BE1018312A3 - Sleepkop voor een sleephopperzuiger en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze sleepkop. - Google Patents
Sleepkop voor een sleephopperzuiger en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze sleepkop. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1018312A3 BE1018312A3 BE2008/0544A BE200800544A BE1018312A3 BE 1018312 A3 BE1018312 A3 BE 1018312A3 BE 2008/0544 A BE2008/0544 A BE 2008/0544A BE 200800544 A BE200800544 A BE 200800544A BE 1018312 A3 BE1018312 A3 BE 1018312A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- head according
- disc
- visor
- penetrating bodies
- bodies
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02F—DREDGING; SOIL-SHIFTING
- E02F3/00—Dredgers; Soil-shifting machines
- E02F3/04—Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
- E02F3/88—Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
- E02F3/90—Component parts, e.g. arrangement or adaptation of pumps
- E02F3/92—Digging elements, e.g. suction heads
- E02F3/9256—Active suction heads; Suction heads with cutting elements, i.e. the cutting elements are mounted within the housing of the suction head
- E02F3/9268—Active suction heads; Suction heads with cutting elements, i.e. the cutting elements are mounted within the housing of the suction head with rotating cutting elements
- E02F3/9281—Active suction heads; Suction heads with cutting elements, i.e. the cutting elements are mounted within the housing of the suction head with rotating cutting elements with axis of rotation in horizontal and transverse direction of the suction pipe
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02F—DREDGING; SOIL-SHIFTING
- E02F3/00—Dredgers; Soil-shifting machines
- E02F3/04—Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
- E02F3/88—Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
- E02F3/90—Component parts, e.g. arrangement or adaptation of pumps
- E02F3/92—Digging elements, e.g. suction heads
- E02F3/9212—Mechanical digging means, e.g. suction wheels, i.e. wheel with a suction inlet attached behind the wheel
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02F—DREDGING; SOIL-SHIFTING
- E02F3/00—Dredgers; Soil-shifting machines
- E02F3/04—Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
- E02F3/88—Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
- E02F3/90—Component parts, e.g. arrangement or adaptation of pumps
- E02F3/92—Digging elements, e.g. suction heads
- E02F3/9256—Active suction heads; Suction heads with cutting elements, i.e. the cutting elements are mounted within the housing of the suction head
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02F—DREDGING; SOIL-SHIFTING
- E02F3/00—Dredgers; Soil-shifting machines
- E02F3/04—Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
- E02F3/88—Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
- E02F3/90—Component parts, e.g. arrangement or adaptation of pumps
- E02F3/92—Digging elements, e.g. suction heads
- E02F3/9256—Active suction heads; Suction heads with cutting elements, i.e. the cutting elements are mounted within the housing of the suction head
- E02F3/9262—Active suction heads; Suction heads with cutting elements, i.e. the cutting elements are mounted within the housing of the suction head with jets
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Treatment Of Sludge (AREA)
- Underground Or Underwater Handling Of Building Materials (AREA)
- Earth Drilling (AREA)
- Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)
- Sink And Installation For Waste Water (AREA)
- Financial Or Insurance-Related Operations Such As Payment And Settlement (AREA)
- Orthopedics, Nursing, And Contraception (AREA)
- Revetment (AREA)
- Catching Or Destruction (AREA)
- Floor Finish (AREA)
Abstract
De uitvinding betreft een sleepkop (1) van een sleephopperzuiger. De sleepkop omvat een vizier (2) dat over de bodem wordt gesleept en daarbij grond losmaakt, en een op het vizier (2) aansluitende zuigleiding (3) die de losgemaakte grond afvoert. Het vizier (2) omvat dwars op de sleeprichting tenminste twee afzonderlijk beweegbare drukelementen (21, 22, 23, 24), die een aantal, in hoofdzaak schijfvormige indringlichamen (51, 52, 53, 54) omvatten. De indringlichamen brengen onder invloed van het gewicht van het drukelement waarin ze zijn opgenomen via hun omtreksrand krachten over op de bodem waardoor deze wordt gebroken. De sleepkop vertoont een verbeterd rendement.
Description
Sleepkop voor een sleephopperzuiger en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze sleepkop
De uitvinding heeft betrekking op een sleepkop van een sleephopperzuiger, omvattende een vizier dat over de bodem wordt gesleept en daarbij grond losmaakt, en een op het vizier aansluitende zuigleiding die de losgemaakte grond afVoert. De uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het baggeren van grond met behulp van deze sleepkop.
Een sleepkop volgens de aanhef is bekend uit EP-A-0892116. In EP-A-0892116 wordt een sleepkop voor een sleephopperzuiger beschreven die een op een zuigleiding aangesloten, en naar de te baggeren bodem open vizier omvat. Het vizier is door middel van een sleeppijp bevestigd aan de sleephopperzuiger. Op het vizier zijn een reeks tanden aangebracht. Bij het baggeren wordt de sleepkop met sleeppijp en zuigleiding onder een doorgaans schuine hoek met een lier aan de achterzijde van de sleephopperzuiger onder water gelaten, totdat de sleepkop de bodem raakt. Bij het varen van de sleephopperzuiger wordt de sleepkop onder water over de bodem gesleept, waarbij de grond wordt losgemaakt door aangrijping van de tanden op de bodem. De losgemaakte grond wordt via de zuigleiding weggezogen, bijvoorbeeld naar een op de sleephopperzuiger aanwezige opslagruimte. De sleepkop oefent bij het baggeren druk uit op de bodem door het relatief grote gewicht van de onder water gelegen onderdelen, en eventueel door de ontwikkelde zuigkracht van de zuigleiding. Het onderwater gewicht van de betreffende onderdelen komt overeen met het bovenwater gewicht ervan, verminderd met het gewicht van het door betreffende onderdelen verplaatste water. Zo bedraagt het onderwater gewicht van een stalen onderdeel ongeveer 7/8 van het bovenwater gewicht (het relatieve soortelijk gewicht van staal is bij benadering gelijk aan 8).
