NL1030337C2 - Kasinrichting voor mobiele teelt van gewassen. - Google Patents

Kasinrichting voor mobiele teelt van gewassen. Download PDF

Info

Publication number
NL1030337C2
NL1030337C2 NL1030337A NL1030337A NL1030337C2 NL 1030337 C2 NL1030337 C2 NL 1030337C2 NL 1030337 A NL1030337 A NL 1030337A NL 1030337 A NL1030337 A NL 1030337A NL 1030337 C2 NL1030337 C2 NL 1030337C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
crop
holders
workplace
crop holders
person
Prior art date
Application number
NL1030337A
Other languages
English (en)
Inventor
Piet Kloosterhuis
Willem Kemmers
Original Assignee
Logiqs Agro B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Logiqs Agro B V filed Critical Logiqs Agro B V
Priority to NL1030337A priority Critical patent/NL1030337C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1030337C2 publication Critical patent/NL1030337C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/14Greenhouses
    • A01G9/143Equipment for handling produce in greenhouses
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/08Devices for filling-up flower-pots or pots for seedlings; Devices for setting plants or seeds in pots
    • A01G9/088Handling or transferring pots
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Guiding Agricultural Machines (AREA)

Description

KASINRICHTING VOOR MOBIELE TEELT VAN GEWASSEN
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kasinrichting voor de mobiele teelt van gewassen zoals weergegeven in de aanhef van de navolgende conclusie 1.
Een dergelijke inrichting is algemeen bekend door het Nederlandse octrooi 1016960 ten name van Aanvraagster. In een dergelijke kasinrichting is het gewas opgehouden in zogenaamde gewashouders, hetzij voor het houden van gewas op 10 substraat, hetzij voor in potten. Dergelijke gewashouders worden in een kas voortbewogen over en gedragen door een systeem van rails waaraan allerhande, doorgaans elektronisch aanstuurbare actuatoren zijn toegevoegd ten einde de houders automatisch op de gewenste wijze over het spoorsysteem te bewegen.
In de bekende inrichting is een centrale behandelingsruimte bekend voor het 15 centraal behandelen van de gewashouders dan wel de daardoor gedragen gewassen. De gewashouders worden vanuit een eveneens van sporen voorziene zogenaamde kweekruimte naar de behandelingsruimte geleid met behulp van een daartoe in de inrichting opgenomen transportbaan. De kweekruimte omvat een veelvoud aan rijen voor het op rails ophouden van de gewashouders, welke met tot de houder horende 20 wielen over een dergelijk spoor beweegbaar zijn. Een transportbaan strekt zich hierbij langs het kopse uiteinde van de rijen, ofwel dwars daarop uit. De gewashouders worden met een specifiek overzet mechaniek vanuit een rij in de kweekruimte op de van rollen voorziene transportbaan geplaatst.
In de niet vóórgepubliceerde eerdere octrooi NL-1026995, eveneens ten name 25 van aanvraagster is de eerder genoemde bekende kasinrichting onder omvorming, althans aanpassing van de centrale behandelingsruimte opgewaardeerd tot een ruimte voor het oogsten van snijbloemen, in het bijzonder rozen. Ten opzichte van het gangbare systeem voor het oogsten van dergelijke gewassen ontstond ondermeer als voordeel dat de transportbaan de oogstende persoon onafhankelijk maakte van de tijd 30 voor het overzetten van een gewashouder en van de benodigde tijd voor het bewateren van het gewas. Verdere voordelen betreffen het in dezelfde rij kunnen terugplaatsen van de geoogste gewashouders, ofwel het telkens slechts één rij gelijktijdig in behandeling hebben, en het onafhankelijk van eikaars werktempo kunnen maken van bewerkers, in casu oogsters. In deze kasinrichting voor het oogsten van 35 gewassen zoals rozen is dat de transportbaan een relatief hoge transportcapaciteit 1030337 2 heeft ten opzichte van het aantal werkplekken, ofwel oogstplaatsen. Hiertoe is de transportbaan dan ook bij voorkeur uitgevoerd in een breedte van meerdere, naast elkaar opgenomen gewashouders, vijf in het gegeven voorbeeld. Een probleem bij de niet vóórgepubliceerde, verbeterde kasinrichting is het op logistiek gunstige wijze 5 invoegen van de gewashouders van de transportbaan in de werkplekken van de oogstende personen.
