BE1016936A5 - Werkwijze en inrichting voor het tonen van afbeeldingen. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het tonen van afbeeldingen. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1016936A5 BE1016936A5 BE2006/0019A BE200600019A BE1016936A5 BE 1016936 A5 BE1016936 A5 BE 1016936A5 BE 2006/0019 A BE2006/0019 A BE 2006/0019A BE 200600019 A BE200600019 A BE 200600019A BE 1016936 A5 BE1016936 A5 BE 1016936A5
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- chain
- images
- image
- length
- parameter
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G09—EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
- G09F—DISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
- G09F11/00—Indicating arrangements for variable information in which the complete information is permanently attached to a movable support which brings it to the display position
- G09F11/24—Indicating arrangements for variable information in which the complete information is permanently attached to a movable support which brings it to the display position the advertising or display material forming part of a moving band, e.g. in the form of perforations, prints, or transparencies
- G09F11/29—Indicating arrangements for variable information in which the complete information is permanently attached to a movable support which brings it to the display position the advertising or display material forming part of a moving band, e.g. in the form of perforations, prints, or transparencies of a band other than endless
- G09F11/295—Electric control therefor
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Theoretical Computer Science (AREA)
- Displays For Variable Information Using Movable Means (AREA)
- Apparatus For Radiation Diagnosis (AREA)
Abstract
De uitvinding betreft een werkwijze en inrichting voor het tonen van afbeeldingen. In een huis wordt een keten van een bepaald aantal afbeeldingen verschaft. In een afbeeldgebied worden afbeeldingen getoond door positioneren. In een bepaald aantal stappen corresponderend met het aantal afbeeldingen worden afbeeldingen getoond. Het besturingsmiddel schakelt het aandrijfmiddel aan een uit voor positioneren en tonen van één van de afbeeldingen. De uitvinding wordt gekenmerkt doordat de werkwijze en inrichting het berekenen omvatten van de stappen met een parameter die wordt bepaald door het bewegen van de keten van nabij een begin tot nabij een einde van de keten.
Description
Werkwijze en inrichting voor het tonen van afbeeldingen
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het tonen van afbeeldingen omvattende het verschaffen van een keten van een bepaald aantal afbeeldingen, het verschaffen van een afbeeldgebied voor het tonen van telkens een afbeelding, en het tonen van de afbeeldingen door het in het afbeeldgebied bewegen van de keten en het positioneren van de afbeelding in het afbeeldgebied. Bij voorkeur wordt het tonen van de afbeeldingen herhaald, bij voorkeur door het uitvoeren van een bepaald aantal stappen, waarbij het bepaalde aantal stappen correspondeert met het aantal afbeeldingen op de keten. De uitvinding betreft tevens een afbeeldingweergave-inrichting.
Het is bekend afbeeldingen weer te geven. Dergelijke inrichtingen worden gebruikt voor het weergeven van reclame. Gebruik kan worden gemaakt van een lichtbak. Een aantal afbeeldingen, posters of dergelijke zijn aan elkaar verbonden en vormt zodoende een keten van afbeeldingen. De afbeeldingen kunnen na elkaar getoond worden. Diverse verschillende verbindingstechnieken kunnen worden gebruikt.
Een afbeelding kan worden getoond aan een publiek door de afbeelding in het afbeeldgebied, vaak een venster in het huis, te bewegen en daar stil te zetten. Na een bepaalde tijd, die variabel of vast kan zijn, wordt de keten verder bewogen en verdwijnt de getoonde afbeelding uit het beeld/venster en wordt een nieuwe afbeelding, de volgende afbeelding, in het afbeeldgebied bewogen en vastgehouden. Op deze wijze kan een aantal verschillende of eventueel dezelfde afbeeldingen van een keten van afbeeldingen worden getoond.
Het is bekend dat de afbeeldingen/posters een rechthoekige vorm hebben. Echter gebleken is dat het kenmerkend is voor de scrolling mechanismen volgens de stand van de techniek dat de afbeeldingen niet rechthoekig gevormd zijn doordat de afbeeldingen niet haaks gesneden zijn. Bij het verbinden van de afbeeldingen tot een reeks van te tonen afbeeldingen wordt een reeks gevormd die ook niet volledig haaks op elkaar staande afbeeldingen omvat.
De afbeeldingen zijn volgens de stand van de techniek voorzien van een marker, bijvoorbeeld een sticker, die op elke afbeelding is aangebracht. De marker kan worden waargenomen. Een waarneemmiddel is daartoe aanwezig. Het waarneemmiddel is in het afbeeldgebied aangebracht en gericht op de afbeelding die moet worden getoond in het afbeeldgebied. Terwijl de keten van afbeeldingen beweegt, scant het waarneemmiddel de afbeelding af tot de marker wordt waargenomen. Waarneming leidt tot uitschakeling van de beweging. De sticker is zodanig aangebracht dat de afbeelding centraal in het afbeeldgebied stilstaat. De markering positioneert de afbeelding in het afbeeldgebied.
Uit US 2002/0018055 is een inrichting bekend die posters in een afbeeldgebied positioneert. Twee rollen worden gebruikt voor het op- en afwikkelen van een vaste drager. De drager heeft een bekende lengte. Op de drager kunnen posters worden aangebracht, welke in een afbeeldgebied moeten worden gepositioneerd. De publicatie toont onder andere het gebruik van markers op elke aangebrachte poster. De positie van de markers is leesbaar met sensoren die in het afbeeldgebied zijn aangebracht.
De keten van afbeeldingen bestaat uit een willekeurig aantal afbeeldingen. De afbeeldingen kunnen worden vervangen. Extra afbeeldingen kunnen worden nageplaatst door deze in de keten op te nemen. Zodoende is het aantal afbeeldingen variabel.
Het aanbrengen van de marker, sticker of magneetstrip, gebeurt volgens de stand van de techniek handmatig en is zodoende arbeidsintensief. Dit vindt vaak plaats bij het vervangen of toevoegen van de afbeeldingen. Daarnaast is het mogelijk dat een dergelijke marker los laat, in het bijzonder in een lichtbak, waarbij de verhoogde temperatuur tot het loslaten van lijm kan leiden.
Doel van de uitvinding is een werkwijze en inrichting te verschaffen waarbij de positionering tegen lagere kosten wordt gewaarborgd, in het bijzonder bij een keten van afbeeldingen, waarbij de totale lengte van de keten telkens wisselt.
Dit doel wordt volgens een eerste aspect van de uitvinding bereikt doordat het bepaalde aantal stappen dat correspondeert met het aantal afbeeldingen in de keten van afbeeldingen wordt berekend op basis van een parameter, die gerelateerd is aan een lengte van de keten. De parameter van de keten wordt bij voorkeur bepaald door het bewegen van de keten van nabij een begin van de keten tot nabij een einde van de keten. Hierdoor kan een parameter worden verkregen die in verhouding staat tot de lengte van de keten, waarbij de lengte van de keten afhankelijk is van het aantal in de keten opgenomen afbeeldingen. De parameter is afhankelijk van het aantal afbeeldingen. De beweging van de keten van nabij het eerste uiteinde tot nabij het andere uiteinde en de daarbij behorende meting is bij voorkeur een onderdeel van een initialisatie, die bij voorkeur wordt uitgevoerd nadat de werkwijze wordt opgestart, bijvoorbeeld nadat afbeeldingen zijn gewisseld. De vakman zal verschillende wijzen kunnen toepassen voor het bepalen van een parameter die voldoet aan genoemde functies.
Uit de stand van de techniek, in het bijzonder US 2002/0018055 is het berekenen van het aantal afbeeldingen niet bekend. In de stand van de techniek hebben alle afbeeldingen een marker. Deze is zichtbaar wanneer de afbeelding wordt getoond. Het berekenen van het aantal afbeelding is bij de bekende stand van de techniek niet van belang. Ook is de lengte van de keten telkens dezelfde in verband met het gebruik van de vaste drager.
Het is mogelijk volgens een uitvoering de parameter te vergelijken met een aantal voorafbepaalde, bijvoorbeeld in een geheugen opgeslagen waarden, waardoor kan worden vastgesteld hoeveel afbeeldingen in de keten zijn opgenomen. Doordat het aantal afbeeldingen zodoende bepaald kan worden door de initialisatie volgens de uitvinding, is het vervolgens mogelijk de werkwijze van het weergeven van de afbeeldingen uit te laten voeren en de afbeeldingen stapsgewijs in het afbeeldgebied weer te geven. De vergelijking van de parameter kan plaatsvinden door een vergelijking met een tabel van opgeslagen waarden.
