BE1025706B1

BE1025706B1 - Inrichting en werkwijze voor het verwijderen van afgekeurde eieren binnen boerderijen

Info

Publication number: BE1025706B1
Application number: BE2017/5832A
Authority: BE
Inventors: De Loo Philip Karel Marie-Louise Van
Original assignee: INNOVATEC besloten vennootschap
Priority date: 2017-11-14
Filing date: 2017-11-14
Publication date: 2019-06-18
Also published as: US11553697B2; US20200375152A1; EP3709796A1; EP3709796B1; WO2019097397A1; PL3709796T3; BE1025706A1

Abstract

De uitvinding betreft een inrichting voor het automatisch verwijderen van afgekeurde eieren uit een voorbroedlade, waarbij de inrichting een duwsysteem omvat waarmee het afgekeurde ei aan de onderzijde uit de voorbroedlade omhoog geduwd wordt.

Description

Inrichting en werkwijze voor het verwijderen van afgekeurde eieren binnen broederijen.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het verwijderen van afgekeurde eieren binnen broederijen.

In kuikenbroederijen worden eieren in zogenaamde broedmachines uitgebroed. Dit kunnen eieren zijn van allerlei pluimvee zoals kippen, kalkoenen, eenden enzovoorts.

De genoemde broedperiodes of dagen in de onderstaande beschrijving zijn gebaseerd op het broedproces van kippen. Bij ander pluimvee zijn deze periodes of dagen vaak anders.

De bestaande werkwijze binnen broederijen is als volgt.

Meestal worden de bevruchte eieren bij een broederij met een vrachtwagen afgeleverd. Deze eieren komen van verschillende vermeerderaars.

Soms worden eieren eerst nog in een opslag gelegd. Deze opslag wordt gebruikt als buffer tussen aanbod en vraag.

Meestal worden de eieren die binnenkomen bij een broederij eerst ontsmet om de kans dat virussen, bacteriën en schimmels op deze manier een broederij binnenkomen te minimaliseren.

BE2017/5832

De eieren staan tijdens de eerste (ongeveer) 18 dagen gewoonlijk in voorbroedlades. In de markt zijn talloze uitvoeringsvormen bekend van deze voorbroedlades.

Als het broedproces moet beginnen, worden de voorbroedlades in voorbroedwagens geschoven. Dit zijn wagens met een bepaalde kantel-inrichting. Tijdens de eerste 14 tot 18 dagen moeten namelijk de eieren ongeveer 45 graden beurtelings naar rechts en links gekanteld kunnen worden.

Een aantal voorbroedwagens wordt vervolgens in een voorbroedkast gereden. In deze kast wordt het klimaat geregeld zodat de embryo's optimaal kunnen groeien. De parameters waarop gestuurd wordt zijn temperatuur, luchtvochtigheid en het CO2 gehalte.

Na ongeveer 18 dagen worden de voorbroedwagens uit de voorbroedmachines gehaald. Dit moet gebeuren omdat in de voorbroedlades geen ruimte is om de kuikens uit te laten komen.

De voorbroedlades worden uit de voorbroedwagens gehaald. De eieren worden gecontroleerd op bevruchting en/of levensvatbaarheid in een zogenaamde schouwoverlegmachine.

Afgelopen jaren zijn er meetmethoden beschikbaar gekomen om bijvoorbeeld de hartslag van kuikens in het ei te meten. Dit heeft als voordeel dat alleen levende embryo's verder uitgebroed worden.

De eieren die niet levensvatbaar zijn, worden grofweg in

BE2017/5832 twee categorieën verdeeld. De eerste categorie zijn de eieren die veel licht doorlaten en de tweede categorie de eieren die weinig licht doorlaten.

Als eieren veel licht doorlaten kan het zijn dat het ei niet bevrucht is geweest of dat het embryo afgestorven is binnen enkele dagen. Deze eieren kunnen apart ingezameld worden omdat deze eieren nog verwerkt kunnen worden in bijvoorbeeld cosmetica of als grondstof voor diervoeding.

Er zijn echter ook eieren waarin geen hartslag aanwezig is maar toch donker zijn. Dit zijn voornamelijk embryo's die in een later stadium dood gegaan zijn. Een deel van deze eieren zijn echter zogenaamde gaseieren, in het Engels 15 'bangers' of 'exploders' genoemd.

Deze gaseieren ontstaan als een bacterie of een andere micro-organisme in het ei komt. Vaak gebeurt dit als een ei een bepaalde botsing heeft gehad in het verwerkingsproces.

Hierdoor ontstaan er kleine scheurtjes in de eischaal waardoor een bacterie of een ander micro-organisme naar binnen kan dringen.

