BE1019291A3 - Inrichting voor het schouwen en overleggen van eieren en een werkwijze daarbij toegepast. - Google Patents

Inrichting voor het schouwen en overleggen van eieren en een werkwijze daarbij toegepast. Download PDF

Info

Publication number
BE1019291A3
BE1019291A3 BE2010/0242A BE201000242A BE1019291A3 BE 1019291 A3 BE1019291 A3 BE 1019291A3 BE 2010/0242 A BE2010/0242 A BE 2010/0242A BE 201000242 A BE201000242 A BE 201000242A BE 1019291 A3 BE1019291 A3 BE 1019291A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
eggs
egg
drawer
incubator
unit
Prior art date
Application number
BE2010/0242A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Innovatec B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Innovatec B V filed Critical Innovatec B V
Priority to BE2010/0242A priority Critical patent/BE1019291A3/nl
Priority to EP20110075066 priority patent/EP2377393B1/en
Priority to ES11075066T priority patent/ES2413282T3/es
Priority to RU2011114788/13A priority patent/RU2487535C2/ru
Priority to BRPI1101523 priority patent/BRPI1101523A2/pt
Priority to CN2011100954586A priority patent/CN102239812A/zh
Application granted granted Critical
Publication of BE1019291A3 publication Critical patent/BE1019291A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K41/00Incubators for poultry
    • A01K41/06Egg-turning appliances for incubators
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K43/00Testing, sorting or cleaning eggs ; Conveying devices ; Pick-up devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K45/00Other aviculture appliances, e.g. devices for determining whether a bird is about to lay
    • A01K45/007Injecting or otherwise treating hatching eggs

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Wrapping Of Specific Fragile Articles (AREA)
  • Investigating Materials By The Use Of Optical Means Adapted For Particular Applications (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)
  • Meat, Egg Or Seafood Products (AREA)

Abstract

Inrichting (1) voor het schouwen en overleggen van eieren vanuit een voorbroedlade (4) naar een uitkombak (5), waarbij de inrichting (1) transportbanden (2-3) bevat die voorbroedlade (4) met voorgebroede eieren en lege uitkombakken (5) kunnen aanvoeren, waarbij de inrichting (1) een schouweenheid (7) bevat met middelen die toelaten de voorgebroede eieren te schouwen of te keuren, waarbij de schouweenheid (7) een overlegeenheid (8) bevat voor verwijdering van afgekeurde eieren uit de voorbroedlade (4), waarbij de inrichting (1) een eibijlegmodule (10-11) bevat die alle eieren uit een voorbroedlade (4) gelijktijdig kan opnemen en één of meerdere van de opgenomen eieren afzonderlijk kan plaatsen.

