BE1012086A3 - Vloerbekleding en vloerpaneel daarvoor. - Google Patents

Vloerbekleding en vloerpaneel daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
BE1012086A3
BE1012086A3 BE9800561A BE9800561A BE1012086A3 BE 1012086 A3 BE1012086 A3 BE 1012086A3 BE 9800561 A BE9800561 A BE 9800561A BE 9800561 A BE9800561 A BE 9800561A BE 1012086 A3 BE1012086 A3 BE 1012086A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
lubricant
floor covering
tongue
floor
groove
Prior art date
Application number
BE9800561A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Unilin Beheer Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Unilin Beheer Bv filed Critical Unilin Beheer Bv
Priority to BE9800561A priority Critical patent/BE1012086A3/nl
Priority to BE9900256A priority patent/BE1012141A6/nl
Priority to AT99202272T priority patent/ATE314539T1/de
Priority to ES99202272T priority patent/ES2253859T3/es
Priority to EP99202272A priority patent/EP0974713B1/en
Priority to DE69929120T priority patent/DE69929120T2/de
Priority to AU51420/99A priority patent/AU5142099A/en
Priority to US09/743,803 priority patent/US6766622B1/en
Priority to PCT/BE1999/000091 priority patent/WO2000006854A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1012086A3 publication Critical patent/BE1012086A3/nl
Priority to NO20010287A priority patent/NO20010287D0/no

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/04Flooring or floor layers composed of a number of similar elements only of wood or with a top layer of wood, e.g. with wooden or metal connecting members
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0107Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels substantially in their own plane, perpendicular to the abutting edges
    • E04F2201/0115Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels substantially in their own plane, perpendicular to the abutting edges with snap action of the edge connectors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0153Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by rotating the sheets, plates or panels around an axis which is parallel to the abutting edges, possibly combined with a sliding movement

Abstract

Vloerbekleding, bestaande uit vloerpanelen (1) op basis van een door een bindmiddel gebonden vezelachtig materiaal, meer speciaal MDF of HDF, die minstens met hun langse randen met elkaar verbonden zijn door een tand-en-groef-verbinding van zulkdanige vorm dat ze zowel in de richting evenwijdig aan het vlak van de vloerbekleding en dwars op de tand-en-groefverbinding, als in een richting loodrecht op dit vlak, lijmloos vergrendels zijn, daardoor gekenmerkt dat op de plaats waar de vloerpanelen (1) met elkaar samenwerken op minstens één van de vloerpanelen een opliggende laag glijmiddel (12) is aangebracht.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Vloerbekleding en vloerpaneel daarvoor. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een vloerbekleding bestaande uit   vloerpanelen   die minstens met hun langse randen met elkaar verbonden zijn door een tand-engroefverbinding van zulkdanige vorm dat ze zowel in de richting evenwijdig aan het vlak van de vloerbekleding en dwars op de tand-en-groefverbinding, als in een richting loodrecht op dit vlak lijmloos vergrendeld zijn. 



  Een dergelijke vloerbekleding is beschreven in de Europese octrooiaanvrage nr. 0. 843. 763. 



  De   vloerpanelen   kunnen zeer snel door klikken en/of wentelen in elkaar gevoegd worden, en zijn stevig tegen elkaar verbonden zonder dat lijm moet gebruikt worden. 



  Tevens kunnen deze   vloerpanelen   terug uit elkaar worden gehaald waarna zij op een andere plaats kunnen worden aangewend. 



  Wanneer de vloerbekleding belopen wordt, kan het voorkomen dat twee naburige panelen een minieme verbuiging en dus beweging ten opzichte van elkaar uitvoeren. Dit wordt in de hand gewerkt doordat de   vloerpanelen   doorgaans op een isolerende en enigszins verende ondergrond gelegd worden. 



  Deze beweging tussen de   vloerpanelen   kan een krakend geluid als gevolg hebben door de wrijving die ontstaat aan de elkaar contacterende oppervlakken. 



  Vastgesteld werd dat dit fenomeen zieh vooral voordoet bij   vloerpanelen   die zijn uitgevoerd op basis van een verlijmd vezelachtig materiaal, meer speciaal MDF of HDF. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Niettegenstaande het feit dat door het gebruik van tand-en-groefverbindingen uit MDF of HDF een vrij glad oppervlak wordt verkregen, waardoor het voornoemde in elkaar klikken en/of wentelen bijzonder vlot verloopt, kan op lange termijn door het onderling bewegen van de 
 EMI2.1 
 vloerpanelen slijtage ontstaan, waardoor de goede ineenpassing van de vloerpanelen nadelig kan worden beïnvloed. 



