BE1019292A3 - Inrichting voor het opnemen en/of verplaatsen van een ei. - Google Patents

Inrichting voor het opnemen en/of verplaatsen van een ei. Download PDF

Info

Publication number
BE1019292A3
BE1019292A3 BE2010/0243A BE201000243A BE1019292A3 BE 1019292 A3 BE1019292 A3 BE 1019292A3 BE 2010/0243 A BE2010/0243 A BE 2010/0243A BE 201000243 A BE201000243 A BE 201000243A BE 1019292 A3 BE1019292 A3 BE 1019292A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
egg
eggs
vacuum
suction cup
suction
Prior art date
Application number
BE2010/0243A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Innovatec B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Innovatec B V filed Critical Innovatec B V
Priority to BE2010/0243A priority Critical patent/BE1019292A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1019292A3 publication Critical patent/BE1019292A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K43/00Testing, sorting or cleaning eggs ; Conveying devices ; Pick-up devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B23/00Packaging fragile or shock-sensitive articles other than bottles; Unpacking eggs
    • B65B23/02Packaging or unpacking eggs
    • B65B23/06Arranging, feeding, or orientating the eggs to be packed; Removing eggs from trays or cartons
    • B65B23/08Arranging, feeding, or orientating the eggs to be packed; Removing eggs from trays or cartons using grippers

Abstract

Inrichting (1) voor opnemen en/of verplaatsen van een ei (2), omvattende zuignap (3) in de vorm van flexibele buis (8) axiaal uitrekbaar tussen uitgerekte en ingetrokken positie, die aan één uiteinde (6) een zuigmond (7) bevat voor onder vacuüm aanzuigen van een ei (2) en aan het andere uiteinde (4) is aangesloten op een vacuüminrichting (5) teneinde ruimte in de buis (8) onder vacuüm te kunnen plaatsen, waarbij de inrichting (1) een regeling (9) van het vacuüm in de buis (8) bevat teneinde het vacuüm te kunnen opvoeren of aflaten zodat de lengte van de zuignap (3) geleidelijk kan worden gewijzigd tussen uitgerekte en ingetrokken positie.

