BE1018774A3 - GRIP UNIT, CONTROL UNIT FOR A GRIP UNIT AND WEAVING MACHINE. - Google Patents

GRIP UNIT, CONTROL UNIT FOR A GRIP UNIT AND WEAVING MACHINE. Download PDF

Info

Publication number
BE1018774A3
BE1018774A3 BE2009/0355A BE200900355A BE1018774A3 BE 1018774 A3 BE1018774 A3 BE 1018774A3 BE 2009/0355 A BE2009/0355 A BE 2009/0355A BE 200900355 A BE200900355 A BE 200900355A BE 1018774 A3 BE1018774 A3 BE 1018774A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
gripper
valve
gripper unit
storage tank
compressed air
Prior art date
Application number
BE2009/0355A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=41818573&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=BE1018774(A3) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE2009/0355A priority Critical patent/BE1018774A3/en
Priority to PCT/EP2010/003484 priority patent/WO2010142446A1/en
Priority to EP10723946.9A priority patent/EP2440696B2/en
Priority to CN201080025754.2A priority patent/CN102803591B/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1018774A3 publication Critical patent/BE1018774A3/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/12Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick
    • D03D47/20Constructional features of the thread-engaging device on the inserters
    • D03D47/23Thread grippers
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/12Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick
    • D03D47/20Constructional features of the thread-engaging device on the inserters

Abstract

Een grijpereenheid (1) met een grijper (2,8) die een draadhouder (20) en een pneumatiche actuator (21) voor het openen en/of sluiten van de draadhouder (20) bevat, waarbij een klep (22) voor het controleren van een toevoer van perslucht aan de pneumatische actuator (21) is voorzien op de grijper ( 2,8). Een controlesysteem (6) en een weefmachine die een grijpereenheid (1) en een controlesysteem (6) bevat.A gripper unit (1) with a gripper (2,8) containing a thread holder (20) and a pneumatic actuator (21) for opening and / or closing the thread holder (20), a valve (22) for checking a supply of compressed air to the pneumatic actuator (21) is provided on the gripper (2,8). A control system (6) and a weaving machine comprising a gripper unit (1) and a control system (6).

Description

Grijpereenheid, controlesysteem voor een grijpereenheid en weefmachine.Gripper unit, control system for a gripper unit and weaving machine.

De uitvinding betreft een grijpereenheid, een controlesysteem voor een grijpereenheid en een weefmachine die een grijpereenheid en/of een controlesysteem voor een grijpereenheid bevat.The invention relates to a gripper unit, a control system for a gripper unit and a weaving machine comprising a gripper unit and / or a control system for a gripper unit.

In een grijperweefmachine wordt een inslagdraad of garen getransporteerd aan hoge snelheid en met hoge acceleraties door middel van minstens één grijper. Bij de meeste grijperweefmachines wordt een inslagdraad getransporteerd door middel van twee grijpers die in tegengestelde richtingen door een open weefvak bewegen, in het bijzonder een gevergrijper en een nemergrijper. Hierbij wordt een inslagdraad afkomstig van een bobijn gepresenteerd aan en opgenomen door een gevergrijper om te worden ingebracht naar het midden van het weefvak. In het midden van het weefvak wordt de inslagdraad door de gevergrijper gepresenteerd aan en opgenomen door een nemergrijper om te worden ingebracht naar de overzijde van het weefvak. Elke grijper is vastgemaakt aan een flexibele grijperband of aan een stijve grijperstang om heen en weer te bewegen doorheen een open weefvak. Een grijper bevat een houder om een inslagdraad te houden, in het bijzonder een klem om een inslagdraad te klemmen.In a gripper weaving machine, a weft thread or yarn is transported at high speed and with high accelerations by means of at least one gripper. In most gripper weaving machines, a weft thread is transported by means of two grippers which move in opposite directions through an open weaving pocket, in particular a gripper and a gripper gripper. Hereby, a weft thread from a bobbin is presented to and picked up by a gripper for insertion into the center of the weaving section. In the middle of the weaving section, the weft thread is presented by the gripper to and picked up by a taker gripper for insertion to the opposite side of the weaving section. Each gripper is attached to a flexible gripper belt or to a rigid gripper bar to move back and forth through an open weaving pocket. A gripper contains a holder for holding a weft thread, in particular a clamp for clamping a weft thread.

Het is gekend om een grijper te voorzien van een houder of een klem die een inslagdraad kan opnemen terwijl de houder of klem is gesloten. Deze grijpers worden ook aangeduid als "negatieve grijpers". Grijpers die een houder of klem hebben die actief wordt geopend en actief wordt gesloten om een inslagdraad te houden ofte klemmen worden aangeduid als "positieve grijpers". Positieve grijpers werken meestal samen met een inrichting om de houder of klem te openen. Deze inrichtingen hebben vaak echter een behoorlijk grote inertie en zijn daarom beperkt in snelheid.It is known to provide a gripper with a holder or a clamp that can receive a weft thread while the holder or clamp is closed. These grippers are also referred to as "negative grippers". Grippers that have a holder or clip that is actively opened and actively closed to hold a weft thread or clips are referred to as "positive grippers". Positive grippers usually cooperate with a device for opening the holder or clamp. However, these devices often have a considerable inertia and are therefore limited in speed.

WO 2004/035891 A2 en GB 1116907 hebben betrekking op een positieve grijper die een klem heeft, waarbij een bek van de klem beweegbaar is tussen twee posities en kan worden vastgezet in een eerste positie met behulp van een hulpenergie, terwijl veerkrachten op de klem werken om de bek in de tweede positie te brengen. Bij het stoppen van een toevoer van de hulpenergie wordt de bek losgelaten en bewogen door de kracht van de veer naar de tweede positie.WO 2004/035891 A2 and GB 1116907 relate to a positive gripper which has a clamp, wherein a jaw of the clamp is movable between two positions and can be fixed in a first position with the aid of an auxiliary energy, while spring forces act on the clamp to bring the jaw into the second position. When a supply of the auxiliary energy is stopped, the jaw is released and moved by the force of the spring to the second position.

WO 02/095105 Al beschrijft een draadkiem voor een weefmachine die een pneumatisch beweegbaar deel bevat voor het bewegen van een klem tussen twee posities, waarbij dit deel kan worden bewogen door middel van een negatieve druk om het deel in een eerste positie te brengen en door middel van een overdruk om het deel in een tweede positie te brengen. Een pneumatisch controleerbare draadkiem voor een weefmachine is ook gekend, waarbij een klep voor het controleren van een toevoer van perslucht aan een pneumatische actuator stationair op de weefmachine is gemonteerd en communiceert met de pneumatische actuator in de inslagdraadklem via een toevoerleiding.WO 02/095105 A1 discloses a wire germ for a weaving machine comprising a pneumatically movable member for moving a clamp between two positions, said member being movable by means of a negative pressure to bring the member into a first position and by by means of an overpressure to bring the part into a second position. A pneumatically controllable wire germ for a weaving machine is also known, wherein a valve for controlling a supply of compressed air to a pneumatic actuator is mounted stationarily on the weaving machine and communicates with the pneumatic actuator in the weft thread clamp via a supply line.

Het is de opgave van de uitvinding om een positieve grijper te voorzien waarbij een houder of klem van de grijper kan worden gesloten of geopend met hoge snelheid zonder het weefproces te verstoren.It is the object of the invention to provide a positive gripper in which a holder or clamp of the gripper can be closed or opened at high speed without disturbing the weaving process.

Deze opgave wordt opgelost door een grijpereenheid die een grijper met een draadhouder voor het houden van een inslagdraad, bijvoorbeeld een draadkiem voor het klemmen van een inslagdraad, en een pneumatische actuator voor het bewegen van de draadhouder, in het bijzonder voor het openen en/of sluiten van de draadhouder, bevat, en die minstens één klep voor het controleren van een toevoer van perslucht naar de pneumatische actuator bevat, welke klep nabij de grijper van de grijpereenheid is aangebracht en bij voorkeur op de grijper van de grijpereenheid is aangebracht.This task is solved by a gripper unit comprising a gripper with a thread holder for holding a weft thread, for example a thread germ for clamping a weft thread, and a pneumatic actuator for moving the thread holder, in particular for opening and / or closing the wire holder, and which comprises at least one valve for controlling a supply of compressed air to the pneumatic actuator, which valve is arranged near the gripper of the gripper unit and is preferably arranged on the gripper of the gripper unit.

Volgens de uitvinding is een klep aangebracht nabij het voorste einde van de grijperband, dit betekent nabij en bij voorkeur op de grijper en daarom in de nabijheid van de pneumatische actuator van de grijper. Bij voorkeur is de klep zo dicht als mogelijk bij de pneumatische actuator aangebracht. Volgens een uitvoeringsvorm valt de uitgang van de klep naar de actuator samen met de inlaat van de actuator. Door het plaatsen van de klep nabij de grijper is een snelle respons van de pneumatische actuator mogelijk en kan de hoeveelheid perslucht tussen de klep en de pneumatische actuator worden geminimaliseerd. Ook een drukval tussen de klep en de pneumatische actuator kan vermeden worden. Het gebruik van een pneumatische actuator is voordelig omdat relatief hoge krachten kunnen worden uitgeoefend om de draadhouder te bewegen, terwijl de klep kan worden geopend of gesloten met lage energieconsumptie. Het ontwerp van de klep is bij voorkeur aangepast aan de pneumatische actuator. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt een elektromagnetische klep gebruikt.According to the invention, a valve is arranged near the front end of the gripper belt, this means near and preferably on the gripper and therefore in the vicinity of the pneumatic actuator of the gripper. The valve is preferably arranged as close as possible to the pneumatic actuator. According to an embodiment, the output from the valve to the actuator coincides with the inlet of the actuator. By placing the valve near the gripper, a quick response of the pneumatic actuator is possible and the amount of compressed air between the valve and the pneumatic actuator can be minimized. A pressure drop between the valve and the pneumatic actuator can also be avoided. The use of a pneumatic actuator is advantageous because relatively high forces can be exerted to move the wire holder, while the valve can be opened or closed with low energy consumption. The design of the valve is preferably adapted to the pneumatic actuator. According to a preferred embodiment, an electromagnetic valve is used.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de klep een 3/2 klep die in een positie, bij voorkeur in een aangestuurde positie, open is om toe te laten perslucht naar de pneumatische actuator te vloeien, terwijl in een andere positie wordt toegelaten dat de perslucht uit de pneumatische actuator ontsnapt naar de omgeving. Een uitgang van de 3/2 klep is verbonden met een toevoer van perslucht, een uitgang is verbonden met de omgeving en een uitgang is verbonden met de pneumatische actuator. Volgens een voorkeursdragende uitvoeringsvorm kan een 3/2 klep een draaibaar element met klepelementen bevatten dat zo is geconstrueerd dat het zwaartepunt van het draaibaar element samenvalt met de draaias van het draaibaar element. Indien het draaibaar element dwars is aangebracht op de bewegingsrichting van de grijper zullen de versnellingskrachten op dit draaibaar element geen invloed hebben op het aansturen van de klep, dit betekent op de positie van de klepelementen.According to a preferred embodiment, the valve is a 3/2 valve that is open in one position, preferably in a controlled position, to allow compressed air to flow to the pneumatic actuator, while in another position the compressed air is allowed to flow out of the pneumatic actuator escapes to the environment. An outlet of the 3/2 valve is connected to a supply of compressed air, an outlet is connected to the environment and an outlet is connected to the pneumatic actuator. According to a preferred embodiment, a 3/2 valve may comprise a rotatable element with valve elements that is constructed such that the center of gravity of the rotatable element coincides with the axis of rotation of the rotatable element. If the rotatable element is arranged transversely to the direction of movement of the gripper, the acceleration forces on this rotatable element will have no influence on the control of the valve, this means on the position of the valve elements.

