BE1018822A5 - Bouwelementen en dakconstructie. - Google Patents

Bouwelementen en dakconstructie. Download PDF

Info

Publication number
BE1018822A5
BE1018822A5 BE2009/0423A BE200900423A BE1018822A5 BE 1018822 A5 BE1018822 A5 BE 1018822A5 BE 2009/0423 A BE2009/0423 A BE 2009/0423A BE 200900423 A BE200900423 A BE 200900423A BE 1018822 A5 BE1018822 A5 BE 1018822A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
ribs
insulating material
base plate
building element
plate
Prior art date
Application number
BE2009/0423A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Unilin Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Unilin Bvba filed Critical Unilin Bvba
Priority to BE2009/0423A priority Critical patent/BE1018822A5/nl
Priority to EP20100006728 priority patent/EP2273024B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1018822A5 publication Critical patent/BE1018822A5/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B7/00Roofs; Roof construction with regard to insulation
    • E04B7/20Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded
    • E04B7/22Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded the slabs having insulating properties, e.g. laminated with layers of insulating material
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/62Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
    • E04B1/74Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls
    • E04B1/88Insulating elements for both heat and sound
    • E04B1/90Insulating elements for both heat and sound slab-shaped
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B7/00Roofs; Roof construction with regard to insulation
    • E04B7/20Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded
    • E04B7/22Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded the slabs having insulating properties, e.g. laminated with layers of insulating material
    • E04B7/225Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded the slabs having insulating properties, e.g. laminated with layers of insulating material the slabs having non-structural supports for roofing materials
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C2/00Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels
    • E04C2/02Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials
    • E04C2/26Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials composed of materials covered by two or more of groups E04C2/04, E04C2/08, E04C2/10 or of materials covered by one of these groups with a material not specified in one of the groups
    • E04C2/284Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials composed of materials covered by two or more of groups E04C2/04, E04C2/08, E04C2/10 or of materials covered by one of these groups with a material not specified in one of the groups at least one of the materials being insulating
    • E04C2/296Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials composed of materials covered by two or more of groups E04C2/04, E04C2/08, E04C2/10 or of materials covered by one of these groups with a material not specified in one of the groups at least one of the materials being insulating composed of insulating material and non-metallic or unspecified sheet-material
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C2/00Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels
    • E04C2/30Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by the shape or structure
    • E04C2/34Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by the shape or structure composed of two or more spaced sheet-like parts
    • E04C2/36Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by the shape or structure composed of two or more spaced sheet-like parts spaced apart by transversely-placed strip material, e.g. honeycomb panels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Acoustics & Sound (AREA)
  • Building Environments (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)

Abstract

Bouwelement, meer speciaal voor dak-, wand- of vloercontructies, waarbij dit bouwelement (1) minstens is samengesteld uit een basisplaat (2) en een bovenplaat (3) waartussen zich isolatiemateriaal (4) bevindt, en waarbij voornoemde platen (2-3) zijn voorzien van één of meer ribben (5), daardoor gekenmerkt dat voornoemde basisplaat (2) en bovenplaat (3) akoestisch zijn ontkoppeld. De uitvinding betreft eveneens een dakconstructie (9) waarbij dergelijke bouwelementen (1) zodanig op het dakgebinte (10) worden bevestigd dat minstens de voornoemde bovenplaat (2) akoustisch is ontkoppeld ten opzichte van het dakgebinte (10).