  Deze uitvinding heeft in eerste instantie een vloerbekleding als doel die verbeterd is. Meer speciaal beoogt de uitvinding een vloerbekleding waarbij voornoemde en andere nadelen vermeden worden en bij het betreden ervan het kraken tussen de   vloerpanelen   wordt uitgesloten, terwijl ook op lange termijn de slijtage van de tand-en-groefverbinding beperkt wordt. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat op de plaats waar de   vloerpanelen   met elkaar samenwerken, waaronder in het algemeen de tand-en-groefverbinding dient te worden verstaan, op minstens   één   van de   vloerpanelen   een opliggende laag glijmiddel is aangebracht. Door de aanwezigheid van dit glijmiddel kunnen de   vloerpanelen   met de koppeldelen van hun tand-en-groefverbinding over elkaar verschuiven zonder dat zij hierbij een hoorbaar geluid veroorzaken. Door de aanwezigheid van het glijmiddel wordt de wrijving bovendien verkleind waardoor minder slijtage optreedt. 



  Bij voorkeur is het glijmiddel aangebracht in de vorm van   een   of meer plaatselijke stroken die zieh in de lengterichting aan de tand-en-groefverbinding uitstrekken. Door het glijmiddel toe te passen in de vorm van stroken kan dit gemakkelijk in een continu proces worden aangebracht. Door 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 dergelijke strook plaatselijk aan te brengen, kan bovendien verhinderd worden dat bij de vervorming van het glijmiddel dit laatste tot buiten de tand-en-groefverbinding wordt gedrukt, waardoor een vervuiling aan de bovenzijde van de vloerbekleding wordt uitgesloten. Bovendien wordt door het plaatselijk aanbrengen in de vorm van een strook verkregen dat het glijmiddel doeltreffend op de plaats kan worden aangebracht waar het gewenst is, waardoor de aangewende hoeveelheid beperkt kan worden gehouden. 



  Meer speciaal geniet het de voorkeur dat precies   een   strook wordt toegepast. leder betreffende strook vertoont in oorspronkelijke onvervormde toestand bij voorkeur een breedte van maximum 3 mm. 



  Bij voorkeur wordt het glijmiddel verwijderd gehouden van de bovenrand van het vloerpaneel, met als voordeel dat het glijmiddel bij vervorming niet aan de bovenzijde van de vloerbekleding kan verschijnen. 



  Meer speciaal nog geniet het de voorkeur dat tussen de bovenrand en de, langs het oppervlak gezien dichts bij de bovenrand gelegen, strook opliggend glijmiddel een opvangruimte aanwezig is, waardoor eventueel overtollig glijmiddel, dat uiteen wordt gezet, plaats kan nemen, zodanig dat volledig uitgesloten wordt dat het glijmiddel zieh tot aan het oppervlak kan bewegen. Ook naar de onderrand toe kan in zulke tussenliggende opvangruimte worden voorzien. 



  Zoals reeds uit het voorgaande blijkt, wordt voor het glijmiddel bij voorkeur een vervormbaar materiaal aangewend. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 Meer speciaal is dit glijmiddel bij voorkeur plastisch vervormbaar en bijvoorbeeld smeltbaar, maar bij kamertemperatuur gestold zodat het bij de fabricage van de   vloerpanelen   in vloeibare vorm gespoten kan worden. 



  Geschikte glijmiddelen zijn onder meer wassen, in het bijzonder paraffine. 



  Opgemerkt wordt dat het impregneren van een gewone tand en groef van   vloerpanelen   met paraffine bekend is, maar dat dit geschiedt om de tand-en-groefverbinding beter bestand te maken tegen indringing van water. De paraffine wordt hierbij over het volledige oppervlak van de tand en de groef aangebracht en wel zodanig dat de paraffine volledig in het oppervlak indringt. Hierdoor kan deze paraffine voornoemde problemen, die ontstaan bij een tand-en-groefverbinding met een vergrendeling onder zekere spanning, niet verhelpen. 



  Volgens de uitvinding wordt het glijmiddel, meer speciaal de paraffine, immers zodanig aangebracht dat een opliggende film wordt verkregen. De dikte waarmee het glijmiddel wordt aangebracht is bij voorkeur minstens zodanig dat visueel een glanzend oppervlak ontstaat. Meer speciaal nog geniet het de voorkeur dat de laag glijmiddel een gemiddelde dikte vertoont die van de orde van grootte is van 0, 05 mm of meer, alhoewel kleinere diktes principieel niet uitgesloten zijn. 