Doorgaans is er een tijdsvertraging tussen het openen van de klep en het openen van de draadhouder omwille van de inertie van de draadhouder en de inertie van de pneumatische actuator. In het bijzonder heeft de inertie als gevolg dat wanneer de klep geopend is tijdens een eerste tijdsinterval, de draadhouder open zal zijn tijdens een tweede tijdsinterval. Dit tweede tijdsinterval begint enige tijd na de start van het eerste tijdsinterval en eindigt enige tijd na het einde van het eerste tijdsinterval. In een bepaalde uitvoeringsvorm, wanneer de draadhouder aan het sluiten is terwijl perslucht wordt toegelaten uit de actuator te ontsnappen, kan de klep worden heropend gedurende een kort tijdsinterval om een impact van de draadhouder op de inslagdraad te minimaliseren. Volgens een andere uitvoeringsvorm kunnen verschillende tijdsintervallen van het openen van de klep elkaar opvolgen gedurende één enkele openings- of sluitingssequentie van de draadhouder om de grootte en de snelheid van de opening en/of sluiting van de draadhouder te controleren. Op deze wijze kan de grootte en de snelheid van het openen en/of sluiten van de draadhouder worden gecontroleerd door het controleren van het moment waarop en de tijd gedurende welke de klep van de grijpereenheid wordt geopend. Als een alternatief of bijkomend kan de grootte en de snelheid van het openen en/of het sluiten van de draadhouder worden gecontroleerd door het controleren van de druk van de perslucht in een voorraadtank die perslucht levert aan de klep en/of van de druk van de perslucht toegevoerd aan de voorraadtank. De druk in de voorraadtank kan worden gecontroleerd en aangepast tijdens het weven, bijvoorbeeld afhankelijk van het soort inslagdraad en/of afhankelijk van de inslagdraadparameters. Dit laat eveneens het beperken van de impactkrachten op de draad en op de draadhouder toe.Typically, there is a time delay between the opening of the valve and the opening of the wire holder due to the inertia of the wire holder and the inertia of the pneumatic actuator. In particular, the inertia results in that when the valve is opened during a first time interval, the wire holder will be open during a second time interval. This second time interval starts some time after the start of the first time interval and ends some time after the end of the first time interval. In a particular embodiment, when the thread holder is closing while compressed air is allowed to escape from the actuator, the valve can be reopened for a short time interval to minimize an impact of the thread holder on the weft thread. According to another embodiment, different time intervals of opening the valve may follow one another during a single opening or closing sequence of the wire holder to control the size and speed of the opening and / or closing of the wire holder. In this way, the size and speed of opening and / or closing the wire holder can be controlled by checking the moment and the time during which the valve of the gripper unit is opened. As an alternative or additionally, the size and speed of opening and / or closing the wire holder can be controlled by checking the pressure of the compressed air in a supply tank that supplies compressed air to the valve and / or the pressure of the compressed air supplied to the storage tank. The pressure in the supply tank can be checked and adjusted during weaving, for example depending on the type of weft thread and / or depending on the weft thread parameters. This also allows limiting the impact forces on the wire and on the wire holder.

Volgens een uitvoeringsvorm wordt de klep gecontroleerd door een elektrisch schakelelement dat is voorzien nabij of bij voorkeur op de grijper. Het elektrische schakelelement bevat een ontvangstinrichting om controlesignalen te ontvangen van een zendinrichting van de controle-inrichting, zoals triggersignalen om het schakelelement te controleren, meer in het bijzonder om het schakelelement te activeren. Het elektrische schakelelement bevat een activeringsinrichting om de klep in functie van de triggersignalen te activeren, in het bijzonder voor het starten van een opening of sluiting van een houder en voor het synchroniseren van een opening en sluiting van de houder met de weefmachine. Hierbij kan de controle-inrichting het elektrische schakelelement van de grijper triggeren volgens een protocol. Het schakelelement kan bijvoorbeeld worden gecontroleerd via een elektrische leiding geïntegreerd in de grijperband, zoals is gekend uit JP 9031800 A. Het schakelelement kan ook draadloos worden gecontroleerd, wat extra leidingen naar het schakelelement overbodig maakt, wat vermijdt dat een specifieke grijperband of activatie-elementen die door de kettingdraden in het weefvak lopen nodig zijn. Volgens een uitvoeringsvorm wordt het elektrisch schakelelement gecontroleerd via optische signalen, bijvoorbeeld via een lichtstraal zoals een infrarood lichtsignaal. Het gebruik van infrarode lichtsignalen vermindert het risico dat invloeden door zichtbaar licht de werking van het elektrisch schakelelement verstoren. Bij voorkeur is de ontvangstinrichting aangebracht om optische signalen te ontvangen die hoofdzakelijk parallel met de grijperbaan lopen, bijvoorbeeld in de richting van het inbrengen van de inslagdraad. Het gebruik van diodes voor het genereren van een infrarode lichtstraal kan voordelig zijn aangezien dit minder uitlijning vereist dan bijvoorbeeld een laserstraal. Volgens een andere uitvoeringsvorm worden radiosignalen ontvangen door de ontvangstinrichting voor het activeren van het elektrische schakelelement. In een uitvoeringsvorm kan het elektrische schakelelement ook een zendinrichting bevatten om signalen naar de controle-inrichting te zenden. Op deze wijze kan het schakelelement bidirectioneel communiceren met de controle-inrichting, bij voorkeur gebruik makend van een protocol en/of een gemoduleerd signaal. Op deze wijze wordt het risico dat een willekeurig signaal wordt geïnterpreteerd als zijnde een triggersignaal beperkt. Voor het controleren van de klep, in het bijzonder voor het activeren van de klep, kan een tijdsvertraging tussen een triggersignaal voor het activeren van de klep en het starten van de openings- en/of de sluitingsoperatie worden toegestaan indien de tijdsvertraging kan worden voorspeld.According to an embodiment the valve is controlled by an electrical switching element which is provided near or preferably on the gripper. The electrical switching element comprises a receiving device for receiving control signals from a transmitting device of the control device, such as trigger signals for controlling the switching element, more particularly for activating the switching element. The electrical switching element comprises an activation device for activating the valve as a function of the trigger signals, in particular for starting an opening or closing of a holder and for synchronizing an opening and closing of the holder with the weaving machine. The control device can herein trigger the electric switching element of the gripper according to a protocol. The switching element can, for example, be controlled via an electrical line integrated in the gripper belt, as is known from JP 9031800 A. The switching element can also be controlled wirelessly, which makes additional lines to the switching element superfluous, which prevents a specific gripper belt or activation elements. that run through the warp threads in the weaving section are needed. According to an embodiment, the electrical switching element is controlled via optical signals, for example via a light beam such as an infrared light signal. The use of infrared light signals reduces the risk that influences from visible light disrupt the operation of the electrical switching element. The receiving device is preferably arranged to receive optical signals which run substantially parallel to the gripper track, for example in the direction of insertion of the weft thread. The use of diodes for generating an infrared light beam can be advantageous since it requires less alignment than, for example, a laser beam. According to another embodiment, radio signals are received by the receiving device for activating the electrical switching element. In one embodiment, the electrical switching element may also include a transmitting device for sending signals to the control device. In this way the switching element can communicate bidirectionally with the control device, preferably using a protocol and / or a modulated signal. In this way the risk that a random signal is interpreted as being a trigger signal is limited. For checking the valve, in particular for activating the valve, a time delay between a trigger signal for activating the valve and starting the opening and / or closing operation can be allowed if the time delay can be predicted.

Volgens een andere uitvoeringsvorm bevat de grijpereenheid tevens een opslagelement, in het bijzonder een condensator, voor het opslaan van elektrische energie voor het elektrisch schakelelement en/of de minstens één klep, welk opslagelement nabij en bij voorkeur op de grijper is aangebracht. Een kleine en lichte condensator kan worden gekozen. Zoals hierboven aangehaald, kan de klep zo worden gekozen dat ze werkt met een laag energieverbruik. Als een resultaat hiervan kan een klein elektrisch opslagelement zoals een condensator worden gebruikt om voldoende energie te leveren om het elektrische schakelelement en/of de minstens één klep te controleren. De hoeveelheid elektrische energie opgeslagen in het opslagelement zou minstens voldoende moeten zijn voor een weefcyclus. Bij voorkeur is de hoeveelheid voldoende voor minstens twee weefcycli, zodat een enkele laadfout van de condensator niet schadelijk is of zodat een aantal openingen van de klep mogelijk zijn. Volgens een andere uitvoeringsvorm kan een elektrisch schakelelement worden gebruikt dat kan schakelen met een hoeveelheid energie aan het schakelelement geleverd door het triggersignaal van de controle-inrichting, zodat geen energieopslag voor het schakelelement vereist is.According to another embodiment, the gripper unit also comprises a storage element, in particular a capacitor, for storing electrical energy for the electrical switching element and / or the at least one valve, which storage element is arranged near and preferably on the gripper. A small and light capacitor can be chosen. As mentioned above, the valve can be selected to operate with low energy consumption. As a result, a small electrical storage element such as a capacitor can be used to provide sufficient energy to control the electrical switching element and / or the at least one valve. The amount of electrical energy stored in the storage element should at least be sufficient for a weaving cycle. The amount is preferably sufficient for at least two weaving cycles, so that a single charging error of the capacitor is not harmful or so that a number of openings of the valve are possible. According to another embodiment, an electrical switching element can be used which can switch with an amount of energy to the switching element supplied by the trigger signal of the control device, so that no energy storage is required for the switching element.

Volgens de uitvinding bevat de grijpereenheid tevens een voorraadtank voor het opslaan van perslucht voor de pneumatische actuator en voor het leveren van perslucht aan de pneumatische actuator, welke voorraadtank nabij en bij voorkeur op de grijper is aangebracht. Bij voorkeur bevindt de uitlaat van de voorraadtank zich in de nabijheid van de minstens één klep die nabij en bij voorkeur op de grijper is aangebracht. In een uitvoeringsvorm kan de grootte van de voorraadtank zo worden gekozen dat genoeg perslucht is opgeslagen in de voorraadtank om de draadhouder minstens één maal in de weefcyclus te openen. Volgens een andere uitvoeringsvorm kan de grootte van de voorraadtank zo worden gekozen dan een voldoende hoeveelheid perslucht kan worden opgeslagen om persluchtverlies door lekken te ondervangen, om een enkele fout in het proces om perslucht aan de voorraadtank te leveren tussen twee weefcycli op te vangen, om toe te laten de klep een tweede maal in een weefcyclus te openen en/of een aanvullende openingsperiode voor het openen van de klep tijdens traagloop van de weefmachine te voorzien. Volgens een uitvoeringsvorm is minder voorraadtankcapaciteit nodig wanneer de draadhouder buiten het weefvak wordt geopend tijdens het leveren van perslucht aan de voorraadtank.According to the invention, the gripper unit also comprises a storage tank for storing compressed air for the pneumatic actuator and for supplying compressed air to the pneumatic actuator, which storage tank is arranged near and preferably on the gripper. The outlet of the storage tank is preferably located in the vicinity of the at least one valve which is arranged near and preferably on the gripper. In one embodiment, the size of the supply tank can be selected such that enough compressed air is stored in the supply tank to open the thread holder at least once in the weaving cycle. According to another embodiment, the size of the storage tank can be selected so that a sufficient amount of compressed air can be stored to compensate for loss of compressed air through leaks, to compensate for a single error in the process of supplying compressed air to the storage tank between two weaving cycles, to allow the valve to be opened a second time in a weaving cycle and / or to provide an additional opening period for opening the valve during slow running of the weaving machine. According to an embodiment, less storage tank capacity is required when the thread holder is opened outside the weaving compartment during the delivery of compressed air to the storage tank.

De druk in de voorraadtank kan passend worden gekozen, bijvoorbeeld rond 5 bar, wat toelaat voldoende perslucht op te slaan en de hoeveelheid perslucht tussen de voorraadtank en de pneumatische actuator te minimaliseren. Dit is ook voordelig om de grootte of het volume van de voorraadtank laag te houden. Het voorzien van een voorraadtank nabij en bij voorkeur op de grijper laat toe dat bewegende toevoerleidingen om perslucht toe te voeren aan de voorraadtank kunnen worden weggelaten. Op deze wijze kunnen geen toevoerleidingen in contact komen met kettingdraden. Daarom is de grijper volgens de uitvinding "kettingvriendelijk". Daarnaast, aangezien geen toevoerleidingen met de grijper meebewegen, werken geen bijkomende krachten door bewegende toevoerleidingen op de grijper of op de grijperband, zodat minder sleet door externe krachten optreedt.The pressure in the storage tank can be suitably selected, for example around 5 bar, which allows to store sufficient compressed air and to minimize the amount of compressed air between the storage tank and the pneumatic actuator. This is also advantageous to keep the size or volume of the storage tank low. The provision of a storage tank near and preferably on the gripper allows moving supply lines to supply compressed air to the storage tank to be omitted. In this way no supply lines can come into contact with warp threads. The gripper according to the invention is therefore "chain-friendly". In addition, since no feed lines move with the gripper, no additional forces act on moving feed lines on the gripper or on the gripper belt, so that less wear occurs due to external forces.

