BE1018442A3 - Werkwijze voor het vervaardigen van tapijten met franjes, weefsels en tapijten volgens deze werkwijze vervaardigd. - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van tapijten met franjes, weefsels en tapijten volgens deze werkwijze vervaardigd. Download PDF

Info

Publication number
BE1018442A3
BE1018442A3 BE2009/0738A BE200900738A BE1018442A3 BE 1018442 A3 BE1018442 A3 BE 1018442A3 BE 2009/0738 A BE2009/0738 A BE 2009/0738A BE 200900738 A BE200900738 A BE 200900738A BE 1018442 A3 BE1018442 A3 BE 1018442A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
carpet
fringes
fabric
warp
zone
Prior art date
Application number
BE2009/0738A
Other languages
English (en)
Inventor
Johny Debaes
Johan Vandamme
Original Assignee
Wiele Michel Van De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wiele Michel Van De Nv filed Critical Wiele Michel Van De Nv
Priority to BE2009/0738A priority Critical patent/BE1018442A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1018442A3 publication Critical patent/BE1018442A3/nl
Priority to CN201080053870.5A priority patent/CN102639773B/zh
Priority to EP10810915.8A priority patent/EP2507423B1/en
Priority to PCT/IB2010/003047 priority patent/WO2011064656A2/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D5/00Selvedges
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D13/00Woven fabrics characterised by the special disposition of the warp or weft threads, e.g. with curved weft threads, with discontinuous warp threads, with diagonal warp or weft
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D27/00Woven pile fabrics
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2503/00Domestic or personal
    • D10B2503/04Floor or wall coverings; Carpets
    • D10B2503/041Carpet backings

Abstract

Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van tapijten (1) omvattende franjes (5, 5') aan twee tegenovergestelde rande volgens ofwel de kettingrichting (X) ofwel de inslagrichting (Y), waarbij op een weefmachine een weefsel (6) wordt geweven uit kettinggarens en inslaggarens, omvattende: - een weefzone (A,A') omvattende het van franjes (5,5') te voorziene deel (2,2') van het tapijt (1); - een aan deze weefzone (A,A') aansluitende randzone (B,B') waarin een langte van minstens een deel van de ketting- of de inslaggarens, ter vorming van de franjes (5,5') niet is ingebonden; - een aan de randzone (B,B') aansluitende houdzone (C,C') omvattende een houdweefsel (3,3'), waarin een lengte van de ketting-, respectievelijk de inslaggarens is ingebonden door middel van inslag-, respectievelijk kettinggarens. Deze uitvinding betreft eveneens een weefsel (6) en een tapijt (5,5') die volgens deze werkwijze zijn vervaardigd.