Description

Bouwelementen en dakconstructie.
Deze uitvinding heeft betrekking op bouwelementen of bouwpanelen, alsmede op een dakconstructie die gebruik maakt van dergelijke bouwelementen.
De bekende bouwelementen of bouwpanelen bestaan hoofdzakelijk in twee typen. Enerzijds is er het zogenaamde openschalige bouwelement, waarbij slechts aan één vlakke zijde van het bouwelement of bouwpaneel een basisplaat is toegepast en waarbij de andere vlakke zijde, namelijk de open zijde, hoofdzakelijk gevormd wordt door het isolatiemateriaal zelf en, anderzijds, het gesloten of sandwich bouwelement waarbij aan de tweede vlakke zijde een bovenplaat is aangebracht, zodat het isölatiematëriaai zich ih clè ruimte tussen de basisplaat en de afdekplaat bevindt. Voor voorbeelden van openschalige dakelementen en gesloten, of sandwich dakelementen wordt verwezen naar het EP 0 978 801 en het EP 1 162 050.
Dé uitvinding'heeft ftïeèf ^piiêilail heirëkkftfg ^'p ÏBüÜdlÉriSMfêaï of bouwpanelen van het gesloten type die kunnen worden aangewend als dakelementen, wandelementen of vloërelementen. Hét betr :het type idaft: minsfêiis isJ è^i^^gésiêlâ ^üif'êërt^bâsis^iyâîPën1 ëen biÿ^pia^^artii&sèrÎ zich iëolatlématëriaéi bé^inët; en wäarbij Voofhöernde plëtén zijn’ vóórzien van één of meer ribben.
Dërgëlijké bbuwélerhentën Öf böuwpanèléH' zij n ÓjirziclÏfèeds rüim bëkënd en kunnen bÿvôorbéëld als 'ééh jsBlerènd ïëlfdfagOTd^al^limêht zijn Üitgevoeïd: Hiërtöe wordt bij wijzevanvóórtsëeid verwé;æn''fiâ^ óf hët EP 1 253 257.
Dergelijke dakelemèriten kunnën niét hun basisplaat op een eenvoudig geconstrueerde dakkap, bijvoorbeeld een dakkap met enkel gordingen, worden aangebracht. Na de ihsfäliätie vaH diergelijke’ dakéiérnëhtën; wÓrdën dëzë doorgaans nog voorzien van pänneniatteh dîè : op :of andere dakbedekking ondèrsteunëh: lil ëën dërgëlijkë c»nstfüMë vervult het dakelement de functie vén eën traditioneel gëïsölëefd öhdëfdak: Het is öök mögelijk dat de voomoëmde basisplaat dë binriehbëidëóing^vëiri dë bëtrëfféndë dèkcöhstrüctiè vormt of dat de basisplaat van dergelijke binnenbekleding is voorzien. Gebruikelijk worden dergelijke dakelementen op maat voor een woning geprefabriceerd.
De bouwelementen van het bovenvermelde type die bekend zijn uit de stand van de techniek vertonen een uitstekende warmte-isolerende werking, maar zijn voor akoestische isolatie minder geschikt.
Uit het CH 601 598 en het DE 34 37 446 zijn isölatie-elementen bekend van een ander dan bovenvermeld type. Hierbij wordt slechts gebruik gemaakt van één plaat. Bovendien wordt in dit geval slechts één enkele verstevingsrib bevestigd op deze basisplaat. Dergelijke isolatie-elementen hebben een beperkt draagvermogen. In beide documenten wordt de hoogte van de verstevingsrib kleiner of gelijk gehouden aan de dikte van het isolatiemateriaal en wordt voornoemde basisplaat naar buiten gericht. Bij het DE 34 37 446 is voornoemde verstevingsrib voor het bekomen van een betere akoestische isolatie opgebouwd uit twee lagen, namelijk een eerste laag die uit een isolerend materiaal mét beperkt dfäägvermogen. bijvoorbeeld uit hardschuim, bestaat, en een tweede laag die uit een rriatériaal rhèf een hoge drukvastheid bestaat. De isolatie-elemeritén wórden aan'iele hand van lange nagels, die door de draagplaat en de verstevigingsribben worden gedreven, aan het dakgebinte verbonden. Deze wijze van bevestiging doét gedeeltelijk' de: akoestische isolatie vàrv dé tweelagige verstevingsribben teniet, vermits de voornoèmdé basisplaat nu over de stijve nagels met het dakgebinte is verbonden.
Uit het DE 41 01 234 is een isolatie-element bekend van een ander dan bovenvermeld type, waarbij slechts één plaat wórdt aangewend eh gëèri gébruik gemaakt wordt van verstevingsribben, doch '"wel Vâh! '' niëërdere*''= "b’e^disiïglhgsliattian die in het isolatiemateriaal zijn ingebed. Hiertoe strekken deze latteri zich uit in de dwarsrichting van het isolatie-element. Dergelijk isolatie-element heeft een beperkt dragend vermogen. Bij gebruik van het bouwelement wordt dé basisplaat vast met het dakgebinte verbonden, bijvoorbeeld door schroeven of nagels.
Uit het BE 1017639 is een isolatie-element bekend vari een ander van bovenvermeld type, waarbij slechts één plaat wordt aangewend en geen gebruik gemaakt wordt van verstevingsribben. De betreffende plaat is aan één zijde volledig verlijmd op het isolatiemateriaal. Dergelijk element is niet zelfdragend, maar werkt samen met afzonderlijk te voorziene ribben.
Uit het CH 670 673 en het CH 644 921 zijn nog isolatie-elementen bekend van een ander dan bovenvermeld type, waarbij terug slechts één plaat wordt aangewend, en waarbij de aanwezige verstevingsribben niet bevestigd zijn op de basisplaat, doch respectievelijk contact maken met een baanvormige dichtingsfolie of volledig in het isolatiemateriaal zijn ingebed. In het geval van het CH 644 921 wordt de bij installatie naar binnen gerichte zijde van het dakelement gevormd door het isolatiemateriaal, of eventueel door een op het isolatiemateriaal aangebrachte dichtingsfolie, terwijl in het geval van het CH 670 673 de naar binnen gerichte zijde gevormd wordt door de basisplaat.
Uit het BE 1016469 is een geluidsisolerende dakconstructie gekend waarbij bandvormig isolatiematertiaal wordt aangebracht tussen dragers, die op zich zijn samengesteld uit een lat en een erop aangebrachte regel. De zogenaamde akoestische regel is samengesteld uit een materiaal dat trillingen absorbeert zoals uit kokosmateriaal. De dakconstructie wordt voorzien’van platen die op de latten en regels worden bevestigd door middel van schroeven of spijkers en er wordt verder afgewerkt met een laag afdekplatën. Dërgelijke constructie is zeer omslachtig.
Met het oog op het bekomen van een verbeterde akoestische isolatie, voornamelijk bij bouwelementen of bouwpanelen van het hoger vermelde type, betreft de huidige uitvinding volgens verschillende onafhankelijke aspecten ervan nieuwsoortige bouwelementen die door hun afzonderlijke of gecombineerde inventieve kenmerken een bijdrage leveren tot een verhoogde geluidsweerstand, of met andere woorden tot een verbeterde akoestische isolatie én/öf tót eën verhoogde stevigheid van het element. Volgens verschillende voorkeurdragende uitvoeringsvormen biedt de uitvinding een oplossing voor één of meer nadelen met de bouwelementen uit de stand van de techniek.
Volgens een eerste onafhankelijk aspect betreft de uitvinding een bouwelement, meer speciaal voor dak-, wand- of vloerconstructies, waarbij dit bouwelement minstens is samengesteld uit een basisplaat en een bovenplaat, waartussen zich isolatiemateriaal bevindt, en waarbij voornoemde platen zijn voorzien van één of meer ribben, met als kenmerk dat voornoemde basisplaat en bovenplaat akoestisch zijn ontkoppeld. Doordat de voornoemde platen akoestisch zijn ontkoppeld planten geluidsgolven die inbeuken op één van beide platen, bijvoorbeeld op de plaat die in de dakconstructie naar buiten is gericht, zich in mindere mate voort naar de andere plaat, bijvoorbeeld naar de plaat die in de dakconstructie naar binnen is gericht. Dergelijke akoestische ontkoppeling kan op velerlei wijzen worden gerealiseerd. Zo bijvoorbeeld kan ervoor worden gezorgd dat de beide platen slechts over samendrukbaar materiaal met elkaar zijn verbonden. Beide platen kunnen ook op een andere manier elastisch met elkaar zijn verbonden, bijvoorbeeld door tussenkomst van één of meerdere torsieveren of bladveren. Met “samendrukbaar materiaal” wordt materiaal bedoeld dat meer samendrukbaar is dan het materiaal van voornoemde ribben. Volgens een praktisch voorbeeld kan dergelijke akoestische ontkoppeling van beide platen worden bereikt door het hierna volgende tweede onafhankelijk aspect.Volgens een tweede onafhankelijk aspect betreft de uitvinding een bouwelement, meer spéciaal voor dak-, wand- of vloerconstructies, waarbij dit bouwelement minstens is samengesteld uit een basisplaat eri een boVënplaat, waartussen zich isolatiemateriaal bevindt, en waarbij voorhóemdë platen zijn voorzien van één óf meer ribben, mét éls kenmerk datdébasisplaatfÄöfözakeljjk övér^liefisolatiemateriaal met de bovénplaat is verbondén. Hiefmédë 'wo^ drukstijfheid van het bouwelement bij een drukbelasting ervah ioödrèchf óp één van dé platen hóófdzakelijk bepaald wordt door de drukstijfheid van hét isolatiemateriaal. Bij voorkeur is de basisplaat uitsluitend over het isolatiemateriaal met de bovénplaat vérbonden. Hierbij wordt bekomen dat een drukbelasting ioodrecht óp één Van vöbrnoemde platen hoofdzakelijk of louter via het isolatiemateriaal wordt doorgegeven naar de andere van voornoemde platen, en dus niet, of in principe niet via voornoemde ribben. De voornoemde ribben kunnen wel als wi'stëVigihg^; bptredeh bij een 'eventuele buigbelasting of torsiebelasting, en dragen dus Op deze' maniér bij tot de stijfheid van het element. Dé ribben beperkén bijvoorbeëld een eventuélè doorhanging van het element en kunnen bepalend zijn voor de maximaal· bereikbare overspanning van dergelijk bouwelement. r :