Description

Inrichting voor het opnemen en/of verplaatsen van een ei
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opnemen en/of verplaatsen van een ei.
Meer speciaal is de uitvinding bedoeld voor het opnemen, het verplaatsen en het vervolgens neerleggen van een ei.
Het is bekend dat eieren zeer breekbaar zijn. en met de nodige zorg moeten worden behandeld.
Beschadigingen van de eierschaal zijn immers nadelig, niet alleen voor consumptie-eieren maar ook voor voorgebroede eieren.
In bedrijven waar eieren worden uitgebroed, of met andere woorden zogenaamde kuikenbroederijen, moeten de voorgebroede eieren meermaals tijdens het broedproces worden verplaatst. Elke verplaatsing of manipulatie van de eieren moet zeer voorzichtig gebeuren om een zo hoog mogelijk aantal uitgekomen kuikens te kunnen realiseren en tegen een zo laag mogelijke kostprijs.
In eerste instantie worden de bevruchte eieren, afhankelijk van het soort pluimvee, gedurende een zeker aantal dagen in een voorbroedmachine geplaatst. De eieren worden daarbij in voorbroedlades met eihouders gelegd, waarbij elke eihouder bestemd is voor het bevatten van slechts één ei.
Na een zeker aantal dagen worden de voorbroedlades uit deze machine gehaald waarna deze eieren worden geschouwd.
Bij het schouwen worden de eieren gekeurd op aanwezigheid en/of levensvatbaarheid van het embryo of kuiken, waarna de goedgekeurde eieren in een uitkombak dienen te worden gelegd teneinde de uitkomende kuikens voldoende plaats te geven om uit de eieren te komen.
In tegenstelling tot de voorbroedlades zijn in deze uitkombakken geen individuele eihouders voorzien en bestaat de uitkombak uit een kuip met een vlakke of bijna vlakke bodem en opstaande wanden.
Voor het schouwen kan een schouweenheid en/of overlegeenheid worden gebruikt, waarbij in de schouweenheid de voorbroedlade wordt aangebracht en de eieren worden gekeurd. Vervolgens kunnen in de overlegeenheid de goedgekeurde eieren uit de voorbroedlade worden opgenomen en in de uitkombak gelegd.
Een nadeel is dat de eieren beschadigd kunnen raken bij het opnemen uit de voorbroedlade en de plaatsing in de uitkombak.
Zeker in een geautomatiseerd proces waarbij de uitkombakken via een transportband worden aangevoerd, is het risico op beschadiging van de eieren erg groot.
Zo kunnen de eieren bij verandering van.de snelheid van de transportband en/of het stopzetten van de transportband tegen elkaar en/of tegen de wanden van de uitkombak botsen.
Ook kunnen bij het overleggen de eieren te hard op de bodem van de uitkombak botsen met alle nadelige gevolgen vandien.
Zelfs in processen waar de uitkombak en voorbroedlade ter hoogte van de overlegeenheid tijdelijk worden stilgezet door middel van een stopper zijn botsingen tussen de eieren onderling of botsingen met de wand of de bodem van de uitkombak onvermijdelijk.
Al deze botsingen beschadigen de eierschaal, wat nadelig is voor het uiteindelijk uitkompercentage kuikens, aangezien door de beschadigde eierschaal bacteriën of schimmels in het ei kunnen binnendringen waardoor het embryo of kuiken ziek kan worden of zelfs sterven.
Het is verder ook bekend dat bij het schouwen en overleggen van de eieren, het aantal in de uitkombak geplaatste eieren niet constant is maar afhankelijk is van de kwaliteit van de voorgebroede eieren.
Hierdoor is het aantal in de uitkombak geplaatste eieren niet constant. Om de efficiëntie van de broederij zo hoog mogelijk te houden, is het gewenst dat elke uitkombak eenzelfde optimaal aantal eieren bevat, één en ander zodat de uitkommachine optimaal benut wordt met betrekking tot vulgraad en broedproces.
Indien het aantal eieren in de uitkombak kleiner is dan deze streefwaarde, kunnen er eieren bijgelegd worden in de uitkombak. Uiteraard is het ook mogelijk eieren in de voorbroedlade bij te leggen alvorens de eieren van de voorbroedlade in de uitkombak te plaatsen.
Voor het bijleggen van eieren in de uitkombak kan men gebruik maken van een eibijlegmodule die een aantal eieren in de uitkombak plaatst zodat na doorgang door de eibijlegmodule de uitkombak het optimaal aantal eieren bevat en naar de uitkommachine kan worden gebracht.
Zeker bij het plaatsen van de eieren door de eibijlegmodule in een uitkombak is de kans op beschadigingen zeer groot.
Immers, de eieren worden in de bij legmodule tussen of op reeds aanwezige eieren gelegd die zich op willekeurige posities bevinden.
Het is dan ook mogelijk dat een ei bovenop een reeds aanwezig ei wordt geplaatst en deze botsing kan uiteraard de eierschaal ernstig beschadigen met alle nadelige gevolgen vandien.
Ook kan bij het plaatsen van een ei een reeds aanwezig ei weggeduwd worden waardoor het op zijn beurt dan weer tegen andere eieren of een wand van de uitkombak kan botsen.