  Volgens de uitvinding kan de tand en/of de groef ook behandeld zijn met een oppervlaktebehandelingsproduct om het oppervlak te verdichten en/of te verharden, in welk geval het glijmiddel bovenop dit product aangebracht is, waardoor het supplementaire voordeel wordt verkregen dat 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 het glijmiddel na verloop van tijd eventueel in de   vloerpanelen   gaat dringen. 



  De tand en de groef van de tand-en-groefverbinding hebben bij voorkeur zulkdanige vorm dat ze in gekoppelde toestand een bepaalde spankracht op elkaar uitoefenen, in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm een spankracht waardoor de aan elkaar gekoppelde   vloerpanelen   naar elkaar worden gedwongen, in welk geval de strook glijmiddel minstens aanwezig is op   een   of meer gedeelten van de contactvlakken van de tand en/of de groef waar deze spankracht uitgeoefend wordt. Het is immers op deze gedeelten dat de grootste wrijving ontstaat en de kans het grootste is dat een ongewenst geluid wordt veroorzaakt bij het belopen van de vloerbekleding. 



  Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm is de vloerbekleding daardoor gekenmerkt dat de tand-en-groef-verbinding   een   of meer gedeelten bezit die bij het in elkaar voegen, respectievelijk terug uit elkaar halen, elastisch verbuigen, dit doordat bepaalde gedeelten van de koppeldelen bij het in elkaar voegen, respectievelijk uiteen halen met een kracht over elkaar worden gedwongen, en dat het voornoemde opliggend glijmiddel minstens is aangebracht ter plaatse van   een   of meer van de met een kracht over elkaar te dwingen gedeelten. Hierdoor wordt bereikt dat het glijmiddel ook een smeermiddel vormt, waardoor uitrafeling van het HDF of MDF wordt uitgesloten, zelfs wanneer de   vloerpanelen   herhaaldelijk in en uit elkaar worden gehaald. 



  In dit geval vergemakkelijkt het glijmiddel bovendien het, door wentelen of klikken, in elkaar brengen van de tand en 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 de groef van een tand-en-groefverbinding tussen twee naburige vloerpanelen. 



  Een de groef begrenzend gedeelte van de   vloerpanelen   kan een elastisch verbuigbare lip zijn en de vorm van de tand en groef kan zo zijn dat de tand enkel in de groef kan door deze lip te verbuigen, waarbij het glijmiddel op deze lip of op het er tegenover gelegen gedeelte van de tand aangebracht is. 



  De vergrendeling kan teweeggebracht worden door een uitsteeksel op de tand en een uitholling in de wand van de groef. Het glijmiddel is dan bij voorkeur op dit uitsteeksel aangebracht. 



  Deze uitvinding heeft ook betrekking op een vloerpaneel voor de vloerbekleding volgens een van de vorige uitvoeringsvormen, dat daardoor gekenmerkt is dat aan minstens één van zijn randen, op het daar gelegen gedeelte van de   tand-en-groefverbinding,   plaatselijk een opliggende vervormbare strook van glijmiddel in vaste vorm aangebracht 
 EMI6.1 
 is. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een vloerbekleding en van een vloerpaneel daarvoor volgens de uitvinding met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een zieht in perspectief weergeeft van een vloerpaneel volgens de uitvinding ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens de lijn II-II in figuur   1,   op grotere schaal getekend ; 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 figuur 3 op nog grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 met F3 is aangeduid ; figuren 4 en 5 in doorsnede twee   vloerpanelen   volgens de uitvinding weergeven tijdens het aan elkaar koppelen en ten opzichte van elkaar vergrendelen ;

   figuur 6 in doorsnede de twee   vloerpanelen   weergeeft nadat ze aan elkaar gekoppeld zijn. 



  De vloerbekleding volgens de uitvinding bestaat uit harde   vioerpanelen l, zoals   weergegeven in figuren 1 tot 3, die door middel een tand-en-groefverbinding bestaande uit een tand 2 en een groef 3 van een bijzondere vorm lijmloos aan elkaar gekoppeld zijn. 



  Het weergegeven vloerpaneel 1 is een laminaatpaneel en 
 EMI7.1 
 bestaat uit een harde kern 4 uit MDF-plaat, HDF-plaat of dergelijke, één bekleding 5 aan de loopzijde en een bekleding 6 aan de rugzijde. 



  De bekleding 5 kan meerlagig zijn en bevat bijvoorbeeld een dessinlaag met daarboven een beschermende transparante harslaag. De bekleding 6 kan uit een met hars geimpregneerde papierlaag of dergelijke bestaan. 