Volgens een uitvoeringsvorm is de voorraadtank voorzien van een toevoerbuis of inlaat, waarlangs de voorraadtank kan worden verbonden met een toevoerinrichting voor het toevoeren van perslucht aan de voorraadtank. De toevoerbuis of inlaat kan worden gevormd als een boorgat dat een verbinding met een stationair buisvormig element voor het toevoeren van perslucht aan de voorraadtank toelaat. In een uitvoeringsvorm is de inlaat zo aangebracht om een buisvormig element te ontvangen dat zich parallel met de inslagdraadinsertierichting uitstrekt. Bij voorkeur is een terugslagklep voorzien aan de inlaat van de voorraadtank. De terugslagklep laat toe dat perslucht aan de voorraadtank wordt toegevoerd, maar verhindert de perslucht om de voorraadtank langs de inlaat te verlaten.According to an embodiment, the storage tank is provided with a supply pipe or inlet, along which the storage tank can be connected to a supply device for supplying compressed air to the storage tank. The supply pipe or inlet can be formed as a borehole that allows a connection to a stationary tubular element for supplying compressed air to the storage tank. In one embodiment, the inlet is arranged to receive a tubular element that extends parallel to the weft thread insertion direction. A non-return valve is preferably provided at the inlet of the storage tank. The non-return valve allows compressed air to be supplied to the supply tank, but prevents the compressed air from leaving the supply tank along the inlet.

Volgens een andere uitvoeringsvorm is minstens één terugstelelement voorzien om de draadhouder in een gesloten positie te dwingen, waarbij de actuator de draadhouder in een geopende positie dwingt tegen de kracht van het terugstelelement in. Wanneer een terugstelelement wordt voorzien kan de draadhouder of draadkiem in een gesloten positie worden gedwongen om de inslagdraad te houden. Een terugstelelement kan bijvoorbeeld als een veer worden uitgevoerd.According to another embodiment, at least one reset element is provided to force the wire holder into a closed position, the actuator forcing the wire holder into an open position against the force of the reset element. When a reset element is provided, the thread holder or thread germ can be forced into a closed position to hold the weft thread. A reset element can for instance be designed as a spring.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de pneumatische actuator een pneumatische zuiger. Volgens een uitvoeringsvorm bevat de pneumatische zuiger een eigen ontluchting om lucht toe te laten uit de zuiger te ontsnappen wanneer de zuiger in een vooraf bepaalde positie aankomt. Bij het gebruik van een 3/2 klep, is bij voorkeur de klep reeds gesloten op dit moment om perslucht te sparen. Het gebruik van een ontluchting laat toe de inslagdraadhouder te sluiten in een korte tijd wanneer gebruik wordt gemaakt van een terugstelelement voor dit doel. De lucht ontsnapt uit de actuator via de 3/2 klep en via de ontluchting. De ontluchting kan verschillende boorgaten bevatten die zijn aangebracht op verschillende plaatsen op de zuiger, in het bijzonder op verschillende plaatsen langs de bewegingsrichting van de zuiger.According to a preferred embodiment, the pneumatic actuator is a pneumatic piston. According to an embodiment, the pneumatic piston comprises its own vent to allow air to escape from the piston when the piston arrives in a predetermined position. When using a 3/2 valve, the valve is preferably already closed at this time to save compressed air. The use of a vent allows closing the weft thread holder in a short time when use is made of a reset element for this purpose. The air escapes from the actuator via the 3/2 valve and via the vent. The vent may contain various boreholes which are arranged at different locations on the piston, in particular at different locations along the direction of movement of the piston.

De opgave van de uitvinding wordt verder opgelost door een controlesysteem om een klep van een grijpereenheid volgens de uitvinding te controleren. Het controlesysteem kan stationair naast het weefvak worden aangebracht.The object of the invention is further solved by a control system for checking a valve of a gripper unit according to the invention. The control system can be installed stationary next to the weaving compartment.

Het controlesysteem bevat een controle-inrichting voor het controleren van een opening of een sluiting van een houder van de grijper op bepaalde momenten in de weefcyclus. De controle- inrichting kan worden gekalibreerd om te verzekeren dat de houder van de grijper wordt geopend en/of gesloten op de juiste momenten in de weefcyclus. Het kan voordelig zijn om een kalibreren te herhalen na een aantal weefcycli om fouten te vermijden te wijten aan sleet, het ontsnappen van perslucht, enz. De momenten van openen en/of sluiten van de houder van de grijper in de weefcyclus kunnen apart worden gecontroleerd voor elke insertie door de controle-inrichting, zodat geen mechanische instellingen nodig zijn en zodat voor elke aparte insertie de beste instelling kan worden voorzien. Natuurlijk kan buiten het weefvak de draadhouder van elke grijper ook worden geopend en/of gesloten door middel van aanvullende mechanismes zoals bijvoorbeeld beschreven in WO 2003/04746 of WO 97/40218. Dergelijke aanvullende mechanismes die buiten het weefvak zijn aangebracht kunnen ook worden gebruikt voor het beperken van de grootte van de opening van de draadhouder van een grijper. Buiten het weefvak kan de gevergrijper worden geopend terwijl of net na de voorraadtank van de grijpereenheid wordt voorzien van perslucht. De nemergrijper kan worden geopend terwijl of net na de voorraadtank van de grijpereenheid wordt voorzien van perslucht.The control system comprises a control device for checking an opening or closing of a holder of the gripper at specific moments in the weaving cycle. The control device can be calibrated to ensure that the container of the gripper is opened and / or closed at the correct moments in the weaving cycle. It may be advantageous to repeat a calibration after a number of weaving cycles to avoid errors due to wear, escape of compressed air, etc. The moments of opening and / or closing of the gripper holder in the weaving cycle can be checked separately for each insertion by the control device, so that no mechanical adjustments are required and so that the best setting can be provided for each individual insertion. Of course, outside of the weaving section, the thread holder of each gripper can also be opened and / or closed by means of additional mechanisms as described, for example, in WO 2003/04746 or WO 97/40218. Such additional mechanisms arranged outside the weaving pocket can also be used to limit the size of the opening of the thread holder of a gripper. Outside the weaving section, the gripper can be opened while or just after the storage tank of the gripper unit is supplied with compressed air. The taker gripper can be opened while or just after the storage tank of the gripper unit is supplied with compressed air.

Voor een overgave van een inslagdraad van de gevergrijper aan de nemergrijper wordt de pneumatische actuator van elke grijper bij voorkeur aangestuurd gedurende een klein tijdsinterval door middel van perslucht toegevoerd van een voorraadtank aan de pneumatische actuator via de minstens één klep die respectievelijk is gemonteerd nabij of op de gevergrijper ofwel nabij of op de nemergrijper.For a transfer of a weft thread from the gripper to the gripper gripper, the pneumatic actuator of each gripper is preferably controlled for a small time interval by means of compressed air supplied from a supply tank to the pneumatic actuator via the at least one valve mounted near or on the grabber either near or on the taker grab.

Bij voorkeur worden een controle-inrichting en een elektrisch schakelelement voorzien en aangewend om draadloos een opening en/of sluiting van de draadhouder te triggeren via de klep die is voorzien nabij of op de grijper om een persluchttoevoer te controleren aan de pneumatische actuator voorzien nabij of op de grijper, in het bijzonder door het activeren en/of deactiveren van vernoemd elektrisch schakelelement voorzien nabij of op de grijper. Volgens een uitvoeringsvorm bevat de controle-inrichting minstens één diode voor het genereren van een infrarode lichtstraal. Bij het gebruik van infrarood licht wordt het risico verminderd dat invloeden te wijten aan zichtbaar licht de werking van de controle-inrichting verstoren. Bij voorkeur triggert de controle-inrichting het elektrisch schakelelement van de grijper volgens een protocol. De controle-inrichting bevat een zendinrichting voor het genereren van triggersignalen, terwijl het elektrisch schakelelement aangebracht op de grijper een ontvangstinrichting bevat die overeenkomt met de triggerinrichting voor het ontvangen van triggersignalen. Bij voorkeur hebben zowel de controle-inrichting als het elektrisch schakelelement beide een zendinrichting en een ontvangstinrichting voor het zenden en ontvangen van signalen. Bij voorkeur wordt een protocol gebruikt waarbij signalen worden gevolgd door bevestigingssignalen om het risico dat willekeurige signalen worden geïnterpreteerd als triggersignalen te beperken.Preferably, a control device and an electrical switching element are provided and used to wirelessly trigger an opening and / or closing of the wire holder via the valve provided near or on the gripper to control a compressed air supply to the pneumatic actuator provided near or on the gripper, in particular by activating and / or deactivating said electrical switching element provided near or on the gripper. According to an embodiment, the control device comprises at least one diode for generating an infrared light beam. When using infrared light, the risk is reduced that influences due to visible light disturb the operation of the control device. The control device preferably triggers the electric switching element of the gripper according to a protocol. The control device comprises a transmitter device for generating trigger signals, while the electrical switching element mounted on the gripper comprises a receiver device corresponding to the trigger device for receiving trigger signals. Preferably, both the control device and the electrical switching element both have a transmitting device and a receiving device for sending and receiving signals. Preferably, a protocol is used in which signals are followed by acknowledgment signals to limit the risk that random signals are interpreted as trigger signals.

Volgens een uitvoeringsvorm bevat het controlesysteem een pneumatische bevoorradingsinrichting voor het leveren van perslucht aan de vernoemde voorraadtank. De pneumatische bevoorradingsinrichting is bij voorkeur stationair buiten het weefvak aangebracht. Volgens een uitvoeringsvorm heeft de pneumatische bevoorradingsinrichting een uitlaatelement, in het bijzonder een buisvormig uitlaatelement, waarin een inlaat van de voorraadtank van de grijpereenheid binnendringt. Door het sturen van de perslucht die wordt geleverd aan de voorraadtank kan de druk van de perslucht in de voorraadtank worden geregeld en aangepast tijdens het weven, bijvoorbeeld van insertie tot insertie. Door het sturen van de druk van de perslucht in de voorraadtank kan de grootte van de opening en/of de openingssnelheid van de draadhouder van de grijper worden gecontroleerd.According to an embodiment, the control system comprises a pneumatic supply device for supplying compressed air to the aforementioned storage tank. The pneumatic supply device is preferably arranged stationary outside the weaving compartment. According to an embodiment, the pneumatic supply device has an outlet element, in particular a tubular outlet element, into which an inlet of the storage tank of the gripper unit penetrates. By controlling the compressed air that is supplied to the storage tank, the pressure of the compressed air in the storage tank can be regulated and adjusted during weaving, for example from insert to insert. By controlling the pressure of the compressed air in the storage tank, the size of the opening and / or the opening speed of the thread holder of the gripper can be checked.

Volgens een andere uitvoeringsvorm bevat het controlesysteem verder een elektrische laadinrichting voor het laden van vernoemd opslagelement, in het bijzonder vernoemde condensator. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt het elektrische laden bereikt via contactelementen, zoals contactstrips of borstels die zijn verbonden met een elektrische bron die contact kunnen maken met contactelementen van de grijpereenheid en verbonden met het opslagelement. Contactstrips zijn gekend en beschreven, bijvoorbeeld in JP 9031800 A. Voor het laden van het opslagelement, in het bijzonder de condensator, met elektrische energie wordt bij voorkeur enkel energie geleverd wanneer de contactstrips voldoende in onderling contact zijn met de contactelementen. Met andere woorden, een elektrische energiebron wordt gecontroleerd zodat enkel tijdens periodes van voldoende onderling contact van de strips en de contactelementen van de grijper elektrische energie wordt geleverd voor het laden van het opslagelement. Daardoor wordt de ongunstige opwekking van vonken vermeden. Omdat de hoeveelheid energie die voor elke insertie wordt gebruikt klein is, is deze beperkte laadtijd voldoende voor het laden van voldoende energie. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm wordt de condensator inductief geladen, zoals bijvoorbeeld wordt beschreven in CH 455664. Andere manieren om elektrische energie te leveren zijn mogelijk.According to another embodiment, the control system further comprises an electric charging device for charging said storage element, in particular said capacitor. According to a preferred embodiment, the electric charging is achieved via contact elements, such as contact strips or brushes, which are connected to an electrical source that can make contact with contact elements of the gripper unit and connected to the storage element. Contact strips are known and described, for example in JP 9031800 A. For charging the storage element, in particular the capacitor, with electrical energy, energy is preferably supplied only when the contact strips are sufficiently in mutual contact with the contact elements. In other words, an electrical energy source is controlled so that only during periods of sufficient mutual contact of the strips and the contact elements of the gripper electrical energy is supplied for charging the storage element. As a result, the unfavorable generation of sparks is avoided. Because the amount of energy used for each insertion is small, this limited loading time is sufficient to charge sufficient energy. According to an alternative embodiment, the capacitor is charged inductively, as described, for example, in CH 455664. Other ways of supplying electrical energy are possible.