Hoewel de bekende sleepkop een redelijk rendement heeft, bestaat er een grote behoefte om dit rendement verder te verbeteren. Met rendement wordt in het kader van deze aanvrage bedoeld het volume per tijdseenheid uitgebaggerde grond.
De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel in een sleepkop voor een sleephopperzuiger te voorzien die in staat is grond onder water te baggeren met een verbeterd rendement.
De sleepkop volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat het vizier van de sleepkop dwars op de sleeprichting tenminste twee afzonderlijk beweegbare drukelementen omvat, waarbij een drukelement een aantal indringlichamen omvat, die onder invloed van het gewicht van het drukelement krachten overbrengen op de grond. De dwars op de sleeprichting verlopende en afzonderlijk beweegbare drukelementen zorgen er voor dat de indringlichamen beter in staat zijn contact te houden met de bodem wanneer deze oneffenheden vertoont. De bestaande sleepkop omvat een relatief groot aantal indringlichamen. Bij oneffen bodemgesteldheid is het goed mogelijk dat slechts een klein aantal van deze indringlichamen contact maakt met de bodem, waardoor het gehele gewicht van de sleepkop over een gering aantal indringlichamen wordt verdeeld. Hierdoor komen relatief grote krachten op de indringlichamen te staan, die gemakkelijk tot breuk en/of snelle slijtage van de indringlichamen kunnen leiden.
De uitgevonden sleepkop lost onder andere dit probleem op. Niet alleen zullen gemiddeld meer indringlichamen contact maken met de (oneffen) bodem, maar bovendien kan het aantal indringlichamen per drukelement eenvoudig worden aangepast zonder het totaal aantal indringlichamen te veranderen. Doordat de krachten op de indringlichamen beter worden verdeeld wordt het tevens mogelijk de totale sleepkop groter en zwaarder te ontwerpen (bijvoorbeeld een bovenwater gewicht van 100 ton) dan tot hiertoe gebruikelijk was (de bekende sleepkop weegt op de wal doorgaans 20-30 ton). Een zwaardere en grotere sleepkop verhoogt het baggerrendement gevoelig. In een uitvoeringsvorm van de uitgevonden sleepkop kan het aantal indringlichamen desgewenst hoger zijn dan bij de bekende sleepkop. Een hoger aantal indringlichamen leidt gemiddeld tot een lagere indringdiepte in de bodem. Het hierdoor verwachte lagere rendement wordt verrassenderwijs volledig gecompenseerd door toepassing van de afzonderlijk beweegbare drukelementen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de sleepkop volgens de uitvinding wordt deze gekenmerkt doordat de drukelementen door middel van geleidemiddelen zijn opgenomen in het vizier, en wel dusdanig dat de drukelementen transleerbaar zijn in een richting nagenoeg loodrecht op de bodem. Een dergelijke variant heeft als voordeel dat nagenoeg het volledige gewicht van elk drukelement wordt benut. Elk drukelement immers kan in deze uitvoeringsvariant in hoofdzaak ‘vrij’ bewegen (wrijvingskrachten e.d. uitgezonderd) in een richting loodrecht op de bodem.
Nog een andere voorkeursuitvoering betreft een sleepkop die is voorzien van schijfvormige indringlichamen, die onder invloed van het gewicht van het drukelement waarin ze zijn opgenomen, via hun omtreksrand krachten overbrengen op de bodem. Doordat de schijfvormige indringlichamen bij voorkeur met hun schijfVlak hoofdzakelijk loodrecht op het ondervlak van de drukelementen zijn aangebracht en bovendien gedeeltelijk uit dit ondervlak steken, komen zij met hun omtreksrand in contact met de ondergrond. Het gewicht van het betreffende, zich onder water bevindende drukelement van de sleephopper wordt aldus verdeeld over het contactoppervlak tussen indringlichaam en ondergrond. Hierdoor wordt plaatselijk een grote druk ontwikkeld die de ondergrond, en in het bijzonder relatief harde ondergrond effectief verbrijzeld.
Het heeft voordelen de sleepkop volgens de uitvinding te kenmerken doordat de indringlichamen zich op één lijn en nagenoeg dwars op de sleeprichting uitstrekken. Door in het bijzonder de schijfvormige indringlichamen op één lijn te positioneren blijkt verrassenderwijs dat niet alleen de bodem onder de indringlichamen wordt verbrijzeld maar ook die gedeeltes van de bodem die zich tussen de indringlichamen bevinden.
Het aantal schijfvormige indringlichamen per drukelement kan binnen brede grenzen worden gekozen. Bij voorkeur is het aantal schijfvormige indringlichamen per drukelement begrepen tussen 2 en 20, met meer voorkeur tussen 2 en 10, en met de meeste voorkeur tussen 3 en 5. Een bijzonder geschikte tussenafstand in de dwarsrichting tussen twee opeenvolgende indringlichamen bedraagt tussen 5 en 50 cm, met meer voorkeur tussen 8 en 35 cm, en met de meeste voorkeur tussen 10 en 20 cm. Ook het aantal drukelementen in de sleepkop volgens de uitvinding kan binnen brede grenzen worden gevarieerd. Een groot aantal drukelementen heeft als voordeel dat de bodemgesteldheid met grotere nauwkeurigheid kan worden gevolgd, maar de door de indringlichamen gemiddeld op de bodem overgebrachte kracht zal verminderen. Een klein aantal drukelementen leidt tot een eenvoudiger constructie. Een goed compromis wordt verkregen wanneer het aantal drukelementen is begrepen tussen 2 en 20, met meer voorkeur tussen 2 en 8, en met de meeste voorkeur tussen 3 en 5.
De sleepkop wordt over de bodem onder water voortgesleept waarbij deze volgens de uitvinding vooral contact maakt met de bodem door middel van de indringlichamen, in het bijzonder de schijfvormige indringlichamen. Het heeft daarom voordelen de sleepkop te kenmerken doordat de schijfvormige indringlichamen rond hun as - de as loodrecht op het schijfvlak - roteerbaar zijn opgenomen in de drukelementen, waarbij de rotatieas hoofdzakelijk haaks staat op de sleeprichting. Hierdoor wordt bereikt dat beduidend minder vermogen nodig is om de sleephopperzuiger voort te bewegen met de gebruikelijke snelheden.