Het is dan ook duidelijk dat door het bijleggen van eieren de gewenste verhoging van het uitkompercentage in het gedrang komt, ondanks het feit dat dergelijke eibijlegmodule hogere kosten, een complexere regeling en dergelijke met zich meebrengt.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meerdere van de voornoemde en/of andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een inrichting voor het opnemen en/of verplaatsen van een ei, die hoofdzakelijk bestaat uit een zuignap in de vorm van een flexibele buis die in axiale richting uitrekbaar is tussen een uitgerekte positie en een ingetrokken positie, en die aan één uiteinde voorzien is van een zuigmond voor het onder vacuüm aanzuigen van een ei en die aan het andere uiteinde is aangesloten op een vacuüminrichting teneinde de ruimte in de buis onder vacuüm te kunnen plaatsen, en waarbij de inrichting is uitgerust met een regeling van het vacuüm in de buis teneinde het vacuüm geleidelijk te kunnen opvoeren of aflaten op zodanige manier dat de lengte van de zuignap geleidelijk tussen de voornoemde uitgerekte en ingetrokken positie kan worden gewijzigd.
Een voordeel is dat de voorgebroede eieren voorzichtig kunnen worden neergelegd door het geleidelijk opheffen van de onderdruk.
Nog een voordeel is dat de uitvinding toelaat eieren in een voorbroedlade, uitkombak of dergelijke te leggen zonder toepassing van een motor, cilinder of andere aandrijfmiddelen, wat uiteraard kostenbesparend werkt.
De inrichting is bijzonder voordelig voor het plaatsen van een ei tussen en/of op andere eieren in bijvoorbeeld een uitkombak.
Immers, door de flexibiliteit van de zuignap en de aanpassing van de lengte zal het te plaatsen ei zich een weg zoeken tussen de reeds aanwezige eieren en zacht neerkomen op bijvoorbeeld de bodem van de uitkombak.
De inrichting is ook voordelig in een complexe inrichting waarbij de uitkombak via een transportband wordt aangevoerd doordat het ei in de ingetrokken positie van de zuignap voldoende hoog boven de uitkombak wordt gehouden. Hierdoor is het uitgesloten dat het ei de rand van de uitkombak raakt wanneer de uitkombak onder het ei wordt verplaatst of wanneer de ingetrokken zuignap inclusief ei langs de rand van de uitkombak wordt verplaatst.
Een daaraan verbonden voordeel is dat de eieren elkaar hoogstens zacht raken en dus niet beschadigd raken of kapot gaan, één en ander zodat het uitkompercentage aanzienlijk kan stijgen.
Uit het voorgaande is duidelijk dat dankzij de flexibele uitrekbare zuignap eieren in een reeds gedeeltelijk met broedeieren gevulde uitkombak bij gelegd kunnen worden, waarbij iedere zuignap op verschillende hoogtes eieren kan bijleggen, bijvoorbeeld op andere eieren of op de bodem, zonder aanleiding tot beschadiging te geven.
In de meest praktische uitvoeringsvorm is de inrichting voorzien van middelen die toelaten de zuignap volgens voornoemde axiale richting te verplaatsen teneinde de zuigmond in de nabijheid van een op te nemen ei te brengen.
Bij voorkeur is de inrichting voorzien van meerdere zuignappen voor het gelijktijdig opnemen van één of meerdere eieren en is het lengteverschil tussen een zuignap in ingetrokken positie en uitgerekte positie nagenoeg gelijk aan of groter dan de afmetingen van een ei.
Een voordeel is dat het ei door de ingetrokken zuignap voldoende hoog wordt opgetrokken zodat de onderkant van het ei hoger gelegen is dan de onderkant van naburige zuignappen in uitgerekte positie.
Nog een voordeel is dat het ei zeer zacht kan worden neergelegd gezien de zeer minieme en dus aanvaardbare valhoogte.
In een praktische uitvoeringsvorm voor het opnemen en verplaatsen van kippeneieren heeft de zuignap in de ingetrokken positie een lengte van maximaal 60 millimeter en in de uitgerekte positie een lengte van meer dan 120 millimeter en is de zuignap minimaal uitrekbaar over een afstand van 60 millimeter, liever nog over een afstand van 70 millimeter aangezien de grootste kippeneieren ongeveer 70 millimeter zijn.
Het spreekt voor zich dat voor eieren van ander pluimvee andere afmetingen wenselijk kunnen zijn.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een inrichting volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een praktische uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuren 2 en 3 een detail van figuur 1 in de ingetrokken en uitgerekte positie van de zuignap weergeven; figuur 4 een opstelling voor het schouwen en overleggen van eieren weergeeft waarin de uitvinding kan worden toegepast.
In figuur 1 is schematisch een inrichting 1 voor het opnemen van een ei 2 weergegeven die hoofdzakelijk een zuignap 3 bevat die aan één uiteinde 4 is aangesloten op een vacuüminrichting 5 die aan het ander uiteinde 6 voorzien is van een zuigmond 7 voor het onder vacuüm aanzuigen van een ei 2.
Bij voorkeur is de voornoemde zuigmond 7 trechtervormig uitgevoerd, doch de uitvinding is hiertoe niet beperkt.
De zuignap 3 is in de vorm van een flexibele buis 8 uitgevoerd waarbij de buis 8 in axiale richting uitrekbaar is tussen een uitgerekte positie en een ingetrokken positie.
Alhoewel de buis 8 in figuur 1 over de volledige axiale richting van een harmonicastructuur is voorzien, hoeft dit niet noodzakelijk zo te zijn en is het ook mogelijk dat slechts een deel van de buis 8 flexibel is uitgevoerd.
