NL8702390A - Zuigbaggerwerkwijze, in het bijzonder voor het opzuigen van slib, alsmede een inrichting voor het uitvoeren van die werkwijze. - Google Patents

Description

- 1 - VO 9267

Titel: Zuigbaggerwerkwijze, in het bijzonder voor het opzuigen van slib, alsmede een inrichting voor het uitvoeren van die werkwijze

De uitvinding heeft betrekking op een zuigbaggerwerkwijze in het bijzonder voor het opzuigen van slib, waarbij door menging met water verpompbaar gemaakt materiaal via een zuigkanaal dat zich uitstrekt door een sleepkop en een daarop aansluitende 5 zuigbuis, middels een pomp wordt opgezogen, alsmede op een zuig- ·. bagger inrichting voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze.

Bij het zuigbaggeren wordt het middels de sleepkop en de zuigbuis opgezogen mengsel uit water en af te voeren materiaal veelal in een beun van een transportschip gestort. Het af te voe-10 ren, zwaardere materiaal bezinkt daarbij. Het als transportmedium tijdens het opzuigen gebruikte water is te zien als nutteloze ballast en wordt dan ook bij voorkeur via een overvloei afgevoerd, waarbij dat water direct over boord in het omgevingswater terecht komt, dan wel via een leiding wordt afgevoerd naar een op afstand 15 gelegen plaats.

Voor het verkrijgen van een optimale belading van het transportvaartuig is de mate waarin het af te voeren materiaal bezinkt een belangrijk criterium. Is de bezinksnelheid hoog, zoals bijvoorbeeld bij grind, dan kan in relatief korte tijd het vaar— 20 tuig maximaal worden beladen. Is de bezinksnelheid laag, zoals bijvoorbeeld bij slib, dan kan het afhankelijk van de vaartijd naar de stortplaats de voorkeur verdienen het beladingspraces te beëindigen voordat de maximale slibbeladingsgraad is bereikt, omdat anders ten opzichte van de vaart ijd te lang zou moeten worden 8702390 - 2 - geladen. Verder zal bij relatief licht af te voeren materiaal een deel daarvan niet bezinken doch via de overvloei het vaartuig weer verlaten. Niet alleen wordt hierdoor het zuigrendement nadelig beïnvloed, doch tevens zal dit in bepaalde gevallen, bijvoorbeeld 5 bij het zuigen van verontreinigd havenslib, niet zijn toegestaan.

Het zuigrendement kan verder nadelig warden beïnvloed door het op de gewenste baggerdiepte niet steeds aanwezig zijn van voldoende slibaanbod. In dat geval wordt slechts of voornamelijk water opgezogen.

10 Met de uitvinding wordt beoogd het zuigrendement te ver hogen door het op te zuigen mengsel steeds een zo optimaal mage-: lijke materiaal-water-verhouding te geven, zodat bij werken met overvloei zo min mogelijk water hoeft over te vloeien en in gevallen, waarbij geen gebruik van een overvloei mag warden gemaakt zo 15 min mogelijk ballastwater in het beun terecht komt.

Dit is overeenkomstig de uitvinding bij een zuigbagger-werkwijze van de in de aanhef omschreven soort te bereiken, doordat in, bij of voor de sleepkop het aanbod aan op te zuigen materiaal wordt gedetecteerd en afhankelijk van de gedetecteerde waar-20 de de doorlaat van het zuigkanaal wordt beïnvloed teneinde een zo optimaal mogelijk materiaal-water-mengsel op te zuigen. Door deze maatregelen wordt de opgezogen hoeveelheid materiaal-water-mengsel afgestemd op de hoeveelheid voor handen zijnd op te zuigen materiaal en wel zodanig, dat steeds een optimale zuigconcentratie wordt 25 aangehouden. Overeenkomstig een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is dit evenzeer te verwezenlijken, als in, bij of voor de sleepkop het aanbad aan op te zuigen materiaal wordt gedetecteerd en afhankelijk van de gedetecteerde waarde het pomp vermogen wordt beïnvloed teneinde een zo optimaal mogelijk materiaal-water-meng-30 sel op te zuigen.