Een verder voordeel van de sleepkop volgens de uitvinding is dat de bodem in relatief kleine gronddeeltjes kan worden verbrijzeld, waardoor deze met een goede efficiëntie worden opgezogen. Hiermee wordt bedoeld dat de concentratie van de betreffende deeltjes in het opgezogen water relatief hoog is.
Ter bescherming van de schijfVormige indringlichamen worden de drukelementen van de sleepkop bij voorkeur voorzien van een reeks tanden, die zich nagenoeg dwars op de sleeprichting uitstrekken, en die in gebruik stroomopwaarts van de schijfVormige indringlichamen aangrijpen op de bodem. De tanden breken een bepaald bodemgedeelte voordat de indringlichamen dit bodemgedeelte bereiken. Ook kunnen de tanden de bodem afvlakken waardoor de schijfVormige indringlichamen beter hun werk kunnen doen. De combinatie van tanden en schijfVormige indringlichamen zorgt eveneens voor een verhoogd rendement.
Een verder verbeterde sleepkop wordt verkregen wanneer de drukelementen tevens zijn voorzien van steunmiddelen, die in gebruik stroomopwaarts van de schijfVormige indringlichamen, en eventueel van de tanden, aangrijpen op de bodem. Bij grote oneffenheden in de bodem zorgen deze steunmiddelen er voor dat de drukelementen, en eventueel zelfs het gehele vizier, worden aangezet het profiel van de bodem te volgen. Dit vermijdt het vastlopen en/of beschadigen van de sleepkop, en in het bijzonder van de schijfVormige indringlichamen. In een bijzonder geschikte uitvoeringsvorm omvatten de steunmiddelen een aantal glijblokken, die bij voorkeur in de dwarsrichting zijn opgesteld. De glijblokken zijn dusdanig geprofileerd dat de sleepkop niet de neiging heeft zich in te graven, doch in tegendeel met het bodemprofiel mee te bewegen. De glijblokken hebben hierdoor tevens een beschermende functie.
De schijfVormige elementen zullen doorgaans over een zekere indringdiepte in de bodem zinken onder het gewicht van de drukelementen. Deze typische indringdiepte kan bij het ontwerpen van de schijfVormige indringlichamen worden bepaald. In een voordelige uitvoeringsvariant wordt de sleepkop volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de tanden hoger aangrijpen op de bodem dan de schijfVormige indringlichamen, bij voorkeur A tot 10 keer, met meer voorkeur /2 tot 5 keer, en met de meeste voorkeur V2 tot 1 V2 keer de indringdiepte van de schijfVormige indringlichamen. Hierdoor hebben de tanden een optimale beschermende werking en wordt het hoogste rendement verkregen. Ook de tanden hebben een indringdiepte. De indringdiepte van de tanden wordt bij voorkeur beperkt om breuk van de tanden of te hoge snijdkrachten te vermijden. Het heeft hierbij voordelen wanneer de onderzijde van de steunmiddelen op een vooraf bepaalde, bij voorkeur beperkte afstand boven de onderzijde van de tanden wordt gepositioneerd. Bij voorkeur worden de steunmiddelen dusdanig gepositioneerd dat deze hoger aangrijpen op de bodem dan de tanden, met meer voorkeur A tot 1 XA keer de indringdiepte van de tanden. Door deze maatregel wordt een nog optimalere beschermende werking verkregen, evenals een verder verbeterd rendement.
In een verdere verbeterde voorkeursuitvoeringsvorm wordt de sleepkop volgens de uitvinding voorzien van afdichtmiddelen voor het althans gedeeltelijk afdichten van de opening tussen onderdelen onderling, en in het bijzonder tussen vizier en bodem. Door afdichtmiddelen te voorzien wordt bereikt dat de door de zuigleiding geleverde zuigkracht de sleepkop als het ware op de bodem zal vastzuigen. De ontwikkelde zuigkracht zorgt voor voldoende drukspanning onder de indringlichamen in de bodem, zodat deze breekt, schilfert of op andere wijze bezwijkt. De afdichting van de opening tussen het vizier en de bodem kan op elke de vakman bekende wijze worden uitgevoerd. Zo kunnen de afdichtmiddelen een strip uit flexibel materiaal omvatten, welke strip de opening overbrugt en aan tenminste één zijde van de opening is bevestigd aan het betreffende onderdeel.
Met betrekking tot de afmetingen van de indringlichamen kan worden opgemerkt dat deze onder andere worden gekozen afhankelijk van de beoogde drukkrachten en het aantal indringlichamen per drukelement. De diameter van de indringlichamen kan variëren van enkele cm tot meerdere decimeters. Bijzonder geschikte diameters bedragen tussen 2 en 80 cm, met meer voorkeur tussen 5 en 60 cm, en met de meeste voorkeur tussen 10 en 40 cm. Indringlichamen met dergelijke diameters vertonen een goede balans tussen het per meter voortgang benodigde vermogen en het te bereiken baggerrendement, t.t.z. het aantal m3 per seconde uitgebaggerde grond.
Desgewenst kan de sleepkop volgens de uitvinding worden voorzien van tenminste één reeks straalpijpen voor het injecteren van water, bij voorkeur onder hoge druk. Gebruikelijke drukken liggen bijvoorbeeld rond 10 à 200 bar, maar drukken tot 2500 bar zijn eveneens mogelijk. De waterstralen kunnen voor, aan of achter de indringlichamen in de bodem worden gericht om het rendement van het baggeren te verbeteren.