Teneinde voldoende flexibiliteit te bewerkstelligen, kan de voornoemde zuignap 3 minstens gedeeltelijk uit neopreen, rubber of dergelijke zijn vervaardigd.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het lengteverschil in axiale richting tussen de ingetrokken en uitgerekte positie van de zuignap 3 groter dan de afmetingen van het op te nemen of te verplaatsen ei, één en ander zodat het ei zeer voorzichtig kan worden neergelegd.
Het is in een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding ook mogelijk dat het lengteverschil tussen de ingetrokken en uitgerekte positie nagenoeg gelijk is aan de afmetingen van het ei, zodat de valhoogte bij het neerleggen van een ei zeer miniem blijft.
In een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding voor bijvoorbeeld kippeneieren heeft de zuignap 3 een lengte A van maximaal 60 millimeter in de ingetrokken positie en/of een lengte B van minstens 120 millimeter in de uitgerekte positie en is de zuignap 3 minimaal uitrekbaar over een afstand van 60 millimeter.
In figuur 1 is een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven waarbij de inrichting 1 meerdere gelijkaardige zuignappen 3 bevat teneinde meerdere eieren 2 al dan niet gelijktijdig op te nemen.
In de meest voorkeurdragende variant zijn de zuignappen 3 daarbij in rijen en/of kolommen gerangschikt.
De zuignappen kunnen daarbij in een rechthoekig patroon zijn geschikt, doch het is ook mogelijk dat ze volgens rijen geschikt zijn die onderling ten opzichte van elkaar verschoven zijn.
Het aantal rijen en/of kolommen kan in functie van het gebruik van de inrichting 1 worden gekozen.
In voorbroedlades worden eieren bijvoorbeeld in individuele eihouders aangebracht en deze eihouders zijn meestal op regelmatige afstanden van elkaar aangebracht. Door de schikking van de zuignappen 3 van eenzelfde tussenafstand te voorzien, kunnen alle eieren 2 uit de voorbroedlade desgevallend gelijktijdig worden opgenomen.
Volgens de uitvinding is de inrichting 1 voorzien van een regeling 9 van het vacuüm in de buis 8, teneinde het vacuüm geleidelijk te kunnen opvoeren of aflaten op zodanige manier dat de lengte van de zuignap 3 geleidelijk wordt gewijzigd tussen de uitgerekte en ingetrokken positie.
In de meest praktische uitvoeringsvorm wordt deze regeling 9 gerealiseerd door middel van een gekalibreerde opening 10 in de aansluiting 11 van de buis 8 op de vacuüminrichting 5, zoals in figuur 2 is weergegeven, doch alternatieven hiervan zijn niet uitgesloten.
Bij voorkeur is een instelling van de onderdruk voor de vacuüminrichting 5 eveneens voorzien.
De zuignap 3 is met het uiteinde 4 op de voornoemde vacuüminrichting 5 aangesloten, bijvoorbeeld door middel van een leiding 12 met een ventiel 13.
Deze leiding 12 kan in de vorm van een flexibele slang zijn uitgevoerd.
In de uitvoeringsvorm met meerdere zuignappen 3 is bij voorkeur elke zuignap 3 via een afzonderlijke leiding 12 en ventiel 13 verbonden met de vacuüminrichting 5 teneinde één of meerdere eieren 2 op te nemen of neer te leggen.
In een vereenvoudigde niet-weergegeven variant is het mogelijk dat alle zuignappen 3 op een gemeenschappelijke leiding aansluiten, één en ander zodat alle eieren in één keer kunnen worden opgepakt of neergelegd.
In een praktische variant van de uitvinding wordt de inrichting 1 voorzien van middelen voor het verplaatsen van de zuignap 3 in axiale richting teneinde de zuigmond 7 in de nabijheid van een op te nemen ei 2 te brengen.
De voornoemde middelen kunnen alle zuignappen 3 eenzelfde verplaatsing laten uitvoeren, wat praktisch kan zijn bij het vullen van bijvoorbeeld voorbroedlades of uitkombakken De werkwijze voor het opnemen van een ei 2 door middel van de inrichting 1 volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt.
Wanneer bijvoorbeeld een ei 2 uit een voorbroedlade moet worden opgenomen, dient de zuigmond 7 op het ei 2 te worden geplaatst.
Hierbij kan desgevallend een verplaatsing van de zuignap 3 in axiale richting worden uitgevoerd, tot de zuigmond 7 zich tegen het oppervlak van het ei 2 bevindt.
Door het ventiel 13 te openen en de zuignap 3 in verbinding met de vacuüminrichting 5 te stellen, wordt de onderdruk van de vacuümkamer doorgegeven en wordt zodoende de ruimte tussen zuigmond 7 en ei 2 vacuüm getrokken, waardoor het ei 2 door de zuigmond 7 wordt aangezogen.
Door het aanzuigen van het ei 2 zal de buis 8 axiaal worden ingetrokken, zodat de eieren 2 eveneens in opwaartse richting worden verplaatst.
Door de aanwezigheid van de kleine gekalibreerde opening 10 aan de aansluiting 11 met de vacuüminrichting 5 kan er slechts een geringe hoeveelheid lucht verplaatsen zodat het vacuüm geleidelijk wordt opgevoerd.
Het is dan ook duidelijk dat de snelheid van het opnemen van het ei niet enkel afhankelijk is van de gekozen onderdruk in de vacuümkamer maar ook van de grootte van de gekalibreerde opening.
De werkwijze voor het neerleggen van een ei is gelijkaardig en als volgt.
