BE1021989B1 - Impact scissors for a weaving machine. - Google Patents

Impact scissors for a weaving machine. Download PDF

Info

Publication number
BE1021989B1
BE1021989B1 BE2014/0555A BE201400555A BE1021989B1 BE 1021989 B1 BE1021989 B1 BE 1021989B1 BE 2014/0555 A BE2014/0555 A BE 2014/0555A BE 201400555 A BE201400555 A BE 201400555A BE 1021989 B1 BE1021989 B1 BE 1021989B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
scissors
blade
weft
impact
gripper
Prior art date
Application number
BE2014/0555A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Picanol
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol filed Critical Picanol
Priority to BE2014/0555A priority Critical patent/BE1021989B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021989B1 publication Critical patent/BE1021989B1/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/70Devices for cutting weft threads

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Inslagschaar met een eerste schaarblad (2) dat door een eerste aandrijfelement (4) wordt aangedreven, met een tweede schaarblad (3) dat door een tweede aandrijfelement (5) wordt aangedreven en met een aandrijfmotor (7), waarbij in gebruik de inslagschaar (1) is aangebracht om een inslagdraad (24) te knippen tussen een grijperklem (22) van een grijper (21) van een grijperweefmachine en het weefsel (23), waarbij het eerste schaarblad (2) aan de kant weg van het weefsel (23) is aangebracht en waarbij het tweede schaarblad (3) aan de kant naar het weefsel (23) toe is aangebracht. Een weefmachine met een dergelijke inslagschaar (1) en een werkwijze die gebruik maakt van een dergelijke inslagschaar (1).Impact shears with a first shear blade (2) driven by a first drive element (4), with a second shear blade (3) driven by a second drive element (5) and with a drive motor (7), in use the impact shears ( 1) is arranged to cut a weft thread (24) between a rapier clip (22) of a rapier (21) of a rapier weaving machine and the fabric (23), the first shear blade (2) being on the side away from the fabric (23). ) is fitted and the second shear blade (3) is arranged on the side towards the fabric (23). A weaving machine with such a weft scissors (1) and a method using such a weft scissors (1).

Description

Inslagschaar voor een weefmachine. ; .Impact scissors for a weaving machine. ; .

[0001] De uitvinding betreft een inslagschaar voor het knippen van inslagdraden bij een weefmachine. De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het instellen van een inslagschaar.The invention relates to a weft scissors for cutting weft threads in a weaving machine. The invention also relates to a method for adjusting a weft scissors.

[0002] Een inslagschaar voor een weefmachine, in het bijzonder voor een grijperweefmachine is gekend uit BE 1017485 en BE 1011603. Bij een dergelijke inslagschaar is een aandrijfas voorzien die via de hoofdaandrijfas van de weefmachine wordt aangedreven. Uit BE 1017485 is het gekend om tijdens de werking van de weefmachine het ogenblik in de weefcyclus wanneer de inslagschaar een inslagdraad knipt door middel van een stuursysteem te wijzigen.An impact shear for a weaving machine, in particular for a gripper weaving machine, is known from BE 1017485 and BE 1011603. With such an impact shear a drive shaft is provided which is driven via the main drive shaft of the weaving machine. From BE 1017485 it is known to change the moment in the weaving cycle during the operation of the weaving machine when the weft shear cuts a weft thread by means of a control system.

[0003] Een inslagschaar voor een grijperweefmachine is tevens gekend uit EP 0 679 744 Al, waarbij beide schaarbladen van de inslagschaar worden aangedreven via een gemeenschappelijke aandrijfmotor of waarbij elk schaarblad van de inslagschaar door een eigen aandrijfmotor wordt aangedreven. Beide schaarbladen worden ten opzichte van elkaar geleid door middel van een pin en een sleuf.An impact scissors for a gripper weaving machine is also known from EP 0 679 744 A1, wherein both scissors blades of the impact scissors are driven via a common drive motor or wherein each scissors blade of the impact scissors is driven by its own drive motor. Both scissors blades are guided relative to each other by means of a pin and a slot.

[0004] De uitvinding heeft als doel het aandrijfsysteem voor een inslagschaar van een weefmachine op een eenvoudige en nauwkeurige manier in te stellen, teneinde een betrouwbaar knippen van de inslagdraad te bekomen en het knipogenblik van de inslagschaar in de weefcyclus tijdens de werking van de weefmachine te kunnen wijzigen in functie van de te weven inslagdraad.It is an object of the invention to set up the drive system for a weft shearing machine of a weaving machine in a simple and accurate manner in order to obtain a reliable cutting of the weft thread and the cutting moment of the weft shear in the weaving cycle during the weaving machine operation. to be able to change in function of the weft thread to be woven.

[0005] Om dit doel te bereiken bevat de inslagschaar de kenmerken van conclusie 1. Deze inslagschaar bevat een eerste schaarblad dat op een eerste aandrijfelement is aangebracht, welk eerste aandrijfelement heen en weer wordt aangedreven, een tweede schaarblad dat met een tweede aandrijfelement is gekoppeld, welk tweede aandrijfelement heen en weer wordt aangedreven, waarbij het tweede schaarblad draaibaar op het eerste schaarblad is aangebracht, en een aandrijfmotor voor het aandrijven van het eerste aandrijfelement en het tweede aandrijfelement, waarbij in gebruik de inslagschaar is aangebracht om een inslagdraad te knippen tussen een grijperklem van een grijper van een grijperweefmachine en het weefsel. Bij voorkeur is het eerste schaarblad aan de kant weg van het weefsel en naar de grijper toe aangebracht en is het tweede schaarblad aan de kant weg van de grijper en naar het weefsel toe aangebracht.To achieve this goal, the impact scissors have the features of claim 1. This impact scissors comprises a first scissor blade mounted on a first drive element, which first drive element is driven back and forth, a second scissor blade coupled to a second drive element , which second drive element is driven back and forth, the second scissor blade being rotatably mounted on the first scissor blade, and a drive motor for driving the first drive element and the second drive element, wherein in use the weft scissors are arranged to cut a weft thread between a gripper clamp of a gripper of a gripper weaving machine and the fabric. Preferably, the first shear blade is disposed on the side away from the fabric and toward the gripper and the second shear blade is disposed on the side away from the gripper and toward the fabric.

[0006] De opstelling van de schaarbladen van de inslagschaar is voordelig om de schaarbladen naar elkaar toe te dwingen om een betrouwbaar knippen te bekomen. De inslagschaar volgens de uitvinding is als geheel te verwijderen van en aan te brengen op de weefmachine. Bij voorkeur is de inslagschaar draaibaar omheen een draaipunt aangebracht om de inslagschaar ten opzichte van de te knippen inslagdraad in te stellen. Het feit dat het eerste schaarblad dichtst bij de grijper is aangebracht, biedt als voordeel dat de inslagdraad geleid kan worden tussen het weefsel en de grijper. Het feit dat het tweede schaarblad dat draaibaar is aangebracht op het eerste schaarblad dichtst bij het weefsel is aangebracht, laat toe dat de inslagdraad het tweede schaarblad naar het eerste schaarblad zal dwingen tijdens het knippen van de inslagdraad. Dit is voordelig voor het knippen van de inslagdraad daar de schaarbladen van de inslagschaar door de inslagdraad naar elkaar toe worden gedwongen.The arrangement of the scissors blades of the weft scissors is advantageous for forcing the scissors blades toward each other to achieve a reliable cutting. The impact scissors according to the invention can be removed from and applied to the weaving machine as a whole. Preferably, the weft scissors are rotatably arranged around a pivot point to adjust the weft scissors with respect to the weft thread to be cut. The fact that the first shear blade is arranged closest to the gripper offers the advantage that the weft thread can be guided between the fabric and the gripper. The fact that the second scissor blade rotatably mounted on the first scissor blade is arranged closest to the fabric allows the weft thread to force the second scissor blade toward the first scissor blade during the cutting of the weft thread. This is advantageous for cutting the weft thread since the shear blades of the weft scissors are forced towards each other by the weft thread.