De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het breken en/of baggeren van althans gedeeltelijk harde ondergronden onder water met een sleephopperzuiger, uitgerust met een sleepkop volgens de uitvinding. De werkwijze behelst het tot op de bodem neerlaten van een sleepkop volgens de uitvinding waarna deze over de bodem wordt voortgesleept. Hierbij wordt door de zuigleiding een zuigkracht uitgeoefend op de via afsluitmiddelen tenminste gedeeltelijk afgesloten ruimte omgeven door het vizier en de bodem, zodat de schijfvormige indringlichamen onder invloed van het gewicht van de drukelementen en de zuigkracht via hun omtreksrand in de bodem indringen en hierin scheuren teweegbrengen. De afgebroken bodemschilfers worden opgezogen door de zuigleiding. Volgens de uitvinding bewegen hierbij de drukelementen onafhankelijk van elkaar waardoor een verbeterd rendement wordt bereikt. Bij voorkeur transleren de drukelementen tijdens het baggeren onafhankelijk van elkaar in een richting nagenoeg loodrecht op de bodem. In een voorkeurswerkwijze grijpen de steunmiddelen van een drukelement als eerste aan op de bodem waarbij het drukelement wordt aangezet het profiel van de bodem te volgen, waarna vervolgens de tanden aangrijpen op de bodem zodat de bodem althans gedeeltelijk wordt geëffend, waarna de indringlichamen aangrijpen op de bodem.
De sleepkop en werkwijze volgens de uitvinding zullen nu verder worden toegelicht aan de hand van de volgende beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen en figuren, zonder de uitvinding daartoe te beperken. In de figuren toont: figuur 1 een schematisch onderaanzicht in perspectief van een sleepkop volgens de uitvinding; figuur 2 een schematisch bovenaanzicht in perspectief van de sleepkop van figuur 1 ; figuur 3 schematisch een onderaanzicht in perspectief van een drukelement van de sleepkop volgens de uitvinding; figuur 4 schematisch een bovenaanzicht in perspectief van een steunconstructie waarin drukelementen, zoals getoond in figuur 3, kunnen worden opgenomen; en tenslotte figuur 5 schematisch een sleepkop volgens de uitvinding in werking.
Onder verwijzing naar figuur 1 wordt een sleepkop 1 voor een sleephopperzuiger getoond. De sleepkop 1 omvat een vizier 2 dat in gebruik over de bodem 50 wordt gesleept in de sleeprichting P (zie ook figuur 5) en daarbij grond losmaakt, en een op het vizier 2 aansluitende zuigleiding 3 die de losgemaakte grond afvoert. Het vizier 2 is voorzien van zijwanden (84, 85), en een bovenplaat 86, die in verbinding staat met de zuigleiding 3. In de getoonde uitvoeringsvorm van de sleepkop volgens de uitvinding omvat het vizier 2 dwars op de sleeprichting P vier afzonderlijk beweegbare drukelementen (21, 22, 23, 24). De drukelementen (21, 22, 23, 24) zijn door middel van geleidemiddelen (211, 212, 213, 214, 215, 216, 217, 218) (zie figuur 3) opgenomen in het vizier 2. Vizier 2 omvat hiertoe een in figuur 4 getoonde steunconstructie, die in de getoonde uitvoeringsvariant 4 kamers (25, 26, 27, 28) omvat waarin de drukelementen (21, 22, 23, 24) worden opgenomen. De geleidemiddelen omvatten een viertal op de achterwand 31 van het drukelement 21 aangebrachte geleiderollen (211, 212, 213, 214) en een viertal op de voorwand 32 aangebrachte geleiderollen (215, 216, 217, 218), die rolbaar zijn op de overeenkomende achterwand 41 en voorwand 42 van kamers (25, 26, 27, 28). Om te vermijden dat de drukelementen (21, 22, 23, 24) uit het vizier 2 zouden kunnen ontkomen is elk drukelement voorzien van aanslagranden (33, 34) op respectievelijk de achterwand 31 en voorwand 32. De drukelementen (21, 22, 23, 24) kunnen hierdoor relatief vrij transleren in een richting L, die nagenoeg loodrecht verloopt op de bodem 50, waarbij in de onderste stand van bijvoorbeeld drukelement 21 de aanslagranden (33, 34) op de bovenrand rusten van kamer 25.
Zoals getoond in figuur 3 voor drukelement 21, is elk drukelement (21, 22, 23, 24) voorzien van vier indringlichamen (51, 52, 53, 54). De indringlichamen (51, 52, 53, 54) zijn schijfvormig, en brengen onder invloed van het gewicht van het drukelement waarin ze zijn opgenomen via hun omtreksrand krachten over op de bodem 50, waardoor hierin scheuren ontstaan. In elk drukelement strekken de schijfVormige indringlichamen (51, 52, 53, 54) zich volgens één lijn uit, die nagenoeg dwars verloopt op de sleeprichting P. Bij voorkeur zijn de indringlichamen van alle drukelementen dusdanig gerangschikt dat zij zich gezamenlijk tevens volgens één lijn, die nagenoeg dwars verloopt op de sleeprichting P uitstrekken. Deze configuratie is getoond in figuur 1.
