NL1039479C2 - Inrichting en werkwijze voor het schouwen en overleggen van voorgebroede eieren. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het schouwen en overleggen van voorgebroede eieren. Download PDF

Info

Publication number
NL1039479C2
NL1039479C2 NL1039479A NL1039479A NL1039479C2 NL 1039479 C2 NL1039479 C2 NL 1039479C2 NL 1039479 A NL1039479 A NL 1039479A NL 1039479 A NL1039479 A NL 1039479A NL 1039479 C2 NL1039479 C2 NL 1039479C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
eggs
cups
consultation
egg
rows
Prior art date
Application number
NL1039479A
Other languages
English (en)
Inventor
Philip Loo
Original Assignee
Innovatec B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Innovatec B V filed Critical Innovatec B V
Application granted granted Critical
Publication of NL1039479C2 publication Critical patent/NL1039479C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K45/00Other aviculture appliances, e.g. devices for determining whether a bird is about to lay
    • A01K45/007Injecting or otherwise treating hatching eggs
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K41/00Incubators for poultry
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K41/00Incubators for poultry
    • A01K41/06Egg-turning appliances for incubators
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K43/00Testing, sorting or cleaning eggs ; Conveying devices ; Pick-up devices

Description

Inrichting en werkwijze voor het schouwen en overleggen van voorgebroede eieren.
5 De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het schouwen en overleggen van voorgebroede eieren.
Het is bekend dat in kuikenbroederijen eieren in 10 zogenaamde broedmachines worden uitgebroed. Dit gebeurt normaal gesproken in twee stappen.
De bevruchte eieren worden in de eerste stap in een voorbroedlade geplaatst. De plaatsing van de 15 voorbroedlade in de voorbroedmachine maakt het mogelijk een groot aantal eieren op een beperkte kleine ruimte onder gecontroleerde omstandigheden voor te broeden.
Afhankelijk van het soort pluimvee worden na een zeker 20 aantal dagen de eieren uit de voorbroedlades uit de voorbroedmachine gehaald en in zogenaamde uitkombakken gelegd, teneinde voldoende ruimte te geven aan de uitkomende kuikens. Dit is de tweede stap.
25 Bij het overbrengen worden de voorgebroede eieren uit de voorbroedlade geschouwd, oftewel gekeurd, om te evalueren of een bepaald ei een levensvatbaar embryo bevat, zodat enkel de eieren die een levensvatbaar embryo bevatten in een uitkombak worden geplaatst, waarna de uitkombak in 30 een uitkommachine wordt geplaatst ter voltooiing van de tweede stap.
1039479 2
In de bekende werkwijzen wordt hiervoor een zogenaamde schouwoverlegmachine aangewend waarin de eieren uit de voorbroedlade worden geschouwd. Indien het ei een levensvatbaar embryo bevat, zal deze machine 5 ervoor zorgen dat het ei in een uitkombak wordt gelegd.
Het percentage eieren dat in de schouwoverlegmachine wordt afgekeurd, is echter afhankelijk van de kwaliteit van de eieren in de voorbroedlade, en is dus niet 10 constant.
Een nadeel van de bekende machines is dan ook dat de vulgraad van de uitkombak niet steeds optimaal is.
15 Immers, indien er in de schouwoverlegmachine veel eieren worden afgekeurd, zal de uitkombak relatief weinig eieren bevatten en zal het percentage kuikens per volume-eenheid in de uitkommachine laag zijn, wat leidt tot relatief hoge investeringskosten, operationele kosten, 20 arbeidskosten en een mogelijk negatief verstoord broedproces.
Om de uitkommachines optimaler te benutten, is het dan ook bekend dat een operator voorzichtig eieren in de 25 uitkombak bij legt wanneer deze uitkombak relatief weinig eieren bevat.
Een nadeel is dat het handmatig bijleggen van de eieren behoorlijk arbeidsintensief is aangezien dit zeer 30 voorzichtig dient te gebeuren om beschadigingen van de eieren te voorkomen.
3
Een daaraan verbonden nadeel is dat het manueel bijplaatsen van eieren dan ook niet tot een spectaculaire rendementsverhoging leidt aangezien er bijkomende arbeidskosten en een hoger risico op beschadigingen van 5 de eieren zijn.
Verder zijn complexe schouwoverlegmachines bekend die gebruik maken van een aanstuurbare robotarm die één ei of enkele eieren uit een aparte voorbroedlade kan opnemen en 10 de opgenomen eieren in de voorbroedlade kan plaatsen, alvorens alle eieren van de voorbroedlade in de uitkombak worden gelegd.
Een nadeel is echter dat deze robotarm vele bewegingen 15 moet uitvoeren indien de voorbroedlade een klein aantal eieren bevat, wat uiteraard veel tijd vraagt waardoor dus de capaciteit laag blijft.
Nog een nadeel is ook dat indien er veel eieren moeten 20 worden bijgelegd, de voorgebroede eieren te lang uit de broedmachines blijven, wat eveneens een negatieve invloed op het uitkompercentage kuikens heeft.
Een dergelijke complexe opstelling is dan ook economisch 25 gezien nadelig vanwege de hoge investeringskosten die niet opwegen tegen de gerealiseerde rendementsverhoging.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meerdere van de voornoemde en/of andere nadelen een oplossing te 30 bieden, doordat zij voorziet in een inrichting voor het schouwen en overleggen van voorgebroede eieren vanuit een voorbroedlade naar een uitkombak, waarbij de inrichting 4 middelen omvat voor het goed- of afkeuren van de voorgebroede eieren en middelen omvat voor het verwijderen van afgekeurde eieren uit de voorbroedlade, waarbij de inrichting een eitelmodule omvat die eieren 5 kan klaarleggen, middelen omvat voor het overleggen van goedgekeurde eieren uit de voorbroedlade naar de eitelmodule, en middelen omvat voor het herhaaldelijk uitvoeren van een overlegstap waarin tijdens de periode tussen het begin van twee overlegstappen klaargelegde 10 eieren tegelijkertijd worden overgelegd van de eitelmodule naar de uitkombak, waarbij de eitelmodule middelen omvat om een opgelegd gemiddeld aantal eieren door te laten per periode tussen het begin van twee overlegstappen.
