BE1020439A4 - Zuigkop van een sleephopperzuiger en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze zuigkop. - Google Patents

Description

Zuigkop van een sleephopperzuiger en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze zuigkop

De uitvinding heeft betrekking op een zuigkop van een sleephopperzuiger, die is ingericht voor beweging in een bewegingsrichting, waarbij de zuigkop een op een zuigleiding aansluitbare kokerconstructie omvat en een ten opzichte van de kokerconstructie wentelbaar vizier met een naar de bodem gerichte aanzuigopening voor het opzuigen van bodemmateriaal. De uitvinding betreft eveneens een baggerinrichting die de zuigkop omvat, en een werkwijze voor het baggeren van bodemmateriaal onder water onder gebruikmaking van de zuigkop.

Een bekende zuigkop is bekend uit EP-A-0892116. Hierin wordt een zuigkop beschreven die bestaat uit een op een zuigleiding aangesloten vizier. Het vizier heeft doorgaans een bovenwand en twee zijwanden, en is aan de onderzijde open, waardoor een zuigopening ontstaat voor het afvoeren van grond. Het geheel wordt door middel van een sleeppijp aan de sleephopperzuiger bevestigd. Om grond onder water te kunnen baggeren wordt de zuigkop met sleeppijp en zuigleiding onder water gelaten, totdat deze onder invloed van zijn eigen gewicht de bodem raakt. Door de vaarbeweging van de sleephopperzuiger wordt de zuigkop over de uit te baggeren bodem gesleept, waarbij de grond wordt losgemaakt en met water via de zuigleiding wordt weggezogen. Hiertoe is de sleephopperzuiger voorzien van een baggerpomp. Het losmaken van de grond wordt in de bekende zuigkop vergemakkelijkt door het vizier te voorzien van een reeks tanden, die doorgaans dwars op de bewegingsrichting op een zogenaamde tandenbalk zijn aangebracht, en die bij het baggeren gedeeltelijk in de grond dringen. Ook wordt wel water onder druk in de grond gespoten om deze te fluïdiseren. Al deze maatregelen zijn er op gericht het baggerrendement te verhogen, waarmee in het kader van deze aanvrage het volume uitgebaggerde grond per tijdseenheid wordt aangeduid.

Het baggeren van bodems die rotsblokken, boulders en andere grote obstakels bevatten komt steeds vaker voor, bijvoorbeeld bij ertswinning. Hierbij worden frequent bodems gebaggerd met grotere stenen, rotsblokken en andere voorwerpen, die bij het baggeren de zuigleiding kunnen verstoppen, of de zuigpomp kunnen beschadigen of onklaar maken. Om te vermijden dat dergelijke ongewenste voorwerpen problemen veroorzaken, wordt de bekende zuigkop soms voorzien van een vangconstructie zoals een rooster. Gebleken is echter dat dit ten koste kan gaan van het baggerrendement. Een verlaging van het baggerrendement wordt onder andere veroorzaakt doordat een gedeelte van de zuigopening van het vizier verstopt raakt met de ongewenste voorwerpen, waardoor steeds minder grond kan worden opgezogen. De zuigkop dient dan naar boven gehaald te worden en schoongemaakt, wat kostbare tijd in beslag neemt, zeker als op grote diepte wordt gebaggerd.

De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel in een zuigkop van een sleephopperzuiger te voorzien, die een adequate bescherming biedt tegen het opzuigen van ongewenste voorwerpen zonder dat dit ten koste gaat van het baggerrendement.