Description

Inrichting voor het schouwen en overleggen van eieren en een werkwijze daarbij toegepast.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het schouwen en overleggen van eieren en een werkwijze daarbij toegepast.
Het is bekend dat in kuikenbroederijen eieren in zogenaamde broedmachines worden uitgebroed.
De bevruchte eieren worden daarbij in een voorbroedlade aangebracht. De plaatsing van de voorbroedlade in de voorbroedmachine maakt het mogelijk een groot aantal eieren op een beperkte kleine ruimte onder gecontroleerde omstandighedén voor te broeden.
Afhankelijk van het soort pluimvee worden na een zeker aantal dagen de voorbroedlades uit de voorbroedmachine gehaald en dienen de eieren in zogenaamde uitkombakken te worden gelegd, teneinde voldoende ruimte te geven aan de uitkomende kuikens.
Het is daarbij bekend de voorgebroede eieren uit de voorbroedlade .te keuren zodat enkel de eieren die een levensvatbaar embryo bevatten in een uitkombak worden geplaatst, waarna de uitkombak in een uitkommachine wordt geplaatst.
In de bekende werkwijzen wordt hiervoor een zogenaamde schouwoverlegmachine aangewend waarin de eieren uit de voorbroedlade worden gekeurd. Indien het ei een levensvatbaar embryo bevat, zal deze machine ervoor zorgen dat het ei in een uitkombak wordt gelegd.
Het percentage eieren dat in de schouwoverlegmachine wordt afgekeurd, is echter afhankelijk van de kwaliteit van de eieren en is dus niet constant.
Een nadeel van de bekende machines is dan ook dat de vulgraad van de uitkombak niet steeds optimaal is.
Immers, indien er in de schouwoverlegmachine veel eieren worden afgekeurd, zal de uitkombak relatief weinig eieren bevatten en zal het percentage kuikens per volume-eenheid in de uitkommachine laag zijn, wat leidt tot relatief hoge investeringskosten, operationele kosten, arbeidskosten en een mogelijk negatief verstoord broedproces.
Om de uitkommachines optimaler te benutten, is het dan ook bekend dat een operator voorzichtig eieren in de uitkombak bij legt wanneer deze uitkombak relatief weinig eieren bevat.
Een nadeel is dat het handmatig bijleggen van de eieren behoorlijk arbeidsintensief is aangezien dit zeer voorzichtig dient te gebeuren om beschadigingen van de eieren te voorkomen.
Een daaraan verbonden nadeel is dat het manueel bijplaatsen van eieren dan ook niet tot een spectaculaire rendementsverhoging leidt aangezien er bijkomende arbeidskosten en een hoger risico op beschadigingen van de eieren zijn.
Verder zijn complexe schouwoverlegmachines bekend die gebruik maken van een aanstuurbare robotarm die één ei of enkele eieren uit een aparte voorbroedlade kan opnemen en de opgenomen eieren in de voorbroedlade kan plaatsen, alvorens alle eieren van de voorbroedlade in de uitkombak worden gelegd.
Een nadeel is echter dat deze robotarm vele bewegingen moet uitvoeren indien de voorbroedlade een klein aantal eieren bevat, wat uiteraard veel tijd vraagt waardoor dus de capaciteit laag blijft.
Nog een nadeel is ook dat indien er veel eieren moeten worden bijgelegd, de voorgebroede eieren te lang uit de broedmachines blijven, wat eveneens een negatieve invloed op het uitkompercentage kuikens heeft.
Dergelijke complexe opstelling is dan ook economisch gezien nadelig vanwege de hoge investeringskosten die niet opwegen tegen de gerealiseerde rendementsverhoging.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meerdere van de voornoemde en/of andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een inrichting voor het schouwen en overleggen van eieren vanuit een voorbroedlade naar een uitkombak, waarbij de inrichting twee transportbanden bevat die respectievelijk voorbroedlades met voorgebroede eieren en lege uitkombakken aanvoeren, waarbij de inrichting een schouweenheid bevat die voorzien is van middelen die toelaten de voorgebroede eieren te schouwen of te keuren, waarbij de schouweenheid een overlegeenheid bevat voor het verwijderen van de afgekeurde eieren uit de voorbroedlade en waarbij de inrichting minstens één eibijlegmodule bevat die alle eieren uit een voorbroedlade gelijktijdig kan opnemen en één of meerdere van de opgenomen eieren afzonderlijk kan plaatsen.
De uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het schouwen en overleggen van eieren, waarbij de werkwijze de stappen omvat van het één na één aanvoeren van een voorbroedlade minstens gedeeltelijk gevuld met voorgebroede eieren naar een schouweenheid, het keuren van de eieren op de aanwezigheid van en/of levensvatbaarheid van het embryo of kuiken en het afvoeren van de afgekeurde eieren uit de voorbroedlade, het opnemen van alle eieren uit een eerste voorbroedlade in een eibijlegmodule en het plaatsen van één of meerdere van de opgenomen eieren in een tweede voorbroedlade op de eerste transportband of in een uitkombak op de tweede transportband.
Een voordeel is dat elke uitkombak het gewenst aantal voorgebroede eieren bevat, wat uiteindelijk in een optimalisatie van het aantal uitgekomen kuikens per uitkombak resulteert.
Een daaraan verbonden voordeel is dat er op tal van vlakken besparingen worden gerealiseerd.
Immers, doordat alle uitkombakken optimaal gevuld zijn, volstaat een kleiner aantal uitkommachines om eenzelfde aantal kuikens te laten uitkomen of anders gesteld kan het aantal uitgekomen kuikens per uitkommachine worden verhoogd.
