BE1016924A5 - Vloerbekleding, vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen. - Google Patents

Vloerbekleding, vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen. Download PDF

Info

Publication number
BE1016924A5
BE1016924A5 BE2006/0029A BE200600029A BE1016924A5 BE 1016924 A5 BE1016924 A5 BE 1016924A5 BE 2006/0029 A BE2006/0029 A BE 2006/0029A BE 200600029 A BE200600029 A BE 200600029A BE 1016924 A5 BE1016924 A5 BE 1016924A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
floor
strip
floor covering
covering according
sides
Prior art date
Application number
BE2006/0029A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Flooring Ind Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Flooring Ind Ltd filed Critical Flooring Ind Ltd
Priority to BE2006/0029A priority Critical patent/BE1016924A5/nl
Priority to PCT/IB2006/003808 priority patent/WO2007080449A2/en
Priority to US12/087,665 priority patent/US8056295B2/en
Priority to EP06842307A priority patent/EP1971732A2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1016924A5 publication Critical patent/BE1016924A5/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/02161Floor elements with grooved main surface
    • E04F15/02166Floor elements with grooved main surface wherein the grooves are filled with inserts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B44DECORATIVE ARTS
    • B44CPRODUCING DECORATIVE EFFECTS; MOSAICS; TARSIA WORK; PAPERHANGING
    • B44C1/00Processes, not specifically provided for elsewhere, for producing decorative surface effects
    • B44C1/26Inlaying with ornamental structures, e.g. niello work, tarsia work
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B44DECORATIVE ARTS
    • B44CPRODUCING DECORATIVE EFFECTS; MOSAICS; TARSIA WORK; PAPERHANGING
    • B44C5/00Processes for producing special ornamental bodies
    • B44C5/04Ornamental plaques, e.g. decorative panels, decorative veneers
    • B44C5/043Ornamental plaques, e.g. decorative panels, decorative veneers containing wooden elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/02005Construction of joints, e.g. dividing strips
    • E04F15/02011Construction of joints, e.g. dividing strips with joint fillings integrated in the flooring elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/02005Construction of joints, e.g. dividing strips
    • E04F15/02016Construction of joints, e.g. dividing strips with sealing elements between flooring elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0153Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by rotating the sheets, plates or panels around an axis which is parallel to the abutting edges, possibly combined with a sliding movement

Abstract

Vloerbekleding, bestaande uit vloerpanelen (2) die aan minstens twee tegeneenliggende zijden (3-4) koppeldelen (5-6) bevatten die in de gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen (2) zowel in een verticale als horizontale vergrendeling voorzien, daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand minstens ter plaatse van de voornoemde twee zijden (3-4) van minstens twee met elkaar gekoppelde vloerpanelen (2) een strip (11), meer speciaal een geprefabriceerde strip (11), in de vloerbekleding (1) aanwezig is die zich tot aan de zichtbare zijde van de vloerbekleding (1) uitstrekt.