De zuigkop volgens de uitvinding omvat daartoe een op een zuigleiding aansluitbare kokerconstructie en een ten opzichte van de kokerconstructie wentelbaar vizier met een naar de bodem gerichte aanzuigopening voor het opzuigen van bodemmateriaal, waarbij de zuigkop een verbrijzelinrichting omvat voor het verbrijzelen van in de zuigkop aanwezig materiaal, zoals bijvoorbeeld rotsachtig bodemmateriaal en/of voorwerpen. In plaats van dit materiaal tegen te houden door middel van een rooster, waardoor verstopping kan ontstaan, worden deze door de tanden van de sleephopperzuiger aangezogen en door de verbrijzelinrichting dusdanig verkleind dat de doorgang van het materiaal in de zuigkop, de zuigleiding en/of de baggerpomp in hoofdzaak ongehinderd kan plaatsvinden. Hierdoor wordt bereikt dat onderdelen van de zuigkop, aanzuigleiding en/of baggerpomp minder snel, of zelfs in het geheel niet, verstopt of onklaar raken.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt een zuigkop verschaft waarbij de verbrijzelinrichting op afstand tegenover elkaar opgestelde drukplaten omvat waarvan er tenminste één beweegbaar is naar de tegenoverliggende drukplaat. In onderhavige uitvoeringsvorm wordt het materiaal verbrijzeld doordat dit tussen de drukplaten terechtkomt, de tenminste één drukplaat onder druk naar de tegenoverliggende drukplaat beweegt waardoor gedeelten van het materiaal contact maken met de drukplaten, en het materiaal splijt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de zuigkop volgens de uitvinding wordt deze gekenmerkt doordat een beweegbare drukplaat is verbonden met een bovenwand van het vizier. In deze uitvoeringsvorm is een separate aandrijving van de beweegbare drukplaat overbodig en wordt deze geleverd door de (reeds aanwezige) aandrijving van het vizier. De aandrijving van het vizier omvat doorgaans nokken op de kokerconstructie die middels op afstand bedienbare hydraulische zuigers zijn verbonden met nokken op (de bovenwand van) het vizier. Door de hydraulische zuigers een uitslag te geven wordt de afstand tussen de nokken van de kokerconstructie en deze van het vizier vergroot waardoor het vizier roteert rond een dwars op de bewegingsrichting verlopende as waarmee het vizier met de kokerconstructie is verbonden. Deze uitvoeringsvorm heeft als bijkomend voordeel dat de aansturing (op afstand) van (de hydraulische zuigers van) het vizier ongewijzigd kan blijven ten opzichte van de bekende zuigkop, en dat geen separate aandrijving voor de verbrijzelinrichting nodig is.

Om de voor het verbrijzelen benodigde (aanzienlijke) krachten te kunnen leveren zijn in deze uitvoeringsvorm de hydraulische zuigers en nokken bij voorkeur zwaarder uitgevoerd dan bij de bekende zuigkop het geval is. Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat een zuigkop waarvan de door de verbrijzelinrichting geleverde kracht op het te verbrijzelen materiaal instelbaar is. In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de door de aandrijving van het vizier geleverde kracht op het te verbrijzelen materiaal instelbaar. Hierdoor kan de verbrijzelinrichting worden aangepast aan de omstandigheden en meer bepaald aan de eigenschappen van het te verbrijzelen materiaal, zoals bijvoorbeeld de hardheid, de grootte en vorm, en dergelijke meer.

Een geschikte uitvoeringsvorm in dit verband omvat viziemokken met op verschillende hoogtes aangrijpende verbindingsmiddelen voor de hydraulische zuigers. Bij een hoge verbinding van de hydraulische zuigers aan de viziemokken zal de hoekverdraaiing van het vizier bij een volledige uitslag van de zuigers relatief klein zijn, doch door de grote momentarm is de op het materiaal inwerkende kracht relatief hoog, bijvoorbeeld begrepen tussen 500 en 750 ton of hoger, een en ander afhankelijk van de stand van het vizier tussen een gesloten en een volledig geopende positie. Een dergelijke instelling van de aandrijving is geschikt voor het baggeren van rotsblokken en/of boulders bevattende bodems waarbij de rotsblokken en/of boulders een relatief hoge hardheid bezitten. Bij een lage verbinding van de hydraulische zuigers aan de viziemokken zal de hoekverdraaiing van het vizier bij een volledige uitslag van de zuigers relatief het grootst zijn, doch door de kleine momentarm is de op het materiaal inwerkende kracht relatief laag, bijvoorbeeld begrepen tussen 250 en 350 ton. Een dergelijke instelling van de aandrijving zal meer geschikt zijn voor het baggeren van rotsblokken en/of boulders bevattende bodems waarbij de rotsblokken en/of boulders een relatief lage hardheid bezitten. In een tussenstand zal de op het materiaal inwerkende kracht gemiddeld zijn, bijvoorbeeld begrepen tussen 350 en 600 ton.

Een andere praktische uitvoeringsvorm van de zuigkop volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat een stationaire drukplaat is verbonden met een onderwand van het vizier en/of de koker constructie. Goede resultaten worden bereikt wanneer de zuigkop een hielplaat omvat en de stationaire drukplaat is verbonden met de bovenzijde van de hielplaat.