Nog een voordeel is dat er minder uitkombakken vereist zijn om eenzelfde aantal kuikens te laten uitkomen zodat ook op reinigingskosten, energiekosten, arbeidskosten en gebouwen kan worden bespaard. Daarenboven zal ook de scheiding van kuikens en afval efficiënter verlopen.
De inrichting is ook onrechtstreeks voordelig op vlak van het uiteindelijk percentage uitgekomen kuikens aangezien de kans zeer klein is dat er te weinig eieren in de uitkombak zijn.
Een ander voordeel verbonden aan de optimale vulgraad van de uitkombak is dat het broedproces niet negatief verstoord wordt door te warme en/of te koude plaatsen.
Nog een bijkomend voordeel is dat de bewegingen die de eieren kunnen ondergaan worden beperkt, waardoor het risico op beschadiging van de eieren uiteraard sterk wordt beperkt.
In de meest praktische uitvoeringsvorm wordt de inrichting van twee eibijlegmodules voorzien.
Een voordeel is dat de efficiëntie nog sterker kan worden verhoogd.
Immers, indien er in de eerste eibijlegmodule te weinig eieren voorradig zijn om het gewenst aantal eieren in de voorbroedlade of uitkombak te halen, dan kunnen eieren uit de tweede eibijlegmodule in de voorbroedlade of· uitkombak worden geplaatst, zodat deze voorbroedlade of uitkombak, na te zijn gepasseerd langs beide eibijlegmodules, het gewenst aantal eieren bevat.
Van zodra één van beide eibijlegmodules geen eieren meer bevat, kan de eibijlegmodule uiteraard met goedgekeurde eieren uit een nieuwe voorbroedlade worden gevuld.
Bij voorkeur is de inrichting voorzien van een besturingseenheid die registreert hoe lang de eieren zich in de eibijlegmodule bevinden, die bepaalt hoeveel eieren er geplaatst moeten worden teneinde een gewenst aantal eieren in de uitkombak na te streven.
In de meest praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding is dit voornoemd gewenst streefaantal broedeieren in de uitkombak instelbaar.
In een praktische uitvoeringsvorm met meerdere eibijlegmodules bepaalt deze besturingseenheid ook uit welke eibijlegmodule of -modules er één of meerdere eieren moeten worden geplaatst.
Een voordeel is dat de eieren zich gedurende beperkte tijd in de eibijlegmodule bevinden en dat zodoende het broed- en uitkomproces niet of nauwelijks wordt verstoord, wat uiteraard bijdraagt aan een hoog uitkompercentage kuikens.
In een eerste uitvoeringsvorm is de schouweenheid voorzien van een overlegmodule die alle goedgekeurde eieren uit de voorbroedlade opneemt en in een uitkombak op de tweede transportband legt.
In dergelijke uitvoeringsvorm zijn vooraf voorbroedlades met eieren in de eibijlegmodule aangebracht en moeten de eieren in de eibijlegmodule vanuit de voorbroedlade op de eerste transportband worden opgenomen en verplaatst naar een positie boven de tweede transportband. De eieren worden in functie van de signalen van de besturingseenheid neergelaten in een via deze transportband aangevoerde uitkombak.
In een andere praktischere uitvoeringsvorm blijven de geschouwde goedgekeurde eieren in de voorbroedlade en worden de eieren van de eibijlegmodules in deze voorbroedlade geplaatst.
In deze uitvoeringsvorm wordt de voorbroedlade van het gewenst aantal eieren voorzien en worden al deze eieren door een overlegeenheid stroomafwaarts van de eibijlegmodules samen opgenomen en in een uitkombak op de tweede transportband gelegd.
In de meest praktische uitvoeringsvorm is de inrichting van jlegmodules en van een eidetectiemodule voorzien die de lege posities in de voorbroedlade registreert en deze aan de besturingseenheid en/of aan de eibijlegmodules doorgeeft.
Een voordeel is dat een ei nooit bovenop een ander ei kan worden geplaatst, zelfs niet wanneer een afgekeurd ei per ongeluk zou zijn achtergebleven bij het verwijderen van de afgekeurde eieren.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een inrichting volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een bovenzicht van de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 schematisch een zij zicht van de inrichting van figuur 1 weergeeft; figuur 3 een bovenzicht van de voorbroedlade volgens pijl F3 in figuur 2 weergeeft; figuur 4 een detail weergeeft van de eibijlegmodule figuur 5 een variant van figuur 1 weergeeft; figuur 6 een zij zicht van de variant van figuur 5 weergeeft.
In de figuren 1 en 2 is schematisch een inrichting 1 voor het schouwen en overleggen van eieren weergegeven, die hoofdzakelijk bestaat uit twee transportbanden 2-3, waarlangs respectievelijk voorbroedlades 4 en uitkombakken 5 worden getransporteerd.
Bij voorkeur is elke voorbroedlade 4 van een aantal individuele eihouders 6 voorzien waarin telkens één voorgebroed ei is voorzien, zoals in figuur 3 wordt geïllustreerd.
In de meest praktische uitvoeringsvorm zijn deze eihouders 6 in rijen en/of kolommen met een vaste tussenafstand geschikt, bijvoorbeeld in een rooster van 10 rijen en 15 kolommen, zodat de voorbroedlade 4 in dat geval tot 150 voorgebroede eieren kan bevatten.
De inrichting 1 volgens de uitvinding bevat verder een schouweenheid 7 die middelen bevat voor het schouwen of keuren van de eieren.
Onder het schouwen van eieren dient te worden verstaan het onderzoeken of een ei al dan niet bevrucht is en/of het embryo levensvatbaar is, wat bijvoorbeeld kan gebeuren door het beschijnen van het ei met een schouwlamp.