Description

Vloerbekleding, vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen.
Deze uitvinding heeft betrekking op vloerbekledingen, op vloerpanelen voor het verwezenlijken van dergelijke vloerbekledingen , alsook op werkwijzen voor het vervaardigen van vloerpanelen en werkwijzen voor het verwezenlijken van een vloerbekleding uit vloerpanelen.
Meer speciaal houdt de uitvinding verband met vloerbekledingen die uit harde vloerpanelen zijn samengesteld en waarbij het de bedoeling is dat deze vloerbekleding zwevend verlegd wordt.
In het bijzonder houdt de uitvinding verband met laminaatvloerpanelen, wat niet uitsluit dat zij bij andere types vloerpanelen, zoals fineerparket, legklaar parket, massief parket en dergelijke kan worden aangewend.
De uitvinding beoogt een vloerbekleding waarmee minstens één van volgende twee doelstellingen worden verwezenlijkt, en bij voorkeur de combinatie ervan: het technisch realiseren van een vloerbekleding waarin smalle visuele scheidingen gerealiseerd zijn; het voorzien in een efficiënte techniek om in een dichting, meer speciaal tegen penetratie van water tussen gekoppelde vloerpanelen te voorzien.
In een bijzondere toepassing wordt een praktische uitvoeringsvorm beoogd die een technische oplossing biedt om een scheepsvloer na te bootsen, waarbij bij voorkeur ook nog een goede dichting tegen indringing van water tussen de vloerpanelen wordt gewaarborgd, één en ander zodanig dat zulke vloerbedekking niet alleen in droge vertrekken, doch ook in natte kamers, zoals badkamers kan worden aangewend, zelfs wanneer de kern van de vloerpanelen op zich waterabsorberend zou zijn.
Volgens een eerste aspect voorziet de uitvinding hiertoe in een vloerbekleding, bestaande uit vloerpanelen die aan minstens twee tegenovereenliggende zijden koppeldelen bevatten die in de gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen zowel in een verticale als horizontale vergrendeling voorzien, daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand minstens ter plaatse van de voornoemde twee zijden van minstens twee met elkaar gekoppelde vloerpanelen een strip, meer speciaal een geprefabriceerde strip, in de vloerbekleding aanwezig is die zich tot aan de zichtbare zijde van de vloerbekleding en bij voorkeur minstens tot nabij de bovenranden van de betreffende eigenlijke vloerpanelen uitstrekt. Op deze wijze blijft een eenvoudige koppeling tussen de vloerpanelen mogelijk, terwijl toch op een vlotte wijze een scheiding kan worden gerealiseerd.
De voornoemde strip is bij voorkeur als een dichting tegen indringing van vocht, meer speciaal water, tussen de eigenlijke vloerpanelen uitgevoerd. Zodoende worden beide voornoemde doelstelling gerealiseerd, althans minstens met betrekking tot de randen van de vloerpanelen waar de strip zich bevindt.
Verder geniet het de voorkeur dat de vloerbekleding daardoor gekenmerkt is dat de vloerpanelen rechthoekig zijn en dat aan alle vier zijden, dus zowel de zijden die zich in een eerste richting uitstrekken als de zijden die zich in een tweede richting dwars op de eerste uitstrekken, een dichting aanwezig is. Zodoende wordt een afdichting tegen water langs de volledige contour van ieder vloerpaneel geboden.
Bij voorkeur bestaat de strip uit kunststof of rubber. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is hij geëxtrudeerd.
Beter nog is hij door co-extrusie van twee of meer materialen gevormd, met als voordeel dat op verschillende plaatsen verschillende eigenschappen kunnen worden gecreëerd.
De strip is bij voorkeur gevormd door co-extrusie van twee of meer materialen van verschillende hardheid.
De vloerbekleding is bij voorkeur verder daardoor gekenmerkt dat zachte, respectievelijk hardere materialen toegepast zijn die zodanig geconfigureerd zijn dat zij één of meer van volgende gedeelten vormen: één of meer zachte gedeelten die instaan voor de dichting tegen het materiaal van de eigenlijke vloerpanelen; één of meer zachte gedeelten die een mat uitzicht aan het oppervlak creëren; één of meer harde gedeelten voor de bevestiging van de strip in het betreffende vloerpaneel; één of meer harde gedeelten, meer speciaal een kerngedeelte dat hard is, om het frezen te vergemakke1i j ken; een hard gedeelte dat een kern voor het basislichaam van de strip vormt en een zacht gedeelte dat als een ommanteling hiervan is uitgevoerd, zodanig dat de zijkanten en de bovenzijde van de strip uit zacht materiaal bestaan.
Volgens een tweede onafhankelijk aspect betreft de uitvinding een vloerbekleding, bestaande uit vloerpanelen die aan minstens twee tegenovereenliggende zijden koppeldelen bevatten die in de gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen zowel in een verticale als horizontale vergrendeling voorzien, daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand minstens ter plaatse van de voornoemde twee zijden van minstens twee met elkaar gekoppelde vloerpanelen een dichting tegen indringing van water is aangebracht, welke zich nabij de bovenzijde van de vloerpanelen bevindt en die bestaat uit een transfermateriaal, met andere woorden een materiaal dat door middel van een transferprocédé op de betreffende rand van minstens één van de betreffende vloerpanelen is aangebracht. Zulk transfermateriaal laat toe dat een efficiënte dichting op een vlotte wijze kan worden gerealiseerd, zelfs met een zeer geringe dikte. Ook de aanbrengtechniek is praktisch en efficiënt.