Om het materiaal successievelijk te verkleinen heeft het voordelen de zuigkop volgens de uitvinding te kenmerken doordat de afstand tussen de drukplaten verloopt, en bij voorkeur verkleint, van een ingangszijde naar een uitgangszijde, ten minste wanneer het vizier zich in een opgetrokken positie bevindt. De ingangszijde bevindt zich in deze variant bij voorkeur aan de stroomafwaartse zijde van de uitgangszijde, derhalve achter de uitgangszijde in de bewegingsrichting gezien. Het te verbrijzelen materiaal wordt in deze uitvoeringsvorm door de zuigkracht van de baggerpomp in de verbrijzelinrichting aangezogen en in stappen verkleind.

Het vizier wordt hierbij bij voorkeur op oscillerende wijze gedeeltelijk gesloten en weer geopend. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door de hydraulische zuigers op deze wijze aan te sturen. Ook is het bijvoorbeeld mogelijk een nok-stootstangmechanisme toe te passen. De oscillatiefrequentie kan binnen brede grenzen worden gekozen, bijvoorbeeld in het bereik van 0,05 - 1 Hz, doch frequenties buiten dit bereik zijn ook mogelijk. In een andere uitvoeringsvorm worden de oscillerende bewegingen van het vizier niet aangestuurd door de hydraulische zuigers van het vizier, maar door een separate aandrijving die specifiek is gericht op het aandrijven van de snelle oscillerende bewegingen. De beweging van de drukplaat (en het vizier) kan relatief klein zijn omdat het breken en verbrijzelen niet in één slag hoeft te gebeuren.

Om de puntbelasting op het te verbrijzelen materiaal verder te verhogen wordt in een uitvoeringsvorm van de uitvinding een zuigkop verschaft waarbij de drukplaten een geribd oppervlak omvatten. Hierdoor wordt het materiaal eerder gespleten dan vermorzeld waardoor minder hoge krachten noodzakelijk zijn. Het rendement van het verbrijzelen blijkt te verbeteren wanneer de ribben van het geribd oppervlak zich in een evenwijdig aan de bewegingsrichting verlopende richting uitstrekken.

Hoewel de afstand tussen de drukplaten ter hoogte van de uitgangszijde binnen brede grenzen kan worden gekozen,wordt in een uitvoeringsvorm van de zuigkop de afstand tussen de drukplaten ter hoogte van de uitgangszijde hoogstens 450 mm gekozen, en met meer voorkeur hoogstens 350 mm. Een dergelijke afstand zorgt voor uittredende materiaaldeeltjes die de genoemde afstand in hoofdzaak niet zullen overschrijden waardoor het risico op verstopping en/of schade aan de baggerpomp bijvoorbeeld wordt verkleind.

Een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding met verder verbeterd rendement omvat een zuigkop waarin de verbrijzelinrichting zich in een dwars op de bewegingsrichting P verlopende richting nagenoeg over de gehele breedte van de zuigkop uitstrekt.

De zuigkop volgens de uitvinding omvat bij voorkeur een vizier dat is voorzien van een reeks tanden, die haaks op de bewegingsrichting zijn aangebracht, en die bij het baggeren gedeeltelijk in de grond kunnen dringen. Een dergelijke reeks tanden kan te groot materiaal tegenhouden, waarbij de tussenafstand tussen de tanden desgewenst is afgestemd op de afmetingen en eigenschappen van de verbrijzelinrichting.

In nog een andere uitvoeringsvorm van de zuigkop volgens de uitvinding wordt de zuigkop voorzien van een reeks spuitmonden voor het onder druk uitstoten van een medium, bij voorkeur water, om eventuele ophopingen van materiaal, in het bijzonder van kleihoudend bodemmateriaal, in de zuigkop te verwijderen. De spuitmonden zijn bij voorkeur gericht naar het inwendige van het vizier, met meer voorkeur naar de drukplaten, en met de meeste voorkeur naar de stationaire drukplaat of drukplaten.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het baggeren van bodemmateriaal onder water met een baggerschip, uitgerust met een zuigkop volgens de uitvinding. Hierbij wordt de zuigkop over een te baggeren bodem gesleept in een bewegingsrichting en wel dusdanig dat de snijwerktuigen contact maken met de bodem, en in de zuigkop aanwezig materiaal wordt verbrijzeld met de verbrijzelinrichtmg. Door de ingenieuze constructie van de zuigkop wordt het boven water brengen van de zuigkop bij verstopping of schade aan onderdelen minder nodig waardoor tijd en geld worden bespaard.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze waarbij de verbrijzelinrichting op afstand tegenover elkaar opgestelde drukplaten omvat waarvan er tenminste één beweegbaar is naar de tegenoverliggende drukplaat, wordt het materiaal verbrijzeld door het naar elkaar toe bewegen van de drukplaten.