[0007] Volgens een uitvoeringsvorm zijn het eerste schaarblad en het tweede schaarblad onderling draaibaar verbonden via een as. Volgens een uitvoeringsvorm zijn het eerste schaarblad en het tweede schaarblad van de inslagschaar aangepast om een kaliber tussen het eerste schaarblad en het tweede schaarblad aan te brengen, teneinde de hoekpositie van de aandrijfmotor te bepalen waarbij de schaarbladen elkaar wezenlijk kruisen, met andere woorden de positie waarbij een inslagdraad die aanwezig is tussen het eerste schaarblad en het tweede schaarblad normaal zal worden geknipt, ook knippositie genoemd.According to an embodiment, the first shear blade and the second shear blade are rotatably connected to each other via a shaft. According to an embodiment, the first shear blade and the second shear blade of the weft shears are adapted to provide a caliber between the first shear blade and the second shear blade, in order to determine the angular position of the drive motor at which the shear blades substantially intersect, i.e. the position wherein a weft thread present between the first shear blade and the second shear blade will be normally cut, also called cutting position.

[0008] Volgens een uitvoeringsvorm is de aandrijfmotor zodanig aangebracht dat de aandrijfmotor één volledige omwenteling draait voor elke knipcyclus van de inslagschaar, met andere woorden de aandrijfmotor draait één volledige omwenteling gedurende elke weefcyclus of elke inbreng van een inslagdraad. Dit laat toe een eenduidige relatie tussen de hoekpositie van de aandrijfmotor en het verloop van de onderlinge posities van het eerste schaarblad en het tweede schaarblad te bekomen. Dit is bijzonder voordelig voor het bepalen van de knippositie ten opzichte van de hoekpositie van de aandrijfmotor.According to an embodiment, the drive motor is arranged such that the drive motor rotates one full revolution for each cutting cycle of the weft scissors, in other words the drive motor rotates one full revolution during each weaving cycle or insertion of a weft thread. This makes it possible to obtain a clear relationship between the angular position of the drive motor and the course of the mutual positions of the first scissor blade and the second scissor blade. This is particularly advantageous for determining the cutting position with respect to the angular position of the drive motor.

[0009] Volgens een uitvoeringsvorm is een lichtgevend element toegevoegd aan de inslagschaar om een lichtsignaal te genereren in relatie tot het ingestelde knipogenblik van de inslagschaar. Dit lichtsignaal is bedoeld om het eerste schaarblad en het tweede schaarblad op te lichten bij de knippositie, zodat een operator kan observeren of een inslagdraad op een correcte wijze wordt geknipt, met andere woorden of de inslagschaar zich in de knippositie bevindt bij het ingestelde knipogenblik in de weefcyclus.According to an embodiment, a light emitting element is added to the impact scissors to generate a light signal in relation to the set flashing moment of the impact scissors. This light signal is intended to lift the first shear blade and the second shear blade at the cutting position, so that an operator can observe whether a weft thread is being cut correctly, in other words, whether the weft shear is in the cutting position at the set wink moment in the weaving cycle.

[0010] Volgens een uitvoeringsvorm wordt de aandrijfmotor zodanig gestuurd dat voor elk type inslagdraad een bijhorend knipogenblik in de weefcyclus wordt ingesteld. Dit laat toe voor opeenvolgende inslagdraden het knipogenblik optimaal in te stellen. Door het genereren van het lichtsignaal bij het bereiken van het knipogenblik kan er voor elke inslagdraad door de operator worden geobserveerd of de inslagschaar zich wel degelijk op dat ogenblik in de knippositie bevindt om de inslagdraad te knippen.According to an embodiment, the drive motor is controlled in such a way that for each type of weft thread a corresponding blinking moment is set in the weaving cycle. This makes it possible to optimally set the wink for successive weft threads. By generating the light signal upon reaching the winking moment, it is possible for the operator to observe for each weft thread whether the weft shear is actually in the cutting position at that moment to cut the weft thread.

[0011] Volgens een uitvoeringsvorm is een aanslagelement nabij het eerste schaarblad aangebracht om een inslagdraad tussen het eerste schaarblad en een grijper van een grijperweefmachine te geleiden. Een dergelijk aanslagelement kan tegen het eerste schaarblad steunen en wordt samen met , het eerste schaarblad door het eerste aandrijfelement aangedreven. Het aanslagelement is aangebracht aan de kant van het eerste schaarblad tegenoverliggend aan de kant van het eerste schaarblad waar het tweede schaarblad is aangebracht.According to an embodiment, a stop element is arranged near the first scissors blade to guide an weft thread between the first scissors blade and a gripper of a gripper weaving machine. Such an abutment element can rest against the first scissor blade and is driven by the first drive element together with the first scissor blade. The stop element is arranged on the side of the first shear blade opposite to the side of the first shear blade where the second shear blade is mounted.

[0012] De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het instellen van het knipogenblik in de weefcyclus. De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het aanbrengen van een kaliber teneinde de hoekpositie van de aandrijfmotor bij de knippositie te bepalen. De uitvinding betreft tevens een weefmachine met een inslagschaar volgens de uitvinding.The invention also relates to a method for adjusting the winking moment in the weaving cycle. The invention also relates to a method for applying a caliber to determine the angular position of the drive motor at the cutting position. The invention also relates to a weaving machine with a weft scissors according to the invention.

