dergelijke, en wordt een ontlaadsysteem op de maaidorser bediend om het graan naar het voertuig over te brengen.
Meer bepaald bevat een roterend dors- of scheidingssysteem één of meer rotoren die axiaal (van de voorkant naar de achterkant) of in de dwarsrichting binnen het lichaam van de maaidorser kunnen uitsteken, en die gedeeltelijk of volledig omgeven worden door een geperforeerde dorskorf. Het oogstmateriaal wordt gedorst en gescheiden door de rotatie van de rotor binnen in de dorskorf. Grof oogstmateriaal dat geen graan is zoals stengels/halmen en bladeren worden naar de achterkant van de maaidorser getransporteerd en weer op het veld gelost. Het afgescheiden graan wordt samen met een deel van het fijnere oogstmateriaal dat geen graan is zoals kaf, stof, stro, en andere oogstrestanten, ontladen door de dorskorven en valt op een graanschaal waar het naar het reinigingssysteem getransporteerd wordt. Als alternatief kan het graan en fijner oogstmateriaal dat geen graan is ook rechtstreeks op het reinigingssysteem zelf vallen.
Een reinigingssysteem scheidt vervolgens het graan van het oogstmateriaal dat geen graan is, en bevat typisch een ventilator die een luchtstroom omhoog en achterwaarts richt door verticaal aangebrachte zeven die in de lengterichting van de machine heen-en-weer bewegen. De luchtstroom heft het lichtere oogstmateriaal dat geen graan is op en voert het naar het achterste uiteinde van de maaidorser om het op het veld te lossen. Schoon graan, dat zwaarder is, en grotere stukken oogstmateriaal dat geen graan is, die niet door de luchtstroom worden weggevoerd, vallen op een oppervlak van een bovenste zeef (ook bekend als kortstrozeef) waar een deel van het schone graan of al het schone graan door passeert naar een onderste zeef (ook bekend als reinigingszeef). Graan en oogstmateriaal dat geen graan is die op de bovenste en de onderste zeven blijven liggen, worden fysiek gescheiden door de heen-en-weer bewegende actie van de zeven naarmate het materiaal achterwaarts beweegt. Al het graan en/of oogstmateriaal dat geen graan is die/dat op het oppervlak van de bovenste zeef achterblijft/achterblijven, wordt/worden aan de achterkant van de maaidorser ontladen. Graan dat door de onderste zeef valt, belandt op een onderste schaal van het reinigingssysteem, waar het verder getransporteerd wordt naar een schoongraanvijzel.
Tijdens de reinigingsbewerking kan oogstmateriaal dat vanuit het dorssysteem op de zeven belandt, kan willekeurig verdeeld zijn. De werking van het dorssysteem kan echter dikwijls invloed uitoefenen op de plaats waar het oogstmateriaal op de zeven belandt. Bijvoorbeeld als een of andere klont ontstaat tussen de rotor en de dorskorven, wordt de materiaalstroom door de dorskorven gewijzigd waardoor de verdeling van het materiaal op de zeven beïnvloed wordt. De rotatie van de rotor zelf en variaties in de snelheid van de rotor zullen veranderingen veroorzaken in de beweging van oogstmateriaal door de dorskorven, en dient ook om de verdeling van oogstmateriaal op de zeven te wijzigen.
Aan het reinigingssysteem van oogstmachines volgens de stand van de techniek kunnen bepaalde aanpassingen worden aangebracht, die voor het merendeel statisch zijn tijdens de oogstbewerking.
Wat vereist is volgens de stand van de techniek is een dynamisch zeefbesturingssysteem dat graanverliezen in het reinigingssysteem vermindert tijdens het oogsten van gewassen met de maaidorser.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding verschaft een systeem en een werkwijze voor het herverdelen van oogstmateriaal nadat het op een graanzeef in een oogstmachine is gevallen. Eén vorm van de uitvinding is bedoeld voor een reinigingssectie van een oogstmachine, waarbij de reinigingssectie een zeef, een geheel van meerdere druksensors, en een zeefhellingscompensatiesysteem bevat. De zeef is gepositioneerd in de oogstmachine om oogstmateriaal vanuit een dorssectie te ontvangen. De meerdere druksensors zijn aan de zeef gekoppeld. De druksensors zijn geconfigureerd om signalen op te wekken die representatief zijn voor de gedetecteerde drukken, waarbij de drukken verband houden met een verdeelde belasting van gewasmateriaal op de zeef. Het systeem voor het compenseren van de zeefhelling is geconfigureerd om de zeef afhankelijk van de signalen te kantelen en/of het schudden te veranderen
In een andere vorm is de uitvinding gericht op een werkwijze voor het veranderen van een zijdelingse kanteling of zijdelingse beweging van een zeef in de reinigingssectie van een oogstmachine. De werkwijze bevat de stappen van het detecteren van een onbalans in de verdeelde belasting op de zeef; en het bedienen van minstens één actuator om de zeef zijdelings te kantelen en/of te schudden afhankelijk van de gedetecteerde onbalans.