Het is duidelijk dat ëen bouwèlement voIgéns' hët tWeedé onafhankelijk aspect van de uitvinding eventueel ook de kenmerken' van hét éérste onafhankelijk aépect kan vertone;
Volgens een derde onafhankelijk aspect betreft de uitvinding ëëh bouwelement, meer speciaal voor dék-, wand- of vloerconstfüctias. wäafbij dit boüwalement minstens is samengesteld uit een basisplaat en een bovenplaat, waartussen zich isolatiemateriaal bevindt, en waarbij voornoemde platen zijn voorzien van één of meer ribben, met als kenmerk dat de eventuele afstand tussen voomoemde rib en de basisplaat verschilt van de eventuele afstand tussen voornoemde rib en de bovenplaat. De voornoemde afstand wordt hierbij in dwarsdoorsnede van het bouwelement gezien en gemeten loodrecht op één van voornoemde platen. Het is duidelijk dat volgens dit derde aspect, voornoemde eventuele afstand eventueel niet bestaande kan zijn, of zo goed als niet bestaande kan zijn. Door de opstelling van het derde aspect kan een akoestische ontkoppeling, zoals in het eerste en/of het tweede aspect, gecombineerd worden met een goede buigstijfheid. Doordat het materiaal van de ribben zich dichter bij één van de platen bevindt, wordt een groter traagheidsmbment bij buiging bekomen.
Het spreekt voor zich dat het bouwelement van het derde aspect, ook de kenmerken van het eerste en/of het tweede aspect kan vertonen.
De hierna volgende vöorkeurdfagéhde uitvóëringsvörmen, betreffen telkens bouwelementen die de kenmerken van het eerste en/of het tweede en/of het derde aspect van de uitvinding bezitten.
Bij voorkeur is het bouwelement van de uitvinding langwerpig en, bij voorkeur, strekken de voornoemde ribben zich in de lengterichting van het bouwelement uit. Bij voorkeur wordt gewerkt met twee of meer van dergelijke ribben, waarbij deze ribben zich, bij voorkeur, intern in het bouwelement bevinden en dus geen zijrand hiervan vormen, al is dat niet uitgesloten. Bij voorkeur bevindt het isolatiemateriaal zich minstens voor een gedeelte ervan tussen de voornoèmde twee of meer ribben. Bij voorkeur bestaan dergelijke ribben uit houten balken, bij voorkeur met rechthoekige doorsnede. Het is uiteraard niet uitgesloten dat met een ander materiaal dan hout wordt gewerkt, en/of dat wordt geopteerd voor een andere doorsnede voor deze ribben, zoals voor een doorsnede gelijkaardig aan de doorsnede van een I-profiel. Bij voorkeur wordt tussen de ribben een zijdelingse afstand bewaard van minstens 30 centimeter en beter nog van minstens 40 centimeter.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is voornoemde rib, of zijn voornoemde twee of meer ribben, zonder tussenliggend isolatiemateriaal bevestigd op voornoemde basisplaat óf bovenplaat. De betreffende ribben kunnen bijvoorbeeld zijn bevestigd aan de hand van nagel-, schroef- en/of lijmverbindingen en/of via enig ander bevestigingsmiddel. Door de rechtstreekse bevestiging van de ribben op minstens één van de platen, namelijk zonder tussenliggend isolatiemateriaal, wordt bereikt dat de ribben bij een buigbelasting op een goede manier de aangelegde krachten kunnen opnemen. Bovendien wordt volgens deze voorkeurdragende uitvoeringsvorm een eenvoudige constructie van het bouwelement bereikt. Zoals blijkt uit het voorgaande, worden de betreffende ribben, volgens de uitvinding, bij voorkeur slechts met één van voornoemde platen rechtstreeks verbonden. Bij voorkeur worden de betreffende ribben überhaupt niet met de andere plaat verbonden, als is het mogelijk dat zij bijvoorbeeld zijdelings met het isolatiemateriaal zijn verbonden, bijvoorbeeld door een lijmbevestiging, waarbij het isolatiemateriaal dan op zijn beurt rechtstreeks of onrechtstreeks terug verbonden kan zijn met de andere plaat. Dergelijke zijdelingse verbinding van de ribben met het isolatiemateriaal heeft echter nauwelijks invloed op de akoestische eigenschappen van het bouwelement of op de druksterkte of drukstijfheid van het bouwelement. Deze zijdelingse verbinding van de ribben met het isolatiemateriaal kan echter wel een positieve invloed hebben op de stijfheid van het bouwelement bij buiging en/of torsie.
Bij voorkeur is minstens één van de platen, bijvoorbeeld de bovenplaat, door een luchtkamer gescheiden van voornoemde rib. Eventueel kan in de plaats van lucht ook een ander materiaal worden toegepast dat beter samendrukbaar is dan het voornoemde isolatiemateriaal, zoals een gel of een vloeistof die zich bijvoorbeeld in een gesloten vervormbaar recipiënt bevindt.
Bij voorkeur bestaat minstens de basisplaat en/of minstens de bovenplaat hoofdzakelijk uit houtgebaseerd plaatmateriaal, zoals uit een multiplex plaat, OSB plaat (Oriented Strand Board), een houtspaanderpiaat, een houtvezelplaat, zoals MDF of HDF (Medium Density Fiberboard of High Density Fiberboard). Andere plaatmaterialen zijn ook mogelijk, zoals vlasspaanderplaat, gipskartonplaat, cementvezelplaat, gipsvezelplaat of silicaatplaat. Het aangewende materiaal voor de basisplaat en/of de bovenplaat kan de eigenschap vertonen dat het watervast en/of brandvertragend is uitgevoerd, zoals het geval kan zijn bij houtspaanderpiaat. De bovenplaat en de basisplaat vertonen bij voorkeur een dikte van minstens 6 millimeter, en beter nog van minstens 8 millimeter. De bovenplaat kan eventueel dikker zijn uitgevoerd dan de basisplaat.
Bij voorkeur wordt als isolatiemateriaal een cellulosegebaseerd isolatiemateriaal of een isolatiemateriaal gebaseerd op houtvezel toegepast. Cellulosegebaseerde isolatiematerialen zijn gekend om hun goede akoestische isolatiewaarde, bovendien vertonen zij tevens een aanvaardbare tot zeer goede thermische isolatiewaarde. Het cellulosegebaseerd isolatiemateriaal kan hetzij droog, als een op zichzelf bestaande laag, in het bouwelement zijn aangebracht, hetzij als een visceus vloeibare substantie in het bouwelement zijn aangebracht, waarna het werd uitgehard of uitgedroogd. Isolatiematerialen gebaseerd op houtvezel vertonen eveneens goede akoestische isolatiewaarden in combinatie met een aanvaardbare tot zeer goede thermische isolatiewaarde. Bij voorkeur wordt gewerkt met zogenaamde houtvezelisolatieplaten. Hierbij kunnen de houtvezels bij voorbeeld aan elkaar zijn verbonden met behulp van een polyolefine. Het is ook mogelijk dat dit isolatiemateriaal voorzien is van brandvertragende additieven, zoals van één óf meerdere anorganische stikstofhoudende mineraalzurén. Zo bijvoorbeeld zijn de doof de firma HOMÄTHERM® op de markt gebrachte hOutFlex isolatieplaten uiterst geschikt voor toepassing in de bouwelementen van de huidige uitvinding vólgens al haar aspécten.
Uiteraard kan in de plaats van cellulose of houtvezel, ook met andere isolatiematerialen worden gewerkt zbaïs met vlokkenschuim, dat bijvoorbeeld aan de hand van polyurethaan verbonden schuimvlokken bevat, waarbij deze schuimvlokken bijvoorbeeld bekomen zijn als afval bij de productie van matrassen of zeteis.
Eventueel kan ook met de typisché thermisch isolërendè materialen wórden gewerkt, zoals met een isolatieschuim gékozen uit de reeks van polyurethaan, polyisocyanuraat, polystyreen, geëxtrudeerd polystyreen, geëxpandeerd polystyreen fénolisolatie, perliet, vermieuliet en glasschuim, of met een isolatiemateriaal gekozen uit de reeks van minerale wol, zoals glaswol of rotswol, houtwol, vlaswol, schaapswol en pluimen, zoals eendenpluimeh of dergëiijkè. Ih het geval van glaswol wordt een significant brandvertragend effect bereikt, en in het geval van een isolatiemateriaal van dierlijke oorsprong wordt een zeer milieuvriendelijk bouwelement bekomen.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het bouwelement van de uitvinding een akoestische weerstand (Ra) van minstens 40 dB(a) en/of minstens een thermische weerstand (Rc) van 4 m2K/W. Dergelijke isolerende waardes kunnen worden bereikt met een isolatiemateriaal op basis van cellulose, waarbij dit isolatiemateriaal op zich een dikte vertoont tussen 10 en 20 centimeter.