  Dit vloerpaneel 1 is rechthoekig maar kan ook andere vormen innemen.   Dit vioerpaneel l bezit   op   één   langse rand over zijn volledige lengte een tand 2 terwijl zijn tegenoverliggende langse rand over zijn volledige lengte een groef 3 bezit. 



  Op analoge manier is bij voorkeur ook aan één dwarse rand een dergelijke tand 2 aanwezig, terwijl de tegenoverliggende dwarse rand van een dergelijke groef 3 voorzien is. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  De tand 2 en de groef 3 hebben in dwarse doorsnede zulkdanige vorm dat een tand 2 van een vloerpaneel 1 door wentelen of klikken in een groef 3 van een zelfde tweede vloerpaneel 1 kan worden gebracht en na de koppeling een vergrendeling ontstaat zowel in de richting evenwijdig aan het vlak van de vloerbekleding, dwars op de tand-en-groefverbinding 2-3, als in de loodrecht op dit vlak staande en dus de verticale richting, waarbij de koppeldelen van de tand-en-groefverbinding 2-3, met andere woorden de tand en de groef in gekoppelde toestand een spankracht op elkaar uitoefenen waardoor de gekoppelde   vloerpanelen   1 naar elkaar toe worden gedwongen. 



  In het in de figuren 1 tot 3 weergegeven voorbeeld wordt dit verwezenlijkt doordat elk vloerpaneel 1 aan de zijde van de groef 3, een elastisch verbuigbare lip 7 bezit waarin een uitholling 8 over de volledige lengte aangebracht is terwijl de tand 2 aan de onderzijde een uitsteeksel 9 over zijn volledige lengte bevat. 



  Dit uitsteeksel 9 is op zulkdanige plaats gelegen en bezit zulkdanige vorm dat, wanneer de tand 2 van een vloerpaneel 1 in een groef 3 van een eraan gekoppeld identiek vloerpaneel 1 aangebracht is, de naar het midden van het eerste vloerpaneel 1 gerichte zijde van de uitholling 8 in deze groef 3 met een schuin contactvlak 10 in contact komt met een schuin contactvlak 11 van de naar het midden van het eerstgenoemde vloerpaneel 1 gerichte zijde van het uitsteeksel 9 van deze tand 2. 



  Deze schuin ten opzichte van de loopzijde en de rugzijde van de   vloerpanelen   1 gerichte contactvlakken 10 en 11 sluiten daarenboven tegen elkaar aan met een zekere spankracht die veroorzaakt wordt doordat de elastisch 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 verbuigbare lip 7 die de laatstgenoemde groef 3 begrenst in de gekoppelde toestand van twee   vloerpanelen   in uiterst kleine mate, bijvoorbeeld over enkele honderden tot tienden van een millimeter, verbogen is en zo voor een samendrukkingskracht in de verticale richting zorgt. 



    Opgemerkt   wordt dat de vorm van de tand-en-groefverbinding hierbij zodanig is dat de spankracht die de   vloerpanelen   1 naar elkaar drijft hoofdzakelijk op slechts twee plaatsen een drukkracht uitoefend, enerzijds, door middel van een lijncontact ter plaatse van de bovenrand waar de decoratieve laag zieh bevindt, en anderzijds, een strookvormig contact gevormd aan de contactvlakken 10 en 11. 



  Door deze uitholling 8 en dit uitsteeksel 9, en verder de klassieke ingrijping van de tand 2 in de groef 3, zijn de   vloerpanelen   1 zowel in een richting evenwijdig aan voornoemde zijden van de   vloerpanelen   1 als in een loodrecht erop staande richting vergrendeld. 



  De beide zijranden van de kern 4 en bijgevolg zowel de tand 2 als de groef 3 zijn bij voorkeur geïmpregneerd met een oppervlaktebehandelingsproduct bijvoorbeeld met polyurethaan. 



  Daarbovenop is volgens de huidige uitvinding tussen de twee contactvlakken 10 en 11 een strook van glijmiddel 12 aanwezig. 



  De strook van glijmiddel 12 is kneedbaar of plastisch vervormbaar en het glijmiddel is dus op kamertemperatuur in vaste vorm. Het kan smeltbaar zijn zodat het na verwarmen spuitbaar is en op de tand 2 kan gespoten worden met een spuitkop zoals weergegeven in figuur 2. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 Geschikte glijmiddelen zijn zoals reeds vermeld minerale of synthetische wassen zoals paraffine. Paraffine is gemakkelijk smeltbaar (tussen 55 en   80 C,   naargelang de samenstelling), maar stolt op kamertemperatuur ook zeer snel na het spuiten. Het kan gespoten worden met in de handel zijnde spuittoestellen. Het is daarenboven een milieuvriendelijk product. 



