BE1017861A3 - Sleepkop van een sleephopperzuiger en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze sleepkop. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een sleepkop van een sleephopperzuiger. De sleepkop omvat een op een zuigleiding aangesloten wentelbaar vizier voor het via de zuigopening van het vizier afvoeren van grond, waarbij het vizier is voorzien van een vangconstructie voor ongewenste voorwerpen. De vangconstructie sluit de zuigopening op doorlaatopeningen na af, waarbij tenminste een aantal doorlaatopeningen een varieerbaar doorlaatoppervlak bezit. De uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het breken en/of baggeren van althans gedeeltelijk harde ondergronden onder water met een sleephopperzuiger, uitgerust met de sleepkop.

Description

Sleepkop van een sleephopperzuiger en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze sleepkop

De uitvinding heeft betrekking op een sleepkop van een sleephopperzuiger volgens de aanhef van conclusie 1. Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op een sleepkop, die een op een zuigleiding aangesloten wentelbaar vizier omvat voor het via de zuigopening van het vizier afvoeren van grond.

Een dergelijke sleepkop is bekend, bijvoorbeeld uit EP-A-0892116. Hierin wordt een sleepkop beschreven die bestaat uit een op een zuigleiding aangesloten vizier. Het vizier heeft doorgaans een bovenwand en twee zijwanden, en is aan de onderzijde open, waardoor een zuigopening ontstaat voor het afVoeren van grond. Het geheel wordt door middel van een sleeppijp aan de sleephopperzuiger bevestigd. Om grond onder water te kunnen baggeren wordt de sleepkop met sleeppijp en zuigleiding onder water gelaten ter hoogte van de achterzijde van de sleephopperzuiger, totdat deze onder invloed van zijn eigen gewicht de bodem raakt. Door de vaarbeweging van de sleephopperzuiger wordt de sleepkop over de uit te baggeren bodem gesleept, waarbij de grond wordt losgemaakt en met water via de zuigleiding wordt weggezogen. Hiertoe is de sleephopperzuiger voorzien van een zuigpomp. Het losmaken van de grond wordt in de bekende sleepkop vergemakkelijkt door het vizier te voorzien van een reeks tanden, die doorgaans haaks op de vaarrichting op een zogenaamde tandenbalk zijn aangebracht, en die bij het baggeren gedeeltelijk in de grond dringen. Ook wordt wel water onder druk in de grond gespoten om deze te fluïdiseren. Al deze maatregelen zijn er op gericht het baggerrendement te verhogen, waarmee in het kader van deze aanvrage het volume uitgebaggerde grond per tijdseenheid wordt aangeduid.

Wordt de bekende sleepkop toegepast in hardere gronden, zoals in zandsteen, koraal, rots, of sterk verdichte modder bijvoorbeeld, dan kunnen bij het baggeren door de werking van de tanden grote harde brokken ontstaan die in hun geheel worden opgezogen en eventueel de zuigleiding verstoppen, of zelfs de zuigpomp beschadigen of onklaar maken. Ook zijn veel uit te baggeren gronden bezaaid met oorlogstuig zoals bommen. Om te vermijden dat dergelijke ongewenste voorwerpen problemen veroorzaken, wordt de bekende sleepkop, en meer bepaald het vizier ervan, voorzien van een vangconstructie in de vorm van bijvoorbeeld een rooster. Een dergelijk raamwerk van kruiselings verlopende stangen waartussen zich doorlaatopeningen bevinden verhindert dat ongewenste voorwerpen, die groter zijn dan de doorlaatopeningen, in de zuigleiding terechtkomen. Gebleken is echter dat dit ten koste gaat van het baggerrendement. Een verlaging van het baggerrendement wordt onder andere veroorzaakt doordat een gedeelte van de zuigopening van het vizier verstopt raakt met de ongewenste voorwerpen, waardoor steeds minder grond kan worden opgezogen. De sleepkop dient dan naar boven gehaald te worden en schoongemaakt, wat kostbare tijd in beslag neemt.

De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel in een sleepkop van een sleephopperzuiger te voorzien, die een adequate bescherming biedt tegen het opzuigen van ongewenste voorwerpen zonder dat dit ten koste gaat van het baggerrendement.