[0013] Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding vloeien voort uit de hiernavolgende beschrijving van de in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen:Further features and advantages of the invention result from the following description of the embodiments shown in the drawings:

Figuur 1 toont een perspectief aanzicht van een uitvoeringsvorm van een inslagschaar met schaarbladen volgens de uitvinding;Figure 1 shows a perspective view of an embodiment of an impact scissors with scissors blades according to the invention;

Figuur 2 toont een vereenvoudigd aanzicht van de schaarbladen van de inslagschaar van figuur 1;Figure 2 shows a simplified view of the scissors blades of the impact scissors of Figure 1;

Figuur 3 toont een doorsnede van het aandrijfapparaat van de inslagschaar van figuur 1 waarbij de verschillende assen zichtbaar zijn;Figure 3 shows a cross-section of the drive device of the impact scissors of Figure 1 with the different axes visible;

Figuur 4 toont een vereenvoudigd aanzicht van de schaarbladen in een eerste positie;Figure 4 shows a simplified view of the scissor blades in a first position;

Figuur 5 toont een vereenvoudigd aanzicht van de schaarbladen in een tweede positie;Figure 5 shows a simplified view of the scissor blades in a second position;

Figuur 6 toont een vereenvoudigd aanzicht van de schaarbladen in een derde positie;Figure 6 shows a simplified view of the scissor blades in a third position;

Figuur 7 toont een vereenvoudigd aanzicht van de schaarbladen in een vierde positie;Figure 7 shows a simplified view of the scissor blades in a fourth position;

Figuur 8 toont een vereenvoudigd aanzicht van de schaarbladen in een vijfde positie;Figure 8 shows a simplified view of the scissor blades in a fifth position;

Figuur 9 toont een variante van figuur 2;Figure 9 shows a variant of Figure 2;

Figuur 10 toont een gedeelte van een grijperweefmachine met een inslagschaar volgens de uitvinding;Figure 10 shows a part of a gripper weaving machine with a weft scissors according to the invention;

Figuur 11 toont een inslagschaar waarin een kaliber is aangebracht; .Figure 11 shows an impact scissors in which a caliber is arranged; .

Figuur 12 toont een inslagschaar waarbij het kaliber van figuur 11 gedeeltelijk in doorsnede is getoond;Figure 12 shows an impact scissors with the caliber of Figure 11 partially shown in section;

Figuur 13 toont de inslagschaar van figuur 1 aangebracht op een gestel van de weefmachine;Figure 13 shows the impact scissors of Figure 1 mounted on a frame of the weaving machine;

Figuur 14 toont een zijaanzicht van de schaarbladen;Figure 14 shows a side view of the scissors blades;

Figuur 15 toont een doorsnede volgens de lijn XV-XV in figuur 14.Figure 15 shows a section along the line XV-XV in Figure 14.

[0014] Figuur 1 toont schematisch een inslagschaar 1 volgens de uitvinding met een eerste schaarblad 2 en een tweede schaarblad 3. Het eerste schaarblad 2 is op een eerste aandrijfelement 4 aangebracht en het tweede schaarblad 3 is met een tweede aandrijfelement 5 gekoppeld. Het eerste aandrijfelement 4 en het tweede aandrijfelement 5 worden elk heen en weer aangedreven. Het tweede schaarblad 3 is draaibaar op het eerste schaarblad 2 aangebracht. De inslagschaar 1 bevat verder een aandrijfapparaat 6 met een aandrijfmotor 7 voor het aandrijven van het eerste aandrijfelement 4 en het tweede aandrijfelement 5. Het eerste aandrijfelement 4 bevat een eerste hefboom 8 en het tweede aandrijfelement 5 bevat een tweede hefboom 9.Figure 1 shows schematically an impact scissors 1 according to the invention with a first scissors blade 2 and a second scissors blade 3. The first scissors blade 2 is mounted on a first drive element 4 and the second scissors blade 3 is coupled to a second drive element 5. The first drive element 4 and the second drive element 5 are each driven back and forth. The second scissor blade 3 is rotatably mounted on the first scissor blade 2. The impact scissors 1 further comprises a drive device 6 with a drive motor 7 for driving the first drive element 4 and the second drive element 5. The first drive element 4 comprises a first lever 8 and the second drive element 5 contains a second lever 9.

[0015] Zoals getoond in figuur 2 is het eerste schaarblad 2 via een bevestigingselement 30 verbonden met het eerste aandrijfelement 4. Verder is het tweede schaarblad 3 via een as 31 draaibaar verbonden met het eerste schaarblad 2, zodat het eerste schaarblad 2 en het tweede schaarblad 3 via de as 31 onderling draaibaar verbonden zijn. Het tweede schaarblad 3 bevat een sleuf 32 die samenwerkt met een pin 33 die op een houdelement 34 is aangebracht. Het houdelement 34 is via een bevestigingselement 35 met het tweede aandrijfelement 5 verbonden. Het houdelement 34 is bijvoorbeeld een star plaatvormig element. In een alternatief is het houdelement 34 een elastisch element dat is aangebracht om het tweede schaarblad 3 naar het eerste schaarblad 2 te dwingen.As shown in Figure 2, the first shear blade 2 is connected to the first drive element 4 via a fastening element 30. Furthermore, the second shear blade 3 is rotatably connected to the first shear blade 2 via a shaft 31, so that the first shear blade 2 and the second shear blade 2 shear blade 3 are rotatably connected to each other via the shaft 31. The second scissor blade 3 comprises a slot 32 which cooperates with a pin 33 which is arranged on a holding element 34. The holding element 34 is connected to the second drive element 5 via a fastening element 35. The holding element 34 is, for example, a rigid plate-shaped element. In an alternative, the holding element 34 is an elastic element arranged to force the second scissor blade 3 to the first scissor blade 2.

[0016] Zoals getoond in figuur 3 bevat het eerste aandrijfelement 4 een eerste hefboom 8 die bevestigd is op een as 10, welke eerste hefboom 8 via de as 10 verbonden is met een nokvolgersysteem 11, welk nokvolgersysteem 11 twee niet getoonde nokvolgers bevat, waarbij het nokvolgersysteem 11 door een toegevoegd nokkenpaar 12 wordt aangedreven. Op gelijkaardige wijze bevat het tweede aandrijfelement 5 een tweede hefboom 9 die draaibaar is omheen de as 10, die op een bus 13 is bevestigd en die via de bus 13 verbonden is met een nokvolgersysteem 14 dat twee niet getoonde nokvolgers bevat, waarbij het nokvolgersysteem 14 door een toegevoegd nokkenpaar 15 wordt aangedreven. De toegevoegde nokkenparen 12 en 15 zijn draaibaar omheen een as 16 die evenwijdig met de as 10 is aangebracht. De toegevoegde nokkenparen 12 en 15 worden via een overbrenging 17 aangedreven door de aandrijfmotor 7. De overbrenging 17 bestaat bijvoorbeeld uit een tandwieloverbrenging met een eerste tandwiel 43 dat aan de toegevoegde nokkenparen 12 en 15 is bevestigd en een tweede tandwiel 44 dat op de as 18 van de aandrijfmotor 7 is bevestigd. De assen 10 en 16 zijn in een behuizing 19 van het aandrijfapparaat 6 bevestigd en de aandrijfmotor 7 is op de behuizing 19 van het aandrijfapparaat 6 bevestigd. Dit laat toe de inslagschaar 1 als een geheel van de weefmachine te verwijderen of de inslagschaar 1 als een geheel op de weefmachine aan te brengen. .As shown in Figure 3, the first drive element 4 comprises a first lever 8 mounted on a shaft 10, which first lever 8 is connected via the shaft 10 to a cam follower system 11, which cam follower system 11 comprises two cam followers (not shown), wherein the cam follower system 11 is driven by an added cam pair 12. Similarly, the second drive element 5 comprises a second lever 9 rotatable about the shaft 10, which is mounted on a bushing 13 and which is connected via the bushing 13 to a cam follower system 14 containing two cam followers (not shown), the cam follower system 14 is driven by an added cam pair 15. The added cam pairs 12 and 15 are rotatable about a shaft 16 arranged parallel to the shaft 10. The added cam pairs 12 and 15 are driven via a transmission 17 by the drive motor 7. The transmission 17 consists, for example, of a gear transmission with a first gear 43 attached to the added cam pairs 12 and 15 and a second gear 44 mounted on the shaft 18 of the drive motor 7 is attached. The shafts 10 and 16 are mounted in a housing 19 of the driving device 6 and the driving motor 7 is mounted on the housing 19 of the driving device 6. This makes it possible to remove the impact scissors 1 as a whole from the weaving machine or to apply the impact scissors 1 as a whole to the weaving machine. .