Verder heeft de uitvinding ook betrekking op vloerpanelen om vloerbedekkingen volgens het eerste en tweede aspect te realiseren, almede op werkwijzen voor het vervaardigen ervan en werkwijzen voor het verwezenlijken van de vloerbedekkingen. De kenmerken hiervan, alsmede ondergeschikte kenmerken zullen blijken uit de verdere beschrijving en aangehechte conclusies. Alle hierna beschreven ondergeschikte kenmerken zijn optioneel en hoeven volgens niet weergegeven varianten niet met elkaar gecombineerd voor te komen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 in bovenaanzicht een gedeelte van een vloerbekleding volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1; figuur 3 op een nog grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 met F3 is aangeduid; figuur 4 in doorsnede een vloerpaneel op zich uit de vloerbekleding van figuur 1 weergeeft; figuur 5 op een sterk vergrotende schaal een gedeelte uit figuur 4 weergeeft, alvorens de strip in het eigenlijke vloerpaneel bevestigd is; figuur 6 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 1; figuur 7 voor een mogelijke variante een doorsnede wergeeft volgens lijn VII-VII in figuur 1; figuur 8 een variante van de uitvinding weergeeft, in een zicht analoog aan dat van figuur 3; figuur 9 schematisch een werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen weergeeft; figuur 10 een bovenrand van een vloerpaneel volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 11 schematisch nog een werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen weergeeft.
Zoals weergegeven in figuren 1 tot 5 heeft de uitvinding betrekking op een vloerbekleding 1, bestaande uit vloerpanelen 2 die aan minstens twee tegenovereenliggende zijden 3-4 koppeldelen 5-6 bevatten die toelaten dat meerdere van dergelijke vloerpanelen aan elkaar kunnen worden gekoppeld, waarbij in de gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen 2 zowel een verticale als horizontale vergrendeling bestaat, met andere woorden de vloerpanelen ten opzichte van elkaar vergrendeld zijn in de verticale richting R1 en de horizontale richting R2.
In het weergegeven voorbeeld bestaan de koppeldelen 5-6 uit een tand 7 en een groef 8 die de verticale vergrendeling opleveren en vergrendelingsdelen 9 en 10 die achter elkaar haken en zodoende de horizontale vergrendeling opleveren.
De weergegeven koppeldelen 5-6 laten toe dat twee van dergelijke vloerpanelen zowel door in elkaar wentelen als in elkaar snappen kunnen worden samengevoegd. Het is duidelijk dat andere vormen van koppeldelen 5-6 niet uitgesloten zijn, welke eventueel ook andere koppeltechnieken toelaten. Verschillende vormen van koppeldelen zijn ruim bekend uit de stand van de techniek.
De vloerbekleding 1 volgens de uitvinding is daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand minstens ter plaatse van de voornoemde twee zijden 3-4 van minstens twee met elkaar gekoppelde vloerpanelen 2 een strip 11, meer speciaal een geprefabriceerde strip 11, in de vloerbekleding 1 aanwezig is die zich tot aan de zichtbare zijde van de vloerbekleding 1, en bij voorkeur minstens tot nabij de bovenranden 12-13 van de betreffende eigenlijke vloerpanelen 2, uitstrekt.
De strip 11 is op zich bij voorkeur vormvast, waarmee bedoeld wordt dat hij in doorsnede minstens enige vormstabiliteit vertoont en dus bijvoorbeeld niet bestaat uit een flinterdunne laag die op zich in doorsnede zou samenkrullen. Meer speciaal heeft de strip een geprofileerde doorsnede. Wel bestaat hij bij voorkeur uit een soepel buigzaam materiaal.
Bij voorkeur vormt de voornoemde strip 11 een dichting 14 tegen indringing van vocht, meer speciaal water, tussen de eigenlijke vloerpanelen. Zulke vloerbekleding is dan ook bijzonder geëigend om in badkamers te worden toegepast.
In het weergegeven voorbeeld van figuren 1 tot 6, zijn de vloerpanelen 2 rechthoekig en angwerpig, en is aan alle vier zijden, dus zowel de zijden 3-4 die zich in een eerste richting uitstrekken, in dit geval de lange zijden, als de zijden 15-16 die zich in een tweede richting dwars op de eerste uitstrekken, dus de korte zijden, een dichting 14-17 aanwezig is. De dichting 14 bestaat hierbij uit de voornoemde strip 11, welke meer in detail zichtbaar is in de figuren 2 tot 5, terwijl de dichting 17 op eender welke andere wijze kan verkregen zijn. Zoals weeregegeven in figuur 6 bestaat de dichting 17 bij voorkeur evenwel uit een tussen de eigenlijke vloerpanelen 2 aangebrachte dichtingsmassa, dichtingslaag of dichtingsbandje, waarbij deze dichting 17 hetzij door de gebruiker, hetzij reeds in de fabriek op de vloerpanelen 2 is aangebracht
In het voorbeeld vertoont de dichting 14 aan de zijden 3-4 die zich in de eerste richting uitstrekken een grotere zichtbare breedte BI dan de zichtbare breedte B2 van de dichting 17 aan de zijden die zich in de tweede richting uitstrekken. Bij voorkeur is de breedte bij voorkeur zo klein mogelijk en nihil of nagenoeg nihil. Zodoende kan een waterdichte of nagenoeg waterdichte vloerbedekking worden gecreëerd met het uitzicht van een scheepsvloer, dus globaal gezien met afwisselend doorlopende banen van eigenlijke vloerpanelen en tussenliggende strips.
In het geval dat de vloerpanelen 2, zoals weergegeven, langwerpig zijn en de dichting 14 aan de lange zijden 3-4 wordt gevormd door de voornoemde strips 11, geniet het de voorkeur dat zulke strips 11 een zichtbare breedte BI vertonen van minimum 3 mm, terwijl de dichtingen 17 aan de andere zijden 15-16 dan een zichtbare breedte B2 vertonen die kleiner is dan 1 mm of niet zichtbaar is.
Zoals in de figuren weergegeven is de uitvinding vooral nuttig bij laminaatpanelen.
Door het gebruik van de strips 11 kunnen op een praktische wijze bijzondere effecten worden gecreëerd.
In het geval zulke strips als dichtingen zijn uitgevoerd, kunnen bovendien vloeren worden gerealiseerd met een hoge resistentie tegen indringing van water, waardoor zelfs laminaatvloerpanelen met een houtgebaseerd substraat of andere vloerpanelen met een substraat op basis van hout, althans wanneer deze een gepaste toplaag hebben, voor natte ruimtes, zoals badkamers, kunnen worden ingezet.