Bij voorkeur is minstens één van voornoemde platen, bij voorkeur de in de dakconstructie naar buiten gerichte plaat, zwaarder uitgevoerd dan de andere van voornoemde platen. Het zwaarder uitvoeren van deze plaat leidt tot een betere akoestische weerstand. Zo bijvoorbeeld kan als naar buiten gerichte plaat een plaat worden toegepast met een dikte van 12 millimeter of meer, zoals een plaat van 18 millimeter of meer, terwijl de andere plaat dunner wordt uitgevoerd. Zoals reeds vermeld is het mogelijk dat onder andere de naar binnen gerichte plaat aan de betreffende zijde is afgewerkt met decoratief materiaal, bijvoorbeeld met een laminaatlaag, schrootjes of dergelijke meer.
Volgens een vierde onafhankelijk aspect betreft de huidige uitvinding nog een bouwelement dat tot een goede geluidsisolatie kan leiden. Hiertoe betreft de uitvinding een bouwelement, meer speciaal voor dak-, wand- of vloerconstructies, waarbij dit bouwelement langwerpig is, minstens èen basisplaat bevat en voorzien is van twee of meer ribben die zich in de lengterichting van voorrioemde basisplaat uitstrekken, en waarbij zich tussen vóornoemde ribben isolatiémâteriaal bevindt, waarbij, gezien in een dwarsdoorsnede van het bouwelement, er 'een verschil is tussen de hoogte van minstens één van de ribben en de dikte van het isolatiemateriaal, met als kenmerk dat de hoogte van voornoemde rib kleiner is dan de dikte van het isolatiemateriaal en dat de eventuele afstand tussen voornoerhde basisplaat en voornoemde rib kleiner is dan de helft van het vöornoemde verschil. De voornoemde afstand wordt hierbij in dwarsdoorsnede van het bouwelement gezien en gemeten loodrecht op de voornoemde plaat. Het is duidelijk dat, volgens dit vierde aspect, voornoemde eventuele afstand niet bestaande kan zijn, of zo goed als niet bestaande. Bij voorkeur is voornoemde eventuele afstand kleiner dan 40%, of zelfs beter nog kleiner dan 30% van het voornoemde verschil. Verdèr is het duidelijk dat het bouwelement van het vierde aspect eventueel tevens de kenmerken van het eerste en/of het tweede en/of het derde aspect en/of de voorkeurdragende uitvoeringsvormen van deze aspecten kan vertonen, doch dit is niet noodzakelijk zo. Volgèns het vierde onafhankelijk aspect is het namelijk mogelijk dat slechts met één plaat wordt gewerkt, en dat, met andere woorden, geen bovenplaat beschikbaar is. Zoals uit de gedetailleerde beschrijving nog zal blijken is het ook met dergelijk bouwelement mogelijk een akoestisch ontkoppelde dakconstructie te verwezenlijken. Door het beperken van de eventuele afstand tussen de ribben en de basisplaat kan worden bekomen dat voornoemde ribben assymetrisch zijn opgesteld met betrekking tot de neutrale vezel bij buigbelasting. Hierdoor wordt een verhoogd traagheidsmoment bij buiging bekomen.
Volgens een vijfde aspect beoogt de uitvinding nog een dakconstructie die een betere geluidsisolatie oplevert. Hiertoe betreft de uitvinding een dakconstructie, waarbij deze dakconstructie één of meerdere bouwelementen omvat van het type dat minstens een plaat, ribben en zich tussen deze ribben bevindend isolatiemateriaal omvat, waarbij voornoemde bouwelementen rechtstreeks of onrechtstreeks op het dakgebinte zijn bevestigd, daardoor gekenmerkt dat de bouwelementen zodanig op het dakgebinte zijn bevestigd dat minstens voornoemde plaat akoestisch is ontkoppeld ten opzichte van het dakgebinte. Het is duidelijk dat hierbij de bouwelementen van vorige aspecten kunnen worden aangewend. Voor voórkeurdragende uitvoeringsvormen van dergelijke dakconstructie wordt verwezen naar de gedetailleerde beschrijving.
Bij voorkeur zijn de bouwelementen volgens alle aspecten van de uitvinding zelfdragend. Hiermede wordt bedoeld dat dergelijke bouwelementen een zelfdragende constructie kunnen vormen, of met andere woorden in een dergelijke constructie in staat zijn hun eigen gewicht te torsen zonder noemenswaardige vervorming. Deze eigenschap kan leiden tot zeer eenvoudige constructies.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 in perspectief een bouwelement weergeeft met de kenmerken van de uitvinding; figuur 2 op grotere schaal een dwarsdoorsnede weergeeft volgens de in figuur 1 aangeduide lijn li-ll; figuren 3 tot 7 in een gelijkaardig zicht varianten weergeven; figuur 8 in perspectief een dakconstructie weergeeft met de kenmerken van de uitvinding; figuur 9 op grotere schaal een dwarsdoorsnede weergeeft volgens de in figuur 8 aangeduide lijn IX-IX; figuren 10 en 11 op nog grotere schaal een zicht weergeven volgens de in figuur 9 aangeduide gebieden F10, respectievelijk F11, waarbij figuur 11 een variante weergeeft; figuur 12 in een zicht gelijkaardig aan dat van figuur 9 een variante weergeeft; en figuur 13 op grotere schaal een zicht weergeeft op het in figuur 12 aangeduide gebied F13.
Figuur 1 geeft een bouwelement 1, meer speciaal een dakelement of dakpaneel, weer met de kenmerken van het eerste tot en met het vierde aspect van de huidige uitvinding.
Het dakelement 1 van figuur 1 is samengesteld uit een basisplaat 2 en éen bovenplaat 3 waartussen zich isolatiemateriaal 4 bevindt. Hierbij zijn de voornoemde platen 2-3, in dit geval enkel de basisplaat 2, voorzien van ribben 5. In het voorbeeld wordt gewerkt met drie ribben 5 die zich in de lêngterichting van hét langwerpig bouwelement 1 uitstrekken. Voor wat betreft het isolatiemateriaal 4 kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van cellulose gebaseerd materiaal. Eventueel kan het isolatiemateriaal 4 op zich zijn samengesteld uit meerdere lagen van al dan niet hetzelfde materiaal. Een dergelijke meerlagige samenstelling van het isolatiemateriaal 4 is hier niet weergegeven.
De bovènplaat 3, die bedoeld is in een dakconstructie naar buiten te worden gericht, is voorzien van eraan bevestigde tengellatten 6, die zich eveneens in lengterichting van het element 1 uitstrekken. De tengellatten 6 kunnen bijvoorbeeld op de bovenplaat 3 verlijmd zijn, zoals hier het geval is, of hierop met spijkers of schroeven zijn vastgemaakt. Een combinatie van voornoemde bevestigingstechnieken is uiteraard ook mogelijk. Dergélijke tengellatten 6 kunnen in alle uitvoeringen van de huidige uitvinding worden voorzien en dit ai dan niet bij de productie van het bouwelement 1. Zij dienen niet noodzakelijk, zoals in het voorbeeld hét geval is, op posities te worden aangebracht die overeenstemmen met de voornoemdé ribben 5. In dakconstructies waarbij de lengterichting van de bouwelementen 1 evenwijdig is de breedte van de dakconstructie, is het uiteraard mogelijk dat de tengellatten 6 zich dwars op de lengterichting van het element 1 uitstrekken. In dergelijk geval worden de tengellatten bij voorkeur slechts op het element bevestigd, wanneer dit reeds in de dakconstructie is opgenomen.
Het bouwelement 1 van figuur 1 vertoont verschillende bijzondere kenmerken. Een eerste bijzonder kenmerk bestaat erin dat de bovenplaat 3 akoestisch is ontkoppeld van de basisplaat 2. Deze eigenschap is, in dit geval, bekomen doordat de bovenplaat 3 enkel contact maakt met het isolatiemateriaal 4. De bovenplaat 3 is dus op elastische wijze verbonden met de basisplaat 2. Hiermede wordt bereikt dat geluidsgolven die de bovenplaat 3 bereiken en in het bouwelement 1 dringen, zich hoofdzakelijk, zo niet uitsluitend, via het isolatiemateriaal 4 dienen voort te planten. Doordat gewerkt wordt met een akoestisch isolatiemateriaal 4, zoals met houtvezelisolatieplaat, kan een hoge absorptie van de geluidsgolven in het bouwelement 1 worden verkregen, zodanig dat het éventuele overblijvende geluid dat de basisplaat 2 uitstraalt beperkt kan zijn.
Figuur 2 geeft duidelijk eeh tweede bijzónder kennriérk Weer van het bouwelement 1, namelijk dat de basisplaat s met de bovenplaat 3 is verbonden over het isolatiemateriaal 4, en dat, met andere woorden, dé ribben 5 deze platen 2*3 dus niet rechtstreeks verbinden, zoals wel het geval is bij de sandwichelementen uit de stand van de techniek, bijvoorbeeld bij de elementen van het EP 0 450 731, het EP 1 253 257 en het EP 1 162 050. Bij voorkeur is de voornoemde bovenplaat 3, zoals hier het geval is, met het voornoemde isolatiemateriaal 4 verbonden aan de hand van een lijmverbinding 7. Bij voorkeur is ook de onderplaat 2 minstens met een lijmverbinding 7 aan dit isolatiemateriaal 4 vérbonden. Voornoemde lijmverbinding 7 met het isolatiemateriaal 4 is in het voorbeeld niet over het volledig oppervlak van de platen 2-3 uitgevoerd, doch onderbroken ter hoogte van de ribben 5. De grote oppervlakte van de platen 2-3 bij zelfdragende elementen 1 leidt echter tot een voldoende sterkte van de lijmverbinding 7 met het isolatiemateriaal 4 om bijvoorbeeld eventuele windbelastingen op te nemen.