8702.39 0 - 3 -

Een verdere verbetering van de gewenste aanpassing van de opgezogen hoeveelheid aan de voor handen zijnde hoeveelheid op te zuigen materiaal is daarbij te verwezenlijken door combinatie van beide bovenbedoelde mogelijkheden en wel, overeenkomstig een 5 verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, bij voorkeur zodanig, dat het beïnvloeden van de doorlaat en het beïnvloeden van het pompvermogen in combinatie en op elkaar afgestemd worden uitgevoerd.

Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uit-10 vinding verdient het de voorkeur, dat bij geen of een te laag mater iaalaanbod het zuigkanaal nabij zijn aanzuigeinde wordt af- · gesloten en de pomp wordt uitgeschakeld. Door het afsluiten van het zuigkanaal wordt enerzijds het aanzuigen van alleen maar of voornamelijk water voorkomen en anderzijds de zuigbuis gevuld ge-15 houden met een mengsel met een optimale materiaal-water-verhouding zodat bij het wederom detecteren van voldoende slibaanbod het opzuigen steeds weer met een optimaal materiaal-water-mengsel wordt vaortgezet. Hierbij wordt op verrassende en voordeelbiedende wijze gebruik gemaakt van de geringe bezinkneiging van slib.

20 Een verdere optimalisering van het zuigproces is te ver wezenlijken, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de sleepkop is voorzien van ten minste twee zuigcompar-timenten, die onderling onafhankelijk zijn en elk middels telkens een aparte verbindingsbui? op de zuigbuis zijn aangesloten, waar-25 bij het detecteren van het mater iaalaanbod voor elk zuigcomparti-ment afzonderlijk geschiedt en het beïnvloeden van de zuigkanaal-doorlaat plaatsheeft door het verminderen respectievelijk afsluiten van de doorlaat van ten minste een verbindingsbuis. Bij deze maatregelen is in het bijzonder voordeel te verwerven bij het 30 gebruikmaken van brede sleepkoppen, die een ongelijkmatige bodem 8702390 - 4 - moeten af vlakken. Daarbij kan meer in het bijzonder ook gedacht worden aan zeer brede koppen, zoals de zogenaamde ”dustpan”-koppen toegepast bij stationaire zuigers.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een zuigbagger-5 inrichting voor het uitvoeren van een werkwijze als bovenbedoeld, welke zuigbaggerinrichting, zoals gebruikelijk voorzien van een zuigkanaal, dat zich uitstrekt door een zuigbuis en een op het aanzuigeinde daarvan aansluitende sleepkop, alsmede van een pomp, overeenkomstig de uitvinding verder is uitgerust met in sleeprich-10 ting gezien voor, bij of in de sleepkop aangebrachte detectiemid-delen voor het detecteren van het mater taalaanbod en door in het} zuigkanaal nabij de sleepkop aangebrachte middelen voor het beïnvloeden van de doorlaat van het zuigkanaal afhankelijk van het gedetecteerde mater taalaanbod, dan wel overeenkomstig een andere 15 uitvoeringsvorm van de uitvinding is uitgerust met in sleeprich-ting gezien voor, bij of in de sleepkop aangebrachte detectiemid-delen voor het detecteren van het materiaalaanbod en door middelen voor het regelen van het pompvermogen afhankelijk van het gedetecteerde materiaalaanbod. Een verdere verbetering van het resultaat 20 zal ook hier weer mogelijk kunnen zijn door combinatie van bedoelde, overeenkomstig de uitvinding voorgestelde maatregelen op een en dezelfde zuigbagger inrichting.