Een probleem van de bekende inrichting is het telkens ten minste twee rijen, dan wel langdurig een rij in bewerking moeten hebben ten einde de uitgenomen gewashouders onder te kunnen brengen. Deze omstandigheid belemmerd het gunstig 10 gebruik van de kas, bijvoorbeeld door het tijdelijk niet kunnen bewateren ten gevolge van een in behandeling zijnde rij.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel te komen tot een nieuwe en gunstige kasinrichting welke niet, of althans in sterk verminderde mate onderhevig is aan dergelijke nadelen, alsmede te komen tot een nieuwe kasinrichting waarbij het 15 oogsten van het gewas op in tijd dan wel ruimtebeslag relatie efficiënte wijze kan plaats vinden.
Conform de onderhavige uitvinding wordt dit bereikt, althans betreft de uitvinding een gunstige uitwerking van een in feite geheel nieuwe opzet van een kasinrichting in essentie het opnemen van een buffer in het verlengde van de werkplekken, welke 20 groter is dan het aantal te bevoorraden werkplekken. Op deze wijze wordt voorkomen dat verschil in werktempo van medewerkers of machines alsnog tot oponthoud in het oogstsysteem, althans in de doorvoer van de kasinrichting leidt. In een voorkeursuitvoering bedraagt de buffer twee gewashouders. Op deze wijze wordt efficiënt gebruik gemaakt van het vloeroppervlak van de kas, doordat een 25 gewashouder in de buffer voor een spoor van de werkplek wordt opgenomen, en doordat de breedte van een tweede gewashouder ruim voldoende is om de breedte van een looppad voor een werkplek te dienen.
Een ander, tevens op zichzelf toepasbaar aspect van de nieuwe kasinrichting betreft het aanwezig zijn van een detectie-inrichting voor de positie van de beweker, 30 alsmede het aan passen van de snelheid waarmee te bewerken gewashouders worden aarigevoerd. Dit kan lelden tot een verdere optimalisering van het ruimtegebruik van een kas.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een voorbeeld waarin: 1030337 _ Ijl» I _____ _ 3 --— -
Figuur 1 vanuit bovenaanzicht een schematisch weergegeven voorbeeld is van een bekende kasinrichting met een geautomatiseerd roulatiesysteem voor het telen van gewassen in een kas;
Figuur 2 is een overeenkomstige weergave van het algemene principe van een 5 kasinrichting volgens de uitvinding;
Figuur 3 is een overeenkomstige weergave een uitwerking van het bovenaanzicht van een centrale bewerkingsruimte van een kasinrichting volgens de uitvinding;
Figuur 4 is een eveneens overeenkomstige weergave van een verdere en 10 tevens op zichzelf staande uitwerking van de onderhavige uitvinding;
In de figuren zijn overeenkomstige constructieve delen met gelijke verwijzingstekens aangeduid.
De in figuur 1 weergegeven plattegrond van een op zicht bekend warenhuis, in casu een kas, toont een kweekruimte 1, op de ondergrond 2 waarvan naaste elkaar 15 geplaatste paren 4 van telkens twee rails 3 zich uitstrekken. De rails 3 bezitten elk twee einden 5 en 6. Elk van die einden kan fungeren als toevoereind en afvoereind.
Op de ondergrond 2 is een kasconstructie gebouwd die verder niet is weergegeven. In deze kasconstructie bevinden zich de railparen 4.