Description

WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN TAPIJTEN METFRANJES. WEEFSELS EN TAPIJTEN VOLGENS DEZE WERKWIJZE
VERVAARDIGD
Deze uitvinding betreft enerzijds een werkwijze voor het vervaardigen van tapijtenmet franjes, waarbij op een weeftnachine een tapijt wordt geweven, uit kettinggarens, . .en uit inslaggarens, waarbij dit tapijt aan twee tegenovergestelde randen franjesomvat, volgens de kettingnchting of de inslagrichting en waarbij de franjes volgensde ketting-, respectievelijk de inslagrichting, uit niet ingebonden lengtes van ketting-,respectievelijk inslaggarens, van het genoemde tapijt bestaan. Anderzijds betreft dezeuitvinding een weefsel dat volgens deze werkwijze wordt vervaardigd en betreft dezeuitvinding ook een tapijt dat volgens deze werkwijze wordt vervaardigd.
Traditioneel worden tapijten meestal voorzien van franjes aan tweetegenovergestelde randen. Dergelijke franjes worden hierbij meestal aan de tweesmalste tegenovergestelde randen van een tapijt aangebracht.
Bij de klassieke werkwijze voor het machinaal vervaardigen van tapijten met franjes,worden deze franjes separaat aangemaakt op daarvoor geschikte machines, waarnadeze franjes met een gepaste verbindingstechniek en meestal met behulp van eennaaimachine aan de rand van het tapijt worden bevestigd......
Deze klassieke werkwijze voor het vervaardigen van tapijten met franjes vraagt na debeëindiging van het weeiproces een extra bewerkingsstap, met bijhorende logistiekeeisen en manuele arbeid. Het tijdens het weefproces toevoegen van de franjes is eeninteressante kostenbesparende piste.
Bovendien wordt er bij de klassieke machinaal geweven tapijten naar gestreefd omzo goed mogelijk het aspect van een handgemaakt tapijt te imiteren. Franjes dieonmiddellijk voorzien zijn aan een tapijt, zijn een goed voorbeeld van een typischaspect van een handgemaakt tapijt. Bij de achteraf toegevoegde franjes zijn de bevestigingsmiddelen steeds zichtbaar, zodat hiermee onmiddellijk duidelijk is dat debetreffende tapijten machinaal werden vervaardigd.
In US 1,394,869 wordt beschreven hoe licht gekleurde vulkettinggarens toegevoegdworden aan een tapijtstructuur zodat hiermee franjes kunnen gerealiseerd worden.De lichtgekleurde vulkettinggarens lopen na het beëindigen van het tapijt nietingebonden in het weefsel door. Aan de poolzijde wordt, na de eindzone van hetweefsel met figuurvormende poolkettinggarens, eèn vlak weefsel· gevormd met deniet gebruikte poolkettinggarens en met de donker gekleurde bindkettinggarens. Ditvlak weefsel wordt dan omgeplooid en dient als rand voor het tapijt.
De werkwijze voor vervaardigen van tapijten met franjes uit US 1,394,869 is echterniet geschikt voor moderne tapijtweefinachines. Op moderne tapijtweefinachinesworden geweven tapijten namelijk voortgetrokken via trekrollen met pinnen, dezogenaamde pikkerwalsen. Deze pinnen trekken op de rugzijde van het weefsel, viade in het grondweefsel ingeweven inslagen. De aan de rugzijde loshangendevulkettinggarens, zoals beschreven in US 1,394,869, zullen aan deze pinnen blijvenhaperen. Bovendien is er een grote zone waarin geen inslagen voorzien zijn, namelijkeen zone die minstens twee maal de lengte van de voorziene franjes heeft, eenmaalvoor het beginnende en eenmaal voor het eindigende tapijt. In deze zones kunnen depinnen niet aangrijpen óp Weefsel om deze voort te trekken, waardoor tapijten gaanverschuiven ten opzichte van elkaar. Ook in de afwerking van dergelijke tapijtenkunnen de loshangende kettingfranjes voor problemen zorgen.
In US 5,389,421 wordt een methode beschreven voor het produceren van eenroedentapijt met aangeweven franjes, gemaakt met poolkettinggarens. Dit heeft alsnadeel dat de franjes altijd de kleur van het poolgaren dienen te hebben. Dit vormtook voor het weven van dubbelstukgeweven tapijt een probleem omdat hier meestalde helft van de kleuren in het ene tapijt wordt ingebonden en de andere helft in hetandere tapijt, wat dus resulteert in tapijten met verschillende franjes. De beschrevenmethode in US 5,389,421 vraagt ook nog heel wat manuele interventies, zoals het verwijderen van inslagen. Bij poolweefsels dient met deze methode ook eendecoratieve strip toegevoegd te worden ter hoogte van de eindzone van het weefsel,zodat de lijm, die aan de eindzone werd toegevoegd om verder uitrafelen van depoolgarens tegen te gaan, wordt afgedekt.