De sleepkop volgens de uitvinding omvat daartoe een vizier, voorzien van een vangconstructie voor ongewenste voorwerpen, welke vangconstructie de zuigopening op doorlaatopeningen na afsluit, waarbij tenminste een aantal doorlaatopeningen een varieerbaar doorlaatoppervlak bezit. Door een aantal doorlaatopeningen een varieerbaar doorlaatoppervlak te geven wordt verrassenderwijs bereikt dat de zuigopening minder snel, of zelfs in het geheel niet, verstopt raakt. Ook raken in de vangconstructie terechtgekomen voorwerpen gemakkelijk weer los.

Het bekende rooster vervormt en/of beschadigt sterk in gebruik. Dit wordt veroorzaakt doordat de ongewenste voorwerpen met grote kracht (door de grote zuigkracht van de zuigpomp van de sleephopperzuiger en het eigengewicht van de sleepkop en -pijp) tegen het rooster worden aangezogen en hierin muurvast komen te zitten. Niet alleen is het verwijderen lastig, maar door de vervorming van het rooster kunnen ook grotere gaten in het rooster en/of tussen rooster en vizierzij wanden ontstaan, waardoor ongewenste voorwerpen niet meer worden tegengehouden. Gebleken is dat de vangconstructie volgens de uitvinding minder vervormt dan het bekende rooster.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de sleepkop volgens de uitvinding wordt deze gekenmerkt doordat tenminste een aantal doorlaatopeningen een vergrootbaar doorlaatoppervlak bezit. Gebleken is dat een dergelijke voorkeursuitvoering niet alleen de noodzaak tot schoonmaken verder vermindert, doch dat tevens wordt bereikt dat ongewenste voorwerpen die onverhoopt toch in de vangconstructie zijn vastgeraakt hieruit relatief eenvoudig kunnen worden verwijderd.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de sleepkop volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de vangconstructie een raamwerk omvat van kruiselings verlopende stangen waartussen zich de doorlaatopeningen bevinden, waarbij tenminste een gedeelte van de stangen beweegbaar is verbonden met het vizier. Bij voorkeur is hierbij een eerste reeks stangen vast verbonden met het vizier, en een tweede reeks stangen beweegbaar verbonden met het vizier. De vast met het vizier verbonden eerste reeks stangen zorgt voor de benodigde sterkte en stijfheid van de vangconstructie. De tweede reeks - beweegbare - stangen zorgt ervoor dat tenminste een aantal doorlaatopeningen tussen de stangen een varieerbaar doorlaatoppervlak bezit. Opgemerkt wordt dat de stangen niet noodzakelijk cilindrisch zijn doch elke willekeurige doorsnede kunnen hebben. Een verder voordeel van onderhavige uitvoeringsvorm is dat eventueel beschadigde “losse” elementen veel sneller vervangen kunnen worden dan vaste onderdelen door het feit dat ze reeds los zitten.

Het heeft tevens voordelen de sleepkop volgens de uitvinding te kenmerken doordat de tweede reeks stangen beweegbaar is verbonden met de eerste reeks stangen door middel van een tussen twee, op de eerste reeks stangen aangebrachte eindstoppen verschuifbare koppeling. Hierdoor kan een stang van de tweede reeks weliswaar verschuiven over een stang van de eerste reeks, doch slechts over een beperkte afstand. De afstand wordt bepaald door de positie van de eindstoppen, die in deze voorkeursvariant bovendien is in te stellen. Het aantal eindstoppen, de onderlinge afstand ertussen, en het aantal stangen van de tweede reeks kunnen in deze voorkeursvariant alle eenvoudig worden aangepast aan de omstandigheden. Zo kan de vangconstructie eenvoudig geschikt gemaakt worden voor het tegenhouden van bommen, of voor het tegenhouden van stenen. Een vangconstructie voor bommen bezit typisch doorlaatoppervlakken van 10 x 10 cm, daar waar een vangconstructie voor stenen voor een grote sleepkop typisch doorlaatoppervlakken van 40 x 30 cm dient te hebben. Een vangconstructie voor stenen wordt eenvoudig verkregen uit een vangconstructie voor bommen door hieruit een aantal stangen van de eerste reeks te verwijderen. Dit is tevens omkeerbaar.

