BE1023853B1 - Bouwelementen en dakconstructie - Google Patents

Bouwelementen en dakconstructie Download PDF

Info

Publication number
BE1023853B1
BE1023853B1 BE2016/5094A BE201605094A BE1023853B1 BE 1023853 B1 BE1023853 B1 BE 1023853B1 BE 2016/5094 A BE2016/5094 A BE 2016/5094A BE 201605094 A BE201605094 A BE 201605094A BE 1023853 B1 BE1023853 B1 BE 1023853B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
ribs
aforementioned
roof
building
insulating material
Prior art date
Application number
BE2016/5094A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1023853A1 (nl
Inventor
Jorrit Gillijns
Valerie Louwagie
Original Assignee
Unilin Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Unilin Bvba filed Critical Unilin Bvba
Priority to BE2016/5094A priority Critical patent/BE1023853B1/nl
Priority to FR1750945A priority patent/FR3047500B1/fr
Publication of BE1023853A1 publication Critical patent/BE1023853A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1023853B1 publication Critical patent/BE1023853B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B7/00Roofs; Roof construction with regard to insulation
    • E04B7/20Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded
    • E04B7/22Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded the slabs having insulating properties, e.g. laminated with layers of insulating material
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B7/00Roofs; Roof construction with regard to insulation
    • E04B7/20Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded
    • E04B7/22Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded the slabs having insulating properties, e.g. laminated with layers of insulating material
    • E04B7/225Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded the slabs having insulating properties, e.g. laminated with layers of insulating material the slabs having non-structural supports for roofing materials

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)

Abstract

Bouwelement, meer speciaal voor dak-, wand- of vloerconstructies, waarbij dit bouwelement (1) minstens is samengesteld uit een basisplaat (2) en twee erop aangebrachte ribben (3) waartussen zich isolatiemateriaal (4) bevindt, waarbij de voornoemde twee ribben (3) een gemiddelde hoogte H1 en een dikte D vertonen en het voornoemde isolatiemateriaal (4) minstens hardschuim (11) omvat, daardoor gekenmerkt dat de hoogte H4 van het hardschuim (11) groter is dan de voornoemde dikte D van de ribben (3) en het bovenoppervlak (22) van het voornoemde hardschuim (11) zich minstens 0,2 H1 onder de bovenzijde (23) van de ribben (3) bevindt. De uitvinding heeft verder nog betrekking op een dakconstructie (14) die dergelijke bouwelementen (1) omvat.