Bij voorkeur omvat het berekenen van het aantal stappen het vergelijken van de bepaalde parameter met een voorafbepaalde afbeeldinglengtewaarde, waarbij de afbeeldinglengtewaarde gerelateerd is aan een lengte van een poster op de keten. De parameter wordt bijvoorbeeld gedeeld door een met een lengte van één afbeelding overeenkomende tweede parameter, die bijvoorbeeld in een geheugen is opgeslagen. Deze afbeeldingslengtewaarde kan vooraf bepaald zijn.
De parameter gerelateerd aan de lengte van de keten van afbeeldingen kan worden bepaald door het meten van de tijd die nodig is om de hele keten van afbeeldingen door het afbeeldgebied te bewegen. Tijdens de initialisatie volgens de uitvoering moet de beweging dan continu worden uitgevoerd, en dus niet stapsgewijs. Daarnaast is het gunstig dat de voor de beweging of scrolling van de keten van afbeeldingen gebruikte aandrijving in hoofdzaak lineair is. Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, kan de tijd als parameter worden gebruikt voor het bepalen van het aantal afbeeldingen in de keten.
Opgemerkt wordt dat het bepalen van de aantal afbeeldingen plaats kan vinden met een ruime foutenmarge.
Bij voorkeur correspondeert het formaat van het afbeeldgebied met de grootte van de afbeelding. De afbeelding vult bij voorkeur het complete venster.
Bij voorkeur worden één of meer markeringen op de keten verschaft nabij één of de einden van de keten en omvat de werkwijze verder het waarnemen van de op de keten aangebrachte markering. Waarneming van één markering nabij beide einden waarborgt dat de keten zich ten minste beweegt tussen de markeringen. De markeringen zijn bij voorkeur aangebracht op de keten nabij de uiteinden.
De keten van afbeeldingen volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt gevormd door twee aanloopstroken en een aantal afbeeldingen daartussen. De aanloopstrook is verbonden met een rol waarop de keten kan worden gewikkeld.
Een of beide aanloopstroken kunnen zijn voorzien van een of meer markeringen. Hierdoor kunnen de markeringen eenmalig worden aangebracht. Meerdere waarborgen kunnen worden aangebracht voor het vormen van de verbinding. De aanloopstrook wordt niet vervangen tijdens de levensduur van de inrichting voor het tonen van de afbeeldingen in tegenstelling tot de losse afbeeldingen. De markering kan op zekere wijze worden verbonden met de aanloopstrook. Een of meerdere verbindingstechnieken kunnen worden gebruikt. Door het aanbrengen van de markering op de aanloopstroken wordt gewaarborgd dat alle afbeeldingen, die tussen de markeringen zijn aangebracht, tijdens de initialisatie door het afbeeldgebied worden bewogen.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm wordt de afbeeldingslengte waarde verkregen door het waarnemen van twee markeringen op de keten, waarbij de afbeeldingslengte waarde gerelateerd is aan de lengte van de keten tussen die twee markeringen. Hierdoor hoeft de afbeeldingslengte waarde niet hard te worden opgeslagen in bijvoorbeeld een geheugenelement, maar kan die op een willekeurig moment van de keten gelezen worden, bijvoorbeeld bij een initialisatie. Bovendien is het hierdoor mogelijk dat de elektronische besturingsschakeling die nodig is voor het schakelen van de werkwijze volgens de uitvinding onafhankelijk wordt gemaakt van de grootte van de afbeeldingen en dus dat de schakeling gebruikt kan worden voor verschillende inrichtingen.
Voor het uitrekenen van het aantal stappen neemt de besturingsinrichting de afstand tussen de markeringen waar en berekent daaruit de gewenste afbeeldingslengte waarde, welke correspondeert met het formaat van het afbeeldgebied. De afstand tussen de markeringen, welke bij voorkeur ook de op de aanloopband zijn aangebracht, komt bijvoorbeeld overeen met een derde of een kwart van de totale afbeeldingslengte. Hiervoor kan een standaard of protocol gekozen worden zodanig dat de besturingsschakeling die waargenomen afstand kan omrekenen naar een waarde die overeenkomt met de afbeeldingslengte waarde. De afbeeldingslengte waarde kan dan worden vergeleken met de parameter. Daarnaast kunnen de markeringen zodanig gevormd zijn of meetbare eigenschappen hebben dat de besturingsinrichting herkent dat die markeringen bedoeld zijn voor het aangeven van de afbeeldingslengte waarde, althans een daarmee corresponderende waarde. In het geval van optisch waarneembare markeringen, kan de markering zelf een bepaalde lengte hebben, als herkenning voor de besturingsinrichting.
Volgens een andere uitvoeringsvorm is de lengte van de markering zelf een maat voor de afbeeldingslengte waarde. Hierdoor is slechts één markering nodig voor het bepalen van de afbeeldingslengte waarde.
Volgens een gunstige uitvoeringsvorm wordt in de werkwijze volgens de uitvinding aan de posities van de keten een positiewaarde toegekend, waarbij de parameter in hoofdzaak gelijk is aan het verschil tussen de positiewaarden bij de markeringen. Hierdoor krijgt de beweging van de keten door het afbeeldgebied een positieschaal die gebruikt kan worden voor de positionering van de afbeeldingen in het afbeeldgebied. Bij initialisatie, in het bijzonder bij het gebruik van de markeringen, wordt het verschil in positie gebruikt om het aantal stappen te berekenen, dat wil zeggen om het aantal posters in de keten te bepalen.
Het is gunstig dat het berekenen volgens de werkwijze verder omvat het van een bepaalde parameter aftrekken van een vooraf bepaalde compensatiewaarde die gerelateerd is aan de lengte van de keten tussen de markering op de aanloopstrook en de eerste poster op de keten. Hierdoor is bekend op welke positie de markering is aangebracht, en waar de eerste poster is aangebracht.
Wanneer de eerste markering op de aanloopstrook wordt waargenomen, is de besturingsinrichting in staat om de plaats van de eerste poster te bepalen middels de compensatiefactor. Het bepalen van de compensatiefactor kan plaatsvinden in een voorinitialisatie of kan hard worden opgeslagen, bijvoorbeeld in een geheugenmiddel, welke verbonden is met het besturingsmiddel.
De uitvinding wordt bij voorkeur toegepast door het van een rol afwikkelen van de keten van afbeeldingen en het tegelijkertijd op een tweede rol wikkelen van de keten van afbeeldingen. Hierdoor wordt in feite een boekrol principe verkregen. De eerst rol is als opslag gebruikt en de tweede rol als ontvanger van de keten, en de afbeeldingen kunnen van de ene rol naar de andere rol gebracht worden, gescrold, waarbij het afbeeldgebied tussen de rollen is aangebracht. De beweging kan ook vice versa.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm omvat het waarnemen volgens de uitvinding het richten van een gezichtsveld van het waarneemmiddel op de rol en het waarnemen van de markering op de keten die op de rol gewikkeld is. Hierdoor is het waarnemen van de markering verplaatst uit het afbeeldingsvlak en verstoort deze de belichting van het afbeeldingsvlak niet zoals volgens de stand van de techniek. In een bijzondere uitvoeringsvorm is de richting van waarneming gelijk aan de bewegingsrichting van de keten door het afbeeldgebied.
In de voorkeursuitvoeringsvorm wordt het bewegen van de keten uitgevoerd door middel van een pulsmotor, waarbij de door de pulsmotor afgegeven pulsen worden gebruikt, in het bijzonder geteld, voor het bepalen van de parameter. De pulsen van de pulsmotor, in het bijzonder de door de pulsmotor afgegeven pulsen, zijn een maat voor de positie van de keten van afbeeldingen en in het bijzonder de lengte van die keten van afbeeldingen. Wanneer in de initialisatie wordt waargenomen dat het bewegen van een eerste markering op een aanloopstrook naar een andere markering op een andere aanloopstrook een bepaald aantal pulsen omvat, is dat bepaalde aantal pulsen een maat voor het aantal afbeeldingen dat in de keten is opgenomen, dat door middel van vergelijking met bijvoorbeeld een tabel kan worden omgerekend naar dat bepaalde aantal. Ook kan een vergelijking door een in pulsen uitgedrukte afbeeldingslengte waarde worden uitgevoerd voor het berekenen van het aantal stappen.