[0017] De toegevoegde nokkenparen 12 en 15 zijn zodanig gevormd en zodanig onderling aan elkaar aangebracht dat bij het draaien van de toegevoegde nokkenparen 12 en 15 beginnende vanaf de positie getoond in figuur 4 vooreerst de eerste hefboom 8 van het eerste aandrijfelement 4 samen met het eerste schaarblad 2 naar beneden beweegt zodat het eerste schaarblad 2 weg van het tweede schaarblad 3 beweegt en de inslagschaar 1 wordt geopend en de positie getoond in figuur 5 wordt bereikt. Vervolgens beweegt het eerste aandrijfelement.4 samen met het eerste schaarblad 2 verder naar beneden zodat het eerste schaarblad 2 verder weg van het tweede schaarblad 3 beweegt en de inslagschaar 1 wordt geopend om een inslagdraad te ontvangen en de positie getoond in figuur 6 wordt bereikt. Vervolgens beweegt het tweede aandrijfelement 5 naar beneden zodat het tweede schaarblad 3 dat gekoppeld is met de tweede hefboom 9 van het tweede aandrijfelement 5 naar het eerste schaarblad 2 toe beweegt om een inslagdraad te knippen en de positie getoond in figuur 7 wordt bereikt. Vervolgens bewegen het eerste aandrijfelement 4 en het tweede aandrijfelement 5 naar boven zodat via de positie getoond in figuur 8 de positie getoond in figuur 4 terug wordt bereikt. Dit naar boven bewegen laat toe dat een aangeslagen inslagdraad onder de inslagschaar 1 kan passeren. De hierboven beschreven knipcyclus kan vervolgens worden herhaald. Hierbij wordt de inslagdraad geknipt in de knippositie waarbij het eerste schaarblad 2 en het tweede schaarblad 3 elkaar wezenlijk kruisen. Het knippen gebeurt op het knipogenblik dat het ogenblik is wanneer het eerste schaarblad 2 en het tweede schaarblad 3 elkaar wezenlijk kruisen. Het knipogenblik in de weefcyclus wordt bepaald door de bijhorende hoekpositie van de aandrijfmotor 7 ten opzichte van de weefcyclus. In de context van de aanvraag betekent "de schaarbladen elkaar wezenlijk kruisen" dat de schaarbladen 2, 3 zich in een onderlinge positie bevinden waarbij de schaarbladen 2, 3 kunnen inwerken op een inslagdraad die aanwezig is tussen de schaarbladen 2, 3 om die inslagdraad te knippen.The added cam pairs 12 and 15 are shaped and mutually arranged such that when the added cam pairs 12 and 15 start from the position shown in Figure 4, first the first lever 8 of the first drive element 4 together with the first scissors blade 2 moves downward so that the first scissors blade 2 moves away from the second scissors blade 3 and the weft scissors 1 is opened and the position shown in Figure 5 is reached. Subsequently, the first drive element 4, together with the first shear blade 2, moves further downwards so that the first shear blade 2 moves further away from the second shear blade 3 and the weft shear 1 is opened to receive a weft thread and the position shown in Figure 6 is reached. Subsequently, the second drive element 5 moves downwards so that the second shear blade 3 coupled to the second lever 9 moves from the second drive element 5 towards the first shear blade 2 to cut an weft thread and the position shown in Figure 7 is reached. The first drive element 4 and the second drive element 5 then move upwards so that the position shown in Figure 4 is reached again via the position shown in Figure 8. This upward movement allows a struck weft thread to pass under the weft scissors 1. The cutting cycle described above can then be repeated. Hereby the weft thread is cut in the cutting position, wherein the first scissors blade 2 and the second scissors blade 3 substantially intersect. The cutting is done at the moment when the first shear blade 2 and the second shear blade 3 substantially intersect. The winking moment in the weaving cycle is determined by the corresponding angular position of the drive motor 7 relative to the weaving cycle. In the context of the application, "the scissor blades substantially intersect" means that the scissor blades 2, 3 are in a mutual position where the scissor blades 2, 3 can act on a weft thread present between the scissor blades 2, 3 to secure that weft thread to cut.

[0018] De aandrijfmotor 7 van de inslagschaar 1 is aangebracht om een volledige omwenteling te draaien voor elke knipcyclus van de inslagschaar 1. Hiertoe wordt een één-één overbrenging 17 aangewend zoals getoond in figuur 3. Wanneer een inslagschaar 1 gedurende elke weefcyclus een inslagdraad 24 knipt, dan komt de knipcyclus overeen met de weefcyclus.The drive motor 7 of the weft scissors 1 is arranged to rotate a full revolution for each cutting cycle of the weft scissors 1. For this purpose a one-to-one transmission 17 is used as shown in figure 3. When a weft scissors 1 has a weft thread during each weaving cycle 24, the cutting cycle corresponds to the weaving cycle.

[0019] Figuur 9 toont een inslagschaar 1 zoals getoond in figuur 2 met een aanslagelement 20, in de vorm van een plaat, dat nabij het eerste schaarblad 2 is voorzien. Het aanslagelement 20 is bedoeld om een inslagdraad 24 tussen het eerste schaarblad 2 en een grijper 21 van een grijperweefmachine (getoond in figuur 10) te geleiden. Het aanslagelement 20 wordt samen met het eerste schaarblad 2 door het eerste aandrijfelement 4 aangedreven. Het aanslagelement 20 is aangebracht aan de kant van het eerste schaarblad 2 tegenoverliggend aan de kant van het eerste schaarblad 2 waar het tweede schaarblad 3 is gelegen. Het aanslagelement 20 beperkt de afstand die een inslagdraad 24 tussen de schaarbladen 2 en 3 van de inslagschaar 1 kan binnendringen. Het aanslagelement 20 is samen met het eerste schaarblad 2 via het bevestigingselement 30 met de eerste hefboom 8 van het eerste aandrijfelement 4 . verbonden en steunt op de as 31. Het aanslagelement 20 kan verhinderen dat een inslagdraad op een ogenblik dat de schaarbladen 2, 3 geen knipbeweging uitvoeren door minstens één van de schaarbladen 2, 3 wordt afgeknipt.Figure 9 shows an impact scissors 1 as shown in Figure 2 with a stop element 20, in the form of a plate, which is provided near the first scissor blade 2. The stop element 20 is intended to guide a weft thread 24 between the first shear blade 2 and a gripper 21 of a gripper weaving machine (shown in Figure 10). The stop element 20 is driven together with the first scissor blade 2 by the first drive element 4. The stop element 20 is arranged on the side of the first shear blade 2 opposite to the side of the first shear blade 2 where the second shear blade 3 is located. The stop element 20 limits the distance that a weft thread 24 can penetrate between the scissors blades 2 and 3 of the weft scissors 1. The stop element 20 is together with the first shear blade 2 via the fastening element 30 with the first lever 8 of the first drive element 4. connected and supported on the shaft 31. The stop element 20 can prevent a weft thread from being cut off by at least one of the scissors blades 2, 3 at a moment when the scissor blades 2, 3 do not perform a cutting movement.