In het weergegeven voorbeeld bevatten de vloerpanelen 2 een kern 18 op basis van hout, bijvoorbeeld HD F of MDF, en een laminaattoplaag 19 op basis van kunststof, meer speciaal op basis van hars, zoals DPL (Direct Pressure Laminate). Om de waterdichtheid te verzekeren en/of om optische redenen sluit de strip 11 aan tot tegen de laminaattoplaag 15.
De vloerbekleding 1 is in de figuren als een scheepsvloer, of zogenaamd scheepsdek, uitgevoerd, waarbij de tussen de strips 11 aanwezige eigenlijke vloerpanelen 2 een houtmotief 20 bezitten, terwijl de strips 11 zelf bij voorkeur geen motief vertonen.
Zoals nog weergegeven in de figuren geniet het de voorkeur dat aan de zijden 3-4 tussen twee aangrenzende vloerpanelen 2, gezien in doorsnede, telkens slechts één strip 11 aanwezig is, waarbij zulke strip 11 telkens aan één van de aangrenzende vloerpanelen 2 gekoppeld is, terwijl hij in de gemonteerde toestand van de vloerbekleding 1 met de rand van het andere vloerpaneel 2 contact maakt.
De strip 11 vertoont een plat basislichaam 21 vertoont, dat zich in hoofdzakelijk horizontale richting uitstrekt. Dit basislichaam vertoont onderaan een steunvlak dat globaal gezien bij voorkeur vlak is, wat niet uit sluit dat zulk globaal vlak steunvlak zoals weergegeven op zich van een reliëf kan voorzien zijn.
De dikte D is bij voorkeur kleiner dan 2 mm. Zodoende wordt het randgebied van het eigenlijke paneel zo gering mogelijk verzwakt, wat belangrijk is bij mechanische koppeldelen 5-6. Ook kan zodoende gemakkelijk een vrij brede strip 11 in de rand van zulk vloerpaneel 2 worden geïntegreerd.
De strip 11 is bevestigd aan de zijde 3 van het betreffende vloerpanelen 2 die van de tand 7 is voorzien. Hierdoor is een optimale bevestiging mogelijk. Een integratie in de groefzijde van een vloerpaneel is volgens de uitvinding echter niet uitgesloten, doch dit leidt tot een sterke verzwakking in de eigenlijke tand- en groefstructuur.
De strip 11 wordt zoals weergegeven bij voorkeur minstens door een steunvlak 22 ondersteund dat hoger gelegen is dan de bovenzijde 23 van de tand 7. Zodoende blijft nog een redelijke hoeveelheid basismateriaal onder dit steunvlak aanwezig, bijvoorbeeld om zoals hierna nog beschreven hierin een bevestigingsgroef aan te brengen.
Opgemerkt wordt dat de strip 11 zich buiten de contour van de binnenzijde van de groef 8 en het daarmee samenwerkend gedeelte van de tand 7 bevindt, zodanig dat de verticale passing tussen tand en groef niet rechtstreeks door het materiaal van de strip 11 kan beïnvloed worden.
De strip 11 is voorzien van minstens één bevestigingsdeel 24 waarmee hij aan een eigenlijk vloerpaneel 2 is bevestigd.
Het bevestigingsdeel 24 voorziet bij voorkeur minstens in een zijdelingse vergrendeling van de strip 11 ten opzichte van het eigenlijke vloerpaneel 2 voorziet. Hierbij geniet het de voorkeur dat in bevestigde toestand er minstens een aandrukking naar het eigen vloerpaneel 2 bestaat als naar een ander aangrenzend vloerpaneel, dit doordat de strip 11 dan ingeklemd zit. De strip 11 is bij voorkeur dan ook minstens ietwat elastisch.
Zoals weergegeven is zulke strip 11 bij voorkeur door het eigenlijke vloerpaneel 2 waarin hij bevestigd is ondersteund tot aan de buitenrand of nagenoeg buitenrand ervan.
Het bevestigingsdeel 24 is in de weergegeven uitvoeringsvorm als een uitsteeksel uitgevoerd dat zich aan de onderzijde van de strip bevindt. Dit laat een gemakkelijke bevestiging toe.
Hierbij is het bevestigingsdeel 24 als een rib uitgevoerd die met een bevestigingsgroef 25 in een eigenlijk vloerpaneel 2 kan samenwerken. In gemonteerde toestand zit het bevestigingsdeel hierbij tegen flanken 26-27 van de bevestigingsgroef 25.
Zoals weergegeven geniet het de voorkeur dat koppeldelen worden toegepast die als een tand- en groefstructuur zijn uitgevoerd; dat aan de onderzijde van de tand 7 een vergrendelingsdeel 9 in de vorm van een uitsteeksel aanwezig is; en dat de voornoemde bevestigingsgroef 25 zich minstens gedeeltelijk boven dit uitsteeksel bevindt. Zodoende wordt de materiaalverzwakking die ontstaat door de aanwezigheid van de bevestigingsgroef min of meer gecompenseerd door het materiaal van het vergrendelingsdeel 9.
Praktisch gezien heft de strip 11 een hoofdzakelijk T-vormige doorsnede heeft, gevormd door een plat basislichaam 21 en het aan de onderzijde aangebracht bevestigingsdeel 24.
Het bevestigingsdeel 24 bevindt zich in het voorbeeld uit het midden M van de strip 11 en op een plaats P die zich dichter bij het midden van het betreffend vloerpaneel 2 bevindt. Zodoende kan tussen de bevestigingsgroef 25 en de tip van de tand 7 een maximum aan materiaal gevrijwaard blijven, hetgeen de stabiliteit aan de tandzijde ten goede komt.
Bij voorkeur past het bevestigingsdeel 24 op een klemmende wijze in de daartoe voorziene zitting, in dit geval dus in de bevestigingsgroef 25. Hiertoe kunnen samendrukbare delen, zoals de weergegeven klemribben 28, aan het bevestigingsdeel 24 worden gevormd. In de figuren is de samendrukking van het materiaal van de strip niet wezenlijk weergeven, doch het is duidelijk dat zulke samendrukking in de praktijk kan worden verkregen door in een geschikte klempassing te voorzien, op alle plaatsen waar een inklemming gewenst is..
Volgens een niet weergegeven variante zou ook gebruik kunnen worden gemaakt van een snapverbinding.
Figuur 3 toont duidelijk dat ook gebruik kan worden gemaakt van lijm 29. Om te verhinderen dat alle lijm wordt weggedrukt is de strip 11 bij voorkeur voorzien met lijmrillen 30.
De strip 11 kan zoals weergegeven zijkanten 31-32 vertonen die minstens in vrije toestand ondersneden zijn, hetgeen het aanbrengen van de strip 11 vergemakkelijkt en een betere afdichting garandeert.
De strip 11 is zoals zichtbaar in figuur 5 bij voorkeur verticaal invoegbaar