Het is verder gunstig dat het berekenen verder omvat het verdelen van de parameter in een aantal delen gelijk aan het bepaalde aantal stappen, waarbij die delen telkens verschillende grootten hebben. Hierdoor wordt rekening gehouden met het feit dat de pulsmotor een rol aandrijft, waarop de keten van afbeeldingen wordt gewikkeld, waarbij de rotatiesnelheid niet volledig evenredig is met de bewegingssnelheid van de keten, aangezien de straal van de rol plus daarop gewikkelde keten toeneemt/afneemt. In de voorkeursuitvoeringsvorm zal een steeds kleiner wordend aantal pulsen overeenkomen met een stap voor een afbeelding. Dat zal verder worden geïllustreerd in de figuurbeschrijving. Doordat de straal van de rol en gewikkelde keten van afbeelding steeds groter wordt, zal met een minder aantal pulsen het in het afbeeldgebied plaatsen van de afbeelding mogelijk zijn. De grootte van verschillende delen kan worden berekend met een roll-up factor.
In een gunstige uitvoeringsvorm omvat het berekenen het vormen van delen, waarbij het nde deel wordt berekend door de vooraf bepaalde afbeeldingslengte waarde te vermenigvuldigen met n*(l-m), waarbij m een vooraf bepaalde rolfactor is die gerelateerd is aan de dikte van de keten wanneer die op de rol wordt gewikkeld. Hierdoor wordt de grootte van een stap uitgedrukt in bijvoorbeeld pulsen steeds kleiner, waarbij de compensatie door middel van de rolfactor wordt uitgevoerd bij benadering door een lineaire functie.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een afbeelding weergave inrichting voor het tonen van afbeeldingen, omvattende een huis voorzien van een afbeeldgebied voor het tonen van afbeeldingen, twee in het huis aangebrachte, in hoofdzaak parallelle rollen, die aan weerszijden van het afbeeldgebied zijn geplaatst, waarbij een keten van afbeeldingen wikkelbaar is op de rollen zodanig dat de afbeeldingen positioneerbaar zijn in het afbeeldgebied, een aandrijfmiddel voor het aandrijven van de rollen, een met het aandrijfmiddel gekoppeld besturingsmiddel voor het aan- en uitschakelen van het aandrijfmiddel voor het in een aantal stappen positioneren en tonen van één van de afbeeldingen in het afbeeldgebied. De uitvinding heeft het kenmerk dat het besturingsmiddel is ingericht voor het bepalen van een parameter die samenhangt met het bewegen van de keten van nabij een begin tot nabij een einde van de keten, en dat het besturingsmiddel verder is ingericht voor het berekenen van het aantal stappen op basis van de bepaalde parameter. Hierdoor wordt een inrichting verkregen waarbij het besturingsmiddel in staat is om het aandrijfmiddel aan te sturen, zodoende de keten van afbeeldingen beweegt van nabij een begin tot nabij een einde daarvan en daarbij een parameter bepaalt afhankelijk van de lengte van de keten, in het bijzonder het aantal afbeeldingen in de keten, zodanig dat het aantal stappen kan worden berekend voor het telkens positioneren van één van de afbeeldingen van de keten in het afbeeldgebied. Nadat de afbeeldingen in de keten zijn opgenomen, bijvoorbeeld tien stuks, zal bij correcte werking telkens die tien stuks in het afbeeldgebied moeten worden gepositioneerd en gedurende een bepaalde tijd worden vastgehouden. Voor het berekenen van het aantal stappen stuurt de besturing de aandrijving naar een plaats nabij het begin van de keten en vervolgens naar een plaats nabij het einde van de keten. Daarbij wordt een parameter vastgesteld die samenhangt met de lengte van de keten en dus met het aantal afbeeldingen in de keten.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is de parameter de tijd die nodig is om van het begin van de keten naar het einde van de keten te scrollen. Het scrollen moet dan in hoofdzaak continu plaatsvinden met een in hoofdzaak continue snelheid.
Vergelijking van de benodigde tijd met een in een geheugenmiddel opgeslagen tabel van tijden staat het besturingsmiddel toe om het aantal stappen te bepalen waarmee de afbeeldingen in het afbeeldgebied moeten worden geplaatst.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm is met het besturingsmiddel een waarneemmiddel gekoppeld voor het waarnemen van een op de keten aangebrachte marker. Hierdoor is een op de keten aangebrachte marker bruikbaar voor bijvoorbeeld de initialisatie van de uitvinding. Als marker kan een waarneembaar element gebruikt worden, bijvoorbeeld met magnetische eigenschappen, of kan een optisch waarneembaar middel, zoals een strip en dergelijke worden gebruikt. De waarnemer is uitgevoerd voor het waarnemen van de marker. Het zal de vakman duidelijk zijn dat verschillende waarneemmiddelen en markers of markeringen kunnen worden gebruikt.
In het bijzonder volgens een voordelige uitvoeringsvorm zijn op de keten van afbeeldingen tenminste twee markers aangebracht, in het bijzonder nabij de uiteinden van de keten, waarbij de parameter volgens de uitvinding gerelateerd is aan de lengte van de keten tussen de twee waarneembare markers. De markeringen kunnen buiten het afbeeldingsvlak, dat wil zeggen buiten het gezichtsveld van de kijker gepositioneerd worden. Niet elke poster of afbeelding is voorzien van een dergelijke marker.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is met het besturingsmiddel een geheugenmiddel verbonden voor een afbeeldingslengte waarde die samenhangt met de afbeeldingslengte van een afbeelding in de keten. De bepaalde parameter die samenhangt met de lengte van de keten van afbeeldingen vanaf nabij het eerste einde tot nabij het tweede einde kan worden vergeleken met deze in het geheugenmiddel opgeslagen waarde, waardoor bepaald kan worden hoeveel stappen nodig zijn voor het positioneren van de respectievelijke afbeeldingen in het afbeeldgebied. De berekening kan bij voorkeur plaatsvinden door middel van een vergelijking, bij voorkeur bewerking vergelijkbaar met een deling.
Bij voorkeur is het aandrijfmiddel een pulsmotor. Bij voorkeur is het besturingsmiddel ingericht voor het tellen van de pulsen, afgegeven door de aandrijving, zodanig dat de positie van de keten van afbeeldingen samenhangt met een bepaald pulsaantal. Verder is het besturingsmiddel bij voorkeur verder ingericht voor het berekenen van de parameter op basis van het verschil in pulsaantal bij de respectievelijke posities, in het bijzonder bij de posities van op de keten aangebrachte markers. Door gebruik van de pulsmotor wordt op eenvoudige wijze een aan de aandrijving gerelateerde teller verschaft voor de positie van de keten van afbeeldingen. Voor het vergelijken van de posities van de keten van afbeeldingen, kan het getelde pulsaantal worden genomen tussen een eerste positie en een tweede positie. Dat kan worden geregistreerd door het besturingsmiddel. Dat pulsaantal is een mate voor de lengte van de keten en is een uitvoering van een parameter. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de in het geheugenmiddel opgeslagen afbeeldingslengte waarde een op het pulsaantal gebaseerde waarde.
Bij voorkeur is het waarneemmiddel aangebracht in de nabijheid van de rol en heeft het waarneemmiddel een waarneemgebied dat gericht is op de rol. Hierdoor is het waarneemmiddel uit het afbeeldgebied weggehaald en is het afbeeldgebied vrijgegeven, wat in het bijzonder bij het gebruik van een lichtbak in het afbeeldgebied voordelig is. Schaduwwerking van het waarneemmiddel is hierdoor aanzienlijk verminderd dan wel compleet verwijderd. Het waarnemen op de rol heeft als aanvullend voordeel dat dit plaats kan vinden buiten het gezichtsveld van een gebruiker van de inrichting.
Bij voorkeur is het waarneemmiddel gericht op de rol in een richting die in hoofdzaak parallel is aan de verbindingslijn tussen de rollen. Hierdoor is het mogelijk de weergave inrichting kleiner te dimensioneren, en kan het waarneemmiddel gemakkelijk in het huis worden opgenomen.
