NL8502114A - Plafond-systeem. - Google Patents

Description

N.0.33.333 - 1 -

Plafond-systeem.

De uitvinding heeft betrekking op een plafondsysteem, bestaande uit in langsrichting en in dwars-richting verlopende draagprofielen met horizontale flenzen, die tezamen rechthoekige openingen vormen, 5 waarbij in iedere opening een stijf paneel is geplaatst met groeven in de randen daarvan, waarin de horizontale flenzen van de draagprofielen voor een gdeelte zijn opgenomen, waarbij de panelen in lengte- en breedte-richting groter zijn dan de door de flenzen begrensde 10 opening.

Een dergelijk systeem is bekend uit het Britse octrooischrift 1.112.185.

Volgens dit bekende systeem worden panelen gebruikt, die in alle vier randen van groeven zijn voor-15 zien, waarin de horizontale flenzen van vier loodrecht op elkaar staande draagprofielen grijpen. Ieder paneel is dus opgesloten door de draagprofielen.

Wanneer om een of andere reden een paneel verwijderd moet worden, dan wordt dit stuk gebroken en 20 vervangen door een paneel voorzien van een groef langs een rand en van overlappen langs drie randen met snap-veren langs twee van deze randen. Het is echter ook mogelijk het gehele plafond op te bouwen uit dit type panelen.

25 Normaal bestaat het plafond dus uit langs vier randen gegroefde en door de draagprofielen opgesloten panelen.

Hierbij zijn de langsprofielen vast opgesteld en worden de panelen een voor een tussen de evenwijdige 30 langsprofielen geschoven. Na ieder paneel wordt een dwarsprofiel aangebracht.

_ -tmt- ^ # > - 2 -

Wanneer na enige jaren een paneel verwijderd moet worden, bijvoorbeeld voor het maken van een elektrische aansluiting, dan moet een onbeschadigd paneel vernield worden en vervangen worden door een 5 nieuw paneel met een groef, drie overlappen en twee snapveren.

Dit betekent dus een verspilling en bovendien zal het nieuwe paneel vrijwel altijd afwijken in kleur en/of structuur van de overige panelen.

10 Wanneer het plafond in zijn geheel zou bestaan uit dergelijke "nieuwe" panelen, dan is het in evenmin mogelijk een paneel onbeschadigd te verwijderen, omdat de snapveren niet vanaf de onderzijde toegankelijk zijn.

15 Bovendien is dit bekende systeem alleen bruikbaar bij panelen van betrekkelijk zacht materiaal, opdat punten van de snapveren gemakkelijk daarin gedrukt kunnen worden.

De uitvinding beoogt een plafond-systeem te ver-20 schaffen, waarbij stijve panelen niet alleen gemakkelijk van onderaf kunnen worden aangebracht in een systeem van vast opgestelde langs- en dwarsprofielen, maar ook ten allen tijde een of meer panelen onbeschadigd kan worden verwijderd en weer worden aange-25 bracht.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat ieder paneel langs drie randen van een groef is voorzien, doordat de groeven in twee tegenover elkaar liggende randen van ongelijke diepte zijn, doordat van 30 het paneel aan de rand met de diepere groef, aan de aan het zicht onttrokken kant van het paneel een deel is weggenomen, zodat de diepere groef over een deel van haar diepte aan die kant vrij ligt en doordat in de · kopzijde van de terugspringende rand een of meer druk-35 veren zijn opgesteld, die steunen tegen een vertikaal lijf van het draagprofiel en de bodem van de groef in de tegenoverliggende rand aandrukken tegen de rand van - \ .-3 ’

. · / V

♦ ,· „· y ti. a Ï -7 ν' - 3 - de horizontale flens van het daarmede evenwijdig draagprofiel.

Op deze wijze kan ieder paneel gemakkelijk van onderaf in de reeds vast opgestelde en loodrecht op 5 elkaar staande draagprofielen worden aangebracht en zo nodig weer worden verwijderd.

Het is dus niet nodig het paneel in de opening te steken, zodat boven de draagprofielen geen ruimte aanwezig behoeft te zijn.

10 Van de onderzijden van de draagprofielen blijven steeds smalle strippen tussen de aangrenzende panelen zichtbaar. Er worden dus smalle voegen gevormd, die wat kleur betreft kunnen worden aangepast aan de panelen of juist een contrast daarmee kunnen vormen.