Ook op andere manieren is het mogelijk dat een ei besmet 25 raakt. In deze beschrijving wordt ervan uitgegaan dat het ontstaan van gaseieren een feit is.

De klimatologische omstandigheden in een broedkast zijn ideaal om de bacteriën of andere micro-organismen te laten 30 groeien. Het embryo gaat vervolgens dood. Doordat de bacteriën of andere micro-organismen de kans krijgen om

BE2017/5832 dagenlang te vermenigvuldigen, waarbij onder andere een gas ontstaat, ontwikkelt zich er een bepaalde druk in het ei. Soms exploderen deze eieren in de voorbroedkast, soms tijdens de verwerking, soms in de uitkomkast en soms bij de verwerking van de kuikens.

Het mag duidelijk zijn dat gaseieren die exploderen ongewenst zijn, zowel vanuit economisch perspectief als vanuit hygiënische overwegingen. De bacteriën of andere micro-organismen die op dat moment vrij komen kunnen andere eieren of kuikens besmetten. Hierdoor kunnen kuikens ziek worden en doodgaan. Ook het optisch vervuild zijn van de kuikens is zeer ongewenst. Ook is het mogelijk dat deze bacteriën of andere micro-organismen op machinedelen terecht komen waardoor eieren of kuikens besmet worden die daarna in aanraking komen met deze machine. Voorbeelden hiervan zijn zuignappen die eieren verplaatsen of transportbanden voor kuikens. Bovendien bemoeilijkt dit de reiniging van de machine.

Het is dus van groot belang dat mogelijk besmette eieren zo snel mogelijk uit het proces gehaald worden nadat gedetecteerd is dat het ei ongewenst is en mogelijk een gasei is.

Er zijn op de markt systemen bekend waarbij eieren met een levensvatbaar embryo als eerste uit de voorbroedlade worden gehaald, waardoor de afgekeurde eieren op de voorbroedlade blijven staan. Deze werkwijze heeft als groot nadeel dat er vaak eieren met een levensvatbaar embryo blijven staan tussen het afval.

BE2017/5832

Vaak worden de eieren met zuignappen uit een voorbroedlade gehaald. Een zuignap heeft echter een goed vacuüm nodig om een ei op te kunnen pakken. In praktijk gaat dit nogal eens mis omdat bijvoorbeeld een zuignap door intensief gebruik een scheurtje heeft of het ei een bepaalde vervuiling heeft waardoor de verbinding tussen het ei en de zuignap niet vacuüm dicht is en dus het ei niet mee opgezogen wordt. Ook kan het zijn dat het vacuümsysteem verstopt raakt doordat er vuil of eierresten in de schakelventielen komen.

Na het voorbroedproces wordt de voorbroedlade getransporteerd op een transporteersysteem. De status per ei is bekend na het controlestation. De (gas)eieren kunnen nu verwijderd worden.

De machine die de eieren verwijdert bestaat uit 2 delen, een vacuümsysteem en een persluchtsysteem. De blaaskracht en de zuigkracht werken samen om het ei dat verwijderd moet worden tussen de ander eieren uit te halen.

Dit systeem heeft echter een groot nadeel. Sommige (gas)eieren zijn moeilijk te verwijderen. Dit zijn meestal (gas)eieren die een bepaalde substantie gelekt hebben. Ook kan het zijn dat er substantie op andere eieren gelekt is. Deze substantie zorgt ervoor dat eieren vastgekleefd zijn in de voorbroedlade. Het verwijderen van deze vastgekleefde eieren lukt soms niet op de hier bovenstaand beschreven manier.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

BE2017/5832

In de huidige uitvinding wordt het vastgekleefde ei alsnog uit de voorbroedlade gehaald.

De eieren waarvan is vastgesteld dat er geen hartslag aanwezig is en die minder licht doorlaten dan een bepaald niveau, worden uit het proces gehaald met de inrichting volgens de uitvinding. Gaseieren worden zo snel mogelijk en met zekerheid uit het proces gehaald.

Natuurlijk is het ook mogelijk om allerlei andere categorieën eieren te verwijderen met de huidige uitvinding. Bijvoorbeeld bij binnenkomst van de eieren in een broederij kan ook een controle plaatsvinden. Hierbij kunnen eieren die niet aan bepaalde eisen voldoen uit het proces gehaald worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan dubbeldooiers, extreem besmeurde eieren, misvormde eieren, eieren met een barstje, enzovoorts. Ook is het natuurlijk mogelijk om de zogenaamde schouweieren te verwijderen met de huidige uitvinding. Echter, de onderstaande beschrijving is gebaseerd op het verwijderen van gaseieren omdat dit vaak de eieren zijn die het moeilijkst te verwijderen zijn.