De plattegrond van figuur 1 toont een behandelingsruimte 7, waarin houders 8 20 gevuld kunnen worden met planten, dan wel gelost kunnen worden of bijvoorbeeld op een grotere afstand geplaatst kunnen worden. Door middel van transportsystemen 9 worden deze houders 8 naar een baan 10 geleid, die zich bevindt aan het toevoereind 5 van de rails 3. In deze baan 10 rijdt een wagen 11 voorzien van een liftsysteem voor houders 8, waarmede houders 8 bijvoorbeeld van de ene rij in de andere geplaatst 25 kunnen worden of vanaf het transportsysteem 9 op de paren 4 uit rails 3 en vice versa geplaatst kunnen worden. Aan het afvoereind 6 van de rails 3 bevind zich een verdere baan 12 waar zich een overeenkomstige wagen 13 kan bevinden.
De houders 8 worden steeds verder over de paren 4 uit de rails 3 verschoven naar het afvoereind 6. Daarbij kunnen, in aanvulling op duworganen die zich op een 30 wagen 11, 13 bevinden, afzonderlijke transportsystemen zorgdragen voor de verplaatsing van de houders 8 tussen de einden 5 en 6. Gedurende de tijd dat de houders 8 zich in de kas 1 bevinden, treedt een gewenste groei op van daarin opgenomen gewas. Het toevoeren van nieuwe houders 8, en het afvoeren van houders 8 met opgekweekte gewas wordt zodanig gekozen dat het gewas gedurende 35 de gewenste tijd zich in de kas bevinden.
1030337 — 4
Figuur 2 stelt een praktijkvoorbeeld voor van een kasinrichting volgens de uitvinding. Voor de eenvoud van de tekening is in de figuur de alleen de meest rechtse rij ingetekend met aanwezige producthouders. In de overige rijen zijn alleen de rails voor het dragen van de houders weergegeven. Indien nu deze rij ter bewerking van 5 het in de houders aanwezige gewas, bijvoorbeeld rozen wordt aangesproken, worden de houders 8 overgeheveld naar een transportbaan 10A die zich aan de ondeizijde van de figuur langs en dwars op de uiteinden van de rijen uitstrekt. In dit geval is een baan vijf houders breed uitgevoerd, zodat een forse capaciteit voor het opnemen van houders 8 uit een rij wordt bereikt. De overgehevelde houders 8 bewegen zich naar 10 het uiteinde dat niet aansluit op een omkerend deel van de transportbaan, in dit voorbeeld het ter rechterzijde gelegen uiteinde van de transportbaan 10A. Bij dit uiteinde worden de houders 8, zoals in detail weergegeven in figuur 3, overgezet op een voor bewerkingsplekken 21 aanvoerende en bufferende, bij voorkeur doch niet noodzakelijkerwijs enkele transportbaan 20, welke zich haaks op de transportbaan 15 10A uitstrekt. Vanuit de aanvoerende baan 20 kunnen de gewashouders 8 worden overgezet op het spoor van een werkplek 21, welke zich haaks op de aanvoerende baan 20 uitstrekt. De houders 8 worden in het spoor van een werkplek 21, met behulp van een tot de inrichting horende actuator automatisch met bepaalde snelheid, bijvoorbeeld op een gemiddelde bewerkingssnelheid afgestemde snelheid 20 voortbewogen. In het voorbeeld van figuur 3 is een werkplek 21 in een lengte voor negen gewashouders 8 uitgevoerd. Dit heeft ondermeer het voordeel dat relatief langzame bewerkers een ruime uitloopmogelijkheid, althans correctiemogelijkheid hebben. De werkplekken 21, hier vijf in getal, even veel als het aantal parallel in de transportbaan 10A opgenomen sporen, sluiten aan op een afvoerbaan 22 welke 25 aansluit op een afvoerend deel van de transportbaan. De houders kunnen hier vanuit de werkruimte vrijwel meteen, althans in een rechte baan, in hun rij 10A worden teruggeplaatst. Het afvoerend deel van de transportbaan 10A heeft een gezamenlijk eindpunt heeft met het voor de centrale werkplek aanvoerend deel, hier links in de figuur, alwaar de houders onderling worden overgezet.