[0020] Figuur 10 toont een gedeelte van een grijperweefmachine met een inslagschaar 1, een grijper 21 met een grijperklem 22, een weefsel 23, een inslagdraad 24 en een aantal draadpresentators 25. Duidelijkheidshalve is slechts één inslagdraad 24 getoond, alhoewel in het draadgeleidingsoog van elke draadpresentator 25 een inslagdraad aanwezig kan zijn. In gebruik is de inslagschaar 1 aangebracht om een inslagdraad 24 te knippen tussen de grijperklem 22 van de grijper 21 van een grijperweefmachine en het weefsel 23, waarbij het eerste schaarblad 2 aan de kant weg van het weefsel 23 en naar de . grijper 21 toe is aangebracht en waarbij het tweede schaarblad 3 aan de kant weg van de grijper 21 en naar het weefsel 23 toe is aangebracht. Vooraleer een inslagdraad 24 wordt geknipt, wordt de inslagdaad 24 door de grijper 21 volgens pijl P bewogen, waardoor de inslagdraad 24 nabij het eerste schaarblad 2 en het aanslagelement 20 wordt gespannen. Het aanslagelement 20 is afgerond zodat een inslagdraad 24 omheen het aanslagelement 20 kan worden gespannen, teneinde toe te laten een inslagdraad 24 door beweging van de grijper 21 met een kracht in de grijperklem 22 te trekken zonder dat de inslagdraad 24 afgeknipt wordt door contact met één van de schaarbladen 2, 3. Dit laat toe een relatief dikke inslagdraad, die relatief gemakkelijk door de grijperklem 22 kan worden geklemd, relatief eerder in de weefcyclus te knippen, en een relatief dunne inslagdraad, die relatief moeilijk door de grijperklem 22 kan worden geklemd, relatief later in de weefcyclus te knippen. Het eerder in de weefcyclus knippen laat tevens toe de inslagdraad met een relatief lage spanning in de grijperklem 22 op te nemen, terwijl het later in de weefcyclus knippen toelaat de inslagdraad met een relatief hoge spanning in de grijperklem 22 op te nemen. Op het ogenblik dat het tweede schaarblad 3 contact maakt met de inslagdraad 24 om de inslagdraad 24 te knippen, beweegt de grijper 21 met de inslagdraad 24 verder volgens pijl P waardoor de inslagdraad 24 het tweede schaarblad 3 naar het eerste schaarblad 2 dwingt. Dit is vooral voordelig voor het knippen van de inslagdraad 24. De aparte aandrijfmotor 7 van de inslagschaar 1 en de draadpresentator 25 worden door middel van een in figuur 1 schematisch getoonde stuureenheid 27 van de grijperweefmachine gestuurd.Figure 10 shows a portion of a gripper weaving machine with a weft scissors 1, a gripper 21 with a gripper clamp 22, a fabric 23, a weft thread 24 and a number of thread presenters 25. For the sake of clarity, only one weft thread 24 is shown, although in the thread guiding eye of each weft presenter 25 may have a weft thread. In use, the weft scissors 1 are arranged to cut a weft thread 24 between the gripper clamp 22 of the gripper 21 of a gripper weaving machine and the fabric 23, with the first shear blade 2 on the side away from the fabric 23 and toward the. gripper 21 is provided and wherein the second scissor blade 3 is disposed on the side away from the gripper 21 and towards the fabric 23. Before a weft thread 24 is cut, the weft thread 24 is moved by the gripper 21 in the direction of arrow P, whereby the weft thread 24 is tensioned near the first shear blade 2 and the stop element 20. The stop element 20 is rounded so that a weft thread 24 can be tensioned around the stop element 20 in order to allow a weft thread 24 to be pulled into the gripper clamp 22 by movement of the gripper 21 without the weft thread 24 being cut off by contact with one of the scissor blades 2, 3. This allows a relatively thick weft thread that can be clamped relatively easily by the gripper clamp 22 to be cut relatively earlier in the weaving cycle, and a relatively thin weft thread which is relatively difficult to clamp by the gripper clamp 22 , cut later in the weaving cycle. Cutting earlier in the weaving cycle also allows the weft thread to be received with a relatively low tension in the gripper clamp 22, while cutting later in the weaving cycle allows the weft thread to be incorporated with a relatively high tension in the gripper clamp 22. At the moment that the second shear blade 3 contacts the weft thread 24 to cut the weft thread 24, the gripper 21 with the weft thread 24 further moves in the direction of arrow P, so that the weft thread 24 forces the second shear blade 3 to the first shear blade 2. This is particularly advantageous for cutting the weft thread 24. The separate drive motor 7 of the weft scissors 1 and the wire presenter 25 are controlled by means of a control unit 27 of the gripper weaving machine which is shown schematically in Figure 1.

[0021] Figuur 11 toont een inslagschaar 1 waarbij een kaliber 26 is aangebracht tussen het eerste schaarblad 2 en het tweede schaarblad 3. Dit kaliber 26, het eerste schaarblad 2 en het tweede schaarblad 3 zijn aangepast om het kaliber 26 tussen het eerste schaarblad 2 en het tweede schaarblad 3 aan te brengen. Het kaliber 26 heeft bij voorkeur een zodanige vorm dat wanneer zowel het eerste schaarblad 2 als het tweede schaarblad 3 contact maken met het kaliber 26, de schaarbladen 2 en 3 zich in de knippositie bevinden. Dit laat toe de hoekpositie van de aandrijfmotor 7 te bepalen waarbij een inslagdraad 24 die aanwezig is tussen het eerste schaarblad 2 en het tweede schaarblad 3 normaal zal worden geknipt. Wanneer deze hoekpositie van de aandrijfmotor 7 gekend is, kan het knipogenblik in de weefcyclus eenvoudig en correct worden ingesteld door een stuureenheid 27 van de grijperweefmachine die de aandrijfmotor 7 stuurt. Zoals getoond in figuur 1 kan de stuureenheid 27 die de aandrijfmotor 7 stuurt samenwerken met een encoder 28 die de hoekpositie van de aandrijfmotor 7 detecteert, bijvoorbeeld om een feedback stuursignaal te genereren.Figure 11 shows an impact scissors 1 in which a caliber 26 is arranged between the first scissors blade 2 and the second scissors blade 3. This caliber 26, the first scissors blade 2 and the second scissors blade 3 are adapted to the caliber 26 between the first scissors blade 2 and arranging the second scissor blade 3. The caliber 26 preferably has such a shape that when both the first scissor blade 2 and the second scissor blade 3 make contact with the caliber 26, the scissors blades 2 and 3 are in the cutting position. This makes it possible to determine the angular position of the drive motor 7, whereby an weft thread 24 present between the first scissor blade 2 and the second scissor blade 3 will be cut normally. When this angular position of the drive motor 7 is known, the winking moment in the weaving cycle can be adjusted simply and correctly by a control unit 27 of the gripper weaving machine which controls the drive motor 7. As shown in Fig. 1, the control unit 27 controlling the drive motor 7 can cooperate with an encoder 28 which detects the angular position of the drive motor 7, for example to generate a feedback control signal.