Het vaststellen of een ei een gasei is of niet is geen onderdeel van deze uitvinding.

Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het automatisch verwijderen van afgekeurde eieren uit een voorbroedlade, waarbij de inrichting is voorzien van een zuigkracht boven het ei om het ei omhoog te zuigen, daardoor gekenmerkt dat de inrichting tevens is voorzien van een blaaskracht tegen de onderzijde van het ei om het

BE2017/5832 ei weg te blazen, waarbij de blaaskracht een bepaalde luchtstroom of overdruk tegen de onderzijde van het ei blaast.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, omvat de inrichting een duwsysteem waarmee het afgekeurde ei aan de onderzijde uit de voorbroedlade omhoog geduwd wordt.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, worden enkel de afgekeurde eieren uit de voorbroedlade verwijderd en niet de niet afgekeurde eieren.

Het afgekeurde ei wordt van onderaan de voorbroedlade naar bovenaan uit de voorbroedlade geduwd, via een duwsysteem dat zich onder de voorbroedlade bevindt. Het voordeel is dat afgekeurde eieren die vastgekleefd zijn aan de voorbroedlade ook effectief verwijderd worden. De voorbroedlade is hiertoe voorzien van openingen ter hoogte van de kuip waar het ei op rust. Via deze openingen kan een duwsysteem, dat zich onderaan de voorbroedlade bevindt, het ei omhoog duwen.

De goede, niet afgekeurde eieren blijven onaangeroerd op de voorbroedlade liggen.

Een gasei verwijderen op de beschreven manier heeft als groot voordeel dat alleen de vastzittende gaseieren aangeraakt worden en niet de goede eieren die zich ook in dezelfde voorbroedlade bevinden. Er zijn geen onderdelen in

BE2017/5832 de machine die eieren met een levensvatbaar embryo aanraken. Op deze manier wordt de biosecurity hoog gehouden.

Bovendien worden alle afgekeurde eieren verwijderd, ook de vastgekleefde.

De inrichting omvat bij voorkeur een vacuüm- en persluchtsysteem voor het weghalen van de afgekeurde eieren tussen de andere goedgekeurde eieren.

In een bepaalde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, wordt de zuigkracht voorzien door een zuigbuis met afsluitbare klep die verbonden is aan een vacuüm voorziening, en wordt de blaaskracht voorzien door blaasmonden die een bepaalde luchtstroom of overdruk tegen de onderzijde van het ei blazen.

In nog een bepaalde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, wordt de blaaskracht voorzien door blaasmonden die een luchtstroom of overdruk tegen de onderzijde van het ei blazen.

In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, is de inrichting voorzien van een blaasmond met een verticale beweging voor het losduwen van een ei.

De verticale beweging van de blaasmond wordt bij voorkeur door een pneumatische cilinder aangestuurd.

BE2017/5832

De blaasmond heeft bij voorkeur een vorm van een schaal of kom die de schaal van het ei ondersteunt.

In een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, is de zuigbuis voorzien van een verticaal beweegbare buis.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, zuigt de zuigbuis het ei of de eierresten weg bij een exploderend ei.

In een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, wordt het ei nadien afgezogen.

In een bepaalde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, betreft het ei een gasei.

In een zeer specifieke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, is het ei vastgekleefd aan de voorbroedlade.

De inrichting volgens de uitvinding omvat bij voorkeur een transportsysteem voor het transporteren van de voorbroedlades.

Het transportsysteem doet bij voorkeur de voorbroedlade bewegen op een bepaalde snelheid in twee richtingen, heen en terug, of doet ze stilstaan.

BE2017/5832

Het openen en/of sluiten van de klep en het openen en/of sluiten van het blazen en/of het bewegen van de zuigbuis en/of het bewegen van de uitdrukker van het ei is bij voorkeur onafhankelijk van elkaar in te stellen.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, is de inrichting voorzien van een eerste station omvattende een zuigbuis boven het ei en een blaasmond onder het ei voor het verwijderen van afgekeurde eieren, en een tweede station omvattende een dergelijke zuigbuis en een dergelijke blaasmond voor het verwijderen van vastgekleefde afgekeurde eieren, waarbij optioneel de zuigbuis en/of de blaasmond verticaal beweegbaar zijn.

In een specifieke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, is de zuigbuis en de blaasmond van het tweede station verticaal beweegbaar uitgevoerd.

Het aantal en de positie van de zuigbuizen/kleppen boven en de blaasmonden onder de eieren komt bij voorkeur overeen met het aantal rijen en de positie (kolom) van de eieren in de voorbroedlade.