30 Zoals figuur 3 verder nog illustreert, zijn in de aanvoerende transportbaan 20, bufferposities B1 tot B10 opgenomen, hetgeen een onafgebroken stroom gewashouders voor elke werkplek garandeert. Een mogelijke werkwijze hierbij omvat dat zodra door een tot de inrichting horend detectiesysteem waarneemt dat een bufferplek B1 tot B10 geheel leeg is, een rijdeel dat zich voor die lege positie bevindt 35 in de baan wordt opgeschoven. Bij voorkeur wordt een houder 8 niet een 103 0 3 37 __________ TT-I^- 5 bewerkingsplek 21 in geschoven voordat daar een gehele positie is vrij gekomen, zodat het doorschuiven van de aanvoerbaan 20 vlot verloopt, althans de wachttijd voor het in een werkplek 21 schuiven sterk bekort wordt. In het systeem volgens de uitvinding kunnen in principe zowel houders met goten waarop substraat ligt worden 5 toegepast, als ook houders waarop met substraat gevulde potten zijn geplaatst.
Figuur 4 illustreert in een gedeeltelijke weergave van de inrichting, in het bijzonder van de werkplek, dat een werkplek conform een verdere uitwerking van de uitvinding kan zijn voorzien van sensoren 24, althans een detectiesysteem voor het bepalen van de plaats van de bewerker 23. Deze voorziening maakt het in combinatie 10 met een via een eveneens tot de inrichting horende elektronische besturingseenheid verlopende koppeling met een per werkplek werkzame actuator mogelijk de bewegingssnelheid van het spoor in de werkplek aan te passen aan de kennelijke bewerkingssnelheid van de bewerkende persoon. Dit heeft als voordeel dat de lengte van een bewerkingsplek 21 relatief beperkt kan worden uitgevoerd, althans niet hoeft 15 te beschikken over een grote uitloopmogelijkheid, hetgeen het ruimtebeslag van de centrale werkplek gunstigerwijs strek beperkt. Een sensor kan bijvoorbeeld zijn gevormd door een drukcel in de vloer van de werkplek 21, maar zoals weergeven bijvoorbeeld ook door een infrarood, of onderbrekings sensor. Bij dergelijke typen sensoren kan dan de positie van een door een bewerker geactiveerde sensor worden 20 opgeslagen in een tijdelijk geheugen, zodat door de besturingseenheid kan worden geconstateerd dat er een verloop in de positie van de bewerker ontstaat. De eenheid is conform de uitvinding zo geprogrammeerd dat deze in reactie hierop de actuator tot een aangepaste snelheid van het spoor aanstuurt, ten einde de gewenst positie van de bewerker te herstellen.
25 De uitvinding wordt verder geïllustreerd aan de hand van de navolgende definities.
Kasinrichting (1) voor de mobiele teelt van gewassen, voorzien van een spoorinrichting (4) waarlangs gewashouders (8) beweegbaar, bijvoorbeeld in een kweekruimte zijn opgenomen, alsmede een centrale behandelingsruimte (7), waar de 30 gewashouders (8) dan wel daarin gehouden gewassen een bewerking kunnen ondergaan, welke Inrichting een transportbaan omvat voor het naar en van de centrale behandelingsruimte transporteren van gewashouders, met het kenmerk, dat de centrale behandelingsruimte (7) een meertal werkplekken (21) omvat alsmede een meertal bufferplaatsen (B1-B10) ten behoeve van het van de transportbaan (10A) in 35 een werkplek opnemen van gewashouders (8), welk meertal bufferplaatsen (B1-B10) groter is dan het meertal werkplekken (21).
1°30337 6 inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aantel bufferpiaatsen (B1-B10) twee keer zo groot is dan het aantal werkplekken (21).
Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de transportbaan (10A) is ingericht voor het parallel transporteren van meerdere, ten 5 minste twee gewashouders (8).
Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een werkplek (21) een spoor omvat waarlangs achter elkaar, In een enkel spoor opgenomen, een meertal gewashouders (8) tegelijkertijd beweegbaar is.
Inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk dat de 10 behandelingsruimte (7) een meertal parallel aan elkaar opgestelde werkplekken (21) omvat.
Inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de verhouding tussen een rij (4) gewashouders uit de inrichting en de transportbaan (10A) zodanig is dat de houders (8) van een gehele rij (4) in de transportbaan (10A) kunnen zijn 15 gebufferd.
Inrichting volgens de voorgaande conclusie met het kenmerk, dat het aantal werkplekken (21) ten minste gelijk is aan het aantal gewashouders (8) dat naast elkaar door de transportbaan (10A) wordt getransporteerd.
inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een 20 werkplek (21) een spoordeel omvat waarlangs gewashouders (8) gedurende een bewerking automatisch beweegbaar zijn.
Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het spoordeel is ingericht voor het In de lengterichting daarvan achter elkaar kunnen opnemen van een meertal gewashouders, dat wil zeggen ten minste drie stuks, doch 25 bij voorkeur ten minste vijf stuks.
Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de kopse uiteinden van de sporen van de respectieve werkplekken (21) een aanvoer-(20) en afvoerbaan (22) zijn opgenomen, welke elk aansluiten op een aanvoer dan wel afvoerdeel van de transportbaan (10A).
30 Inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat althans de aanvoerbaan (20) voor het van de transportbaan naar de werkplekken transporteren van gewashouders (8) is ingericht als bufferruimte voor het van de transportbaan (10A) in een bewerkingsplaats (21) opnemen van een gewashouder (8).
1030337 7
Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een werkplek (21) bestemd is voor het bewerken, bijvoorbeeld het oogsten van het gewas, in het bijzonder voor het snijden van bloemen.
Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 5 centrale behandelingsrulmte een werkplek (21) omvat welke is voorzien van een spoordeel waarlangs gewashouders middels een bewegingsactuator automatisch beweegbaar kunnen zijn opgenomen, en welke bewerklngsplaats (21) is voorzien van een van sensoren (24) voorzien detectiesysteem voor het detecteren van de positie van een bewerkende persoon (23) in de langsrlchting van het genoemd spoordeel, 10 alsmede van een met de sensoren (24) en de bewegingsactuator gekoppelde besturingseenheid via welke een door de bewegingsactuator in de werkplek (21) aan de gewashouders (8) van die werkplek opgelegde bewegingssneiheid wordt aangepast In respons op een gedetecteerd verschil tussen een gewenste, bij voorbeeld centrale, positie van de bewerkende persoon (23) en een gedetecteerde 15 actuele positie van deze persoon.
Kasinrichting, in het bijzonder volgens een of meer der voorgaande conclusies, voorzien van een spoorlnrichting waarlangs gewashouders (8) beweegbaar, bijvoorbeeld in een kweekruimte zijn opgenomen, alsmede een centrale behandelingsrulmte (7), waar de gewashouders (8) dan wel daarin gehouden 20 gewassen een bewerking kunnen ondergaan, welke inrichting een transportbaan omvat voor het naar en van de centrale behandelingsrulmte (7) transporteren van gewashouders, met het kenmerk, dat de centrale behandelingsrulmte een werkplek (21) omvat welke is voorzien van een spoordeel waarlangs gewashouders (8) middels een bewegingsactuator automatisch beweegbaar kunnen zijn opgenomen, en welke 25 bewerkingspiaats (21) is voorzien van een van sensoren (24) voorzien detectiesysteem voor het detecteren van de positie van een bewerkende persoon (23) in de langsrichting van het genoemd spoordeel, alsmede van een met de sensoren (24) en de bewegingsactuator gekoppelde besturingseenheid via welke een door de bewegingsactuator in de werkplek aan de gewashouders opgelegde 30 bewegingssneiheid wordt aangepast in respons op een gedetecteerd verschil tussen een gewenste, bij voorbeeld centrale, positie van de bewerkende persoon en een gedetecteerde actuele positie van deze persoon.
Inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat het detectiesysteem per bewerkingsplek (21) een veelvoud aan sensoren (24) omvat, bijvoorbeeld vijf per 35 twee posities voor een gewashouder (8).