Het doel van deze uitvinding is dan ook te voorzien in een werkwijze voor hetvervaardigen van tapijten met franjes, waarmee deze franjes tijdens het weefproceskunnen voorzien worden aan een tapijt, waarbij moderne tapijtweefinachines ingezetkunnen worden en waarmee bovengenoemde problemen verholpen worden.
Dit doel van deze uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een werkwijze voorhet vervaardigen van tapijten met franjes, waarbij op een weefmachine een tapijt 'wordt geweven, uit kettinggarens, en uit inslaggarens, waarbij dit tapijt aan tweetegenovergestelde randen franjes omvat, volgens ofwel de kettingrichting ofwel de -inslagrichting, waarbij de franjes volgens de ketting-, respectievelijk deinslagrichting, uit niet ingebonden lengtes van ketting-, respectievelijk inslaggarens,van het genoemde tapijt bestaan, en waarbij op de genoemde weefmachine eenweefsel wordt geweven, omvattende: - een weefzone, omvattende het van franjes te voorziene deel van hetgenoemde tapijt, waarin een eerste lengte van de ketting-, respectievelijkinslaggarens, is ingebonden door middel van inslag-, respectievelijkkettinggarens; - een aan deze weefzone aansluitende randzone waarin een tweede lengte vanminstens een deel van de ketting-, respectievelijk inslaggarens, ter vormingvan de franjes, niet is ingebonden; een aan de randzone aansluitende houdzone die zich ten opzichte van derandzone aan de tegenovergestelde zijde van de weéfzohe bevindt,omvattende een houdweefsel, waarin een derde lengte van de ketting-,respectievelijk inslaggarens, is ingebonden door middel van bijkomendeinslag-, respectievelijk kettinggarens.
Om de lengte van minstens een deel van de ketting-, respectievelijk inslaggarens, dievoorzien wordt voor de franjes, niet te laten inbinden in het tapijt, kunnen telkens dekettinggarens in de randzone gestuurd worden door een elektronischprogrammeerbaar gaapvormingsmechanisme, zoals een elektronische jacquard, eenelektronische dobby, of een servo gestuurde weefraamaandrijving.
Dankzij dergelijke houdweefsels kan de afwerking van de tapijten probleemloosverlopen, omdat er geen loshangende franjes zijn tijdens het productieproces. Het ispas na beëindigen van de afwerking dat het houdweefsel wordt afgésnëden en defranjes vrij komen te liggen.
De zones waarin ketting-, respectievelijk inslaggarens ongebonden zijn, kunnen ookbeperkt blijven tot een lengte die nagenoeg overeenstemt met de gewenste lengtevoor de franjes. Dankzij het feit dat deze zones met ongebonden ketting-,respectievelijk inslaggarens een beperkte lengte hebben en begrensd worden doorenerzijds het van franjes te voorziene deel van het tapijt en anderzijds hethoudweefsel, zullen pikkerwalsen steeds kunnen aangrijpen op ofwel dit van franjeste voorziene deel van het tapijt ofwel dit houdweefsel.
De houdweefsels die de franjes vasthouden voorbij de gewenste lengte kunnen zichdan tussen twee randzones met franjes bevinden, namelijk een randzone aan heteinde van het vorige tapijt en een randzöne aan het begin van het volgende tapijt,wanneer de franjes in kettingrichting worden voorzien of randzones van tapijten dienaast elkaar dwars worden geweven, wanneer de franjes in inslagrichting wordenvoorzien.
Bij een eerste specifieke werkwijze volgens deze uitvinding worden de franjesgevormd uit inslaggarens.
Dit is het geval wanneer een tapijt dwars wordt geweven en de franjes ininslagrichting worden voorzien.
De houdweefsels die de franjes vasthouden voorbij de tweede lengte bevinden zichdan aan de linker- en rechterbuitenzijde van het weefsel in de weefinachine eneventueel nog tussen twee randzones met franjes, wanneer meerdere tapijten naastelkaar liggend worden geweven.
Een groot voordeel van het vormen van franjes uit inslaggarens is dat hiermee ook dekleur van de franjes kan worden gekozen. Dit kan met behulp van eeninslagselectieapparaat.
Bij een tweede specifieke werkwijze volgens de uitvinding worden de franjesgevormd uit kettinggarens.
De franjes worden hierbij dan ook in kettingrichting voorzien.