  In feite wordt het glijmiddel 12 met een voelbare dikte over de top van het uitsteeksel 9 aangebracht zodanig dat de strook van glijmiddel 12 zieh aan weerszijden van deze top uitstrekt zoals duidelijk weergegeven is in figuren 2 en 3. De strook van glijmiddel 12 bedekt niet enkel het contactvlak 11 aan een zijde van de top maar ook een gedeelte van het vlak aan de andere zijde van de top. 



  Het in een groef 3 aanbrengen van een tand 2 om twee naburige   vloerpanelen   1 aan elkaar te koppelen en zowel in verticale als in horizontale richting te vergrendelen, kan geschieden door het ene vloerpaneel 1 tijdens dit aanbrengen een neerwaartse wentelende beweging te doen ondergaan, zoals weergegeven in figuur 4, of door zijdelings schuiven in elkaar te klikken, zoals weergegeven in figuur 5. 



  Nadat twee   vloerpanelen   1 met hun langse randen aan elkaar gekoppeld zijn, kunnen de dwarse randen van deze   vloerpanelen   1 nog enkel volgens de laatste manier en dus door klikken aan andere gekoppeld worden. 



  In beide gevallen, maar vooral in het tweede, wordt de lip 7 tijdelijk iets verbogen en moet de met de strook glijmiddel 12 bedekte top van het uitsteeksel 9 met een zekere kracht een gedeelte van de lip 7 wegdrukken. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 Het is duidelijk dat het glijmiddel 12 op deze top dit vergemakkelijkt door de wrijving te verminderen. 



  Wanneer de tand 2 volledig in de groef 3 zit, zoals weergegeven in figuur 6, zal tussen de twee contactvlakken 10 en 11 een dun laagje glijmiddel 12 aanwezig zijn en zal het eventueel teveel aan glijmiddel 12 weggeduwd geworden zijn, enerzijds, in de kleine opvangruimte 13 die aan de tegenovergestelde zijde van de top als de contactvlakken 10 en 11 tussen de tand 2 en de onderste wand van de groef 3 overblijft en, anderzijds, in de opvangruimte 14 tussen het uiteinde van de lip 7 van het ene vloerpaneel 1 en het 
 EMI11.1 
 onder de tand 2 gelegen gedeelte van het andere vloerpaneel 1. 



  In een extreem geval, wanneer een teveel aan glijmiddel 12 is aangebracht, zal niet alleen de opvangruimte 13, doch zullen ook de opvangruimten 15 en 16 er voor zorgen dat het overtollige glijmiddel 12 daarin verzameld wordt, zodanig dat dit glijmiddel 12 nooit aan de bovenzijde van de vloerbekleding kan verschijnen. 



  Bij het belopen van een vloerbekleding bestaande uit de hiervoor beschreven   vloerpanelen   1 kunnen deze, vooral indien deze   vloerpanelen   1 op een iets verende ondergrond geplaatst zijn, een weinig ten opzichte van elkaar scharnieren, zonder dat evenwel een spleet ontstaat. 



  Doordat op de voornoemde top en tussen de contactvlakken 10 en 11 een glijmiddel 12 aanwezig is, zal voornoemd scharnieren een minimale wrijving tussen de contactvlakken 10 en 11 veroorzaken zodat ook na lange tijd de slijtage zeer beperkt is en er geen speling tussen een tand 2 en 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 zijn groef 3 zal ontstaan. Ook zal tijdens dit scharnieren geen geluid of kraken te horen zijn. 



  De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke vloerbekleding en dergelijk vloerpaneel kunnen in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. 



  Zo kan het glijmiddel 12 in plaats van op de top van het uitsteeksel 9 ook aangebracht worden in de uitholling 8. 



  Ook in dit geval worden de laatstgenoemde voordelen verkregen. Er kan ook glijmiddel 12 zowel op voornoemde top als in voornoemde uitholling 8 aangebracht zijn. 



  De tand 2 en de groef 3 kunnen uiteraard een ander profiel bezitten dan hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven is. Essentieel is dat de tand 2 en de groef 3 een lijmloze koppeling zonder speling toelaten met een vergrendeling zowel in het vlak van de vloerbekleding als in een richting loodrecht erop, waarbij dus delen van de tand met een spankracht tegen delen van de wand van de groef aangedrukt worden. 