1030337 8 inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat het aantal sensoren (24) ten minste overeenkomt met het aantal gewashouders (8) dat in een werkplek (23) kan zijn opgenomen.
Inrichting volgens een of meer der drie voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 5 het detectiesysteem is afgestemd op het bepalen van een de positie van de bewerkende persoon (23) door het bepalen van de positie van een sensor (24) in een rij van sensoren waar de aanwezigheid van de betreffende persoon wordt gedetecteerd op basis van door de sensoren (24) gegenereerde signalen, bijvoorbeeld ten gevolge van uitgeoefende druk zoals bij een in de vloer opgenomen sensor, 10 tengevolge van de nabijheid van een persoon op basis van een infrarood meting, dan wel op basis van het verbreken van bijvoorbeeld een licht signaal dat althans in hoofdzaak dwars op een bij de bewerkingsplaats horend looppad is gericht.
Inrichting volgens een of meer der voorgaande vier conclusies, met het kenmerk, dat een centrale besturingseenheid een historisch verloop van de positie van de oogster 15 bijhoud, ten einde de eventuele aanwezigheid van andere personen in het looppad te kunnen onderscheiden, althans niet daardoor afgeleid te worden, in het bijzonder op basis van de afleidbare gemiddelde bewegingssnelheid van de oogster, meer in het bijzonder op basis van een voortschrijdend gemiddelde.
20 De uitvinding heeft behalve op het in het voorgaande beschrevene eveneens betrekking op alle details in de figuren, althans voor zover deze onmiddellijk en eenduidig voor een vakman herleidbaar zijn, en op al hetgeen is beschreven in het navolgende stel conclusies.
t03 03 37

Claims (18)

1. Kasinrichting (1) voor de mobiele teett van gewassen, voorzien van een spoorinrichting (4) waarlangs gewashouders (8) beweegbaar, bijvoorbeeld in een 5 kweekruimte zijn opgenomen, alsmede een centrale behandelingsruimte (7), waar de gewashouders (8) dan wel daarin gehouden gewassen een bewerking kunnen ondergaan, welke inrichting een transportbaan omvat voor het naaren van de centrale behandelingsruimte transporteren van gewashouders, met het kenmerk, dat de centrale behandelingsruimte (7) een meertal werkplekken (21) omvat alsmede een 10 meertal bufferplaatsen (B1-B10) ten behoeve van het van de transportbaan (10A) in een werkplek opnemen van gewashouders (8), welk meertal bufferplaatsen (B1-B10) groter is dan het meertal werkplekken (21).
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aantal bufferplaatsen (B1 -B10) twee keer zo groot is dan het aantal werkplekken (21).
3. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de transportbaan (10A) is ingericht voor het parallel transporteren van meerdere, ten minste twee gewashouders (8).
4. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een werkplek (21) een spoor omvat waarlangs achter elkaar, in een enkel spoor 20 opgenomen, een meertal gewashouders (8) tegelijkertijd beweegbaar is.
5. Inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk dat de behandelingsruimte (7) een meertal parallel aan elkaar opgestelde werkplekken (21) omvat.
6. Inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de 25 verhouding tussen een rij (4) gewashouders uit de inrichting en de transportbaan (10A) zodanig is dat de houders (8) van een gehele rij (4) in de transportbaan (10A) kunnen zijn gebufferd.
7. Inrichting volgens de voorgaande conclusie met het kenmerk, dat het aantal werkplekken (21) ten minste gelijk is aan het aantal gewashouders (8) dat naast elkaar 30 door de transportbaan (10A) wordt getransporteerd.
8. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een werkplek (21) een spoordeel omvat waarlangs gewashouders (8) gedurende een bewerking automatisch beweegbaar zijn.
9. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 35 dat het spoordeel is ingericht voor het in de lengterichting daarvan achter elkaar 1030337 kunnen opnemen van een meertai gewashouders, dat wil zeggen ten minste drie stuks, doch bij voorkeur ten minste vijf stuks.
10. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de kopse uiteinden van de sporen van de respectieve werkplekken (21) een 5 aan voer- (20) en afvoeröaan (22) zijn opgenomen, welke elk aansluiten op een aanvoer dan wel afvoerdeel van de transportbaan (10A).
11. Inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat althans de aanvoerbaan (20) voor het van de transportbaan naar de werkplekken transporteren van gewashouders (8) is ingericht als bufferruimte voor het van de transportbaan 10 (10A) in een bewerkingsplaats (21) opnemen van een gewashouder (8).
12. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een werkplek (21) bestemd is voor het bewerken, bijvoorbeeld het oogsten van het gewas, in het bijzonder voor het snijden van bloemen.
13. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 15 dat de centrale behandelingsruimte een werkplek (21) omvat welke is voorzien van een spoordeel waarlangs gewashouders middels een bewegingsactuator automatisch beweegbaar kunnen zijn opgenomen, en welke bewerkingsplaats (21) is voorzien van een van sensoren (24) voorzien detectiesysteem voor het detecteren van de positie van een bewerkende persoon (23) in de langsrichting van het genoemd spoordeel, 20 alsmede van een met de sensoren (24) en de bewegingsactuator gekoppelde besturingseenheid via welke een door de bewegingsactuator in de werkplek (21) aan de gewashouders (8) van die werkplek opgelegde bewegingssnelheid wordt aangepast In respons op een gedetecteerd verschil tussen een gewenste, bij voorbeeld centrale, positie van de bewerkende persoon (23) en een gedetecteerde 25 actuele positie van deze persoon.
14. Kasinrichting, in het bijzonder volgens een of meer der voorgaande conclusies, voorzien van een spoorlnrichting waarlangs gewashouders (8) beweegbaar, bijvoorbeeld in een kweekruimte zijn opgenomen, alsmede een centrale behandelingsruimte (7), waar de gewashouders (8) dan wel daarin gehouden 30 gewassen een bewerking kunnen ondergaan, welke inrichting een transportbaan omvat voor het naar en van de centrale behandelingsruimte (7) transporteren van gewashouders, met het kenmerk, dat de centrale behandelingsruimte een werkplek (21) omvat welke Is voorzien van een spoordeel waarlangs gewashouders (8) middels een bewegingsactuator automatisch beweegbaar kunnen zijn opgenomen, en welke 35 bewerkingsplaats (21) is voorzien van een van sensoren (24) voorzien detectiesysteem voor het detecteren van de positie van een bewerkende persoon (23) in de langsrichting van het genoemd spoordeel, alsmede van een met de sensoren 1030337 (24) en de bewegingsactuator gekoppelde besturingseenheid via welke een door de bewegingsactuator in de werkplek aan de gewashouders opgelegde bewegingssnelheid wordt aangepast In respons op een gedetecteerd verschil tussen een gewenste, bij voorbeeld centrale, positie van de bewerkende persoon en een 5 gedetecteerde actuele positie van deze persoon.
15. Inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat het detectiesysteem per bewerkingsplek (21) een veelvoud aan sensoren (24) omvat, bijvoorbeeld vijf per twee posities voor een gewashouder (8).
16. Inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat het aantal 10 sensoren (24) ten minste overeenkomt met het aantal gewashouders (8) dat in een werkplek (23) kan zijn opgenomen.
17. Inrichting volgens een of meer der drie voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het detectiesysteem is afgestemd op het bepalen van een de positie van de bewerkende persoon (23) door het bepalen van de positie van een sensor (24) in 15 een rij van sensoren waar de aanwezigheid van de betreffende persoon wordt gedetecteerd op basis van door de sensoren (24) gegenereerde signalen, bijvoorbeeld ten gevolge van uitgeoefende druk zoals bij een in de vloer opgenomen sensor, tengevolge van de nabijheid van een persoon op basis van een infrarood meting, dan wel op basis van het verbreken van bijvoorbeeld een licht signaal dat althans in 20 hoofdzaak dwars op een bij de bewerkingsplaats horend looppad is gericht.