Wanneer in deze kettingrichting meerdere tapijten opeenvolgend op elkaar wordengeweven, dan bevinden de houdweefsels, die de franjes vasthouden voorbij degewenste lengte, zich tussen twee randzones van franjes, namelijk de randzone aanhet einde van het vorige tapijt en de randzone aan het begin van het volgende tapijt.
Met deze werkwijze kunnen grotere tapijten geweven worden dan wanneer de franjesuit inslaggarens worden gevormd.
Wanneer franjes uit kettinggarens worden gevormd kan men bovendien met behulpvan een servo gestuurde schotregulator de schotdichtheid in de verschillende zones(weefzone, randzone, houdzone) volgens wens aanpassen.
Bij een voorkeurdragende werkwijze volgens deze uitvinding wordt na het wevenvan het weefsel op de weefinachine, het genoemde houdweefsel afgesneden van hettapijt met de franjes, tussen de randzöne en de houdzone, Om zo het tapijt te vormen.
Bij een verdere voorkeurdragende werkwijze volgens deze uitvinding omvat hettapijt een rugzijde en wordt bij het weven van het weefsel op de genoemdeweefinachine in elke randzone een randweefsel geweven, aan één zijde ten opzichtevan de genoemde niet ingebonden ketting- of inslaggarens, naar de rugzijde van hettapijt toe, waarbij in dit randweefsel een tweede lengte van een deel van de ketting-,respectievelijk inslaggarens, is ingebonden door middel van inslag-, respectievelijkkettinggarens.
De rugzijde van een tapijt is de zijde van het tapijt die in gebruikstoestand van hettapijt niet zichtbaar is. Bij een tapijt die op een vloer wordt gelegd, is dit de zijde vanhet tapijt die op de vloer komt te liggen. Bij een tapijt die aan of voor een wandwordt opgehangen, is dit de zijde die naar de wand toe wordt gericht. Bijpoolweefsels is de rugzijde de tegenovergestelde zijde van de poolzijde. De poolzijdevan een poolweefsel is de zijde waar de figuurvormende poolgarens zichvoornamelijk bevinden ten opzichte van het grondweefsel gevormd door deinslaggarens en de grondkettinggarens.
Dergelijke randweefsels zorgen er mee voor dat de afwerking van de tapijtenprobleemloos kan verlopen, doordat de niet ingebonden ketting-, respectievelijkinslaggarens, die de franjes zullen vormen, tijdens het productieproces ookafgeschermd zijn aan de rugzijde van het tapijt. Bij poolweefsels verhindert ditrandweefsel dan ook dat de franjes aan elkaar worden gekleefd tijdens hetaanbrengen van de lijmlaag op de rugzijde van het taptij, die dient om de verankeringvan de poolgarens in het tapijtweefsel te garanderen.
Deze randweefsels vormen bovendien een bijkomend aangrijppunt voor depikkerwalsen om de tapijten voort te trekken.
Wanneer het tapijt een rugzijde en een randweefsel omvat, wordt het randweefsel nahet afsnijden van het houdweefsel bij voorkeur omgeplooid en aan de rugzijde vanhet tapijt bevestigd.
Dit randweefsel kan hiertoe bijvoorbeeld met behulp van lijm aan de rugzijde van hettapijt bevestigd worden.
Bij een bijzondere werkwijze volgens deze uitvinding omvat het tapijt eenpoolweefsel.
Bij de hierboven beschreven werkwijzen volgens de uitvinding kunnen alle types vanweefmachines ingezet worden, namelijk axminster-, dubbelstuk-, roeden-,lussenpool- of vlakke weefmachines
Het doel van deze uitvinding wordt eveneens bereikt door te voorzien in een weefseldat met behulp van een hierboven beschreven werkwijze volgens deze uitvindingwordt vervaardigd.
Het doel van deze uitvinding wordt daarnaast ook bereikt door te voorzien in eentapijt met franjes, dat met behulp van een werkwijze volgens deze uitvinding wordtvervaardigd, waarbij een randweefsel wordt geweven. Meer specifiek omvat dit tapijtdan een poolweefsel.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgendegedetailleerde beschrijving van een werkwijze, een weefsel en een tapijt met franjesvolgens de uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend eenverduidelijkend voorbeeld te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden vandeze uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als eenbeperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van.de in de conclusiesopgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezennaar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij: - figuur 1 een gedeelte van een eerste uitvoeringsvorm van een weefselvolgens deze uitvinding, omvattende houdweefsels en rândweefsels, waarbijde franjes uit kettinggarens worden gevormd, schetsmatig in perspectief isvoorgesteld; - figuur 2 een tweede uitvoeringsvorm van een weefsel volgens deze uitvinding, omvattende houdweefsels en rândweefsels, waarbij de franjes uit ......