Description

Bouwelementen en dakconstructie.
Deze uitvinding heeft betrekking op bouwelementen, meer speciaal voor dak-, wand- of vloerconstructies, alsmede op een dakconstructie die gebmik maakt van dergelijke bouwelementen.
De uit de stand der techniek bekende bouwelementen of bouwpanelen bestaan hoofdzakelijk in twee typen. Enerzijds is er het zogenaamde openschalige of open bouwelement, waarbij slechts aan één vlakke zijde van het bouwelement of bouwpaneel een basisplaat is toegepast en waarbij de andere zijde, namelijk de open zijde, hoofdzakelijk gevormd wordt door het isolatiemateriaal zelf en, anderzijds, het gesloten of sandwich bouwelement waarbij aan de tweede vlakke zijde een bovenplaat is aangebracht, zodat zich isolatiemateriaal in de ruimte tussen de basisplaat en de bovenplaat bevindt. In het geval van sandwichelementen zijn onder- en bovenplaat relatief dun uitgevoerd. Dergelijke bouwelementen kunnen aangewend worden als dakelement, als wandelement of als vloerelement. Voor voorbeelden van openschalige dakelementen en gesloten of sandwich dakelementen wordt verwezen naar het EP 0 978 601, EP 2 110 487 en respectievelijk het EP 1 162 050, EP 2 273 024.
Het toepassen van bouwelementen als een isolerend, mogelijks zelfdragend, dakelement is op zich reeds mim bekend. Hiertoe wordt bij wijze van voorbeeld verwezen naar het EP 0 450 731 of het EP 1 253 257. Dergelijke dakelementen kunnen met hun basisplaat op een eenvoudig geconstmeerde dakkap, bijvoorbeeld een dakkap met enkel gordingen, worden aangebracht. Na de installatie van dergelijke dakelementen, worden deze doorgaans nog voorzien van pannenlatten die op hun beurt de dakpannen of andere dakbedekking ondersteunen. In een dergelijke constructie vervult het dakelement de functie van een traditioneel geïsoleerd onderdak. Het is ook mogelijk dat de voomoemde basisplaat de binnenbekleding van de betreffende dakconstructie vormt of dat de basisplaat van dergelijke binnenbekleding is voorzien. Gebruikelijk worden dergelijke dakelementen op maat voor een woning geprefabriceerd.
Een actuele uitdaging in de bouwsector is de steeds hogere eisen die worden gesteld aan gebouwen op het vlak van thermische en/of akoestische isolatie. Polyurethaan (PUR) of polyisocyanuraat (PIR) zijn effectieve thermische isolatiematerialen, maar zij leiden door hun stijfheid en lage massa tot problemen met geluidsdemping. Dak- of bouwelementen vormen een stijve constructie, zeker in die gevallen waarbij hardschuim als isolatie wordt toegepast, zodat omgevingsgeluid zich makkelijk kan voortplanten naar de binnenzijde van het gebouw. Minerale wol is een gekend alternatief isolatiemateriaal dat een betere geluidsdemping vertoont, maar echter een veel beperktere thermische isolatie teweeg brengt dan bijvoorbeeld geëxpandeerd polystyreen (EPS), polyurethaan (PUR) en polyisocyanuraat (PIR). Een bekende oplossing voor problemen met geluidsisolatie bij openschalige bouwelementen is dan ook de volledige vervanging van de hardschuimisolatie door minerale wol of andere zachte isolatiematerialen.
Uit het EP 2 110 487 is het bekend om bouwelementen op te bouwen met een eerste laag en een tweede laag isolatiemateriaal, waarbij het isolatiemateriaal van de tweede laag verschillend is van dat van de eerste laag. Hiermee wordt bekomen dat specifieke eigenschappen van beide isolatiematerialen kunnen worden gecombineerd in één element. Bijvoorbeeld kan een isolatiemateriaal met gunstige akoestische eigenschappen worden gecombineerd met een isolatiemateriaal met gunstige mechanische eigenschappen. De verkregen geluidsdemping is beperkt.
Uit het EP 2 273 024 is een bouwelement van het gesloten type bekend waarbij de bovenplaat akoestisch ontkoppeld is ten opzichte van de basisplaat. Deze techniek kan niet worden toegepast bij openschalige bouwelementen.
Het NL 2010692 beschrijft renovatie-elementen die kunnen worden uitgelijnd op bestaande bouwelementen. Het samengestelde element kan een sandwich element vormen met twee verschillende isolatiematerialen, bijvoorbeeld polyurethaan (PUR) en rotswol. De ribben van de op elkaar aangebrachte elementen kunnen onderling akoestisch ontkoppeld worden door middel van ontkoppelingsstrips. Het NL’692 biedt geen oplossing voor een verbetering van de geluidsdemping bij geprefabriceerde openschalige bouwelementen.
Het EP 0 450 731 beschrijft, met het oog op een verbeterde geluidsisolatie, in zijn tweede mogelijke uitvoeringsvorm, een sandwichelement waarbij twee dunne plaatmaterialen geschuimd isolatiemateriaal insluiten, en op de bovenplaat een isolerende wol is toegepast. Het geschuimd isolatiemateriaal in het dunne sandwichelement verzorgt de cohesie van het dakelement. Het EP 0 450 731 biedt geen oplossing voor openschalige bouwelementen. Bovendien boet dergelijke element veel in aan thermisch isolerende waarde voor slechts een beperkte verbetering van de geluidsisolatie. Dergelijke oplossing is tegenwoordig dan ook ontoereikend.
Met het oog op het bekomen van een verbeterde geluidsdemping in thermisch isolerende bouwelementen, betreft de huidige uitvinding volgens een eerste onafhankelijk aspect een bouwelement, meer speciaal voor dak-, wand- of vloerconstructies, waarbij dit bouwelement minstens is samengesteld uit een basisplaat en twee erop aangebrachte ribben waartussen zich isolatiemateriaal bevindt, waarbij de voomoemde twee ribben een gemiddelde hoogte Hl en een gemiddelde dikte D vertonen en het voomoemde isolatiemateriaal minstens hardschuim omvat, daardoor gekenmerkt dat de hoogte H4 van het hardschuim groter is dan de voornoemde dikte D van de ribben en het bovenoppervlak van het voomoemde hardschuim zich minstens 0,2 Hl onder de bovenzijde van de ribben bevindt.
Doordat het hardschuim een aanzienlijke hoogte H4 inneemt, namelijk meer dan de dikte D van de ribben, draagt zij beduidend bij tot de stijfheid van het bouwelement en kan, zo hebben de uitvinders vastgesteld, toch nog een aanzienlijke geluidsdemping worden bereikt. Bij voorkeur is het voomoemde hardschuim op de basisplaat aangebracht. Eventueel kan een dampdichte laag tussen de basisplaat en het hardschuim zijn aangebracht. Omdat het bovenoppervlak van het hardschuim zich toch nog op een aanzienlijke afstand van minstens 0,2 Hl onder de bovenzijde van de ribben bevindt, wordt een spouw gecreëerd tussen de later aan te brengen bekleding, bijvoorbeeld dakbekleding, en het hardschuim materiaal. Bij voorkeur is dakbekleding op het element aangebracht door middel van een akoestisch onderbroken ophanging.
In tegenstelling tot de heersende opvatting dat hardschuim zoveel mogelijk moet worden vermeden wanneer een goede akoestische isolatie dient te worden bereikt, hebben de huidige uitvinders ingezien dat voldoende hardschuim, en in het bijzonder wanneer dit rechtstreeks op de basisplaat is aangebracht, net kan bijdragen tot een verbeterde geluidsisolatie.
Bij voorkeur is het voornoemde hardschuim tegen de voornoemde ribben uitgehard, volvlakkig daarmee verkleefd, of, op een andere manier vast met de voomoemde ribben verbonden.
Bij voorkeur strekt het voomoemde hardschuim zich vanop de basisplaat uit tot op een hoogte van minstens 0,3 Hl, of, met andere woorden tot op een hoogte gelegen tussen 0,3 en 0,8 Hl. Op deze manier wordt een goede thermische isolatie gecombineerd met een goede geluidsisolatie. Hierbij is de dikte van het hardschuim isolatiemateriaal bij voorkeur minstens 2 maal de dikte D van de ribben, of zelfs minstens 4 maal de dikte D.
Bij voorkeur strekt het voomoemde hardschuim zich vanop de basisplaat uit tot op een hoogte H4 van minstens 0,5 maal de hoogte van de ribben Hl, of zelfs 0,7 maal de hoogte Hl.
Bij voorkeur omvat het voomoemde isolatiemateriaal verder nog zacht of soepel isolatiemateriaal dat zich boven het hardschuim bevindt. Het zachte isolatiemateriaal zorgt voor een bijkomende geluidsabsorptie in de voornoemde spouw tussen het bovenoppervlak van het hardschuim en de dakbekleding. Bovendien wordt een rechtstreekse inval van het geluid op het harde schuimmateriaal vermeden.
Bij voorkeur strekt het voomoemde zacht isolatiemateriaal zich minstens uit tot op een hoogte die overeenstemt met 0,9 maal de hoogte Hl van de ribben, en dit bij voorkeur vanaf het bovenoppervlak van het hardschuim. Nog beter stemt het bovenoppervlak van het zacht isolatiemateriaal overeen met de hoogte Hl van de ribben, of nagenoeg met de hoogte Hl van de ribben. Bij voorkeur is het zacht isolatiemateriaal direct op het bovenoppervlak van het hardschuim voorzien, i.e. zonder tussenliggende isolatiematerialen of plaatmaterialen.