In de schouweenheid 7 kan één zijde van het ei worden belicht en aan de andere zijde kan een detector worden voorzien die de hoeveelheid door het ei doorgelaten licht en invallend op het gevoelig oppervlak van de detector meet.
Op basis van de gemeten hoeveelheid licht kan immers worden uitgemaakt of het ei een levensvatbaar embryo bevat wanneer deze hoeveelheid kleiner is dan een zeker percentage van het door de schouwlamp uitgezonden licht.
In de weergegeven uitvoeringsvorm bevat de schouweenheid 7 een overlegeenheid 8 die de af gekeurde eieren uit de voorbroedlade 4 opneemt en deze eieren in zijwaartse richting verplaatst teneinde de afgekeurde eieren naast de transportband 2 te plaatsen of ze via een daartoe voorziene afvaltrechter af te voeren.
In een praktische variant van de uitvinding is de inrichting 1 voorzien van een besturingseenheid 9 die via de schouweenheid 7 gegevens ontvangt met betrekking tot het aantal en/of de posities van de afgekeurde of goedgekeurde eieren.
Volgens de uitvinding is er in de inrichting 1 minstens één eibi j legmodule 10 voorzien die alle eieren uit de voorbroedlade 4 gelijktijdig kan opnemen.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn er meerdere van deze eibijlegmodules 10-11 voorzien, stroomafwaarts ten opzichte van de schouweenheid 7.
De eibijlegmodule 10-11 kan daarbij voorzien worden van middelen om de eibijlegmodule 10-11 in dwarsrichting te kunnen verplaatsen over een afstand die minstens gelijk is aan de voornoemde tussenafstand tussen de eihouders 6. De voornoemde middelen kunnen de eieren ook in de hoogterichting verplaatsen.
De eibijlegmodule 10-11 is daartoe bij voorkeur voorzien van een reeks zuignappen 12 voor het opnemen en plaatsen van de eieren, zoals in figuur 4 is weergegeven.
De voornoemde zuignappen 12 zijn daarbij volgens een regelmatig patroon geschikt, bij voorkeur in een patroon van rijen en kolommen met een tussenafstand overeenstemmend aan de tussenafstand van de eihouders 6 in de voorbroedlade 4.
Elke zuignap 12 kan opgebouwd zijn uit een flexibele behuizing 13 met een lengte die variabel is en bij voorkeur staat elke zuignap 12 afzonderlijk in verbinding met een vacuümsysteem zodat de luchtdruk in de ruimte binnen de zuignap 12 tot onder de atmosferische druk wordt gebracht.
In een praktische uitvoeringsvorm bevat het vacuümsysteem minstens één vacuümkamer, waarbij elke zuignap 12 in verbinding staat met deze vacuümkamer via één leiding die afsluitbaar is door een ventiel en die opnieuw opengezet kan worden door het ventiel, afhankelijk van de gewenste actie om een ei op te nemen of te lossen.
Op de voornoemde besturingseenheid 9 kunnen daarbij middelen zijn voor het activeren of deactiveren van de voornoemde ventielen.
In een praktische variant van de uitvinding is de inrichting 1 voorzien van een overlegeenheid 14 die stroomafwaarts ten opzichte van de eibijlegmodules 10-11 is voorzien.
Aangezien deze overlegeenheid 14 de goedgekeurde eieren opneemt en verplaatst, worden bij voorkeur in deze overlegeenheid 14 specifieke maatregelen getroffen om beschadiging van de eieren te vermijden.
In een praktische uitvoeringsvorm is de overlegeenheid 14 dan ook van een vacuümsysteem met zuignappen 12 voorzien, enigszins gelijkaardig aan het opneemsysteem van de eibijlegmodules 10-11.
Echter, het opneemsysteem van de overlegeenheid 14 kan veel eenvoudiger zijn uitgevoerd doordat in tegenstelling tot het opneemsysteem in de eibijlegmodules één enkel centraal ventiel voor alle zuignappen volstaat. In de overlegeenheid 14 worden immers altijd alle eieren opgepakt en neergelegd.
Alhoewel niet strikt noodzakelijk voor de uitvinding, is de inrichting 1 in figuren 1-2 voorzien van een eidetectie-eenheid 15, die de voorbroedlade 4 scant en de lege en/of gevulde posities in de voorbroedlade 4 naar de besturingseenheid 9 doorstuurt.
Uiteraard kunnen deze gegevens ook door de schouweenheid 7 aan de besturingseenheid 9 worden gestuurd en laten de gegevens van de eidetectie-eenheid 15 toe de gegevens van de schouweenheid 7 te verifiëren.
In een praktische uitvoeringsvorm kan de besturingseenheid 9 voorzien zijn van een aanraakscherm, een klavier of dergelijke waarmee de gebruiker het aantal eieren kan invoeren dat in de uitkombak 5 moet worden geplaatst.
Bijkomend kan de besturingseenheid 9 voorzien zijn van een geheugenmodule of dergelijke teneinde data te verzamelen met betrekking tot de kwantiteit en kwaliteit van de eieren uit de voorbroedlades 4 of dergelijke.
De werkwijze voor het schouwen en overleggen van eieren aan de hand van de inrichting 1 is zeer eenvoudig en als volgt.
Via de eerste transportband 2 worden de voorbroedlades 4 aangevoerd die minstens gedeeltelijk met voorgebroede eieren zijn gevuld. Deze voorbroedlades 4 worden naar de schouweenheid 7 getransporteerd waar ze worden geschouwd of gekeurd.
De afgekeurde eieren worden in de overlegeenheid 8 van de schouweenheid 7 uit de voorbroedlade verwijderd.
Het is mogelijk dat de opgenomen afgekeurde eieren zijwaarts worden verplaatst en van daaruit worden afgevoerd, door deze eieren bijvoorbeeld op een transportband te leggen of in een trechter te werpen.
Ongeacht de gekozen methode zal de voorbroedlade 4 na doorgang door de schouw- en overlegeenheid 7-8 in principe enkel goedgekeurde eieren bevatten.