inslaggarens worden gevormd schetsmatig in perspectief is voorgesteld; - figuur 3 een eerste uitvoeringsvorm van een tapijt volgens deze uitvinding,omvattende franjes die uit inslaggarens zijn gevormd en omvattenderândweefsels die aan de rugzijde van het tapijt zijn bevestigd; - figuur 4 een derde uitvoeringsvorm van een weefsel volgens deze uitvinding,omvattende houdweefsels, waarbij de franjes uit inslaggarens wordengevormd, schetsmatig in perspectief is voorgesteld; - figuur 5 een tweede uitvoeringsvorm van een tapijt volgens deze uitvinding,omvattende franjes die uit inslaggarens zijn gevormd, schetsmatig inperspectief is voorgesteld.
Bij een werkwijze volgens deze uitvinding voor het vervaardigen van tapijten (1) metfranjes (5, 5’) aan twee tegenovergestelde randen, wordt eerst op een weefinachineeen weefsel (6), zoals afgebeeld in de figuren 1, 2 en 4, geweven uit kettinggarens enuit inslaggarens. Als weefinachine kunnen alle types van weefmachines ingezetworden, namelijk axminster-, dubbelstuk-, roeden-, lussenpool- of vlakkeweefmachines.
De weefsels (6) zoals afgebeeld in de figuren 1, 2 en 4, omvatten één of meerdereweefzones (A, A’), twee of meerdere randzones (B, B’, B”) en twee of meerderehoudzones (C, C’).
Bij het weefsel (6) uit figuur 1 strekken de kettinggarens zich in lengterichting vanhet tapijt (1) uit. De franjes (5, 5”) worden hierbij uit kettinggarens gevormd volgensde kettingrichting (X).
Bij de weefsels (6) uit figuur 2 en 4 is de inslagrichting (Y) de lengterichting van dete vormen tapijten (1). De franjes (5, 5’) worden hierbij uit inslaggarens gevormdvolgens de inslagrichting (Y).
Een weefzone (A, A’) omvat telkens een van franjes (5, 5’) te voorzien deel (2, 2’)van een tapijt (1). Dit deel (2,2’) kan bijvoorbeeld uit een poolweefsel bestaan. In deafgebeelde figuren is dit deel telkens hoger uitgevoerd dan de delen van het weefsel(6) in de overige zones om aan te duiden dat hierin pool is gevormd. Even goed kandit echter ook een figuratief deel van een tapijt (1 j zijn dat zonder pool is uitgevoerd.
Een randzone (B, B’, B”) omvat telkens een lengte van ketting- of inslaggarens dieniet ingebonden zijn en voorzien zijn om de franjes (5, 5’, 5”) van het tapijt (1) tevormen. Ketting-, respectievelijk inslaggarens in deze randzone (B, B’, B”) die nietvoorzien zijn om franjes (5, 5’, 5”) te vormen, kunnen in een randweefsel (4, 4’, 4”)ingebonden zijn met behulp van inslag-, respectievelijk kettinggarens, zoals bij deweefsels (6) zoals afgebeeld is in de figuren 1 en 2.
Een houdzone (C, C’) omvat telkens een houdweefsel (3, 3’).
Om tot het weefsel (6), zoals afgebeeld in figuur 1 te komen, worden in de weefzone(A) een eerste lengte van de kettinggarens waaruit het weefsel (6) wordt geweven,ingebonden door middel van inslaggarens tot een figuratief deel (2) van éen tapijt (1)is gevormd. In de op deze weefzone (A) aansluitende randzone (B) wordt een tweedelengte van een deel van de kettinggarens, ter vorming van de franjes (5) nietingebonden. Dit kan door deze kettinggarens te sturen met behulp van eenelektronisch programmeerbaar gaapvormingsmechanisme, zoals een elektronischejacquard, een elektronische dobby, of een servo gestuurde weefraamaandrijving.Deze tweede lengte bedraagt minstens de gewenste lengte van de te vormen franjes(5). In deze zelfde randzone (B) wordt een tweede lengte van de overigekettinggarens, die niet voorzien zijn om de franjes (5) te vormen, ingebonden, door middel van inslaggarens tot een randweefsel (4) en dit aan één zijde ten opzichte vande genoemde niet ingebonden kettinggarens en naar de rugzijde van het tapijt (1) toe.Aansluitend op deze randzone (B) wordt een derde lengte van de kettinggarensingebonden door middel van inslaggarens in een houdweefsel (3) in een houdzone(C).
Aan de niet afgebeelde rand van het figuratief deel (2) van het tapijt (1), dat zich tenopzichte van het figuratief deel (2) aan de tegenovergestelde zijde van de afgebeelderand bevindt, werd voorafgaand aan het vormen van dit figuratief deel (2)aansluitend op de weefzone (A) een gelijkaardige randzone (B’) gevormd met franjes(5’) en een randweefsel (4’) en werd hierop voorafgaand op zijn beurt op dezerandzone (B’) aansluitend een gelijkaardige houdzone (C’) gevormd met eenhoudweefsel (3’)·