Een voordeel van deze uitvinding is dat ze de reinigingscapaciteit van het reinigingssysteem verbetert door het oogstmateriaal op de zeef te verspreiden.
Een ander voordeel van deze uitvinding is dat ze het graanverlies vermindert.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De bovenvermelde en andere kenmerken en voordelen van deze uitvinding en de manier om ze te bereiken, zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen kunnen worden door verwijzing naar de volgende beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding, samen met de bijbehorende tekeningen, waarbij;
Figuur 1 een zijaanzicht is van een uitvoeringsvorm van een oogstmachine in de vorm van een maaidorser die een uitvoeringsvorm bevat van een systeem voor het aanpassen van het gedrag van de zeef van deze uitvinding;
Figuur 2 een perspectiefaanzicht is van een deel van het dors- en het reinigingssysteem dat bevat is in de maaidorser van Figuur 1;
Figuur 3 een perspectiefaanzicht is van een zeef die gekoppeld is aan het reinigingssysteem van Figuur 2;
Figuur 4 een ander perspectiefaanzicht is van de zeef in het reinigingssysteem van Figuren 2 en 3;
Figuur 5 een bovenaanzicht illustreert van de zeef van Figuren 2-4;
Figuur 6 een schema is dat de zeefverliezen illustreert op basis van de verdeling van het oogstmateriaal op de zeef dat is weergegeven in Figuren 2-4; en
Figuur 7 een schematische voorstelling is van een uitvoeringsvorm van een systeem van deze uitvinding dat vervat zit in de oogstmachine van Figuur 1 om de zeef zijdelings te kantelen of te schudden.
Overeenkomstige verwijzingen (nummers en letters) geven door de verschillende aanzichten heen overeenkomstige onderdelen aan. Het hier uiteengezette voorbeeld illustreert uitvoeringsvormen van de uitvinding, en zulke voorbeelden mogen niet geïnterpreteerd worden alsof ze de reikwijdte van de uitvinding op enige wijze zouden beperken.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
De termen "graan", "stro" en "niet-gedorste aren" worden over heel deze specificatie voornamelijk gebruikt voor het gemak, maar er dient verstaan te worden dat deze termen niet beperkend bedoeld zijn. Dus verwijst "graan" naar dat deel van het oogstmateriaal dat gedorst en gescheiden wordt van het weg te gooien deel van het oogstmateriaal waarnaar verwezen wordt als oogstmateriaal dat geen graan is, MOG (materiaal dat geen graan is) of stro. Onvolledig gedorst oogstmateriaal wordt "niet-gedorste aren" genoemd. Ook de termen "voorwaarts", "achterwaarts", "links" en "rechts" worden, wanneer ze gebruikt worden in verband met de oogstmachine en/of onderdelen ervan, gewoonlijk bepaald met verwijzing naar de voorwaartse rijrichting van de oogstmachine tijdens de werking ervan, maar nogmaals, ze mogen niet geïnterpreteerd worden als beperkende termen. De termen "in de lengte" en "dwars" zijn bepaald ten opzichte van de lengterichting van de oogstmachine en mogen evenmin als beperkend gezien worden.
Met verwijzing naar de tekeningen en meer bepaald naar Figuur 1, wordt een oogstmachine weergegeven in de vorm van een maaidorser 10, die over het algemeen een chassis 12, wielen 14 en 16 die met de grond contact maken, een maaier 18, een toevoerhuis 20, een operatorcabine 22, een dors- en scheidingssysteem 24, een reinigingssysteem 26, een graantank 28, en een ontlaadvijzel 30 bevat.
De voorwielen 14 zijn grotere wielen van het flotatietype en de achterwielen 16 zijn kleinere bestuurbare wielen. De aandrijfkracht wordt selectief aangebracht op de voorwielen 14 door een krachtbron in de vorm van een dieselmotor 32 en een transmissie (niet weergegeven). Hoewel de maaidorser 10 weergegeven is met wielen, moet ook begrepen worden dat de maaidorser 10 ook rupsbanden kan bevatten, bv. volledige of halve rupsbanden.