Het is duidelijk dat de druksterkte of drukstijfheid van het weergegeven element 1 bij een belasting ervan loodrecht op één van de platen 2-3 hoofdzakelijk bepaald wordt door de druksterkte of drukstijfheid van het isolatiemateriaal 4, en dus niet of nagenoeg niet door de druksterkte of drukstijfheid van de toegepaste ribben 5. In het weergegeven voorbeeld wordt een elastische verbinding tussen de platen 2-3 bekomen.
. Figuur 2 geeft tevens weer dat de ribben 5 via lijmverbindingen 7 met de basisplaat 2 en, bij voorkeur ook met het zich ertussen bevindend isolatiemateriaal 4 zijn verbonden. Deze lijmverbindingen 7 hebben echter weinig of geen invloed op de voornoemde drukstijfheid of druksterkte van het element 1, doch wel een positieve invloed op de weerstand tegen eventuele buig- en/of torsiebelastingen.
Uit figuur 2 blijkt nog een derde bijzonder kenmerk, namelijk dat de eventuele afstand x1 tussen de ribben 5 en de basisplaat 2, die hier onbestaande of zo goed als onbestaande is, verschilt, en in het voorbeeld, kleiner is dan de afstand x2 tussen deze ribben 5 en de bovenplaat 3. De ribben 5 zijn, in het voorbeeld van figuur 2, namelijk via een lijmverbinding 7 met de basisplaat 2 verbonden, terwijl geen verbinding, doch wel een luchtkamer 8 aanwezig is tussen deze ribben 5 en de bovenplaat 3. Deze eigenschap leidt tot een verbeterde akoestische isolatie in combinatie met een goede buigstijfheid.
Uit het bovenstaande is het duidelijk dat het bouwelement 1 van de figuren 1 en 2 tevens nog een vierde bijzonder kenmerk vertoont, namelijk dat er een verschil is tussen de hoogte H van de ribben 5 en de dikte D van het isolatiemateriaal 4, waarbij de hoogte H van de ribben 5 kleiner is dan de dikte D van het isolatiemateriaal 4 en waarbij de eventuele afstand x1 tussen voornoemde basisplaat 2 en de ribben 5 kleiner is dan de helft van het voornoemde verschil. In dit geval is deze eventuele afstand x1 onbestaande of nagenoeg onbestaande, doordat de ribben 5 middels een lijmverbinding 7 rechtstreeks op de basisplaat 2 zijn bevestigd. Bij de hoogte H van de ribben 5 wordt nog opgemerkt dat deze niet noodzakelijk allen even hoog hoeven te zijn, doch bij voorkeur allen een zodanige hoogte vertonen dat een akoestische ontkoppeling tussen bovenplaat 3 en basisplaat 2 mogelijk blijft.
Opgemerkt wordt dat een bouwelement of dakelement 1, zoals dat van figuur 1 in de praktijk een lengte L kan vertonen die verschillende malen de breedte B hiervan kan bedragen. De lengte L kan op maat van de dakconstructie worden voorzien en bedraagt bij voorkeur tussen 2 en 8 meter, terwijl de breedte B van het element 1 afhangt van het aantal ribben 5 dat het dakelement 1 vertoont, waarbij een breedte B
gelegen tussen 60 en 150 centimeter voorkeurdragend is. De totale hoogte A van een dakelement 1 kan hierbij bij voorkeur gekozen worden tussen 7 en 25 centimeter. De totale dikte D van het isolatiemateriaal 4 stemt hiermee dan overeen.
De voornoemde basisplaat 2 en/of bovenplaat 3 kan bijvoorbeeld gekozen zijn uit de reeks van houtspaanplaat, gipskartonplaat, gipsvezelplaat, multiplexplaat, OSB plaat (Oriented Strand Board) en silicaatplaat.
De voornoemde ribben 5 of kepers bestaan bij voorkeur uit hout zoals vurenhout of grenenhout en beslaan bij voorkeur de volledige lengte L van het dakelement 1. Bij voorkeur bestaat elke rib 5 in lengterichting uit één stuk en vertoont bij voorkeur een dikte van 20 tot 45 millimeter. In de plaats van uit één stuk kunnen één of meer van voornoemde ribben 5 in de lenterichting ervan ook uit meerdere onderdelen worden samengesteld, bijvoorbeeld door kortere ribben aâW elkaar te bevestigèn. Dergelijk bevestiging kan uitgevoerd worden met een zögënaathdè vingerlas. Voor een voorbeeld van een dergelijke techniek wordt verwezen naar het reeds genoemde ÉP 1 162 050. Er wordt opgemerkt dat de basisplaat 2 én/of dé bovenplaat 3 eveneens uit aan elkaar gelaste gedeelten kan bestaan.
Er wordt verwacht dat aan de hand van een bouwelement 1, zoals dat van figuur 1, waarbij één dergelijke akoestisch ontkoppelde bovenplaat 3 wordt voorzien, een akoestische weerstandswaarde van Ra=44 dB(a) kan worden behaald, terwijl een thermische weerstand van Rc=4 m2K/W wordt bereikt, terwijl uit experimenten met een quasi identiek, doch niétontkoppeldeiëmënCgëcohstï^èitf de stand van de techniek, namelijk waarbij de ribben de basisplaat én dë boveripiaat verbinden, slechts een akoestische weerstandswaarde van Ra=35dB(a) blijkt. De akoestische ontkoppeling van de uitvinding, levert dus een zeer significante verbetering van de geluidsisolerende eigenschappen van bouwelementen 1 op.
Figuur 3 geeft een variante weer, waarbij zowëi ribben 5 zijn bevestigd op de basisplaat 2 als op de bovenplaat 3. Hierbij wordt bekomen dat de verbinding tussen de bovenplaat 3 en het isolatiemateriaal 4 nög beter bestand is tegen windbelastingen Dergelijk bouwelement 1 vertoont mogelijks ook een verbeterde buig- en/of torsiestijfheid. Het is duidelijk dat dit elemérit 1 eveneens dé boven rëeds vermelde bijzondere kenmerken vertoont.
Figuur 4 toont nog een verdere variante waarbij de configuratie van de ribben 5 zodanig is dat de basisplaat 2 en de bovenplaat 3 vergelijkbare, zo niet identieke mechanische eigenschappen vertonen. Het betreft in het voorbeeld dan ook een volledig symmetrisch opgebouwd bouwelement 1, waarbij zowel op de basisplaat 2 als op de bovenplaat 3 ribben 5 zijn aangebracht. In het voorliggend geval zijn de ribben van de basisplaat 2 gescheiden van de ribben 5 van de bovenplaat door een luchtkamer 8, die voorziet in voornoemde akoestische ontkoppeling. Het is duidelijk dat ook goede resultaten kunnen worden bereikt met andere materialen die zich ter plaatsen van de hier weergegeven luchtkamer 8 bevinden. Bij voorkeur wordt wel een materiaal toegepast dat een kleinere druksterkte of drukstijfheid vertoont dan de voornoemde ribben 5. Zo bijvoorbeeld kan het isolatiemateriaal 4 worden toegepast. Het is duidelijk dat het bouwelement van figuur 4 de kenmerken vertoont van het eerste tot en met het vierde aspect van de huidige uitvinding.
Figuur 5 geeft nog een variante wéér, waarbij dë ribben 5 niet rechtstreeks op de basisplaat s of de bovenplaat 3 zijn bevestigd, doch zich in de massa van het isolatiemateriaal 4 bevinden. Een dergelijk element vertoont even goed alle hierboven genoemde bijzondere kenmerken, doch leidt in vergelijking met de elementen 1 van figuren 1 tot en met 3 tot een iets mindere buigstijfhéld.
Er wordt opgemerkt dat bij de bouwelementen i van de uitvinding niet noodzakelijk uitsluitend dient gewerkt te worden met lijmverbindingen 7 voor het verbinden van de platen 2-3 en/of ribben 5 met het isolatiemateriaal 4. Eén of meerdere verbindingen kunnen tot stand zijn gekomen door het isolatiemateriaal 4 zelf. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer gewerkt wordt met polyurethaan dat bij de productie van het bouwelement 1 op één van de platen 2-3, tussen beide platen 2-3 en/of tussen de ribben 5 wordt opgeschuimd. De verbinding bekomen tussen opgeschuimd polyurethaan en spaanplaat is tijdens testen sterker gebleken dan een afzonderlijke lijmverbinding tussen spaanplaat en bijvoorbeeld gfaswol. Eén of meerdere verbindingen kunnen tot stand zijn gekomen met mechanische verbindingsmiddelen, zoals aan de hand van weerhaken die in het isolatiemateriaal grijpen. Het is duidelijk dat al deze verbindingstechnieken met elkaar kunnen worden gecombineerd.
Figuur 6 geeft nog een variante weer waarbij een zware bovenplaat 3 is toegepast, waarbij deze bovenplaat 3 bij voorkeur zwaarder is uitgevoerd dan de voornoemde basisplaat 2. Zo bijvoorbeeld zou kunnen worden gewerkt met een OSB plaat met een dikte van 18 mm of meer. Voor de rest is het element 1 identiek uitgevoerd als het bouwelement 1 weergegeven in de figuren 1 en 2 en vertoont dus dezelfde bijzondere kenmerken als het element 1 uit die figuren. Aan de hand van een dergelijk element 1 kan een akoestische weerstandswaarde van Ra=50 dB(a) worden bereikt.
Figuur 7 geeft een variante weer die onder andere de kenmerken van het vierde aspect van de uitvinding vertoont. Hierbij betreft het, in dit geval, een element 1 dat nagenoeg identiek is uitgevoerd als het element 1 van de figuren 1 en 2, doch niet voorzien is van een bovenplaat 3. Uit de verdere gedetailleerde beschrijving zal blijken dat dergelijk element 1 eveneens een dakconstructie met een goede geluidsisolerende werking kan opleveren. Een dergelijk element 1 is met name interessant voor het renoveren van bestaande dakconstructies, waarbij deze dakconstructies bijvoorbeeld al een platen bekisting omvatten die op het dakgebinte, bijvoorbeeld aan de buitenzijde ervan, is aangebracht.