Met het deel van het weefsel (6) dat zich in de weefzone (A) en de hieropaansluitende randzones (B, B’) bevindt, kan later een tapijt (1) worden gevormd.Dankzij de houdweefsels (3, 3’) in de houdzones (C, C’) hangen de franjes (5, 5’)niet los en kan het weefsel (6) voortgetrokken worden op wééfmachiries mét behulpvan pikkerwalsen.
Aansluitend op het afgebeelde houdweefsel (C) wordt een volgende lengte van eendeel van de kettinggarens, zoals afgebeeld, in een gelijkaardig volgend randweefsel(B”) niet ingebonden, ter vorming van de franjes (5, 5’) van een volgend tapijt (1)waarvan het figuratief deel (2’) in een hierop volgende weefzone (A’) wordtgeweven uit nog een volgende lengte van de kettinggarens en inslaggarens. In hetrandweefsel (B”) is opnieuw het overige deel van de kettinggarens ingebonden doormiddel van inslaggarens tot een randweefsel (4”). Op deze manier wordenopeenvolgende tapijten (1) geweven op een weefinachine, waarbij telkenshoudweefsels (C, C’) tussen de tapijten (1) ervoor zorgen dat de franjes (5, 5’, 5”)niet loshangen en het weefsel (6) met behulp van pikkerwalsen kan voortgetrokkenworden.
Met behulp van een servo gestuurde schotregulator kan de schotdichtheid in deverschillende zones (A, A’, B, B’, B”, C, C’, C”) volgens wens aangepast worden.
Om tot weefsels (6), zoals afgebeeld in figuur 2 en 4 te kómen, worden tegelijk naastelkaar een weefzone (A), aan beide randen hiervan een randzone (B, B’) enaansluitend op deze randzones (B, B’) een houdweefsel (C, C’) geweven uitinslaggarens en kettinggarens. In de weefzone (A) wordt een eerste lengte van deinslaggarens waaruit het weefsel (6) wordt geweven, ingebonden door middel vankettinggarens tot een figuratief deel (2) van een tapijt (1) is gevormd. In de op dezeweefzone (A) aan twee tegenovergestelde zijden aansluitende randzones (B, B’)wordt tegelijk een tweede lengte van minstens een deel van de inslaggarens, tervorming van de franjes (5, 5’) niet ingebonden. Om deze inslaggarens niet in tebinden, kunnen de in deze randzone (B, B’) aanwezige kettinggarens gestuurdworden door een elektronisch programmeerbaar gaapvormingsmechanisme, zoalseen elektronische jacquard, een elektronische dobby, of een servo gestuurdeweefraamaandrijving. Deze tweede lengte bedraagt minstens de gewenste lengte vande te vormen franjes (5, 5’). In deze zelfde randzones (B, B’) wordt in deuitvoeringsvorm zoals afgebeeld in figuur 2 een tweede lengte van de overigeinslaggarens, die niet voorzien zijn om de franjes (5, 5’) te vormen, ingebonden, doormiddel van kettinggarens tot een randweefsel (4, 4’) en dit aan één zijde ten opzichtevan de genoemde niet ingebonden inslaggarens en naar de rugzijde van het te vormentapijt (1) toe. Aansluitend op deze randzones (B, B’) aan een zijde ten opzichte vandeze randzones (B, B’) tegenover de zijde van de weefzone (A) wordt zowel in deuitvoeringsvorm uit figuur 2 als deze uit figuur 4 een derde lengte van deinslaggarens ingebonden door middel van kettinggarens in een houdweefsel (3) ineen houdzone (C). Deze houdweefsels (C, C’) zorgen ervoor dat de franjes(5, 5’, 5”) niet loshangen en dat het weefsel (6) met behulp van pikkerwalsen kanvoortgetrokken worden.
Door franjes (5, 5’) op deze manier uit inslaggarens te vormen, kan men de kleur vande franjes (5, 5’) kiezen. Dit kan met behulp van een inslagselectieapparaat.
De tapijten (1) zoals afgebeeld in de figuren 3 en 5, worden daarna bekomen uitweefsels (6) volgens deze uitvinding, door de houdweefsels (3, 3’) af te snijden vanhet tapijt (1) met de franjes (5, 5’, 5”) tussen de corresponderende randzones (B, B’,B”) en houdzones (C, C’) en eventuele randweefsels (4, 4’, 4”) om te plooien en aande rugzijde van het tapijt (1) te bevestigen. Deze randweefsels (4, 4’,'4”) kunnenhiertoe bijvoorbeeld met behulp van lijm aan de rugzijde van het tapijt (1) bevestigdworden.
Op deze manier kan men bijvoorbeeld een tapijt (1), zoals afgebeeld in figuur 3,bekomen uit een weefsel (6), zoals afgebeeld in figuur 2. Analoog kan men op dezemanier een tapijt (1), zoals afgebeeld in figuur 5, bekomen uit een weefsel (6), zoalsafgebeeld in figuur 4.