De maaier 18 is aangebracht op de voorkant van de maaidorser 10 en bevat een maaibalk 34 voor het afsnijden van gewassen van een veld tijdens het vooruitbewegen van de maaidorser 10. Een draaibare haspel 36 voert gewas toe aan de maaier 18, en een dubbele vijzel 38 voert het afgesneden gewas lateraal naar binnen toe aan elke kant van het de toevoerhuis 20. Het toevoerhuis 20 transporteert het afgesneden gewas naar het dors- en scheidingssysteem 24, en is selectief verticaal beweegbaar met behulp van geschikte actuators, bv. hydraulische cilinders (niet weergegeven).
Het dors- en scheidingssysteem 24 is van het type met axiale doorstroming, en bevat over het algemeen een rotor 40 die ten minste gedeeltelijk omsloten wordt door en draaibaar is binnen een overeenkomstige geperforeerde dorskorf 42. De afgesneden gewassen worden gedorst en gescheiden door de rotatie van de rotor 40 binnen in dorskorf 42, en grotere elementen, zoals stengels, bladeren en dergelijke worden vanaf de achterkant van de maaidorser 10 ontladen. Kleinere elementen van het oogstmateriaal, met inbegrip van graan en oogstmateriaal dat geen graan is, inclusief deeltjes die lichter zijn dan graan, zoals kaf, stof en stro, worden ontladen via de perforaties van de dorskorf 42. Hoewel het dors- en scheidingssysteem 24 geïllustreerd is als een type met een axiale stroming met een rotor, wordt ook overwogen om deze uitvinding te gebruiken met andere conventionele dorssystemen.
Graan dat gescheiden werd door het dors- en scheidingsgeheel 24 valt op een graanschaal 44 en wordt verder getransporteerd naar de reinigingssysteem 26. Het reinigingssysteem 26 kan een facultatieve voorreinigingszeef bevatten 46, een bovenste zeef 48 (ook bekend als kortstrozeef), een onderste zeef 50 (ook bekend als reinigingszeef), en een reinigingsventilator 52. Graan op de zeven 46, 48 en 50 is onderhevig aan een reinigingsactie door de ventilator 52 die een luchtstroom opwekt door de zeven om kaf en andere onzuiverheden zoals stof uit het graan te verwijderen door ervoor te zorgen dat dit materiaal in de lucht zweeft om het te ontladen via de strokap 54 van de maaidorser 10. De graanschaal 44 en de voorreinigingszeef 46 bewegen heen en weer om het graan en fijner oogstmateriaal dat geen graan is naar het bovenvlak van de bovenste zeef 48 te transporteren. De bovenste zeef 48 en de onderste zeef 50 zijn verticaal aangebracht t.o.v. elkaar, en bewegen ook heen-en-weer in de lengterichting van de machine om het graan op de zeven 48, 50 te verspreiden, waarbij ze het mogelijk maken dat schoon graan onder invloed van de zwaartekracht door de openingen van de zeven 48; 50 valt,.
Schoon graan valt op een schoongraanvijzel 56 die overdwars onder en voor de onderste zeef is geplaatst 50. De graanvijzel 56 ontvangt schoon graan vanaf elke zeef 48, 50 en vanaf de onderste schaal 58 van het reinigingssysteem 26. De schoongraanvijzel 56 transporteert het schone graan lateraal naar een over het algemeen verticaal aangebrachte graanelevator 60 om het naar graantank 28 te transporteren. Niet-gedorste aren vallen uit het reinigingssysteem 26 op een vijzel voor niet-gedorste aren 62. De niet-gedorste aren worden via de vijzel voor niet-gedorste aren 64 en de terugvoervijzel 66 getransporteerd naar het stroomopwaarts gelegen einde van het reinigingssysteem 26 voor een herhaalde reinigingsactie. Een paar graantankvijzels 68 op de bodem van de graantank 28 transporteren het schone graan lateraal in de graantank 28 naar de ontlaadvijzel 30 om het uit de maaidorser 10 te ontladen.
Het oogstmateriaal dat geen graan is gaat verder door een restantenbehandelingssysteem 70. Het restantenbehandelingssysteem kan een hakselaar, tegenmessen, een zwaddeur en een restantenstrooier bevatten.
Nu, met verwijzing naar Figuur 2, worden hier op schematische wijze een deel van het dors- en scheidingssysteem 24 en het reinigingssysteem 26 weergegeven en geïllustreerd. Het oogstmateriaal 72 valt uit het dors- en scheidingssysteem 24 op graanschaal 44 en de voorreinigingszeef 46, het oogstmateriaal 72 wordt verspreid op een wijze die nadelig kan worden beïnvloed door de acties van het dors- en scheidingssysteem 24, en door de willekeurige aard van het gewasmateriaal 72 zelf. De verdeling van het gewasmateriaal 72 zal veranderen als het graan zich afscheidt van materiaal dat geen graan is en als het oogstmateriaal 72 in een bewegingsrichting 74 van het oogstmateriaal beweegt. Om deze uitvinding uit te leggen, zal ze besproken worden als zijnde toegepast op zeef 48, hoewel dient verstaan te worden dat deze uitvinding toegepast kan worden op andere zeven in maaidorser 10, en toegepast kan worden op meer dan één zeef per keer of zelfs op de graanschaal 44. De sensor kan geplaatst worden in de "val"-stap aan het uiteinde van de graanschaal 44 om de weerstand te meten die de lucht ondervindt wanneer hij door de "val"-stap stroomt aan het einde van de overgang van de graanschaal naar graanschaal (voorblazen) of van de graanschaal 44 naar de zeef 48.