[0022] Het kaliber 26 wordt in figuren 11 en 12 meer in detail getoond. Het kaliber 26 bevat een vlak 39 dat met het tweede schaarblad 3 kan samenwerken. Verder bevat het kaliber 26 een groef 40 met een door een vlak 41 gevormd grondvlak en een aanslag 42, waarbij het vlak 41 en de aanslag 42 met het eerste schaarblad 2 kunnen samenwerken. Dit laat toe het kaliber 26 via de groef 40 op het eerste schaarblad 2 te schuiven tot de aanslag 42 contact maakt met het eerste schaarblad 2. Daarna kan het tweede schaarblad 3 tot tegen het vlak 39 van het kaliber 26 worden gebracht, zodat de knippositie van de inslagschaar 1 kan worden bereikt en de bijhorende hoekpositie van de aandrijfmotor 7 kan worden bepaald.The caliber 26 is shown in more detail in Figures 11 and 12. The caliber 26 comprises a surface 39 which can cooperate with the second scissor blade 3. The caliber 26 further comprises a groove 40 with a base surface formed by a surface 41 and a stop 42, wherein the surface 41 and the stop 42 can cooperate with the first scissor blade 2. This makes it possible to slide the caliber 26 through the groove 40 on the first shear blade 2 until the stop 42 makes contact with the first shear blade 2. The second shear blade 3 can then be brought to the plane 39 of the caliber 26, so that the cutting position of the impact scissors 1 can be achieved and the associated angular position of the drive motor 7 can be determined.

[0023] Zoals getoond in figuur 10 bevat de weefmachine tevens een lichtgevend element 29 dat aan de inslagschaar 1 is toegevoegd. Dit lichtgevend element 29 kan een lichtsignaal genereren en is bedoeld om een lichtsignaal te genereren bij het knipogenblik van de inslagschaar 1. De aandrijfmotor 7 wordt op een ogenblik in de weefcyclus aangestuurd om een knipbeweging uit te voeren, welk ogenblik iets eerder in de weefcyclus is dan het knipogenblik. Bij voorkeur is het lichtgevend element 29 aangebracht om minstens het tweede schaarblad 3 op te lichten. Bijvoorbeeld is het lichtgevend element 29 tussen het weefsel 23 en de draadpresentator 25 aangebracht. Dit laat toe te observeren of een inslagdraad 24 daadwerkelijk op het door de stuureenheid 27 ingestelde knipogenblik wordt geknipt, met andere woorden of de inslagschaar 1 zich in de knippositie bevindt bij het ingestelde knipogenblik. Het lichtgevend element 29 is bijvoorbeeld een processor gestuurd LED element (lichtemitterende diode) dat een flitslicht genereert. In een alternatief is het lichtgevend element 29 bijvoorbeeld een stroboscoop licht.As shown in Figure 10, the weaving machine also includes a light emitting element 29 that is added to the weft scissors 1. This light-emitting element 29 can generate a light signal and is intended to generate a light signal at the wink of the weft scissors 1. The drive motor 7 is driven at a moment in the weaving cycle to perform a cutting movement, which moment is slightly earlier in the weaving cycle then the wink. The light-emitting element 29 is preferably arranged to light up at least the second scissor blade 3. For example, the light emitting element 29 is arranged between the fabric 23 and the wire presenter 25. This makes it possible to observe whether a weft thread 24 is actually cut at the wink set by the control unit 27, in other words, whether the weft scissors 1 is in the cutting position at the set wink. The light-emitting element 29 is, for example, a processor-controlled LED element (light-emitting diode) that generates a flash light. In an alternative, the light-emitting element 29 is, for example, a strobe light.

[0024] Zoals getoond in figuur 13 is de behuizing 19 van het aandrijfapparaat 6 waarop de aandrijfmotor 7 is bevestigd via een bout 50 vastgemaakt op een steunelement 37, welk steunelement 37 draaibaar is omheen een draaipunt 36 dat aangebracht is op een gestel 38 van de weefmachine. Dit laat toe de inslagschaar 1 omheen het draaipunt 36 te draaien en de inslagschaar 1 ten opzichte van de te knippen inslagdraad 24 nauwkeurig in te stellen. De onderlinge positie van de behuizing 19 en het gestel 38 kan door een bout 54 worden vastgezet.As shown in Fig. 13, the housing 19 of the drive device 6 to which the drive motor 7 is mounted is attached via a bolt 50 to a support member 37, which support member 37 is rotatable about a pivot 36 mounted on a frame 38 of the weaving machine. This makes it possible to turn the weft scissors 1 around the pivot 36 and to accurately adjust the weft scissors 1 relative to the weft thread 24 to be cut. The mutual position of the housing 19 and the frame 38 can be fixed by a bolt 54.

[0025] Figuren 14 en 15 tonen een uitvoeringsvorm waarbij het tweede schaarblad 3 via de as 31 draaibaar verbonden is met het eerste schaarblad 2. Het eerste schaarblad 2 en het tweede schaarblad 3 zijn draaibaar omheen de as 31, waarbij een bout 51 zich uitstrekt doorheen de as 31 en in een moerelement 52 kan worden geschroefd. Tussen het tweede schaarblad 3 en het moerelement 52 is een veer 53 voorzien, bijvoorbeeld een golfveer, teneinde het tweede schaarblad 3 tegen het eerste schaarblad 2 te dwingen. Zoals getoond steunt het aanslagelement 20 tegen de as 31. Dit biedt als voordeel dat het eerste schaarblad 2 en het tweede schaarblad 3 met een kracht tegen elkaar worden gedrukt, hetgeen voordelig is voor het knippen van een inslagdraad. Bovendien laat dit toe een- -inslagdraad 24 nabij de as 31 te knippen, dit betekent op een plaats waar beide schaarbladen 2 en 3 met voldoende kracht tegen elkaar worden gedrukt, hetgeen voordelig is voor het knippen van een inslagdraad. Dit laat ook een compacte opstelling van de schaarbladen 2 en 3 van de inslagschaar 1 toe.Figures 14 and 15 show an embodiment in which the second shear blade 3 is rotatably connected to the first shear blade 2 via the shaft 31. The first shear blade 2 and the second shear blade 3 are rotatable around the shaft 31, wherein a bolt 51 extends can be screwed through the shaft 31 and into a nut element 52. A spring 53, for example a wave spring, is provided between the second shear blade 3 and the nut element 52 in order to force the second shear blade 3 against the first shear blade 2. As shown, the stop element 20 rests against the shaft 31. This offers the advantage that the first scissor blade 2 and the second scissor blade 3 are pressed against each other with a force, which is advantageous for cutting a weft thread. Moreover, this makes it possible to cut a weft thread 24 near the axis 31, this means at a place where both scissors blades 2 and 3 are pressed against each other with sufficient force, which is advantageous for cutting a weft thread. This also allows a compact arrangement of the scissor blades 2 and 3 of the weft scissors 1.