Figuur 8 geeft weer hoe het dakelement 1 van figuur 1 kan worden toegepast in een dakconstructie 9. Hierbij kan worden uitgegaan van een relatief eenvoudige dakkap 10, zoals weergegeven, waarbij met een beperkt aantal gordingen 11 wordt gewerkt, waarop de dakeiementen 1 dan worden bevestigd. Zoals weergegeven kan de verdere dakbedekking 12 dan op deze dakeiementen 1 worden aangebracht. Bijvoorbeeld kunnen zoals hier weergegeven dakpannen worden aangebracht nadat eerst pannenlatten 13 zijn voorzien. Hierbij werden de pannenlatten 13, in het voorbeeld, bevestigd op de tengellatten 6 of tengels. Hoewel in het voorbeeld de bouwelementen 1 zich met hun lengterichting van de goot naar de nok uitstrekken, is het mogelijk de bouwelementen 1, volgens een variante van een dergelijke dakconstructie 9, zodanig te plaatsen dat ze zich met hun lengterichting in de breedte van de dakconstructie 9 uitstrekken. Dit is dwars op de hier weergegeven oriëntatie van deze elementen 1. het is duidelijk dat bij een dergelijke dwarse oriëntatie de oriëntatie van de overige gedeelten van de dakconstructie, zoals de tengellatten, de pannenlatten en de gordingen bij voorkeur onveranderd wordt uitgevoerd zoals weergegeven op figuur 8.
Figuur 9 geeft de opbouw van de dakconstructie 9 uit figuur 8 duidelijk weer. Zoals blijkt uit de grotere weergave van figuur 10 is het mogelijk de bouwelementen 1 op de dakkap 10 te bevestigen zonder dat de akoestische ontkoppeling van de bovenplaat 3 en de basisplaat 2 teniet wordt gedaan. Hiertoe kan bijvoorbeeld gewerkt worden met U-vormige klemmen 14 die met een uiteinde in de ribben 5 worden geslagen en met een ander uiteinde doorheen de basisplaat 2 in de dakkap 10 of gordingen 11 worden geslagen. Omdat de rib 5 bereikbaar zou zijn, is, in het geval van figuur 10, plaatselijk een gat 15 in de bovenplaat 3 voorzien. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van een gatzaag worden gerealiseerd. Dergelijke gaten 15 kunnen al dan niet reeds bij de productie van deze bouwelementen 1 zijn aangebracht. Het is duidelijk dat door deze manier van werken een dakconstructie 9 kan worden verkregen met de kenmerken van het vijfde aspect van de uitvinding. In de plaats van dergelijke haakvormige klemmen 14, kan ook gewerkt worden met tweè aan elkaar vefboiidèir schroeven of spijkers, waarvan één in de rib 5 ingrijpt terwijl dè àhdërë indé dakkap 10 of gording 11 dringt. De verbinding tussen dé schroëveh öf spijkêrs kan in diergelijk geval bijvoorbeéld worden gerealiseerd doof de bëtrëffénde Schroeven of spijkers door een gemeenschappelijk verbindingselement te drijven, dat zich bij voorkeur boven voornoemde rib 5 bevindt. ·" · ·
Figuur 9 geeft weer dat eventuele nadèn 16 tuSsen de dakelementen 1 onderling nog verder kunnen zowel langs als dwars worden afgewerkt bijvoorbeeld door deze op te vullen met een isolatiemateriaal 17, zoals polyurethaanschuim. Dergelijke afwerking behoudt eveneens de akoestische ontkoppeling tussen bovenplaat 3 ën basisplaat 2.
Figuur 11 geeft een variante weer waarbij aan de zijden van de dakelementen 1 mechanische koppelmiddelen 18 zijn voorzien. In het voorbeeld zijn de randen zodanig geprofileerd, bijvoorbeeld gefreesd, dat zij toestaan een tand 19 in groef 20 verbinding te verwezenlijken tussen twee naast elkaar liggende bouwelementen 1. Ook hier is de resterende naad 16 nog verder afwerkt met èen isolatiemateriaal 17, zoals polyurethaanschuim.
Figuur 12 geeft weer hoe de bouwelementen 1 van figuur 6 kunnen worden aangewend voor het bekomen van een dakconstructie 9 met een goede geluidsisolerende werking. De dakconstructié 9 omvat een afzondêrlijk aangebrachte plaatvormige bekleding 21 die op de dakkap 1Ö of dé gordingen 11 is bevestigd. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij de renovatie van een bestaande dakconstructie. Hierop worden de bouwelementen 1 uit figuur 6 bevestigd door ze met hun basisplaat 2 naar buiten te richten.
Figuur 13 geeft weer dat het ook in het geval van de bouwelementen 1 van figuur 6 mogelijk is een akoestische koppeling tussen de basisplaat 2 en de afzonderlijke plaatvormige bekleding 21 te voorkomen en aldus een dakconstructie 9 met de kenmerken van het vijfde aspect van de huidige uitvinding te verwezenlijken. In het voorbeeld van figuur 13 is dit gerealiseerd doordat de gebruikte spijkers of schroeven 22 over een samendrukbaar materiaal 23 met de basisplaat 2 zijn verbonden. Hiertoe kan bijvoorbeeld een materiaal 23 worden toegepast waarvan de samendrukbaarheid dichter ligt bij die van het isolatiemateriaal 4 dan bij die van de ribben 5.
In het algemeen wordt nog opgemerkt dat de voornoemde ribben 5, bij de productie van dergelijke bouwelement 1, niet noodzakelijk op de betreffende plaat 2-3 moeten zijn aangebracht vooraleer het isolatiemateriaal 4 aan het bouwelement 1 wordt toegevoegd. Het is immers mogelijk in of tussen het isolatiemateriaal 4 uitsparingen te voorzien waarin de ribben 5 nadien kunnen worden bevestigd. Zo bijvoorbeeld kan een techniek gelijkaardig aan de uit het EP 0 978 601 bekende techniek worden toegepast.
Verder wordt nog opgemerkt dat waar sprake is van een basisplaat 2 en/of van een bovenplaat 3, deze bij voorkeur, doch niet noodzakelijk bedoeld zijn om in de dakconstructie 9 naar binnen, respectievelijk naar buiten te worden gericht.
Verder is het duidelijk dat de bouwelementen 1 van de uitvinding eender welk aantal ribben 5 kan omvatten, en dat dit aantal kan variëren van één tot vijf of meer, waarbij deze ribben 5 zich bij voorkeur allen in lengterichting van het bouwelement 1 uitstrekken. De ribben 5 vertonen bij voorkeur een rechthoekige doorsnede, waarbij zij met één van de kleinste zijden van deze doorsnede op voornoemde platen 2 of 3 zijn bevestigd, zoals het geval is in alle hier weergegeven voorbeelden. Hiermee is het duidelijk dat de ribben 5 in de bouwelementen 1 van de uitvinding niet kunnen vergeleken worden met pannenlatten 13, tengels 6, bevestigingslatten of dergelijke. Bovendien vertonen zij bij voorkeur een grotere doorsnede dan dergelijke latten, pannenlatten 13 of tengels 6. In tegenstelling tot latten, pannenlatten 13 of tengels 6 vertonen de ribben 5 die worden aangewend in de bouwelementen 1 van de uitvinding bij voorkeur minstens de eigenschap dat zij vrij of nagenoeg vrij zijn van vervorming door buiging wanneer zij een lengte vertonen van meer dan 5 meter en hun eigen gewicht torsen. Bij voorkeur vertonen de ribben 5 die volgens de uitvinding worden aangewend minstens een doorsnede die groter is dan 10 vierkante centimeter, en beter nog groter is dan 20 vierkante centimeter. Het is bekend dat latten, pannenlatten 13 en tengels 6 over het algemeen een doorsnede vertonen die kleiner is dan 8 vierkante centimeter. Bij voorkeur vertonen de ribben 5, in dwarsdoorsnede gezien, een hoogte H die minstens de helft van de totale dikte A van het bouwelement 1 bedraagt. Dit is echter niet noodzakelijk. Bijvoorbeeld in het geval van een bouwelement gelijkaardig aan het bouwelement van figuur 4 kan dit ook minder zijn dan de helft van die totale dikte A. Bij voorkeur vertonen de ribben 5, ook in dergelijk geval, een hoogte H die minstens een vierde, en beter nog minstens een derde van de totale dikte A van het bouwelement 1 bedraagt.
Het spreekt voor zich dat de ontkoppelde bevestigingstechnieken die aan de hand van figuren 9 tot 13 ook, mutatis mutandis, kunnen worden toegepast voor het bekomen van wand- of vloerconstructies met uitstekende geluidsisolerende eigenschappen. Het is duidelijk dat de huidige uitvinding volgens een variante van het voornoemde vijfde aspect ook dergelijke wand- of vloerconstructies omvat.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch dergelijke bouwelementen en dakconstructies kunnen volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden. Zo bijvoorbeeld is het mogelijk de uitvinding in de plaats van bij de in de figuren weergegeven vlakke bouwelementen toe te passen, bij zogenaamde getoogde bouwelementen toe te passen. Deze worden daardoor gekenmerkt dat de voornoemde basisplaat en/of bovenplaat gekromd zijn volgens een boog met straai van bijvoorbeeld 2 tot 10 meter, en dit bij voorkeur rond een as die evenwijdig is met de lengterichting van het bouwelement. Deze bouwelementen zijn bijvoorbeeld geschikt als akoestisch dakelement in een dakconstructie die een zekere ronding vertoont. Bij voorkeur strekken dergelijke dakelementen zich met hun lengterichting in de breedte van de dakconstructie uit.