Dezelfde voordelen als hierboven aangehaald kunnen worden bereikt door de sleepkop volgens de uitvinding te kenmerken doordat de tweede reeks stangen beweegbaar is verbonden met de eerste reeks stangen door middel van een tussen twee, op de eerste reeks stangen aangebrachte bussen verschuifbare koppeling. Hierdoor kan een stang van de tweede reeks weliswaar verschuiven over een stang van de eerste reeks, doch slechts over een beperkte afstand, waarbij de afstand wordt bepaald door de lengte van de bussen.

De sleepkop volgens de uitvinding omvat bij voorkeur een vizier dat is voorzien van een reeks tanden, die haaks op de vaarrichting zijn aangebracht, en die bij het baggeren gedeeltelijk in de grond dringen. Een dergelijke reeks tanden levert in de bekende sleepkop regelmatig problemen op omdat ongewenste voorwerpen zoals grote stenen klem raken tussen het rooster en de tanden. Dit is minder het geval bij de sleepkop volgens de uitvinding.

Het heeft verder voordelen wanneer de vangconstructie van de sleepkop volgens de uitvinding is voorzien van een reeks tanden. Een dergelijke reeks tanden wordt bij voorkeur aangebracht op de eerste reeks stangen, omdat deze stangen deel uitmaken van de dragende constructie van het vizier en derhalve aanzienlijke krachten kunnen overbrengen. Bij voorkeur worden de tanden van onderhavige voorkeursvariant geschrankt aangebracht op de vangconstructie. Voor een gegeven snijdafstand (de afstand tussen in de grond getrokken voren) wordt aldus de onderlinge afstand tussen de tanden vergroot. Dit vermindert de kans op het klem raken van ongewenste voorwerpen tussen de tanden.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de sleepkop volgens de uitvinding is het vizier ter hoogte van de onderzijde van de zijwanden voorzien van slijtstrippen. Afhankelijk van de bodemgesteldheid kunnen deze slijtstrippen mesvormig zijn èn derhalve voldoende dun om in de bodem te dringen. Hierdoor wordt een althans gedeeltelijke zijdelingse afdichting teweeg gebracht. Met behulp van de slijtstrippen wordt bij voorkeur eveneens de afstand van de vangconstructie tot de bodem geregeld. Zo kan bijvoorbeeld de afstand van de vangconstructie tot de bodem worden vergroot indien blijkt dat de vangconstructie in gebruik te snel slijt of toch verstopt dreigt te raken. Desgewenst wordt de vangconstructie volgens de uitvinding voorzien van een reeks straalpijpen voor het onder druk uitstoten van een medium, bijvoorbeeld water, om de bodem te fluïdiseren, om ongewenste voorwerpen te verkleinen en/of te transporteren,, of om andere redenen. De straalpijpen - en derhalve tevens de uittredende straal - kunnen hierbij gericht zijn naar het inwendige van het vizier toe, bijvoorbeeld naar de tanden, of stroomafwaarts zijn gericht, maar het is ook mogelijk straalpijpen te voorzien die in hoofdzaak verticaal of nagenoeg verticaal naar omlaag zijn gericht, alles afhankelijk van de specifieke omstandigheden van de te baggeren ondergrond.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het onder water breken en/of baggeren van althans gedeeltelijk harde ondergronden met een sleephopperzuiger, uitgerust met een sleepkop volgens de uitvinding. De uitgevonden sleepkop maakt het mogelijk op eenvoudige wijze de vangconstructie te bevrijden van ongewenste voorwerpen, mochten deze toch in de vangconstructie terecht komen. De werkwijze omvat hiertoe een stap waarbij de sleepkop wordt opgetild van de bodem en/of waarbij de zuigwerking tijdelijk wordt verminderd of uitgeschakeld. Door de ingenieuze constructie van de uitvinding komen hierbij ongewenste voorwerpen eenvoudig los van de vangconstructie. Hierdoor kunnen obstructies door het eenvoudig onderbreken van het zuigproces worden verwijderd, daar waar men dit met een standaard vaste opvangstructuur zelden kan bereiken. In dit laatste geval dient na een tijd de sleepkop terug aan boord te worden gebracht om manueel de obstructies te verwijderen. Aangezien men dit niet hoeft te doen met de vangconstructie volgens de uitvinding, betekent het gebruik ervan een belangrijke winst aan baggertijd.