In een andere uitvoeringsvorm wordt een werkwijze verschaft waarbij een beweegbare drukplaat is verbonden met een bovenwand van het vizier en de drukplaten naar elkaar toe worden gebracht door het bedienen van het vizier, bij voorkeur op oscillerende wijze.

De werkwijze volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor het baggeren van rotshoudend bodemmateriaal.

De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren en beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm, zonder dat de uitvinding daar overigens toe is beperkt. In de figuren toont: figuur 1 een schematisch zijaanzicht van een baggerinrichting volgens de uitvinding; figuur 2 een schematisch perspectivisch achteraanzicht van een uitvoeringsvorm van een zuigkop volgens de uitvinding; figuur 3A een schematisch zijaanzicht van de in figuur 2 getoonde zuigkop volgens de uitvinding; figuur 3B een schematisch perspectivisch onderaanzicht van de in figuur 2 getoonde zuigkop volgens de uitvinding; figuur 4A een schematisch zijaanzicht van een zuigkop volgens de uitvinding met het vizier in open toestand; figuur 4B een schematisch zijaanzicht van de in figuur 4A getoonde zuigkop met het vizier in gesloten toestand; figuur 5A een schematisch perspectivisch achteraanzicht van een zuigkop volgens de uitvinding met het vizier in open toestand, en tenslotte figuur 5B een schematisch perspectivisch achteraanzicht van de in figuur 5A getoonde zuigkop met het vizier in gesloten toestand.

Figuur 1 toont een baggerschip 1, dat is voorzien van een niet in de tekening weergegeven motor voor het via een schroefas aandrijven van een schroef 2 ter voorstuwing van het baggerschip 1. Voorts zijn niet in de tekeningen weergegeven inrichtingen voor het besturen van het baggerschip 1 aanwezig, zoals een roer en dwars geplaatste schroeven om manoeuvreren te vergemakkelijken.

In het baggerschip 1 is een niet in de tekeningen weergegeven baggerpomp aangebracht. Tegen een zijwand van het baggerschip is een zuigleiding 3 aangebracht, waarvan één einde verbonden is met de aanzuigaansluiting van de baggerpomp. De zuigleiding 3 omvat in het onderhavige voorbeeld twee leden 3 a en 3b die door middel van een koppeling, die enige onderlinge hoekverdraaiing toelaat, met elkaar zijn verbonden.

Ook de verbinding tussen het bovenste lid 3 a van de zuigleiding 3 en het schip laat hoekverdraaiing toe in het verticale vlak en om de as. Voor het ondersteunen van het beweegbare einde van het bovenste lid 3a van de zuigleiding 3 is dit lid verbonden met een kabel 4a, waarvan het andere einde is verbonden met een lier 5a. Evenzeer is voor het ondersteunen van het beweegbare einde van hét onderste lid 3b van de zuigleiding 3 dit lid verbonden met een kabel 4b, waarvan het andere einde is verbonden met een lier 5b. Door de lieren 5a, 5b is het aldus mogelijk de hoogte van de zuigleiding 3 te doen variëren. Het zal duidelijk zijn dat, mede in afhankelijkheid van de diepte van het te baggeren bassin, het aantal leden van de zuigleiding 3 kan worden vergroot of verkleind, met een desbetreffende aanpassing van het aantal kabels 4 en lieren 5. Aan het vrije einde van het tweede lid 3b van de zuigleiding 3 is een zuigkop 6 volgens de uitvinding aangebracht.

Onder verwijzing naar figuur 2 wordt een uitvoeringsvorm van de zuigkop 6 getoond. De zuigkop 6 omvat een op de zuigleiding 3 aansluitbare kokerconstructie 7 en een ten opzichte van de kokerconstructie 7 rond een dwars op de bewegingsrichting P verlopende as 8 wentelbaar vizier 9 met een naar de bodem gerichte aanzuigopening 10 voor het opzuigen van bodemmateriaal. Het vizier 9 van de zuigkop 6 is voorzien van een reeks tanden 10, die aan een haaks op de bewegingsrichting P verlopende tandenbalk 11 zijn bevestigd, en die bij het baggeren gedeeltelijk in de grond kunnen dringen. De tussenafstand tussen de tanden 10 kan desgewenst dusdanig zijn gekozen dat materiaal dat te groot is voor de hierna beschreven verbrijzelinrichting kan worden tegenhouden.