Nu ook verwijzend naar de Figuren 3-7, verplaatst het oogstmateriaal 72 zich in de richting 74 tot op de zeef 48, en gaat het oogstmateriaal 72 over het algemeen verder in de richting 74, doordat het verplaatst wordt door de bewegingen van de zeef 48. Figuur 3 toont een mogelijke constructie en positie van de zeef 48. Figuur 4 toont de zeef 48 in min of meer schematische vorm, waarbij hij gekanteld wordt door deze uitvinding, om een verdeling van het gewasmateriaal 72 (hier terwille van de duidelijkheid niet weergegeven) te wijzigen.
De verdeling van het gewasmateriaal 72 op de zeef 48 wordt gedetecteerd en veranderd door een zeefhellingscompensatiesysteem 90 dat gebruik maakt van sensors, zoals druksensors 76, 78, 80 en 82, die op Figuur 5 op schematische wijze geïllustreerd zijn, op een schematisch geïllustreerde versie van de zeef 48. De druksensors 76, 78, 80 en 82 wekken signalen op die representatief zijn voor het gecombineerde gewicht van de zeef 48 en het oogstmateriaal 72. Belangrijker is echter dat de signalen, de informatie over de verdeling van het gewasmateriaal 72, leveren in de vorm van drukaflezingen en meer bepaald het verschil in de aflezingen, die de links-rechtse verdeling van het gewasmateriaal 72 op de zeef 48 aangeven. Het zeefhellingscompensatiesysteem 90 bevat bovendien een controller 84, een actuator 86 en sensors 88. De sensors 88 kunnen de vorm hebben van inslagsensors. De signalen worden ontvangen door de controller 84, die in communicatie staat met de druksensors 76, 78, 80 en 82, en met de actuator 86 die geconfigureerd is om de zeef 48 zijdelings te kantelen of om een zijdelings schuddende beweging te wijzigen, zoals de amplitude van de zeef 48 om daarbij de verdeling van het gewasmateriaal 72 te wijzigen. De druksensors 76, 78, 80 en 82 kunnen uitgevoerd zijn als twee paar druksensors, 76, 78 en 80, 82, waarbij het paar 76 en 78 zich het dichtst bij het uiteinde van de zeef bevindt waar het oogstmateriaal 72 eerst contact maakt met de zeef 48. De signalen van de druksensors 76 en 78 kunnen gecombineerd worden om één enkel verschilsignaal op te wekken dat een onbalans in de gewichtsverdeling uit lateraal oogpunt meldt. Dit gecombineerde signaal wordt ontvangen door de controller 84, en de controller 84 zendt een commando naar de actuator 86 om de zeef 48 zijdelings te kantelen om voorspellend de verdeling van het gewasmateriaal 72 op de zeef 48 te wijzigen. De druksensors 76, 78, 80 en 82 kunnen elk een elastisch vervormbare buis bevatten die gekoppeld is aan geselecteerde delen van de zeef 48 waarbij de vloeistof- of gasdruk erin verandert naarmate het gewicht van de verdeling van het gewasmateriaal 72 op de zeef 48 verandert. De drukverandering in de buizen worden gedetecteerd en gebruikt om de signalen die naar de controller 84 gezonden worden op te wekken.
Terwijl het oogstmateriaal 72 over het algemeen in de richting 74 beweegt, kan het oogstmateriaal 72 ook lichtjes zijdelings bewegen, wegens het zijdelingse kantelen of schudden van de zeef 48, om de verdeling van het gewasmateriaal 72 te verbeteren naarmate het langs de zeef 48 beweegt. De beweging van het gewasmateriaal 72 is niet gelijkmatig en de zijdelingse beweging van sommige delen van het gewasmateriaal 72 veroorzaakt een verspreiding van het gewasmateriaal 72 op de zeef 48. De druksensors 80 en 82 zijn in de buurt van het uiteinde van de zeef 48 gepositioneerd in de bewegingsrichting 74 van het oogstmateriaal waardoor een meting van de verdeling van het gewasmateriaal 72 dichtbij het uiteinde van de verplaatsing langs de zeef 48 mogelijk is, en dus een mate voor de doeltreffendheid van het zijdelingse kantelen. Een andere meting van de doeltreffendheid kan uitgevoerd worden met een set sensors 88 die inslagsensors kunnen zijn, die een verdeling meten van ofwel graan dat langs de zeef 48 passeert of de inslag van het gewasmateriaal dat het uiteinde van de zeef 48 verlaat.