15
Met een dergelijke inrichting kunnen snel en efficiënt de eieren in voorbroedlades worden geschouwd, en uitkombakken gevuld worden met het optimaal aantal goedgekeurde eieren, of toch minstens gemiddeld gevuld 20 worden met het optimaal aantal, waarbij het verschil tussen het daadwerkelijk aantal eieren in een uitkombak en het optimale aantal eieren zodanig klein is dat het broedproces en de efficiëntie van de kuikenbroederij niet significant verstoord worden.
25
Het optimaal aantal eieren in een uitkombak hangt onder andere af van de soort van het pluimvee en het formaat van de uitkombak.
30 Deze snelheid en efficiëntie hebben als voordelen dat de kosten beperkt worden.
5
Dit betreft, enerzijds, de kosten van de overlegstap zelf, omdat deze snel uitgevoerd kan worden, en de inrichting dus een hoge verwerkingscapaciteit heeft, en omdat er geen of weinig nood aan menselijke interventie 5 is.
Tevens worden de kosten verbonden aan het gehele broedproces verminderd, omdat de uitkombakken altijd, minstens bij benadering, het optimaal aantal eieren 10 bevatten, zodat het aantal uitgekomen kuikens per uitkombak wordt geoptimaliseerd, en omdat er vanwege de snelheid geen of weinig verlies van goedgekeurde eieren ten gevolge van het onvoldoende warm houden van deze eieren is.
15
Immers, hierdoor volstaat een kleiner aantal uitkommachines om eenzelfde aantal kuikens te laten uitkomen of, anders gesteld, kan het aantal uitgekomen kuikens per uitkommachine worden verhoogd en zijn er 20 minder uitkombakken vereist om eenzelfde aantal kuikens te laten uitkomen. Hierdoor wordt ook op reinigingskosten, energiekosten, arbeidskosten en gebouwen bespaard. Daarenboven zal ook de scheiding van kuikens en afval efficiënter verlopen.
25
Een ander voordeel verbonden aan de optimale vulgraad van de uitkombak is dat het broedproces niet negatief verstoord wordt door te warme en/of te koude plaatsen.
30 In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de middelen voor het overleggen van goedgekeurde eieren uit de voorbroedlade naar de eitelmodule en/of de middelen 6 voor het herhaaldelijk uitvoeren van een overlegstap van de eitelmodule naar de uitkombak een overlegeenheid.
5 Een overlegeenheid is een inrichting die tegelijkertijd alle eieren die zich op een oppervlak, op een bepaalde afstand van elkaar, bevinden, kan opnemen, door een matrix van zuignappen aangesloten op een vacuümsysteem die elk een ei kunnen vastnemen. De overlegeenheid kan 10 dan alle opgenomen eieren verplaatsen en, op een andere plaats, weer voorzichtig neerleggen.
Het voordeel hiervan is dat op snelle en efficiënte wijze de goedgekeurde eieren overgelegd kunnen worden vanuit 15 het onderdeel van de inrichting waar het schouwen gebeurt, en van de eitelmodule naar de uitkombakken.
In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de eitelmodule de volgende onderdelen: een 20 verzameltransportband bedoeld voor het ontvangen van naar de eitelmodule overgelegde eieren en het verplaatsen ervan naar een doorgang, transportmiddelen om eieren van de doorgang naar een aantal parallelle rijen cups die elk één ei kunnen bevatten te transporteren, en een 25 teleenheid die het aan een telpunt voorbijkomen van een ei kan registreren.
Hierdoor kan de eitelmodule de eieren verwerken en tellen, zodat bepaald kan worden hoeveel eieren er per 30 periode tussen twee overlegstappen gemiddeld klaargelegd worden.
7
De termen 'periode tussen twee overlegstappen' of 'tijd tussen twee overlegstappen' worden hierbij, en in de rest van deze beschrijving, bedoeld als de periode of tijd tussen overeenkomende momenten in twee opeenvolgende 5 overlegstappen, bijvoorbeeld het begin van twee overlegstappen, en niet als de tijd tussen het eind van een overlegstap en het begin van de volgende overlegstap.
In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de 10 eitelmodule twee of meer parallelle doorgangen en per doorgang een activeerbaar afsluitmechanisme en omvat de inrichting een controle-eenheid die op basis van gegevens van een teleenheid één of meer af sluitmechanismes kan activeren.
15
Dit heeft als voordeel dat het aantal eieren dat per periode tussen twee overlegstappen doorgelaten wordt, geregeld kan worden door afsluitmechanismes respectievelijk te activeren en te desactiveren, waardoor 20 een doorgang respectievelijk gesloten en weer geopend wordt.
In een praktische uitvoeringsvorm omvat de eitelmodule in doorlooprichting van de eieren achtereenvolgens de 25 volgende onderdelen: de verzameltransportband, een aantal parallelle doorgangen elk voorzien van een teleenheid die het voorbijkomen van een ei kan registreren en een afsluitmechanisme, een transportband met rijen uitsparingen voor eieren, en een aantal rijen 30 cups waarin de cups in stappen verplaatsbaar zijn, zodat zij tijdens een stap de positie van een voorgaande cup overnemen en die zo gepositioneerd zijn ten opzichte van 8 het voorgaande onderdeel dat de cups de uit het voorgaande onderdeel van de eitelmodule komende eieren kunnen ontvangen.