Claims (10)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van tapijten (1) met franjes (5, 5’), waarbijop een weefmachine een tapijt (1) wordt geweven, uit kettinggarens, en uitinslaggarens, waarbij dit tapijt (1) aan twee tegenovergestelde randen franjes(5, 5’) omvat, volgens ofwel de kettingrichting (X) ofwel de inslagrichting(Y) en waarbij de franjes (5, 5’) volgens de ketting- (X), respectievelijk deinslagrichting ,(Y), uit niet. ingebonden lengtes van ketting-, respectievelijk ....inslaggarens, van het genoemde tapijt (1) bestaan, met het kenmerk dat opde genoemde weefmachine een weefsel (6) wordt geweven, omvattende: - een weefzone (A, A’), omvattende het van franjes (5, 5’) te voorzienedeel (2, 2’) van het genoemde tapijt (1), waarin een eerste lengte vande ketting-, respectievelijk inslaggarens, is ingebonden door middelvan inslag-, respectievelijk kettinggarens; - een aan deze weefzone (A, A’) aansluitende randzone (B, B’) waarineen tweede lengte van minstens een deel van de ketting-,respectievelijk inslaggarens, ter vorming van de franjes (5, 5’), niet isingebonden; - een aan de randzone (B, B’) aansluitende houdzone (C, C’) die zichten opzichte van de randzone (B, B’) aan de tegenovergestelde zijdevan de weefzone (A, A’) bevindt, omvattende een houdweefsel. (3, ,3’), waarin een derde lengte van de ketting-, respectievelijkinslaggarens, is ingebonden door middel van bijkomende inslag-,respectievelijk kettinggarens.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de franjes (5, 5’)gevormd worden uit inslaggarens.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de franjes (5, 5’)gevormd worden uit kettinggarens.
4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat ...... na het weven van het weefsel (6) op de weefinachine, het genoemdehoudweefsel (3, 3’) wordt afgesneden van het tapijt (1) met de franjes (5, 5’),tussen de randzone (B, B’) en de houdzone (C, C’).
5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dathet tapijt (1) een rugzijde omvat en dat bij het weven van het weefsel (6) opde genoemde weefinachine in elke randzone (B, B’) een randweefsel (4, 4’)wordt geweven, aan één zijde ten opzichte van de genoemde niet ingebondenketting- of inslaggarens (5, 5’), naar de rugzijde van het tapijt (1) toe, waarbijin dit randweefsel (4, 4’) een tweede lengte van een deel van de ketting-,respectievelijk inslaggarens, is ingebonden door middel van inslag-,respectievelijk kettinggarens.
6. Werkwijze volgens conclusie 4 en 5, met het kenmerk dat na het afsnijdenvan het houdweefsel (3, 3’) het randweefsel (4, 4’) wordt omgeplooid en aande rugzijde van het tapijt (1) wordt bevestigd.
7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dathet tapijt (1) een pool weefsel (2) omvat.
8. Weefsel (6), met het kenmerk dat dit weefsel (6) met behulp van eenwerkwijze volgens één van de conclusies 1 tot en met 3 of 5 wordtvervaardigd.
9. Tapijt (1) met franjes (5, 5’), met het kenmerk dat dit tapijt (1) met behulpvan een werkwijze volgens één van de conclusies 5 of 6 wordt vervaardigd.
10. Tapijt (1) volgens conclusie 9, met het kenmerk dat dit'tapijt (1) eenpoolweefsel (2) omvat.
BE2009/0738A 2009-11-30 2009-11-30 Werkwijze voor het vervaardigen van tapijten met franjes, weefsels en tapijten volgens deze werkwijze vervaardigd. BE1018442A3 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0738A BE1018442A3 (nl) 2009-11-30 2009-11-30 Werkwijze voor het vervaardigen van tapijten met franjes, weefsels en tapijten volgens deze werkwijze vervaardigd.
CN201080053870.5A CN102639773B (zh) 2009-11-30 2010-11-29 须边地毯的制造方法及按此方法制造的织物和地毯
EP10810915.8A EP2507423B1 (en) 2009-11-30 2010-11-29 Method for producing carpets with fringes, fabrics and carpets produced according to this method
PCT/IB2010/003047 WO2011064656A2 (en) 2009-11-30 2010-11-29 Method for producing carpets with fringes, fabrics and carpets produced according to this method