[0026] Een weefmachine met een inslagschaar 1 aangedreven door een aandrijfmotor 7 laat toe het knipogenblik gedurende de weefcyclus in te stellen en het knipogenblik aan te passen aan het type te knippen inslagdraad 24. Dit laat tevens toe het knipogenblik ten opzichte van de weefcyclus in te stellen, te regelen of te wijzigen, in het bijzonder ten opzichte van de positie van de grijper 21 die de te knippen inslagdraad 24 meeneemt bij de aanvang van het inbrengen van deze inslagdraad 24 in het weefvak 45. Het weefvak 45 wordt gevormd tussen het riet 46 en de vlakken kettingdraden 47 en 48 die samenlopen ter hoogte van de aanslaglijn 49. De te knippen inslagdraad 24 bevindt zich tussen het weefsel 23 en de draadpresentator 25 en is nabij de aanslaglijn 49 verbonden met het weefsel 23. Hierdoor kan het knipogenblik in de weefcyclus niet alleen eenvoudig en optimaal worden ingesteld, maar kan het knipogenblik tevens tijdens de werking van de weefmachine worden ingesteld, en indien gewenst voor elke opeenvolgende in te brengen inslagdraad 24. De aandrijfmotor 7 kan zodanig worden gestuurd dat voor elk type inslagdraad 24, waarbij elk type inslagdraad 24 door een bijhorende draadpresentator 25 wordt gepresenteerd, bijvoorbeeld één van de vijf draadpresentators 25 getoond in figuur 10, een bijhorend knipogenblik in de weefcyclus wordt ingesteld.A weaving machine with a weft scissors 1 driven by a drive motor 7 allows to set the wink during the weaving cycle and to adapt the wink to the type of weft thread 24 to be cut. This also allows the wink to be compared to the weaving cycle. to set, regulate or modify, in particular with respect to the position of the gripper 21 which takes along the weft thread 24 to be cut at the start of the introduction of this weft thread 24 into the weaving compartment 45. The weaving compartment 45 is formed between the reed 46 and the planes of warp threads 47 and 48 that converge at the stop line 49. The weft thread 24 to be cut is located between the fabric 23 and the wire presenter 25 and is connected to the fabric 23 near the stop line 49. As a result, the wink can the weaving cycle can not only be set simply and optimally, but the winking can also be set during the operation of the weaving machine, and if desired t for each successive weft thread 24 to be inserted. The drive motor 7 can be controlled such that for each type of weft thread 24, each type of weft thread 24 being presented by an associated thread presenter 25, for example one of the five thread presenters 25 shown in Figure 10, a corresponding winking moment in the weaving cycle is set.

[0027] Het eerste schaarblad 2 is vast aan de eerste hefboom 8 van het eerste aandrijfelement 4 bevestigd en is in gebruik aan de kant weg van het weefsel 23 en naar de grijper 21 toe aangebracht. Dit biedt als voordeel dat de positie van dit eerste schaarblad 2 nauwkeurig ten opzichte van de grijper 21 is bepaald. Het tweede schaarblad 3 is aan de kant weg van de grijper 21 en naar het weefsel 23 toe aangebracht en is tevens draaibaar aan het eerste schaarblad 2 bevestigd, zodat de positie van het tweede schaarblad 3 ten opzichte van het eerste schaarblad 2 tevens nauwkeurig is bepaald. Bovendien wordt in gebruik tijdens het knippen het tweede schaarblad 3 naar het eerste schaarblad 2 toe gedwongen door een inslagdraad 24 die ter hoogte van de inslagschaar 1 gespannen wordt door een beweging van de grijper 21 naar het weefvak 45.The first shear blade 2 is fixedly attached to the first lever 8 of the first drive element 4 and is in use arranged on the side away from the fabric 23 and towards the gripper 21. This offers the advantage that the position of this first scissor blade 2 is accurately determined relative to the gripper 21. The second shear blade 3 is arranged on the side away from the gripper 21 and towards the fabric 23 and is also rotatably attached to the first shear blade 2, so that the position of the second shear blade 3 relative to the first shear blade 2 is also accurately determined . Moreover, in use during cutting, the second shear blade 3 is forced towards the first shear blade 2 by a weft thread 24 which is tensioned at the level of the weft shear 1 by a movement from the gripper 21 to the weaving pocket 45.

[0028] De inslagschaar, de werkwijze en de weefmachine zijn niet beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen. Varianten en combinaties van de weergegeven uitvoeringsvormen die onder de conclusies vallen zijn eveneens mogelijk.The weft scissors, the method and the weaving machine are not limited to the exemplary embodiments and shown in the figures. Variants and combinations of the illustrated embodiments which fall under the claims are also possible.

Claims (15)