15 De uitvinding heeft ook betrekking op een paneel, bestemd voor een dergelijk plafond-systeem, gekenmerkt doordat het paneel langs drie randen van een groef is voorzien, doordat de groeven in twee tegenover elkaar liggende randen van ongelijke diepte zijn, doordat van 20 het paneel aan de rand met de diepere groef, aan de aan het zicht onttrokken kant van het paneel een deel is weggenomen, zodat de diepere groef over een deel van haar diepte aan die kant vrij ligt en doordat in de kopzijde van de terugspringende rand een of meer druk- 25 veren zijn opgesteld.

De uitvinding zal aan de hand van de tekeningen nader worden toegelicht, waarin:

Fig. 1 en Fig. 2 onderaanzichten zijn van het plafond-systeem volgens de uitvinding met twee verschil- 30 lende opstellingen van de panelen;

Fig. 3 toont een detail van fig. 1.;

Fig. 4 is een doorsnede over de lijn IV-IV van fig. 3; en 35 Fig. 5 is een doorsnede over de lijn V-V van

Fig. 3.

35021-¾ - 4 -

In de tekeningen zijn de panelen aangegeven met 1, de langsdraagprofielen met 2 en de dwarsdraagprofielen met 3.

Deze draagprofielen 2, 3 zijn op bekende wijze 5 omgekeerd T-vormig in dwarsdoorsnede. De langsdraag-profielen 2 zijn via het vrije einde van het midden-been opgehangen aan het vaste plafond (niet-aangegeven) .

De dwarsdraagprofielen 3 zijn meestal iets lichter en iets minder hoog en zijn door steekverbindingen 4 10 met de langsdraagprofielen 2 verbonden, zie fig. 5.

De langsdraagprofielen 2 lopen bij de opstelling volgens fig. 1 over de gehele lengte van het plafond door.

Bij de opstelling van de panelen 1 volgens fig.2 lopen de profielen 3 juist door en zijn de profielen 2 15 daartussen bevestigd. Op deze wijze kunnen de panelen 1 versprongen worden opgesteld.

In de fig. 3, 4 en 5 is het systeem volgens de uitvinding meer in detail getoond.

Het paneel 1 is bij voorkeur 1200 mm lang en 600 20 mm breed. Vanzelfsprekend zijn andere maten mogelijk, maar de module van de draagprofielen 2 en 3 is meestal op die maten ingesteld.

De panelen 1 kunnen bestaan uit een spaanplaatkern al dan niet brandvertragend (Klasse I NEN 1076). De spaan-25 plaatkern kan ter versiering voorzien zijn van een laag fineer of harde kunststof met een oppervlakteaf-werking.

Het paneel kan ook bestaan uit multiplex al dan niet gegroefd om een schrootjes-effekt te verkrijgen, 30 ook weer voorzien van een oppervlakteafwerking

De panelen 1 zijn langs de ene koprand voorzien van een groef 5. Langs de andere koprand is een brede overlap 6 aanwezig, zie fig. 4.

Bij een praktische uitvoeringsvorm is de groef 5 35 + 10 mm diep en is de overlap 6 ongeveer 25 mm breed.

In beide langsranden bevat het paneel 1 ook groeven en wel in de ene langsrand een ondiepere groef 7 van ongeveer 5 mm en in de andere langsrand een groef 8 van 15-20 mm. Deze groef 8 is over een deel aan de Λ s' 1 ‘ ! 4 Q Is» 2 1 -f - 5 - bovenzijde open. Er wordt dus een terugspringende langsrand 9 gevormd. Deze is overigens vanaf de onderzijde van het plafond niet zichtbaar, zie fig. 5.

In deze terugspringende langsrand 9 zijn twee 5 of meer blinde boringen 10 gevormd. In iedere boring 10 is een bij voorkeur konische schroefveer 11 geplaatst.

Het dikkere einde van deze schroefveer 11 klemt zich vast in de bodem van de boring 10. De veer 11 steekt dus over een deel van zijn lengte buiten de boring 10 uit.

10 De panelen 1 worden afgeleverd met de veren 11 daarin gemonteerd.

Bij het monteren wordt een paneel 1 horizontaal naar boven getild en in langsrichting iets naar rechts verplaatst ten opzichte van de stand volgens fig. 4, 15 zodat de linker koprand vrij ligt van de horizontale draagflens van het linker draagprofiel 3.

Het paneel 1 kan dan iets naar boven worden verplaatst, totdat de overlap 6 aanligt tegen de onderzijde van de draagflens van het rechter draagprofiel 3.