Vervolgens zal deze eerste voorbroedlade 4 met goedgekeurde eieren naar een eerste eibijlegmodule 10 worden verplaatst. In deze eibijlegmodule 10 worden de eieren door middel van een vacuümsysteem en zuignappen 12 uit de voorbroedlade 4 genomen en boven de eerste transportband 2 gehouden.
Hierbij zullen de zuignappen 12 tot tegen de eieren worden geplaatst en worden de eieren voorzichtig aangezogen.
Vervolgens kan de leeggemaakte eerste voorbroedlade 4 via de eerste transportband 2 worden afgevoerd.
Een tweede voorbroedlade 4 die eveneens via de eerste transportband 2 wordt aangevoerd doorloopt analoge stappen, zij het dan dat de tweede voorbroedlade 4 met goedgekeurde eieren naar de tweede eibijlegmodule 11 wordt verplaatst. Ook in deze tweede eibijlegmodule 11 worden de eieren opgenomen en boven de eerste transportband 2 gehouden en wordt de lege voorbroedlade verder afgevoerd via de eerste transportband 2.
Een derde via de eerste transportband 2 aangevoerde voorbroedlade 4 doorloopt eveneens de stappen van het schouwen en het verwijderen van de afgekeurde eieren.
Op basis van het aantal goedgekeurde eieren in de derde voorbroedlade 4 en het gewenst aantal eieren in de uitkombak 5, kan de besturingseenheid 9 berekenen of er reeds voldoende eieren in de voorbroedlade 4 zijn of dat er eieren moeten worden bijgeplaatst.
Wanneer deze derde voorbroedlade 4 door de eidetectie-eenheid 15 passeert, zal de lade 4 worden gescand en worden de lege en/of gevulde posities aan de besturingseenheid 9 doorgegeven.
Immers, uit het schouwen van de eerste en tweede voorbroedlades 4 zijn de posities van de goedgekeurde eieren in de eibijlegmodules 10-11 bekend.
De besturingseenheid 9 zal op basis van de lege posities in de derde voorbroedlade 4 en de posities van de eieren in de eibijlegmodules 10-11 het aantal eieren bepalen dat moet worden bijgeplaatst en ook hoeveel eieren uit welke eibijlegmodule 10-11 hiervoor moeten worden gebruikt.
Bij voorkeur houdt het algoritme in de besturingseenheid 9 niet alleen rekening met de posities van de eieren in de eibijlegmodules 10-11, teneinde het aantal zijwaartse bewegingen zo veel mogelijk te beperken, maar wordt ook rekening gehouden met de tijdsduur gedurende dewelke de eieren zich in de eibijlegmodule 10-11 bevinden.
Wanneer de derde voorbroedlade 4 via de eerste transportband 2 onder de eerste eibijlegmodule 10 wordt gebracht, zullen een aantal opgenomen eieren in de lege eihouders 6 van de voorbroedlade 4 worden neergelaten.
Omdat de voorbroedlade 4 langzaam onder de eibijlegmodule 10 wordt geschoven, is het mogelijk om een willekeurig ei in een bepaalde rij van de eibijlegmodule 10 te plaatsen in een willekeurige lege positie van dezelfde rij van de voorbroedlade 4.
Het is mogelijk dat de eibijlegmodule 10 een verplaatsing in dwarsrichting uitvoert teneinde een ei dat zich initieel boven een gevulde eihouder 6 bevond, te verplaatsen naar een positie tot boven een lege eihouder 6 in de derde voorbroedlade 4, waarbij de verplaatsing in dwarsrichting het ei van de ene rij naar de andere brengt.
Door het vacuümsysteem is het mogelijk het ei of de eieren gecontroleerd neer te laten zodat de eieren niet beschadigd worden.
Het is ook mogelijk dat de besturingseenheid 9 de voorbroedlade 4 meteen tot onder de tweede eibijlegmodule 11 brengt indien op basis van het algoritme zou volgen dat de voorbroedlade 4 enkel met eieren uit de tweede eibijlegmodule 11 moet worden aangevuld of indien deze eieren al lang in de eibijlegmodule 11 zouden zijn.
Al dan niet na het plaatsen van één of meerdere eieren uit de eerste en/of tweede eibijlegmodule 10-11, wordt de derde voorbroedlade 4 tot onder de overlegeenheid 14 gebracht.
Ter plaatse van de overlegeenheid 14 zal de derde voorbroedlade 4 het gewenst aantal eieren bezitten. Deze streefwaarde stemt overeen met het ideale aantal eieren dat men in de uitkombak 5 wenst te leggen.
Via de overlegeenheid 14 worden de eieren uit de voorbroedlade 4 opgenomen en in dwarsrichting verplaatst naar de tweede transportband 3, waarop een lege uitkombak 5 wordt aangevoerd.
Nadat de eieren via de overlegeenheid 14 in de uitkombak 5 werden gelegd, kan de gevulde uitkombak 5 via de tweede transportband 3 worden afgevoerd en naar de uitkommachine worden gebracht en kan de leeggemaakte derde voorbroedlade 4 via de eerste transportband 2 worden afgevoerd.
Het is voor een vakman duidelijk dat indien de derde voorbroedlade 4 reeds voldoende goedgekeurde eieren bezit, het bijplaatsen van eieren uit de eibijlegmodules 10-11 volstrekt overbodig en zelfs ongewenst is en dat de voorbroedlade 4 in dat geval zonder tussenhaltes in de eibijlegmodules 10-11 naar de overlegeenheid 14 kan gaan.
Indien beide eibijlegmodules 10-11 nog eieren bevatten, kan na de derde voorbroedlade 4 een vierde voorbroedlade 4 worden aangevoerd en bijgevuld.
Van zodra één van beide eibijlegmodules 10-11 geen eieren meer bevat, zal de besturingseenheid 9 ervoor zorgen dat opnieuw een voorbroedlade 9 met goedgekeurde eieren naar de betreffende eibijlegmodule 10-11 wordt gevoerd.
In de meest praktische variant van de uitvinding wordt de prioriteit van het plaatsen van de eieren onder meer bepaald door de tijdsduur gedurende dewelke de eieren zich in de eibijlegmodule 10-11 bevinden. Naarmate deze tijdsduur een zekere limietwaarde dreigt te overschrijden, kan de prioriteit voor het plaatsen van het ei sterk verhogen.