De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren en beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen, zonder dat de uitvinding daartoe overigens wordt beperkt. In de figuren toont: figuur 1 schematisch een sleepkop van een sleephopperzuiger; figuur 2 een dwarsdoorsnede van een sleepkop volgens de uitvinding; figuur 3 een onderaanzicht van de in figuur 1 getoonde sleepkop; figuur 4 in vooraanzicht een doorsnede volgens de lijn B-B van de in figuur 1 getoonde sleepkop; figuur 5 een perspectivisch onderaanzicht van een gedeelte van een andere uitvoeringsvorm van het vizier van een sleepkop volgens de uitvinding; figuur 6 een detail in perspectivisch onderaanzicht van de in figuur 4 getoonde uitvoeringsvariant; en figuur 7 een gedeelte in perspectivisch onderaanzicht van de in figuur 4 getoonde uitvoeringsvariant.

Onder verwijzing naar figuur 1 wordt een sleepkop getoond die door een (niet getoonde) sleephopperzuiger over een uit te baggeren bodem wordt bewogen in de richting van pijl P. De sleepkop omvat een op een zuigleiding 1 aangesloten vizier 2. Vizier 2 is ondermeer voorzien van zijwanden 3, een achterwand 3’, en een bovenplaat 4 met een boogvormig gedeelte 5, dat bij wenteling van het vizier 2 rondom de draaiingsas 6 nauw in contact blijft met de afdichtstrook 7. De sleepkop rust tijdens het baggeren met de hielplaat 8 op de bodem. Hielplaat 8 kan desgewenst worden voorzien van een aantal straalpijpen 9 die water onder druk in de bodem injecteren om deze te fluïdiseren. Stroomafwaarts van hielplaat 8 is het vizier 2 voorzien van een reeks, op een tandenbalk aangebrachte tanden 10, die er voor zorgen dat de grond wordt opengesneden. Verder stroomafwaarts kan eventueel een tweede reeks straalpijpen 12 zijn aangebracht om ook aldaar de grond op grotere diepte te fluïdiseren. Straalpijpen 12 zijn aangesloten op een in hoogte verstelbare kamer 11, voorzien van water 13. Tijdens het baggeren wordt door een zuigpomp (niet getoond) een onderdruk binnen zuigleiding 1 en vizier 2 onderhouden waardoor de losgemaakte gronddeeltjes via de zuigopening 15 van vizier 2 door de zuigleiding 1 worden afgevoerd. Om vizier 2 zijdelings goed af te dichten is deze bij voorkeur verder voorzien van lateraal verlopende mesvormige slijtstrippen 14, die aan de onderzijde van de zijwanden 3 zijn aangebracht. Het vizier 2 wordt gelicht of neergelaten rond de draaiingsas 6 door middel van de hydraulische cilinder 16. Cilinder 16 is vast verbonden ten opzichte van de sleepkop en is door middel van schamierkoppeling 17 scharnierend verbonden met de achterwand 3’ van het vizier 2.