In een eerdere controlestap worden de afgekeurde eieren gedetecteerd en wordt hun positie (bijvoorbeeld rij/kolom in de voorbroedlade) opgeslagen. Deze detectie van afgekeurde eieren kan optioneel ook in realtime gebeuren.

Enkel de kleppen/zuigbuizen/blaasmonden met de positie van de afgekeurde eieren worden in werking gesteld bij het

BE2017/5832 verwijderen van de desbetreffende eieren op een bepaalde positie in de voorbroedlade.

In een bepaalde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, kunnen de kleppen ook in twee rijen achter elkaar boven de eieren zijn gepositioneerd.

In een alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, kunnen één of meerdere systemen (zuigbuizen (6) en blaasmonden (8)) zoals hierboven beschreven door middel van een zijdelingse beweging boven en onder het ei gepositioneerd worden. De diverse uitvoeringsvormen kunnen dus per rij van de voorbroedlade uitgevoerd worden, maar ook op een zijdelings beweegbare unit geplaatst worden. Ook hier zijn veel verschillende uitvoeringsvormen mogelijk, afhankelijk van de gewenste capaciteit van de machinelijn.

In een specifieke uitvoeringsvorm kan de inrichting voorzien worden van een afzuiging, waardoor eventueel vrijkomende schadelijke gassen afgezogen worden.

In een andere specifieke uitvoeringsvorm kan de machine voorzien worden van een systeem om de eieren en/of de

machine te desinfecteren	. Dit	kan	bijvoorbeeld	uitgevoerd
worden doormiddel van	het	sprayen van	een	bepaalde
desinfectie vloeistof	over	de	eieren	of	over de
machinedelen.
In een andere specifieke	uitvoeringsvorm kan	de	inrichting

voorzien worden van middelen om de inrichting gemakkelijk schoon te maken, zoals een snelkoppeling in de afzuigbuis,

BE2017/5832

om het inwendig van de	klep	en de afzuigbuis	schoon	te
kunnen maken.
De uitvinding betreft	eveneens een werkwijze	voor	het
automatisch verwijderen	van	afgekeurde eieren	uit	een

voorbroedlade, omvattende één of meerdere zuigbuizen en één of meerdere blaasmonden voor het verwijderen van een ei en een transportsysteem voor het transporteren van een voorbroedlade, de werkwijze omvattende de volgende stappen:

a) positioneren van het ei onder een zuigbuis en boven een blaasmond, b) omhoog zuigen van het ei via de zuigbuis en

c) tegelijkertijd aan de onderzijde omhoog blazen van het afgekeurde ei (2) via de blaasmond (8).

In een bepaalde uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het automatisch verwijderen van afgekeurde eieren uit een voorbroedlade, omvattende één of meerdere kleppen/ zuigbuizen en één of meerdere blaasmonden voor het verwijderen van een ei en een transportsysteem voor het transporteren van een voorbroedlade, waarbij in een tweede verwijderingsstap de vastgekleefde eieren verwijderd worden, omvat de werkwijze de volgende stappen: a) positioneren van het ei onder een zuigbuis en boven een blaasmond, b) de verticaal beweegbare buis naar beneden bewegen zodat het ei zich gedeeltelijk of helemaal in de buis bevindt, c) tegelijkertijd via de blaasmond een verticale beweging naar boven maken zodat het ei vanaf de onderzijde opgetild wordt en verder de buis ingedrukt wordt en d) optioneel wegzuigen van het ei of de eierresten via de zuigbuis.

BE2017/5832

In een bepaalde uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding, wordt tijdens het transporteren van de voorbroedlade door middel van een controlemedium bepaald of het afgekeurde ei dat weg had moeten zijn ook daadwerkelijk weg is.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding, wordt de voorbroedlade terug getransporteerd tot het ei zich weer onder de zuigbuis en boven de blaasmond bevindt.

In een bepaalde uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding, kan het blazen tijdens het omhoog drukken van het ei aan of uit gezet worden.

In een alternatieve uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding, staat de voorbroedlade stil tijdens het verwijderen van het ei.

In een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding, wordt de voorbroedlade gestopt en de transportrichting omgedraaid als het ei niet weg is.

De voorbroedlade op het transportsysteem heeft bij voorkeur een constante snelheid of staat stil tijdens het verwijderen van het ei.

In een bepaalde uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding, wordt in een controlestation in een eerdere

BE2017/5832 stap een ei gedetecteerd als afgekeurd en wordt de positie van het ei in de voorbroedlade opgeslagen.