Het aangezogen ei 2 kan vooreerst tot boven de gewenste locatie worden verplaatst, waartoe de inrichting 1 kan voorzien zijn van middelen voor het verplaatsen van de zuignap in de axiale richting en/of in laterale richting.
Wanneer een ei moet worden neergelegd, wordt het betreffend ventiel in gesloten stand gebracht zodat het vacuüm in de ruimte tussen de buis 8 en vacuüminrichting 5 geleidelijk verdwijnt. Door de aanwezigheid van de kleine gekalibreerde opening 10 aan de aansluiting 11 met de buis 8 kan slechts een geringe hoeveelheid lucht door de opening gaan zodat het vacuüm slechts geleidelijk wordt afgelaten.
Het is duidelijk dat ook de snelheid van het neerlaten van het ei afhankelijk is van de grootte van de opening 10 alsook de gekozen onderdruk in de vacuümkamer 5.
Tijdens het aflaten van vacuüm zal de lengte van de zuignap 3 geleidelijk toenemen, één en ander zodat door de flexibiliteit en lengte van de zuignap 3 en de zwaartekracht, het te plaatsen ei 2 zich een weg kan zoeken tussen de reeds aanwezige eieren en er tijdens het neerleggen van het ei 2 geen beschadigingen ontstaan.
Het is duidelijk dat in een inrichting met meerdere zuignappen 3 niet alle eieren 2 gelijktijdig hoeven te worden neergelegd of opgenomen.
Immers al naargelang de open of gesloten stand van het ventiel 13 wordt de zuignap al dan niet in verbinding gesteld met de vacuüminrichting 5.
Deze eigenschap kan in tal van toepassingen handig worden aangewend.
Zo kan de inrichting volgens de uitvinding in een schouwoverlegeenheid geïntegreerd zijn, en kunnen selectief de afgekeurde eieren uit de voorbroedlade worden verwijderd en verplaatst naar een afvaltrechter, of kunnen enkel de goedgekeurde eieren worden opgenomen en naar bijvoorbeeld een eibijlegmodule worden verplaatst.
Een andere denkbare toepassing is de integratie in een opstelling 14 voor het schouwen en overleggen van eieren zoals schematisch in figuur 4 is weergegeven.
De weergegeven opstelling 14 bevat twee transportbanden 15-16, waarbij de ene voorbroedlades met voorgebroede eieren aanvoert en de andere lege uitkombakken.
Eieren uit de voorbroedlade, al dan niet geschouwd, kunnen door middel van de inrichting 1 volgens de uitvinding worden opgenomen en verplaatst naar een positie boven de tweede transportband 16, en vervolgens kunnen deze eieren zachtjes in een uitkombak worden neergelegd.
De weergegeven opstelling 14 beoogt een optimaal streefaantal eieren in de uitkombak te realiseren.
Na het schouwen kunnen er in de voorbroedlade bepaalde eihouders leeg zijn doordat in de schouw- en overlegeenheid 17 de afgekeurde eieren uit de voorbroedlade werden verwijderd. Dit zou na het overleggen leiden tot een te klein aantal eieren in de uitkombak. De opstelling bevat dan ook minstens één eibijlegmodule 18, en om redenen van effici®ntie liefst twee eibijlegmodules 18 zoals in figuur 4 is geïllustreerd.
De inrichting 1 volgens de uitvinding kan in een eibijlegmodule 18 worden geïntegreerd. In de eibijlegmodule 18 worden immers eieren in de lege eihouders bijgeplaatst zodat de voorbroedlade het optimaal aantal eieren bevat, en zodoende zal ook de uitkombak de gewenste vulgraad hebben.
Stroomafwaarts van de eibij legmodule 18 is er immers een overlegeenheid 19 voorzien die alle eieren uit de voorbroedlade opneemt en in de uitkombak plaatst die via de tweede transportband 16 wordt aangevoerd.
Ook in deze overlegeenheid 19 kan de inrichting 1 volgens de uitvinding geïntegreerd worden.
Het is daarbij gunstig de verplaatsing per zuignap 3 te kunnen regelen.
Dit kan worden gerealiseerd door bijvoorbeeld een besturingseenheid 20 te voorzien met een daartoe voorzien algoritme voor de aansturing van de voornoemde middelen voor het verplaatsen van de zuignappen 3.
In de weergegeven opstelling wordt de voorbroedlade ook door een eidetectie-eenheid 21 geleid. Deze eidetectie-eenheid 21 is voorzien tussen de schouw- en overlegeenheid 17 en de eerste eibijlegmodule 18 en geeft de lege posities van de eihouders aan de besturingseenheid 20 door zodat enkel de zuignappen 3 die zich ter hoogte van een lege eihouder bevinden een axiale verplaatsing uitvoeren teneinde een ei neer te leggen.
Alhoewel de uitvinding hierboven werd beschreven voor het transporteren van voorgebroede eieren, kan zij uiteraard ook in andere uitvoeringsvormen worden gebruikt voor andere toepassingen, zoals voor het vullen van dozen met eieren of dergelijke.
Hoewel in de figuren de eieren steeds met hun luchtkamer aan de bovenkant door de zuignap zijn aangezogen, is dit geen vereiste voor de uitvinding.
De toepassing van de uitvinding is uiteraard niet beperkt tot het opnemen van eieren, doch de voornoemde inrichting is ook geschikt voor het opnemen, vervoeren en neerleggen van andere breekbare goederen.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting volgens de uitvinding voor het opnemen en/of verplaatsen van een ei kan volgens allerlei varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (10)