Verwijzend naar figuur 2 wordt een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een vizier 2 van een sleepkop volgens de uitvinding getoond. Vizier 2 is voorzien van een vangconstructie 20 voor ongewenste voorwerpen zoals bijvoorbeeld grote stenen, rotsblokken en/of bommen. In de getoonde variant is vangconstructie 20 horizontaal opgenomen in het vizier 2. Dit is niet noodzakelijk en de vangconstructie 20 kan onder een hoek met de onderzijde van vizier 2 verlopen, of zelfs verticaal. Zoals goed zichtbaar is in figuur 3 sluit vangconstructie 20 de zuigopening af op een aantal doorlaatopeningen 21 na. Het bijzondere aan de uitgevonden vangconstructie 20 is dat tenminste een aantal doorlaatopeningen 21 een varieerbaar doorlaatoppervlak bezit. Dit wordt in de in figuren 2, 3 en 4 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm als volgt bereikt. Vangconstructie 20 omvat een raamwerk van kruiselings verlopende stangen (22,23) waartussen zich de doorlaatopeningen 21 bevinden. Langsstangen 22 verlopen in de lengterichting van vizier 2 (deze richting komt in gebruik overeen met de sleeprichting P), terwijl dwarsstangen 23 in de dwarsrichting van vizier 2 verlopen. Volgens de uitvinding is tenminste een gedeelte van de langsstangen 22 en/of de dwarsstangen 23 beweegbaar verbonden met vizier 2. Verwijzend naar de in figuur 3 getoonde variant wordt de eerste reeks vast met vizier 2 verbonden stangen gevormd door langsstangen 22a. Dwarsstangen 23a zitten los gemonteerd in 22a en met de zijkant van het vizier. Langsstangen 22a zijn bijvoorbeeld gelast op de achterwand 3’ van vizier 2. In de in figuur 3 getoonde variant worden de dwarsstangen 23a beweegbaar verbonden met de zijwand 3 en/of vaste langsstangen 22a door middel van een bevestigingslat 26, waarop een borglat 27 is bevestigd. Een tweede reeks langsstangen 22b is beweegbaar verbonden met vizier 2, en meer bepaald met de dwarsstangen 23a van de eerste reeks. Zoals getoond in figuur 2 wordt de koppeling tussen langsstangen 22b en dwarsstangen 23a gevormd door een over de dwarsstangen 23a geplaatste koppelingslat 22c (gearceerd weergegeven), die is voorzien van openingen 22d zodanig dat deze over de dwarsstangen 23a kunnen geschoven worden. Beweegbare langsstangen 22b worden vervolgens vast gelast op de onderzijde van koppelingslat 22c. Het is ook mogelijk een boutverbinding toe te passen voor borglat 27. Een dergelijke verbinding maakt de vervanging van een eventueel beschadigde langsstang 22b en/of dwarsstang 23a zeer eenvoudig. De openingen 22d in de koppelingslat 22c zorgen er voor dat deze in de dwarsrichting verschuifbaar is over dwarsstangen 23a. Door de speling tussen openingen 22d en dwarsstangen 23a is bovendien een (eventueel beperkte) verplaatsing mogelijk naar onder of naar boven (uit het vlak van figuur 3). Dit maakt de langsstangen 22b beweegbaar. Om de beweging te beperken zijn op de eerste reeks stangen 23a bussen of afstandspijpen 25 of eindstoppen aangebracht, waartussen de koppelingslatten 22c kunnen verschuiven.

Gebleken is dat bij de vangconstructie 20 volgens de uitvinding beduidend minder ongewenste voorwerpen in de doorlaatopeningen 21 komen vast te zitten. Dit wordt toegeschreven aan het hierboven beschreven ‘beweeglijk’ karakter van de vangconstructie. Indien tijdens het baggeren ondanks de verbeterde werking desalniettemin toch ongewenste voorwerpen in de vangconstructie achterblijven is een werkwijze waarbij de uitgevonden sleepkop wordt opgetild en/of waarbij de zuigwerking tijdelijk wordt verminderd of uitgeschakeld doorgaans voldoende om de vangconstructie te bevrijden van de ongewenste voorwerpen. Dit spaart veel productietijd uit. Blijkbaar is de toegenomen beweeglijkheid van de vangconstructie voldoende om, door de grote zuigwerking van de zuigpijp stevig vastzittende voorwerpen toch weer eenvoudig af te stoten. Dit is verrassend omdat men zou verwachten dat een in de vangconstructie vastzittend voorwerp de beweeglijkheid van de stangen van de vangconstructie juist teniet zóu doen, waardoor er geen verschil zou optreden met een vangconstructie met enkel vaste stangen.