  Het is duidelijk dat mits een gepaste dosering het glijmiddel ook over een groter gedeelte van het oppervlak kan worden aangebracht. 



  Vanzelfsprekend hoeft het gebruik van het glijmiddel 12 niet noodzakelijk te worden gecombineerd met het gebruik van een oppervlaktebehandelingsproduct. 



  Volgens een bijzondere variante kan het glijmiddel 12 gecombineerd worden met het oppervlaktebehandelingsproduct, 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 bijvoorbeeld door de paraffine over het volledige oppervlak van de in elkaar passende koppeldelen zodanig dun aan te brengen dat deze paraffine in de vloerdelen indringt, met uitzondering van een bepaalde zone waar de paraffine dikker wordt aangebracht om dan een opliggende laag, meer speciaal de strook aan glijmiddel 12 te vormen. 



  Het is duidelijk dat het glijmiddel 12, in het geval dat de   vloerpanelen   1 aan vier zijden zijn voorzien van koppeldelen, hetzij uitsluitend langs   een   of beide van de langsranden kan worden aangebracht, hetzij langs   een   of beide van de langsranden als   één   of beide van de kopse randen kan worden aangebracht. 



  Alhoewel de uitvinding vooral haar nut bewijst bij uitvoeringen waarbij de koppeldelen van de tand-en-groefverbinding een spankracht op elkaar uitoefenen, is het duidelijk dat zij ook in uitvoeringen kan worden toegepast waarbij deze spankracht niet bestaat.

Claims (1)