Figuur 6 illustreert langs een verticale as een percentage graanverliezen en een gemeten drukverschil tussen een set druksensors 76 en 78; en/of 80 en 82. Het drukverschil, hier geïllustreerd als een signaal van ongeveer -50 mV, dat representatief is voor een licht drukverschil, resulteert in dit voorbeeld in een geoptimaliseerd gering graanverlies. De effectieve waarde en eenheden van de waarde zijn representatief en worden alleen ter illustratie gebruikt. Deze waarde wordt als voorbeeld gegeven en is niet bedoeld om een minimumwaarde te vormen. Het is te begrijpen dat het zijdelings kantelen of schudden van de zeef 48 naar links en naar rechts (zoals vereist) ondernomen wordt om de geoptimaliseerde verdeling van het gewasmateriaal 72 te verwezenlijken. Het kantelen of schudden van de zeef 48 wordt uitgevoerd door de actuator 86 onder het commando van de controller 84. De controller 84 maakt gebruik van een algoritme dat rekening houdt met de variaties die zich kunnen voordoen in de verdeling van het gewasmateriaal 72 dat op de zeef 48 valt en hoe het oogstmateriaal 72 zijdelings beweegt in reactie op een positieverandering die wordt uitgevoerd door de actuator 86. Het systeem 90 voor het compenseren van de zeefhelling kan de voorkeur geven aan de signalen die afkomstig zijn van de druksensors 76 en 78, aangezien ze dichtbij het gebied liggen waar het oogstmateriaal 72 eerst contact maakt met de zeef 48, waarbij de signalen van de druksensors 80 en 82 gebruikt worden om de doeltreffendheid te evalueren van door het zeefhellingscompensatiesysteem 90 uitgevoerde acties.
De zijdelingse kantelhoek van de zeef 48 wordt geregeld bestuurd op basis van de detectie van een onevenwicht in de hoeveelheid materiaal 72 over de breedte van de zeef 48. Door de zijdelingse zeefhoek te regelen, wordt het materiaal 72 gelijkmatig op de zeven uitgespreid en wordt het zeefpotentieel maximaal gebruikt, wat resulteert in een verhoogde reinigingscapaciteit. De detectie van het onevenwicht wordt verwezenlijkt met sensors, zoals de druksensors (76, 78, 80, 82) zoals hierboven beschreven, of d.m.v. inslagsensors, windsnelheidssensors, sonar of radar, om de gewasverdeling op de zeef 48 of op de graanschaal 44 te meten.
Een probleem volgens de stand van de techniek dat door deze uitvinding wordt aangepakt zal nu verder worden besproken. Een verschil in de belasting tussen de linker- en rechterkant van de zeven kan het resultaat zijn van het laten vallen door de rotor, of andere dors- en scheidingseenheden, van meer gewasmateriaal 72 aan één kant van het reinigingssysteem 26. Verder kan meer materiaal worden toegevoerd aan het dors- en scheidingssysteem 24 met als resultaat een gelijkaardige slecht uitgebalanceerde verdeling van oogstmateriaal. Een slechte zijdelingse zeefkalibratie of de zijwaartse hellende maaidorser kan ook een factor zijn die een bijdrage levert aan een materiaalonbalans en dus aan een slechtere prestatie van het reinigingssysteem. Wanneer het oogstmateriaal 72 op de zeven niet gelijkmatig over de breedte van de zeef 48 verspreid wordt, vermindert de reinigingscapaciteit. De luchtstroom kan niet naar één kant van het reinigingssysteem 26 blazen, doordat er daar te veel materiaal is dat een gedeelte van de zeef 48 blokkeert en de lucht ontsnapt aan de andere kant van de zeef 48 waar het debiet te groot wordt. De reinigingscapaciteit wordt verminderd en er ontstaan reinigingsverliezen.
