BE1013333A3 - Werkwijze voor het coaten van een soepel substraat door middel van een coating van thermoplastisch polyurethaan. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een werkwijze voor het coaten van een soepel substraat door middel van een coating van thermoplastisch polyurethaan. Men warmt het thermoplastisch polyurethaan op tot het gesmolten is en brengt het in gesmolten toestand op het substraat aan, waarna men het laat of doet afkoelen.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het coaten van een soepel substraat door middel van een coating van thermoplastisch polyurethaan. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het coaten van een soepel substraat, in het bijzonder van textielmateriaal of papier, door middel van een coating van thermoplastisch polyurethaan. 



  Onder textiel moeten hier weefsels, breisels en non-woven verstaan worden. 



  Coaten met polyurethaan wordt onder meer toegepast om textiel water-en/of luchtdicht te maken. 



  Van dergelijk textiel wordt kledij gemaakt, maar ook luchtdichte omhulsels voor matrassen, spuitzakken voor het spuiten van pudding en dergelijke. 



  Zo wordt medisch textiel, als het groot is, veelal met polyurethaan gecoat. Zo is groot medisch textiel eventueel steriliseerbaar. 



  Ook tapes om de naden van kledij waterdicht te maken, worden met polyurethaan gecoat. Voor deze toepassing dient gebruik te worden gemaakt van een thermoplastisch polyurethaan. 



  Bij sommige toepassingen wordt gebruik gemaakt van de eigenschap dat dergelijke gecoat textiel lasbaar is. 



  Voor het lasbaar maken van grote stukken textiel moet noodzakelijkerwijze gebruik worden gemaakt van thermoplastisch polyurethaan. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Volgens bekende werkwijzen lost men het thermoplastisch polyurethaan in de vorm van pellets of korrels op in een oplosmiddel en stijkt men de oplossing dan uit op het weefsel, waarna men dit oplosmiddel laat of doet verdampen. 



  Meestal bevordert men het verdampen door verwarming, in een oven, hetgeen energie vergt en de werkwijze relatief duur maakt. 



  De gebruikelijke oplosmiddelen voor het polyurethaan zijn daarenboven schadelijk voor het milieu en kunnen niet zonder meer in de atmosfeer geloosd worden. 



  Daarom leidt men deze oplosmiddelen naar een naverbrandingsinstallatie om ze onschadelijk te maken. Deze thermische behandeling brengt een bijkomend energieverbruik met zieh mee, wat deze bekende werkwijzen extra duur maakt. 



  De uitvinding heeft een werkwijze voor het coaten van een soepel substraat door middel van thermoplastisch polyurethaan als doel die voornoemde nadelen verhelpt en relatief goedkoop maar toch milieuvriendelijk is. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat men het thermoplastisch polyurethaan opwarmt tot het gesmolten is en het in gesmolten toestand op het substraat aanbrengt, waarna men het laat of doet afkoelen. 



  Bij voorkeur brengt men het thermoplastisch polyurethaan aan op een substraat van textiel of papier, in het bijzonder transfertpapier. 



  De werkwijze kan tevens een werkwijze zijn om het substraat water-en/of luchtdicht te maken. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkel voorkeurdragende uitvoeringsvormen van de werkwijze voor het coaten van een soepel substraat volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar de hieraan toegevoegde tekening die schematisch een inrichting weergeeft voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding. 



  Om een substraat, bijvoorbeeld een weefsel, waterdicht te maken, zal men het coaten met een thermoplastisch polyurethaan. 



  Een geschikt thermoplastisch polyurethaan hiervoor is een monocomponent polyurethaan, bij voorkeur op polyesterbasis, zoals bijvoorbeeld het thermoplastisch polyurethaan dat   door"The B. F.   Goodrich   Company"onder   het   merk"Estane",   type 5707F1 in de handel wordt gebracht. 



  Men smelt dit thermoplastisch polyurethaan in een smeltapparaat 1 en extrudeert het op een temperatuur die ongeveer overeenkomt met het smeltpunt van het polyurethaan zodat het de gewenste viscositeit bezit. 