In figuur 5 wordt een andere voorkeursvariant van de uitgevonden vangconstructie getoond. Getoond wordt een vizier 2 met zijwanden 3, een bovenplaat 4 met booggedeelte 5, en een achterwand 3’. Vizier 2 is aan de stroomafwaartse zijde voorzien van een tandenbalk 18, waarin openingen 10’ zijn opgenomen voor te monteren tanden 10. Het vizier 2 is aan de binnenzijde voorzien van een aantal verstevigende tussenschotten 40, waarvan enkele aan de stroomopwaartse zijde voorzien zijn van openingen 41, waarin de draaiingsas 6 (getoond in figuren 1 en 2) kan worden opgenomen. In de zijwanden 3 van vizier 2 zijn een drietal dwarspijpen 42 opgenomen. Deze zijn dusdanig gedimensioneerd dat zij voldoende sterkte en stijfheid bieden voor het vizier en tevens voorzien kunnen worden van tanden of ander snij gereedschap. Een eerste reeks dwarspijpen 42 is opgenomen in openingen 43 van tussenschotten 40. Verder zijn op de dwarspijpen 42 tussen de vaste tussenschotten 40 beweegbare koppelingslatten 44 opgenomen. Deze zijn eveneens voorzien van openingen die over dwarspijpen 42 zijn geschoven. Zoals meer in detail wordt getoond in figuur 6 wordt een tweede reeks langsstangen 45 aan de onderzijde bevestigd op de koppelingslatten 44 (de langsstangen 45 worden voor de duidelijkheid niet getoond in figuur 5). Langsstangen 45 zijn aldus beweegbaar verbonden met de eerste reeks dwarspijpen 42 door middel van een verschuifbare koppeling 44. De verschuiving kan beperkt plaatsvinden tussen twee, op de eerste reeks dwarspijpen 42 aangebrachte eindstoppen 46. De vangconstructie 20 omvat het raamwerk gevormd door de kruiselings verlopende stangen 42 en 45, waartussen zich de doorlaatopeningen 21 bevinden.

In figuur 7 wordt een verdere voorkeursvariant getoond waarin alle tussenschotten 40 zijn voorzien van vaste langsstangen 45a en de koppelingslatten 44 van beweegbare langsstangen 45. Bovendien is de tandenbalk 18 van de sleepkop voorzien van een eerste reeks tanden 10. De dwarspijpen 42 van vangconstructie 20 zijn eveneens voorzien van een tweede reeks tanden 50.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen en omvat tevens wijzigingen hieraan voor zover deze binnen het raamwerk vallen van de hieronder toegevoegde conclusies.

Claims (9)

1. Sleepkop van een sleephopperzuiger, omvattende een op een zuigleiding aangesloten wentelbaar vizier voor het via de zuigopening van het vizier afvoeren van grond, waarbij het vizier is voorzien van een vangconstructie voor ongewenste voorwerpen, welke vangconstructie de zuigopening op doorlaatopeningen na afsluit, waarbij tenminste een aantal doorlaatopeningen een varieerbaar doorlaatoppervlak bezit.

2. Sleepkop volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste een aantal doorlaatopeningen een vergrootbaar doorlaatoppervlak bezit.

3. Sleepkop volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de vangconstructie een raamwerk omvat van kruiselings verlopende stangen waartussen zich de doorlaatopeningen bevinden, waarbij tenminste een gedeelte van de stangen beweegbaar is verbonden met het vizier.

4. Sleepkop volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een eerste reeks stangen vast is verbonden met het vizier, en een tweede reeks stangen beweegbaar is verbonden met het vizier.

5. Sleepkop volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tweede reeks stangen beweegbaar is verbonden met de eerste reeks stangen door middel van een tussen twee, op de eerste reeks stangen aangebrachte, eindstoppen verschuifbare koppeling.

6. Sleepkop volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tweede reeks stangen beweegbaar is verbonden met de eerste reeks stangen door middel van een tussen twee, op de eerste reeks stangen aangebrachte, bussen verschuifbare koppeling.

7. Sleepkop volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de vangconstructie is voorzien van een reeks tanden.

8. Sleepkop volgens één der conclusies 1 - 7, met het kenmerk, dat het vizier ter hoogte van de onderzijde van de zijwanden is voorzien van mesvormige slijtstrippen die voldoende dun zijn om in de bodem te dringen en aldus een althans gedeeltelijke zijdelingse afdichting teweegbrengen.

9. Werkwijze voor het breken en/of baggeren van althans gedeeltelijk harde ondergronden onder water met een sleephopperzuiger, uitgerust met een sleepkop volgens één der conclusies 1 - 8, waarbij de sleepkop wordt opgetild en/of waarbij de zuigwerking tijdelijk wordt verminderd of uitgeschakeld om de vangconstructie te bevrijden van ongewenste voorwerpen.