In een bepaalde uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding, zijn in het eerste station de zuigbuis en de blaasmond niet beweegbaar.

De uitvinding betreft ook het gebruik van een blaassysteem onderaan het ei voor het verwijderen van afgekeurde eieren uit een voorbroedlade.

De uitvinding betreft ook het gebruik van een duwsysteem onderaan het ei voor het verwijderen van afgekeurde eieren uit een voorbroedlade.

De uitvinding betreft ook het gebruik van een duwsysteem zoals hiervoor beschreven waarbij een zuigsysteem boven het ei zorgt voor het wegzuigen van (uiteengevallen) eieren of eierresten uit een voorbroedlade, waarbij zowel een vaste als een beweegbare zuigbuis kan gebruikt worden.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekening, waarin:

figuur 1 een voorbroedlade 3 volgens de uitvinding weergeeft ;

figuur 2 een transportsysteem 4 volgens de uitvinding weergeeft ;

BE2017/5832 figuur 3 een klep 5 volgens de uitvinding weergeeft; figuur 4 de verticale zuigbuis 6 boven het ei in ingetrokken (4a) en uitgeschoven 7 (4b) toestand weergeeft ;

figuur 5 blaasmonden 8 vanaf de onderzijde van de voorbroedlade 3 weergeeft;

figuur 6 blaasmonden 8 met een duwsysteem 9 met verticale beweging weergeeft volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding; en figuur 7 een opstelling van een inrichting 1 volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding weergeeft.

De eieren staan tijdens de eerste (ongeveer) 18 dagen gewoonlijk in voorbroedlades, zoals weergegeven in figuur 1, waar een voorbroedlade 3 wordt voorgesteld met 10x15 eieren 2. In de markt zijn talloze uitvoeringsvormen bekend van deze voorbroedlades.

Na het broedproces wordt de voorbroedlade 3 getransporteerd op een transporteersysteem 4. De status per ei is bekend na het controlestation. De afgekeurde/gaseieren kunnen nu verwijderd worden.

Figuur 2 toont een transportsysteem 4 voor het transporteren van één of meerdere voorbroedlades 3. De voorbroedlade wordt getransporteerd door middel van een smalle riem of ketting aan de buitenzijde (niet getoond op de figuur) . De positie van de voorbroedlade op de riem is bekend omdat het transportsysteem voorzien is van een encoder (niet getoond op de figuur). De encoder

BE2017/5832 communiceert met een besturing zodat de positie van de voorbroedlade bekend is. De voorwaarde is dat er een bepaalde mate van wrijving nodig is tussen het transportmedium en de voorbroedlade zodat de voorbroedlade niet verschuift op het transportmedium.

Uiteraard is het mogelijk om op een andere manier de voorbroedlade te transporteren. Bovenstaand voorbeeld is alleen een mogelijke uitvoeringsvorm.

De machine die de eieren verwijdert bestaat uit twee delen. Het eerste is een vacuümsysteem en het tweede is een persluchtsysteem.

Vlak boven elk ei 2 is een buis 6 gepositioneerd (niet getoond op de figuur) met een afsluitbare klep 5, zoals weergegeven in figuur 3. Deze buis is verbonden met een vat wat op een bepaald vacuüm wordt gehouden door middel van bijvoorbeeld een vacuümpomp of een zijkanaalventilator.

Figuur 4 toont de verticale zuigbuis 6 boven het ei 2 in ingetrokken (figuur 4A) en uitgeschoven (figuur 4B) toestand.

Het te verwijderen ei 2 wordt gepositioneerd onder de klep 5 door middel van het transportsysteem 4. Op een bepaald moment wordt de klep 5 geopend waardoor het ei 2 omhoog gezogen wordt door de zuigbuis 6. Tegelijkertijd wordt aan de onderzijde door middel van een bepaalde luchtstroom of overdruk tegen de onderzijde van het ei 2 geblazen. Figuur 5 toont de blaasmonden 8 aan de onderzijde van het ei 2.

BE2017/5832

De blaaskracht 8 en de zuigkracht 6 werken samen om het ei 2 dat verwijderd moet worden tussen de ander eieren uit te halen.

In een praktische uitvoeringsvorm heeft de voorbroedlade een bepaalde constante snelheid is en is de timing van het openen van de klep 5 (wanneer de klep open gaat of het zuigen begint en voor hoe lang) en de timing van het blazen (wanneer het blazen begint en voor hoe lang) volledig onafhankelijk van elkaar in te stellen.

Uiteraard is het niet noodzakelijk dat de voorbroedlade een bepaalde snelheid heeft. Ook bij stilstand functioneert het systeem, maar het nadeel is dat het de capaciteit van de machinelijn negatief beïnvloedt.