Deze uitvinding detecteert een onevenwichtige situatie op de bovenste zeef en past de zijdelingse kantelhoek van de bovenste zeef aan. Dit wordt gedaan door een regeling met terugkoppeling van de controller 84, waarbij het onevenwicht de teruggekoppelde parameter is. Daarbij kan een zeker onevenwicht worden aanvaard opdat de regeling niet onstabiel zou reageren. Nu zullen twee werkwijzen worden besproken om het onevenwicht te detecteren. Andere werkwijzen om een links-rechts onevenwicht te bepalen worden ook overwogen. De eerste werkwijze maakt gebruik van de druksensors 80 en 82 die rechts onder de zeef 48 gepositioneerd zijn. De druksensors 80 en 82 zijn op de laatste 50 cm van de zeef 48 gepositioneerd, zodat ze het onevenwicht aan het achterkant van de zeef 48 detecteren. De druksensors 80 en 82 dienen aan weerskanten (links en rechts) van de zeef 48 geplaatst te worden. Als de gemeten druk aan een zijde hoger is dan aan de andere zijde, dan betekent dit dat er aan die kant meer oogstmateriaal 72 op de zeef 48 ligt. Als het gemeten drukverschil tussen links en rechts groot genoeg is, wordt door het zeefhellingscompensatiesysteem 90 een wijziging van de zijdelingse zeefhoek of een verandering in de zijdelingse beweging van de zeef 48 ondernomen om het oogstmateriaal 72 op de zeef 48 naar de minder belaste kant te gooien om de onbalans te verhelpen.
De tweede werkwijze maakt gebruik van twee inslagsensors 88 aan de achterkant van de reinigingssectie 26. De sensors 88 zijn geplaatst op een wijze dat ze de zeefverliezen detecteren. De signalen van de twee sensors 88 worden constant vergeleken. Wanneer één signaal groter wordt dan het andere, dan betekent dit dat er meer gewas aan die kant is en dat er op de bovenste zeef een onevenwichtstoestand is. De controller 84 beslist of het verschil groot genoeg is om te reageren en de zijdelingse zeefhoek aan te passen. In beide situaties kan het instelpunt van het systeem een verschil van 0 zijn, zodat er geen onevenwicht is.
De hierboven besproken benaderingen kunnen het evenwicht van het gewasmateriaal 72 op de zeef 48 herstellen zodat de totale oppervlakte van de zeef 48 op een efficiëntere manier wordt gebruikt. Dit zal op voordelige wijze de reinigingscapaciteit verhogen. Op machines met een enkele rotor kan de capaciteitstoename het grootst zijn. De huidige manuele zijdelingse zeefaanpassing kan nu vervangen worden door deze uitvinding door in te werken op de gemeten werkelijke onbalans i.p.v. door gebruik te maken van een fabrieksinstelling voor het aanpassen van de zeefpositie zonder terugkoppeling.
Deze uitvinding biedt bepaalde voordelen met inbegrip van verbeterde prestaties van het reinigingssysteem waardoor het reinigingssysteem 26 in staat gesteld wordt effectiever het graan te scheiden van materiaal dat geen graan is.
Hoewel deze uitvinding werd beschreven met betrekking tot minstens één uitvoeringsvorm, kan ze verder gewijzigd worden binnen de geest en de reikwijdte van deze onthulling. Deze octrooiaanvraag is dan ook bedoeld om alle variaties en gebruiken of aanpassingen van de uitvinding te dekken door gebruik te maken van haar algemene principes. Verder is deze octrooiaanvraag bedoeld om zulke afwijkingen van deze onthulling te dekken die mogelijk zijn binnen bekende of gebruikelijke praktijken volgens de stand van de techniek waarop deze uitvinding betrekking heeft en die binnen de grenzen van de bijgevoegde conclusies vallen.

Claims (12)

  1. CONCLUSIES:
    1. Reinigingssectie (26) van een oogstmachine (10) , waarbij de reinigingssectie (26) bestaat uit: een zeef (48) die gepositioneerd is in de oogstmachine (10) om oogstmateriaal te ontvangen (72) van een dorssectie (24); gekenmerkt door: een geheel van meerdere druksensors (76, 78 of 80, 82) gekoppeld aan de zeef (48), waarbij de druksensors (76, 78 of 80, 82) geconfigureerd zijn om signalen op te wekken die representatief zijn voor gedetecteerde drukken, waarbij de drukken verband houden met een verdeelde belasting gewasmateriaal (72) op de zeef (48); en een zeefhellingscompensatiesysteem (90) dat geconfigureerd is om de zeef (48) te kantelen en/of te schudden afhankelijk van die signalen.
  2. 2. Reinigingssectie (26) volgens conclusie 1, die verder een controller (84) bevat die communicatief gekoppeld is met de druksensors (76, 78 of 80, 82) en met het zeefhellingscompensatiesysteem (90), waarbij de controller (84) geconfigureerd is om de zeef (48) te doen kantelen en/of te schudden om een graanverlies van de zeef (48) aanzienlijk te minimaliseren.