5 Hierdoor kunnen de cups op praktische wijze gemiddeld met een specifiek aantal eieren gevuld worden, waardoor het opgelegde aantal eieren gemiddeld en bij benadering in de uitkombakken gelegd wordt tijdens een overlegstap.
10 In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de overlegstap een opneemstap waarin de middelen voor het herhaaldelijk uitvoeren van de overlegstap de eieren uit de cups heffen, waarin de periode tussen het begin van twee overlegstappen minimaal gelijk is aan de totale 15 tijdsduur van een specifiek aantal verplaatsingsstappen van de cups vermeerderd met de opneemstap.
Hierdoor wordt eenmaal per specifiek aantal verplaatsingsstappen, een overlegstap uitgevoerd.
20
De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het schouwen en overleggen van voorgebroede eieren van voorbroedlades naar uitkombakken, waarin de eieren geschouwd worden, de goedgekeurde eieren uit 25 voorbroedlades genomen worden, deze eieren worden doorgelaten door een doorgang en klaargelegd om naar een uitkombak te worden overgelegd, en herhaaldelijk een overlegstap wordt uitgevoerd waarin een klaargelegd aantal eieren tegelijk naar een uitkombak wordt 30 overgelegd, waarbij per periode tussen het begin van twee overlegstappen gemiddeld een opgelegd aantal eieren wordt doorgelaten.
9
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven 5 van een inrichting volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een bovenzicht van de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting 10 volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 op grotere schaal het onderdeel weergeeft dat in figuur 1 met F2 is aangeduid; figuur 3 een zijaanzicht in de richting van de pijlen III-III van een onderdeel van de inrichting 15 van figuur 1, weergeeft; figuur 4 op nog grotere schaal het onderdeel weergeeft dat in figuur 2 met F4 is aangeduid, doch tijdens gebruik van de inrichting.
20 In figuren 1 en 2 is schematisch een inrichting 1 voor het schouwen en overleggen van eieren weergegeven, die hoofdzakelijk bestaat uit twee transportbanden 2-3, waarlangs respectievelijk voorbroedlades 4 en uitkombakken 5 kunnen worden getransporteerd, in de door 25 de pijlen aangegeven richting, en een eitelmodule 6.
Bij voorkeur is elke voorbroedlade 4 van een aantal individuele eihouders voorzien waarin telkens één voorgebroed ei is voorzien.
In de meest praktische uitvoeringsvorm zijn deze eihouders in rijen en/of kolommen met een vaste 30 10 tussenafstand geschikt, bijvoorbeeld in een rooster van tien rijen en vijftien kolommen, zodat de voorbroedlade 4 in dat geval tot honderdvijftig voorgebroede eieren kan bevatten.
5
De inrichting 1 volgens de uitvinding bevat verder een schouweenheid 7 die middelen omvat voor het schouwen van de eieren.
10 Onder het schouwen van eieren dient te worden verstaan het onderzoeken of een ei al dan niet bevrucht is en/of het embryo levensvatbaar is, wat bijvoorbeeld kan gebeuren door het beschijnen van het ei met een schouwlamp.
15
In de schouweenheid 7 kan één zijde van het ei worden belicht en aan de andere zijde kan een detector worden voorzien die de hoeveelheid door het ei doorgelaten licht en invallend op het gevoelig oppervlak van de detector 20 kan meten.
Op basis van de gemeten hoeveelheid licht kan worden uitgemaakt of het ei een levensvatbaar embryo bevat wanneer deze hoeveelheid kleiner is dan een zeker 25 percentage van het door de schouwlamp uitgezonden licht, wat leidt tot het goedkeuren of afkeuren van een ei.
De schouweenheid 7 omvat een overlegeenheid 8 die, teneinde afgekeurde eieren uit de voorbroedlade te 30 verwijderen, de afgekeurde eieren uit de voorbroedlade 4 kan opnemen en in zijwaartse richting kan verplaatsen teneinde de afgekeurde eieren naast de transportband 2 te 11 plaatsen of ze via een daartoe voorzien afvoersysteem 9, bijvoorbeeld een afvaltrechter, af te voeren.
5 De overlegeenheid 8 is ook geschikt om eieren, meer specifiek goedgekeurde eieren, te verplaatsen naar de eitelmodule 6.
Alternatief kunnen twee overlegeenheden 8 voorzien zijn, 10 die, in de doorlooprichting van de band 2, achter elkaar geplaatst zijn, en waarin één overlegeenheid 8 bedoeld is voor het verwijderen van afgekeurde eieren, en één overlegeenheid 8 bedoeld is voor het verplaatsen van eieren naar de eitelmodule 6.
15
De eitelmodule 6, zoals getoond in figuur 2, bestaat hoofdzakelijk uit een verzameltransportband 10, die uitkomt op een aantal, in dit voorbeeld tien, parallelle doorgangen 11,' die elk voorzien zijn van een afsluitklep 20 12 die een open en een gesloten positie kent, en een teleenheid, oftewel teller 13, die de passage van een ei door de doorgang 11 kan registreren. De tellers zijn in figuur 2 getoond als een doorgetrokken lijn, maar in werkelijkheid heeft iedere doorgang 11 een teller 13. De 25 doorgangen 11 zijn voorzien van middelen om de eieren door de doorgangen 11 te voeren, bijvoorbeeld een transportband.
De doorgangen 11 worden gevolgd door een transportsectie 30 14 die tevens eieren op een bepaalde afstand van elkaar kan leggen.