De opgave wordt verder opgelost door een weefmachine die minstens één grijpereenheid en minstens één controlesysteem bevat. Volgens een uitvoeringsvorm wordt enkel één grijpereenheid, bij voorkeur de grijpereenheid die de gevergrijper bevat, uitgevoerd volgens de uitvinding, terwijl de andere grijpereenheid, bijvoorbeeld de grijpereenheid die de nemergrijper bevat, niet wordt uitgevoerd volgens de uitvinding.The task is further solved by a weaving machine that contains at least one gripper unit and at least one control system. According to one embodiment, only one gripper unit, preferably the gripper unit containing the gripper, is executed according to the invention, while the other gripper unit, for example the gripper unit containing the gripper gripper, is not executed according to the invention.

Hierna worden enkele uitvoeringsvormen van de uitvinding meer in detail beschreven, gebaseerd op verschillende schematische tekeningen waarbij:In the following, some embodiments of the invention are described in more detail, based on various schematic drawings wherein:

Figuur 1 een schematisch perspectief aanzicht van een deel van een insertiesysteem met een grijpereenheid voor een grijperweefmachine is.Figure 1 is a schematic perspective view of a part of an insertion system with a gripper unit for a gripper weaving machine.

Figuur 2 een schematisch perspectief aanzicht van een grijpereenheid met een nemergrijper is.Figure 2 is a schematic perspective view of a gripper unit with a taker gripper.

Figuur 3 een schematisch, gedeeltelijk uitgesneden bovenaanzicht van de grijper van figuur 2 in geopende positie van de draadhouder is.Figure 3 is a schematic, partially cut-out plan view of the gripper of Figure 2 in the open position of the wire holder.

Figuur 4 een schematisch perspectief aanzicht van de grijper van figuur 2 en een pneumatische bevoorradingsinrichting is.Figure 4 is a schematic perspective view of the gripper of Figure 2 and a pneumatic supply device.

Figuur 5 een schematisch uitgesneden aanzicht van de grijper van figuur 2 en een variant van de pneumatische bevoorradingsinrichting van figuur 4 is.Figure 5 is a schematic cut-out view of the gripper of Figure 2 and a variant of the pneumatic supply device of Figure 4.

Figuur 6 een schematisch perspectief aanzicht van de grijper van figuur 2 en een elektrische laadinrichting is.Figure 6 is a schematic perspective view of the gripper of Figure 2 and an electric charging device.

Figuur 7 een schematisch perspectief aanzicht van de grijper van figuur 2 en een controle-inrichting is.Figure 7 is a schematic perspective view of the gripper of Figure 2 and a checking device.

Figuur 8 een schematisch perspectief aanzicht van de grijper van figuur 2 en een controlesysteem aangebracht naast een weefvak is.Figure 8 is a schematic perspective view of the gripper of Figure 2 and a control system disposed adjacent to a weaving pocket.

Figuur 9 een klep is, gebruikt in een grijper volgens de uitvinding.Figure 9 is a valve used in a gripper according to the invention.

Figuur 10 een schematisch perspectief aanzicht van een grijpereenheid met een gevergrijper is.Figure 10 is a schematic perspective view of a gripper unit with a gripper.

Figuur 11 een schematisch, gedeeltelijk uitgesneden zijaanzicht van een deel van de gevergrijper van figuur 10 is, gezien volgens de richting P.Figure 11 is a schematic, partially cut-away side view of a portion of the gripper of Figure 10, viewed in the direction of P.

Figuur 12 een variante grijpereenheid volgens de uitvinding met een nemergrijper is.Figure 12 is a variant gripper unit according to the invention with a taker gripper.

Figuur 13 de nemergrijper van figuur 3 in gesloten positie van de draadhouder is.Figure 13 is the gripper gripper of Figure 3 in the closed position of the wire holder.

Figuur 14 de nemergrijper van figuur 3 in gedeeltelijk geopende positie van de draadhouder is.Figure 14 is the gripper gripper of Figure 3 in partially opened position of the wire holder.

Figuur 15 een variante van de nemergrijper van figuur 3 in geopende positie van de draadhouder is.Figure 15 is a variant of the taker gripper of Figure 3 in the open position of the wire holder.

Figuur 1 toont schematisch een deel van een insertiesysteem met een grijpereenheid 1 die aangebracht is op een flexibele grijperband 3. De grijpereenheid 1 bevat onder méér een grijper 2 voor het in een weefvak 7 inbrengen van een inslagdraad die op de grijperband 3 is aangebracht. De grijperband 3 kan heen en weer worden bewogen in de bewegingsrichting L door een aandrijfwiel 4 voor de grijperband 3. Het aandrijfwiel 4 is voorzien van tanden die ingrijpen in openingen 5 in de grijperband 3 en wordt aangedreven door een aandrijfmechanisme (niet afgebeeld). Een controlesysteem 6 is stationair naast het weefvak 7 aangebracht. De grijper 2 getoond in figuren 2 en 3 is een nemergrijper.Figure 1 shows schematically a part of an insertion system with a gripper unit 1 which is arranged on a flexible gripper belt 3. The gripper unit 1 includes, inter alia, a gripper 2 for inserting a weft thread which is arranged on the gripper belt 3 into a weaving pocket 7. The gripper belt 3 can be moved back and forth in the direction of movement L by a drive wheel 4 for the gripper belt 3. The drive wheel 4 is provided with teeth which engage in openings 5 in the gripper belt 3 and is driven by a drive mechanism (not shown). A control system 6 is arranged stationary next to the weaving section 7. The gripper 2 shown in figures 2 and 3 is a taker gripper.

Op de grijper 2 van de grijpereenheid 1 zijn een draadhouder 20, een pneumatische actuator 21, een klep 22, een voorraadtank 23, een ontvangstinrichting 24 zoals een optische sensor, een opslagelement 25 voor elektrische energie, een terugstelelement 26 zoals een veer en een elektrisch schakelelement 27 voorzien. De grijper 2 bevat verder een frame 28 en geleidingselementen 29 voor kettingdraden. De grijpereenheid 1 is bedoeld om te worden bewogen door de grijperband 3 met hoge versnellingen, aan hoge snelheid en met grote bewegingkoers. Derhalve is het voordelig dat het gewicht van de grijpereenheid 1 met alle delen ervan zou worden beperkt. Bij deze uitvoeringsvorm zijn de klep 22, de voorraadtank 23 en het opslagelement 25 minstens gedeeltelijk in een frame 28 aangebracht.On the gripper 2 of the gripper unit 1 are a wire holder 20, a pneumatic actuator 21, a valve 22, a storage tank 23, a receiving device 24 such as an optical sensor, a storage element 25 for electrical energy, a reset element 26 such as a spring and an electrical switching element 27. The gripper 2 further comprises a frame 28 and guide elements 29 for warp threads. The gripper unit 1 is intended to be moved by the gripper belt 3 with high accelerations, at high speed and with a high movement rate. It is therefore advantageous that the weight of the gripper unit 1 with all parts thereof be limited. In this embodiment, the valve 22, the storage tank 23 and the storage element 25 are arranged at least partially in a frame 28.

Volgens de uitvoeringsvorm van figuren 2 en 3 bevat de inslagdraadhouder 20, in het bijzonder de draadkiem, een beweegbare bek 30 die draaibaar is om een draaias 31 en een bek 32 die vast is aan het frame 28. De bek 30 is integraal gevormd met een hefboom 33 en wordt in een gesloten positie gehouden door het terugstelelement 26 dat wordt gevormd door een veer 34 die werkt op de hefboom 33 van de beweegbare bek 30. Voor het openen van de draadhouder 20 werkt een zuiger 35 van de pneumatische actuator 21 op de hefboom 33 tegen de kracht van de veer 34 in. De veer 34 dwingt de beweegbare bek 30 in een gesloten positie. De hefboom 33 bevat verder een aanslagelement 36 dat de beweegbare bek 30 kan bewegen of dat de beweging van de beweegbare bek 30 kan beperken.According to the embodiment of figures 2 and 3, the weft thread holder 20, in particular the thread germ, comprises a movable jaw 30 which is rotatable about a pivot axis 31 and a jaw 32 fixed to the frame 28. The jaw 30 is integrally formed with a lever 33 and is held in a closed position by the resetting element 26 which is formed by a spring 34 acting on the lever 33 of the movable jaw 30. To open the wire holder 20, a piston 35 of the pneumatic actuator 21 acts on the lever 33 against the force of the spring 34. The spring 34 forces the movable jaw 30 into a closed position. The lever 33 further comprises a stop element 36 which can move the movable jaw 30 or which can limit the movement of the movable jaw 30.

Volgens de uitvinding bevat de grijpereenheid 1 een klep 22 voor het controleren van de toevoer van perslucht aan de actuator 21 die aangebracht is nabij de grijper 2, in het bijzonder die aangebracht is op het frame 28 van de grijper 2. Bij voorkeur is de klep 22 aangrenzend aan de pneumatische actuator 21 aangebracht, zodat de uitgang 40 van de klep 22 is verbonden met de inlaat 41 van de actuator 21 zoals wordt getoond in figuur 3. Door het aanbrengen van de klep 22 in de nabijheid van de pneumatische actuator 21 wordt een snelle respons op een toevoer van perslucht aan de pneumatische actuator 21 bereikt en kunnen verliezen door het op druk brengen van de leiding tussen de klep 22 en de pneumatische actuator 21 worden beperkt.According to the invention, the gripper unit 1 comprises a valve 22 for controlling the supply of compressed air to the actuator 21 which is arranged near the gripper 2, in particular which is arranged on the frame 28 of the gripper 2. The valve is preferably 22 arranged adjacent to the pneumatic actuator 21, so that the output 40 of the valve 22 is connected to the inlet 41 of the actuator 21 as shown in Figure 3. By arranging the valve 22 in the vicinity of the pneumatic actuator 21, a rapid response to a supply of compressed air to the pneumatic actuator 21 is achieved and losses by pressurizing the line between the valve 22 and the pneumatic actuator 21 can be limited.

De klep 22 wordt geactiveerd via een elektrisch schakelelement 27 op een passend moment in de weefcyclus van een weefmachine. Dit laat toe de draadhouder 20 te openen tijdens een bepaalde tijdsperiode om een inslagdraad op te nemen en te houden. Het elektrische schakelelement 27 bevat een activeringsinrichting 42 om de klep 22 te activeren in functie van triggersignalen. Volgens de uitvoeringsvorm van figuur 3 bevat de grijpereenheid 1 tevens een ontvangstinrichting 24 voor triggersignalen met een sensor 43 die aangebracht is nabij de grijper 2, bij voorkeur een fotodiode, die een signaal kan ontvangen, in het bijzonder een zichtbare lichtstraal of een onzichtbare lichtstraal, zoals een infraroodlichtstraal, voor het triggeren van het schakelelement 27 van de klep 22.The valve 22 is activated via an electrical switching element 27 at a suitable moment in the weaving cycle of a weaving machine. This allows the thread holder 20 to be opened during a certain period of time to receive and hold a weft thread. The electrical switching element 27 comprises an activation device 42 for activating the valve 22 in function of trigger signals. According to the embodiment of Fig. 3, the gripper unit 1 also comprises a trigger signal receiving device 24 with a sensor 43 arranged near the gripper 2, preferably a photodiode, which can receive a signal, in particular a visible light beam or an invisible light beam, such as an infrared light beam, for triggering the switching element 27 of the valve 22.

