BE1017341A3 - Werkwijze voor het vervaardigen van een blad of strook met een geintegreerde label of kaart. - Google Patents

Abstract

Werkwijze voor het vervaardigen van een blad of strook met een ge´ntegreerde label of kaart, daardoor gekenmerkt dat deze werkwijze de volgende achtereenvolgende stappen omvat: het op minstens een gedeelte van de achterzijde van een blad (1) drukken van een laklaag (3) of een eenmalig klevende lijmlaag, en het, aan de voorzijde van het blad (1) en ter hoogte van de voornoemde laklaag (3) of de eenmalig klevende lijmlaag, door middel van een snijwerktuig in het blad (1) stansen van een label of kaart (4)

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een blad of strook met een geïntegreerde label of kaart.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een blad of strook dat is voorzien van een geïntegreerde label of kaart.

Met de term "blad" wordt hier bijvoorbeeld een blad papier bedoeld, doch, het is volgens de uitvinding ook mogelijk dat dit blad wordt uitgevoerd in de vorm van een vel of strook van karton, kunststof, textiel of dergelijke.

Met een geïntegreerde kaart wordt hier een uitneembaar kaartje bedoeld, zoals bekend bij bepaalde uitvoeringen van lidkaarten, verzekeringskaarten, toegangskaarten en dergelij ke.

Met een label wordt hier een zelfklevende kaart bedoeld die bijvoorbeeld kan zijn uitgevoerd als zelfklever voor reclamedoeleinden, label voor identificatie van stalen in ziekenhuizen of laboratoria of bij goederentransport en dergelij ke.

Men kent reeds een werkwijze voor het vervaardigen van een blad met een geïntegreerd label, waarbij deze werkwijze de stappen omvat van het achtereenvolgens bedrukken van een blad papier of strook, het aanvoeren van een op maat afgesneden siliconen drager waarop een zelfklevende laag is aangebracht, het splitsen en verwijderen van een tweede silicone transport drager, het tegen de achterzijde van het blad kleven van de voornoemde zelfklevende laag en het, aan de voorzijde van het blad en ter hoogte van de voornoemde zelfklevende laag, door middel van een snijwerktuig in het blad stansen van een label.

Het voornoemde label kan door een gebruiker uit het blad worden genomen, waarbij de lijmlaag van de zelfklevende laag zich aan de achterzijde van het label bevindt, zodat dit label zelfklevend is.

Een nadeel van zulke bekende werkwijze is dat er gebruik dient te worden gemaakt van dure materialen zoals de silicone materiaaldragers.

Nog een nadeel van zulke bekende werkwijze is dat zij leidt tot een grote hoeveelheid afval, aangezien de voornoemde siliconen drager dient te worden weggegooid.

Een bijkomend nadeel van de bekende werkwijze bestaat erin dat tegen het blad een zelfklevende siliconen laag wordt gekleefd, waardoor dit blad, dat bijvoorbeeld kan zijn vervaardigd uit papier, niet kan worden gerecycleerd zonder deze zelfklevende siliconen laag te verwijderen, wat tijdrovend en bijgevolg duur is.

Nog een nadeel van zulke bekende werkwijze is dat zij het gebruik van dure apparatuur vereist.

Een ander bijkomend nadeel is dat de verkregen bladen met geïntegreerd label, met moeite kunnen worden bedrukt door middel van klassieke, losbladige printers, aangezien de bladen een aanzienlijke verdikking vertonen ter hoogte van het voornoemde label.

Men kent tevens reeds een werkwijze voor het vervaardigen van een blad met een geïntegreerd label, waarbij deze werkwijze achtereenvolgens de volgende stappen omvat: het bedrukken van een blad papier, het aan de achterzijde van het blad drukken van een lijmlaag, het op de lijmlaag kleven van een op maat afgesneden siliconen laag, en het, aan de voorzijde van het blad en ter hoogte van de voornoemde lijmlaag, door middel van een snijwerktuig in het blad stansen van een etiket.