12
De transportsectie 14 wordt gevolgd door een oriëntatiesectie 15 van de eitelmodule 6, die eieren met hun punt naar beneden kan oriënteren.
5 Hoewel de transport- en oriëntatiesecties 14 en 15 gezamenlijke transportmiddelen voor de eieren kunnen bevatten, zijn deze zo uitgevoerd dat de transport- en oriëntatiesecties 14 en 15 tien aparte parallelle transportkanalen voor eieren tussen de doorgangen en het 10 eind van de oriëntatiesectie vormen.
Mogelijke uitvoeringsvormen van de transport- en oriëntatiesecties 14 en 15 zijn welbekend aan de vakman.
15 Aan de oriëntatiesectie 15 is een cupsectie 16 gekoppeld. Deze cupsectie bestaat uit een aantal naast elkaar liggende rijen cups 17, elk geschikt om één ei te ontvangen, waarbij per doorgang 11, en een bijbehorend individueel transportkanaal gevormd door delen van de 20 transportsectie 14 en de oriëntatiesectie 15, één rij cups voorzien is.
De rijen cups 17 zijn aan elkaar gekoppeld en als oneindige lus bevestigd, zodat zij kunnen rondgaan en 25 hergebruikt worden.
De cupsectie heeft een brede ingang 18, waarmee de cupsectie 16 gekoppeld is met de oriëntatiesectie 15 en waar de rijen cups 17 een zekere onderlinge afstand 30 hebben, en aan de uitgang een verzameluiteinde 19 waarin de rijen cups 17, alsook de individuele cups 17 in een rij, tegen elkaar liggen.
13
Een tweede overlegeenheid 20 is voorzien boven het verzameluiteinde 19. Deze overlegeenheid 20 kan een matrix van eieren, in dit voorbeeld tien rijen bij 5 vijftien posities, die zich op een bepaalde afstand van elkaar bevinden, tegelijkertijd opnemen en verplaatsen naar transportband 3. Alternatief kan deze matrix worden gezien als een oppervlak, gedefinieerd door een aantal rijen, in dit geval tien, en een aantal cups 17 in een 10 rij, in dit geval vijftien.
De cups 17 en de overlegeenheid 20 zijn zodanig uitgevoerd dat de in de cups 17 aanwezige eieren op de juiste afstand liggen voor de overlegeenheid 20, als de 15 cups 17 in een rij en de rijen cups 17 tegen elkaar liggen, zoals het geval is op het verzameluiteinde 19.
Alternatief kunnen de cups 17 door hulpmiddelen op een bepaalde afstand van elkaar gehouden, zolang de afstand 20 tussen de cups 17 en de specifieke uitvoering van de overlegeenheid 20 maar op elkaar zijn afgestemd.
De overlegeenheden 8 en 20, zoals getoond in figuur 3, zijn voorzien van een matrix van zuignappen 21, die 25 individueel, in het geval van overlegeenheid 8, of gezamenlijk, in het geval van overlegeenheid 20, aangesloten kunnen worden op een vacuümsysteem waardoor zij zich vast kunnen zuigen aan een object. De zuignappen 21 zijn bedoeld om elk een ei 22 te kunnen opnemen en 30 hebben daarom een vorm die complementair is aan die van een ei 22.
14
De overlegeenheden zijn voorzien van middelen om de zuignappen 21 gezamenlijk, al dan niet met een opgenomen ei 22, in hoogterichting en zijdelings te verplaatsen, zoals aangegeven door de pijlen in figuur 3.
5
De inrichting 1 is voorzien van een controle-eenheid die de onderdelen en secties van de inrichting 1 kan aansturen en gegevens van de tellers 13 kan ontvangen.
10 De werking van de inrichting 1 is zeer eenvoudig en als volgt.
Via de eerste transportband 2 worden herhaaldelijk voorbroedlades 4 aangevoerd die minstens gedeeltelijk met 15 voorgebroede eieren 22 zijn gevuld. Deze voorbroedlades 4 worden naar de schouweenheid 7 getransporteerd waar ze worden geschouwd, oftewel waar de eieren 22 worden goedgekeurd of afgekeurd.
20 De afgekeurde eieren 22 worden in de overlegeenheid 8 van de schouweenheid 7 uit de voorbroedlade verwijderd, door de zuignappen 21 waarvan de positie overeenkomt met die van de afgekeurde eieren 22, aan te sluiten via automatisch gestuurde kleppen op een vacuümsysteem, 25 waardoor deze zuignappen zich vastzuigen aan de afgekeurde eieren 22. Vervolgens worden de zuignappen 21 gezamenlijk door de overlegeenheid 8 omhoog en zijwaarts verplaatst naar het afvoersysteem 9 waar de afkeurde eieren 22 weer worden losgelaten door het vacuüm op te 30 heffen.
15
Hierna verplaatsen de zuignappen 21 zich weer naar de beginpositie, nemen volgens dezelfde werkwijze de overige, dus goedgekeurde eieren 22 op, en verplaatsen deze in tegengestelde richting aan de afgekeurde eieren 5 22 naar de verzameltransportband 10 van de eitelmodule 6.
Indien er twee overlegeenheden 8 voorzien zijn, kan er, om de capaciteit van de inrichting 1 te verhogen, één overlegeenheid voorzien zijn om slechts de afgekeurde 10 eieren 22 uit een voorbroedlade 4 te verwijderen, en één overlegeenheid 8 voorzien zijn om de goedgekeurde eieren 22 naar de eitelmodule 6 te verplaatsen.
De lege voorbroedlades 4 worden door de transportband 15 verder getransporteerd totdat zij van de transportband 2 genomen worden.
De verzameltransportband 10, beweegt in de richting van de doorgangen 11, aangegeven met een pijl in figuur 1.