Hoewel het algoritme in de besturingseenheid 9 erop gericht is dat de eieren moeten worden gebruikt voor het bijleggen binnen een vooraf maximale tijdslimiet, zou het in uitzonderlijke gevallen kunnen gebeuren dat de eieren toch te lang in de eibijlegmodule 10-11 worden gehouden, bijvoorbeeld wanneer er vele opeenvolgende aangevoerde voorbroedlades 4 voldoende eieren bevatten.
In het geval dat de maximale tijdsduur wordt overschreden kan de besturingseenheid 9 een signaal sturen naar de eibi j legmodule 10-11, en kan deze de eieren of het ei evacueren door bijvoorbeeld een zijwaartse verplaatsing uit te voeren en de eieren via een aparte transportband of afvaltrechter af te voeren.
Het zou ook kunnen dat bij overschrijding van de maximale tijdsduur een optisch of akoestisch signaal wordt gegenereerd.
Het is echter duidelijk dat het algoritme van de besturingseenheid geprogrammeerd is om het aantal eieren dat te lang in de eibijlegmodule zou worden gehouden te minimaliseren. In de figuren 5 en 6 wordt een tweede variant van de uitvinding weergegeven die hoofdzakelijk verschilt van de eerste door de afwezigheid van de overlegeenheid 14 na de eibijlegmodules 10-11 en door het kenmerk dat de eibijlegmodules 10-11 de eieren opnemen en verplaatsen naar een positie boven de tweede transportband 3.
In deze uitvoeringsvorm zullen de eibijlegmodules 10-11 op zekere hoogte boven de tweede transportband 3 worden gehouden zodat een via de transportband 3 aangevoerde uitkombak 5 de eieren niet accidenteel kan raken.
Hoewel in figuren 5 en 6 twee eibijlegmodules zijn weergegeven, is het uiteraard ook mogelijk dat de inrichting slechts één eibijlegmodule bevat of dat de inrichting meer dan twee eibijlegmodules bevat.
In een niet-weergegeven variant kan de schouweenheid 7 van twee afzonderlijke overlegeenheden 8-16 zijn voorzien, waarbij een eerste overlegeenheid 8 voor de afvoer van de afgekeurde eieren zorgt en de tweede overlegeenheid 16 de goedgekeurde eieren uit de voorbroedlade 4 opneemt en in de dwarsrichting verplaatst tot boven de tweede transportband 3 .
In de weergegeven variant is er één overlegeenheid voorzien, die eerst de afgekeurde eieren verwijdert en vervolgens de overblijvende, goedgekeurde eieren opneemt en verplaatst.
De werkwijze voor het schouwen en overleggen is gelijkaardig.
In eerste instantie worden één of twee voorbroedlades 4 gekeurd en naar een eibijlegmodule 10-11 gebracht, waar de eieren worden opgenomen en in dwarsrichting worden verplaatst zodat zij zich ter hoogte van de tweede transportband 3 bevinden.
Via de tweede transportband 3 worden lege uitkombakken 5 aangevoerd en ter hoogte van de schouweenheid 7 zullen de goedgekeurde eieren van de derde aangevoerde voorbroedlade door de overlegeenheid 16 in een uitkombak 5 worden gelegd, waarbij hiertoe het ventiel van de betreffende zuignap of de zuignap zelf van een gekalibreerde doorgang is voorzien zodat de onderdruk slechts geleidelijk wordt opgeheven en naar atmosferische druk evolueert.
Indien het aantal eieren in de uitkombak 5 kleiner is dan het ideale aantal, wordt door de besturingseenheid 9 berekend hoeveel eieren er in de uitkombak 5 moeten worden toegevoegd.
Indien de inrichting twee eibijlegmodules 10-11 bevat, wordt tevens bepaald ter hoogte van welke eibijlegmodule 10-11 de uitkombak 5 moet worden geplaatst en hoeveel eieren er door elke eibijlegmodule 10-11 in de uitkombak 5 moeten worden toegevoegd.
Ook in deze uitvoeringsvorm wordt er rekening gehouden met het feit dat de eieren zich niet te lang in de eibijlegmodule 10-11 mogen bevinden.
In het geval de eibijlegmodule 10-11 één of meerdere eieren in de uitkombak 5 moet plaatsen, wordt in de betreffende zuignap 12 de onderdruk opgeheven, één en ander zodat het ei relatief langzaam kan zakken en voorzichtig in de uitkombak kan worden gelegd waarbij hiertoe het ventiel van de betreffende zuignap of de zuignap zelf voorzien is van een gekalibreerde doorgang zodat de onderdruk slechts geleidelijk aan wordt opgeheven.
Indien een ei zou worden geplaatst op een niet lege plaats in de uitkombak 5, dan zal de flexibiliteit van de zuignap 12, samen met de zwaartekracht, ervoor zorgen dat het te plaatsen ei zich een weg zoekt tussen de reeds aanwezige eieren in de uitkombak 5 zonder dat daarbij de eieren beschadigd raken.
Ook op deze manier zal de uitkombak 5 na doorgang door één of twee eibijlegmodules 10-11 het vooropgesteld aantal eieren bevatten en zal de eerste transportband 2 de lege voorbroedlades 4 afvoeren, terwijl de tweede transportband 3 de gevulde uitkombakken 5 afvoert.
Alhoewel de uitvoeringsvormen van de figuren een handmatige plaatsing en verwijdering van voorbroedlades 4 en uitkombakken 5 suggereren, is het niet uitgesloten dat de voorbroedlades 4 en/of uitkombakken 5 op geautomatiseerde wijze op de desbetreffende transportbanden 2-3 worden geplaatst of verwijderd.
Alhoewel in de voorgaande beschrijving steeds transportbanden voor de aan- en afvoer van voorbroedlades en uitkombakken worden vermeld, is het duidelijk dat deze transportbanden door alternatieve transportsystemen kunnen worden vervangen, bijvoorbeeld in de vorm van doorlopende kunststof kettingen in een kring.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting volgens de uitvinding voor het schouwen en overleggen van eieren en de werkwijze daarbij toegepast, kunnen volgens allerlei varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (17)