Bij voorkeur is er overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding in voorzien, dat de middelen voor het 25 beïnvloeden van de doorlaat van het zuigkanaal bestaan uit ten minste een klep. Een dergelijke klep kan direct en dwangmatig door de detectiemiddelen worden gestuurd. Evenwel is ook een indirecte sturing mogelijk, namelijk door de klep uit te voeren als terugslagklep die geopend wordt door de opgezogen mengselstroom en zich 30 door de zwaartekracht en/of een veerkracht naar de gesloten stand 87 0 2.39 0 - 5 - tracht te verplaatsen.

In het bijzonder in geval een brede sleepkop wordt toegepast, verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de sleepkop is samengesteld uit 5 ten minste twee zuigcompartimenten, die onderling onafhankelijk zijn en elk middels telkens een aparte verbindingsbuis op de zuig-buis zijn aangesloten waarbij voor elk zuigcompartiment afzonderlijke detect iemiddelen voor het mater taalaanbod en middelen voor het regelen van de doorlaat van het zuigkanaal aanwezig zijn. Door 10 deze maatregelen is ook bij een ongelijkmatig slibaanbod over de breedte van de samengestelde sleepkop het zuigrendement zo groot, magelijk te houden.

S'iet in alle gevallen zal het nodig zijn het mater taalaanbod te detecteren, zoals bijvoorbeeld bij het opzuigen van zand 15 of grind uit een relatief schoon milieu. In verband hiermee kan het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur verdienen, dat de detect iemiddelen zijn aangebracht op een module geplaatst tussen de zuigbuis en de sleepkop. Hierdoor worden de detectiemiddelen gemakkelijk demontabel, hetgeen verder 20 zijn voordelen heeft voor het onderhouden, repareren en vervangen. Om dezelfde redenen verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de middelen voor het beïnvloeden van de doorlaat zijn geplaatst in een module tussen de zuigbuis en de sleepkop. Verdere voordelen zijn hierbij nog 25 te behalen als de module die de detectiemiddelen draagt, tevens is voorzien van de middelen voor het beïnvloeden van de doorlaat van de zuigbuis.

Het situeren van de middelen voor het beïnvloeden van de doorlaat in een module aan het onderuiteinde van de zuigbuis wordt 30 bij voorkeur toegepast, indien gewerkt wordt met een aan/uit- 8702390 -6- regeling, dat wil zeggen bij het detecteren van onvoldoende aanbod aan op te zuigen materiaal wordt de pomp uitgeschakeld. Door daarbij tegelijkertijd de middelen voor het beïnvloeden van de daarlaat van het zuigkanaal de zuigbuis te laten afsluiten wordt 5 bewerkstelligd, dat bij het opnieuw starten van de pomp na het detecteren van voldoende materiaal-aanbod meteen weer een optimaal mengsel wordt opgezogen. Vordt de voorkeur gegeven aan een modulerende regeling, dat wil zeggen het pomp ver mogen wordt af gestemd op het gedetecteerde mater iaal-aanbod en de doorlaat van het zuig-10 kanaal daaraan aangepast door die doorlaat gedeeltelijk af te sluiten, dan verdient het overeenkomstig een verdere uitvoerings-vorm van de uitvinding de voorkeur, dat de middelen voor het beïnvloeden van de doorlaat van het zuigkanaal zich bij de zuig-mond van de sleepkop bevinden. Door deze maatregel is op de meest 15 effectieve wijze het aanzuigen van vals water en zodoende het zo optimaal mogelijk houden van het rendement te bewerkstelligen. Daarbij verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de middelen voor het beïnvloeden van het zuigkanaal een klep omvatten, die zwenkbaar is om een 20 as, die zich horizontaal, dwars op de sleeprichting en in het bovengebied van de klep uitstrekt, terwijl die klep zowel in de open als in de gesloten stand een achterwaarts, dat wil zeggen min of meer tegen de sleeprichting in, hellende stand inneemt. Hierdoor zal de klep bij het verplaatsen tijdens het slepen zo min 25 mogelijk weerstand oproepen en in de geopende of gedeeltelijk geopende stand een leivlak voor het opgezogen mater iaal-wat er-mengsel vormen.