In de voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting verder een rond de rollen wikkelbare en tussen de rollen in het afbeeldgebied beweegbare keten van afbeeldingen. De afbeeldingen worden respectievelijk in het afbeeldgebied geplaatst en de inrichting wordt stapsgewijs gestuurd voor het telkens tonen van de respectievelijke afbeeldingen.
Bij voorkeur omvat de keten van afbeeldingen twee aanloopstroken en een aantal tussen de aanloopstroken, na elkaar aangebrachte afbeeldingen. De aanloopstroken verbinden de afbeeldingen met de rollen. De aanloopstroken zijn bedoeld om niet te worden vervangen tijdens de levensduur van de inrichting. De aanloopstroken kunnen worden voorzien van de markers, in het bijzonder de markers voor het meten van de lengte van de keten van afbeeldingen. Daarnaast kunnen de aanloopstroken voorzien zijn van een marker die gerelateerd is aan de lengte van een afbeelding of een formaat van het afbeeldgebied.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de aanloopstrook voorzien van een markering of van twee markeringen die kunnen waargenomen door het waarneemmiddel en waarbij de besturingsinrichting op grond van de waarneming in staat is om uit de waarneming een afbeeldingslengte waarde te berekenen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn twee markeringen op één aanloopstrook aangebracht, waarbij de tussenruimte tussen de markeringen overeenkomt met bijvoorbeeld een derde of een vierde van de afbeeldingslengte. De afbeeldingslengte en de tussenruimte tussen de markeringen kan worden gemeten door het tellen van het pulsaantal middels de pulsmotor.
Bij voorkeur is verder voorzien in een met het besturingsmiddel verbonden geheugenmiddel voor een offset waarde. De offset waarde stelt het besturingsmiddel in staat om de positie van een markering of het uiteinde van de keten ten opzichte van de eerste poster te compenseren. Wanneer de positie van de marker ten opzichte van een eerste poster bekend is, kan bij waarneming van de eerste marker op het einde van de keten het besturingsmiddel de aandrijving volgens de in het geheugenmiddel opgeslagen offset waarde sturen naar een positie waarin de afbeelding, in het bijzonder de eerste afbeelding in het afbeeldgebied wordt getoond. Van daaruit kan vervolgens het aantal stappen worden uitgevoerd. Hierdoor is het telkens meten van een markering op de respectievelijke afbeeldingen niet noodzakelijk.
In een verdere uitvoeringsvorm is met het besturingsmiddel een tweede geheugenmiddel verbonden voor een compensatiewaarde. Hierdoor is het besturingsmiddel in staat om het door de pulsmotor afgegeven aantal pulsaantal dat niet lineair is met de lengte van de keten van afbeelding te compenseren. De pulsmotor roteert de rol waarbij de bewegingssnelheid van de keten afhankelijk is van de straal van de rol en de daarop gewikkelde keten van afbeeldingen. Wanneer meer afbeeldingen op de rol zijn gewikkeld, is de straal groter en zal de bewegingssnelheid groter zijn, waardoor met een klein aantal pulsen dezelfde beweging van de afbeelding wordt verkregen. De compensatiewaarde compenseert hiervoor.
In het bijzonder kan hiervoor een tabel worden gebruikt die vooraf bepaald is. In een andere uitvoeringsvorm wordt een compensatiemechanisme gebruikt bijvoorbeeld volgens het algoritme, waarbij een afbeeldingslengte stap telkens een percentage van bijvoorbeeld één procent of een vaste waarde kleiner wordt naarmate de keten meer afbeeldingen omvat en die op de rol gewikkeld zijn, welke rol wordt aangedreven met de pulsmotor die de pulsen afgeeft aan het besturingsmiddel.
De uitvinding zal verder worden besproken aan de hand van de bij gevoegde tekeningen, waarin:
Figuur 1 een perspectivisch aanzicht is van de inrichting volgens de uitvinding,
Figuur 2 een schematische dwarsdoorsnede is van een uitvoeringsvorm van de uitvinding,
Figuur 3 een schematisch aanzicht is van een keten van afbeeldingen, en
Figuur 4 een schematisch aanzicht is van een inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een afbeeldingweergave-inrichting 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. De inrichting 1 is plaatsbaar op een buitenlocatie, in het bijzonder een zichtlocatie. Met de inrichting kunnen verschillende reclamebeelden in de vorm van afbeeldingen worden getoond aan voorbijgangers.
De inrichting 1 omvat een huis 2 dat middels een voet 3 op een ondergrond 4 is geplaatst. Diverse andere uitvoeringen zijn mogelijk. Het is mogelijk het huis 2 op een ondersteuning te plaatsen. Het is mogelijk het huis 2 aan een opstaande wand te bevestigen. Het zal de vakman duidelijk zijn dat diverse uitvoeringsvormen van de inrichting mogelijk zijn binnen de reikwijdte van deze uitvinding.
In een uitvoering kunnen diverse inrichtingen 1 naast en boven elkaar geplaatst zijn waarbij diverse afbeeldingen samen een complete afbeelding vormen.
Het huis 2 is voorzien van een venster 5. Het venster 5 is in deze uitvoering een uitsparing in het huis 2. In het venster 5 is bijvoorbeeld een transparante plaat, zoals glas geplaatst. In de getoonde uitvoering heeft het venster 5 een zich rondom het venster 5 uitstrekkend kader 6. Het venster 5 is bij voorkeur rechthoekig, maar ook andere uitvoeringen zijn mogelijk.
Het venster 5 vormt een afbeeldgebied, waarin een afbeelding 7, in dit geval een fles en een glas, getoond wordt. De fles en het glas worden getoond aan voorbijgangers.
Het is de vakman bekend dat diverse afbeeldingen in een dergelijk afbeeldgebied na elkaar kunnen worden getoond. De afbeeldingen worden na elkaar in het afbeeldgebied bewogen en in het afbeeldgebied gepositioneerd bij voorbeeld gedurende een voorafbepaalde tijdsduur. De tijdsduur is bij voorkeur programmeerbaar.
In het huis 2 zijn een tweetal rollen 8,9 opgenomen. De rollen zijn op bekende wijze gelagerd in het huis. Rond de rol is een keten 10 van een aantal met elkaar verbonden afbeeldingen gewikkeld. De rollen zijn aan weerszijden van het venster 5 geplaatst. De rollen zijn in hoofdzaak parallel in het huis opgenomen. De assen 11,12 van de rollen 8,9 strekken zich uit haaks op het vlak van de dwarsdoorsnede van het huis 2 volgens figuur 2.
Een keten 10 van afbeeldingen, in figuur 3 is een keten getoond die drie afbeeldingen 13-15 heeft, getoond, is rond de rollen 8,9 gewikkeld en kan van de ene rol afgewikkeld worden en tegelijkertijd op de andere rol gewikkeld worden. Omdat de rollen 8,9 op afstand van elkaar zijn aangebracht en het venster 5 zich bevindt tussen de rollen 8,9, is een deel van de keten zichtbaar in het venster 5 en dus in een afbeeldgebied gepositioneerd. Een voorbijganger kan die afbeelding zien, zoals getoond in figuur 1.
Verder is schematisch in figuur 2 getoond dat een lichtbron 16 in het huis is opgenomen. De lichtbron 16 bevindt zich achter de afbeelding van de keten van afbeeldingen, die zich in het afbeeldgebied bevindt. Voor de voorbijganger zal de getoonde afbeelding worden opgelicht.
Volgens de uitvinding worden de respectievelijke afbeeldingen van de keten telkens gepositioneerd in het afbeeldgebied.
Een aandrijving 20,21 (schematisch getoond in figuur 4) is gekoppeld met een of beide rollen. De vakman zal bekend zijn met diverse motoren die geschikt zijn voor de aandrijving. Gebruik van een aandrijving heeft de voorkeur.
De rollen kunnen door riemen met elkaar gekoppeld zijn. In een voorkeursuitvoeringsvorm is een overbrenging aanwezig.
De aandrijving is bij voorkeur een DC motor met pulsteller. In een andere uitvoeringsvorm wordt een brushless motor met een ingebouwde pulsteller gebruikt. Ook een stappenmotor is mogelijk. Bij voorkeur is de aandrijving een pulsmotor. De pulsmotor zal bij aandrijving een puls afgeven overeenkomstig aandrijving in een bepaalde richting.