De klep 22 is een elektromagnetische klep. De elektrische energie voor de klep 22 is opgeslagen in een opslagelement 25, in het bijzonder een condensator. Om het opslagelement 25 te laden met elektrische energie zijn elektrische contactelementen 44 voorzien op een buitenoppervlak van de grijper 2, in het bijzonder op het buitenoppervlak van het frame 28.The valve 22 is an electromagnetic valve. The electrical energy for the valve 22 is stored in a storage element 25, in particular a capacitor. In order to charge the storage element 25 with electrical energy, electrical contact elements 44 are provided on an outer surface of the gripper 2, in particular on the outer surface of the frame 28.

Verder bevat de grijpereenheid 1 een voorraadtank 23 voor het opslaan van perslucht voor de pneumatische actuator 21, welke voorraadtank 23 aangebracht is nabij en bij voorkeur op de grijper 2, waarbij de klep 22 is geplaatst nabij een uitlaat 45 van de voorraadtank 23. Om het gewicht van de grijpereenheid 1 te minimaliseren is de voorraadtank 23 vormgegeven om net genoeg perslucht mee te dragen om foutloos weven te verzekeren. De voorraadtank 23 is bij voorkeur een deel van het frame 28 van de grijper 2. Voor het bevoorraden van de voorraadtank 23 is de voorraadtank 23 voorzien van een toevoerbuis of inlaat 46 en een terugslagklep 47. De terugslagklep 47 voorkomt dat lucht kan ontsnappen uit de voorraadtank 23 via de inlaat 46. De hoeveelheid perslucht die moet worden opgeslagen in de voorraadtank 23 is minstens voldoende voor het openen en sluiten van de draadhouder 20 tijdens minstens één weefcyclus, dit betekent tijdens minstens één inslagdraadinsertiè. In het geval van een nemergrijper kan de draadhouder 20 minstens worden geopend tijdens een kleine tijdsperiode gedurende de overgave van de inslagdraad van een gevergrijper naar de nemergrijper. De hoeveelheid perslucht kan vanzelfsprekend ook groter worden gekozen dan vereist voor een weefcyclus.Furthermore, the gripper unit 1 comprises a storage tank 23 for storing compressed air for the pneumatic actuator 21, which storage tank 23 is arranged near and preferably on the gripper 2, the valve 22 being placed near an outlet 45 of the storage tank 23. In order to minimize the weight of the gripper unit 1, the storage tank 23 is designed to carry just enough compressed air to ensure flawless weaving. The storage tank 23 is preferably a part of the frame 28 of the gripper 2. For supplying the storage tank 23, the storage tank 23 is provided with a supply pipe or inlet 46 and a non-return valve 47. The non-return valve 47 prevents air from escaping from the storage tank 23 via the inlet 46. The amount of compressed air to be stored in the storage tank 23 is at least sufficient for opening and closing the thread holder 20 during at least one weaving cycle, this means during at least one weft thread insertion. In the case of a gripper gripper, the thread holder 20 can be opened at least during a small period of time during the transfer of the weft thread from a gripper to the gripper gripper. The amount of compressed air can of course also be selected to be larger than required for a weaving cycle.

Figuur 4 toont schematisch een uitvoeringsvorm van een pneumatische bevoorradingsinrichting 10 voor het toevoeren van perslucht aan een voorraadtank 23 van de grijpereenheid 1. De pneumatische bevoorradingsinrichting 10 bevat een buisvormig element 11 om te worden verbonden met de inlaat 46 van de voorraadtank 23. De bevoorradingsinrichting 10 is vastgemaakt op een framedeel 9 van de weefmachine. Bij voorkeur is het buisvormig element 11 parallel aangebracht tot een inslagdraadinbrengrichting en is het verbonden met een bron van perslucht via een controleklep 12 en toevoerleidingen 13. De controleklep 12 bevat bijvoorbeeld een elektromagnetische actuator 14. De bevoorradingsinrichting 10 bevat verder minstens één geleidingsuitsparing 15 die kan samenwerken met een geleidingselement 29 gemonteerd op de grijpereenheid 1 en bijvoorbeeld aangebracht is om de grijpereenheid 1 en de pneumatische bevoorradingsinrichting 10 onderling uit te lijnen. Daardoor, wanneer deze naar elkaar toe bewegen, kan de voorraadtank 23 gemakkelijk worden gekoppeld met de bevoorradingsinrichting 10 via het buisvormig element 11 en de inlaat 46 wat het mogelijk maakt de voorraadtank 23 te bevoorraden met perslucht.Figure 4 schematically shows an embodiment of a pneumatic supply device 10 for supplying compressed air to a storage tank 23 of the gripper unit 1. The pneumatic supply device 10 comprises a tubular element 11 for connection to the inlet 46 of the supply tank 23. The supply device 10 is attached to a frame portion 9 of the weaving machine. Preferably, the tubular element 11 is arranged in parallel to a weft thread insertion direction and is connected to a source of compressed air via a control valve 12 and supply lines 13. The control valve 12 comprises, for example, an electromagnetic actuator 14. The supply device 10 further comprises at least one guide recess 15 which can cooperating with a guide element 29 mounted on the gripper unit 1 and arranged, for example, to mutually align the gripper unit 1 and the pneumatic supply device 10. Therefore, as they move towards each other, the storage tank 23 can be easily coupled to the supply device 10 via the tubular element 11 and the inlet 46, which makes it possible to supply the storage tank 23 with compressed air.

Figuur 5 toont een pneumatische bevoorradingsinrichting 10 waar een buisvormig element 11 is aangebracht om binnen te dringen in een inlaat van een voorraadtank 23 voorzien op de grijpereenheid 1. Een toevoerleiding 13 is voorzien op de pneumatische bevoorradingsinrichting 10 die een einde 59 heeft dat is verbonden met het buisvormig element 11. Het buisvormig element 11 is verend aangebracht in de pneumatische bevoorradingsinrichting 10 ten opzichte van het einde 59 door middel van de veer 60. Dit laat toe dat het buisvormig element 11 kan binnendringen in de inlaat van de voorraadtank 23 zelfs wanneer beide niet perfect onderling uitgelijnd zijn.Figure 5 shows a pneumatic supply device 10 where a tubular element 11 is arranged to penetrate into an inlet of a storage tank 23 provided on the gripper unit 1. A supply line 13 is provided on the pneumatic supply device 10 which has an end 59 connected to the tubular element 11. The tubular element 11 is resiliently arranged in the pneumatic supply device 10 relative to the end 59 by means of the spring 60. This allows the tubular element 11 to penetrate into the inlet of the storage tank 23 even when both are not perfectly aligned.

Figuur 6 toont schematisch een elektrische laadinrichting 16 die contactelementen 17 heeft, bijvoorbeeld contactstrips 18 om contact te maken met elektrische contactelementen 44 voorzien op de grijpereenheid 1. Bij voorkeur wordt de elektrische laadinrichting 16 gestuurd om enkel elektrische energie te leveren wanneer de contactstrips 18 in onderling contact zijn met de contactelementen 44 van de grijpereenheid 1. Op deze wijze wordt een ongunstige opwekking van vonken vermeden. Daar de hoeveelheid elektrische energie die moet worden opgeslagen in het opslagelement 25 klein is, is een toevoer van elektrische energie tijdens een beperkt tijdsinterval normalerwijze voldoende om het opslagelement 25 te laden. De elektrische laadinrichting 16 is buiten het weefvak aangebracht. De laadinrichting 16 is zodanig vormgegeven en aangebracht dat de grijpereenheid 1 langs de laadinrichting 16 kan passeren.Figure 6 schematically shows an electric charging device 16 which has contact elements 17, for example contact strips 18 to make contact with electrical contact elements 44 provided on the gripper unit 1. Preferably, the electric charging device 16 is controlled to supply electrical energy only when the contact strips 18 are interconnected. be in contact with the contact elements 44 of the gripper unit 1. In this way an unfavorable generation of sparks is avoided. Since the amount of electrical energy to be stored in the storage element 25 is small, a supply of electrical energy during a limited time interval is normally sufficient to charge the storage element 25. The electric charging device 16 is arranged outside the weaving compartment. The loading device 16 is designed and arranged such that the gripper unit 1 can pass along the loading device 16.

Figuur 7 toont schematisch een controle-inrichting 37 die een zendinrichting 38 bevat voor het genereren en verzenden van een signaal 39, zoals een licht emitterende diode voor het uitzenden van een lichtstraal. Het signaal 39 is bedoeld voor het triggeren van een opening of sluiting van de draadhouder 20 via de klep 22. Het signaal 39 kan worden ontvangen door een ontvangstinrichting 24 zoals een sensor 43 voorzien op de grijpereenheid 1, bijvoorbeeld een fotodiode. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm communiceert de zendinrichting 38 met de ontvangstinrichting 24 volgens een protocol. Volgens een protocol wordt elk signaal binnen een bepaalde tijdsvertraging gevolgd door een tweede signaal. De tijdsperiode van een signaal kan bijvoorbeeld worden ingesteld op een halve milliseconde, terwijl de tijdsvertraging kan worden ingesteld op een milliseconde. Indien bijvoorbeeld de ontvangstinrichting 24 twee signalen ontvangt binnen deze tijdsvertraging, aanvaardt de ontvangstinrichting 24 deze twee signalen als een geldig triggersignaal. Volgens een andere uitvoeringsvorm zijn zowel de grijpereenheid 1 als de controle-inrichting 37 voorzien van een ontvangstinrichting en een zendinrichting die kunnen communiceren volgens een bidirectioneel protocol. De nauwkeurigheid van een communicatie kan verder worden verhoogd door het toepassen van een filtering, bijvoorbeeld door het negeren van signalen korter dan 0,2ms of door het toepassen van een signaalmodulatie, bijvoorbeeld met een blokgolf van 40kHz. Volgens een andere uitvoeringsvorm kunnen de controle-inrichting 37 en de grijpereenheid 1 een zendinrichting en/of een ontvangstinrichting bevatten voor een draadloze communicatie die gebruik maakt van elektromagnetische golven.Fig. 7 schematically shows a control device 37 that includes a transmitting device 38 for generating and transmitting a signal 39, such as a light-emitting diode for emitting a light beam. The signal 39 is intended to trigger an opening or closing of the wire holder 20 via the valve 22. The signal 39 can be received by a receiving device 24 such as a sensor 43 provided on the gripper unit 1, for example a photo diode. According to a preferred embodiment, the transmitting device 38 communicates with the receiving device 24 according to a protocol. According to a protocol, each signal is followed by a second signal within a certain time delay. For example, the time period of a signal can be set to half a millisecond, while the time delay can be set to a millisecond. For example, if the receiving device 24 receives two signals within this time delay, the receiving device 24 accepts these two signals as a valid trigger signal. According to another embodiment, both the gripper unit 1 and the control device 37 are provided with a receiving device and a transmitting device that can communicate according to a bidirectional protocol. The accuracy of a communication can be further increased by applying a filtering, for example by ignoring signals shorter than 0.2 ms or by applying a signal modulation, for example with a square wave of 40 kHz. According to another embodiment, the control device 37 and the gripper unit 1 may comprise a transmitting device and / or a receiving device for a wireless communication which uses electromagnetic waves.