In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de drukelementen (21, 22, 23, 24) van de sleepkop 1 tevens voorzien van een reeks tanden (61, 62, 63, 64), die zich nagenoeg dwars op de sleeprichting P uitstrekken, en die in gebruik stroomopwaarts van de schijfVormige indringlichamen (51, 52, 53, 54) aangrijpen op de bodem 50. Verder zijn de drukelementen (21, 22, 23, 24) voorzien van steunmiddelen (71, 72, 73, 74). Deze omvatten glijblokken uit bijvoorbeeld staal met een ondervlak dat schuin verloopt vanaf de voorwand 32 van een betreffend drukelement 21 tot aan de schijfVormige indringlichamen (51, 52, 53, 54), en/of de tanden (61, 62, 63, 64). In gebruik grijpen de steunmiddelen (71, 72, 73, 74) stroomopwaarts van de schijfVormige indringlichamen (51, 52, 53, 54), en eventueel de tanden (61, 62, 63, 64), aan op de bodem, waardoor deze als eerste aangrijpen op de bodem 50. Het betreffende drukelement wordt derhalve aangezet het profiel van de bodem 50 te volgen. Bij een heuvel in de bodem 50 zal het betreffende drukelement naar boven worden geduwd, nog voor dat de tanden (61, 62, 63, 64), en de indringlichamen (51, 52, 53, 54), in de bodem kunnen dringen. De steunmiddelen (71, 72, 73, 74) bieden niet alleen een bescherming voor de tanden en schijfVormige indringlichamen maar regelen tevens de gewenste indringdiepte van de indringlichamen (51, 52, 53, 54, 61, 62, 63, 64). Doordat de tanden (61, 62, 63, 64) stroomopwaarts van de schijfVormige indringlichamen (51, 52, 53, 54) aangrijpen op de bodem bieden de tanden eveneens bescherming voor de schijfVormige indringlichamen, en regelen deze tevens de gewenste indringdiepte van de indringlichamen (51, 52, 53, 54). De beste resultaten worden bereikt wanneer de onderzijde van de steunmiddelen op een vooraf bepaalde, bij voorkeur beperkte afstand boven de onderzijde van de tanden wordt gepositioneerd. Dit is bijvoorbeeld het geval als de tanden (61, 62, 63, 64) een indringdiepte hebben, en de steunmiddelen /2 tot 1 Vi keer de indringdiepte van de tanden hoger aangrijpen op de bodem 50 dan de tanden, en als de schijfVormige indringlichamen (51, 52, 53, 54) een indringdiepte hebben, en de tanden (61, 62, 63, 64) Vï tot 1 Vi keer de indringdiepte van de schijfvormige indringlichamen hoger aangrijpen op de bodem 50 dan de schijfvormige indringlichamen.
Van de bijvoorbeeld in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm van de sleepkop 1, is het vizier 2 voorzien van afdichtmiddelen, die de opening tussen het vizier 2 en de bodem 50 in hoofdzaak afsluiten om te verhinderen dat toevoerwater langs de relatief onproductieve zijkanten van het vizier 2 kan worden aangevoerd. De afdichtmiddelen omvatten aan beide zijwanden (84, 85) aangebrachte afsluitplaten (81, 82), die in hoogte verschuifbaar zijn, en desgewenst aan de onderranden ervan zijn voorzien van een rubberen deklaag. Aan de stroomopwaartse onderzijde is het vizier 2 voorzien van een hielplaat 83, die voor voldoende steun op de bodem 50 zorgt, en aanzuigen van water langs de stroomopwaartse zijde verhinderd.
Tijdens het baggeren wordt een onderdruk binnen de sleepkop 1 onderhouden om de losgemaakte harde gronddeeltjes en andere bodemdeeltjes op te kunnen zuigen via de zuigleiding 3. Onder verwijzing naar figuur 5 omvat de werkwijze volgens de uitvinding het neerlaten van de sleepkop 1 tot op de bodem 50 en het over de bodem 50 voortslepen van de sleepkop 1 in de sleeprichting P. Hierbij wordt door de zuigleiding 3 een zuigkracht uitgeoefend op de via afsluitmiddelen (84, 85) tenminste gedeeltelijk afgesloten ruimte omgeven door het vizier 2 en de bodem 50, zodat de schijfvormige indringlichamen (51, 52, 53, 54) onder invloed van het gewicht van het drukelement waarin zij zijn opgenomen via hun omtreksrand in de bodem 50 indringen en hierin scheuren teweegbrengen. Door het toepassen van een groot aantal naast elkaar gepositioneerde schijfvormige indringlichamen (51, 52, 53, 54) blijkt dat ook de bodem tussen de indringlichamen wordt verbrijzeld, waardoor het rendement aanzienlijk is. De afgebroken bodemschilfers worden opgezogen door de zuigleiding 3. Volgens de uitvinding transleren de drukelementen (21, 22, 23, 24) hierbij in hoofdzaak onafhankelijk van elkaar in een richting L nagenoeg loodrecht op de bodem 50.
Hierdoor blijft een groot aantal indringlichamen in contact met de bodem 50 waardoor een verhoogd rendement wordt bereikt ten opzichte van de stand der techniek, ondanks de mogelijk geringere gemiddelde indringdiepte. De steunmiddelen (71, 72, 73, 74) grijpen als eerste op de bodem 50 aan en zorgen onder andere voor bescherming van de indringlichamen. Door een combinatie toe te passen van tanden en schijfvormige indringlichamen, waarbij de tanden eerst aangrijpen op de bodem met een bepaalde indringdiepte zodat de bodem 50 althans gedeeltelijk wordt geëffend, waarna de schijfvormige indringlichamen aangrijpen op de bodem 50, wordt een verder verbeterd rendement bereikt. Het kan ook voordelen hebben in een sleepkop te voorzien waarbij eerst de schijfVormige indringlichamen aangrijpen op de bodem met een bepaalde indringdiepte zodat de bodem 50 althans gedeeltelijk wordt gebroken, waarna vervolgens de tanden aangrijpen op de bodem 50.
De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden en wijzigingen hieraan kunnen worden aangebracht voor zover deze in het raam vallen van de toegevoegde conclusies.
Claims (16)
1. Sleepkop (1) van een sleephopperzuiger, omvattende een vizier (2) dat over de bodem (50) wordt gesleept en daarbij grond losmaakt, en een op het vizier (2) aansluitende zuigleiding (3) die de losgemaakte grond afvoert, met het kenmerk dat het vizier (2) dwars op de sleeprichting tenminste twee afzonderlijk beweegbare drukelementen (21, 22, 23, 24) omvat, waarbij een drukelement is voorzien van een reeks indringlichamen (51, 52, 53, 54, 61, 62, 63, 64), die onder invloed van het gewicht van het drukelement krachten overbrengen op de bodem (50).
2. Sleepkop volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de drukelementen (21, 22, 23, 24) door middel van geleidemiddelen (211, 212, 213, 214) zijn opgenomen in het vizier (2), en wel dusdanig dat de drukelementen (21, 22, 23, 24) transleerbaar zijn in een richting nagenoeg loodrecht op de bodem (50).
3. Sleepkop volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de indringlichamen schijfvormige indringlichamen (51, 52, 53, 54) omvatten, die onder invloed van het gewicht van het drukelement via hun omtreksrand (23) krachten overbrengen op de bodem (50).