20 Dan wordt het paneel 1 in dwarsrichting verplaatst, waarbij de draagflens van het linker draagprofiel 2 schuift in de groef 8 in de langsrand van het paneel 1 en de veer 11 wordt samengedrukt. Dan wordt de draagflens van het rechter draagprofiel 2 in de groef 25 7 geplaatst en wordt het paneel losgelaten. De veren 11 ontspannen en drukken het paneel 1 in fig. 5 naar rechts totdat de bodem van de groef 7 aanligt tegen de rand van de draagflens van het rechter draagprofiel 2, zie fig. 5. De linker zichtbare langsrand van het paneel 1 30 ligt dan ongeveer in een lijn met het middenbeen van het linker draagprofiel 2.

Het paneel 1 wordt tenslotte in langsrichting iets verschoven, totdat de rand van de draagflens van het linker draagprofiel 3 aanligt tegen de bodem van de 35 groef 5, zie fig. 4.

' M ') H f , ^ J ~ l . -Ï ---— - 6 -

Op deze wijze kunnen alle panelen 1 worden gemonteerd. Demontage is zonder meer mogelijk met de genoemde handelingen in omgekeerde volgorde.

Op deze wijze kunnen alle panelen 1 worden ge-5 plaatst in de opstelling volgens fig. 1 of volgens fig. 2.

Tussen de panelen 1 is rondom een voeg aanwezig met een breedte van ongeveer 8 mm. Men ziet dus delen van de onderzijden van de draagprofielen 2 en 3. Deze 10 onderzijden kunnen afgewerkt zijn in een bepaalde kleur om te passen bij de panelen 1.

De draagprofielen 2, 3 hebben in de praktijk een breedte van 22 of 24 mm. Bij beide soorten draagprofielen is het plafond-systeem volgens de uitvinding 15 toe te passen.

Het plafond-systeem volgens de uitvinding is vooral ontwikkeld voor het renoveren van plafonds, dus plafonds die reeds voorzien zijn van een opstelling van draagprofielen. Hierbij rusten de te vervangen panelen 20 vrij op de bovenzijden van de draagflenzen van de draagpanelen. Het systeem is echter ook zeer geschikt voor geheel nieuwe plafonds.

Vanzelfsprekend kunnen Ook halve panelen worden aangebracht. De andere helft kan dan bijvoorbeeld 25 een verlichtingspaneel zijn.

De genoemde maten dienen slechts als voorbeeld.

De panelen 1 kunnen op allerlei wijzen zijn uitgevoerd en afgewerkt. De uitvinding is vooral geschikt voor houten panelen, maar bruikbaar voor alle stijve 30 panelen.

8502 1 1 4

Claims (4)

1. Plafond-systeem, bestaande uit in langsrichting en in dwarsrichting verlopende draagprofielen met horizontale flenzen, die tezamen rechthoekige openingen vormen, waarbij in iedere opening een stijf paneel is geplaatst 5 met groeven in de randen daarvan, waarin de horizontale flenzen van de draagprofielen voor een gedeelte zijn opgenomen, waarbij de panelen in lengte- en breedte-richting groter zijn dan de door de flenzen begrensde opening, met het kenmerk, dat ieder 10 paneel langs drie randen van een groef is voorzien, dat de groeven in twee tegenover elkaar liggende randen van ongelijke diepte zijn, dat van het paneel aan de rand met de diepere groef, aan de aan het zicht onttrokken kant van het paneel een deel is weggenomen, 15 zodat de diepere groef over een deel van haar diepte aan die kant vrij ligt en dat in de kopzijde van de terugspringende rand een of meer drukveren zijn opgesteld die steunen tegen een vertikaal lijf van het draagprofiel en de bodem van de groef in de tegenover-20 liggende rand aandrukken tegen de rand van de horizontale flens van het daarmede evenwijdige draagprofiel.

2. Paneel bestemd voor het plafond-systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het paneel langs drie randen van een groef is voorzien, dat 25 de groeven in twee tegenover elkaar liggende randen van ongelijke diepte zijn, dat van het paneel aan de rand met de diepere groef, aan de aan het zicht onttrokken kant van het paneel een deel is weggenomen, zodat de diepere groef over een deel van haar diepte 30 aan die kant vrij ligt en dat in de kopzijde van de terugspringende rand een of meer drukveren zijn opgesteld. 8502 1 1 4 - 8 -

3. Paneel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het paneel bestaat uit spaanplaatkern, al dan niet brandvertragend, voorzien van een of meer versierende oppervlaktebekledingen en -afwerkingen. 5

4. Paneel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het paneel bestaat uit multiplex, al dan niet aan een zijde gegroefd ter vorming van een schrootjespatroon en voorzien van een oppervlakteafwerking. 85 0 2 1 14