  1. Conclusies.
    1. - Vloerbekleding, bestaande uit vloerpanelen (1) op basis van een door een bindmiddel gebonden vezelachtig materiaal, meer speciaal MDF of HDF, die minstens met hun langse randen met elkaar verbonden zijn door een tand-en-groefverbinding van zulkdanige vorm dat ze zowel in de richting evenwijdig aan het vlak van de vloerbekleding en dwars op de tand-en-groefverbinding, als in een richting loodrecht op dit vlak, lijmloos vergrendeld zijn, daardoor gekenmerkt EMI14.1 dat op de plaats waar de vloerpanelen (1) met elkaar samenwerken op minstens één van de vloerpanelen een opliggende laag glijmiddel (12) is aangebracht.
    2. - Vloerbekleding volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het glijmiddel (12) is aangebracht in de vorm van één of meer plaatselijke stroken die zieh in de lengterichting van de tand-en-groefverbinding uitstrekken.
    3. - Vloerbekleding volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat precies één strook is aangebracht.
    4. - Vloerbekleding volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt iedere betreffende strook in oorspronkelijke onvervormde toestand een breedte vertoont van maximum 3 mm.
    5. - Vloerbekleding volgens één van de conclusies 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de strook verwijderd is van de bovenrand van het vloerpaneel (1).
    6. - Vloerbekleding volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat tussen de bovenrand en de langs het oppervlak gezien dichtst bij de bovenrand gelegen strook opliggend <Desc/Clms Page number 15> glijmiddel (12) minstens één opvangruimte (13-15-16) aanwezig is.
    7. - Vloerbekleding volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat tussen de onderranden van de betreffende vloerpanelen (1) en de langs het oppervlak gezien dichtst bij deze onderranden gelegen strook opliggend glijmiddel (12) tevens een opvangruimte (14) aanwezig is.
    B.-Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het glijmiddel (12) in een zodanige dikte is aangebracht dat een visueel glanzend oppervlak ontstaat. EMI15.1
    9. volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de laag glijmiddel (12) in de oorspronkelijk ongekoppelde toestand van de vloerpanelen (1) een gemiddelde opliggende dikte vertoont van de orde van grootte van minimum 0, 05 mm of meer.
    10. - Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het glijmiddel (12) vervormbaar is, meer speciaal plastisch vervormbaar is.
    11. - Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het glijmiddel (12) smeltbaar is maar bij kamertemperatuur gestold is.
    12. - Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het glijmiddel (12) een was is, in het bijzonder paraffine.
    13. - Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de tand en/of de groef <Desc/Clms Page number 16> van de tand-en-groefverbinding ook behandeld is met een oppervlaktebehandelingsproduct, en het glijmiddel (12) bovenop dit product aangebracht is.
    14. - Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde tand-en-groefverbinding koppeldelen vertoont die in gekoppelde toestand een bepaalde spankracht op elkaar uitoefenen en dat het voornoemde glijmiddel (12) minstens is aangebracht op één of meer gedeelten van de contactvlakken (10-11) waar de spankracht wordt op uitgeoefend.
    15. - Vloerbekleding volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat de koppeldelen een zulkdanige vorm bezitten dat ze de erdoor aan elkaar gekoppelde vloerpanelen (1) met een spankracht naar elkaar toe drijven, in welk geval het glijmiddel (12) minstens aanwezig is op minstens één of meer gedeelten van de contactvlakken (10 en 11) van de tand (2) en/of de groef (3) waar deze spankracht uitgeoefend wordt.
    16. - Vloerbekleding volgens conclusie 15, daardoor gekenmerk dat de koppeldelen zodanig zijn uitgevoerd dat de spankracht die de vloerpanelen (1) naar elkaar drijft hoofdzakelijk op slechts twee plaatsen een drukkracht uitoefent, enerzijds, door middel van een strookvormig contact, en beter nog lijncontact, ter plaatse van de bovenrand waar de decoratieve laag zieh bevindt, en anderzijds een strookvormig contact op een meer naar binnen gelegen plaats, en dat slechts één strook opliggend glijmiddel (12) is toegepast die dan ter plaatse van het laatstgenoemde strookvormig contact is aangebracht op minstens een van de vloerpanelen (1). <Desc/Clms Page number 17> 17.
    - V10erbekleding volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de tand-en-groefverbinding een of meer gedeelten bezit die bij het in elkaar voegen, respectievelijk terug uit elkaar halen, elastisch verbuigen, dit doordat bepaalde gedeelten van de koppeldelen bij het in elkaar voegen, respectievelijk uiteen halen met een kracht over elkaar worden gedwongen, en dat het voornoemde opliggend glijmiddel (12) minstens is aangebracht ter plaatse van één of meer van de met een kracht over elkaar te dwingen gedeelten.
    1B. - Vloerbekleding volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt dat het, de onderzijde van de groef (3) begrenzend, gedeelte van de vloerpanelen (1) een elastisch verbuigbare lip (7) is en de vorm van de tand (2) en groef (3) zo is dat de tand (2) enkel in de groef (3) kan door deze lip (7) te verbuigen, waarbij het glijmiddel (12) op deze lip (7) of op het ertegenover gelegen gedeelte van de tand (2) aangebracht is.
    19. - Vloerbekleding volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vergrendeling teweeggebracht wordt door een uitsteeksel (9) op de tand (2) en een uitholling (8) in de wand van de groef (3) en dat het glijmiddel (12) op dit uitsteeksel (9) aangebracht EMI17.1 is. 20. - Vloerpaneel voor een vloerbekleding volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het aan minstens één van zijn randen is voorzien van een opliggende laag glijmiddel (12), zoals gedefinieerd in een of meer van de voorgaande conclusies.
BE9800561A 1998-07-24 1998-07-24 Vloerbekleding en vloerpaneel daarvoor. BE1012086A3 (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800561A BE1012086A3 (nl) 1998-07-24 1998-07-24 Vloerbekleding en vloerpaneel daarvoor.
BE9900256A BE1012141A6 (nl) 1998-07-24 1999-04-14 Vloerbekleding, vloerpaneel daarvoor en werkwijze voor het realiseren van dergelijk vloerpaneel.
ES99202272T ES2253859T3 (es) 1998-07-24 1999-07-10 Cubierta de suelo, panel de suelo para dicha cubierta y metodo para la realizacion de dicho panel de suelo.
EP99202272A EP0974713B1 (en) 1998-07-24 1999-07-10 Floor covering, floor panel for such covering and method for the realization of such floor panel
AT99202272T ATE314539T1 (de) 1998-07-24 1999-07-10 Fussbodenbelag, fussbodenplatte für einen derartigen belag und verfahren zum herstellen einer solchen fussbodenplatte
DE69929120T DE69929120T2 (de) 1998-07-24 1999-07-10 Fussbodenbelag, Fussbodenplatte für einen derartigen Belag und Verfahren zum Herstellen einer solchen Fussbodenplatte
AU51420/99A AU5142099A (en) 1998-07-24 1999-07-20 Floor covering, floor panel for such covering and method for the realization of such floor panel
US09/743,803 US6766622B1 (en) 1998-07-24 1999-07-20 Floor panel for floor covering and method for making the floor panel
PCT/BE1999/000091 WO2000006854A1 (en) 1998-07-24 1999-07-20 Floor covering, floor panel for such covering and method for the realization of such floor panel
NO20010287A NO20010287D0 (no) 1998-07-24 2001-01-17 Gulvdekke, gulvpanel for slikt dekke og fremgangsmåte for realisering av slikt gulvpanel