Onder verwijzing naar in de tekening op schematische wijze weergegeven uitvoerings voor beelden zullen de zuigbagger— 30 werkwijze en -inrichting volgens de uitvinding thans nader warden 8702330 - 7 - besproken en taegelicht, Daarbij toont: fig. 1 een sleepkop tijdens de zuigbaggerwerkzaamheden; fig. 2 een sleepkop met doorlaat beïnvloedende middelen in de vorm van een klep; 5 fig. 3 een sleepkop met drie onderling onafhankelijke zuigcompar timen ten en kleppen; en fig. 4 een verdere uitvoeringsvorm van een sleepkop met doorlaat beïnvloedende middelen in de vorm van een klep.

In fig. 1 is op uiterst schematische wijze een sleepkop 10 1 met aansluitende zuigbuis 2 weergegeven. Door de zuigbuis 2 wordt middels een niet weergegeven pomp een mengsel van slib en ? water opgezogen, waartoe de sleepkop 1 wordt voortgetrokken in de sleeprichting 3. In de weergegeven situatie rust de sleepkop 1 op een reeds bewerkt gebied 4 van de bodem, dat daardoor tot op het 15 gewenste niveau 5 is afgegraven. Op het gebied 4 sluit een nog te bewerken gebied 6 aan. Het aanbod aan af te graven materiaal in het gebied 6 wordt afgetast middels een detectieorgaan 7. Afhankelijk van het gemeten slibaanbod wordt het op te zuigen mengsel beïnvloed, dat wil zeggen in een zo optimaal mogelijke water-slib-20 verhouding gebracht dan wel gehouden. Het beïnvloeden geschiedt ofwel door het aanpassen van de vrije doorlaat van de zuigbuis, ofwel door het wijzigen van het pompvermogen, ofwel door een combinatie van die maatregelen. Zo zal het detect ieorgaan 7 in het gebied 6a een af nemende hoeveelheid op te zuigen slib registreren 25 en als gevolg daarvan signalen afgeven, die bij het werken met een modulerende regeling de vrije doorlaat van de sleepkop 1 of zuigbuis 2 en/of het pompvermogen doen verminderen, In het geval er met een aan/uit-regeling wordt gewerkt, zal bij het detecteren van een onvoldoende aanbod aan op te zuigen materiaal de pomp worden 30 uitgeschakeld en de doorlaat van de sleepkop 1 of de zuigbuis 2 8702390 - 8 - worden afgesloten. Bij beide typen regelingen zal dit uitschakelen en afsluiten plaats hebben, indien, zoals in het gebied 6b, in het geheel geen op te zuigen materiaal wordt gedetecteerd. Het uitschakelen van de pomp heeft het beëindigen van het zuigproces tot 5 gevolg. Het daarbij tegelijkertijd afsluiten van de doorlaat van de sleepkop 1 of de zuigbuis 2 heeft het voordeel, dat de zuigbuis gevuld blijft met een optimaal water—slib-mengsel, zodat bij weer detecteren van voldoende slibaanbod het zuigproces meteen onder optimale zuigomstandigheden voortgezet kan worden.

10 In fig. 2 is op schematische wijze een sleepkop 1 in zijaanzicht weergegeven, die voorzien is van een vizier 10, dat middels een verstel inrichting 11 onder een gewenste hoek ten opzichte van de zuigbuis 2 instelbaar is. Aan de zuigbuis 2 is in sleeprichting van de sleepkop 1 gezien voorlopend het detectie-15 orgaan 7 bevestigd, terwijl in de zuigbuis 2 een klep 12 is opgesteld, die zwenkbaar is tussen een volledig open stand, waarin de vrije doorlaat van de zuigbuis maximaal is, en een geheel gesloten stand, waarin de doorlaat van de zuigbuis geheel is afgesloten.