Bij zulke werkwijze kan één siliconen laag worden uitgespaard ten opzichte van de hiervoor beschreven bekende werkwijze, doch, ook deze werkwijze heeft het nadeel dat nog steeds moet worden gebruikgemaakt van een siliconen laag die tot afval leidt.

Een ander nadeel van zulke werkwijze is dat zij slechts kan worden verwezenlijkt door middel van speciale, dure apparaten.

Nog een nadeel van zulke werkwijze is dat, om het onder de siliconen laag wegvloeien van de lijm of de zogenaamde "lijmbloeding" te vermijden, de siliconen laag groter wordt afgesneden dan de afmetingen van het belijmde oppervlak, zodat de omtreksranden van deze siliconen laag los zijn van het blad, waardoor deze omtreksranden snel ergens achter kunnen blijven haken, wat het loskomen van deze laag of zelfs het plooien of scheuren van het blad tot gevolg kan hebben.

Nog een bijkomend nadeel van zulke werkwijze bestaat erin dat er nog steeds een verdikking van het blad wordt verkregen door de aanwezigheid van de siliconen laag die tegen de lijmlaag wordt gekleefd.

Ook bij de tot op heden bekende werkwijzen waarbij het voornoemde blad is voorzien van een geïntegreerde kaart zonder lijmlaag, wordt steeds gebruikgemaakt van een siliconen laag die tegen de achterzijde van het blad wordt gekleefd, zodat de problemen van verdikking van de bladen en de afvalproblemen ook in dit geval optreden.

De huidige uitvinding heeft als doel een antwoord te bieden aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen.

Hiertoe betreft de huidige uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een blad of strook met een geïntegreerde label of kaart, waarbij deze werkwijze de volgende achtereenvolgende stappen omvat: het op minstens een gedeelte van de achterzijde van een blad drukken van een laklaag of een eenmalig klevende lijmlaag, en het, aan de voorzijde van het blad en ter hoogte van de voornoemde laklaag of eenmalig klevende lijmlaag, door middel van een snijwerktuig in het blad stansen van een label of kaart.

Met een eenmalig klevende lijmlaag wordt hier een lijmlaag bedoeld die niet meer kleeft, eenmaal de kaart uit het blad of de strook is verwijderd.

Een belangrijk voordeel van een werkwijze volgens de uitvinding bestaat erin dat de volledige verwezenlijking van het blad met geïntegreerde kaart in één arbeidsgang en op zeer goedkope wijze kan worden verwezenlijkt, in om het even welke vorm en afmetingen van de kaart.

Nog een voordeel van een werkwijze volgens de huidige uitvinding is dat het geheel van het blad met de kaart aanzienlijk dunner zal zijn dan bij de klassieke werkwijzen, aangezien geen gebruik moet worden gemaakt van siliconen dragers.

Nog een ander voordeel van een werkwij ze volgens de uitvinding is dat er geen afval is doordat geen gebruik dient te worden gemaakt van siliconen dragers.

Volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding wordt, alvorens de laklaag wordt gedrukt, op minstens een gedeelte van de achterzijde van het blad een zelfklevende lijmlaag gedrukt en wordt de voornoemde laklaag minstens gedeeltelijk op deze zelfklevende lijmlaag gedrukt.

Een voordeel van zulke werkwijze is dat de voornoemde kaart kan worden uitgevoerd in de vorm van een label, zonder dat hierbij gebruik moet worden gemaakt van siliconen dragers, waardoor ook in dit geval afval en materiaalkosten worden uitgespaard, terwijl de dikte van het blad ter hoogte van het label beperkt blijft.

Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een blad met geïntegreerd label weergegeven, dat is bekomen met een werkwijze volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een blad weergeeft dat is vervaardigd met een werkwijze volgens de uitvinding; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1; figuur 3 het gebruik weergeeft van een blad volgens figuur 1; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 3.