Aan de bovenzijde of open zijde van het bouwelement is bij voorkeur een waterdichte en/of dampdoorlatende folie aangebracht, bijvoorbeeld een zogenaamde onderdakfolie. Dergelijke folie is bij voorkeur samengesteld uit één of meerdere lagen polypropyleen en/of polyethyleen. Deze folie wordt bij voorkeur doorlopend over de geïnstalleerde bouwelementen aangebracht.
Bij voorkeur is het voomoemde hardschuim gekozen uit de reeks van polyurethaan (PU), polyisocyanuraat (PIR), Resol en geëxpandeerd polystyreen (EPS) of geëxtrudeerd polystyreen (XPS).
Bij voorkeur betreft het bouwelement van de uitvinding een zogenaamd openschalig element, waarbij de stijfheid van de constructie hoofdzakelijk of uitsluitend wordt geleverd door de basisplaat, voomoemde ribben en het hardschuim. Bij voorkeur vertoont het element slechts één plaatmateriaal, namelijk een plaatmateriaal aan de onderzijde van het element, waarop dan, bij voorkeur, de ribben rechtstreeks zijn bevestigd. Bij voorkeur is de structurele sectie van voomoemde ribben eendelig uitgevoerd, en bestaat zij, met andere woorden, niet uit meerdere op elkaar bevestigde kleinere ribben of latten. In die gevallen waarbij de ribben zijn samengesteld uit meerdere op elkaar aangebrachte onderdelen, bevindt het bovenoppervlak van het voomoemde hardschuim zich bij voorkeur minstens 0,2 maal de hoogte H3 onder de bovenzijde van het onderste eendelige gedeelte van de betreffende ribben, waarbij H3 de hoogte is van dit eendelige gedeelte. Volgens een bijzondere mogelijkheid bestaan de betreffende ribben uit zogenaamd LVL (laminated veneer lumber). Voor de vakman is het duidelijk dat de stmcturele sectie van dergelijke ribben eveneens als eendelig moet worden gezien, vermits de laminatie van de fineren zodanig is, dat zij zich als een eendelige rib gedragen.
Bij voorkeur vertonen de voomoemde ribben een hoogte Hl gelegen tussen 150 en 250 millimeter. De hier voorgestelde hoogte Hl van de ribben leidt tot een verbeterde geluidsisolatie in het lage frequentiebereik, bijvoorbeeld in het bereik van 200Hz en lager. De hoogte van de ribben speelt namelijk beduidend mee in de buigstijfheid van de ribben en het element in zijn geheel. Door het verhogen van de hoogte van de ribben kan de resonantiefrequentie ervan beduidend verlaagd worden, waardoor ook in het lage firequentiebereik een goede geluidsisolatie voor het totale element kan worden bereikt.
Bij voorkeur vertonen de ribben een dikte D van 20 millimeter of meer, bijvoorbeeld 28 millimeter.
Volgens een tweede onafhankelijk aspect heeft de huidige uitvinding ook betrekking op een dakconstructie die één of meerdere bouwelementen met de kenmerken van het eerste aspect omvat, waarbij een dakbekleding op de bouwelementen is bevestigd, met als kenmerk dat de afstand tussen de onderzijde van de dakbekleding en het bovenoppervlak van het voornoemde hardschuim meer dan 7 centimeter bedraagt, bijvoorbeeld tussen 7 en 15 centimeter en/of dat deze afstand minstens 0,3 maal de hoogte Hl van de ribben bedraagt. Zoals voomoemd wordt de voomoemde dakbekleding bij voorkeur akoestisch onderbroken op de dakelementen bevestigd. Bij voorkeur is de voornoemde afstand voor het grootste gedeelte gevuld met zacht isolatiemateriaal. Het is duidelijk dat, mutatis mutandis, de bouwelementen ook kunnen aangewend voor een vloerbekleding of een wandbekleding, waarbij dat in de plaats van een dakbekleding, een vloer- of plafond-, respectievelijk een interne of externe wandbekleding wordt aangebracht en de bovenvermelde afstanden worden bereikt tussen de onderzijde daarvan en het bovenoppervlak van het hardschuim.
Volgens een derde onafhankelijk aspect, beschrijft de huidige openbaring, met hetzelfde doel, nog een bouwelement, meer speciaal voor dak-, wand- of vloerconstructies, waarbij dit bouwelement is samengesteld minstens uit een basisplaat waarop twee of meerdere ribben zijn aangebracht met een zich tussen voornoemde ribben bevindend isolatiemateriaal en waarbij dit bouwelement van het open type is, met als kenmerk dat voornoemde ribben een akoestische onderbreking omvatten.
Met hetzelfde doel, beschrijft de huidige openbaring volgens een vierde onafhankelijk aspect een bouwelement, meer speciaal voor dak-,wand- of vloerconstructies, waarbij dit bouwelement is samengesteld minstens uit een basisplaat waarop twee of meerdere ribben zijn aangebracht met een zich tussen voomoemde ribben bevindend isolatiemateriaal, en waarbij dit bouwelement bij voorkeur van het open type is, met als kenmerk dat het voornoemde bouwelement verder nog dwarsliggende latten omvat die via een akoestische onderbreking op de voomoemde ribben zijn bevestigd. Dergelijke techniek kan ook worden toegepast bij bouwelementen van het gesloten type.
Zowel in het derde als in het vierde aspect, wordt bereikt dat de verdere bekleding van het bouwelement, zoals pannen of dergelijke meer, automatisch - het is te zeggen, zonder bijkomende speciale maatregelen - akoestisch ontkoppeld is van de basisplaat, zonder dat bij het voorzien van de dakbekleding speciale maaregelen moeten worden getroffen. Hierdoor kan een significante geluidsdemping worden bekomen.
In wat volgt worden voorkeurdragende uitvoeringsvormen besproken die van toepassing kunnen zijn bij alle aspecten van de uitvinding en/of openbaring.
Bij voorkeur omvat voomoemd isolatiemateriaal minstens een laag uit hardschuim, zoals polyisocyanuraat (PIR) of polyurethaan (PUR). Als alternatief kan ook hardschuim op basis van resol, EPS of XPS worden toegepast. Het is voornamelijk bij dergelijke elementen dat de huidige uitvinding een belangrijke geluidsdemping teweeg kan brengen. De laag uit hardschuim bevindt zich bij voorkeur tegen de basisplaat, zonder noemenswaardig tussenliggend isolatiemateriaal. Eventueel kan een dampdichte laag tussen de basisplaat en het hardschuim zijn aangebracht. Bij voorkeur bevindt de voomoemde akoestische onderbreking, van het derde en/of vierde aspect, zich boven de voomoemde laag uit hardschuim, met andere woorden is de akoestische onderbreking verder van de basisplaat verwijderd dan de bovenzijde van de isolatielaag uit hardschuim. Op deze manier is de stijve constructie van basisplaat en hardschuim akoestisch ontkoppeld van de buitenzijde van het bouwelement en de eventuele bekleding.
Bij voorkeur omvat voomoemd isolatiemateriaal minstens een laag uit een soepel isolatiemateriaal, zoals een laag uit rotswol, glaswol, houtwol of dergelijke meer. Dergelijk isolatiemateriaal is bij voorkeur aangebracht boven een laag isolatiemateriaal uit hardschuim, maar kan, in het geval van het vierde aspect bijvoorbeeld, ook het enige isolatiemateriaal van het bouwelement uitmaken. Een soepel isolatiemateriaal heeft op zich relatief goede geluidsdempende eigenschappen. Bij voorkeur bevindt de voomoemde akoestische onderbreking, van het derde en/of vierde aspect zich ter hoogte van het soepel isolatiemateriaal.
Bij voorkeur vertonen voornoemde ribben een zodanige hoogte dat zij boven het isolatiemateriaal uitsteken. Op die manier kunnen regels of latten eenvoudig op de uitstekende ribben worden vastgemaakt. Bovendien wordt een luchtkamer gevormd tussen het isolatiemateriaal en de eventuele bekleding van het bouwelement. Dergelijke luchtkamer is voordelig voor de geluidsabsorptie. Er kunnen namelijk geluidsreflecties in deze luchtkamer of spouw ontstaan die een uitdovend effect hebben op de geluidsgolven. Wanneer het bovenste isolatiemateriaal een soepel isolatiemateriaal zoals glaswol of rotswol is, wordt het geluid maximaal geabsorbeerd. Het is echter niet uitgesloten dat zij dezelfde hoogte als het isolatiemateriaal zouden vertonen of zelfs een kleinere hoogte dan het isolatiemateriaal vertonen. In het laatste geval wordt het uitstekende isolatiemateriaal bij voorkeur gevormd door een soepel isolatiemateriaal, zoals rotswol of glaswol. Op die manier kan het in enige mate worden ingedrukt voor het op de ribben aanbrengen van regels of latten, zoals pannenlatten.
Bij voorkeur wordt de voomoemde akoestische onderbreking van het derde en/of het vierde aspect minstens gevormd door samendmkbare kussens en/of ontkoppelingsstrips. Dergelijke strips zijn op zich gekend. Het kan bijvoorbeeld gaan om strips of kussens uit opencellig of geslotencellig schuimrubber, polyethyleenschuim of polyvinylchlorideschuim. Volgens een variante kan ook een gel of een vloeistof worden toegepast die zich bijvoorbeeld in een gesloten vervormbaar recipiënt bevindt.