Conclusies.Conclusions. 1. Inslagschaar bevattende een eerste schaarblad (2) dat op een eerste aandrijfelement (4) is aangebracht, welk eerste aandrijfeiement (4) heen en weer wordt aangedreven, een tweede schaarblad (3) dat met een tweede aandrijfelement (5) is gekoppeld, welk tweede aandrijfelement (5) heen en weer wordt aangedreven, en een aandrijfmotor (7) voor het aandrijven van het eerste aandrijfelement (4) en het tweede aandrijfelement (5), waarbij in gebruik de inslagschaar (1) is aangebracht om een inslagdraad (24) te knippen tussen een grijperklem (22) van een grijper (21) van een grijperweefmachine en het weefsel (23), daardoor gekenmerkt dat het tweede schaarblad (3) draaibaar op het eerste schaarblad (2) is aangebracht.An impact scissors comprising a first scissor blade (2) mounted on a first drive element (4), which first drive element (4) is driven to and fro, a second scissor blade (3) coupled to a second drive element (5), which second drive element (5) is driven back and forth, and a drive motor (7) for driving the first drive element (4) and the second drive element (5), wherein in use the weft scissors (1) are arranged around a weft thread ( 24) to be cut between a gripper clamp (22) of a gripper (21) of a gripper weaving machine and the fabric (23), characterized in that the second scissors blade (3) is rotatably mounted on the first scissors blade (2). 2. Inslagschaar volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat in gebruik het eerste schaarblad (2) aan de kant weg van het weefsel (23) en naar de grijper (21) toe is aangebracht en waarbij het tweede schaarblad (3) aan de kant weg van de grijper (21) en naar het weefsel (23) toe is aangebracht.Impact scissors according to claim 1, characterized in that in use the first scissor blade (2) is disposed on the side away from the fabric (23) and towards the gripper (21) and wherein the second scissor blade (3) is on the side from the gripper (21) and towards the fabric (23). 3. Inslagschaar volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de inslagschaar (1) als een geheel te verwijderen is van en aan te brengen is op de weefmachine. .Weft scissors according to claim 1 or 2, characterized in that the weft scissors (1) can be removed from and attached to the weaving machine as a whole. . 4. Inslagschaar volgens één van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat de inslagschaar (1) draaibaar omheen een draaipunt (36) is aangebracht om de inslagschaar (1) ten opzichte van de te knippen inslagdraad (24) in te stellen.Weft scissors according to one of claims 1 to 3, characterized in that the weft scissors (1) are rotatably arranged around a pivot point (36) for adjusting the weft scissors (1) relative to the weft thread (24) to be cut. 5. Inslagschaar volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat het eerste schaarblad (2) en het tweede schaarblad (3) van de inslagschaar (1) aangepast zijn om een kaliber (26) tussen het eerste schaarblad (2) en het tweede schaarblad (3) aan te brengen, teneinde de hoekpositie van de aandrijfmotor (7) te bepalen waarbij de schaarbladen (2, 3) elkaar kruisen.Impact scissors according to one of claims 1 to 4, characterized in that the first scissors blade (2) and the second scissors blade (3) of the impact scissors (1) are adapted to have a caliber (26) between the first scissors blade (2) and arranging the second scissor blade (3) to determine the angular position of the drive motor (7) at which the scissor blades (2, 3) intersect. 6. Inslagschaar volgens één van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat het eerste schaarblad (2) en het tweede schaarblad (3) via een as (31) onderling draaibaar verbonden zijn.Impact scissors according to one of claims 1 to 5, characterized in that the first scissors blade (2) and the second scissors blade (3) are rotatably connected to each other via a shaft (31). 7. Inslagschaar volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmotor (7) zodanig is aangebracht dat de aandrijfmotor (7) één volledige omwenteling draait voor elke knipcyclus van de inslagschaar (1).Impact scissors according to one of claims 1 to 6, characterized in that the drive motor (7) is arranged such that the drive motor (7) rotates one complete revolution for each cutting cycle of the impact scissors (1). 8. Inslagschaar volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat een lichtgevend element (29) is toegevoegd aan de inslagschaar (1) om een lichtsignaal te genereren bij het knipogenblik van de inslagschaar (1).The impact scissors according to any of claims 1 to 7, characterized in that a light-emitting element (29) is added to the impact scissors (1) to generate a light signal at the wink of the impact scissors (1). 9. Inslagschaar volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat het lichtgevend element (29) is aangebracht om minstens het tweede schaarblad (3) op te lichten.Impact scissors according to claim 8, characterized in that the light-emitting element (29) is arranged to lift at least the second scissor blade (3). 10. Inslagschaar volgens één van de conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat een aanslagelement (20) nabij het eerste schaarblad (2) is aangebracht om een inslagdraad (24) tussen het eerste schaarblad (2) en een grijper (21) van de grijperweefmachine te geleiden, welk aanslagelement (20) samen met het eerste schaarblad (2) door het eerste aandrijfelement (4) wordt aangedreven.Weft scissors according to one of claims 1 to 9, characterized in that a stop element (20) is arranged near the first scissor blade (2) around an weft thread (24) between the first scissors blade (2) and a gripper (21) of the to guide gripper weaving machine, which stop element (20) together with the first shear blade (2) is driven by the first drive element (4). 11. Werkwijze voor het instellen van een inslagschaar volgens één van de conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het instellen van het knipogenblik in de weefcyclus bevat.Method for adjusting an impact scissors according to one of claims 1 to 10, characterized in that the method comprises adjusting the cutting moment in the weaving cycle. 12. Werkwijze volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmotor (7) zodanig wordt gestuurd dat voor elk type inslagdraad (24) een bijhorend knipogenblik in de weefcyclus wordt ingesteld.Method according to claim 11, characterized in that the drive motor (7) is controlled in such a way that a corresponding wink in the weaving cycle is set for each type of weft thread (24). 13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het genereren van een lichtsignaal bij het knipogenblik bevat.Method according to claim 11 or 12, characterized in that the method comprises the generation of a light signal at the winking moment. 14. Werkwijze volgens één van de conclusies 11 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het aanbrengen van een kaliber (26) bevat om de hoekpositie van de aandrijfmotor (7) bij de knippositie te bepalen.Method according to one of claims 11 to 13, characterized in that the method comprises the application of a caliber (26) to determine the angular position of the drive motor (7) at the cutting position. 15. Weefmachine, daardoor gekenmerkt dat de weefmachine een inslagschaar (1) volgens één van de conclusies 1 tot 10 bevat.Weaving machine, characterized in that the weaving machine comprises an impact scissors (1) according to one of claims 1 to 10.
BE2014/0555A 2014-07-15 2014-07-15 Impact scissors for a weaving machine. BE1021989B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0555A BE1021989B1 (en) 2014-07-15 2014-07-15 Impact scissors for a weaving machine.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0555A BE1021989B1 (en) 2014-07-15 2014-07-15 Impact scissors for a weaving machine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021989B1 true BE1021989B1 (en) 2016-02-02

Family

ID=51584900

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0555A BE1021989B1 (en) 2014-07-15 2014-07-15 Impact scissors for a weaving machine.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1021989B1 (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3347282A (en) * 1965-01-23 1967-10-17 Dornier Gmbh Lindauer Weft thread-cutting mechanism for shuttleless looms
US3814140A (en) * 1971-06-21 1974-06-04 Somet Soc Mec Tessile Cutting device for looms
EP0679744A1 (en) * 1994-04-29 1995-11-02 PANTER S.r.l. Weft yarn cutting device for looms

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3347282A (en) * 1965-01-23 1967-10-17 Dornier Gmbh Lindauer Weft thread-cutting mechanism for shuttleless looms
US3814140A (en) * 1971-06-21 1974-06-04 Somet Soc Mec Tessile Cutting device for looms
EP0679744A1 (en) * 1994-04-29 1995-11-02 PANTER S.r.l. Weft yarn cutting device for looms

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1006347A3 (en) DEVICE FOR PRESENTING weft threads in weaving machines.
CN102797120A (en) Method for preventing stitch from coming apart, device for preventing stitch from coming apart, and stitch structure
BE1021989B1 (en) Impact scissors for a weaving machine.
EP2122027B1 (en) Gripper weaving machine, bringer gripper and deflecting guide
DE1801018C3 (en) Weft yarn cutting device on a weaving machine
BE1011603A3 (en) METHOD AND APPARATUS FOR MONITORING A weft insertion in a weaving machine.
CN208121342U (en) Section line apparatus and sewing machine
CN107130322B (en) Yarn clamping and breaking device for doffing
EP3478882B1 (en) Device for clamping weft threads
US2572143A (en) Thread-cutting device
US3951179A (en) Device for severing a thread in a textile machine
CN209854351U (en) Thread cutting device for cylinder type sewing machine
CN208121343U (en) Cut baseline device and sewing machine
KR910008199A (en) Indentation device for the rapier loom
BE1012989A3 (en) Gripping device for a rapier loom
AU2001254941B2 (en) Tuft feeding mechanism
BE1030688B1 (en) Device for selecting and presenting weaving threads
US2143681A (en) Tufting attachment for sewing machines
US988197A (en) Wire-cutting machine.
BE1021782B1 (en) THREADER, GRAIN WEAVING MACHINE AND METHOD FOR INSERTING AN IMPRESSION THREAD WITH SUCH A GRAINER IN SUCH A GRAIN WEAVING MACHINE
US433661A (en) Tension mechanism for sewing-machines
US4029031A (en) Device for providing rugs and the like with tufts
CN111663258B (en) Thread cutting device for cylinder type sewing machine
US3076585A (en) Feeding and assembling of electrical terminal part of wire
CN216585578U (en) Rope embroidery shearing device