Claims (11)

1. Bouwelement voor een dakconstructie, waarbij dit bouwelement (1) minstens is samengesteld uit een basisplaat (2) en een bovenplaat (3) voor het erop aanbrengen van tengellatten (6), waarbij zich tussen voornoemde basisplaat (2) en voornoemde bovenplaat (3) isolatiemateriaal (4) bevindt, en waarbij voornoemde platen (2-3) zijn voorzien van één of meer ribben (5), daardoor gekenmerkt dat voornoemde basisplaat (2) en bovenplaat (3) akoestisch zijn ontkoppeld, waarbij de basisplaat (2) met de bovenplaat (3) is verbonden over het isolatiemateriaal (4) en dat de eventuele afstand (X1) tussen voornoemde rib (5) en de basisplaat (2) verschilt van de eventuele afstand (X2) tussen voornoemde rib (5) en de bovenplaat (3).
2. Bouwelement, volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het bouwelement (1) langwerpig is en de voornoemde ribben (5) zich in de lengterichting van het bouwelement (1) uitstrekken.
3. Bouwelement volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde rib (5) zonder tussenliggend isolatiemateriaal (4) bevestigd is op voornoemde basisplaat (2).
4. Bouwelement volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de bovenplaat (3) door een luchtkamer (8) gescheiden is van voornoemde rib (5).
5. Bouwelement volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat minstens de basisplaat (2) en/of minstens de bovenplaat (3) bestaat uit houtgebaseerd plaatmateriaal.
6. Bouwelement volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde isolatiemateriaal (4) een cellulosegebaseerd isolatiemateriaal of een isolatiemateriaal gebaseerd op houtvezels betreft.
7. Bouwelement volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde bovenplaat (3) zwaarder is uitgevoerd dan de voornoemde basisplaat (2)·
8. Bouwelement volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat dit bouwelement (1) een akoestische weerstand (Ra) van minstens 40 dB(a) vertoont en/of minstens een thermische weerstand (Rc) van 4 m2K/W vertoont.
9. Bouwelement voor een dakconstructie, waarbij dit bouwelement (1) langwerpig is, minstens een basisplaat (2) bevat voor het erop aanbrengen van tengellatten (6) en voorzien is van twee of meer ribben (5) die zich in de lengterichting van voornoemde basisplaat (2) uitstrekken, en waarbij zich tussen voornoemde ribben (5) isolatiemateriaal (4) bevindt, waarbij, gezien in een dwarsdoorsnede van het bouwelement (1), er een verschil is tussen de hoogte (H) van minstens één van de ribben (5) en de dikte (D) van het isolatiemateriaal (4), daardoor gekenmerkt dat de hoogte (H) van voornoemde rib (5) kleiner is dan de dikte (D) van het isolatiemateriaal (4) en dat de eventuele afstand (X1) tussen voornoemde basisplaat (2) en voomoemde rib (5) kleiner is dan de helft van het voornoemde verschil.
10. Bouwelement volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat voomoemde ribben (5) via lijmverbindingen (7) met het isolatiemateriaal (4) zijn verbonden.
11. Dakconstructie, waarbij deze dakconstructie (9) één of meerdere bouwelementen (1) omvat met de kenmerken van voorgaande conclusies, waarbij voornoemde bouwelementen (1) rechtstreeks of onrechtstreeks op het dakgebinte of op de dakkap (10) zijn bevestigd, daardoor gekenmerkt dat de bouwelementen (1) zodanig op het dakgebinte (10) zijn bevestigd dat minstens voornoemde plaat (2-3) akoestisch is ontkoppeld ten opzichte van het dakgebinte (10).
BE2009/0423A 2009-07-09 2009-07-09 Bouwelementen en dakconstructie. BE1018822A5 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0423A BE1018822A5 (nl) 2009-07-09 2009-07-09 Bouwelementen en dakconstructie.
EP20100006728 EP2273024B1 (en) 2009-07-09 2010-06-29 Building element and roof construction