Bij voorkeur zijn over de lengte van de voomoemde ribben meerdere van voomoemde samendrukbare kussens en/of ontkoppelingsstrips voorzien, waarbij deze samendrukbare kussens van elkaar gescheiden zijn door een luchtspleet, of door een soepel, onbelast isolatiemateriaal. Volgens nog een variante kunnen verende profielen, bijvoorbeeld uit kunststof of metaal, als akoestische onderbreking worden toegepast.
Aan de open zijde van het bouwelement is bij voorkeur een waterdichte en/of dampdoorlatende folie aangebracht, bijvoorbeeld een zogenaamde onderdakfolie. Dergelijke folie is bij voorkeur samengesteld uit één of meerdere lagen polypropyleen en/of polyethyleen. Deze folie wordt bij voorkeur doorlopend over de geïnstalleerde bouwelementen aangebracht.
De bouwelementen van de uitvinding zijn bijzonder geschikt om te worden aangewend in een dakconstructie. Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op een dakconstructie die één of meerdere bouwelementen met de kenmerken van het eerste of tweede aspect omvat of de voorkeurdragende uitvoeringsvormen daarvan.
Bij voorkeur zijn de bouwelementen volgens alle aspecten van de uitvinding zelfdragend. Hiermee wordt bedoeld dat dergelijke bouwelementen een zelfdragende constructie kunnen vormen, of met andere woorden in een dergelijke constructie in staat zijn hun eigen gewicht te torsen zonder noemenswaardige vervorming. Deze eigenschap kan leiden tot zeer eenvoudige constructies.
Bij voorkeur bestaat minstens de basisplaat en/of, in het geval een bovenplaat wordt aangewend in het element van het vierde aspect, de bovenplaat hoofdzakelijk uit een op hout gebaseerd materiaal, zoals uit een multiplex plaat, OSB plaat (Oriented Strand Board), een houtspaanderplaat, een houtvezelplaat, zoals MDF of HDF (Medium Density Fiberboard of High Density Fiberboard). Andere plaatmaterialen zijn ook mogelijk, zoals ondermeer vlasspaanderplaat, gipskartonplaat, cementvezelplaat, gipsvezelplaat of silicaatplaat. Het aangewende materiaal voor de basisplaat en/of de bovenplaat kan de eigenschap vertonen dat het watervast en/of brandvertragend is uitgevoerd, zoals het geval kan zijn bij houtspaanderplaat. De basisplaat van het bouwelement en, indien beschikbaar de bovenplaat, vertonen bij voorkeur een dikte van minstens 6 millimeter, en beter nog van minstens 10 millimeter en liefst minstens 12 millimeter.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het bouwelement van de uitvinding verder nog het kenmerk dat de basisplaat aan de zijde die naar binnen wordt gericht, is afgewerkt met decoratief materiaal, bijvoorbeeld met een laminaat laag, schrootjes of dergelijke meer. Door toepassing van dergelijk bouwelement kan de afwerking aan de binnenzijde van het gebouw vereenvoudigd worden.
Voomoemde ribben zijn bij voorkeur houten ribben of ribben uit een materiaal anders dan het isolatiemateriaal.
Bij voorkeur zijn de voornoemde ribben uitgevoerd als kepers met, in dwarsdoorsnede gezien, een dikte D van 20 millimeter of meer, bijvoorbeeld 28 millimeter, en een hoogte Hl van 150 millimeter of meer, bijvoorbeeld 170 millimeter.
Mogelijks zijn de voomoemde ribben zonder tussenliggend isolatiemateriaal bevestigd op voomoemde basisplaat. De betreffende ribben kunnen bijvoorbeeld zijn bevestigd aan de hand van nagel-, schroef- en/of lijmverbindingen en/of via enig ander bevestigingsmiddel. Door de rechtstreekse bevestiging van de voornoemde ribben op de basisplaat, namelijk zonder tussenliggend isolatiemateriaal, wordt bereikt dat de ribben bij een buigbelasting van het bouwelement op een goede manier de aangelegde krachten kunnen opnemen en eventueel overdragen aan de onderliggende constructie. Door een gepaste keuze van de hoogte Hl van de ribben kan desalniettemin de doorgave van geluid naar de basisplaat worden beperkt. Bovendien kan volgens deze voorkeurdragende uitvoeringsvorm een eenvoudige constmctie van het bouwelement worden bereikt. Zoals blijkt uit het voorgaande, worden de betreffende ribben, volgens de uitvinding, bij voorkeur zowel met de basisplaat rechtstreeks verbonden als zijdelings met het isolatiemateriaal verbonden, bijvoorbeeld door een lijmverbinding, of doordat het isolatiemateriaal, bijvoorbeeld in het geval van hardschuim, is uitgehard tussen de betreffende ribben.
Bij voorkeur wordt het voomoemde soepele of zachte isolatiemateriaal gekozen uit de lijst bestaande uit cellulose gebaseerd isolatiemateriaal, isolatiemateriaal gebaseerd op houtvezels, minerale wol, glaswol, rotswol. Kunststofgebaseerde soepele schuimen zoals PU-schuim of melamineschuim kunnen ook worden toegepast als soepel isolatiemateriaal. Verder zijn ook kunststofwollen, zoals polyesterwol, mogelijk. In het geval van rotswol of minerale wol wordt een significant brandvertragend effect bereikt. Cellulose gebaseerde isolatiematerialen zijn gekend om hun goede akoestische isolatiewaarde, bovendien vertonen zij tevens een aanvaardbare tot zeer goede thermische isolatiewaarde. Het cellulose gebaseerd isolatiemateriaal kan hetzij droog, als een op zichzelf bestaande laag, in het bouwelement zijn aangebracht, hetzij als een viskeus vloeibare substantie in het bouwelement zijn aangebracht, waarna het werd uitgehard of uitgedroogd. Isolatiematerialen gebaseerd op houtvezel vertonen eveneens goede akoestische isolatiewaarden in combinatie met een aanvaardbare tot zeer goede thermische isolatiewaarde. Hierbij kunnen de houtvezels bijvoorbeeld aan elkaar zijn verbonden met behulp van een polyolefine. Het is ook mogelijk dat dit isolatiemateriaal voorzien is van brandvertragende additieven, zoals van één of meerdere anorganische stikstofhoudende mineraalzuren. Zo bijvoorbeeld zijn de door de firma HOMATHERM® op de markt gebrachte houtFlex isolatieplaten eveneens geschikt voor toepassing in de bouwelementen van de huidige uitvinding.
Bij voorkeur wordt het hardschuim gekozen uit de lijst bestaande uit polyurethaan, polyisocyanuraat, geëxpandeerd polystyreen, geëxtrudeerd polystyreen en fenol isolatiemateriaal.
Nog volgens de uitvinding kan voor het soepele of zachte isolatiemateriaal ook gewerkt worden met andere isolatiematerialen zoals houtwol, vlaswol, schapenwol, pluimen, zoals bijvoorbeeld eendenpluimen of vlokkenschuim. Vlokkenschuim kan bijvoorbeeld aan de hand van polyurethaan verbonden schuimvlokken bevatten, waarbij deze schuimvlokken bijvoorbeeld bekomen zijn als afval bij de productie van matrassen of zetels.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het bouwelement van de huidige uitvinding een thermische weerstandswaarde (Rc) van meer dan 5,5 m2K/W, en bij voorkeur meer dan 6,45 m2K/W en liefst meer dan 7,2 m2K/W. Dergelijke isolerende waardes kunnen worden bereikt met een laag isolatiemateriaal op basis van polyurethaan of polyisocyanuraat, waarbij deze laag isolatiemateriaal op zich een dikte vertoont van respectievelijk 65 millimeter, 75 millimeter en 95 millimeter of meer.
Bij voorkeur is het bouwelement van de huidige uitvinding langwerpig, waarbij voomoemde ribben zich, bij voorkeur, in de lengterichting van het bouwelement uitstrekken. Bij voorkeur wordt gewerkt met twee of meer van dergelijke ribben. Bij voorkeur bevindt het isolatiemateriaal zich minstens voor een gedeelte ervan tussen de voomoemde twee of meer ribben. Bij voorkeur bestaan dergelijke ribben uit houten balken of kepers, bij voorkeur met rechthoekige doorsnede. Het is uiteraard niet uitgesloten dat met een ander materiaal dan hout wordt gewerkt, en/of dat wordt geopteerd voor een andere doorsnede voor deze ribben, zoals voor een doorsnede gelijkaardig aan de doorsnede van een I-profiel. Bij voorkeur wordt tussen de ribben een zijdelingse afstand bewaard van minstens 30 centimeter en beter nog van minstens 40 centimeter. Het is niet uitgesloten dat de ribben een onderlinge afstand van 80 centimeter of meer zouden vertonen.
Het is duidelijk dat waar sprake is van een basisplaat, het bij voorkeur deze plaat is die naar binnen wordt gericht in de dakconstructie. Voor de vakman is het echter duidelijk dat gelijkaardige effecten kunnen worden bereikt wanneer deze basisplaat naar buiten zou worden gericht. Het is dus niet uitgesloten dat de bouwelementen die in het kader van de uitvinding zijn beschreven ondersteboven kunnen worden aangewend in een constmctie, bijvoorbeeld in een dakconstructie.