4. Sleepkop volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de schijfvormige indringlichamen (51, 52, 53, 54) zich op één lijn en nagenoeg dwars op de sleeprichting uitstrekken.
5. Sleepkop volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het aantal schijfvormige indringlichamen (51, 52, 53, 54) per drukelement begrepen is tussen 2 en 10, en met meer voorkeur tussen 3 en 5.
6. Sleepkop volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het aantal drukelementen (21, 22, 23, 24) begrepen is tussen 2 en 8, en met meer voorkeur tussen 3 en 5.
7. Sleepkop volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de drukelementen (21, 22, 23, 24) zijn voorzien van een reeks tanden (61, 62, 63, 64), die zich nagenoeg dwars op de sleeprichting uitstrekken, en d^^e^i^Q^t^p^^^rts van de schijfVormige indringlichamen (51, 52, 53, 54) aangrijpen op de bodem (50).
8. Sleepkop volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de drukelementen (21, 22, 23, 24) zijn voorzien van steunmiddelen (71, 72, 73, 74), die in gebruik stroomopwaarts van de schijfvormige indringlichamen (51, 52, 53, 54), en eventueel de tanden (61, 62, 63, 64), aangrijpen op de bodem (50).
9. Sleepkop volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de steunmiddelen (71, 72, 73, 74) glijblokken omvatten.
10. Sleepkop volgens één der conclusies 7-9, met het kenmerk dat de schijfVormige indringlichamen (51, 52, 53, 54) een indringdiepte hebben, en dat de tanden (61, 62, 63, 64) hoger aangrijpen op de bodem dan de schijfVormige indringlichamen.
11. Sleepkop volgens één der conclusies 8-10, met het kenmerk dat de tanden (61, 62, 63, 64) een indringdiepte hebben, en dat de steunmiddelen (71, 72, 73, 74) hoger aangrijpen op de bodem (50) dan de tanden.
12. Sleepkop volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de sleepkop (1) is voorzien van afdichtmiddelen (81, 82) die de opening tussen het vizier (2) en de bodem (50) in hoofdzaak afsluiten.
13. Sleepkop volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de sleepkop tenminste één reeks straalpijpen voor het injecteren van water onder hoge druk bevat.
14. Werkwijze voor het baggeren van althans gedeeltelijk harde bodem onder water met een sleephopperzuiger, uitgerust met een sleepkop volgens één der conclusies 1 -13, waarbij de sleepkop wordt neergelaten tot op de bodem en hierover wordt voortgesleept, waarbij door de zuigleiding een zuigkracht wordt uitgeoefend op de via afsluitmiddelen tenminste gedeeltelijk afgesloten ruimte omgeven door het vizier en de bodem, zodat de schijfVormige indringlichamen onder invloed van het gewicht van de drukelementen en de onderdruk via hun omtreksrand in de bodem indringen en hierin scheuren teweegbrengen, en waarbij de afgebroken bodemschilfers worden opgezogen door de zuigleiding.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de drukelementen tijdens het baggeren onafhankelijk van elkaar transleren in een richting nagenoeg loodrecht op de bodem.
16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk dat de steunmiddelen van een drukelement als eerste aangrijpen op de bodem waarbij het drukelement wordt aangezet het profiel van de bodem te volgen, waarbij vervolgens de tanden aangrijpen op de bodem zodat de bodem althans gedeeltelijk wordt geëffend, waarna de indringlichamen aangrijpen op de bodem.
Priority Applications (17)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2008/0544A BE1018312A3 (nl) | 2008-09-29 | 2008-09-29 | Sleepkop voor een sleephopperzuiger en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze sleepkop. |
EP09815688A EP2342385B1 (en) | 2008-09-29 | 2009-09-24 | Drag head for a trailing suction hopper dredger and method for dredging using this drag head |
AU2009295885A AU2009295885B2 (en) | 2008-09-29 | 2009-09-24 | Drag head for a trailing suction hopper dredger and method for dredging using this drag head |
DK09815688.8T DK2342385T3 (da) | 2008-09-29 | 2009-09-24 | Slæbehoved til et slæbesugningsfartøj og fremgangsmåde til uddybning ved anvendelse af dette slæbehoved |
US13/121,634 US20110239493A1 (en) | 2008-09-29 | 2009-09-24 | Drag head for a trailing suction hopper dredger and method for dredging using this drag head |
NZ592074A NZ592074A (en) | 2008-09-29 | 2009-09-24 | Drag head for a trailing suction hopper dredger and method for dredging using this drag head |
ES09815688T ES2391881T3 (es) | 2008-09-29 | 2009-09-24 | Cabezal de arrastre para una draga de cántara con tubo de succión y procedimiento para el dragado utilizando este cabezal de arrastre |
MYPI2011001903A MY157476A (en) | 2008-09-29 | 2009-09-24 | Drag head for a trailing suction hopper dredger and method for dredging using this drag head |
JP2011528323A JP5346378B2 (ja) | 2008-09-29 | 2009-09-24 | トレーリングサクションホッパー浚渫船のためのドラグヘッド、およびこのドラグヘッドを用いた浚渫方法 |
PT09815688T PT2342385E (pt) | 2008-09-29 | 2009-09-24 | Cabeça de arrasto para uma draga de sucção rebocada e processo de dragagem que utiliza esta cabeça de arrasto |