De bovenzijde van de strip 11 bevindt zich zoals weergegen bij voorkeur in hetzelfde of nagenoeg zelfde vlak als de bovenzijde van de eigenlijke vloerpanelen. Andere uitvoeringen zijn echter niet uitgesloten. Zo bijvoorbeeld kan het bovenoppervlak van de strip 11 ietwat verzonken en/of hol zijn.
De breedte BI is bij voorkeur tussen 2 mm en 20 mm, en beter tussen 3 mm en 10 mm, gelegen.
De zichtbreedte Z tussen de strips 11 bedraagt bij voorkeur 3 à 20 cm, en beter nog 7 à 15 cm. Alle combinatiesvan waarden BI met waarden Z zijn mogelijk.
In het algemeen geniet het de voorkeur dat de strip 11 ingeklemd zit tussen beide aangrenzende eigenlijke vloerpanelen 2 .
Verder geniet het ook de voorkeur dat de vloerpanelen 2 minstens aan de zijden 3-4 waar de strip 11 aanwezig is met een voorspanning aan elkaar gekoppeld zijn, en de koppeldelen er dus voor zorgen dat de gekoppelde vloerpanelen zich met een spankracht naar elkaar toetrekken. Zulke voorspanning kan op verschillende wijzen worden gerealiseerd. In het voorbeeld wordt hiertoe gebruik gemaakt van de spankracht geleverd door de elastisch over een afstand V uitgebogen onderste lip in combinatie met de niet-expliciet afgebeelde samendrukking van het materiaal van de strip 11.
In het weergegeven voorbeeld wordt de spankracht van de voorspanning via de strip 11 opgenomen. Het is echter duidelijk dat volgens een niet weergegeven uitvoeringsvorm, de spankracht ook minstens gedeeltelijk rechtstreeks tussen de eigenlijke vloerpanelen zou kunnen worden opgenomen, bijvoorbeeld doordat het eigenlijk paneelmateriaal van beide vloerpanelen 2 in het in figuur 3 weergegeven gebied G tegen elkaar zou komen te zitten.
Zulke "voorspanning" is een inmiddels op zich bekend begrip en is bekend uit WO 97/47834.
De strip 11 bestaat bij voorkeur uit kunststof of rubber.
Bij voorkeur is de strip 11 geëxtrudeerd. Dit laat een accurate en goedkope productie toe.
In het voorbeeld is de strip 11 gevormd is door de co-extrusie van twee materialen van verschillende hardheid, zodanig dat de strip 11 een hard gedeelte 34 vertoont en een zacht gedeelte 35. Het hard gedeelte 34 vormt de kern voor het basislichaam 21, en ook het bevestigingsdeel, terwijl het zacht gedeelte 35 als een ommanteling is uitgevoerd, zodanig dat de zijkanten en de bovenzijde van de strip 11 uit zacht materiaal bestaan. Het zachte materiaal bevordert de inklemming en goede aansluiting en dus ook afdichting. Bovendien kan met het zacht materiaal gemakkelijker een mat uitzicht aan de strip 11 worden verleend. Het harde materiaal zorgt ervoor dat een stevig bevestigingsdeel wordt verkregen, en belangrijker nog, dat de strip 11 freesbaar wordt.
De strip kan in verschillende kleuren worden uitgevoerd, doch bij voorkeur is hij zwart.
De in streeplijn in figuur 1 weergegeven variante, waarvan een doorsnede in figuur 7 is afgebeeld, toont dat tussen de strips 11 ook één of meer tussenstrips 36 in het eigenlijke vloerpaneel kunnen worden geïntegreerd om een visuele opdeling te verkrijgen en het aantal afzonderlijke vloerpanelen te beperken.
Figuur 8 geeft een bijzondere uitvoeringsvorm weer waarbij in de strip 11 een vellingkantstructuur 37 geïntegreerd is.
Het is niet uitgesloten dat de strip 11 uit een invoegbaar geprefabriceerd element bestaat dat bij het leggen van een vloer, na het aan elkaar koppelen van een aantal van de eigenlijke vloerpanelen 2, tussen deze vloerpanelen wordt aangebracht. De strips worden dan bijvoorbeeld tussen de reeds gelegde eigenlijke vloerpanelen vastgedrukt en eventueel vastgelijmd of op een andere wijze verbonden met de vloerpanelen. De aangewende strips kunnen dan uit continu doorlopende strips bestaan, bijvoorbeeld afgesneden van een rol.
Bij voorkeur evenwel bestaat de strip 11 uit een geprefabriceerd element dat reeds voorafgaand aan het leggen van de vloerpanelen 2 met de vloerpanelen 2 verbonden, bij voorkeur vast verbonden, werd, waarbij dit laatste bij voorkeur fabrieksmatig is uitgevoerd.
Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op de vloerpanelen 2 die bij het samenstellen van de voornoemde vloerbekleding worden aangewend. Meer speciaal betreft zij een vloerpaneel 1 dat, zoals afgebeeld in figuur 4, op zich een reeds erin bevestigde strip 11 bezit, welke fabrieksmatig is aangebracht. De strip 11 heeft dan dezelfde of nagenoeg dezelfde lengte als het vloerpaneel.
De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een vloerpaneel volgens de uitvinding, meer speciaal een rechthoekig vloerpaneel 2 dat een strip 11 bezit, bij voorkeur een strip die één of meer van de hiervoor beschreven kenmerken heeft. Volgens deze werkwijze wordt hierbij uitgegaan van een paneel; worden aan twee tegenovereenliggende zijden van dit paneel koppeldelen 5-6 of minstens gedeelten ervan gevormd; wordt aan één van deze zijden 3 een strip 11 zoals voornoemd aangebracht; en worden pas na deze stappen aan de andere twee zijden 15-16 koppeldelen gevormd.
Bij voorkeur wordt hierbij gebruik gemaakt van een oprolbare strip 11, waarbij de strip 11 systematisch wordt afgerold tijdens de fabricage van de vloerpanelen. Dit is schematisch verduidelijkt in figuur 9, waarbij de strip 11 vanaf een toevoerrol 38 aan passerende panelen wordt toegevoerd en door middel van een aandrukrol in de daartoe voorziene profilering gedrukt wordt, en eventueel daarin wordt vastgelijmd. De strip 11 wordt op lengte afgesneden door middel van een snij -inrichting, die schematisch door een mes 40 is weergegeven.
De niet weergegeven koppeldelen aan de zijden 15-16 kunnen dan op een gebruikelijke wijze gevormd worden, bijvoorbeeld door middel van één of meer freesbewerkingen, die dan eenvoudig mede dwars doorheen de uiteinden van de strip 11 worden uitgevoerd.
Indien de dichting 17 van figuur 7 gevormd is uit een transfermateriaal 41, met andere woorden een materiaal dat door middel van een transferprocédé op de betreffende rand van minstens één van de betreffende vloerpanelen 2 is aangebracht, zoals in detail afgebeeld in figuur 10, vormt figuur 6 tevens een voorbeeld van het in de inleiding genoemde onafhankelijke tweede aspect van de uitvinding.