De klep 12 is door niet weergegeven middelen, die door signalen 20 afkomstig van het detectieorgaan 7 stuurbaar kunnen zijn, bedien-baar. De sectie van de zuigbuis tussen de streeppuntlijnen 13 en 14 kan een afzonderlijk tussen te voegen segment van die zuigbuis zijn, terwijl ook de sleepkop 1 zich tot bijvoorbeeld de streep-puntlijn 13 kan uitstrekken» zodat een deel van de zuigbuis 2 ge-25 acht kan worden eendelig met de sleepkop 1 te zijn uitgevoerd.

Met een streeplijn is in fig. 2 nog een alternatieve opstel lingsp laats voor het detect ieorgaan weergegeven. Dit detect ieorgaan 7' kan gezien zijn plaatsing op of nabij het zuigniveau ook als een mechanisch op aanwezig op te zuigen materiaal reagerend 30 element zijn uitgevoerd, terwijl het hoger geplaatste detectieor- 8702390 - 9 - gaan 7 veelal een electronisch instrumnet zal zijn.

In fig. 3 is een driedelige sleepkop in onderaanzicht weergegeven. Elk deel van de sleepkop is voorzien van een verstelbaar vizier als getoond in fig. 2 en boven omschreven. Aldus is de 5 sleepkop voorzien van drie onderling onafhankelijke zuigmonden 15, 16 en 17, die elk via een verbindingsbuis 18, 19 en 20 zijn verbanden met een verzameldeel 21, waarop de zuigbuis aansluit. In elke verbindingsbuis 18, 19 en 20 is telkens een klep 22, 23 en 24 gemonteerd, die op gelijke wijze als de klep 12 in fig. 2 tussen 10 een open en een gesloten stand gestuurd zwenkbaar is. Doordat de kleppen 22, 23 en 24 elk een eigen mengselstroom beïnvloeden, is . met deze constructie niet alleen een aanpassing aan het slibaanbod in sleeprichting, doch ook dwars daarop te realiseren. Gelijktijdige regeling van het pompvermogen vereist hierbij geen extra aan-15 passingen; wel zijn extra detectieorganen 7, en wel één voor elke klep, nodig. Die detectieorganen dienen daarbij zodanig te worden geplaatst, dat elk detectieorgaan het slibaanbod bepaalt in rechte lijn voor het sleepkopdeel, waarvan de zuigmond aansluiting geeft op de verbindingsbuis met die klep die door het betreffende detec-20 tieorgaan moet worden gestuurd. Daartoe zijn de detectieorganen 7, die de kleppen 22 en 24 moeten sturen, geplaatst op een freem 25, dat aan weerszijden van het verzameldeel 21 uitsteekt. Uiteraard zijn ook bij deze uitvoeringsvorm de detectieorganen wederom in of direct bij de desbetreffende zuigmond op te stellen.

25 In fig. 4 is een sleepkop 31 weergegeven, die een ten opzichte van fig. 2 gewijzigde, doch ook op zich bekende uitvoering heeft. Op de sleepkop 31 sluit een zuigbuis 32 aan, ten opzichte waarvan de sleepkop 31 middels een verstelinrichting 33 instelbaar is en waaraan een detect ieorgaan 34 is bevestigd. Bij 30 de zuigmond van de sleepkop 31 is een klep 35 aangebracht, die 8702390 - 10 - zwenkbaar is om een as 36, die zich langs de bovenrand van de klep dwars op het vlak van tekening en zodoende loodrecht op de sleep-richting uitstrekt. In de met getrokken lijnen weergegeven stand sluit de klep 35 de zuigmond van de sleepkop 31 af, terwijl met 5 streeplijnen de open stand van de klep 35 is aangeduid, waarbij uit de tekening blijkt, dat de klep 35 in elke stand ten opzichte van de sleeprichting achterwaarts wijst. Hierdoor zal de klep 35 tijdens het verplaatsen van de sleepkop 31 tijdens het slepen een zo gering mogelijke weerstand hebben en tevens tijdens het in de 10 open of gedeeltelijk open stand staan een leivlak voor het opgezogen mengsel vormen. Het voordeel van deze plaatsing van de klep is, dat bij een verminderd aanbad aan op te zuigen materiaal en een daaraan aangepaste pompwerking tevens de inlaat van de zuigmond is te verkleinen, zodat die doorlaat is aan te passen aan de 15 verminderde aangezogen hoeveelheid mengsel en de kans op het aanzuigen van vals water, hetgeen het zuigrendement zou doen verminderen, verkleint.