Met hetzelfde doel, beschrijft de huidige openbaring volgens een vijfde onafhankelijk aspect nog een dakconstructie, waarbij deze dakconstructie één of meerdere zelfdragende bouwelementen omvat die minstens zijn opgebouwd uit een basisplaat, ribben en isolatiemateriaal uit hardschuim, waarbij de voomoemde dakconstructie een dakbekleding omvat, met als kenmerk dat de voomoemde dakbekleding via een akoestische onderbreking op de voomoemde zelfdragende bouwelementen zijn bevestigd. Bij voorkeur is tussen het hardschuim en de dakbekleding een ruimte aanwezig is die een geluidabsorberend materiaal, bij voorkeur een soepel of zacht isolatiemateriaal, bevat. Het huidige onafhankelijk aspect voorziet in de opbouw van een dakconstructie aan de hand van gekende zelfdragende bouwelementen, hetzij van het open type, hetzij van het gesloten type, waarbij een gelijkaardige werking wordt bereikt als aan de hand van de bouwelementen van de overige aspecten. De akoestisch onderbroken bevestiging van de dakbekleding leidt tot een verminderd voortplanten van geluidsgolven naar het bouwelement. De plaatsing van een geluidsabsorberend materiaal tussen de dakbekleding en het hardschuim isolatiemateriaal leidt tot een verdere geluidsreductie.
Het is duidelijk dat voor de isolatiematerialen, ribben en basisplaten van het vijfde aspect diegene kunnen worden toegepast die zijn vermeld in verband met de bouwelementen van de overige aspecten. Bij voorkeur is de voomoemde akoestische onderbreking bekomen doordat de dakbekleding is bevestigd op latten of ribben die via een akoestische onderbreking op het bouwelement zijn bevestigd.
Verder is het duidelijk dat een dakconstructie met de kenmerken van het vijfde aspect kan worden bekomen aan de hand van de bouwelementen van de overige aspecten van de uitvinding en/of openbaring.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 in perspectief een bouwelement weergeeft met de kenmerken van het eerste aspect van de uitvinding; figuur 2 een zicht weergeeft volgens de op figuur 1 aangeduide richting F2; figuren 3 en 4 in een zicht gelijkaardig aan dat van figuur 1 bouwelementen weergeven met onder andere de kenmerken van het vierde aspect van de openbaring; figuur 5 in perspectief een dakconstructie weergeeft met de kenmerken van de uitvinding; figuren 6 en 7 in een zicht gelijkaardig aan dat van figuur 1 voorbeelden weergeeft van bouwelementen volgens de uitvinding; figuur 8 in een zicht gelijkaardig aan dat van figuur 1 een bouwelement met de kenmerken van het eerste aspect van de uitvinding weergeeft.
Figuur 1 geeft een bouwelement 1, meer speciaal een dakelement of dakpaneel, weer met de kenmerken van onder andere het derde aspect van de huidige uitvinding.
Het dakelement van figuur 1 bevat een basisplaat 2 met ribben 3, waarbij zich tussen deze ribben 3 isolatiemateriaal 4 bevindt. In het weergegeven geval worden aan de hand van de ribben 3 twee compartimenten 5 op de basisplaat 2 gevormd, die beiden van het voomoemde isolatiemateriaal 4 zijn voorzien. Het is duidelijk dat ook kan worden gewerkt met één enkel compartiment 5, of met drie of meer compartimenten 5 die isolatiemateriaal 4 bevatten. Tevens is het duidelijk dat het isolatiemateriaal 4 van de verschillende compartimenten 5, bij voorkeur gelijkaardig is opgebouwd.
Het bouwelement 1 van figuur 1 betreft een openschalig dakelement. Hierbij wordt de vlakke zijde 6 van het dakelement, die tegenover voomoemde basisplaat 2 is gelegen, open uitgevoerd en wordt deze open zijde 6 hoofdzakelijk gevormd door het voomoemde isolatiemateriaal 4. Met “open” wordt bedoeld dat zich aan de betreffende zijde 6, boven het isolatiemateriaal 4, geen stmcturele onderdelen van het dakelement bevinden. Het is uiteraard wel mogelijk dat het isolatiemateriaal 4 aan de open zijde 6 afgedekt wordt door een membraan, folie, een bedrukking of dergelijke. Dergelijke afdekkingslaag is bij voorkeur waterkerend en/of dampopen, maar is hier niet weergegeven.
Opgemerkt wordt dat het dakelement van figuur 1 verkort is weergegeven en dat de lengte L van een dakelement in de praktijk verschillende malen de breedte B hiervan kan bedragen. De lengte L kan op maat van de dakconstructie worden voorzien en bedraagt bij voorkeur tussen 2 en 8 meter, terwijl de breedte B van het element 1 afhangt van het aantal compartimenten 5 dat het dakelement vertoont, waarbij de breedte B1 van één compartiment 5 bij voorkeur gelegen is tussen 35 en 60 centimeter, waarbij een breedte BI van ongeveer 40 centimeter een goede waarde is. De hoogte H van een dakelement is afhankelijk van de hoogte Hl van voornoemde ribben 3 en kan hierbij bij voorkeur gekozen zijn tussen 7 en 35 centimeter. De hierbij horende totale hoogte H2 van het isolatiemateriaal 4 is bij voorkeur kleiner dan de hoogte Hl van voomoemde ribben 3 en kan hierbij overeenkomstig de hoogte Hl van de ribben 3 bij voorkeur gekozen zijn tussen 6 en 33 centimeter.
De voornoemde basisplaat 2 kan gekozen zijn uit de reeks van houtspaanplaat, gipskartonplaat, gipsvezelplaat, multiplexplaat, OSB plaat (Oriented Strand Board) en silicaatplaat. Dergelijke basisplaat 2 kan aan de naar buiten toe gerichte zijde 7 ervan, dit is naar de binnenzijde van de dakconstructie, voorzien zijn van afwerkingslagen, zoals van één of meer laklagen, laminaatlagen, of van eraan bevestigde schrootjes. De basisplaat 2 kan op zich ook brandvertragende en/of waterwerende eigenschappen bezitten. Het is voor de vakman op zich bekend hoe dergelijke eigenschappen bij de hier genoemde basisplaatmaterialen kunnen worden verkregen. Over het algemeen wordt aangenomen dat dergelijke basisplaat, en in het bijzonder spaanplaat, geen of nagenoeg geen warmte-isolerende eigenschappen heeft, doch het is niet uitgesloten dat met basisplaten wordt gewerkt die wel een beduidende warmte-isolatie kunnen bieden.
De voomoemde ribben 3 of kepers bestaan bij voorkeur uit hout zoals vurenhout of grenenhout en beslaan bij voorkeur de volledige lengte van het dakelement. Bij voorkeur bestaat elke rib in lengterichting uit één stuk en vertoont bij voorkeur een dikte van 20 tot 45 millimeter. In de plaats van uit één stuk kunnen één of meer van voomoemde ribben in de lenterichting ervan ook uit meerdere onderdelen worden samengesteld, bijvoorbeeld door kortere ribben aan elkaar te bevestigen. Dergelijk bevestiging kan uitgevoerd worden met een zogenaamde vingerlas. Voor een voorbeeld van een dergelijke techniek wordt verwezen naar het reeds genoemde EP 1 162 050. Er wordt opgemerkt dat de basisplaat eveneens uit aan elkaar gelaste gedeelten kan bestaan.
Het bijzondere aan het weergegeven dakelement 1 is dat het, in overeenstemming met het derde aspect van de uitvinding, ribben omvat die een akoestische onderbreking 8 vertonen. Zoals weergegeven in figuur 2, is, in dit geval, de akoestische onderbreking 8 gevormd door samendrukbare kussens 9 die over de lengte L van de ribben 3 zijn aangebracht, telkens gescheiden door bijvoorbeeld een luchtspleet 10.
Het dakelement 1 omvat een laag isolatiemateriaal uit hardschuim 11 en een laag soepel isolatiemateriaal 12, bijvoorbeeld minerale wol. De voomoemde akoestische onderbreking 8 bevindt zich boven de voomoemde laag hardschuim 11, met name meer naar de open zijde 6 van het dakelement 1 dan de laag hardschuim 11. Meer speciaal bevindt de akoestische onderbreking zich, in dit geval, ter hoogte van het soepel isolatiemateriaal 12. De laag hardschuim is hierbij gevormd uit een isolatieschuim, dat in voorliggend geval in vloeibare vorm op het bouwelement 1 is aangebracht en aldaar is uitgehard. Het kan bijvoorbeeld gaan om polyurethaan schuim of polyisocyanuraatschuim dat, zoals op zich bekend is, aan de hand van de reactie van twee componenten kan worden gevormd. De laag uit soepel isolatiemateriaal 12 bevindt zich direct boven de laag hardschuim 11.
Het dakelement in de figuren 1 en 2 vormt ook een voorbeeld met onder andere de kenmerken van het in de inleiding genoemde eerste aspect van de uitvinding. De ribben 3 vertonen hiertoe een gemiddelde hoogte Hl en een dikte D. Het isolatiemateriaal 12 omvat minstens hardschuim 11. De hoogte H4 van het hardschuim 11 is groter dan de dikte D van de ribben 3 en het bovenoppervlak van het hardschuim 11 bevindt zich minstens op een afstand A van 0,2 Hl onder de bovenzijde van de ribben 3. In dit geval bevindt het bovenoppervlak van het hardschuim 11 zich tevens minstens op een afstand Al van 0,2 H3 van de bovenzijde van het gedeelte 3A van de ribben 3, waarbij H3 de hoogte is van het onderste eendelige gedeelte 3A van de ribben 3. Het hardschuim 11 is op de basisplaat 2 aangebracht, meer bepaald daartegen en tegen de ribben 3 uitgehard. Bovenop het hardschuim 11 is een zacht of soepel isolatiemateriaal 12 aangebracht. Het zacht isolatiemateriaal 12 strekt zich minstens uit tot op een hoogte H2 die overeenstemt met 0,9 Hl.