Bij voorkeur is zulk transfermateriaal 41 ter plaatse van twee samenwerkende zijden van aan elkaar grenzende vloerpanelen 2, voorafgaandelijk slechts op de betreffende zijde van één van de vloerpanelen aangebracht, zodat tussen twee gekoppelde zijden slechts één laag transfermateriaal 41 komt te zitten.
Zoals schematisch afgebeeld in figuur 10 bestaat het transfermateriaal 41 uit een strookvormige substantie met een zijde 42 die aan het eigenlijke vloerpaneel 2 hecht en een zijde 43 die van het betreffende vloerpaneel 2 weggekeerd is.
Enkele voorkeurdragende mogelijkheden van geschikt transfermateriaal 41 zijn: een strookvormige substantie die bij kamertemperatuur aan één zijde 42 kleeft en aan de andere zijde 43 minder kleeft of niet kleeft, waarbij deze substantie via de klevende zijde aan een vloerpaneel 2 aansluit, waarbij voor de klevende zijde bij voorkeur gebruik wordt gemaakt van een aan deze zijde aanwezige drukgevoelige lijm; transfermateriaal dat als een "hitte-transfer-materiaal" is uitgevoerd, waarbij bij voorbeeld een substantie wordt aangewend die warm hecht en afgekoeld minder hecht, of waarbij aan de zijde 42 met hitte-activeerbare lijm, zoals hot melt lijm, wordt gewerkt, terwijl aan de zijde 43 een niet of weinig hechtende component aanwezig is; transfermateriaal dat gevormd is uit hetzelfde materiaal als een correctorband (bijvoorbeeld correctorband die in de handel verkrijgbaar is onder de naam "Pritt correct-it"), of een materiaal met vergelijkbare eigenschappen, al dan niet transparant.
Bij voorkeur is het transfermateriaal 41 samendrukbaar, en dit onder invloed van de gebruikelijk spankracht die tussen vloerpanelen kan worden gerealiseerd. In niet samengedrukte toestand heeft het transfermateriaal 41 bij voorkeur een dikte van minder dan 0,1 mm, wanneer het op het vloerpaneel aanwezig is.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het transfermateriaal 41 helder transparant of heeft het een kleur die aangepast aan het uitzicht van het bovenoppervlak van de aangrenzende vloerpanelen 2.
Het transfermateriaal 41 kan een materiaal zijn dat aangebracht wordt bij het leggen van de vloerbekleding 1. Het aanbrengen kan dan eventueel gebeuren met een handbediend aanbrengapparaat dat eventueel analoog kan opgevat zijn als de apparaten die bekend zijn uit het schrijfgeriefbereik, bijvoorbeeld zoals beschreven in WO 02/083535.
Volgens een andere mogelijkheid is het transfermateriaal 41 een fabrieksmatig aangebracht materiaal.
De uitvinding heeft ook betrekking op een vloerpaneel om een vloerbekleding volgens het tweede aspect te realiseren, daardoor gekenmerkt dat het een fabrieksmatig aangebracht transfermateriaal 41 ter plaatse van één of meer randen bevat, dat bij het samenvoegen van meerdere van dergelijke vloerpanelen een dichting 17 tegen water vormt.
Tevens betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van zulke vloerpanelen, daardoor gekenmerkt dat zij minstens de stappen omvat van het vormen van panelen; het aan minstens twee tegenovereenliggende zijden aanbrengen van koppeldelen 5-6 die in de gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen 2 zowel in een verticale als horizontale vergrendeling voorzien; en het aan minstens één van deze zijden aanbrengen van een dichtingsmateriaal door middel van een transferprocédé. Deze werkwijze is schematisch verduidelijkt in figuur 11, waarbij boven het koppeldeel 5 door een transferprocédé afdichtend transfermateriaal 41 op de rand van een vloerpaneel 2 wordt aangebracht. Het transfermateriaal 41 wordt op een dragerband 44 aangevoerd en onder invloed van druk van een aandrukmiddel, in dit geval een rol 45, en eventueel onder invloed van hitte, getransfereerd.
Onder afdichtend transfermateriaal wordt elk materiaal verstaan, dat al dan niet uit meerdere lagen is samengesteld, dat bij gebruik tussen de vloerpanelen alle of nagenoeg alle penetratie van water, bij voorkeur zelfs van water waarin zeep is opgelost, verhindert.
In een praktische uitvoering is het transfermateriaal samengesteld uit minstens een laag hechtstof en een laag soepel samendrukbaar materiaal.
Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op werkwijzen voor het verwezenlijken van een vloerbekleding, waarbij volgens een eerste werkwijze de dichting 14 en/of 17 bij het installeren van de vloerpanelen wordt aangebracht, terwijl volgens een tweede werkwijze wordt gewerkt met vloerpanelen die een reeds fabrieksmatig aangebrachte strip 11 en/of dichting 17 uit transfermateriaal 41 bzitten.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke vloerbekleding, vloerpanelen en werkwijzen voor het vervaardigen van vloerpanelen kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Zo bijvoorbeeld is het duidelijk dat zulke strip 11 zowel tussen korte als lange zijden van aaneengrenzende vloerpanelen kan worden voorzien, of tussen alle zijden. Hetzelfde geldt voor dichtingen 17 met transfermateriaal 41. Ook kunnen aan beide naar elkaar gerichte zijden van twee gekoppelde panelen strips 11 of transfermateriaal 41 voorzien zijn, waarbij in het eerste geval dan twee strips tegen elkaar komen te zitten. Wanneer beschreven is dat de strip 11 of het transfermateriaal 41 met het eigenlijke vloerpaneel samenwerkt of contact maakt, hoeft dit niet noodzakelijk rechtstreeks te zijn en kan dit gebeuren via een ertussen komend materiaal of extra onderdeel.
Volgens afwijkende varianten van de uitvinding, zal zulke strip 11 of transfermateriaallaag ook bij vloerbekledingen en vloerpanelen worden ingezet waarbij de koppeldelen niet noodzakelijk zowel in een verticale als horizontale vergrendeling vooreien.