20
Hierdoor worden de eieren 22, nadat zij op de verzameltransportband 10 gelegd zijn, naar de doorgangen 11 geleid, en doorheen één van de doorgangen 11 geleid als de bij de doorgang 11 behorende afsluitklep 12 open 25 is. De teller 13 in iedere doorgang registreert dat een ei 22 voorbijkomt en geeft deze gegevens door aan de controle-eenheid
Als de eieren 22 uit de doorgang 11 komen, worden ze in 30 de transportsectie 14 op een gewenste afstand, en vervolgens in de orientatiesectie 15 met hun punt naar 16 beneden georiënteerd, zodat ze later beter opgenomen kunnen worden.
Gedurende hun aanwezigheid en transport in de transport-5 en oriëntatiesecties 14 en 15 blijven de eieren 22 bewegen in lijn met de richting waaruit ze uit de doorgangen 11 komen, en dus per doorgang in een apart transportkanaal binnen deze secties 14, 15.
10 Als de eieren 22 uit de oriëntatiesectie 15 komen, worden ze aan de ingang 18 van de cupsectie 16 ontvangen in individuele cups 17, waarvan er in dit geval tien, dus evenveel als doorgangen 11, voorzien zijn, die elk deel uitmaken van een afzonderlijke rij cups 17.
15
De cups 17 worden in stappen verplaatst, om plaats te maken voor volgende cups 17. Door de herhaaldelijke verplaatsing van cups 17 en het plaatsen van nieuwe cups 17, worden rijen cups 17 die in dezelfde richting bewegen 20 gedefinieerd, in dit voorbeeld tien rijen. De verplaatsingsstappen vinden plaats met een zeker interval. Afhankelijk of een ei 22 ver genoeg gevorderd is in het voorgaande deel van de eitelmodule 6, zal er wel of niet een ei 22 in een cup 17 worden opgenomen 25 tijdens dit interval.
Vanuit de ingang 18 worden de rijen cups 17 langzaam naar elkaar toegebracht, tot zij een matrix van cups 17 vormen op het verzameluiteinde 19 van de cupsectie 16.
De tweede overlegeenheid 20 kan in dit voorbeeld maximaal 150 eieren 22, te weten vijftien eieren 22 in naast 30 17 elkaar liggende posities in elk van tien rijen cups 17, in één maal opnemen, gelijkaardig aan de eerder beschreven overlegeenheid 8, met als verschil dat in de tweede overlegeenheid 20 alle zuignappen 21 5 tegelijkertijd met het vacuümsysteem worden verbonden.
Per vijftien verplaatsingsstappen van de cups 17 wordt nu één overlegstap door de tweede overlegeenheid uitgevoerd. In deze overlegstap worden de eieren 22 die in die 10 vijftien verplaatsingsstappen onder de zuignappen 21 van de tweede overlegeenheid 20 geplaatst zijn, overgelegd.
De eieren 22 worden hierbij opgenomen en verplaatst naar een op de transportband 3 aanwezige uitkombak 5, waarna 15 de cups 17 weer verder bewegen tot er weer vijftien verplaatsingsstappen van de cups 17 uitgevoerd zijn, waarna weer een overlegstap wordt uitgevoerd. Dit gaat door zolang de eitelmodule 6 van voldoende eieren 22 voorzien blijft.
20
Nadat een uitkombak 5 gevuld is, wordt deze op de transportband 3 verder getransporteerd en van de transportband 3 genomen. Een continue aanvoer van uitkombakken wordt aan het begin 23 van de transportband 25 3 verzekerd door een operator of een machine.
Het aantal eieren 22 dat per overlegstap in een uitkombak 5 gelegd wordt, dient een opgelegd aantal te zijn, of minimaal gemiddeld dat aantal, waarbij de afwijking van 30 het gemiddelde per overlegstap beperkt is, bij voorkeur tot minder dan 5%, liever nog tot maximaal 2 eieren 22.
18
Dit wordt geregeld door de gezamenlijk door de tellers 13 getelde eieren 22, die de doorgangen 11 passeren, op te tellen in de controle-eenheid, en dit overeenstemmend debiet aan eieren 22 aan te passen aan een richtdebiet, 5 berekend door het opgelegde aantal eieren 22 per overlegstap te delen door de tijd tussen twee overlegstappen.
Alternatief komt dit overeen met het doorlaten van 10 gemiddeld het opgelegd aantal eieren 22 per periode tussen het begin van twee overlegstappen.
Dit gebeurt in de praktijk door middel van het continu, of intervalsgewijs, sluiten van één of meer 15 afsluitkleppen 13. Dit wordt gestuurd door de controle-eenheid .
De tijd tussen twee overlegstappen is hoofdzakelijk afhankelijk van twee andere parameters, namelijk het 20 interval tussen twee verplaatsingsstappen van de cups 17, en de tijd die de opneemstap van de eieren 22 door de zuignappen, die deel uitmaakt van de overlegstap, neemt, omdat gedurende deze tijd de cups 17 tijdelijk stil dienen te staan om te zorgen dat de zuignappen goed 25 kunnen hechten aan de de eieren 22 .
De tijd of periode tussen twee overlegstappen wordt dan bepaald door het aantal gewenste verplaatsingsstappen van de cups 17 te nemen, in dit geval vijftien, en te 30 vermeerderen met de tijd die de opneemstap nodig heeft. Indien de opneemstap zonder te storen uitgevoerd kan worden binnen de tijd tussen twee verplaatsingsstappen 19 van de cups 17, dus de tijd waarin de cups 17 stilstaan, is deze vermeerdering natuurlijk niet nodig.