Broederijen zijn genoodzaakt om personeelskosten zo laag mogelijk te houden. De capaciteit van de machinelijn is daarom zeer belangrijk. In de huidige uitvinding is het mogelijk om de eieren tijdens het transport uit de voorbroedlade te verwijderen waardoor de capaciteit van de lijn hoog blijft.

Als de benodigde capaciteit van de machinelijn het niet toelaat om bij de vastzittende eieren het transport terug te laten draaien en zodoende het ei dat ten onrechte niet verwijderd is opnieuw onder de zuigbuis te positioneren, is het ook mogelijk om de voorbroedlade door te voeren naar een aanvullende machinedeel.

In dit aanvullende machinedeel worden dan de vastzittende

BE2017/5832 gaseieren alsnog verwijderd op de bovenstaand beschreven manier met de beweegbare zuigbuis en de beweegbare blaasmond. Uiteraard worden dan de investeringskosten hoger, maar de capaciteit van de machinelijn ook.

Figuur 7 toont een opstelling van een inrichting 1 volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Deze omvat een transportsysteem 4 voor het voortbewegen van voorbroedlades 3.

Boven de loopband van het transportsysteem 4 is een deelinrichting met kleppen 5 en bijhorende zuigbuizen voorzien. Onder het transportsysteem 4 is een deelinrichting voorzien met blaasmonden 8, al of niet verticaal beweegbaar.

Tijdens het verwijderen van afgekeurde eieren 2 bevindt de voorbroedlade 3 zich en/of boven de voornoemde deelinrichtingen.

onder

De werking van de inrichting 1 is als volgt.

In een eerste station worden de afgekeurde eieren 2, meestal gaseieren, verwijderd op de manier zoals hiervoor beschreven. Vervolgens gebeurt een nacontrole stap in een tweede station voor het verwijderen van met name vastgekleefde afgekeurde eieren die niet effectief verwijderd werden in de eerste stap. Beide stations zijn uitgevoerd met een zuigbuis boven het ei en een blaasmond onder het ei.

Tijdens het passeren van de voorbroedlade wordt door middel van een controlemedium bepaald of het ei dat weg had moeten zijn ook daadwerkelijk weg is. Als het ei niet weg is,

BE2017/5832 wordt de voorbroedlade gestopt en draait de transportrichting om.

De voorbroedlade wordt terug getransporteerd tot het ei zich weer onder de zuigbuis bevindt en boven de blaasmond. De voorbroedlade wordt stilgezet.

In de zuigbuis 6 is ook een verticaal beweegbare buis 7 opgenomen. Deze buis 7 wordt door middel van bijvoorbeeld een cilinder naar beneden gestuurd, zodat het ei 2 zich gedeeltelijk of helemaal in de buis bevindt.

De blaasmond 8 aan de onderzijde van de voorbroedlade 3 kan ook een verticale beweging 9 naar boven maken, zoals weergegeven in figuur 6. In een specifieke uitvoeringsvorm wordt deze blaasmond 8 door middel van een pneumatische cilinder naar boven gestuurd.

De slag/duwbeweging van deze verticale beweging 9 is zodanig dat deze het ei vanaf de onderzijde opgetild kan worden.

De blaasmond 8 heeft, in een bepaalde voorkeur dragende uitvoeringsvorm, min of meer de vorm van een schaal of kom waardoor de schaal van het ei ondersteund wordt.

De cilinder zorgt ervoor dat het ei 2 losgedrukt wordt uit de voorbroedlade 3 en verder de buis 6,7 ingedrukt wordt.

Mocht het gasei hierdoor exploderen dan vormt de buis 6,7 een afscherming voor het materiaal dat rondvliegt. Het vacuüm in de zuigbuis 6 zorgt ervoor dat het ei of de

BE2017/5832 eierresten weggezogen worden.

Op deze manier wordt het gasei altijd verwijderd en wordt de omgeving niet vervuild. Het blazen tijdens het omhoog drukken van het ei kan desgewenst aan of uit gezet worden.

In een praktische uitvoeringsvorm is het mogelijk om de kleppen in twee rijen achter elkaar boven de eieren te positioneren.

Als bijvoorbeeld een voorbroedlade toegepast wordt waarbij eieren naast elkaar liggen, kan rij 1 bestaan uit 5 kleppen naast elkaar en rij 2 uit 5 kleppen naast elkaar. In dit geval pakken de kleppen op de eerste rij ei 1,3,5,7,9 en de kleppen op rij 2 ei 2,4,6,8,10. Dit wordt voornamelijk gedaan omdat de kleppen breder kunnen zijn dan de steek tussen de eieren. Uiteraard zijn er vele configuraties en uitvoeringsvormen mogelijk.