Claims (37)

1. Vloerbekleding, bestaande uit vloerpanelen (2) die aan minstens twee tegenovereenliggende zijden (3-4) koppeldelen (5-6) bevatten die in de gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen (2) zowel in een verticale als horizontale vergrendeling voorzien, daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand minstens ter plaatse van de voornoemde twee zijden (3-4) van minstens twee met elkaar gekoppelde vloerpanelen (2) een strip (11), meer speciaal een geprefabriceerde strip (11), in de vloerbekleding (1) aanwezig is die zich tot aan de zichtbare zijde van de vloerbekleding (1) uitstrekt.
2. Vloerbekleding volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde strip (11) een dichting (14) tegen indringing van vocht, meer speciaal water, tussen de eigenlijke vloerpanelen (2) vormt.
3. Vloerbekleding volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de vloerpanelen (2) rechthoekig zijn en dat aan alle vier zijden (3-4, 15-16), dus zowel de zijden (3-4) die zich in een eerste richting uitstrekken als de zijden (15-16) die zich in een tweede richting dwars op de eerste uitstrekken, een dichting (14-17) aanwezig is.
4. Vloerbekleding volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de dichting aan de zijden (3-4) die zich in de eerste richting uitstrekken een grotere zichtbare breedte (BI) heeft dan de zichtbare breedte (B2) van de dichting (17) aan de zijden die zich in de tweede richting uitstrekken.
5. Vloerbekleding volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de vloerpanelen (2) langwerpig zijn; dat de dichting (14) aan de lange zijden (3-4) gevormd wordt door de voornoemde strip (11) , waarbij deze een zichtbare breedte (BI) vertoont van minimum 3 mm; en dat de dichting (17) aan de andere zijden (15-16) een zichtbare breedte (B2) vertonen die kleiner is dan 1 mm of niet zichtbaar is.
6. Vloerbekleding volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de dichting (17) aan de zijden (15-16) die zich in de tweede richting uitstrekken bestaat uit een tussen de eigenlijke vloerpanelen (2) aangebrachte dichtingsmassa, dichtingslaag of dichtingsbandje, waarbij deze dichting (17) hetzij door de gebruiker, hetzij reeds in de fabriek op de vloerpanelen (2) is aangebracht.
7. Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vloerpanelen (2) bestaan uit laminaatpanelen.
8. Vloerbekleding volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de vloerpanelen (2) een kern (18) op basis van hout en een laminaattoplaag (19) op basis van kunststof, meer speciaal op basis van hars, bezitten en dat voornoemde strip (11) aansluit tot tegen de laminaattoplaag (15) , en meer speciaal een dichting tot tegen deze laminaatlaag vormt.
9. Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vloerbekleding (1) als een scheepsvloer, of zogenaamd scheepsdek, is uitgevoerd, waarbij de tussen de strips (11) aanwezige vloerpanelen (2) een houtmotief (20) bezitten.
10. Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat aan de betreffende zijden (3-4) tussen twee aangrenzende vloerpanelen (2) één strip (11) aanwezig is, waarbij zulke strip (11) telkens aan één van de aangrenzende vloerpanelen (2) gekoppeld is, terwijl hij in de gemonteerde toestand van de vloerbekleding (1) met de rand van het andere vloerpaneel (2) contact maakt.
11. Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat strip (11) een plat basislichaam (21) vertoont, dat zich in hoofdzakelijk horizontale richting uitstrekt.
12. Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de koppeldelen (5-6) een tand- en groefstructuur bevatten en dat de strip (11) bevestigd is aan de zijden (3) van de betreffende vloerpanelen (2) die van de tand (7) zijn voorzien.
13. Vloerbekleding volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de strip (11) minstens door een steunvlak (22) wordt ondersteund dat hoger gelegen is dan de bovenzijde (23) van de tand (7) .
14. Vloerbekleding volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat de strip (11) zich buiten de contour van de binnenzijde van de groef (8) en het daarmee samenwerkend gedeelte van de tand (7) bevindt.
15. Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de strip (11) is voorzien van minstens één bevestigingsdeel (24) waarmee de strip (11) aan een eigenlijk vloerpaneel (2) is bevestigd.
16. Vloerbekleding volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat het bevestigingsdeel (24) minstens in een zijdelingse vergrendeling van de strip (11) ten opzichte van het eigenlijke vloerpaneel (2) voorziet.
17. Vloerbekleding volgens conclusie 15 of 16, daardoor gekenmerkt dat het bevestigingsdeel (24) als een uitsteeksel is uitgevoerd dat zich aan de onderzijde van de strip (11) bevindt.
18. Vloerbekleding volgens conclusies 17, daardoor gekenmerkt dat het bevestigingsdeel (24) als een rib is uitgevoerd die met een bevestigingsgroef (25) in een eigenlijk vloerpaneel (2) kan samenwerken.
19. Vloerbekleding volgens conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat de koppeldelen als een tand- en groef structuur zijn uitgevoerd; dat aan de onderzijde van de tand (7) een vergrendelingsdeel (9) in de vorm van een uitsteeksel aanwezig is; en dat de voornoemde bevestigingsgroef (25) zich minstens gedeeltelijk boven dit uitsteeksel bevindt.
20. Vloerbekleding volgens één van de conclusies 17 tot 19, daardoor gekenmerkt dat de strip (11) een hoofdzakelijk T-vormige doorsnede heeft, gevormd door een plat basislichaam (21) en het aan de onderzijde aangebracht bevestigingsdeel (24) .
21. Vloerbekleding volgens één van de conclusies 17 tot 19, daardoor gekenmerkt dat het bevestigingsdeel (24) zich uit het midden (M) van de strip (11) bevindt, en zich op een plaats (P) bevindt die zich dichter bij het midden van het betreffend vloerpaneel (2) bevindt dan het midden (M) van de strip (11).
22. Vloerbekleding volgens één van de conclusies 15 tot 21, daardoor gekenmerkt dat bevestigingsdeel (24) op een klemmende wijze en/of door middel van een snapverbinding aangrijpt in een daartoe voorziene zitting.
23. Vloerbekleding volgens één van de conclusies 15 tot 22, daardoor gekenmerkt dat bevestigingsdeel (24) minstens door middel van een kleefverbinding, bijvoorbeeld lijm (29) , bevestigd is in een daartoe voorziene zitting.
24. Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de strip (11) zijkanten (31-32) vertoont die minstens in vrije toestand ondersneden zijn.
25. Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de strip (11) ingeklemd zit tussen de eigenlijke vloerpanelen (2).
26. Vloerbekleding volgens conclusie 25, daardoor gekenmerkt dat de vloerpanelen (2) minstens aan de zijden waar de strip (11) aanwezig is met een voorspanning aan elkaar gekoppeld zi jn.
27. Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de strip (11) bestaat uit kunststof of rubber.
28. Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de strip (11) geëxtrudeerd is.
29. Vloerbekleding volgens conclusie 28, daardoor gekenmerkt dat de strip (11) gevormd is door co-extrusie van twee of meer materialen.
30. Vloerbekleding volgens conclusie 29, daardoor gekenmerkt dat de strip (11) gevormd is door co-extrusie van twee of meer materialen van verschillende hardheid.
31. Vloerbekleding volgens conclusie 30, daardoor gekenmerkt dat zachte, respectievelijk hardere materialen toegepast zijn die zodanig geconfigureerd zijn dat zij één of meer van volgende gedeelten vormen: één of meer zachte gedeelten (3 5) die instaan voor de dichting tegen het materiaal van de eigenlijke vloerpanelen (2) ; één of meer zachte gedeelten (35) die een mat uitzicht aan het oppervlak creëren; één of meer harde gedeelten (34) voor de bevestiging van de strip (11) in het betreffende vloerpaneel (2); één of meer harde gedeelten (34) , meer speciaal een kerngedeelte dat hard is; een hard gedeelte (34) dat een kern voor het basislichaam (21) van de strip (11) vormt en een zacht gedeelte (3 5) dat als een ommanteling hiervan is uitgevoerd, zodanig dat de zijkanten en de bovenzijde van de strip (11) uit zacht materiaal bestaan.
32. Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de strip (11) een vellingkantstructuur geïntegreerd is.
33. Vloerbekleding volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat strip (11) uit een invoegbaar geprefabriceerd element bestaat dat bij het leggen van een vloer, na het aan elkaar koppelen van een aantal van de eigenlijke vloerpanelen (2) , tussen deze vloerpanelen (2) is aangebracht.
34. Vloerbekleding volgens één van de conclusies 1 tot 33 daardoor gekenmerkt dat de strip (11) uit een geprefabriceerd element bestaat dat reeds voorafgaand aan het leggen van de vloerpanelen (2) met de vloerpanelen (2) vast verbonden werd.
35. Vloerpaneel voor het verwezenlijken van een vloerbekleding volgens conclusie 34, daardoor gekenmerkt dat de vloerpanelen (2) op zich een reeds erin bevestigde strip (11) bezitten, welke fabrieksmatig is aangebracht.
36. Werkwijze voor het vervaardigen van een vloerpaneel volgens conclusie 35, waarbij dit vloerpaneel (2) rechthoekig is, daardoor gekenmerkt dat hierbij wordt uitgegaan van een paneel; dat aan twee tegenovereenliggende zijden (3-4) koppeldelen (5-6) of minstens gedeelten ervan worden gevormd; dat aan één van deze zijden (3) een strip (11) zoals voornoemd wordt voorzien; en dat pas na deze stappen aan de andere twee zijden (15-16) koppeldelen worden gevormd.
37.- Werkwijze volgens conclusie 35, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van een oprolbare strip (11), waarbij de strip (11) systematisch wordt afgerold tijdens de fabricage van de vloerpanelen.
BE2006/0029A 2006-01-12 2006-01-12 Vloerbekleding, vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen. BE1016924A5 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2006/0029A BE1016924A5 (nl) 2006-01-12 2006-01-12 Vloerbekleding, vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen.
PCT/IB2006/003808 WO2007080449A2 (en) 2006-01-12 2006-12-27 Floor covering, floor panel and method for manufacturing floor panels
US12/087,665 US8056295B2 (en) 2006-01-12 2006-12-27 Floor covering, floor panel and method for manufacturing floor panels
EP06842307A EP1971732A2 (en) 2006-01-12 2006-12-27 Floor covering, floor panel and method for manufacturing floor panels