De aandrijving of beide aandrijvingen zijn gekoppeld met een besturingsmiddel 22. Het besturingsmiddel is ingericht voor het aan en uitschakelen van de aandrijvingen. Het besturingsmiddel kan aandrijving 20 aanzetten, waardoor de rol 8 zal draaien en de keten 10 van afbeeldingen zal bewegen volgens pijl 23. Aandrijving 21 geeft dan bij voorkeur de draaiing van rol 9 vrij.
Het besturingsmiddel kan de door beide aandrijvingen 20,21 of de door één van de aandrijvingen afgegeven pulsen tellen. Hierdoor wordt een schaal verkregen voor de positie van de keten 10.
In een andere uitvoering kan de aandrijving gedurende een bepaalde tijd aangezet worden. De tijd is dan een schaal voor de positie van de keten. Dit stelt echter eisen aan de continuïteit van de aandrijving.
Figuur 3 toont schematisch een keten 10 van afbeeldingen 13-15. De keten 10 omvat verder in deze uitvoering twee aanloopstroken 17,18. In de uitvoering zijn de aanloopstroken 17, 18 verbonden met de respectievelijke rollen 8,9.
De afbeeldingen hebben telkens in hoofdzaak dezelfde lengte 19. De lengte correspondeert met de lengte van het venster 5 van de inrichting. Het is voordelig wanneer de lengte van het venster 5 kleiner is dan de volledige lengte van de afbeelding. De verbindingsranden tussen de verschillende afbeeldingen zijn dan bij het tonen niet zichtbaar.
In de voorkeursuitvoeringsvorm zijn de afbeeldingen 13-15 vervangbaar. Een monteur is in staat het huis 2, bijvoorbeeld middels een sleutel, te openen. Daarbij kan een of aantal afbeeldingen in de keten 10 worden vervangen of kan een aantal nieuwe afbeeldingen in de keten worden opgenomen. Het is mogelijk het aantal afbeeldingen in de keten te vergroten, bijvoorbeeld naar acht, tien of meer afbeeldingen.
Nadat de monteur het huis weer gesloten heeft is niet bekend welk aantal afbeeldingen/posters aanwezig is in de keten van afbeeldingen.
In een uitvoeringsvorm kan de monteur het aantal afbeeldingen dat in de keten is opgenomen invoeren in het besturingsmiddel. Deze invoer is echter gevoelig voor fouten, zeker wanneer het aantal afbeeldingen groot is.
Bij voorkeur is de inrichting en werkwijze volgens de uitvinding in staat om het aantal afbeeldingen en daarmee het aantal stappen voor het tonen van die afbeeldingen zelf vast te stellen, door middel van berekening.
Volgens een eerste uitvoering kan de keten van afbeeldingen bewogen worden middels de aandrijvingen naar een uiteinde van die keten. Vervolgens kan het aantal pulsen worden geteld dat nodig is voor het bewegen van de keten naar het andere uiteinde. In een uitvoering kan dit aantal pulsen bijvoorbeeld 120.000 zijn.
In een geheugenmiddel kan een waarde voor afbeeldingslengte 19 zijn opgeslagen. Deze kan bijvoorbeeld 20.000 pulsen zijn.
Het besturingsmiddel verzamelt de gegevens, in het bijzonder het getelde aantal pulsen en de waarde uit het geheugen. Duidelijk zal zijn dat in deze eenvoudige uitvoering, zonder aanloopstroken het aantal afbeeldingen in de keten zes is. De besturing slaat dit bepaalde stappen aantal op in een daarvoor geschikt geheugen. Bij de uitvoering van de werkwijze zal de besturing in zes stappen de afbeeldingen van de keten in het venster positioneren. Daarna is het einde van de keten bereikt en wordt de bewegingsrichting omgekeerd doordat de besturing de andere aandrijving zal besturen om in zes stappen de verschillende afbeeldingen in het venster/afbeeldgebied te positioneren.
In de voorkeursuitvoeringsvorm is een markering 25 en/of markering 26 en/of markering 27 aangebracht op de keten in het bijzonder op de aanloopstroken. De markeringen zijn daarmee nabij de einden van de keten van afbeeldingen aangebracht.
De markeringen zijn waarneembaar voor een waarneemmiddel 28 dat schematisch is weergegeven. Het kan een optische waarnemer zijn of een magnetische of een andere geschikt waarneemmiddel.
De markeringen zijn bij voorkeur op de aanloopstroken bevestigd omdat deze niet door de monteur worden vervangen. Bij voorkeur zijn de aanloopstroken voor de levensduur van de inrichting aanwezig en vast verbonden met de rollen.
Wanneer het waarneemmiddel markering 27 of markering 26 waarneemt, kan de keten worden bewogen totdat markering 25 wordt waargenomen. De besturing heeft de pulsen van de pulsmotor geteld en stelt vast dat er 120.000 pulsen zijn om de beweging van de eerste naar de tweede markering uit te voeren. De pulsen zijn een parameter die gerelateerd is aan de lengte van de keten.
Omdat de markeringen 25, 26/27 niet direct aangrenzend aan de eerste afbeeldingen zijn aangebracht, is er een lengte van de keten aanwezig. De lengte 29/lengte 30 samen met de lengte 31 kunnen tijdens een pre-initialisatie worden gemeten. Er kan worden vastgesteld dat lengte 29 overeenkomt met 11.000 pulsen en lengte 31 ook met 9.000. De lengte tussen de markeringen 26 en 25 is dan gelijk aan de lengte tussen de markeringen en de eerste afbeeldingen van de reeks van afbeeldingen en de lengte van het aantal afbeeldingen. De genoemde cijfers zijn voorbeelden. De tekening volgens figuur 3 is niet op schaal.
Bij de meting van het aantal pulsen tussen de markeringen 25/26 moet rekening gehouden worden met het extra aantal pulsen dat geteld is voor de tussenruimte.
Bij een telling van 120000 pulsen, zijn 20000 pulsen niet het gevolg van de lengte van de afbeeldingen, maar het gevolg van de tussenruimte. Wanneer de waarde voor de afbeeldingslengte 20000 is, zal bij het genoemde uitvoeringsvoorbeeld moeten worden vastgesteld dat er vijf afbeeldingen in de keten van afbeeldingen aanwezig zijn.
De compensatie ten gevolge van de plaats van de markeringen kan worden aangeduid met de offsetwaarde. De offsetwaarde uitgedrukt in pulsen is in een geheugenmiddel verbonden met de besturing opgeslagen.
Markering 27 strekt zich uit over een grotere lengte van de keten dan markering 26. Hierdoor is het mogelijk dat de besturing de markeringen kan herkennen door het aantal pulsen te tellen dat door de markering wordt waargenomen. De besturing is in staat de markeringen te onderscheiden.
Tussen markeringen 26 en 27 is een tussenruimte 32 aanwezig. De besturing kan worden geprogrammeerd volgens een protocol, waarbij dit protocol aangeeft, dat tussen de twee markeringen een waarde corresponderend met de afbeeldingslengte wordt aangegeven. Het protocol kan in een daarvoor geschikt geheugenmiddel worden opgeslagen.
Afstand 32 kan door de besturing worden gemeten door het pulsen aantal te meten dat nodig is om de keten 10 over de lengte 32 te bewegen. De besturing is in staat het aantal pulsen te tellen vanaf het moment dat de markering 27 niet meer door sensor 28 wordt waargenomen tot het moment dat de markering 26 wordt waargenomen.
Het aantal pulsen dat geteld wordt tussen de markering 26 en 27 is bijvoorbeeld 5.000. Het protocol geeft aan dat het door de besturing bepaalde aantal pulsen bijvoorbeeld gelijk is aan een kwart van het met de afbeeldingslengte corresponderend aantal pulsen, in dit geval dus 20.000.
De tussenruimte 32 komt in deze uitvoering overeen met een 1/4 van de afbeeldingslengte 19 van afbeeldingen die in de keten 10 kunnen worden opgenomen.
De gemeten waarde of de berekende waarde voor de afbeeldingslengte kan in een geheugen worden opgeslagen en kan worden opgeroepen op dat moment wanneer het aantal stappen/aantal afbeeldingen moet worden berekend. Daarnaast kan een vluchtig geheugen gebruikt worden voor de tijdelijke opslag van het aantal pulsen. Deze uitvoering heeft de voorkeur aangezien bij initialisatie de besturing de beweging uitvoert van marker 27 naar marker 25, daarbij het aantal pulsen voor een afbeeldingslengte meet/berekent en direct ook het aantal pulsen voor de tussenruimte tussen de markeringen nabij de einden van de keten en direct de benodigde berekeningen voor het aantal stappen kan uitvoeren, waarbij de met de afbeeldingslengte corresponderende waarde uit het vluchtige geheugen kan worden gebruikt. De afbeeldingslengte wordt dan telkens bij initialisatie gemeten. Voordeel is dat geen permanent geheugen voor de waarde aanwezig is.