Figuur 8 toont schematisch een perspectief aanzicht van een grijpereenheid 1 met een grijper 2 en een controlesysteem 6 aangebracht op een framedeel 9 naast een weefvak 7 en aangebracht in de richting van het riet 66 van een weefmachine. In deze uitvoeringsvorm bevat het controlesysteem 6 een elektrische laadinrichting 16 die dichtst bij het weefvak 7 is aangebracht, een controle-inrichting 37 die verst van het weefvak 7 is aangebracht en een pneumatische bevoorradingsinrichting 10 die tussen de laadinrichting 16 en de controle-inrichting 37 is aangebracht. Volgens een variante uitvoeringsvorm kunnen deze drie inrichtingen anders worden aangebracht of kunnen deze worden uitgevoerd als één enkele inrichting die het controlesysteem 6 vormt. Zoals getoond in figuren 4 en 8, kunnen de geleidingsuitsparingen 15 groter worden uitgevoerd dan vereist om toe te laten dat de geleidingselementen 29 erdoor passeren en kunnen ze zijn aangepast om een signaal 39 door te laten, zoals een lichtstraal doorheen de pneumatische bevoorradingsinrichting 10 om de ontvangstinrichting 24 op de grijper 2 te bereiken.Figure 8 schematically shows a perspective view of a gripper unit 1 with a gripper 2 and a control system 6 arranged on a frame part 9 next to a weaving compartment 7 and arranged in the direction of the reed 66 of a weaving machine. In this embodiment, the control system 6 comprises an electric loading device 16 which is arranged closest to the weaving compartment 7, a checking device 37 which is arranged furthest away from the weaving compartment 7 and a pneumatic supply device 10 which is between the loading device 16 and the checking device 37 applied. According to a variant embodiment, these three devices can be arranged differently or they can be designed as a single device that forms the control system 6. As shown in Figs. 4 and 8, the guide recesses 15 can be made larger than required to allow the guide elements 29 to pass through and be adapted to pass a signal 39, such as a light beam through the pneumatic supply device 10 around the receiving device 24 on the gripper 2.

De actuator 14 van de controleklep 12, de contactelementen 17 van de laadinrichting 16 en de zendinrichting 38 van de controle-inrichting 37 worden gecontroleerd door een controle-eenheid 19 van de weefmachine. De controleklep 12 is verbonden met een persluchtbron 48 voor het toevoeren van perslucht aan de controleklep 12. De bron 48 kan een compressor, toevoerleidingen, een buffertank, kleppensystemen en/of een drukregelaar bevatten.The actuator 14 of the check valve 12, the contact elements 17 of the loading device 16 and the transmitting device 38 of the checking device 37 are controlled by a checking unit 19 of the weaving machine. The control valve 12 is connected to a compressed air source 48 for supplying compressed air to the control valve 12. The source 48 may comprise a compressor, supply lines, a buffer tank, valve systems and / or a pressure regulator.

Zoals getoond in figuur 9 is de klep 22 een elektromagnetische 3/2 klep die drie openingen en twee posities heeft. In een eerste positie, bij voorkeur een aangestuurde positie van de klep 22, wordt perslucht toegevoerd van de voorraadtank 23 langs de kanalen 61 en 62 naar de actuator 21 voor het aandrijven van de zuiger 35 tegen de kracht van de veer 34 in. In een tweede positie, bij voorkeur een niet aangestuurde positie, kan zoals weergegeven in figuur 9 perslucht van de actuator 21 ontsnappen naar de omgeving via de klep 22, in het bijzonder langs de kanalen 62 en 63. De klep 22 bevat een draaibaar element 49 met klepelementen 50 dat zodanig is geconstrueerd dat het zwaartepunt van het draaibare element 49 nagenoeg samenvalt met de draaias 51 van het draaibare element 49. Het draaibare element 49 is dwars aangebracht op de bewegingsrichting L van de grijpereenheid 1 met de grijper 2 voor het beperken van traagheidskrachten op dit draaibare element 49 veroorzaakt door de beweging van de grijpereenheid 1. Het draaibare element 49 kan bijvoorbeeld worden bewogen door een aantrekking door een elektromagneet 64, tegen de kracht van een veer 65. De actuator 21 bevat verder een ontluchting 52 die verschillende boorgaten 53 en/of 54 bevat. De boorgaten 53 en 54 zijn op verschillende plaatsen aangebracht volgens de bewegingsrichting van de zuiger 35. Dit laat toe dat perslucht kan ontsnappen uit de actuator 21 wanneer de zuiger 35 een bepaalde positie heeft bereikt. Het boorgat 54 kan bijvoorbeeld volgens een variante uitvoeringsvorm weggelaten worden.As shown in Figure 9, the valve 22 is an electromagnetic 3/2 valve that has three openings and two positions. In a first position, preferably a controlled position of the valve 22, compressed air is supplied from the storage tank 23 along the channels 61 and 62 to the actuator 21 for driving the piston 35 against the force of the spring 34. In a second position, preferably a non-controlled position, as shown in Figure 9, compressed air can escape from the actuator 21 to the environment via the valve 22, in particular along the channels 62 and 63. The valve 22 comprises a rotatable element 49 with valve elements 50 constructed so that the center of gravity of the rotatable element 49 substantially coincides with the axis of rotation 51 of the rotatable element 49. The rotatable element 49 is arranged transversely of the direction of movement L of the gripper unit 1 with the gripper 2 for limiting inertia forces on this rotatable element 49 caused by the movement of the gripper unit 1. The rotatable element 49 can be moved, for example, by an attraction by an electromagnet 64, against the force of a spring 65. The actuator 21 further comprises a vent 52 which has different boreholes 53 and / or 54. The boreholes 53 and 54 are arranged at different locations according to the direction of movement of the piston 35. This allows compressed air to escape from the actuator 21 when the piston 35 has reached a certain position. The borehole 54 may, for example, be omitted in accordance with a variant embodiment.

Figuur 10 en 11 tonen een uitvoeringsvoorbeeld van een grijpereenheid 1 met een grijper 8 volgens de uitvinding, meer in het bijzonder een gevergrijper, die aangebracht is aan een grijperband 3. De grijper 8 met klep 22 wordt via een grijperdrager 68 en het gestel van de voorraadtank 23 aangebracht aan de grijperband 3, terwijl de voorraadtank 23 met onder meer het opslagelement 25, de contactelementen 44, de uitlaat 46 en de geleidingselementen 29 rechtstreeks op de grijperband 3 zijn aangebracht. Het gestel van de voorraadtank 23 en de geleidingselementen 29 kunnen deel uitmaken van of een geheel vormen met het frame 28 van de grijper 8. Volgens deze uitvoeringsvorm bevat een draadhouder 20 een vaste bek 32 die deel uitmaakt van een frame 28 en een beweegbare bek 30 die draaibaar is om de draaias 31 en die is verbonden met een hefboom 33. De hefboom 33 wordt bewogen door een zuiger 35 van een pneumatische actuator 21 om de draadhouder 20 te openen tegen de kracht van een veer 34. De grijpereenheid 1 met grijper 8 bevat eveneens een klep 22 die de pneumatische actuator 21 van perslucht voorziet, een activeringsinrichting 42, een elektrisch schakelelement 27, een ontvangstinrichting 24, een opslagelement 25, een voorraadtank 23 met een inlaat 46, elektrische contactelementen 44 en geleidingselementen 29, zodat de grijper 8 kan samenwerken met een controlesysteem 6 en met een passende nemergrijper.Figures 10 and 11 show an exemplary embodiment of a gripper unit 1 with a gripper 8 according to the invention, more particularly a gripper, which is arranged on a gripper belt 3. The gripper 8 with valve 22 is connected via a gripper carrier 68 and the frame of the storage tank 23 mounted on the gripper belt 3, while the storage tank 23 including the storage element 25, the contact elements 44, the outlet 46 and the guide elements 29 are arranged directly on the gripper belt 3. The frame of the storage tank 23 and the guide elements 29 can form part of or form a whole with the frame 28 of the gripper 8. According to this embodiment, a wire holder 20 comprises a fixed jaw 32 which forms part of a frame 28 and a movable jaw 30 which is rotatable about the axis of rotation 31 and which is connected to a lever 33. The lever 33 is moved by a piston 35 of a pneumatic actuator 21 to open the wire holder 20 against the force of a spring 34. The gripper unit 1 with gripper 8 also includes a valve 22 which supplies the pneumatic actuator 21 with compressed air, an activation device 42, an electrical switching element 27, a receiving device 24, a storage element 25, a storage tank 23 with an inlet 46, electrical contact elements 44 and guide elements 29, so that the gripper 8 can cooperate with a control system 6 and with a suitable taker gripper.

Figuur 12 toont een grijpereenheid 1 voor een weefmachine die een grijper 2 met een draadhouder 20, een pneumatische actuator 21 voor het bewegen van de draadhouder 20 en een klep 22 voor het controleren van een persluchttoevoer aan de pneumatische actuator 21 bevat. De grijpereenheid 1 is ter hoogte van het uiteinde van de grijperband 3 aangebracht en beweegt samen met de grijperband 3. Bij deze uitvoeringsvorm zijn onder meer de voorraadtank 23, het opslagelement 26, de klep 22, de activeringsinrichting 42, de ontvangstinrichting 24 en de contactelementen 44 op een drager 69 gemonteerd die op de grijperband 3 is bevestigd en waarvan de randen de geleidingselementen 29 vormen. Het frame 28 van de nemergrijper 2 is in het verlengde van de drager 69 en nabij de drager 69 op de grijperband 3 aangebracht, zodat het frame 28 samen met de drager 69 beweegt. De actuator 21 is via een relatief korte leiding 70 verbonden met de klep 22 om de actuator 21 van perslucht te voorzien.Figure 12 shows a gripper unit 1 for a weaving machine comprising a gripper 2 with a wire holder 20, a pneumatic actuator 21 for moving the wire holder 20 and a valve 22 for controlling a compressed air supply to the pneumatic actuator 21. The gripper unit 1 is arranged at the end of the gripper strap 3 and moves together with the gripper strap 3. In this embodiment, the storage tank 23, the storage element 26, the valve 22, the activation device 42, the receiving device 24 and the contact elements are inter alia 44 mounted on a carrier 69 which is mounted on the gripper belt 3 and whose edges form the guide elements 29. The frame 28 of the gripper gripper 2 is arranged on the gripper belt 3 in line with the carrier 69 and adjacent the carrier 69, so that the frame 28 moves together with the carrier 69. The actuator 21 is connected via a relatively short line 70 to the valve 22 to provide the actuator 21 with compressed air.

Volgens een niet weergegeven variante kan bij de grijpereenheid 1 van figuur 12 de nemergrijper 2 door een gevergrijper 8 vervangen worden. De nemergrijper 2 en de gevergrijper 8 kunnen uiteraard ook op een andere wijze uitgevoerd zijn dan de weergegeven uitvoeringsvormen, bijvoorbeeld met een draadhouder zoals onder meer beschreven in GB 1582327, DE 1710292, EP 207533, EP 1127181 of dergelijke.According to a variant not shown, in the gripper unit 1 of Fig. 12, the gripper gripper 2 can be replaced by a gripper gripper 8. The gripper gripper 2 and the gripper gripper 8 can of course also be designed in a different way than the embodiments shown, for example with a wire holder as described inter alia in GB 1582327, DE 1710292, EP 207533, EP 1127181 or the like.

De grijpers 2 en 8 worden gebruikt voor het inbrengen van inslagdraden waarbij de draadhouder 20 van elke grijper 2 of 8 wordt geopend en/of gesloten volgens een ingestelde sequentie tijdens een weefcyclus. Voorbeelden van dergelijke sequenties zijn gekend uit CH 510151 of EP 266286. De draadhouder 20 is bedoeld om een inslagdraad te houden, in het bijzonder te klemmen, tijdens het inbrengen ervan doorheen het weefvak. De draadhouder 20 kan telkens worden geopend en/of gesloten met behulp van de pneumatische actuator 21. Bij voorkeur wordt perslucht geleverd aan de voorraadtank 23 en wordt elektrische energie geleverd aan het opslagelement 25 telkens de grijper zich in een positie buiten het weefvak 7 bevindt. Alternatief kan de draadhouder 20 worden geopend en/of gesloten in een positie nabij het midden van het weefvak 7 met de pneumatische actuator 21, terwijl buiten het weefvak 7 de draadhouder 20 zoals schematisch aangeduid in figuur 8 eveneens kan worden geopend en/of gesloten gebruik makend van een aanslagelement 55 en een aandrijving 56 die wordt gecontroleerd door een controle-eenheid 19, bijvoorbeeld op een wijze zoals wordt beschreven in WO 2003/04746 of WO 97/40218. Het aanslagelement 55 kan in contact komen met het aanslagelement 36 van de hefboom 33 om de draadhouder 20 te bewegen.The grippers 2 and 8 are used for inserting weft threads wherein the thread holder 20 of each gripper 2 or 8 is opened and / or closed according to a set sequence during a weaving cycle. Examples of such sequences are known from CH 510151 or EP 266286. The thread holder 20 is intended to hold a weft thread, in particular to clamp it, during its introduction through the weaving pocket. The wire holder 20 can in each case be opened and / or closed with the aid of the pneumatic actuator 21. Preferably, compressed air is supplied to the storage tank 23 and electrical energy is supplied to the storage element 25 whenever the gripper is in a position outside the weaving compartment 7. Alternatively, the wire holder 20 can be opened and / or closed in a position near the center of the weaving section 7 with the pneumatic actuator 21, while outside the weaving section 7 the wire holder 20 as schematically indicated in Figure 8 can also be opened and / or closed use making a stop element 55 and a drive 56 which is controlled by a control unit 19, for example in a manner as described in WO 2003/04746 or WO 97/40218. The stop element 55 may come into contact with the stop element 36 of the lever 33 to move the wire holder 20.