1. Inrichting (1) voor het schouwen en overleggen van eieren vanuit een voorbroedlade (4) naar een uitkombak (5), waarbij de inrichting (1) twee transportbanden (2-3) bevat die respectievelijk voorbroedlades (4) met voorgebroede eieren en lege uitkombakken (5) kunnen aanvoeren, waarbij de inrichting (1) een schouweenheid (7) bevat die voorzien is van middelen die toelaten de voorgebroede eieren te schouwen of te keuren, waarbij de schouweenheid (7) een overlegeenheid (8) bevat voor het verwijderen van de afgekeurde eieren uit de voorbroedlade (4), daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) minstens één eibijlegmodule (10-11) bevat die alle eieren uit een voorbroedlade (4) gelijktijdig kan opnemen en één of meerdere van de opgenomen eieren afzonderlijk kan plaatsen.
2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) één of meer eibijlegmodules (10-11) bevat die stroomafwaarts van de schouweenheid (7) zijn aangebracht.
3. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van een besturingseenheid (9) die de tijdsduur registreert gedurende dewelke een ei zich in een eibijlegmodule (10-11) bevindt en dat de prioriteit van het plaatsen van de eieren wordt bepaald rekening houdend met deze tijdsduur, en dat bij overschrijding van een tijdslimiet, het ei geëvacueerd wordt en/of een akoestisch signaal en/of een optisch signaal gegeven wordt.
4. Inrichting (1) volgens één van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat tussen de schouweenheid (7) en een eerste eibijlegmodule (10) een eidetectie-eenheid (15) is voorzien.
5. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eibijlegmodule (10-11) voorzien is van een reeks zuignappen (12) voor het opnemen en plaatsen van de eieren en dat hiertoe elke zuignap (12) afzonderlijk in verbinding staat met een vacuümsysteem om een onderdruk aan te brengen in de ruimte binnen de zuignap.
6. Inrichting (1) volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het vacuümsysteem door minstens één vacuümkamer wordt gevormd waarop de voornoemde zuignappen (12) elk afzonderlijk zijn aangesloten via een leiding die afsluitbaar is door een ventiel.
7. Inrichting (1) volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat elke zuignap (12) is opgebouwd uit een flexibele behuizing (13) waarvan de lengte variabel is.
8. Inrichting (1) volgens één van de conclusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat een besturingseenheid (9) is voorzien die voorzien is van middelen voor het activeren en deactiveren van de voornoemde ventielen.
9. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de schouweenheid (7) voorzien is van een overlegeenheid (16) die middelen bevat voor het opnemen van de geschouwde eieren uit de voorbroedlade (4) en het leggen van de opgenomen eieren in een uitkombak (5) op de tweede transportband (3).
10. Inrichting (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de besturingseenheid (9) een algoritme bevat dat de opgenomen eieren in de eibijlegmodule (10-11) naar een positie boven de tweede transportband (3) verplaatst.
11·- Inrichting (1) volgens één van de conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) een overlegeenheid (14) bevat voor het opnemen en plaatsen van alle eieren uit de voorbroedlade (4) in een uitkombak (5).
12. Inrichting (1) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde overlegeenheid (14) stroomafwaarts ten opzichte van de eibijlegmodule (10-11) is voorzien.
13. Inrichting (1) volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de voorbroedlade (4) van individuele eihouders (6) is voorzien die gepositioneerd zijn in rijen en/of kolommen met een vaste tussenafstand en dat de eibijlegmodule (10-11) voorzien is van middelen om deze eibijlegmodule (10-11) in dwarsrichting te kunnen verplaatsen over een afstand die minstens gelijk is aan de voornoemde tussenafstand.
14, - Werkwijze voor het schouwen en overleggen van eieren, waarbij de werkwijze gebruik maakt van een inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de stappen omvat van het één na één aanvoeren van een voorbroedlade (4) minstens gedeeltelijk gevuld met voorgebroede eieren naar een schouweenheid (7), het keuren van de eieren op de aanwezigheid van of levensvatbaarheid van het embryo of kuiken en het afvoeren van de afgekeurde eieren uit de voorbroedlade (4), het opnemen van alle eieren uit een eerste voorbroedlade (4) in een eibijlegmodule (10-11) en het plaatsen van één of meerdere van de opgenomen eieren in een tweede voorbroedlade (4) op de eerste transportband (2) of in een uitkombak (5) op de tweede transportband (3).
15. Werkwijze volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat het aantal te plaatsen eieren afhankelijk is van het aantal afgekeurde en/of goedgekeurde geschouwde eieren van de voorbroedlade (4).
16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, daardoor gekenmerkt dat het aantal te plaatsen eieren afhankelijk is van een streefwaarde.
17, - Werkwijze volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de streefwaarde vooraf ingesteld werd of door de gebruiker via de besturingseenheid (9) kan worden ingesteld of aangepast.
BE2010/0242A 2010-04-15 2010-04-15 Inrichting voor het schouwen en overleggen van eieren en een werkwijze daarbij toegepast. BE1019291A3 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0242A BE1019291A3 (nl) 2010-04-15 2010-04-15 Inrichting voor het schouwen en overleggen van eieren en een werkwijze daarbij toegepast.
EP20110075066 EP2377393B1 (en) 2010-04-15 2011-04-13 Device for inspecting and transferring eggs and a method applied to this end
ES11075066T ES2413282T3 (es) 2010-04-15 2011-04-13 Dispositivo para inspeccionar y transferir huevos y un método aplicado para tal fin
RU2011114788/13A RU2487535C2 (ru) 2010-04-15 2011-04-14 Устройство и способ браковки и перемещения яиц
BRPI1101523 BRPI1101523A2 (pt) 2010-04-15 2011-04-14 Dispositivo para inspecionar e transferir ovos e método aplicado ao mesmo
CN2011100954586A CN102239812A (zh) 2010-04-15 2011-04-15 用于检查和传送蛋的装置及应用于此的方法