Verder voordeel van de uitvoering zonder opslag van de afbeeldingslengte is dat dezelfde besturing kan worden toegepast in verschillende weergave-inrichtingen met verschillende venstergrootten/geschikt voor afbeeldingen met verschillende maten. Dit beperkt de kosten voor productie van de besturingsschakeling.
Doordat de keten van afbeeldingen inclusief de aanloopstroken rondom een rol 8,9 worden gewikkeld, is de beweging van de keten niet lineair in verhouding tot het getelde aantal pulsen.
Dit kan geïllustreerd worden aan de hand van figuur 2. Rotatie van rol 9 met 360’ zal tot een beweging van de keten over een grotere afstand leiden dan rotatie van rol 8 over dezelfde hoek. Dit is het gevolg van de grotere straal van de rol plus daarop gewikkelde afbeeldingen van de keten van afbeeldingen rond rol 9.
Volgens de uitvinding kan dit verschil worden gecompenseerd met een roll-up factor. De roll-up factor kan in een daartoe geschikt geheugenmiddel worden opgeslagen.
In de voorkeursuitvoeringsvorm wordt een vereenvoudigd compensatie algoritme gebruikt. Het zal de vakman echter duidelijk zijn dat andere werkwijzen mogelijk zijn. De voorkeursuitvoeringsvorm is echter eenvoudig en uit experimenten is gebleken dat deze compensatie voldoende is.
Bij voorkeur wordt een roll-up factor in een pre-initialisatie gemeten en in een geheugenmiddel opgeslagen. De roll-up factor kan bijvoorbeeld 1% zijn. In de voorkeursuitvoeringsvorm leidt dit ertoe dat de eerste afbeelding vanaf een aanloopstrook een lengte heeft die met een pulsaantal overeenkomt volgens de afbeeldingslengte, ofwel verkregen uit een geheugen of gemeten door het meten van de tussenruimte 32.
Wanneer wordt berekend dat de keten van afbeeldingen ten minste een tweede afbeelding heeft, wordt het met de beweging van deze afbeelding corresponderende aantal pulsen met 1% verlaagt, naar 19800.
Wanneer wordt berekend dat de keten van afbeeldingen ten minste een derde afbeelding heeft, wordt het met de beweging van deze afbeelding corresponderende aantal pulsen met nogmaals 1% verlaagt, naar 19602. Deze berekening kan telkens worden herhaald voor de volgende afbeelding.
Doordat de aandrijving verbonden is met de rol waaromheen de afbeeldingen worden gewikkeld, zal de rol met keten steeds dikker worden en de straal toenemen, waardoor met dezelfde rotatie een grotere beweging wordt uitgevoerd. Met een minder aantal pulsen wordt een afbeelding van dezelfde lengte langs het venster bewogen.
De compensatie volgens deze voorkeursuitvoeringsvorm kan worden berekend volgens :
Pulsaantal = pulsaantaluitgangswaarden * (l-m)n, waarbij de pulsaantaluitgangswaarde de door meting vastgestelde waarde is die met een afbeeldingslengte overeenkomt, waarbij m de roll-up factor is en waarbij het gaat om de lengte van de nde afbeelding in de keten.
In een andere uitvoering wordt het pulsaantal voor de nde afbeelding berekent volgens
Pulsaantal = pulsaantaluitgangswaarden * (l-n*m), waarbij de compensatie lineair benaderd wordt. Hierdoor wordt het pulsaantal in genoemd voorbeeld telkens 200 kleiner.
Bij toepassing van de uitvinding op figuur 3 kan het volgende voorbeeld geïllustreerd met pulsaantal worden gegeven. De pulsen worden tijdens een initialisatie geteld.
Markering 27 wordt waargenomen met waarneemmiddel 28. De besturing stelt de waarneming vast en begint met de pulstelling vanaf het moment dat markering 27 niet meer wordt waargenomen, terwijl naar het andere einde van de keten wordt bewogen. Markering 27 bevindt zich dan bij pulsaantal = 0
Vervolgens wordt markering 26 waargenomen, waarbij de keten afstand 32 heeft bewogen. Er zijn bijvoorbeeld 5.000 pulsen geteld. Het besturingsmiddel is ingericht om te herkennen dat vier maal dit waargenomen aantal pulsen gelijk is aan de met de afbeeldingslengte overeenstemmende pulsaantal.
Het einde van markering 26 ligt bijvoorbeeld bij pulsaantal 6000.
Vervolgens wordt verder bewogen. Het waarneemmiddel zal markering 25 waarnemen. Bij het bereiken van de markering 25 is het totale pulsaantal bijvoorbeeld gelijk aan 107.010. Dit aantal is een met de lengte van de keten corresponderende parameter. Zoals aangegeven kan in een andere uitvoering de tijd als parameter worden gebruikt.
Uit een geheugenmiddel wordt de aanloopstrook compensatiewaarde 9.000 opgehaald door het besturingsmiddel. Deze compensatiewaarde compenseert voor de tussenruimte tussen markeringen 26 en 25 en de respectievelijke eerste afbeeldingen 13 en 15. De afstand 29 volgens figuur 3 is bijvoorbeeld 7000 pulsen en de afstand 31 is bijvoorbeeld 2000 pulsen. De compensatiewaarde wordt in dit uitvoeringsvoorbeeld van het totale aantal pulsen afgetrokken. De lengte van de afbeeldingen in de keten van afbeeldingen is in dit voorbeeld dus 98.010 pulsen.
Aangezien de met de afbeeldingslengte corresponderende waarde 20.000 is, is de besturing in staat om bij de indeling in het aantal stappen de volgende tabel te gebruiken voor de vergelijking van het getelde aantal pulsen en het te berekenen aantal stappen:
Duidelijk zal zijn dat sprake kan zijn van een aanzienlijke foutenmarge voor het bepalen van het aantal stappen. In het bovenstaande is telkens een foutenmarge van +- 5000 pulsen toegestaan.
In deze uitvoering is gebruik gemaakt van de roll-up compensatie door middel van een lineaire benadering. De eerste afbeelding is 20000 pulsen lang, de tweede 19800, de derde 19600 etc.
Het getelde aantal pulsen voor de lengte van afbeeldingen komt in dit voorbeeld dus overeen met een vijftal afbeeldingen. De besturing leidt dit aantal stappen af, en zal na initialisatie zoals hierboven uitgevoerd in staat zijn de afbeeldingen weer te geven, nadat de off-set waarde uit een geheugen is opgeroepen.
De offset-waarde is een waarde die aangeeft bij welke pulswaarde de eerste afbeelding in het beeldgebied wordt gepositioneerd. De offset-waarde kan ook tijdens een pre- initialisatie worden vastgelegd of kan bij een telkens herhalende pre-initialisatie worden vastgesteld.
In de voorkeursuitvoeringsvorm wordt markering 26 op een zodanig gunstige manier geplaatst dat de onderste afbeelding 13 zich in het afbeeldgebied bevindt op het moment dat waarneemmiddel 28 markering 26 waarneemt. Opslag in een geheugen is dan niet nodig. Bijkomend voordeel van deze positionering is dat de exacte en correcte positie van de onderste afbeelding in het afbeeldgebied elke keer is gewaarborgd. Telkens wanneer markering 26 wordt waargenomen, wordt het scrollen van de poster ge-her-geïnitialiseerd. Het waarnemen van de markering 26 is bij deze uitvoering dan een verplichte stap van de werkwijze voor het tonen van de afbeeldingen, aangezien telkens gescrollt wordt tot dat de markering is waargenomen. Er wordt bijvoorbeeld bepaald dat er 5 posters aanwezig zijn in de rol. De 5 worden eerst in de eerste richting getoond (13,14,15) en vervolgens in de tweede richting (15,14,13). Deze cyclus wordt telkens herhaald, maar niet nadat de markering 26 is waargenomen.