Figuur 3 geeft een dakelement weer met de kenmerken van het vierde aspect van de uitvinding. Het betreft, in dit geval, een dakelement van het open type. Het dakelement 1 is voorzien van dwarsliggende latten 13. Deze latten 13 zijn via een akoestische onderbreking 8 op de ribben 3 bevestigd. De laag soepel isolatiemateriaal 12, die zich boven het hardschuim 11 bevindt, strekt zich uit tussen de latten 13. De latten 13 zijn met andere woorden verzonken in het soepel isolatiemateriaal 12. De akoestische onderbreking 8 bevindt zich boven het hardschuim 11, ter hoogte van het soepel isolatiemateriaal 12. Eventueel kan deze laag soepel isolatiemateriaal 12, en al dan niet ook de latten 13, doorlopen over meerdere naast elkaar geïnstalleerde bouwelementen. Op die manier kan een installatie worden bereikt met beperkt risico op het ontstaan van koudebruggen in de aansluiting van de naast elkaar geïnstalleerde bouwelementen.
Figuur 4 geeft een variante weer van een dakelement met de kenmerken van onder andere het vierde aspect waarbij de dwarsliggende latten 13 niet verzonken zijn, doch zich in tegendeel boven het soepel isolatiemateriaal 12 uitstrekken. De akoestische onderbreking 8 bevindt zich in dit geval boven het geheel van het isolatiemateriaal 4. Deze latten 13 kunnen uitgevoerd zijn als pannenlatten met een doorlopend samendrukbaar kussen 9 aan de onderzijde ervan. Eventueel kunnen deze latten 13 doorlopen over meerdere naast elkaar geïnstalleerde bouwelementen.
Het is duidelijk dat de bevestiging van de twee onderdelen 3A-3B van de ribben 3 uit figuren 1 en 2 of van de latten 13 op de ribben 3 uit de figuren 3 en 4 door middel van schroeven of nagels kan zijn gebeurd doorheen de voomoemde samendrukbare kussens 9.
Het is duidelijk dat de uitvoeringsvorm van figuur 4 ook een voorbeeld vormt van het eerste aspect van de uitvinding, waarbij dan bovendien automatisch een ontkoppelde dakbekleding kan worden bekomen, namelijk zonder dat daartoe speciale bijkomende maatregelen moeten worden getroffen.
Er wordt nog opgemerkt dat, bijvoorbeeld het element van figuur 4, ook ondersteboven kan worden toegepast, waarbij dan automatisch een ontkoppelde binnenbekleding wordt bereikt, hetgeen ook significante geluidsisolatie teweeg brengt.
Figuur 5 geeft een dakconstructie 14 weer met onder andere de kenmerken van het vijfde aspect van de uitvinding. In dit geval zijn de dakelementen 1 uit figuur 1 toegepast. Hierbij kan worden uitgegaan van een relatief eenvoudige dakkap 15, zoals weergegeven, waarbij met een beperkt aantal gordingen 16 wordt gewerkt, waarop de dakelementen 1 dan worden bevestigd aan de hand van mechanische bevestigingsmiddelen zoals nagels en/of haken. Eventuele naden tussen de dakelementen onderling kunnen dan nog verder worden afgewerkt bijvoorbeeld door deze op te vullen met een isolatiemateriaal, zoals polyurethaanschuim. Bij voorkeur strekt dergelijk isolatiemateriaal zich slechts uit tot op een hoogte onder de voomoemde akoestische onderbreking 8.
Zoals weergegeven kan de verdere dakbedekking of dakbekleding 17 dan op deze dakelementen 1 worden aangebracht. Bijvoorbeeld kunnen zoals hier weergegeven dakpannen 18 worden aangebracht nadat eerst pannenlatten 19 zijn voorzien. Het is duidelijk dat wanneer het dakelement van figuur 4 zou worden toegepast, de daar vermelde latten 13 de pannenlatten 19 kunnen vormen.
De dakconstructie 14 van figuur 5 vertoont het kenmerk van het in de inleiding vermelde vijfde aspect, namelijk het kenmerk dat de dakbekleding 17 via een akoestische onderbreking 8 op de dakelementen 1 zijn bevestigd. Tussen het hardschuim 11 en de dakbekleding 17 is een ruimte 20 aanwezig die het soepel isolatiemateriaal 12 bevat.
Figuur 6 toont nog een dakelement 1 met de kenmerken van het derde aspect waarbij het dakelement 1 slechts één compartement 5 vertoont. In dit geval betreft het een compartement met een breedte B1 van 80 centimeter of meer. Om het dakelement 1 een goede stijfheid, met name tegen torsievervorming, te geven is boven het hardschuim 11 een plaatmateriaal 21, bijvoorbeeld gelijkaardig aan de basisplaat 2, toegepast. Dit plaatmateriaal 21 strekt zich uit tussen de ribben 3. De akoestische onderbreking 8 bevindt zich boven dit plaatmateriaal 21.
Figuur 7 geeft een variante weer waarbij het plaatmateriaal 21 zich uitstrekt tot in de ribben 3, of tussen de onderdelen 3A-3B van de ribben 3, met name onder de akoestische onderbreking 8 in deze ribben 3.
Het is duidelijk dat elk van de in de figuren weergegeven bouwelementen kan worden aangewend voor het vormen van een dakconstructie 14 in overeenstemming met het vijfde aspect van de uitvinding.
Volgens een niet weergegeven variante van de uitvoering uit figuur 7 is het mogelijk dat de onderdelen 3B eerder uitgevoerd zijn als latten die verschoven zijn ten opzichte van de onderdelen 3A, en, met andere woorden, niet verticaal boven de ribonderdelen 3A bevinden. Met dergelijke bouwelementen kan ook een dakconstructie 14 worden bekomen met de kenmerken van de uitvinding
Er wordt opgemerkt dat de open zijde 6 van de dakelementen van de uitvinding, en in het bijzonder van de uitvoeringen weergegeven in de figuren, afgewerkt kan worden met een membraan, folie of een coating, welke niet noodzakelijk noemenswaardige warmte-isolerende eigenschappen dient te bezitten. Het aanbrengen van dergelijke afdekkingslagen is hier niet geïllustreerd.
Figuur 8 geeft nog een uitvoeringsvorm weer van een dakelement 1 met onder andere de kenmerken van het eerste aspect van de uitvinding, waarbij in dit geval de ribben 3 vrij zijn van akoestische onderbreking en zich eendelig uitstrekken vanop de basisplaat 2 tot aan de bovenzijde of open zijde 6 van het dakelement 1. In dergelijk geval is de hoogte Hl van de ribben 3 gelijk aan de hoogte H3 van het onderste eendelige gedeelte van deze ribben 3. Het bovenoppervlak 22 van het hardschuim 11 bevindt zich op een afstand A van de bovenzijde 23 van de ribben 3, waarbij deze afstand A minstens 0,2 maal de hoogte Hl van de ribben 3 bedraagt. Het hardschuim 11 strekt zich vanop de basisplaat 2 uit tot op een hoogte H4 groter dan 0,3 maal de hoogte van Hl van de ribben 3. In dit geval zelfs tot op een hoogte H4 groter dan 0,5 maal de hoogte Hl van de ribben 3. De hoogte H4 bedraagt ook vele malen meer dan de dikte D van de ribben 3, in dit geval minstens 3 of 4 keer de dikte D van de ribben 3. Het hardschuim 11 is uitgehard in de compartimenten 5, tegen de basisplaat 2 en de ribben 3. Het zachte of soepele isolatiemateriaal 12 strekt zich samen met het hardschuim 11 uit tot op een hoogte H2 die overeenstemt met meer dan 0,9 maal de hoogte van de ribben Hl.
Het is duidelijk dat, in een dakconstructie, samengesteld uit één of meerdere elementen 1 van het voorbeeld van figuur 8, de afstand tussen de onderzijde van de dakbekleding en het bovenoppervlak 22 van het hardschuim 11 minstens 0,3 maal de hoogte Hl van de ribben 3 zal bedragen.
Het spreekt voor zich dat de basisplaat 2 aan de zijde ervan die van het hardschuim is weggewend kan worden voorzien van verdere plaatmaterialen of andere, eventueel decoratieve, afwerkingen, zoals gipskartonplaat.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch dergelijke bouwelementen en dakconstructies kunnen volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden. Zo bijvoorbeeld is het mogelijk om in de plaats van de uitvinding bij de in de figuren weergegeven vlakke bouwelementen toe te passen, bij zogenaamde getoogde bouwelementen toe te passen. Deze worden daardoor gekenmerkt dat de voomoemde basisplaat en/of bovenplaat gekromd zijn volgens een boog met straal van bijvoorbeeld 2 tot 10 meter, en dit bij voorkeur rond een as die evenwijdig is met de lengterichting van het bouwelement. Deze bouwelementen zijn bijvoorbeeld geschikt als akoestisch dakelement in een dakconstructie die een zekere ronding vertoont. Bij voorkeur strekken dergelijke dakelementen zich met hun lengterichting in de breedte van de dakconstructie uit.
De elementen van de uitvinding kunnen bijvoorbeeld ook worden toegepast als wandconstructie, of vloerconstructie met een akoestisch ontkoppelde afwerking, of als woningscheidende wand, waarbij dan, bij voorkeur, twee van dergelijke elementen naar elkaar worden toegewend voor het vormen van de scheiding. Met andere woorden, de elementen van de uitvinding kunnen dus ook per twee of meer met elkaar gecombineerd worden voor het vormen van dergelijke scheidingen en leiden tot een uiterste geluidsarme wand.