Een extra tijd, bijvoorbeeld een pauze gerelateerd aan de 5 benodigde tijd om de uitkombakken 5 te plaatsen op de transportband 3, kan eventueel worden toegevoegd aan de periode tussen twee overlegstappen.
Op deze manier zal in ieder geval het gemiddelde aantal 10 eieren 22 dat per overlegstap wordt overgelegd voldoen aan het opgelegd aantal eieren 22.
Het aantal eieren 22 dat in een individuele overlegstap overgelegd wordt, zal procentueel niet veel afwijken van 15 dit gemiddelde, doordat er een continu debiet aan eieren 22 is, en een aantal, in dit voorbeeld vijftien, verplaat singsstappen van de cups 17, nodig zijn om de eieren 22 voor één overlegstap klaar te leggen, zodat een toevallige afwijking tijdens één verplaatsingsstap van de 20 cups 17 uitgemiddeld zal worden met de veertien andere verplaatsingsstappen van de cups 17.
Dit is geïllustreerd in figuur 4, waarin het verzameluiteinde 19 van de cupsectie 16 vergroot is 25 weergegeven, zonder de tweede overlegeenheid 20. Het gebied 24 waarin de tweede overlegeenheid 20 eieren 22 kan opnemen is wel door middel van een rechthoek weergegeven.
30 Indien nu het opgelegd aantal eieren 22 als voorbeeld honderdveertig is, kan dit bereikt worden door de afsluitkleppen 12 behorende bij negen rijen cups 17, 20 continu open te houden, en de afsluitklep 12 behorende bij de overgebleven rij 25 gedurende zolang open te houden als nodig is voor het passeren van 5 eieren, wat bij een stabiele werking met voldoende aanvoer 5 overeenkomt met een derde van de tijd, om aldus zoals in figuur 4 weergegeven, in het voornoemde gebied 24 honderdveertig eieren 22 klaar te leggen.
Ook bij een minder dan perfecte werking van de 10 inrichting, in die zin dat zelfs als een afsluitklep 12 continu open staat, er wel eens een lege positie in de bijbehorende rij cups 17 zal voorkomen, kan het opgelegd aantal eieren 22 nog steeds bereikt worden, doordat een dergelijke imperfectie gecompenseerd kan worden doordat 15 de voorbij de doorgangen 11 komende eieren 22 geteld worden, en de afsluitklep 12 behorende bij de overblijvende rij 25 dus zodanig geregeld kan worden dat toch het vereiste aantal eieren 22 gehaald wordt.
20 Gelijkaardig kan de inrichting 1 natuurlijk aangestuurd worden om op het door de rechthoek aangeven gebied 24, ieder opgelegd aantal eieren 22, kleiner dan hondervijftig, klaar te leggen voor een overlegstap, door via de controle-eenheid meer of minder afsluitkleppen 12, 25 gedurende een kortere of langere periode, gesloten te houden.
Het opgelegd aantal eieren 22 dat per overlegstap overgelegd wordt, hoeft niet gelijk te zijn aan het 30 aantal eieren 22 dat optimaal is voor de uitkombak 5.
Indien bijvoorbeeld een overlegeenheid 20 gebruikt wordt die dat aantal niet in één maal kan overleggen, 21 bijvoorbeeld doordat de overlegeenheid 20 te klein is, of doordat het aantal rijen cups 17 van de inrichting 1 niet groot genoeg is, kan het optimale aantal eieren 22 in meer dan één, bijvoorbeeld twee respectievelijk drie, 5 overlegstappen worden overgelegd, waarbij het opgelegd aantal dan de helft, respectievelijk een derde, van het optimale aantal per uitkombak is.
Het is in dit geval niet noodzakelijk om per overlegstap 10 een gelijk aantal eieren 22 over te leggen, dit mag ook, afhankelijk van de details van de inrichting, in ongelijke aantallen zijn die samen het optimale aantal vormen.
Hierbij dient de controle-eenheid het wegvoeren van een 15 uitkombak 5 natuurlijk uit te stellen totdat het vereiste aantal overlegstappen om het optimale aantal eieren 22 te bereiken, is uitgevoerd.
De inrichting 1 kan natuurlijk met andere dan het 20 genoemde aantal van tien parallelle transportkanalen en rijen cups 17 worden uitgevoerd, en er kunnen ook meer of minder verplaatsingsstappen van de cups 17 uitgevoerd worden tussen twee overlegstappen dan de in het voorbeeld genoemde vijftien.
25
In situaties waarin het opgelegde aantal eieren 22 opmerkelijk kleiner is dan de maximale hoeveelheid waar de inrichting 1 op voorzien is, bijvoorbeeld 90, kan de inrichting 1 sneller werken door niet eenmaal per 30 vijftien verplaatsingsstappen van de cups 17, maar eenmaal per lager aantal, bijvoorbeeld tien, een overlegstap uit te voeren.
22
De transportbanden 2 en 3, en de bijbehorende overlegeenheden 8 en 20, die aan- en afvoer van de eieren 22 verzekeren, dienen voldoende capaciteit te hebben om 5 het gewenste ei-debiet in de eiteleenheid 6 te kunnen halen.
Indien dit niet het geval is, bijvoorbeeld door een laag percentage goedgekeurde eieren 22 in de voorbroedlades 4, 10 kan de controle-eenheid bij onvoldoende aanvoer van eieren 22, gesignaleerd door het open zijn van een afsluitklep 12 zonder dat de bijbehorende teller eieren 22 registreert, de gehele eiteleenheid 6 en de transportband 3 voor de uitkombakken 5, langzamer laten 15 werken, zodat een goede werking, zij het aan een lagere capaciteit, gewaarborgd blijft.