  3. 3. Reinigingssectie (26) volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat de controller (84) geconfigureerd is om de zeef (48) te doen kantelen en/of te schudden om in grote mate de verdeelde belasting gewasmateriaal (72) op de zeef (48) zijdelings in evenwicht te brengen.
  4. 4. Reinigingssectie (26) volgens conclusies 1-3, gekenmerkt doordat de meerdere druksensors (76, 78 of 80, 82) een eerste druksensor (76) en een tweede druksensor (78) bevatten, waarbij de eerste druksensor (76) zich langs een zijde van de zeef (48) bevindt, de tweede druksensor (78) langs een tegenoverliggende zijde van de zeef (48).
  5. 5. Reinigingssectie (26) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het oogstmateriaal zich volgens een algemene bewegingsrichting (74) op de zeef (48) verplaatst, waarbij de eerste druksensor (76) en de tweede druksensor (78) over het algemeen geplaatst zijn op een lijn loodrecht op de algemene bewegingsrichting (74) van het gewasmateriaal (72).
  6. 6. Reinigingssectie (26) volgens conclusie 4 of 5, gekenmerkt doordat de meerdere druksensors (76, 78 of 80, 82) bovendien een derde druksensor (80) en een vierde druksensor (82) bevatten, waarbij de eerste druksensor (76), de tweede luchtdruksensor (78), de derde druksensor (80) en de vierde druksensor (82) respectievelijk gepositioneerd zijn in de buurt van elk van vier hoeken van de zeef (48).
  7. 7. Reinigingssectie (26) volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat de controller (84) geconfigureerd is om signalen te ontvangen van elke druksensor van de meerdere druksensors (76, 78, 80, 82).
  8. 8. Reinigingssectie (26) volgens conclusie 6 of 7, gekenmerkt doordat de controller (84) geconfigureerd is om bij voorkeur te reageren op de signalen van twee van de druksensors (76, 78) in vergelijking met een evenwicht van de druksensors (80, 82).
  9. 9. Reinigingssectie (26) volgens conclusies 6-8, gekenmerkt doordat de controller (84) bij voorkeur reageert op de signalen van de druksensors (76, 78) die gepositioneerd zijn aan een uiteinde van de zeef (48) in een richting tegenovergesteld aan de bewegingsrichting van materiaal (74) op de zeef (48).
  10. 10. Reinigingssectie (26) volgens conclusies 1-9, gekenmerkt doordat de signalen van twee van de meerdere druksensors (76, 78) gecombineerd worden om een verschilsignaal te vormen, waarbij het zeefhellingscompensatiesysteem (90) geconfigureerd is om de zeef (48) afhankelijk van het verschilsignaal te kantelen.
  11. 11. Werkwijze voor het wijzigen van een verdeling van oogstmateriaal op een zeef (48) in de reinigingssectie (26) volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze de volgende stappen bevat: het detecteren van een onbalans in de verdeelde belasting op de zeef (48); en het bedienen van minstens één actuator (86) om de zeef (48) zijdelings te kantelen of te schudden afhankelijk van de onbalans en daarbij het oogstmateriaal te herverdelen(72).
  12. 12. Werkwijze volgens conclusie 11, gekenmerkt doordat de detectiestap de stap bevat waarin de druk langs de zijkanten van de zeef (48) wordt gemeten terwijl het oogstmateriaal (72) langs de zeef (48) beweegt.