De zuigkop 6 omvat een verbrijzelinrichting in de vorm van op afstand tegenover elkaar opgestelde drukplaten (12a, 12b) waarvan een beweegbare drukplaat 12a is verbonden met een bovenwand 13 van het vizier 9. De drukplaten (12a, 12b) strekken zich in een dwars op de bewegingsrichting P verlopende richting nagenoeg over de gehele breedte van de zuigkop 6 uit. In de getoonde uitvoering hebben de drukplaten (12a, 12b) verder een geribd oppervlak doordat zij zijn voorzien van ribben 14 die zich in een evenwijdig aan de bewegingsrichting P verlopende richting uitstrekken. De ribben 14 kunnen bijvoorbeeld stalen stangen omvatten die aan of gedeeltelijk in het oppervlak van de drukplaten (12a, 12b) zijn aangebracht, bijvoorbeeld gehecht. De stationaire drukplaat 12b is verbonden met een onderwand 15 van de kokerconstructie 7, bijvoorbeeld een hielplaat.

De beweegbare drukplaat 12a wordt aangedreven door de aandrijving van het vizier 9 zelf, die in de getoonde uitvoeringsvorm op de bovenwand van het vizier 9 bevestigde nokken 16 omvat. Viziemokken 16 zijn middels op afstand bedienbare hydraulische zuigers 17 verbonden met aan de kokerconstructie 7 bevestigde kokemokken 18. Door de hydraulische zuigers 17 een uitslag te geven, zoals getoond in figuren 4B en 5B wordt de afstand tussen de nokken 18 van de kokerconstructie 7 en de nokken 16 van het vizier 9 vergroot waardoor het vizier 9 roteert rond de dwars op de bewegingsrichting P verlopende as 8, waarmee vizier 9 en kokerconstructie 7 onderling zijn verbonden.

De door de aandrijving (16, 17, 18) van het vizier 9 geleverde kracht op het te verbrijzelen materiaal kan instelbaar worden gemaakt door de nokken 16 te voorzien van op verschillende hoogte aangebrachte verbindingsmiddelen, in casu pengatverbindingen 19, voor de hydraulische zuigers 17.

In de in figuren 4A en 5A getoonde nagenoeg volledig opgetrokken of geopende toestand van het vizier 9 verloopt de afstand tussen de drukplaten (12a, 12b) en wel dusdanig dat deze verkleint van een ingangszijde, die zich stroomafwaarts van de uitgangszijde bevindt (derhalve achter de uitgangszijde in de bewegingsrichting P gezien). Het te verbrijzelen materiaal wordt in deze uitvoeringsvorm door de zuigkracht van de baggerpomp tussen de drukplaten (12a, 12b) aangezogen in de bewegingsrichting P en in stappen verkleind. Het vizier 9 kan hierbij door aansturing van de hydraulische zuigers 17 op oscillerende wijze van de in figuren 4A en 4B getoonde (gedeeltelijk) geopende positie naar de in figuren 5A en 5B getoonde (gedeeltelijk) gesloten positie worden gebracht en omgekeerd. De amplitude van deze beweging kan hierbij relatief klein zijn, bijvoorbeeld enkele mm.

De afstand 20 tussen de drukplaten (12a, 12b) ter hoogte van de ingangszijde kan sterk variëren maar bedraagt bijvoorbeeld 1200 mm, daar waar de afstand 21 tussen de drukplaten (12a, 12b) ter hoogte van de uitgangszijde bijvoorbeeld 320 mm bedraagt.

De afstand 21 wordt bij voorkeur gekozen in afhankelijkheid van de afmetingen van de zuigleiding 3 en van de waaier van de baggerpomp bijvoorbeeld.

Om aanhechting van klei en dergelijke aan de verbrijzelinrichting te verhinderen of verminderen wordt de zuigkop 6 voorzien van een reeks (niet getoonde) spuitmonden voor het onder druk uitstoten van water. De spuitmonden krijgen water onder druk aangeboden via leidingen 22 en een waterkamer, van waaruit de spuitmonden waterstralen sturen die gericht zijn naar het inwendige van het vizier 9, in het bijzonder naar de drukplaten (12a, 12b).