De verzamelband 10 is groot genoeg om als buffer voor een aantal eieren 22 te werken, zodat fluctuaties in het 20 aantal overgebrachte goedgekeurde eieren 22 vanuit de voorbroedlades 4 zich niet verder in de inrichting 1 kunnen doorzetten, waardoor de gehele inrichting 1 stabieler werkt.
25 Alhoewel in de voorgaande beschrijving steeds transportbanden voor de aan- en afvoer van voorbroedlades en uitkombakken worden vermeld, is het duidelijk dat deze transportbanden door alternatieve transportsystemen kunnen worden vervangen, bijvoorbeeld in de vorm van 30 doorlopende kunststofkettingen in een kring.
23
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding zoals gedefinieerd door de 5 conclusies, kunnen volgens allerlei varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
1039479

Claims (13)

1. Inrichting (1) voor het schouwen en overleggen van 5 voorgebroede eieren (22) vanuit een voorbroedlade (4) naar een uitkombak (5), waarbij de inrichting (1) middelen (7) omvat voor het goed- of af keuren van de voorgebroede eieren (22) en middelen (8) omvat voor het verwijderen van afgekeurde eieren (22) uit de 10 voorbroedlade, daardoor gekenmerkt dat de inrichting een eitelmodule (6) omvat die eieren kan klaarleggen, middelen (8) omvat voor het overleggen van goedgekeurde eieren (22) uit de voorbroedlade (4) naar de eitelmodule (6), en middelen (20) omvat voor het herhaaldelijk 15 uitvoeren van een overlegstap waarin tijdens de periode tussen het begin van twee overlegstappen klaargelegde eieren (22) tegelijkertijd worden overgelegd van de eitelmodule (6) naar de uitkombak (5), waarbij de eitelmodule (6) middelen omvat om een opgelegd gemiddeld 20 aantal eieren (22) door te laten per periode tussen het begin van twee overlegstappen.
2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de middelen voor het overleggen van 25 goedgekeurde eieren (22) uit de voorbroedlade (4) naar de eitelmodule een overlegeenheid (8) omvatten.
3. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de middelen voor het 30 herhaaldelijk uitvoeren van een overlegstap van de eitelmodule (6) naar de uitkombak (5) een overlegeenheid (20) omvatten. 1039479.
4. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eitelmodule (6) de volgende onderdelen omvat: een verzameltransportband (10) 5 bedoeld voor het ontvangen van naar de eitelmodule (6) overgelegde eieren (22) en het verplaatsen ervan naar een doorgang (11), transportmiddelen (14, 15) om eieren (22) van de doorgang (11) naar een aantal parallelle rijen cups (17) die elk één ei (22) kunnen bevatten te 10 transporteren, en een teleenheid (13) die het aan de teleenheid (13) voorbijkomen van een ei (22) kan registreren.
5. Inrichting (1) volgens conclusie 4, daardoor 15 gekenmerkt dat de eitelmodule (6) twee of meer parallelle doorgangen (11) omvat, dat de transportmiddelen om de eieren (22)naar de parallelle rijen cups (17) te transporteren dit via parallelle transportkanalen doen waarbij het aantal doorgangen (11) gelijk is aan het 20 aantal transport kanalen en gelijk is aan of kleiner is dan het aantal rijen cups (17).
6. Inrichting (1) volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de eitelmodule (6) per doorgang (11) een 25 activeerbaar afsluitmechanisme (12) omvat, en de inrichting (1) een controle-eenheid omvat die op basis van gegevens van een teleenheid (13) één of meer afsluitmechanismes (12) kan activeren. 30 7.- Inrichting (1) volgens één van de conclusies 4 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de eitelmodule (6) in doorlooprichting van de eieren (22) achtereenvolgens de volgende onderdelen omvat: de verzameltransportband (10), een aantal parallelle doorgangen (11) elk voorzien van een teleenheid (13) die het voorbijkomen van een ei (22) kan registreren en een afsluitmechanisme (12), een 5 transportband (14) met rijen uitsparingen voor eieren (22), en een aantal rijen cups (17) waarin de cups (17) in stappen verplaatsbaar zijn, zodanig dat zij tijdens een stap de positie van een voorgaande cup (17) overnemen en die zo gepositioneerd zijn ten opzichte van het 10 voorgaande onderdeel dat de cups (17) de uit het voorgaande onderdeel van de eitelmodule (6) komende eieren (22) kunnen ontvangen.
8. Inrichting (1) volgens conclusie 7, daardoor 15 gekenmerkt dat een overlegstap een opneemstap omvat waarin de middelen (20) voor het herhaaldelijk uitvoeren van de overlegstap de eieren (22) uit de cups (17) heffen, en dat de periode tussen het begin van twee overlegstappen minimaal gelijk is aan de totale tijdsduur 20 van een specifiek aantal verplaatsingsstappen van de cups (17) vermeerderd met de opneemstap.
9. Inrichting (1) volgens conclusies 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat het specifiek aantal gelijk is aan het 25 aantal cups (17) in een rij waaruit de middelen (20) voor het herhaaldelijk uitvoeren van de overlegstap tegelijkertijd eieren (22) kunnen opnemen.
10. Inrichting (1) volgens één van de conclusies 4 tot 30 9, daardoor gekenmerkt dat voor de rijen cups (17) een mechanisme (15) voorzien is dat de eieren (22) met de punt naar beneden positioneert.