Door telkens te bewegen tot de markering 26 kan het scrollen worden bijgestuurd. De beweging wordt pas gestopt op het moment dat het waarneemmiddel 28 markering 26 waarneemt. Tijdens het scrollen kunnen verschuivingen in de strook van afbeeldingen optreden, bijvoorbeeld door het gedeeltelijk losraken van de verbinding van de afbeeldingen of door niet rechthoekige (haaks gesneden) posters in de rol van posters. Doordat telkens wordt bewogen tot de markering 26 wordt waargenomen wordt telkens vanuit dezelfde beginpositie gestart met de beweging. Dit leidt tot een meer zekere afbeelding van de posters in het afbeeldgebied.
Bij de voorkeursuitvoeringsvorm is de aanloopstrook op de rol gewikkeld, bevindt het waarneemmiddel zich exact bij het einde van de markering 26 en is de lengte 29 gelijk aan de afstand 40 die met stippellijnen in figuur 2 is aangegeven.
De offset waarde geeft het pulsaantal aan in welke positie de keten/rol moet worden gebracht ten einde de eerste afbeelding 13 in het venster/afbeeldgebied te plaatsen.
In figuur 2 is het waarneemmiddel 28 aangegeven. Met stippellijnen is het gezichtsveld van de bij voorkeur optische waarnemer aangegeven. In het bijzonder wordt een laser-scanner gebruikt.
Het waarneemgebied/het gezichtsveld van de waarnemer is gericht naar de rol 8 toe. De markeringen die worden waargenomen bevinden zich op de keten van afbeeldingen/aanloopstrook, in het bijzonder op een deel van de keten dat al/nog gewikkeld is rond de rol 8. De waarnemer bevindt zich buiten het gezichtsveld van de voorbijganger en werpt geen schaduw op de zich in het venster bevindende afbeelding.
In het bijzonder is de waarnemer aangebracht met een waarneemrichting die in hoofdzaak parallel is gericht aan het vlak tussen de rollen. In de getoonde uitvoering is de waarnemer gericht op de op de rol gewikkelde keten, waarbij de waarneming plaatsvindt terwijl de keten ongeveer 270” rond de rol is gewikkeld. Deze plaatsing levert een voordeel op voor de dimensionering van de inrichting.
Claims (17)
1. Werkwijze voor het tonen van afbeeldingen omvattende: - het verschaffen van een keten van een bepaald aantal afbeeldingen, - het verschaffen van een afbeeldgebied voor het tonen van telkens een afbeelding, - het tonen van de afbeeldingen door het in het afbeeldgebied bewegen van de keten, en het positioneren van de afbeelding in het afbeeldgebied, - het in het bepaalde aantal stappen corresponderend met het aantal afbeeldingen tonen van die afbeeldingen van de keten, gekenmerkt doordat de werkwijze verder omvat, - het berekenen van het bepaalde aantal stappen op basis van een parameter, die gerelateerd is aan een lengte van de keten, welke parameter wordt bepaald door het bewegen van de keten van nabij een begin van de keten tot nabij een einde van de keten.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de werkwijze verder omvat het verschaffen van markeringen op de keten nabij de einden van de keten, waarbij die einden gevormd worden door twee aanloopstroken en het waarnemen van op de aanloopstroken aangebrachte markeringen.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat één aanloopstrook voorzien is van twee markeringen, waarbij een lengte tussen de twee markeringen wordt gemeten, waarmee een tweede parameter wordt bepaald die gerelateerd is aan een afbeeldingslengte waarde.
4. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-3, gekenmerkt doordat het berekenen omvat het vergelijken van de parameter met een afbeeldinglengte waarde, waarbij de afbeeldinglengte waarde gerelateerd is aan een lengte van de afbeeldingen op de keten.
5. Werkwijze volgens een der conclusies 1-4, gekenmerkt doordat het berekenen verder omvat het van de parameter aftrekken van een voorafbepaalde compensatiefactor, die gerelateerd is aan de lengte van de keten tussen de markering op de aanloopstrook en de afbeeldingen van de keten.
6. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-5, gekenmerkt doordat de werkwijze verder omvat het van een rol afwikkelen van de keten van afbeeldingen en het tegelijkertijd op een andere rol wikkelen van de keten van afbeeldingen.
7. Werkwijze volgens een van de conclusie 1-6, gekenmerkt doordat het bewegen van de keten omvat het met een pulsmotor aandrijven van de beweging, waarbij de pulsen worden gebruikt voor het bepalen van de parameter.
8. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-7, gekenmerkt doordat het berekenen verder omvat het verdelen van de parameter in een aantal delen gelijk aan het bepaald aantal stappen, waarbij de delen telkens verschillende grootten hebben.
9. Werkwijze volgens conclusie 8 gekenmerkt doordat het berekenen omvat het vormen van de delen, waarbij het nde deel wordt berekend door een afbeeldinglengte waarde te vermenigvuldigen met n*(l-m), waarbij m een roll-up factor is, die gerelateerd is aan de dikte van de keten wanneer deze op de rol wordt gewikkeld.
10. Afbeeldingweergave-inrichting voor het tonen van afbeeldingen omvattende: - een huis voorzien van een afbeeldgebied voor het tonen van afbeeldingen, - twee in het huis aangebrachte, in hoofdzaak parallelle rollen, die aan weerszijden van het afbeeldgebied zijn geplaatst, waarbij een keten van een aantal afbeeldingen wikkelbaar is op de rollen zodanig dat elke afbeelding positioneerbaar is in het afbeeldgebied, - een aandrijfmiddel voor het aandrijven van de rollen, - een met het aandrijfmiddel gekoppeld besturingsmiddel voor het aan en uitschakelen van het aandrijfmiddel voor het in een aantal stappen positioneren en tonen van elke afbeelding in het afbeeldgebied, met het kenmerk, dat het besturingsmiddel is ingericht voor het bepalen van een parameter die samenhangt met het bewegen van de keten van nabij een begin tot nabij een einde van de keten, en dat het besturingsmiddel verder is ingericht voor het bereken van het aantal stappen overeenkomend met het aantal afbeeldingen op basis van de bepaalde parameter.
11. Afbeeldingsweergave-inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de keten een aantal afbeeldingen omvat die zijn aangebracht tussen aanloopstroken, waarbij markeringen op de aanloopstroken zijn aangebracht, en waarbij de afbeeldingsweergave-inrichting een met het besturingsmiddel gekoppeld waarneemmiddel omvat voor het waarnemen van de op de aanloopstroken aangebrachte markeringen, waarbij de parameter gerelateerd is aan de lengte van de keten tussen twee waarneembare markeringen.
12. Afbeeldingweergave-inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de inrichting een met het besturingsmiddel verbonden geheugenmiddel omvat voor een afbeeldingslengte waarde die samenhangt met de lengte van een afbeelding in de keten.
13. Afbeeldingweergave-inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het aandrijfmiddel een pulsmotor omvat, waarbij het besturingsmiddel is ingericht voor het tellen van de pulsen, zodanig dat een positie van de keten van afbeeldingen samenhangt met een bepaald pulsaantal, waarbij het besturingsmiddel verder is ingericht voor het berekenen van de parameter op basis van het verschil in pulsaantal bij de respectievelijke posities van de markers.
14. Afbeeldingweergave-inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het waarneemmiddel een waarneemgebied heeft dat gericht is op de rol.
15. Afbeeldingweergave-inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het waarneemmiddel in hoofdzaak parallel aan een verbindingslijn tussen de rollen gericht is.
16. Afbeeldingweergave-inrichting volgens een van de conclusies 10-15, met het kenmerk, dat de inrichting een met het besturingsmiddel verbonden geheugenmiddel omvat voor een offsetwaarde, die gerelateerd is aan de positionering van een afbeelding in het weergavegebied.
17. Afbeeldingweergave-inrichting volgens een van de conclusies 10-16, met het kenmerk, dat de inrichting een met het besturingsmiddel verbonden tweede geheugenmiddel omvat voor een roll-up compensatiewaarde voor het compenseren van een door een rol aangedreven beweging, waarbij de straal van de rol varieert.