Volgens een voorkeurdragend alternatief kan het aanslagelement 55, dat buiten het weefvak 7 is aangebracht, ook worden gebruikt om de grootte van de opening van de draadhouder 20 te beperken. Het aanslagelement 55 kan in een bepaalde positie worden gepositioneerd gebruikmakend van een inrichting zoals bijvoorbeeld wordt beschreven in WO 03/04746 of WO 97/40218. Bij deze uitvoeringsvorm is het mogelijk om de draadhouder 20 buiten het weefvak 7 te openen vanuit de gesloten positie zoals getoond in figuur 13, gebruikmakend van de pneumatische actuator 21, terwijl de grootte van de opening wordt beperkt met het aanslagelement 55 tot een gedeeltelijk geopende positie zoals wordt getoond in figuur 14. In het midden van het weefvak 7 wordt de grootte van de opening niet beperkt en wordt deze bepaald door de positie van de pneumatische actuator 21, zoals wordt getoond in figuur 2. Deze positie kan worden bepaald door de luchtdruk die werkt op de zuiger 35 van de actuator 21 of door een aanslag gemonteerd op het frame 28 van de grijper 2 die de beweging van de hefboom 33 beperkt. Dit laat toe de draadhouder 20 meer te openen in het midden van het weefvak 7 dan buiten het weefvak 7. Dit kan in het bijzonder gebruikt worden voor een nemergrijper 2, waarbij de nemergrijper 2 zo ver als mogelijk wordt geopend om een inslagdraad over te nemen van een gevergrijper 8 in het midden van het weefvak 7, terwijl de nemergrijper 2 enkel over een klein stuk wordt geopend buiten het weefvak 7 om toe te laten dat de inslagdraad verder wordt gehouden door de draadhouder 20 maar niet langer wordt geklemd door de draadhouder 20. Hierbij wordt een inslagdraad ter hoogte van een uitsteeksel 67 van de vaste bek 32 tussen de beweegbare bek 30 en de vaste bek 32 gehouden. Dit is in het bijzonder nuttig om een inslagdraad los te laten. Dit laat ook toe de draadhouder 20 te openen op een bepaald moment in de weefcyclus, dat onafhankelijk is van de weefsnelheid of enige ander mechanische instelling.According to a preferred alternative, the stop element 55, which is arranged outside the weaving compartment 7, can also be used to limit the size of the opening of the thread holder 20. The stop element 55 can be positioned in a certain position using a device as described, for example, in WO 03/04746 or WO 97/40218. In this embodiment, it is possible to open the wire holder 20 outside the weaving pocket 7 from the closed position as shown in Fig. 13, using the pneumatic actuator 21, while limiting the size of the opening with the stop element 55 to a partially opened position as shown in figure 14. In the middle of the weaving pocket 7, the size of the opening is not limited and is determined by the position of the pneumatic actuator 21, as shown in figure 2. This position can be determined by the air pressure it acts on the piston 35 of the actuator 21 or by a stop mounted on the frame 28 of the gripper 2 which limits the movement of the lever 33. This makes it possible to open the thread holder 20 more in the middle of the weaving section 7 than outside the weaving section 7. This can in particular be used for a gripper gripper 2, wherein the gripper gripper 2 is opened as far as possible to take over a weft thread of a gripper 8 in the center of the weaving compartment 7, while the gripper gripper 2 is only opened over a small part outside the weaving compartment 7 to allow the weft thread to be held further by the thread holder 20 but no longer being clamped by the thread holder 20 A weft thread is hereby held at the height of a protrusion 67 of the fixed jaw 32 between the movable jaw 30 and the fixed jaw 32. This is particularly useful for releasing a weft thread. This also allows opening the thread holder 20 at a certain point in the weaving cycle, which is independent of the weaving speed or any other mechanical adjustment.

Voor het activeren van de pneumatische actuator 21 met perslucht controleert de controle-eenheid 19 de controle-inrichting 37 om een signaal 39 te genereren op een bepaald moment in de weefcyclus. De ontvangstinrichting 24 ontvangt dan het signaal 39 en controleert het elektrische schakelelement 27 zodat de activeringsinrichting 42 de klep 22 activeert in functie van het signaal 39. Volgens een uitvoeringsvorm, wanneer de ontvangstinrichting 24 een stuur- en/of trigger-signaal 39 ontvangt om het schakelelement 27 te controleren, controleert het schakelelement 27 de activeringsinrichting 42 zodat de activeringsinrichting 42 de klep 22 activeert gedurende een tijdsinterval, bijvoorbeeld gedurende een tijdsinterval van 5ms.To activate the pneumatic actuator 21 with compressed air, the control unit 19 checks the control device 37 to generate a signal 39 at a certain moment in the weaving cycle. The receiving device 24 then receives the signal 39 and controls the electrical switching element 27 so that the activating device 42 activates the valve 22 in function of the signal 39. According to an embodiment, when the receiving device 24 receives a control and / or trigger signal 39 to control element 27, the switch element 27 controls the activation device 42 so that the activation device 42 activates the valve 22 during a time interval, for example during a time interval of 5 ms.

In een uitvoeringsvorm kan de klep 22 eenmaal worden aangestuurd voor het openen en het open houden van de draadhouder 20. Om de snelheid van het openen van de draadhouder 20 te beperken kan de klep 22 gedurende verschillende korte tijdsintervallen die elkaar opvolgen worden geactiveerd. Voor het sluiten van de draadhouder 20 wordt de klep 22 niet langer aangestuurd. Om te voorkomen dat door de kracht van de veer 34 de draadhouder 20 wordt gesloten met een impactkracht en/of zich sluit met een te hoge sluitsnelheid, kan de klep 22 gedurende één of verschillende korte tijdsintervallen tijdens de sluitingsoperatie van de draadhouder 20 worden aangestuurd om de sluitsnelheid te beperken, in het bijzonder om de sluitsnelheid te beperken net voor de impactkracht wordt uitgeoefend.In one embodiment, the valve 22 can be actuated once for opening and keeping the wire holder 20 open. In order to limit the speed of opening the wire holder 20, the valve 22 can be activated for various short time intervals following one another. The valve 22 is no longer actuated for closing the wire holder 20. In order to prevent that the wire holder 20 is closed with an impact force and / or closes with a too high closing speed by the force of the spring 34, the valve 22 can be controlled during one or several short time intervals during the closing operation of the wire holder 20 to limit the closing speed, in particular to limit the closing speed just before the impact force is applied.

Bij de uitvoeringsvorm van figuur 15 bevat het terugstelelement 26 een pneumatische actuator 57 die wordt voorzien van perslucht via een klep 58 die is voorzien nabij en bij voorkeur op de grijper 2. De klep 58 wordt voorzien van perslucht van de voorraadtank 23 op een gelijkaardige wijze als de klep 22 en kan worden aangestuurd op een gelijkaardige wijze als de klep 22. Op deze manier zal eveneens het openen en het sluiten van de draadhouder 20 worden uitgevoerd door een pneumatische actuator 21, 57. Wanneer een pneumatische actuator 57 wordt gebruikt om de draadhouder 20 naar zijn gesloten positie te bewegen, is het mogelijk om de pneumatische actuator 21 door een verend element te vervangen. Op deze wijze zal de draadhouder worden geopend door middel van een verend element en worden gesloten door middel van de pneumatische actuator 57. Volgens een variante van figuur 15 kan de hefboom 33 voorzien worden van een aanslagelement dat gelijkaardig is aan het aanslagelement 36 van figuur 3.In the embodiment of Figure 15, the reset element 26 comprises a pneumatic actuator 57 which is supplied with compressed air via a valve 58 which is provided near and preferably on the gripper 2. The valve 58 is supplied with compressed air from the storage tank 23 in a similar manner as the valve 22 and can be controlled in a manner similar to the valve 22. In this way, the opening and closing of the wire holder 20 will also be performed by a pneumatic actuator 21, 57. When a pneumatic actuator 57 is used to To move the wire holder 20 to its closed position, it is possible to replace the pneumatic actuator 21 with a resilient element. In this way the wire holder will be opened by means of a resilient element and closed by means of the pneumatic actuator 57. According to a variant of Fig. 15, the lever 33 can be provided with a stop element that is similar to the stop element 36 of Fig. 3. .

Alhoewel de in de uitvoeringsvormen getoonde grijpereenheid 1 met grijper 2, 8 is aangebracht aan een flexibele grijperband 3 of grijpertape, is het ook mogelijk om de grijpereenheid 1 aan elke andere soort lans te monteren, zoals een stijve grijperstang die bijvoorbeeld wordt aangedreven door een aandrijfwiel of een aandrijfmechanisme. Vanzelfsprekend kan de gebruikte perslucht worden vervangen door elk passend fluïdum, zoals damp of een gas. Indien de grijper 2, 8 buitencontouren heeft die gelijkend zijn op gekende grijpers, kan een grijper 2, 8 volgens de uitvinding gemakkelijk een vervanging zijn voor of worden vervangen door een gekende grijper.Although the gripper unit 1 with gripper 2, 8 shown in the embodiments is arranged on a flexible gripper belt 3 or gripper tape, it is also possible to mount the gripper unit 1 on any other type of lance, such as a rigid gripper rod which is driven for example by a drive wheel or a drive mechanism. The compressed air used can of course be replaced by any suitable fluid, such as vapor or a gas. If the gripper 2, 8 has outer contours similar to known grippers, a gripper 2, 8 according to the invention can easily be a replacement for or be replaced by a known gripper.

De grijpereenheid, het controlesysteem en de weefmachine volgens de volgende conclusies zijn niet beperkt tot de uitvoeringsvoorbeelden zoals hierboven beschreven, maar kunnen ook varianten en combinaties daarvan bevatten die onder de beschermingsomvang van de conclusies vallen.The gripper unit, the control system and the weaving machine according to the following claims are not limited to the exemplary embodiments as described above, but may also contain variants and combinations thereof that fall within the scope of protection of the claims.