11.- Inrichting (1) volgens één van de conclusies 4 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de cups (17) in een rij cups (17), alsook de rijen cups (17), een zodanige afstand van 5 elkaar hebben dat de middelen (20) voor het herhaaldelijk uitvoeren van een overlegstap alle eieren (22) aanwezig op een oppervlakte gedefinieerd door een aantal cups (17) en een aantal rijen cups (17), tegelijk kunnen opnemen. 10 12.- Werkwijze voor het schouwen en overleggen van voorgebroede eieren (22) van voorbroedlades (4) naar uitkombakken (5), daardoor gekenmerkt dat de eieren (22) geschouwd worden, de goedgekeurde eieren (22) uit voorbroedlades (4) genomen worden, deze eieren (22) 15 worden doorgelaten door een doorgang (11) en worden klaargelegd om naar een uitkombak (5) te worden overgelegd, en herhaaldelijk een overlegstap wordt uitgevoerd waarin een klaargelegd aantal eieren (22) tegelijk naar een uitkombak (5) wordt overgelegd, waarbij 20 per periode tussen het begin van twee overlegstappen gemiddeld een opgelegd aantal eieren (22) wordt doorgelaten.
13.- Werkwijze volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt 25 dat het doorlaten en klaarleggen gebeurt door de eieren (22) naar één of meer doorgangen (11) elk voorzien van een teleenheid (13) en een activeerbaar afsluitmechanisme (12) te leiden, van de doorgang (11) of doorgangen (11) naar een aantal naast elkaar liggende parallelle rijen 30 cups (17) die elk één ei (22) kunnen ontvangen te leiden, de eieren (22) in cups (17) op een oppervlakte gedefinieerd door een aantal cups (17) en een aantal rijen cups (17) klaar te leggen, en waarbij het aantal eieren (22) dat per periode tussen het begin van twee overlegstappen gemiddeld wordt doorgelaten, wordt geregeld, door op basis van het door de teleenheid (13) 5 of teleenheden (13) geteld aantal eieren (22) een afsluitmechanisme (12) te activeren.
14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat de eieren (22) voordat zij overgelegd 10 worden naar de uitkombakken (5) , met hun punt naar beneden worden gepositioneerd.
15. Werkwijze volgens conclusie 12, waarin gebruik gemaakt wordt van een inrichting (1) volgens één van de 15 conclusies 1-11. 1 03 9479 .
NL1039479A 2011-03-24 2012-03-19 Inrichting en werkwijze voor het schouwen en overleggen van voorgebroede eieren. NL1039479C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0183A BE1019888A3 (nl) 2011-03-24 2011-03-24 Inrichting en werkwijze voor het schouwen en overleggen van voorgebroede eieren.
BE201100183 2011-03-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1039479C2 true NL1039479C2 (nl) 2012-09-25

Family

ID=46801808

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1039479A NL1039479C2 (nl) 2011-03-24 2012-03-19 Inrichting en werkwijze voor het schouwen en overleggen van voorgebroede eieren.

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1019888A3 (nl)
FR (1) FR2972896B1 (nl)
NL (1) NL1039479C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2012322C2 (en) * 2014-02-25 2015-08-26 Hatchtech Group Bv Process for producing young chicken.
FR3020239B1 (fr) 2014-04-24 2016-06-10 Visio Nerf Procede et installation de remplissage de casiers d'oeufs en defilement
CN112715426B9 (zh) * 2021-01-18 2023-09-29 温州科技职业学院 一种可观察转移鸡胚孵化方法

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2007029316A1 (ja) * 2005-08-31 2007-03-15 Agro System Co., Ltd. 集卵コンベアによって移送される卵をカウントするための卵カウンタ
US20090078205A1 (en) * 2007-09-21 2009-03-26 Embrex, Inc. Methods and apparatus for determining whether eggs have been removed from an egg carrier

Also Published As

Publication number Publication date
FR2972896A1 (fr) 2012-09-28
BE1019888A3 (nl) 2013-02-05
FR2972896B1 (fr) 2014-03-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2487535C2 (ru) Устройство и способ браковки и перемещения яиц
CN111065469B (zh) 蚊子的性别分选
CN110430751B (zh) 自动处理和分选昆虫以用于生长和释放的装置和方法
RU2622669C2 (ru) Обрабатывающая система для переноса яиц и соответствующий способ
US5898488A (en) Method and apparatus for candling eggs and filling trays with fertile eggs
NL1039479C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het schouwen en overleggen van voorgebroede eieren.
RU2638311C1 (ru) Подъемное устройство для яиц и связанные с ним системы и способы
BE1020283A3 (nl) Inrichting om kuikens te wegen.
JP2020533026A (ja) 双翅類昆虫の生産のための機器および方法
KR20200113194A (ko) 살아 있는 곤충 운송 장치
US20220272954A1 (en) Device and method for breeding, in particular for breeding insects
CN106035136A (zh) 一种平养纯系种鸭个体生产参数自动采集与记录系统
US20040200696A1 (en) Egg transfer apparatus with converging-diverging guides that facilitate even distribution of eggs on a moving conveyor
US3785345A (en) Automated systems for raising and transporting broilers
NL2013435B1 (en) Methods and systems in egg hatching.
NL8900227A (nl) Werkwijze en inrichting voor het behandelen van planten.
JP2024516891A (ja) 新たに孵化した幼虫を生産および収集するための設備
US20110253603A1 (en) Device for inspecting and transferring eggs and a method applied to this end
AT524439B1 (de) System zur Vereinzelung und Identifizierung von Artikeln
CN210720352U (zh) 一种自动检蛋机
JP6647491B2 (ja) 組合せ計量装置
CN220458289U (zh) 一种肉鸽饲喂装置
NL1030337C2 (nl) Kasinrichting voor mobiele teelt van gewassen.
NL1037404C2 (nl) Koelinrichting, deegbereidingsinrichting voorzien van een dergelijke koelinrichting en werkwijze voor het koelen van deegproducten.
EP3001891A1 (en) Nonstop silage plot harvester