KR1020117009818A KR101646632B1 (ko) | 2008-09-29 | 2009-09-24 | 자항 호퍼 준설선용 드래그 헤드 및 이 드래그 헤드를 이용해 준설하기 위한 준설 방법 |
PCT/EP2009/062388 WO2010034775A1 (en) | 2008-09-29 | 2009-09-24 | Drag head for a trailing suction hopper dredger and method for dredging using this drag head |
TW098132422A TWI541409B (zh) | 2008-09-29 | 2009-09-25 | 用於耙吸式挖泥船之耙頭及使用此耙頭挖泥之方法 |
ARP090103724A AR073698A1 (es) | 2008-09-29 | 2009-09-28 | Cabeza de draga para draga de arrastre y succion con tolva y metodo de dragado utilizando esta cabeza de draga |
PA20098844001A PA8844001A1 (es) | 2008-09-29 | 2009-09-29 | Cabeza de rastra para draga saltadora de succion rastrera y metodo para dragado usando esta cabeza de rastra |
ZA2011/02455A ZA201102455B (en) | 2008-09-29 | 2011-04-01 | Drag head for a trailing suction hopper dredger and method for dredging using this drag head |
HK11109714.3A HK1155496A1 (en) | 2008-09-29 | 2011-09-15 | Drag head for a trailing suction hopper dredger and method for dredging using this drag head |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE200800544 | 2008-09-29 | ||
BE2008/0544A BE1018312A3 (nl) | 2008-09-29 | 2008-09-29 | Sleepkop voor een sleephopperzuiger en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze sleepkop. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1018312A3 true BE1018312A3 (nl) | 2010-08-03 |
Family
ID=40474174
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2008/0544A BE1018312A3 (nl) | 2008-09-29 | 2008-09-29 | Sleepkop voor een sleephopperzuiger en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze sleepkop. |
Country Status (17)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20110239493A1 (nl) |
EP (1) | EP2342385B1 (nl) |
JP (1) | JP5346378B2 (nl) |
KR (1) | KR101646632B1 (nl) |
AR (1) | AR073698A1 (nl) |
AU (1) | AU2009295885B2 (nl) |
BE (1) | BE1018312A3 (nl) |
DK (1) | DK2342385T3 (nl) |
ES (1) | ES2391881T3 (nl) |
HK (1) | HK1155496A1 (nl) |
MY (1) | MY157476A (nl) |
NZ (1) | NZ592074A (nl) |
PA (1) | PA8844001A1 (nl) |
PT (1) | PT2342385E (nl) |
TW (1) | TWI541409B (nl) |
WO (1) | WO2010034775A1 (nl) |
ZA (1) | ZA201102455B (nl) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE1019788A4 (nl) * | 2011-02-02 | 2012-12-04 | Baggerwerken Decloedt & Zn N V | Zuigkop voor een baggerschip en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze zuigkop. |
ES2694415T3 (es) * | 2012-07-27 | 2018-12-20 | Nautilus Minerals Pacific Pty Ltd | Aparato y procedimiento de recogida autolimpiadores |
US9303384B2 (en) * | 2013-04-17 | 2016-04-05 | Colorado School Of Mines | Cavitating water jet hard rock dredge mining system |
NL2011961C2 (en) * | 2013-12-13 | 2015-06-16 | Ihc Holland Ie Bv | Modular visor for a drag head. |
KR101499151B1 (ko) * | 2014-07-04 | 2015-03-06 | (주)대우건설 | 쟁기를 이용한 준설 해저면 평탄화 시스템 및 공법 |
CN106836342A (zh) * | 2017-01-24 | 2017-06-13 | 黄河水利委员会黄河水利科学研究院 | 一种破土射流冲吸式吸泥头 |
CN107630485B (zh) * | 2017-11-10 | 2023-04-21 | 上海振华重工(集团)股份有限公司 | 外海深水先铺碎石基床面清淤系统及清淤船 |
NL2020312B1 (nl) * | 2018-01-24 | 2018-11-09 | Carpdredging Ip B V | Graafinstallatie |
EP3902393A4 (en) * | 2018-12-26 | 2022-11-02 | Cashman Dredging & Marine Contracting Co., Llc | TOWING DEVICE WITH SEPARATION |
CN111395434B (zh) * | 2020-04-20 | 2022-03-18 | 中交疏浚技术装备国家工程研究中心有限公司 | 耙吸挖泥船 |
CN113306673A (zh) * | 2021-05-20 | 2021-08-27 | 湖南湘船重工有限公司 | 一种船舶拖泥测量和预警方法及系统 |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2025492A (en) * | 1978-07-18 | 1980-01-23 | Ihc Holland Nv | Dragging type head for a suction dredger |
NL8005126A (nl) * | 1980-09-11 | 1980-12-31 | Ballast Nedam Groep Nv | Zuigbaggerinrichting. |
NL8702390A (nl) * | 1987-10-07 | 1989-05-01 | Bos Kalis Bv | Zuigbaggerwerkwijze, in het bijzonder voor het opzuigen van slib, alsmede een inrichting voor het uitvoeren van die werkwijze. |
RU1796002C (ru) * | 1990-01-18 | 1993-02-15 | Ростовское центральное проектно-конструкторское бюро "Стапель" | Волочащеес грунтозаборное устройство земснар да |
JPH07138978A (ja) * | 1993-11-18 | 1995-05-30 | Mitsui Eng & Shipbuild Co Ltd | 軟泥採集装置 |
WO2006027325A1 (en) * | 2004-09-10 | 2006-03-16 | Dredging International | Draghead for a trailing suction hopper and process for dredging by means of this draghead |
Family Cites Families (14)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US724501A (en) * | 1903-01-02 | 1903-04-07 | Jesse W Reno | Hydraulic dredge. |
US1068934A (en) * | 1912-08-30 | 1913-07-29 | John Warren Sackett | Oscillatory-grating drag. |
US1840606A (en) * | 1929-02-27 | 1932-01-12 | Scheffauer Frederick Carl | Self-adjusting draghead |
US1939389A (en) * | 1932-12-31 | 1933-12-12 | Mark M Condron | Drag-head for dredging machines |
US3305950A (en) * | 1964-04-14 | 1967-02-28 | Newport News Shipbuilding | Underwater mining |
NL175211C (nl) * | 1973-10-15 | 1984-10-01 | Bos Kalis Westminster | Inrichting en werkwijze voor het opzuigen van een grondsuspensie met een transportmedium. |