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0423A BE1018822A5 (nl) 2009-07-09 2009-07-09 Bouwelementen en dakconstructie.
BE200900423 2009-07-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018822A5 true BE1018822A5 (nl) 2011-09-06

Family

ID=41665180

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0423A BE1018822A5 (nl) 2009-07-09 2009-07-09 Bouwelementen en dakconstructie.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2273024B1 (nl)
BE (1) BE1018822A5 (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FI126102B (fi) * 2010-05-20 2016-06-30 Thermisol Oy Menetelmä rakennuselementin tukemiseksi ja rakennuselementti
ITVI20110046A1 (it) * 2011-03-10 2012-09-11 Ferr Point S R L Elementi costruttivi prefabbricati e relativo sistema per la costruzione di edifici
SE536916C2 (sv) * 2012-03-21 2014-10-28 Väggmodul och byggnad med sådan väggmodul
ES2535058A1 (es) * 2013-10-31 2015-05-04 Universidad Politécnica de Madrid Placa de estructura de madera con aislamiento térmico y su uso para forjado sanitario
IT201600121479A1 (it) * 2016-11-30 2018-05-30 Massimo Sillano Parete antisismica di edificio
EP3438364A1 (en) * 2017-08-03 2019-02-06 Rockwool International A/S A panel for a building structure and a method of manufacturing such panel
ES2761651B2 (es) * 2018-11-19 2023-03-14 Buldain Pedro Rebollar Unidad industrializada
NL2022483B1 (nl) * 2019-01-31 2020-08-18 Isobouw Systems Bv Dakelement
US11572697B2 (en) 2020-09-24 2023-02-07 Saudi Arabian Oil Company Composite insulated wall panel
ES2918625A1 (es) * 2021-01-19 2022-07-19 Le Peuch Proyect Sl Elemento constructivo de bloques ecológicos industrializados apilables para la construcción
US11549633B1 (en) 2021-09-01 2023-01-10 Saudi Arabian Oil Company Protecting a portion of a pipeline from an impact

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3782049A (en) * 1972-05-10 1974-01-01 M Sachs Wall forming blocks
NL1009690C2 (nl) * 1998-07-17 2000-01-18 Dick Cornelis Van Der Woude Dakelement.
WO2001016440A1 (en) * 1999-08-31 2001-03-08 Owens Corning System for retrofitting a wall to increase sound attenuation
DE20016828U1 (de) * 2000-09-29 2001-04-12 Thieringer, Werner, 78662 Bösingen Element zur Herstellung von Gebäudedächern, Gebäudedecken und Gebäudewänden
DE10055481A1 (de) * 2000-11-09 2002-05-23 Wolfgang Karner Selbsttragende Platte und Wandelement aus nachwachsenden Rohstoffen
WO2008139179A2 (en) * 2007-05-12 2008-11-20 Shire Structures Limited Composite floors

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH601598A5 (nl) 1976-02-06 1978-07-14 Hans Gantner
CH644921A5 (en) 1980-02-21 1984-08-31 Keller Ziegeleien Panel for an insulating roof substructure
CH661555A5 (en) 1983-10-24 1987-07-31 Leganorm Ag Insulating element for a heat-insulating and sound-insulating roof substructure
CH670673A5 (nl) 1985-01-30 1989-06-30 Sarna Kunststoff Ag
DE4101234A1 (de) 1990-02-10 1991-08-14 Eugen Gonon Unterdach-waermedaemmelement
NL9000797A (nl) 1990-04-05 1991-11-01 Cornelis Adrianus Petrus Van O Sandwich-combi-dakelement.
DE19543330A1 (de) * 1995-11-21 1997-05-22 Unidek Bouwelementen Scharnierdach
DE69918499D1 (de) 1998-08-05 2004-08-12 Expl Mij Merode B V Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung eines isolierenden Elementes und damit hergestelltes Element
NL1015351C2 (nl) 2000-05-31 2001-12-03 Merode B V Werkwijze ter vervaardiging van een isolatie-element, een aldus verkregen isolatie-element en een wand- of dakconstructie opgebouwd uit een dergelijk isolatie-element.
ATE282745T1 (de) 2001-04-28 2004-12-15 Unidek Group B V Verfahren zur herstellung eines flächenelementes
DE202004020808U1 (de) * 2003-02-27 2006-02-02 IsoBouw Dämmtechnik GmbH Wand- oder Dachelement
BE1017639A6 (nl) 2005-02-24 2009-03-03 Gerapan Bvba Bouwelement voor akoestische isolatie bij vloeren en werkwijze voor deaanleg hiervan.
BE1016469A6 (nl) 2005-02-24 2006-11-07 Gerapan Bvba Brandwerende en geluidsisolerende constructie en werkwijze voor de opbouw hiervan.

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3782049A (en) * 1972-05-10 1974-01-01 M Sachs Wall forming blocks
NL1009690C2 (nl) * 1998-07-17 2000-01-18 Dick Cornelis Van Der Woude Dakelement.
WO2001016440A1 (en) * 1999-08-31 2001-03-08 Owens Corning System for retrofitting a wall to increase sound attenuation
DE20016828U1 (de) * 2000-09-29 2001-04-12 Thieringer, Werner, 78662 Bösingen Element zur Herstellung von Gebäudedächern, Gebäudedecken und Gebäudewänden
DE10055481A1 (de) * 2000-11-09 2002-05-23 Wolfgang Karner Selbsttragende Platte und Wandelement aus nachwachsenden Rohstoffen
WO2008139179A2 (en) * 2007-05-12 2008-11-20 Shire Structures Limited Composite floors

Also Published As

Publication number Publication date
EP2273024A3 (en) 2011-02-23
EP2273024B1 (en) 2013-01-02
EP2273024A2 (en) 2011-01-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1018822A5 (nl) Bouwelementen en dakconstructie.
US8820034B1 (en) Low thermal bridge building components
US4329827A (en) Roofing elements
US8640429B1 (en) Low thermal bridge building components
EA012073B1 (ru) Строительная плита, строительный элемент и т.п.
EP2316624A2 (en) Multi-layer wood panel
AU2010283967B2 (en) Building system
EA012763B1 (ru) Строительная плита, строительный элемент, способ их изготовления (вариант) и их применение, а также применение тонких внутренних слоев с волокном
US20080034706A1 (en) Construction Module
NL2010692C2 (nl) Bouwelementen en dakconstructie.
BE1028398B1 (nl) Een geluiddempend samenstel
US11162262B2 (en) Customized woody trussed joist
GB2082645A (en) Composite long span in building panel
EP1460195A1 (en) A composite beam
CN115667643A (zh) 建筑立柱、包括该建筑立柱的墙壁结构和用于形成墙壁结构的方法
EP1811097B1 (en) Building element
RU2344246C2 (ru) Трехслойная строительная панель
BE1023853B1 (nl) Bouwelementen en dakconstructie
RU217311U1 (ru) Структурная сетчатая панель
BE1016631A3 (nl) Verbeterd paneel.
RU2280741C2 (ru) Профилированный клееный деревянный брус
EP1963593A1 (en) Building element with insulation
US20050210803A1 (en) Composite roof panels
FI122547B2 (fi) Rakennuselementti
RU63821U1 (ru) Многослойная строительная панель

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: FLOORING INDUSTRIES LIMITED, SARL; LU

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF LEGAL ENTITY; FORMER OWNER NAME: UNILIN, BV

Effective date: 20210723

Owner name: FLOORING INDUSTRIES LIMITED, SARL; LU

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF LEGAL ENTITY; FORMER OWNER NAME: UNILIN, BVBA

Effective date: 20210723

PD Change of ownership

Owner name: UNILIN BV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: FLOORING INDUSTRIES LIMITED, SARL

Effective date: 20240320