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800561A BE1012086A3 (nl) 1998-07-24 1998-07-24 Vloerbekleding en vloerpaneel daarvoor.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1012086A3 true BE1012086A3 (nl) 2000-04-04

Family

ID=3891366

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9800561A BE1012086A3 (nl) 1998-07-24 1998-07-24 Vloerbekleding en vloerpaneel daarvoor.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1012086A3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2010122514A2 (en) * 2009-04-22 2010-10-28 Flooring Industries Limited, Sarl Floor panel

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1994026999A1 (en) * 1993-05-10 1994-11-24 Välinge Aluminium AB System for joining building boards
US5497589A (en) * 1994-07-12 1996-03-12 Porter; William H. Structural insulated panels with metal edges
WO1996027719A1 (en) * 1995-03-07 1996-09-12 Perstorp Flooring Ab Flooring panel or wall panel
DE29710175U1 (de) * 1996-06-11 1997-08-14 Unilin Beheer Bv Fußbodenbelag, bestehend aus harten Fußbodenpaneelen

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1994026999A1 (en) * 1993-05-10 1994-11-24 Välinge Aluminium AB System for joining building boards
US5497589A (en) * 1994-07-12 1996-03-12 Porter; William H. Structural insulated panels with metal edges
WO1996027719A1 (en) * 1995-03-07 1996-09-12 Perstorp Flooring Ab Flooring panel or wall panel
DE29710175U1 (de) * 1996-06-11 1997-08-14 Unilin Beheer Bv Fußbodenbelag, bestehend aus harten Fußbodenpaneelen
EP0843763A1 (en) 1996-06-11 1998-05-27 Unilin Beheer B.V. Floor covering, consisting of hard floor panels and method for manufacturing such floor panels

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2010122514A2 (en) * 2009-04-22 2010-10-28 Flooring Industries Limited, Sarl Floor panel
BE1018728A3 (nl) * 2009-04-22 2011-07-05 Flooring Ind Ltd Sarl Vloerpaneel.
WO2010122514A3 (en) * 2009-04-22 2011-12-29 Flooring Industries Limited, Sarl Floor panel
US8950148B2 (en) 2009-04-22 2015-02-10 Flooring Industries Limited, Sarl Floor panel

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1012141A6 (nl) Vloerbekleding, vloerpaneel daarvoor en werkwijze voor het realiseren van dergelijk vloerpaneel.
BE1019747A3 (nl) Bekleding, alsmede panelen en hulpstukken daarbij aangewend.
BE1015223A3 (nl) Vloerpaneel, vloerbedekking hieruit gevormd, werkwijze voor het leggen van dergelijke vloerpanelen en werkwijze voor het vervaardigen ervan.
BE1018600A5 (nl) Vloerpaneel.
DE69912950T3 (de) Bodenplatte
BE1016924A5 (nl) Vloerbekleding, vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen.
BE1013569A3 (nl) Vloerbekleding.
DE69713629T3 (de) Bodenbelag, bestehend aus harten Bodenplatten
BE1018802A3 (nl) Paneel, meer speciaal vloerpaneel.
US20080028707A1 (en) Locking System And Flooring Board
DE202005021702U1 (de) Mechanisches Verriegeln von Bodenplatten mit einer flexiblen Feder
AT6494U1 (de) Fussbodenbelag
DE19601322A1 (de) Verbindungsanordnung für Dielen
EP1233119A2 (de) Halteelement für Abdeckleisten
KR20070095977A (ko) 플로어 덮개용 다기능 마감 조립체, 이 조립체를 제조 및배설하기 위한 방법
DE202004015275U1 (de) Paneel, insbesondere Fußbodenpaneel
BE1012086A3 (nl) Vloerbekleding en vloerpaneel daarvoor.
DE102010031485A1 (de) Haushaltsgerät mit einer Matte
DE60131133T2 (de) Profil zur Fugenüberbrückung, von Belägen, insbesondere für Fußböden
EP1001102A3 (de) Dämmplattensystem mit Dämmplatte und Nut-Feder-Verbindung
DE20107722U1 (de) Schallschutzprofil
DE202005020330U1 (de) Kopffeder
NL8502114A (nl) Plafond-systeem.
JP3547692B2 (ja) 建築物パネルの接合システム
EP0540776A1 (de) Plattenförmiges Element, insbesondere Fenster- oder Verkleidungselement für Fassaden von Bauwerken

Legal Events

Date Code Title Description
MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20180724