1. Inrichting (1) voor het opnemen en/of verplaatsen van een ei (2), die hoofdzakelijk bestaat uit een zuignap (3) in de vorm van een flexibele buis (8) die in axiale richting uitrekbaar is tussen een uitgerekte positie en een ingetrokken positie, en die aan één uiteinde (6) voorzien is van een zuigmond (7) voor het onder vacuüm aanzuigen van een ei (2) en die aan het andere uiteinde (4) is aangesloten op een vacuüminrichting (5) teneinde de ruimte in de buis (8) onder vacuüm te kunnen plaatsen, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) is uitgerust met een regeling (9) van het vacuüm in de buis (8) teneinde het vacuüm geleidelijk te kunnen opvoeren of aflaten op zodanige manier dat de lengte van de zuignap (3) geleidelijk kan worden gewijzigd tussen de voornoemde uitgerekte positie en ingetrokken posities.
2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het lengteverschil tussen een zuignap (3) in ingetrokken positie en uitgerekte positie nagenoeg gelijk aan of groter dan de afmetingen van een ei is.
3. Inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de zuignap (3) is aangesloten op de voornoemde vacuüminrichting (5) via een ventiel (13) met een open en gesloten stand.
4. Inrichting (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat voor de voornoemde regeling (9) een gekalibreerde opening (10) is voorzien in de aansluiting (11) op de vacuüminrichting (5).
5. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vacuüminrichting (5) beschikt over een instelling van de onderdruk.
6. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van middelen die toelaten de zuignap (3) volgens voornoemde axiale richting te verplaatsen teneinde de zuigmond (7) in de nabijheid te brengen van een op te nemen ei (2).
7. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) meerdere zuignappen (3) bevat die elk via een afzonderlijke leiding (12) en ventiel (13) in verbinding staan met de vacuüminrichting (5) teneinde één of meerdere eieren (2) gelijktijdig op te nemen of neer te leggen.
8. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zuignappen (3) volgens kolommen en/of rijen zijn gerangschikt of dat de zuignappen (3) volgens ten opzichte van elkaar verschoven rijen zijn gerangschikt.
9. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zuignap (3) rubber,neopreen of dergelijke bevat.
10.- Inrichting (1) volgens één van· de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zuigmond (7) trechtervormig is uitgevoerd.
BE2010/0243A 2010-04-15 2010-04-15 Inrichting voor het opnemen en/of verplaatsen van een ei. BE1019292A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0243A BE1019292A3 (nl) 2010-04-15 2010-04-15 Inrichting voor het opnemen en/of verplaatsen van een ei.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0243A BE1019292A3 (nl) 2010-04-15 2010-04-15 Inrichting voor het opnemen en/of verplaatsen van een ei.
BE201000243 2010-04-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019292A3 true BE1019292A3 (nl) 2012-05-08