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200900738 2009-11-30
BE2009/0738A BE1018442A3 (nl) 2009-11-30 2009-11-30 Werkwijze voor het vervaardigen van tapijten met franjes, weefsels en tapijten volgens deze werkwijze vervaardigd.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018442A3 true BE1018442A3 (nl) 2010-11-09

Family

ID=42668635

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0738A BE1018442A3 (nl) 2009-11-30 2009-11-30 Werkwijze voor het vervaardigen van tapijten met franjes, weefsels en tapijten volgens deze werkwijze vervaardigd.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2507423B1 (nl)
CN (1) CN102639773B (nl)
BE (1) BE1018442A3 (nl)
WO (1) WO2011064656A2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106319718A (zh) * 2016-08-19 2017-01-11 广东溢达纺织有限公司 须边织唛及其织造方法
CN109667021A (zh) * 2019-02-26 2019-04-23 明新弹性织物(中国)有限公司 一种须边织带
CN111575874B (zh) * 2020-05-27 2021-09-07 山东黄河三角洲纺织科技研究院有限公司 一种机织流苏织物的织造方法

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB320635A (en) * 1928-07-16 1929-10-16 Henry La Rue Thompson Improvements relating to the weaving of pile fabrics such as rugs and carpets
US2141386A (en) * 1937-11-08 1938-12-27 Habib Kameel Method of making fringed woven articles
JP2003073959A (ja) * 2001-09-03 2003-03-12 Nogami Orimono Kk 房付き経パイル織物およびその製造方法

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1394869A (en) 1919-01-25 1921-10-25 Jr David H Stroud Art of rug-weaving and the product resulting therefrom
US5389421A (en) 1992-12-23 1995-02-14 Pearlman; Philip Fringed wilton-type carpet and method of making the same
CN1149638A (zh) * 1995-11-06 1997-05-14 王闽战 一种板挺地毯或挂毯及其制作方法
CN1197496C (zh) * 2000-07-24 2005-04-20 布雷维泰克斯专利纺织品开发公司 花纹围巾及其生产方法和织机
ITMI20020275A1 (it) * 2002-02-13 2003-08-13 Schneider Electric Ind Italia Dispositivo di comando per il funzionamento di una pompa autoclave diuna rete di distribuzione d'acqua
CN101301160A (zh) * 2007-05-08 2008-11-12 李福根 微缩地毯工艺垫及其制作方法
CN201077897Y (zh) * 2007-08-17 2008-06-25 李延伍 机织簇绒地毯封边结构

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB320635A (en) * 1928-07-16 1929-10-16 Henry La Rue Thompson Improvements relating to the weaving of pile fabrics such as rugs and carpets
US2141386A (en) * 1937-11-08 1938-12-27 Habib Kameel Method of making fringed woven articles
JP2003073959A (ja) * 2001-09-03 2003-03-12 Nogami Orimono Kk 房付き経パイル織物およびその製造方法

Also Published As

Publication number Publication date
CN102639773A (zh) 2012-08-15
CN102639773B (zh) 2014-05-07
EP2507423B1 (en) 2015-01-07
EP2507423A2 (en) 2012-10-10
WO2011064656A2 (en) 2011-06-03
WO2011064656A3 (en) 2011-08-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1014721A5 (nl) Werkwijze en weefmachine voor het weven van weefsels met poollussen.
BE1020430A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een poolweefsel met poolvrije zones.
BE1016849A3 (nl) Werkwijze voor het weven van weefsels met zones met een ribstructuur met een grote variatie in kleureffecten.
BE1016008A4 (nl) Werkwijze en inrichting voor het weven van dubbelzijdig bruikbare weefsels.
US2186692A (en) Method of and apparatus for hand weaving
BE1018442A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van tapijten met franjes, weefsels en tapijten volgens deze werkwijze vervaardigd.
BE1016658A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een weefsel, weefsel geweven volgens een dergeljke werkwijze en weefmachine voor het weven van een dergelijk weefsel.
BE1013266A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een hoogkorig poolweefsel.
JP2016196725A5 (nl)
BE1023598B1 (nl) Werkwijze voor het dubbelstukweven van weefsels met figuurkettingdraden
JPH05176804A (ja) 運動靴およびその製造方法
JP5610866B2 (ja) ガーゼ織物の製織方法
US11346023B2 (en) Fully-formed volumetrically woven article
BE1026908B1 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels
JPH07506631A (ja) テキスタイルの袋,袋用織物および織物の製造方法
BE1022043B1 (nl) Weefmethode en volgens deze methode geweven weefsels
BE1011262A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een pooltapijt.
BE1007294A3 (nl) Dubbele tweeschotbinding voor de vervaardiging van een dubbelstuk-poolweefsel, en volgens een dergelijke binding vervaardigde weefsels.
BE896102A (nl) Speciale werkwijze voor het weven van dubbelspoelige ingebonden dubbelstuktapijten met doorgeweven tekening
BE1012497A5 (nl) Werkwijze voor het weven van een poolweefsel op een grijper-axminster-weefmachine, en een volgens deze werkwijze geweven weefsel.
NL2019894B1 (nl) Meerlaags doek met daarin gevormde buidels en werkwijze voor het vervaardigen daarvan
BE1007423A3 (nl) Werkwijze voor de vervaardiging van een dubbelstuk-poolweefsel, en volgens deze werkwijze vervaardigde poolweefsels.
BE1015032A6 (nl) Badstofweefsel en werkwijze voor de vervaardiging ervan.
NL1006160C2 (nl) Jacquard-schaduwvelours, inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke jacquard-schaduwvelours.
NL1021569C2 (nl) Schaduwfluweelweefsel en werkwijze voor het weven ervan.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20161130