Claims (12)

  1. Conclusies.
    1, - Bouwelement, meer speciaal voor dak-, wand- of vloerconstructies, waarbij dit bouwelement (1) minstens is samengesteld uit een basisplaat (2) en twee erop aangebrachte ribben (3) waartussen zich isolatiemateriaal (4) bevindt, waarbij de voomoemde twee ribben (3) een gemiddelde hoogte Hl en een dikte D vertonen en het voomoemde isolatiemateriaal (4) minstens hardschuim (11) omvat, daardoor gekenmerkt dat de hoogte H4 van het hardschuim (11) groter is dan de voomoemde dikte D van de ribben (3) en het bovenoppervlak (22) van het voomoemde hardschuim (11) zich minstens 0,2 Hl onder de bovenzijde (23) van de ribben (3) bevindt.
  2. 2, - Bouwelement volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het voomoemde hardschuim (11) op de basisplaat (2) is aangebracht.
  3. 3, - Bouwelement volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het voomoemde hardschuim (11) tegen de voornoemde ribben (3) is uitgehard, of volvlakkig daarmee is verkleefd.
  4. 4, - Bouwelement volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voomoemde hardschuim (11) zich vanop de basisplaat (2) uitstrekt tot op een hoogte H4 van minstens 0,3 Hl.
  5. 5, - Bouwelement volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voomoemde isolatiemateriaal (4) verder nog zacht isolatiemateriaal (12) omvat dat boven het hardschuim (11) is aangebracht.
  6. 6, - Bouwelement volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het voomoemde zacht isolatiemateriaal (12) zich minstens uitstrekt tot op een hoogte die overeenstemt met 0,9 Hl.
  7. 7. - Bouwelement volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde hardschuim gekozen is uit de reeks van polyurethaan (PU), polyisocyanuraat (PIR) en geëxpandeerd polystyreen (EPS).
  8. 8, - Bouwelement volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het een zogenaamd openschalig element betreft.
  9. 9, - Bouwelement volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat aan de bovenzijde (6) van het element (1) een onderdakfolie is aangebracht.
  10. 10. - Bouwelement volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de hoogte Hl van de voomoemde ribben (3) gelegen is tussen 150 en 250 millimeter.
  11. 11. - Constmctie, bij voorkeur dakconstructie, waarbij deze constructie (14) één of meerdere bouwelementen omvat met de kenmerken van de voorgaande conclusies, waarbij een bekleding, bij voorkeur een dakbekleding (17) op de bouwelementen (1) is bevestigd, daardoor gekenmerkt dat de afstand tussen de onderzijde van de bekleding (17) en het bovenoppervlak (22) van het voomoemde hardschuim (11) meer dan 7 centimeter bedraagt, bijvoorbeeld tussen 7 en 15 centimeter en/of dat deze afstand minstens 0,3 Hl bedraagt.
  12. 12.- Constructie volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde afstand voor het grootste gedeelte gevuld is met zacht isolatiemateriaal (12).
BE2016/5094A 2016-02-05 2016-02-05 Bouwelementen en dakconstructie BE1023853B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5094A BE1023853B1 (nl) 2016-02-05 2016-02-05 Bouwelementen en dakconstructie
FR1750945A FR3047500B1 (fr) 2016-02-05 2017-02-03 Elements de construction et construction de toiture