Family

ID=43015809

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0243A BE1019292A3 (nl) 2010-04-15 2010-04-15 Inrichting voor het opnemen en/of verplaatsen van een ei.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1019292A3 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2798757A (en) * 1951-02-23 1957-07-09 American Mach & Foundry Article lifting device
US3330589A (en) * 1966-03-14 1967-07-11 Fmc Corp Article handling device
US3656794A (en) * 1971-01-21 1972-04-18 Diamond Int Corp Vacuum cup lifter for shell eggs
US6213709B1 (en) * 1999-03-18 2001-04-10 Embrex, Inc. Egg removal apparatus

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2798757A (en) * 1951-02-23 1957-07-09 American Mach & Foundry Article lifting device
US3330589A (en) * 1966-03-14 1967-07-11 Fmc Corp Article handling device
US3656794A (en) * 1971-01-21 1972-04-18 Diamond Int Corp Vacuum cup lifter for shell eggs
US6213709B1 (en) * 1999-03-18 2001-04-10 Embrex, Inc. Egg removal apparatus

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2487535C2 (ru) Устройство и способ браковки и перемещения яиц
RU2622669C2 (ru) Обрабатывающая система для переноса яиц и соответствующий способ
JP5495797B2 (ja) 卵用トレイを安定化させるシステム
US9521831B2 (en) Apparatus for removing eggs from egg carriers, and associated method
JP2018509167A (ja) 昆虫を繁殖させるための方法及び設備
RU2757422C2 (ru) Машина для транспортировки для укладывания яиц на полу птичника, причем указанные яйца расположены в инкубационных лотках, в которые они были уложены
JP7043499B2 (ja) 卵内注射機械と共に使用する検卵及び卵再配置装置
US11553697B2 (en) Device and method to remove rejected eggs in hatcheries
BE1019292A3 (nl) Inrichting voor het opnemen en/of verplaatsen van een ei.
US20110253603A1 (en) Device for inspecting and transferring eggs and a method applied to this end
US10420329B2 (en) Methods and systems in egg hatching
EP3632204B1 (en) Device for transporting and hatching eggs on farm breeding
BE1019888A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor het schouwen en overleggen van voorgebroede eieren.
US20180242559A1 (en) System for recognizing the stage of fertile eggs from an ovoscopy step and sorting same, and method for operating the submodules of the system and modules for applying substances and hatching
JP2015008705A (ja) 除振構造を備えた種卵検査装置
NO344770B1 (no) Apparat og framgangsmåte for fangst av rognkjeks i en merd
JP2015025780A (ja) 孵化途中卵検査装置および孵化途中卵検査方法
RU2020113066A (ru) Устройство для транспортировки и инкубации яиц на фермах
WO2010151108A1 (en) Apparatus and method for handling eggs

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20120430