Een mogelijke uitvoeringsvorm is dat in het eerste station de zuigbuis 6 niet kan bewegen en dat ook de blaasmond 8 ook niet kan bewegen. Bij het tweede station zijn dan de beweegbare zuigbuis 6,7 en beweegbare blaasmond 8,9 wel aanwezig.

In praktijk is er maar een klein percentage van de gaseieren vastgeplakt. Daarom is het ook mogelijk maar 1 of enkele kleppen toe te passen die door middel van een zijdelingse beweging toch boven het ei wat er uit moet worden gedrukt gepositioneerd kan worden. Deze zijdelingse beweging kan dan plaats vinden met behulp van een

BE2017/5832 elektrische of pneumatische aandrijving, of op een alternatieve wijze.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding zoals gedefinieerd door de conclusies, kunnen volgens allerlei varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies .

1. - Inrichting (1) voor het automatisch verwijderen van afgekeurde eieren (2) uit een voorbroedlade (3), waarbij de inrichting (1) is voorzien van een zuigkracht (6) boven het ei (2) om het ei (2) omhoog te zuigen, daardoor gekenmerkt dat de inrichting tevens is voorzien van een blaaskracht (8) tegen de onderzijde van het ei (2) om het ei (2) weg te blazen, waarbij de blaaskracht een bepaalde luchtstroom of overdruk tegen de onderzijde van het ei blaast.
2. - Inrichting (1) volgens conclusie 1 daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) een duwsysteem (9) omvat waarmee het af gekeurde ei (2) aan de onderzijde uit de voorbroedlade (3) omhoog geduwd wordt.
3. - Inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat enkel de afgekeurde eieren (2) uit de voorbroedlade (3) verwijderd worden en niet de niet afgekeurde eieren.
4.- Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) een vacuüm(6) en persluchtsysteem (8) omvat voor het weghalen van de afgekeurde eieren (2) tussen de andere goedgekeurde eieren (2).
5.- Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zuigkracht

BE2017/5832 voorzien wordt door een zuigbuis (6) met afsluitbare klep (5) die verbonden is aan een vacuüm voorziening, en de blaaskracht voorzien wordt door blaasmonden (8) die met een bepaalde luchtstroom of overdruk tegen de onderzijde van het ei (2) blazen.
6.- Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de blaaskracht wordt voorzien door blaasmonden (8) die een luchtstroom of overdruk tegen de onderzijde van het ei (2) blazen.

7.- Inrichting (1) volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van een blaasmond (8) voorzien van een duwsysteem (9) met een verticale beweging voor het losduwen van een ei (2) uit

de voorbroedlade (3).
8. - Inrichting (1) volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de verticale beweging van het duwsysteem (9) van de blaasmond (8) door een pneumatische cilinder wordt aangestuurd.
9. - Inrichting (1) volgens conclusie 5 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de blaasmond (8) een vorm heeft van een schaal of kom die de schaal van het ei (2) ondersteunt.
10. - Inrichting (1) volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de zuigbuis (6) verder voorzien is van een verticaal beweegbare buis (7).

11.- Inrichting (1) volgens conclusie 5 of 10, daardoor

BE2017/5832 gekenmerkt dat de zuigbuis (6) het ei (2) of de eierresten wegzuigt.

12.- Inrichting (1) conclusies, daardoor afgezogen wordt. volgens gekenmerkt één dat van het de ei voorgaande (2) nadien 13.- Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het ei - (2) een gasei betreft. 14.- Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het ei (2) vastgekleefd is aan de voorbroedlade (3) . 15.- Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) een transportsysteem ( 4 ) omvat voor ? het transporteren van de voorbroedlades (3) . 16.- Inrichting (1) volgens conclusie 15, daardoor

gekenmerkt dat het transportsysteem (4) de voorbroedlade (3) doet bewegen op een bepaalde snelheid in twee richtingen, heen en terug, of doet stilstaan.

17.- Inrichting (1) volgens één van de conclusies 5 tot 16, daardoor gekenmerkt dat het openen en/of sluiten van de klep (5) en het openen en/of sluiten van het blazen (8) en/of het bewegen van de zuigbuis (6) en/of het bewegen van de uitdrukker (9) van het ei (2) onafhankelijk van elkaar is in te stellen.

BE2017/5832

18. - Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van een eerste station omvattende een zuigbuis (6) boven het ei (2) en een blaasmond (8) onder het ei (2) voor het verwijderen van afgekeurde eieren (2) , en een tweede station omvattende een dergelijke zuigbuis (6) en een dergelijke blaasmond (8) voor het verwijderen van vastgekleefde afgekeurde eieren (2), waarbij optioneel de zuigbuis (6) en/of de blaasmond (8) verticaal beweegbaar (7) zijn.