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0242A BE1019291A3 (nl) 2010-04-15 2010-04-15 Inrichting voor het schouwen en overleggen van eieren en een werkwijze daarbij toegepast.
BE201000242 2010-04-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019291A3 true BE1019291A3 (nl) 2012-05-08

Family

ID=43014425

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0242A BE1019291A3 (nl) 2010-04-15 2010-04-15 Inrichting voor het schouwen en overleggen van eieren en een werkwijze daarbij toegepast.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP2377393B1 (nl)
CN (1) CN102239812A (nl)
BE (1) BE1019291A3 (nl)
BR (1) BRPI1101523A2 (nl)
ES (1) ES2413282T3 (nl)
RU (1) RU2487535C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN115176733A (zh) * 2022-08-29 2022-10-14 青岛兴仪电子设备有限责任公司 一种免插接式孵化机翻蛋检测装置、孵化机及方法

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9521831B2 (en) * 2013-12-17 2016-12-20 Zoetis Services Llc Apparatus for removing eggs from egg carriers, and associated method
FR3020239B1 (fr) 2014-04-24 2016-06-10 Visio Nerf Procede et installation de remplissage de casiers d'oeufs en defilement
DE102016215127A1 (de) 2016-08-12 2018-02-15 Seleggt Gmbh Eieruntersuchungseinrichtung
CN106962230B (zh) * 2017-05-16 2019-12-24 中国农业科学院北京畜牧兽医研究所 一种鸭种蛋的保存方法及其应用
BE1024985B1 (nl) * 2017-07-05 2018-09-05 Vervaeke Belavi Nv Overbrengmachine voor het in een pluimveestal op een vloer daarvan leggen van eieren die zich in broedlades bevinden waarin deze werden voorgebroed
CN111084126A (zh) * 2019-10-21 2020-05-01 北京海益同展信息科技有限公司 一种种蛋的分拣方法、系统、电子设备和存储介质
CN110892873B (zh) * 2019-12-12 2023-09-05 扬州大学 一种基于物联网的智能化种鹅选育管理系统及运行方法
WO2021251490A1 (ja) * 2020-06-12 2021-12-16 株式会社ナベル 雛の生産方法、雛の生産システム

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3656794A (en) * 1971-01-21 1972-04-18 Diamond Int Corp Vacuum cup lifter for shell eggs
US6213709B1 (en) * 1999-03-18 2001-04-10 Embrex, Inc. Egg removal apparatus
WO2008110729A2 (fr) * 2007-02-16 2008-09-18 Egg Chick Automated Technologies Méthode et système de retassage d'un plateau d'oeufs

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2556744B2 (ja) * 1989-04-18 1996-11-20 株式会社南部電機製作所 トレイ取り出し装置
US5898488A (en) * 1997-01-21 1999-04-27 Kuhl; Jeffrey B. Method and apparatus for candling eggs and filling trays with fertile eggs
JP2003002306A (ja) * 2001-06-20 2003-01-08 Naberu:Kk 鶏卵集合方法及びその装置並びにこの方法を用いた鶏卵の包装方法及びその装置
JP2005204627A (ja) * 2003-12-26 2005-08-04 Joichiro Tsuboi 有精卵自動検卵装置
US7333187B2 (en) * 2004-10-14 2008-02-19 Embrex, Inc. Methods and apparatus for identifying and diagnosing live eggs using heart rate and embryo motion
ES2613045T3 (es) * 2007-07-10 2017-05-22 Sanofi Pasteur, Inc. Aparato para extraer sustancias biológicas de huevos
KR101174724B1 (ko) * 2009-03-27 2012-11-20 윤택진 계란 오토 로더 장치

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3656794A (en) * 1971-01-21 1972-04-18 Diamond Int Corp Vacuum cup lifter for shell eggs
US6213709B1 (en) * 1999-03-18 2001-04-10 Embrex, Inc. Egg removal apparatus
WO2008110729A2 (fr) * 2007-02-16 2008-09-18 Egg Chick Automated Technologies Méthode et système de retassage d'un plateau d'oeufs

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN115176733A (zh) * 2022-08-29 2022-10-14 青岛兴仪电子设备有限责任公司 一种免插接式孵化机翻蛋检测装置、孵化机及方法

Also Published As

Publication number Publication date
RU2011114788A (ru) 2012-10-20
EP2377393B1 (en) 2013-04-10
ES2413282T3 (es) 2013-07-16
BRPI1101523A2 (pt) 2014-03-04
RU2487535C2 (ru) 2013-07-20
EP2377393A1 (en) 2011-10-19
CN102239812A (zh) 2011-11-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019291A3 (nl) Inrichting voor het schouwen en overleggen van eieren en een werkwijze daarbij toegepast.
KR101205636B1 (ko) 자동식 난 제거 성능 모니터링 방법 및 장치
JP7313067B2 (ja) 双翅類昆虫の生産のための機器および方法
US11576357B2 (en) Methods and systems for insect farming
US9521831B2 (en) Apparatus for removing eggs from egg carriers, and associated method
US11812723B2 (en) Method and apparatus for breeding and collecting insect larvae
CN108967260B (zh) 种蛋孵化系统
WO2020188506A9 (ja) 自動養蚕システム、自動養蚕方法、プログラム及び記憶媒体
US20110253603A1 (en) Device for inspecting and transferring eggs and a method applied to this end
BE1025706B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verwijderen van afgekeurde eieren binnen boerderijen
TWI692302B (zh) 養殖系統及養殖方法
NL1039479C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het schouwen en overleggen van voorgebroede eieren.
US20180242559A1 (en) System for recognizing the stage of fertile eggs from an ovoscopy step and sorting same, and method for operating the submodules of the system and modules for applying substances and hatching
JP2024516891A (ja) 新たに孵化した幼虫を生産および収集するための設備
CN210720352U (zh) 一种自动检蛋机
BE1019292A3 (nl) Inrichting voor het opnemen en/of verplaatsen van een ei.
NL1004490C2 (nl) Schouw- en uitneemsamenstel.
KR20240030527A (ko) 굴의 선별 및 가공 시스템
KR20240030528A (ko) 굴의 선별 및 가공 시스템
CN116689325A (zh) 鸽子蛋受精检测分类设备
WO2010151108A1 (en) Apparatus and method for handling eggs