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5094A BE1023853B1 (nl) 2016-02-05 2016-02-05 Bouwelementen en dakconstructie

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1023853A1 BE1023853A1 (nl) 2017-08-16
BE1023853B1 true BE1023853B1 (nl) 2017-08-17

Family

ID=55589626

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5094A BE1023853B1 (nl) 2016-02-05 2016-02-05 Bouwelementen en dakconstructie

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1023853B1 (nl)
FR (1) FR3047500B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0450731A1 (en) * 1990-04-05 1991-10-09 Opstalan B.V. Panel-type insulation element for roofs or outside walls
EP2110487A1 (fr) * 2008-04-14 2009-10-21 Unilin BVBA Elément de construction et méthode de fabrication d'éléments de construction
NL2010692C2 (nl) * 2012-04-24 2013-10-28 Unilin Bvba Bouwelementen en dakconstructie.
ES2535058A1 (es) * 2013-10-31 2015-05-04 Universidad Politécnica de Madrid Placa de estructura de madera con aislamiento térmico y su uso para forjado sanitario

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0450731A1 (en) * 1990-04-05 1991-10-09 Opstalan B.V. Panel-type insulation element for roofs or outside walls
EP2110487A1 (fr) * 2008-04-14 2009-10-21 Unilin BVBA Elément de construction et méthode de fabrication d'éléments de construction
NL2010692C2 (nl) * 2012-04-24 2013-10-28 Unilin Bvba Bouwelementen en dakconstructie.
ES2535058A1 (es) * 2013-10-31 2015-05-04 Universidad Politécnica de Madrid Placa de estructura de madera con aislamiento térmico y su uso para forjado sanitario

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
H. COURTOIS: "ATG nr 02/1545", 12 March 2002 (2002-03-12), Brussel, pages 1 - 8, XP055297499, Retrieved from the Internet <URL:http://www.butgb.be/content/technical_approval/download.cfm/021545000N.pdf> [retrieved on 20160824] *

Also Published As

Publication number Publication date
FR3047500A1 (fr) 2017-08-11
BE1023853A1 (nl) 2017-08-16
FR3047500B1 (fr) 2021-08-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6789645B1 (en) Sound-insulating sandwich element
US8448389B2 (en) Sound transmission reducing construction elements
EP2273024B1 (en) Building element and roof construction
AU771473B2 (en) Sound-insulating sandwich element
EP2834427A1 (en) Integrated fiber cement and foam as insulated cladding with enhancements
US20100050549A1 (en) Joint of parallel sandwich panels
NL9000797A (nl) Sandwich-combi-dakelement.
NL2010692C2 (nl) Bouwelementen en dakconstructie.
BE1023853B1 (nl) Bouwelementen en dakconstructie
KR101375028B1 (ko) 구조용 목재가 포함된 단열복합패널 및 그 단열복합패널을 이용한 벽체 시공 방법
BE1024004B1 (nl) Isolatie-element
WO1995034721A1 (en) Wall element arrangement
NL2016206B1 (nl) Constructiepaneel voor een huisvesting, wand opgebouwd uit dergelijke constructiepanelen en een huisvesting voorzien van een dergelijk constructiepaneel.
KR100495041B1 (ko) 바닥구조 내장용 건축재 및 그를 이용한 바닥구조
JPS62129461A (ja) 防音床材およびその製法
KR100760628B1 (ko) 층간소음 방지용 마감재
JP5736097B2 (ja) 遮熱建築物の構築方法および遮熱建築物
AU2005233209B2 (en) Construction elements
CN208430654U (zh) 一种集隔音、防火、保温功能于一体的高强度发泡复合板材
KR20060111313A (ko) 유기 또는 무기수지가 처리된 골판지 방음판넬
JPH11131779A (ja) 床構造
KR960002102Y1 (ko) 화장실, 샤워장 칸막이용 심재
ES2385001A1 (es) Panel multicapa prefabricado y procedimiento para su montaje en obra.
JP2000257889A (ja) 床暖房用パネル
KR100720375B1 (ko) 건물용 칸막이

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20170817

PD Change of ownership

Owner name: FLOORING INDUSTRIES LIMITED, SARL; LU

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF LEGAL ENTITY; FORMER OWNER NAME: UNILIN, BV

Effective date: 20210723

Owner name: FLOORING INDUSTRIES LIMITED, SARL; LU

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF LEGAL ENTITY; FORMER OWNER NAME: UNILIN BVBA

Effective date: 20210723