BE2014/0406A 2014-05-28 2014-05-28 Systeem en werkwijze voor het regelen van een reinigingszeef in een oogstmachine BE1021889B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0406A BE1021889B1 (nl) 2014-05-28 2014-05-28 Systeem en werkwijze voor het regelen van een reinigingszeef in een oogstmachine
BR112016027286-2A BR112016027286B1 (pt) 2014-05-28 2015-05-28 Seção de limpeza de uma colheitadeira agrícola
EP15725619.9A EP3148311B1 (en) 2014-05-28 2015-05-28 Cleaning section of an agricultural harvester with a sieve slope compensation system
US15/313,421 US10104840B2 (en) 2014-05-28 2015-05-28 System and method of controlling a cleaning sieve in an agricultural harvester
PCT/EP2015/061888 WO2015181315A1 (en) 2014-05-28 2015-05-28 System and method of controlling a cleaning sieve in an agricultural harvester

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0406A BE1021889B1 (nl) 2014-05-28 2014-05-28 Systeem en werkwijze voor het regelen van een reinigingszeef in een oogstmachine

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021889B1 true BE1021889B1 (nl) 2016-01-25

Family

ID=51302589

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0406A BE1021889B1 (nl) 2014-05-28 2014-05-28 Systeem en werkwijze voor het regelen van een reinigingszeef in een oogstmachine

Country Status (5)

Country Link
US (1) US10104840B2 (nl)
EP (1) EP3148311B1 (nl)
BE (1) BE1021889B1 (nl)
BR (1) BR112016027286B1 (nl)
WO (1) WO2015181315A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US10568267B2 (en) * 2017-12-16 2020-02-25 Deere & Company Harvester separation frame orientation adjustment
EP3761776B1 (en) * 2018-03-05 2022-12-21 Agco Corporation Harvesting machine with visualization system
CN114846991B (zh) * 2022-05-31 2023-10-10 江苏大学 一种联合收获机清选负荷监测装置与清选性能预测方法

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3733619A1 (de) * 1987-10-05 1989-04-13 Deere & Co Verfahren zum gleichmaessigen verteilen eines zu trennenden guts in einer trenneinrichtung und mittel zu seiner ausfuehrung
EP2425703A1 (en) * 2010-09-01 2012-03-07 CNH Belgium N.V. Grain distribution sensor and control
EP2476304A1 (de) * 2011-01-14 2012-07-18 CLAAS Selbstfahrende Erntemaschinen GmbH Mähdrescher

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2014025B (en) 1978-02-08 1982-06-03 Sperry Rand Nv Combine harvesters
DE10327758A1 (de) * 2003-06-18 2005-01-05 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Verfahren zur Steuerung eines Dreschwerks eines Mähdreschers
EP1595435B1 (de) 2004-05-11 2011-07-27 CLAAS Selbstfahrende Erntemaschinen GmbH Reinigungseinrichtung an einem Mähdrescher
DE102005016950A1 (de) * 2005-04-12 2006-10-19 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Antriebssystem für eine Erntegutfördereinrichtung
US7572180B2 (en) 2007-02-13 2009-08-11 Cnh America Llc Distribution leveling for an agricultural combine
US7927199B2 (en) * 2008-07-16 2011-04-19 Deere & Company Grain cleaning assembly support frame movable in two planes
DE102011052280A1 (de) 2011-07-29 2013-01-31 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Vermeidung von Reinigungsverlusten bei starker Seitenneigung
US8880299B2 (en) * 2011-12-20 2014-11-04 Cnh Industrial America Llc Combine side shake cleaning control system
US10111386B2 (en) 2012-01-03 2018-10-30 Cnh Industrial America Llc Harvester delivery control system

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3733619A1 (de) * 1987-10-05 1989-04-13 Deere & Co Verfahren zum gleichmaessigen verteilen eines zu trennenden guts in einer trenneinrichtung und mittel zu seiner ausfuehrung
EP2425703A1 (en) * 2010-09-01 2012-03-07 CNH Belgium N.V. Grain distribution sensor and control
EP2476304A1 (de) * 2011-01-14 2012-07-18 CLAAS Selbstfahrende Erntemaschinen GmbH Mähdrescher

Also Published As

Publication number Publication date
EP3148311B1 (en) 2018-08-15
EP3148311A1 (en) 2017-04-05
WO2015181315A1 (en) 2015-12-03
BR112016027286B1 (pt) 2020-10-06
US20170196169A1 (en) 2017-07-13
US10104840B2 (en) 2018-10-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9968036B2 (en) Methods for controlling a side-shaking mechanism in a combine
EP3456174B1 (en) Method and system for controlling the height of an agricultural implement relative to the ground
US7306513B2 (en) Leveling by over-compensation
BE1022423B1 (nl) Hakselaar en strooier voor een oogstmachine
BE1023076B1 (nl) Maaierkantelmechanisme
US10111386B2 (en) Harvester delivery control system
EP3672391B1 (en) Adjustable fan based on grain throughput
EP3569050B1 (en) Method and system for controlling the height of an agricultural implement relative to the ground
US8880299B2 (en) Combine side shake cleaning control system
US10721869B2 (en) Agricultural harvester with laterally moving grain pan
US20170311547A1 (en) Cleaning shoe material distributor
US10334781B2 (en) Side shake rate based on machine throughputs
CN111837602B (zh) 具有刀杆负载感测的收割机控制系统
BE1021889B1 (nl) Systeem en werkwijze voor het regelen van een reinigingszeef in een oogstmachine
US11659785B2 (en) Method and system for controlling the height of an agricultural implement relative to the ground
BE1021147B1 (nl) Dekplaat voor een schoongraanvijzel in een reinigingssysteem van een oogstmachine
EP3782453A1 (en) Method and system for calibrating a height control system for an implement of an agricultural work vehicle
BE1021870B1 (nl) Aandrijving met een variabele slag voor een reinigingssysteem in een oogstmachine.
US20240049638A1 (en) Active deck plate opening
WO2023212329A1 (en) Active crop divider for a harvesting header