  Het aanbrengen voert men uit via een doseerinrichting 2 met een verwarmde rakelbalk 3, waarbij men het visceuze thermoplastische polyurethaan in een dunne laag 4 op het aanbrengt op het substraat 5 dat in het weergegeven voorbeeld een strook van weefsel is dat men afrolt van een rol 6. 



  Indien de rakelbalk 3 zoals weergegeven geen rechtstreeks contact heeft met het substraat 5, strijkt men het 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 thermoplastish polyurethaan uit door middel van een verwarmd strijkmes 7. 



  In een variante kan de rakelbalk 3 rechtreeks in contact worden gebracht met het substraat 5 en is het afstrijken overbodig. 



  In plaats van een rakelbalk 3 kan men in nog andere uitvoeringen het viskeuze thermoplastische polyurethaan door middel van een systeem van spuitkoppen of nozzles op het substraat 5 aanbrengen waarbij men al dan niet   afstrijkt   door middel van een verwarmd strijkmes naargelang deze spuitkoppen op een afstand van het substraat 5 gelegen zijn of niet. 



  Onmiddellijk na het aanbrengen en eventueel afstrijken tot op de gewenste dikte, koelt men de gecoate strook met de laag 4 af door ze bijvoorbeeld over een gekoelde trommel 8 te leiden alvorens ze op een rol 9 op te rollen. 



  De laag 4 wordt vast door te koelen tot een temperatuur die beduidend onder de smelttemperatuur van het thermoplastisch polyurethaan ligt. 



  De hiervoor beschreven werkwijze laat toe grotere hoeveelheden polyurethaan per oppervlakte-eenheid aan te brengen in vergelijking met het aanbrengen via een oplossing. Hoeveelheden polyurethaan tussen 10   g/m2   en 100 g/m2 kunnen in   een   behandeling worden aangebracht. 



  Zo kan men in   een   keer een laag thermoplastisch polyurethaan van bijvoorbeeld 60   g/m2   aanbrengen, hetgeen met gebruik van solventen onmogelijk is. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  In plaats van weefsel kan men een ander textiel of papier, bijvoorbeeld transfertpapier op de hiervoor beschreven wijze coaten met thermoplastisch polyurethaan. 



  Indien men op transfert papier als tijdelijke drager coat, koelt men evenwel het gecoate transfert papier pas af na het overdragen van de gecoate laag 4 op het definitieve substraat. 



  Doordat men het polyurethaan smelt, is het niet meer noodzakelijk van pellets of korrels uit te gaan maar kunnen blokken thermoplastisch polyurethaan worden gebruikt. 



  Men lost het polyurethaan niet op in solventen, waardoor de werkwijze goedkoper is, geen milieuproblemen ontstaan en in   een   bewerking een dikkere coating kan worden aangebracht. 



  Men heeft geen oven nodig om de solventen te verdampen zodat men zowel energie als plaats bespaart. 



  De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze voor het coaten, kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

1. Conclusies.

   1. - Werkwijze voor het coaten van een soepel substraat door middel van een coating van thermoplastisch polyurethaan, daardoor gekenmerkt dat men het thermoplastisch polyurethaan opwarmt tot het gesmolten is en het in gesmolten toestand op het substraat aanbrengt, waarna men het laat of doet afkoelen.

   2.-Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat men het thermoplastisch polyurethaan aanbrengt op een substraat van textiel of papier zoals transfert papier.

   3.-Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat ze een werkwijze is om het substraat water-en/of luchtdicht te maken.

   4.-Werkwijze volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat men een monocomponent thermoplastisch polyurethaan op polyesterbasis gebruikt om te coaten.

   5.-Werkwijze volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat men coat met een hoeveelheid thermoplastisch polyurethaan van 10 tot 100 g/m2.

   6.-Werkwijze volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat men het thermoplastisch polyurethaan op het substraat aanbrengt bij een temperatuur in de buurt van de smelttemperatuur van het thermoplastisch polyurethaan <Desc/Clms Page number 7> 7.-Werkwijze volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat men het thermoplastisch polyurethaan aanbrengt door middel van, hetzij een verwarmde spuitkop, hetzij een verwarmde rakelbalk en strijkmes.

   8.-Werkwijze volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat men textielmateriaal of papier coat.