Met de zuigkop van de uitvinding kan bodemmateriaal onder water worden opgebaggerd, waarbij de zuigkop 6 over een te baggeren bodem wordt gesleept in de bewegingsrichting P en wel dusdanig dat de snijwerktuigen 10 contact maken met de bodem. Volgens de uitvinding wordt eventueel in de zuigkop 6 onvoldoende opzuigbaar materiaal verbrijzeld met de verbrijzelinrichting (12a, 12b, 16, 17, 18). De werkwijze volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor het baggeren van rotshoudend bodemmateriaal.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen en omvat tevens wijzigingen hieraan voor zover deze binnen het raamwerk vallen van de hieronder toegevoegde conclusies.

Claims (17)

1. Zuigkop (6) van een sleephopperzuiger (1), die is ingericht voor beweging in een bewegingsrichting P, de zuigkop (6) omvattende een op een zuigleiding (3) aansluitbare kokerconstructie (7) en een ten opzichte van de kokerconstructie (7) wentelbaar vizier (9) met een naar de bodem gerichte aanzuigopening voor het opzuigen van bodemmateriaal, waarbij de zuigkop (6) een verbrijzelinrichting (12a, 12b, 16, 17, 18) omvat voor het verbrijzelen van in de zuigkop (6) aanwezig materiaal.

2. Zuigkop volgens conclusie 1, waarbij de verbrijzelinrichting op afstand tegenover elkaar opgestelde drukplaten (12a, 12b) omvat waarvan er tenminste één beweegbaar is naar de tegenoverliggende drukplaat.

3. Zuigkop volgens conclusie 2, waarbij een beweegbare drukplaat is verbonden met een bovenwand van het vizier.

4. Zuigkop volgens één der conclusies 1-3, waarbij een stationaire drukplaat is verbonden met een onderwand van het vizier en/of de kokerconstructie.

5. Zuigkop volgens conclusie 4, waarbij de zuigkop een hielplaat omvat en de stationaire drukplaat is verbonden met de bovenzijde van de hielplaat.

6. Zuigkop volgens één der voorgaande conclusies 2-5, waarbij de afstand tussen de drukplaten verloopt van een ingangszijde naar een uitgangszijde, ten minste wanneer het vizier zich in een opgetrokken positie bevindt.

7. Zuigkop volgens conclusie 6, waarbij de afstand tussen de drukplaten verkleint van de ingangszijde naar de uitgangszijde.

8. Zuigkop volgens één der conclusies, waarbij de drukplaten een geribd oppervlak omvatten.

9. Zuigkop volgens conclusie 8, waarbij de ribben van het geribd oppervlak zich in een evenwijdig aan de bewegingsrichting P verlopende richting uitstrekken.

10. Zuigkop volgens één der conclusies 2-9, waarbij de afstand tussen de drukplaten ter hoogte van de uitgangszijde hoogstens 450 mm bedraagt, en met meer voorkeur hoogstens 350 mm.

11. Zuigkop volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de verbrijzelinrichting zich in een dwars op de bewegingsrichting P verlopende richting nagenoeg over de gehele breedte van de zuigkop uitstrekt.

12. Zuigkop volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de door de verbrijzelinrichting geleverde kracht op het te verbrijzelen materiaal instelbaar is.

13. Baggerinrichting, omvattende een baggerschip dat is ingericht voor beweging in een bewegingsrichting P en een met het baggerschip verbonden zuigkop volgens één der conclusies 1-12.

14. Werkwijze voor het baggeren van bodemmateriaal onder water met een baggerschip, uitgerust met een zuigkop volgens één der conclusies 1-12, waarbij de zuigkop over een te baggeren bodem wordt gesleept in een bewegingsrichting en wel dusdanig dat de snijwerktuigen contact maken met de bodem, en waarbij de verbrijzelinrichting in de zuigkop aanwezig materiaal verbrijzelt.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de verbrijzelinrichting op afstand tegenover elkaar opgestelde drukplaten omvat waarvan er tenminste één beweegbaar is naar de tegenoverliggende drukplaat, en het materiaal wordt verbrijzeld door het naar elkaar toe bewegen van de drukplaten.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij een beweegbare drukplaat is verbonden met een bovenwand van het vizier en de drukplaten naar elkaar toe worden gebracht door het bedienen van het vizier.

17. Werkwijze volgens één der conclusies 14-16, waarbij het bodemmateriaal rotshoudend is.