Het sturen van de klep 35 kan op velerlei wijzen worden gerealiseerd. Gedacht kan daarbij bijvoorbeeld worden aan niet-20 weergegeven hydraulische cilinders en stangen, derhalve een dwangmatige sturing. Daarnaast is het ook mogelijk de klep zodanig uit te voeren, dat deze als gevolg van de zwaartekracht, eventueel in combinatie met veerkracht, steeds naar de gesloten stand toe wordt gedrongen, waarbij dan de door de pompwerking opgezogen mengsel-25 stroom automatisch zorg draagt voor het in de juiste stand gaan staan van de klep.

Het spreekt vanzelf, dat er binnen het kader van de uitvinding vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo kan een sleepkop elk gewenst aantal onderling onafhankelijke delen hebben, 30 die verder niet op de wijze als getoond in fig. 3 onderling onaf- 6702390 - 11 - hanke lijke segmenten hoeven te vormen, doch ook gevormd kunnen worden door een brede sleepkop middels schotten in een aantal secties te verdelen, waarbij elke sectie een eigen afvoer met klep bezit. Deze kleppen kunnen zwenkkleppen zijn zoals weergegeven in 5 de fig. 2 en 3, doch ook van elk ander geschikt type zijn, zoals schuif kleppen, vlinderkleppen, diaphragmakleppen, en dergelijke.

8702390

Claims (14)

1. Zuigbaggerwerkwijze, in het bijzonder voor het opzuigen van slib, waarbij door menging met water verpompbaar gemaakt materiaal via een zuigkanaal, dat zich uitstrekt door een sleepkop en een daarop aansluitende zuigbuis, middels een pomp wordt opgezogen 5 met het kenmerk, dat in, bij of voor de sleepkop het aanbod aan op te zuigen materiaal wordt gedetecteerd en afhankelijk van de gedetecteerde waarde de doorlaat van het zuigkanaal wordt beïnvloed teneinde een zo optimaal mogelijk materiaal-water-mengsel op te zuigen.

2. Zuigbaggerwerkwijze, in het bijzonder voor het opzuigen van slib, waarbij door menging met water verpompbaar gemaakt materiaal via een zuigkanaal, dat zich uitstrekt door een sleepkop en een daarop aansluitende zuigbuis, middels een pomp wordt opgezogen met het kenmerk, dat in, bij of voor de sleepkop het aanbod aan op 15 te zuigen materiaal wordt gedetecteerd en afhankelijk van de gedetecteerde waarde het pompvermogen wordt beïnvloed teneinde een zo optimaal mogelijk materiaal-water-mengsel op te zuigen.

3. Zuigbaggerwerkwijze volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat het beïnvloeden van de doorlaat en het beïnvloeden 20 van het pompvermogen in combinatie en op elkaar af gestemd worden uitgevoerd.

4. Zuigbaggerwerkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat bij geen of een te laag materiaalaanbod het zuigkanaal nabij zijn aanzuigeinde wordt afgesloten en de pomp wordt uitgeschakeld.

5. Zuigbaggerwerkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de sleepkop is voorzien van ten minste twee zuigcom-par timen ten, die onderling onafhankelijk zijn en elk middels tel- 8702390 - 13 - keus een aparte verbindingshals op de zuigbuis zijn aangesloten, waarbij het detecteren van het materiaalaanbod vaar elk zuigcom-partiment afzonderlijk geschiedt en het beïnvloeden van de zuig-kanaaldoorlaat plaatsheeft door het verminderen respectievelijk 5 afsluiten van de doorlaat van ten minste een verbindingsbuis.

6. Zuigbaggerinrichting voor het uitvoeren van een werk wijze volgens ten minste een der conclusies 1, 3 - 5, en daartoe voorzien van een zuigkanaal, dat zich uitstrekt door een zuigbuis en een op het aanzuigeinde daarvan aansluitende sleepkop, alsmede 10 van een pomp, gekenmerkt door in sleeprichting gezien voor, bij of in de sleepkop aangebrachte detectiemiddelen voor het detecteren :· van het materiaalaanbod en door in het zuigkanaal nabij de sleepkop aangebrachte middelen voor het beïnvloeden van de doorlaat van het zuigkanaal afhankelijk van het gedetecteerde materiaalaanbod.

7. Zuigbagger inrichting voor het uitvoeren van een werk wijze volgens ten minste een der conclusies 1, 3 - 5, en daartoe voorzien van een zuigkanaal, dat zich uitstrekt door een zuigbuis en een op het aanzuigeinde daarvan aansluitende sleepkop, alsmede van een pomp, gekenmerkt door in sleeprichting gezien voor, bij of 20 in de sleepkop aangebrachte detectiemiddelen voor het detecteren van het materiaalaanbod en door middelen voor het regelen van het pompvermogen afhankelijk van het gedetecteerde materiaalaanbod.

8. Zuigbaggerinrichting volgens conclusie 6 of conclusie 6 en 7, met het kenmerk, dat de middelen voor het beïnvloeden van de 25 doorlaat van het zuigkanaal bestaan uit ten minste een klep.

9. Zuigbaggerinrichting volgens conclusie 6 of 8, met het kenmerk, dat de sleepkop is samengesteld uit ten minste twee zuig-compartimenten, die onderling onafhankelijk zijn en elk middels telkens een aparte verbindingsbuis op de zuigbuis zijn aangesloten 30 waarbij voor elk zuigcompartiment afzonderlijke detectiemiddelen 8702390 - 14 - voor het materiaalaanbod en middelen voor het regelen van de doorlaat van het zuigkanaal aanwezig zijn.

10. Znigbaggerinrichting volgens een der conclusies 6-9, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen zijn aangebracht op een 5 module geplaatst tussen de zuigbuis en de sleepkop.

11. Zuigbaggerinrichting volgens een der conclusies 6, 8 -10, met het kenmerk, dat de middelen voor het beïnvloeden van de doorlaat zijn geplaatst in een module tussen de zuigbuis en de sleepkop.

12. Zuigbagger inrichting volgens conclusie 10 en 11, met het kenmerk, dat de module die de detectiemiddelen draagt, tevens is 5 voorzien van de middelen voor het beïnvloeden van de doorlaat van de zuigbuis.

13. Zuigbagger inrichting volgens een der conclusies 6 - 10, 15 met het kenmerk, dat de middelen voor het beïnvloeden van de doorlaat van het zuigkanaal zich bij de zuigmond van de sleepkop bevinden.

14. Zuigbagger inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de middelen voor het beïnvloeden van het zuigkanaal een 20 klep omvatten, die zwenkbaar is om een as, die zich horizontaal, dwars op de sleeprichting en in het bovengebied van de klep uitstrekt, terwijl die klep zowel in de open als in de gesloten stand een achterwaarts, dat wil zeggen min of meer tegen de sleeprichting in, hellende stand inneemt. 8702390