Priority Applications (8)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2006/0019A BE1016936A5 (nl) | 2006-01-10 | 2006-01-10 | Werkwijze en inrichting voor het tonen van afbeeldingen. |
US12/160,557 US20100186272A1 (en) | 2006-01-10 | 2007-01-10 | Method and device for displaying images |
JP2008549718A JP2009522620A (ja) | 2006-01-10 | 2007-01-10 | 画像表示方法および装置 |
AU2007204611A AU2007204611B2 (en) | 2006-01-10 | 2007-01-10 | Method and device for displaying images |
EP07701580A EP1977408B1 (en) | 2006-01-10 | 2007-01-10 | Method and device for displaying images |
PCT/BE2007/000003 WO2007079554A1 (en) | 2006-01-10 | 2007-01-10 | Method and device for displaying images |
AT07701580T ATE535900T1 (de) | 2006-01-10 | 2007-01-10 | Verfahren und einrichtung zum anzeigen von bildern |
CA002636602A CA2636602A1 (en) | 2006-01-10 | 2007-01-10 | Method and device for displaying images |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE200600019 | 2006-01-10 | ||
BE2006/0019A BE1016936A5 (nl) | 2006-01-10 | 2006-01-10 | Werkwijze en inrichting voor het tonen van afbeeldingen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1016936A5 true BE1016936A5 (nl) | 2007-10-02 |
Family
ID=36928287
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2006/0019A BE1016936A5 (nl) | 2006-01-10 | 2006-01-10 | Werkwijze en inrichting voor het tonen van afbeeldingen. |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20100186272A1 (nl) |
EP (1) | EP1977408B1 (nl) |
JP (1) | JP2009522620A (nl) |
AT (1) | ATE535900T1 (nl) |
AU (1) | AU2007204611B2 (nl) |
BE (1) | BE1016936A5 (nl) |
CA (1) | CA2636602A1 (nl) |
WO (1) | WO2007079554A1 (nl) |
Families Citing this family (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE202009015535U1 (de) | 2009-11-17 | 2010-03-11 | Wall Ag | Vorrichtung zum Anzeigen von Informationen |
DE102010049202A1 (de) * | 2010-10-20 | 2012-04-26 | Wolf-Dieter Gohlke | Rollbandanzeigeeinrichtung |
JP5599836B2 (ja) * | 2012-03-19 | 2014-10-01 | 株式会社 コー・プランニング | 蛇行制御機能を備えたシート巻取り装置 |
LT6026B (lt) | 2012-07-04 | 2014-05-26 | Mindaugas Talaikis | Reklaminė plokštuma su dinaminiais elementais |
KR102066716B1 (ko) * | 2013-06-20 | 2020-01-15 | 삼성전자주식회사 | 동작 방법 및 그 전자 장치 |
US10026343B2 (en) * | 2014-08-11 | 2018-07-17 | Jae-Sik Kim | Multifunctional window/door and building having wall configured using same |
US10832599B1 (en) * | 2020-01-24 | 2020-11-10 | Innovative Billboards Llc | Scrolling billboard and method of operation |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0810574A1 (de) * | 1996-05-29 | 1997-12-03 | Siemens Aktiengesellschaft | Gerät zum Präsentieren von Werbeanzeigen auf Papier oder anderen Druckträgern |
US5717424A (en) * | 1993-05-26 | 1998-02-10 | Simson; Anton K. | Banner display device |
US20020018055A1 (en) * | 2000-06-06 | 2002-02-14 | Smith James David | Substraight positioning device and method |
Family Cites Families (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS55164877A (en) * | 1979-06-11 | 1980-12-22 | Hitachi Ltd | Display unit |
JPS5796382A (en) * | 1980-12-08 | 1982-06-15 | Sankosha Co Ltd | Mark indication method of and apparatus for variable marking plate |
US4958111A (en) * | 1989-09-08 | 1990-09-18 | Gago Noel J | Tension and web guiding system |
US5353534A (en) * | 1989-09-29 | 1994-10-11 | Angelika Fassauer | Device for holding a variable number of rear-illuminated advertisement carriers formed of poster-like blanks |
JPH0372249U (nl) * | 1989-11-16 | 1991-07-22 | ||
JPH03105883U (nl) * | 1990-02-14 | 1991-11-01 | ||
US5953840A (en) * | 1993-05-26 | 1999-09-21 | Simson; Anton K. | Banner display device |
US5488791A (en) * | 1993-12-02 | 1996-02-06 | Dima S.R.L. | Device for displaying a series of advertisements in a display window |
JP2002091350A (ja) * | 2000-09-19 | 2002-03-27 | Oki Joho Systems:Kk | 大型掲示装置 |
JP4688349B2 (ja) * | 2001-06-18 | 2011-05-25 | 株式会社フオトクラフト社 | 表示装置 |
JP3632059B2 (ja) * | 2002-07-31 | 2005-03-23 | 伊東電機株式会社 | 直流ブラシレスモータ制御装置 |
US20060207136A1 (en) * | 2005-03-21 | 2006-09-21 | Sluggo Lighting Ltd. | Modular scroll sign display system |
-
2006
- 2006-01-10 BE BE2006/0019A patent/BE1016936A5/nl not_active IP Right Cessation
-
2007
- 2007-01-10 US US12/160,557 patent/US20100186272A1/en not_active Abandoned
- 2007-01-10 WO PCT/BE2007/000003 patent/WO2007079554A1/en active Application Filing
- 2007-01-10 JP JP2008549718A patent/JP2009522620A/ja active Pending
- 2007-01-10 EP EP07701580A patent/EP1977408B1/en not_active Not-in-force
- 2007-01-10 CA CA002636602A patent/CA2636602A1/en not_active Abandoned
- 2007-01-10 AU AU2007204611A patent/AU2007204611B2/en not_active Ceased
- 2007-01-10 AT AT07701580T patent/ATE535900T1/de active
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5717424A (en) * | 1993-05-26 | 1998-02-10 | Simson; Anton K. | Banner display device |
EP0810574A1 (de) * | 1996-05-29 | 1997-12-03 | Siemens Aktiengesellschaft | Gerät zum Präsentieren von Werbeanzeigen auf Papier oder anderen Druckträgern |
US20020018055A1 (en) * | 2000-06-06 | 2002-02-14 | Smith James David | Substraight positioning device and method |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
AU2007204611A1 (en) | 2007-07-19 |
JP2009522620A (ja) | 2009-06-11 |
AU2007204611B2 (en) | 2010-06-17 |
CA2636602A1 (en) | 2007-07-19 |
WO2007079554A1 (en) | 2007-07-19 |
US20100186272A1 (en) | 2010-07-29 |
EP1977408B1 (en) | 2011-11-30 |
ATE535900T1 (de) | 2011-12-15 |
EP1977408A1 (en) | 2008-10-08 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1016936A5 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het tonen van afbeeldingen. | |
RU2596523C2 (ru) | Модули демонстрационных полок с проекторами для отображения информации о продукте и содержащие их модульные полочные системы | |
US4483681A (en) | Method and apparatus for determining viewer response to visual stimuli | |
US20190088035A1 (en) | Methods and systems for dispensing | |
JP2009053122A (ja) | 透明フィルム外観検査システム | |
CN1290918A (zh) | 显示装置 | |
KR101109332B1 (ko) | 화상기록방법 | |
JP2004077436A (ja) | 測長装置および塗布媒体製造装置 | |
NL8601552A (nl) | Inrichting voor het uit tenminste een stereopaar foto's afleiden van driedimensionale kwantitatieve informatie. | |
JP2636317B2 (ja) | 記録媒体の供給装置 | |
NL2012883B1 (nl) | Samenstel van een verbruiksmeter en een sensorsamenstel. | |
FR2966631A1 (fr) | Dispositif derouleur d'affiches et procede de fonctionnement de ce dispositif | |
JP4220103B2 (ja) | ギャップ測定装置 | |
RU194745U1 (ru) | Демонстрационное устройство | |
SE463386B (sv) | Anordning foer bildvisning | |
JPS63106265A (ja) | 欠陥表示方法 | |
JP3705642B2 (ja) | 連続掲示装置 | |
JPH10310283A (ja) | 枚数計測装置 | |
RU77996U1 (ru) | Рекламное устройство | |
CA2282590A1 (en) | Element for displaying information | |
JP2015147649A (ja) | 書籍背表紙撮影システム及び書棚確認用部材 | |
JP3174406U (ja) | 写真撮影用長さ基準スケール | |
JPS5924963Y2 (ja) | エツジ形状測定装置 | |
JP2580643B2 (ja) | 光学系の倍率検出装置 | |
NL8100178A (nl) | Speelautomaat. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20120131 |