19. - Inrichting (1) volgens conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat de zuigbuis (6) en de blaasmond (8) van het tweede station verticaal beweegbaar (7,9) is uitgevoerd.

20. - Inrichting (1) volgens één van de conclusies 5 tot 19, daardoor gekenmerkt dat het aantal en de positie van de zuigbuizen (6) boven en blaasmonden (8) onder de eieren (2) overeenkomt met het aantal rijen en de positie van de eieren (2) in de voorbroedlade (3).

21. - Inrichting (1) volgens één van de conclusies 5 tot 19, daardoor gekenmerkt dat deze in twee of meerdere rijen achter elkaar volgens de doorstroomrichting boven en onder de eieren (2) is gepositioneerd.

22. - Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat één of meerdere zuigbuizen (6) / blaasmonden (8) door middel van een

BE2017/5832 zijdelingse beweging boven en onder het ei (2) gepositioneerd kunnen worden.

23. - Werkwijze voor het automatisch verwijderen van afgekeurde eieren (2) uit een voorbroedlade (3), omvattende één of meerdere zuigbuizen (6) en één of meerdere blaasmonden (8) voor het verwijderen van een ei (2) volgens één van de conclusies 1 tot 22, en een transportsysteem (4) voor het transporteren van een voorbroedlade, de werkwijze omvattende de volgende stappen :

a) Positioneren van het ei (2) onder een zuigbuis (6) en boven een blaasmond (8),

b) Omhoog zuigen van het ei (2) via de zuigbuis (6),

24. - Werkwijze volgens voorgaande conclusie waarbij in een tweede verwijderingsstap de vastgekleefde eieren verwijderd worden, de werkwijze omvattende de volgende stappen :

b) De verticaal beweegbare zuigbuis (7) naar beneden bewegen zodat het ei (2) zich gedeeltelijk of helemaal in de zuigbuis (6) bevindt,

c) Tegelijkertijd via de blaasmond (8) een verticale beweging naar boven maken zodat het ei (2) vanaf de onderzijde opgetild wordt en verder de zuigbuis (6) ingeduwd wordt,

BE2017/5832

d) Optioneel wegzuigen van het ei (2) of de eierresten via de zuigbuis (6).

25.- Werkwijze volgens conclusie 23 of 24, waarbij tijdens het transporteren van de voorbroedlade (3) door middel van een controlemedium bepaald wordt of het afgekeurde ei (2) dat weg had moeten zijn ook daadwerkelijk weg is.

26. - Werkwijze volgens conclusie 23 of 24, waarbij de voorbroedlade (3) wordt terug getransporteerd tot het ei (2) zich weer onder de zuigbuis (6) en boven de blaasmond (8) bevindt.

27. - Werkwijze volgens conclusie 23 of 24, waarbij het blazen (8) tijdens het omhoog drukken van het ei (2) aan of uit gezet kan worden.

28. - Werkwijze volgens conclusie 23 of 24, waarbij de voorbroedlade (3) stilstaat tijdens het verwijderen van het ei (2).

29. - Werkwijze volgens conclusie 23 of 24, waarbij de voorbroedlade (3) wordt gestopt en de transportrichting omgedraaid als het ei (2) niet weg is.

30. - Werkwijze volgens één van de conclusies 23 tot 29, waarbij de voorbroedlade (3) op het transportsysteem (4) een constante snelheid heeft of stilstaat.

BE2017/5832

31. - Werkwijze volgens conclusie 23 of 24, waarbij eerder in een controlestation een ei (2) wordt gedetecteerd als afgekeurd en de positie van het ei (2) in de voorbroedlade (3) opgeslagen wordt.

32. - Werkwijze volgens conclusie 23, waarbij in het eerste verwijderingsstap de zuigbuis (6) en de blaasmond (8) niet beweegbaar zijn.

33. - Gebruik van een blaassysteem (8, 9) onderaan het ei (2) voor het verwijderen van afgekeurde eieren (2) uit een voorbroedlade.

34. - Gebruik volgens conclusie 33 van een duwsysteem (8, 9) onderaan het ei (2) voor het verwijderen van afgekeurde eieren (2) uit een voorbroedlade.

35. - Gebruik volgens conclusie 33, daardoor gekenmerkt dat een zuigsysteem (6) boven het ei (2) zorgt voor het wegzuigen van uiteengevallen eieren (2) of eierresten uit een voorbroedlade (3).