Claims (15)

1. Grijpereenheid voor een weefmachine die een grijper (2, 8) met een draadhouder (20) en een pneumatische actuator (21, 57) voor het bewegen van de draadhouder (20) bevat, daardoor gekenmerkt dat de grijpereenheid (1) een klep (22, 58) voor het controleren van een persluchttoevoer aan de pneumatische actuator (21, 57) bevat die aangebracht is nabij de grijper (2, 8).Gripper unit for a weaving machine comprising a gripper (2, 8) with a wire holder (20) and a pneumatic actuator (21, 57) for moving the wire holder (20), characterized in that the gripper unit (1) has a valve (22, 58) for controlling a compressed air supply to the pneumatic actuator (21, 57) which is arranged near the gripper (2, 8). 2. Grijpereenheid volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de klep (22, 58) voor het controleren van een persluchttoevoer aan de pneumatische actuator (21, 57) is aangebracht op de grijper (2, 8).Gripper unit according to claim 1, characterized in that the valve (22, 58) for controlling a compressed air supply to the pneumatic actuator (21, 57) is arranged on the gripper (2, 8). 3. Grijpereenheid volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de grijpereenheid (1) een voorraadtank (23) bevat die aangebracht is nabij de grijper (2, 8) voor het leveren van perslucht voor de pneumatische actuator (21, 57).Gripper unit according to claim 1 or 2, characterized in that the gripper unit (1) contains a storage tank (23) arranged near the gripper (2, 8) for supplying compressed air for the pneumatic actuator (21, 57). 4. Grijpereenheid volgens één van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat de grijpereenheid (1) een elektrisch schakelelement (27) met een ontvangstinrichting (24) voor het ontvangen van een signaal (39) voor het sturen van de klep (22, 58) bevat.Gripper unit according to one of claims 1 to 3, characterized in that the gripper unit (1) comprises an electrical switching element (27) with a receiving device (24) for receiving a signal (39) for controlling the valve (22, 58). 5. Grijpereenheid volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de grijpereenheid (1) een opslagelement (25), bijvoorbeeld een condensator voor het opslaan van elektrische energie voor het elektrische schakelelement (27) en/of de minstens één klep (22, 58) bevat die aangebracht is nabij de grijper (2, 8).Gripper unit according to one of claims 1 to 4, characterized in that the gripper unit (1) is a storage element (25), for example a capacitor for storing electrical energy for the electrical switching element (27) and / or the at least one valve ( 22, 58) which is arranged near the gripper (2, 8). 6. Grijpereenheid volgens één van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de voorraadtank (23) is voorzien van een inlaat (46) voor het koppelen van de voorraadtank (23) met een pneumatische bevoorradingsinrichting (10) voor het leveren van perslucht aan de voorraadtank (23) en/of dat de klep (22, 58) is aangebracht nabij de uitlaat (45) van de voorraadtank (23).Gripper unit according to one of claims 3 to 5, characterized in that the storage tank (23) is provided with an inlet (46) for coupling the storage tank (23) with a pneumatic supply device (10) for supplying compressed air to the storage tank (23) and / or that the valve (22, 58) is arranged near the outlet (45) of the storage tank (23). 7. Grijpereenheid volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat een terugslagklep (47) is voorzien aan de inlaat (46) van de voorraadtank (23).Gripper unit according to claim 6, characterized in that a non-return valve (47) is provided at the inlet (46) of the storage tank (23). 8. Grijpereenheid volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat minstens één terugstelelement (26) is voorzien om de draadhouder (20) in een gesloten positie te dwingen, terwijl de pneumatische actuator (21) de draadhouder (20) in de geopende positie dwingt tegen de kracht van het terugstelelement (26) in.Gripper unit according to one of claims 1 to 7, characterized in that at least one reset element (26) is provided to force the wire holder (20) into a closed position, while the pneumatic actuator (21) places the wire holder (20) in the open position forces against the force of the reset element (26). 9. Grijpereenheid volgens één van de conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de actuator (21, 57) een pneumatische zuiger (35) bevat.Gripper unit according to one of claims 1 to 8, characterized in that the actuator (21, 57) comprises a pneumatic piston (35). 10. Controlesysteem voor een grijpereenheid (1), daardoor gekenmerkt dat het controlesysteem (6) een draadhouder (20) van een grijper (2, 8) van een grijpereenheid (1) volgens één van de conclusies 1 tot 9 controleert.Control system for a gripper unit (1), characterized in that the control system (6) controls a thread holder (20) of a gripper (2, 8) of a gripper unit (1) according to one of claims 1 to 9. 11. Controlesysteem volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat het controlesysteem (6) een controle-inrichting (37) bevat voor het triggeren van een opening en/of een sluiting van de klep (21, 58) voor de draadhouder (20).The control system according to claim 10, characterized in that the control system (6) comprises a control device (37) for triggering an opening and / or closing of the valve (21, 58) for the wire holder (20). 12. Controlesysteem volgens conclusie 10 of 11, daardoor gekenmerkt dat het controlesysteem (6) een controle-inrichting (37) bevat voor het genereren van een infrarode lichtstraal.A control system according to claim 10 or 11, characterized in that the control system (6) comprises a control device (37) for generating an infrared light beam. 13. Controlesysteem volgens één van de conclusies 10 tot 12, daardoor gekenmerkt dat het controlesysteem (6) een pneumatische bevoorradingsinrichting (10) bevat voor het leveren van perslucht aan een voorraadtank (23).Control system according to one of claims 10 to 12, characterized in that the control system (6) comprises a pneumatic supply device (10) for supplying compressed air to a storage tank (23). 14. Controlesysteem volgens één van de conclusies 10 tot 13, daardoor gekenmerkt dat het controlesysteem (6) een elektrische laadinrichting (16) bevat voor het laden van een opslagelement (25) met elektrische energie.Control system according to one of Claims 10 to 13, characterized in that the control system (6) comprises an electric charging device (16) for charging an electrical energy storage element (25). 15. Weefmachine die minstens één grijpereenheid (1) met een grijper (2, 8) bevat volgens één van de conclusies 1 tot 9 en/of minstens één controlesysteem (6) volgens één van de conclusies 10 tot 14.A weaving machine comprising at least one gripper unit (1) with a gripper (2, 8) according to one of claims 1 to 9 and / or at least one control system (6) according to one of claims 10 to 14.
BE2009/0355A 2009-06-10 2009-06-10 GRIP UNIT, CONTROL UNIT FOR A GRIP UNIT AND WEAVING MACHINE. BE1018774A3 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0355A BE1018774A3 (en) 2009-06-10 2009-06-10 GRIP UNIT, CONTROL UNIT FOR A GRIP UNIT AND WEAVING MACHINE.
PCT/EP2010/003484 WO2010142446A1 (en) 2009-06-10 2010-06-10 Gripper unit, control system for a gripper unit and weaving machine
EP10723946.9A EP2440696B2 (en) 2009-06-10 2010-06-10 Gripper unit, control system for a gripper unit and weaving machine
CN201080025754.2A CN102803591B (en) 2009-06-10 2010-06-10 Gripper unit, control system for a gripper unit and weaving machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0355A BE1018774A3 (en) 2009-06-10 2009-06-10 GRIP UNIT, CONTROL UNIT FOR A GRIP UNIT AND WEAVING MACHINE.
BE200900355 2009-06-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018774A3 true BE1018774A3 (en) 2011-08-02

Family

ID=41818573

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0355A BE1018774A3 (en) 2009-06-10 2009-06-10 GRIP UNIT, CONTROL UNIT FOR A GRIP UNIT AND WEAVING MACHINE.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2440696B2 (en)
CN (1) CN102803591B (en)
BE (1) BE1018774A3 (en)
WO (1) WO2010142446A1 (en)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102010044127B3 (en) * 2010-11-18 2011-12-29 Lindauer Dornier Gesellschaft Mit Beschränkter Haftung Gripper head for the entry of weft threads on a rapier loom and a rapier loom with such a gripper head
CN103896110B (en) * 2014-03-31 2016-07-06 无锡市三达纺配有限公司 Electronics yarn gripper

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0309700A1 (en) * 1987-10-02 1989-04-05 Textilma AG Gripper loom
EP0984089A1 (en) * 1998-09-02 2000-03-08 Sulzer Textil Ag Method and device for weft insertion in a gripper loom
EP1867766A1 (en) * 2006-06-16 2007-12-19 Sultex AG Thread trapper for a gripper head

Family Cites Families (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH460661A (en) 1965-03-27 1968-07-31 Durand Marcel Needle loom
CH455664A (en) 1967-04-11 1968-07-15 Fischer Ag Brugg Georg Weft thread monitoring device for weaving machines
CH510151A (en) 1969-10-31 1971-07-15 Dornier Gmbh Lindauer Shuttleless weaving loom
GB1582327A (en) 1977-04-13 1981-01-07 Mackie & Sons Ltd J Looms
JPS56134231A (en) * 1980-03-24 1981-10-20 Yoshiko Agehara Loom for weaving upper and lower layers
BE902141A (en) 1985-04-09 1985-10-09 Picanol Nv IMPROVED GRAPHERS FOR WEAVING MACHINES.
FR2606040B1 (en) 1986-10-31 1988-12-02 Materiel Textile Ste Alsacienn DEVICE FOR INSERTING WEFT YARNS ON NON-SHUTTLE WEAVING MATERIALS
JPH0931800A (en) 1995-07-20 1997-02-04 Toyota Autom Loom Works Ltd Picking apparatus in rapier loom and rapier band
JP2000508722A (en) 1996-04-19 2000-07-11 ピカノール エヌ.ヴィ. Device for opening the gripper clamp of a weaving machine gripper
AT403700B (en) 1996-11-22 1998-04-27 Wis Engineering Gmbh Gripper head for a thread, in particular for a seam weaving machine
ATE315119T1 (en) 1998-10-21 2006-02-15 Picanol Nv THREAD CLAMP FOR A GRIPPER OF A CLIPPER WEAVING MACHINE
DE20105091U1 (en) 2001-03-23 2002-09-05 Wangner Finckh Gmbh & Co Kg Collet for seam weaving machines
BE1014191A3 (en) 2001-05-21 2003-06-03 Picanol Nv WIRE CLAMP a weaving loom AND CONTAINING SUCH WIRE CLIP.
BE1014192A3 (en) 2001-05-21 2003-06-03 Picanol Nv DEVICE AND METHOD FOR insertion of weft threads in a weaving machine, AND TAKING DAARDKLEM USED.
DE10134504A1 (en) 2001-07-05 2003-01-16 Picanol Nv Method and device for opening a gripper clamp of a gripper of a weaving machine
US7543610B2 (en) * 2006-06-16 2009-06-09 Sultex Ag Thread clamp for a rapier head
DE10247375A1 (en) * 2002-10-10 2004-05-06 Lindauer Dornier Gmbh Weft gripper/cutter, at a gripper loom, has a lever and a spring to tense a yarn clamping arm which is released through an auxiliary energy supply to open the yarn clamp
BR0315242A (en) 2002-10-10 2005-08-23 Dornier Gmbh Lindauer Process for controlling components of a working medium on automatic looms and automatic loom for process execution
DE10261774A1 (en) 2002-12-20 2004-07-01 Picanol N.V. Stretching device and method
ITMI20030176U1 (en) * 2003-04-10 2004-10-11 Promatech Spa PERFECTLY OPERATED COMPACT GRIPPER FOR TEXTILE FRAMES

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0309700A1 (en) * 1987-10-02 1989-04-05 Textilma AG Gripper loom
EP0984089A1 (en) * 1998-09-02 2000-03-08 Sulzer Textil Ag Method and device for weft insertion in a gripper loom
EP1867766A1 (en) * 2006-06-16 2007-12-19 Sultex AG Thread trapper for a gripper head

Also Published As

Publication number Publication date
EP2440696A1 (en) 2012-04-18
WO2010142446A1 (en) 2010-12-16
EP2440696B1 (en) 2016-01-06
CN102803591A (en) 2012-11-28
EP2440696B2 (en) 2018-12-26
WO2010142446A8 (en) 2011-03-10
CN102803591B (en) 2015-06-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1018774A3 (en) GRIP UNIT, CONTROL UNIT FOR A GRIP UNIT AND WEAVING MACHINE.
EP0467059B1 (en) Device to regulate weft yarn tension and recover the weft yarn in looms
CN1026904C (en) Yarn brake for looms
CZ283258B6 (en) Weft inserting brake of weaving loom
JP2009068157A (en) Cutting device for loom and operation method thereof
ES2277874T3 (en) MACHINE AND PROCEDURE TO AUTOMATICALLY APPLY AUTOMATIC BUTTONS IN A SUPPORT.
CN1995516A (en) Feeding gripper for a shuttleless weaving loom
US8875747B2 (en) Gripper head for the insertion of weft threads on a gripper weaving machine
BE1019807A3 (en) DEVICE AND METHOD FOR CLOSING AN IMPOSITION WIRE
EP2128318A1 (en) Take-up device
EP0362925A1 (en) Device and method for supplying and guiding weft thread on weaving machines
US20050278914A1 (en) Yarn withdrawal apparatus
JP2011528070A (en) Weft containment element
EP0039561A1 (en) Yarn brake for a textile machine
KR20030042472A (en) Supply device
TWI704878B (en) Opening part supply method and opening part supply device
CZ250597A3 (en) Process and apparatus for positioning empty tubes on a tube feeding device
CN109415849B (en) Device for clamping weft threads
US4290461A (en) Yarn feed controlling device
WO2006046856A1 (en) Weaving device
US4648338A (en) Automatic bobbin and bobbin carrier changing apparatus for sewing machine
GB2294478A (en) Feeding buttons to sewing machines
KR20030042473A (en) Weft thread monitoring device
BE1009678A3 (en) Gripper loom with a thread brake
BE1021989B1 (en) Impact scissors for a weaving machine.