Een werkwijze volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en is beschreven met verwijzing naar de figuren 1 en 2 die een blad weergeeft dat door zulke werkwijze volgens de uitvinding is bekomen.

In eerste instantie wordt een blad 1 genomen, bijvoorbeeld uit papier, doch, niet als dusdanig beperkt, waarbij dit blad 1, desgewenst, minstens aan de voorzijde kan worden voorzien van een bedrukking, bijvoorbeeld door middel van een klassieke printer.

Vervolgens wordt in dit geval op minstens een gedeelte van de achterzijde van het voornoemde blad 1 een zelfklevende lijmlaag 2 gedrukt, die volgens een bijzonder kenmerk van de uitvinding minder dan 0,05 millimeter bedraagt, of liever nog minder dan 0,04 millimeter en bij voorkeur nagenoeg 0,03 millimeter.

Op de voornoemde zelfklevende lijmlaag 2 wordt volgens de uitvinding in dit geval vervolgens een laklaag 3 geprint, die bij voorkeur, doch niet noodzakelijk, is uitgevoerd in de vorm van een laklaag 3 die droogt onder de invloed van UV-licht.

De dikte van de voornoemde laklaag 3 is volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding kleiner dan 0,05 millimeter, of liever nog kleiner dan 0,04 millimeter en bij voorkeur 0,03 ± 0,005 millimeter.

De afmetingen van de voornoemde laklaag 3 zijn hierbij zodanig gekozen dat deze laklaag 3 zich minstens aan één zijrand, en in dit geval over de volledige omtreksrand, gedeeltelijk uitstrekt naast de zelfklevende lijmlaag 2, om deze laklaag 3 gedeeltelijk aan het blad papier 1 te hechten.

De gezamenlijke dikte van de zelfklevende lijmlaag 2 en de laklaag 3 bedraagt dan volgens een bijzonder kenmerk van de uitvinding 0,08 millimeter en bijvoorkeur 0,06 ± 0,005 millimeter.

Een belangrijk voordeel van deze werkwijze is dat bladen 1 met geïntegreerde labels worden verkregen, waarbij de dikte ter hoogte van het geïntegreerd label aanzienlijk dunner is dan bij de klassieke bladen met geïntegreerd label.

Tenslotte wordt, aan de voorzijde van het blad 1 en ter hoogte van de voornoemde zelfklevende lijmlaag 2, door middel van een snij werktuig, in het blad 1 een eigenlijke kaart 4 gestanst, bijvoorbeeld, doch niet noodzakelijk, in de vorm van een rechthoekig label.

Het gebruik van een blad 1 dat wordt verkregen met de hiervoor beschreven werkwijze is analoog aan dat van de bladen die worden verkregen met de klassieke werkwijzen en is weergegeven in de figuren 3 en 4.

Een gebruiker kan het voornoemd label dat op haar achterzijde is voorzien van de voornoemde zelfklevende lijmlaag 2, uit het blad 1 verwijderen en gebruiken als zelfklever, terwijl de voornoemde laklaag 3 met de omtreksranden tegen het blad 1 blijft kleven.

In het weergegeven voorbeeld is het blad 1 uitgevoerd in de vorm van een blad of strook papier, doch, het is volgens de uitvinding ook mogelijk dat dit blad in andere materialen wordt uitgevoerd, zoals karton, kunststof, textiel of dergelijke.

Bij de werkwijze die hierboven is beschreven, wordt op de achterzijde van het blad 1 eerst een zelfklevende lijmlaag 2 gedrukt, doch, het is volgens de uitvinding niet noodzakelijk dat zulke zelfklevende lijmlaag 2 wordt voorzien.

In een variante werkwijze is het immers mogelijk dat op minstens een gedeelte van de achterzijde van het blad 1 een laklaag wordt gedrukt, waarna aan de voorzijde van het blad 1 en ter hoogte van de voornoemde laklaag, door middel van een snijwerktuig in het blad 1 een kaart wordt gestanst.