18. Inrichting volgens een of meer der voorgaande vier conclusies, met het kenmerk, dat een centrale besturingseenheid een historisch verloop van de positie van de oogster bijhoud, ten einde de eventuele aanwezigheid van andere personen in het looppad te kunnen onderscheiden, althans niet daardoor afgeleid te worden, in het 25 bijzonder op basis van de afleidbare gemiddelde bewegingssnelheid van de oogster, meer in het bijzonder op basis van een voortschrijdend gemiddelde. i 1030337
NL1030337A 2005-11-03 2005-11-03 Kasinrichting voor mobiele teelt van gewassen. NL1030337C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030337A NL1030337C2 (nl) 2005-11-03 2005-11-03 Kasinrichting voor mobiele teelt van gewassen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030337A NL1030337C2 (nl) 2005-11-03 2005-11-03 Kasinrichting voor mobiele teelt van gewassen.
NL1030337 2005-11-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030337C2 true NL1030337C2 (nl) 2007-05-04

Family

ID=38255613

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030337A NL1030337C2 (nl) 2005-11-03 2005-11-03 Kasinrichting voor mobiele teelt van gewassen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1030337C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2003028C2 (nl) * 2009-06-16 2010-12-20 Theodorus Nicolaas Maria Duijvestijn Werkwijze en inrichting voor toepassing bij het kweken en/of oogsten van bestomaten.

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2003028C2 (nl) * 2009-06-16 2010-12-20 Theodorus Nicolaas Maria Duijvestijn Werkwijze en inrichting voor toepassing bij het kweken en/of oogsten van bestomaten.
EP2263442A1 (en) * 2009-06-16 2010-12-22 Theodorus Nicolaas Maria Duijvestijn Method and device for use in packaging tomberries

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA3115140C (en) Grow tower processing for controlled environment agriculture system
US20060245858A1 (en) Apparatus for forming a sequence of load carriers by means of a temporary store, and method for temporary storage
NL1019257C2 (nl) Werkwijze voor het in een kas op een eerste laag niveau aangebrachte drager kweken van in houders opgenomen gewassen.
NL1014338C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het oogsten van agrarische producten, in het bijzonder vruchten.
CN114423278A (zh) 用于自动受控环境农业的生产设施布局
WO2018172376A1 (en) Mushroom handling apparatus
EP1722622A1 (en) System and method for the cultivation/movement of plants
CA3128115A1 (en) A mushroom packaging system
EP1318943B1 (en) A mushroom packing apparatus
US20220338422A1 (en) Grow tower drive mechanism for agriculture production systems
AU2002212208A1 (en) A mushroom packing apparatus
NL1019870C2 (nl) Meervoudige verplantmachine.
EP2345605B1 (en) Apparatus for automatically transferring packaged pharmaceutical products
NL1030337C2 (nl) Kasinrichting voor mobiele teelt van gewassen.
NL8800217A (nl) Werkwijze en inrichting voor het volautomatisch inleggen van voorwerpen, in het bijzonder bonbons, in een verpakkingseenheid.
CA3135576C (en) Pickup and laydown station systems for grow tower production
NL1031686C2 (nl) Kasinrichting en werkwijze voor gebruik van een robot daarin.
US5626101A (en) Apparatus for continuous high speed loading of chicks into handling trays
NL1028644C2 (nl) Systeem en werkwijze voor toepassing in bijvoorbeeld een kas of warenhuis, alsmede transportinrichting.
WO1993014008A1 (en) Indexing, bi-directional vertical sorter with buffer conveyors
NL2001124C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het poten van in substraat wortelende planten.
NL1022692C2 (nl) Pootmachine met een centrale regeleenheid, alsmede een centrale regeleenheid als zodanig.
NL1020548C2 (nl) Pootmachine en werkwijze voor het met relatief hoge snelheid poten van al dan niet ontkiemde planten.
NL1022690C2 (nl) Pootmachine voorzien van een sproei-inrichting voor het besproeien van te poten planten.
JP2023079351A (ja) 作物収穫システム

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100601