NL161222C (nl) * | 1975-08-25 | 1980-01-15 | Ballast Nedam Groep Nv | Sleepzuiger. |
NL165249C (nl) * | 1975-12-19 | 1981-03-16 | Ballast Nedam Groep Nv | Werkwijze en inrichting voor het breken van onder water gelegen harde grond. |
US4141159A (en) * | 1977-03-18 | 1979-02-27 | Summa Corporation | Method and apparatus for deep sea mining |
NL166514C (nl) * | 1977-12-27 | 1981-08-17 | Volker Groep Nv | Sleepkop voor een baggerzuiger. |
DE4405451A1 (de) * | 1994-02-21 | 1995-08-31 | Krupp Foerdertechnik Gmbh | Verfahren und Vorrichtung zum Absaugen von Gewässergrund |
BE1009262A3 (nl) * | 1995-03-30 | 1997-01-07 | Dredging Int | Baggerkop voor het door een sleep- of duwbeweging baggeren van slib. |
GB0301660D0 (en) * | 2003-01-24 | 2003-02-26 | Redding John | Dredging scouring & excavation |
BE1017861A3 (nl) * | 2007-11-29 | 2009-09-01 | Dredging Int | Sleepkop van een sleephopperzuiger en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze sleepkop. |
-
2008
- 2008-09-29 BE BE2008/0544A patent/BE1018312A3/nl not_active IP Right Cessation
-
2009
- 2009-09-24 MY MYPI2011001903A patent/MY157476A/en unknown
- 2009-09-24 US US13/121,634 patent/US20110239493A1/en not_active Abandoned
- 2009-09-24 AU AU2009295885A patent/AU2009295885B2/en not_active Ceased
- 2009-09-24 DK DK09815688.8T patent/DK2342385T3/da active
- 2009-09-24 WO PCT/EP2009/062388 patent/WO2010034775A1/en active Application Filing
- 2009-09-24 JP JP2011528323A patent/JP5346378B2/ja not_active Expired - Fee Related
- 2009-09-24 KR KR1020117009818A patent/KR101646632B1/ko active IP Right Grant
- 2009-09-24 NZ NZ592074A patent/NZ592074A/xx not_active IP Right Cessation
- 2009-09-24 EP EP09815688A patent/EP2342385B1/en not_active Not-in-force
- 2009-09-24 ES ES09815688T patent/ES2391881T3/es active Active
- 2009-09-24 PT PT09815688T patent/PT2342385E/pt unknown
- 2009-09-25 TW TW098132422A patent/TWI541409B/zh not_active IP Right Cessation
- 2009-09-28 AR ARP090103724A patent/AR073698A1/es not_active Application Discontinuation
- 2009-09-29 PA PA20098844001A patent/PA8844001A1/es unknown
-
2011
- 2011-04-01 ZA ZA2011/02455A patent/ZA201102455B/en unknown
- 2011-09-15 HK HK11109714.3A patent/HK1155496A1/xx not_active IP Right Cessation
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2025492A (en) * | 1978-07-18 | 1980-01-23 | Ihc Holland Nv | Dragging type head for a suction dredger |
NL8005126A (nl) * | 1980-09-11 | 1980-12-31 | Ballast Nedam Groep Nv | Zuigbaggerinrichting. |
NL8702390A (nl) * | 1987-10-07 | 1989-05-01 | Bos Kalis Bv | Zuigbaggerwerkwijze, in het bijzonder voor het opzuigen van slib, alsmede een inrichting voor het uitvoeren van die werkwijze. |
RU1796002C (ru) * | 1990-01-18 | 1993-02-15 | Ростовское центральное проектно-конструкторское бюро "Стапель" | Волочащеес грунтозаборное устройство земснар да |
JPH07138978A (ja) * | 1993-11-18 | 1995-05-30 | Mitsui Eng & Shipbuild Co Ltd | 軟泥採集装置 |
WO2006027325A1 (en) * | 2004-09-10 | 2006-03-16 | Dredging International | Draghead for a trailing suction hopper and process for dredging by means of this draghead |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ES2391881T3 (es) | 2012-11-30 |
TWI541409B (zh) | 2016-07-11 |
PA8844001A1 (es) | 2010-05-26 |
JP2012504196A (ja) | 2012-02-16 |
WO2010034775A1 (en) | 2010-04-01 |
AU2009295885B2 (en) | 2016-02-11 |
JP5346378B2 (ja) | 2013-11-20 |
EP2342385B1 (en) | 2012-08-22 |
NZ592074A (en) | 2012-08-31 |
AR073698A1 (es) | 2010-11-24 |
EP2342385A1 (en) | 2011-07-13 |
MY157476A (en) | 2016-06-15 |
HK1155496A1 (en) | 2012-05-18 |
TW201020375A (en) | 2010-06-01 |
KR20110079703A (ko) | 2011-07-07 |
DK2342385T3 (da) | 2012-10-22 |
KR101646632B1 (ko) | 2016-08-08 |
ZA201102455B (en) | 2011-12-28 |
US20110239493A1 (en) | 2011-10-06 |
AU2009295885A1 (en) | 2010-04-01 |
PT2342385E (pt) | 2012-11-13 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1018312A3 (nl) | Sleepkop voor een sleephopperzuiger en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze sleepkop. | |
BE1017861A3 (nl) | Sleepkop van een sleephopperzuiger en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze sleepkop. | |
AU2005281768B2 (en) | Draghead for a trailing suction hopper and process for dredging by means of this draghead | |
JP5486015B2 (ja) | トレーリング吸引ホッパー浚渫船用のドラッグヘッド、および当該ドラッグヘッドを用いて浚渫する方法 | |
TWI521134B (zh) | 用於海底採礦工具的吸嘴 | |
BE1019788A4 (nl) | Zuigkop voor een baggerschip en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze zuigkop. | |
EP2981657A1 (en) | Trench cutting apparatus | |
EP1985766A2 (en) | Vehicle for laying an elongate product in a trench in the sea floor | |
BE1016085A5 (nl) | Sleepkop voor een sleephopperzuiger en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze sleepkop. | |
JP6771049B2 (ja) | 圃場溝掘機 | |
JP2017216918A (ja) | 圃場溝掘機 | |
JP2017216917A (ja) | 圃場溝掘機 | |
US20060059731A1 (en) | Bucket for a skid steer | |
JP6353863B2 (ja) | 圃場溝掘機 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20170930 |