Zulke kaart kan vervolgens uit het blad worden verwijderd en is niet voorzien van een lijmlaag zoals hierboven beschreven, waardoor zulke kaart bijvoorbeeld kan worden toegepast als lidkaart, toegangspasje of dergelijke.

Volgens nog een variante werkwijze kan het blad 1 of de strook achteraan over minstens een gedeelte van het oppervlak worden bedrukt met enkel een eenmalig klevende lijmlaag, zodat éénmaal de kaart uit het blad 1 of de strook is losgemaakt, deze kaart niet langer kleeft.

Bij voorkeur vertoont de voornoemde eenmalig klevende lijmlaag een dikte die kleiner is dan 0,05 millimeter, liever nog kleiner dan 0,04 millimeter, en volgens een meest voorkeurdragend kenmerk een dikte van 0,03 ± 0,005 millimeter.

Het spreekt voor zich dat het bedrukken van het blad niet noodzakelijk moet worden uitgevoerd vóór het voorzien van de kaart of het label, doch, dat het blad tevens daarna kan worden bedrukt, bijvoorbeeld door middel van klassieke printers.

Het is tevens duidelijk dat de voornoemde kaart of het voornoemde label tevens kan worden voorzien van een beschermlaag, bijvoorbeeld in de vorm van een plastificeerlaag, die aan de voorzijde van het blad wordt aangebracht ter hoogte van deze kaart of dit label.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven werkwijze, doch, een werkwijze volgens de uitvinding kan volgens velerlei varianten worden verwezenlijkt.

Claims (10)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een blad of strook met een geïntegreerde label of kaart, daardoor gekenmerkt dat deze werkwijze de volgende achtereenvolgende stappen omvat: het op minstens een gedeelte van de achterzijde van een blad (1) drukken van een laklaag (3) of een eenmalig klevende lijmlaag, en het, aan de voorzijde van het blad (1) en ter hoogte van de voornoemde laklaag (3) of eenmalig klevende lijmlaag, door middel van een snij werktuig in het blad (1) stansen van een label of kaart (4).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat, alvorens de laklaag (3) wordt gedrukt, op minstens een gedeelte van de achterzijde van het blad (1) een zelfklevende lijmlaag (2) wordt aangebracht, en dat de voornoemde laklaag (3) minstens gedeeltelijk op deze zelfklevende lijmlaag (2) wordt gedrukt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde laklaag (3) bestaat uit een lak die droogt onder invloed van UV-licht en dat deze laklaag (3) na het drukken ervan wordt gedroogd door UV-licht .

4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de dikte van de voornoemde laklaag(3) of de eenmalig klevende lijmlaag kleiner is dan 0,05 millimeter.

5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de dikte van de voornoemde laklaag (3) of de eenmalig klevende lijmlaag kleiner is dan 0,04 millimeter.

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusie, daardoor gekenmerkt dat de dikte van de voornoemde laklaag (3) of de eenmalig klevende lijmlaag 0,03 ± 0,005 millimeter bedraagt.

7. Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de gezamenlijke dikte van de voornoemde laklaag (3) en de zelfklevende lijmlaag (2) kleiner is dan 0,08 millimeter.

8. Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de gezamenlijke dikte van de voornoemde laklaag (3) en de zelfklevende lijmlaag (2) 0,06 ± 0,005 millimeter bedraagt.

9. Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de afmetingen van de voornoemde laklaag (3) zodanig worden ingesteld dat deze laklaag (3) zich minstens aan één zijrand uitstrekt naast de zelfklevende lijmlaag (2), om deze laklaag (3) aan het blad (1) te hechten.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de afmetingen van de voornoemde laklaag (3) zodanig worden ingesteld dat deze laklaag (3) zich over de volledige omtreksrand gedeeltelijk uitstrekt naast de zelfklevende lijmlaag (2).