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200600029 2006-01-12
BE2006/0029A BE1016924A5 (nl) 2006-01-12 2006-01-12 Vloerbekleding, vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1016924A5 true BE1016924A5 (nl) 2007-09-04

Family

ID=36910921

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2006/0029A BE1016924A5 (nl) 2006-01-12 2006-01-12 Vloerbekleding, vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US8056295B2 (nl)
EP (1) EP1971732A2 (nl)
BE (1) BE1016924A5 (nl)
WO (1) WO2007080449A2 (nl)

Families Citing this family (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE530653C2 (sv) 2006-01-12 2008-07-29 Vaelinge Innovation Ab Fuktsäker golvskiva samt golv med ett elastiskt ytskikt omfattande ett dekorativt spår
BE1017350A6 (nl) 2006-10-31 2008-06-03 Flooring Ind Ltd Vloerpaneel en vloerbekleding bestaande uit dergelijke vloerpanelen.
US7707792B2 (en) * 2007-08-06 2010-05-04 Premark Rwp Holdings, Inc. Flooring system with grout line
EP2050896A1 (fr) * 2007-10-18 2009-04-22 NOVASTEP (Société par Actions Simplifiées) Revêtement de sol
BE1018600A5 (nl) 2007-11-23 2011-04-05 Flooring Ind Ltd Sarl Vloerpaneel.
BE1018480A3 (nl) * 2008-04-16 2011-01-11 Flooring Ind Ltd Sarl Vloerpanelen, vloerbekleding daaruit samengesteld, en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen.
US9550127B2 (en) 2013-03-21 2017-01-24 Thomas J. Lochtefeld Padded grate drainage system for water rides
BE1018627A5 (nl) * 2009-01-16 2011-05-03 Flooring Ind Ltd Sarl Vloerpaneel.
US9372536B2 (en) * 2009-06-05 2016-06-21 Empire Technology Development Llc Touch screen with tactile feedback
GB0910881D0 (en) * 2009-06-24 2009-08-05 Whitaker Derek Photo voltaic decking
ITVR20090133A1 (it) * 2009-09-07 2011-03-08 Alberto Mazzonetto S N C Struttura di parquet
EP2353821B1 (de) * 2010-01-14 2012-04-04 Falquon GmbH Verfahren und Vorrichtung zum Verbinden eines Keders mit einer Seitenkante eines Paneels
WO2011092478A2 (en) * 2010-01-28 2011-08-04 Derek Whitaker Surface covering incorporating a locking joint
US9156233B2 (en) * 2012-10-22 2015-10-13 Us Floors, Inc. Engineered waterproof flooring and wall covering planks
CN104968873B (zh) * 2013-01-11 2018-03-27 地板工业有限公司 用于形成地板覆层的地板镶板,由这种地板镶板形成的地板覆层以及制造这种地板镶板的方法
DE102015208903A1 (de) * 2015-05-13 2016-11-17 Falquon Gmbh Verlegesystem und Paneel zur flächigen Verlegung und Verfahren zum flächigen Verlegen von Paneelen
US20170037568A1 (en) 2015-08-05 2017-02-09 Milliken & Company Installation of Multi-Component Floor Mat
US10195535B2 (en) 2015-11-12 2019-02-05 Whitewater West Industries Ltd. Transportable inflatable surfing apparatus and method
US10335694B2 (en) * 2015-11-12 2019-07-02 Whitewater West Industries Ltd. Method and apparatus for fastening of inflatable ride surfaces
US10376799B2 (en) 2015-11-13 2019-08-13 Whitewater West Industries Ltd. Inflatable surfing apparatus and method of providing reduced fluid turbulence
USD806271S1 (en) * 2016-05-09 2017-12-26 Groove Surfaces, LLC Simulated wood panel
US9803376B1 (en) 2016-08-01 2017-10-31 Doug Deel Deck system and methods of installing a deck
US20180055266A1 (en) 2016-08-24 2018-03-01 Milliken & Company Floor Mat with Hidden Base Component
BE1024775B1 (nl) * 2016-12-01 2018-07-02 Unilin Bvba Set van vloerpanelen en werkwijze voor het samenstellen ervan.
EP3381633B1 (en) 2017-02-24 2020-11-11 Carlos Jose Mongalo Robleto Automated and semi-automated process for staining wood with fluorescent dyes and pigments
EA201992222A1 (ru) 2017-09-28 2020-02-10 Юнилин, Бвба Плита и способ изготовления плиты
US11273383B2 (en) 2017-11-10 2022-03-15 Whitewater West Industries Ltd. Water ride attraction incorporating a standing wave
US11840847B2 (en) * 2021-05-27 2023-12-12 Robert N. PERRINE Interconnected modular frames for groutless setting of hard tiles

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1359265A2 (en) * 2002-05-04 2003-11-05 Metex Flooring Systems Limited Metal faced tile
DE20319121U1 (de) * 2003-01-23 2004-06-03 E.F.P. Floor Products Fussböden GmbH Paneel, insbesondere Fußbodenpaneel
WO2005085550A1 (de) * 2004-02-26 2005-09-15 Natursteinwerk Rinsche Gmbh Natursteinplattenboden in loser verlegung
WO2005108710A1 (de) * 2004-05-08 2005-11-17 Kronospan Technical Company Ltd. Paneele mit umrandung insbesondere für wände und decken

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3343601A1 (de) * 1983-12-02 1985-06-13 Bütec Gesellschaft für bühnentechnische Einrichtungen mbH, 4010 Hilden Verbindungsanordnung fuer rechteckige platten
FR2716690B1 (fr) * 1994-02-25 1996-04-19 Villain Sa Dispositif d'étanchéité pour l'assemblage de panneaux.
US6363677B1 (en) * 2000-04-10 2002-04-02 Mannington Mills, Inc. Surface covering system and methods of installing same
DE10142298A1 (de) * 2001-03-20 2002-09-26 Maurice Crijns Sandwich-Bauelemente
DE50214780D1 (de) 2002-04-13 2010-12-30 Kronoplus Technical Ag Paneele mit Umrandung nebst Verlegehilfe
DE20219110U1 (de) * 2002-12-09 2003-03-13 Kronospan Tech Co Ltd Paneele mit Kabelkanal
SE0300642D0 (sv) * 2003-03-11 2003-03-11 Pergo Europ Ab Process for sealing a joint
US6922965B2 (en) * 2003-07-25 2005-08-02 Ilinois Tool Works Inc. Bonded interlocking flooring
DE102005042658B3 (de) * 2005-09-08 2007-03-01 Kronotec Ag Bauplatte, insbesondere Fußbodenpaneel

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1359265A2 (en) * 2002-05-04 2003-11-05 Metex Flooring Systems Limited Metal faced tile
DE20319121U1 (de) * 2003-01-23 2004-06-03 E.F.P. Floor Products Fussböden GmbH Paneel, insbesondere Fußbodenpaneel
WO2005085550A1 (de) * 2004-02-26 2005-09-15 Natursteinwerk Rinsche Gmbh Natursteinplattenboden in loser verlegung
WO2005108710A1 (de) * 2004-05-08 2005-11-17 Kronospan Technical Company Ltd. Paneele mit umrandung insbesondere für wände und decken

Also Published As

Publication number Publication date
WO2007080449A2 (en) 2007-07-19
EP1971732A2 (en) 2008-09-24
US20090000232A1 (en) 2009-01-01
US8056295B2 (en) 2011-11-15
WO2007080449A3 (en) 2007-11-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1016924A5 (nl) Vloerbekleding, vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen.
BE1018600A5 (nl) Vloerpaneel.
JP3515494B2 (ja) 建築物パネルの接合システム
US10214918B2 (en) Floor panel forming a floor covering, floor covering formed from such floor panels and methods for manufacturing such floor panels
US8833026B2 (en) Covering, as well as panels and auxiliary pieces used therewith
BE1015825A5 (nl) Plint, vloerbedekkingssysteem en werkwijze voor het vervaardigen van een plint.
US7454875B2 (en) Mechanical locking system for floor panels
RU2672903C2 (ru) Механическая блокировочная система для панелей пола
JP4938031B2 (ja) 耐水性フロアボード組及びフローリング
US20110030300A1 (en) Floor And Tile With Padding
JP2012513548A (ja) 被覆パネル
BE1021833B1 (nl) Paneel
BE1020576A3 (nl) Vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen.
CA2192409A1 (en) Elongated member of extruded plastic suitable for flooring, decking, seating and like uses
GB2289924A (en) Seal
US20010054264A1 (en) Trim for high pressure laminate and other decorative floor coverings
JP3547693B2 (ja) 建築物パネルの接合システム
BE1019586A3 (nl) Randafwerking voor een bekleding, sierlijst hierbij aangewend en werkwijze voor het afwerken van een rand.
JP2011111737A (ja) 框状パネル製造方法
CN101107106A (zh) 用于地板覆盖物的多功能修整装置以及制造和布置所述装置的方法
BE1025653B1 (nl) Multifunctioneel profiel voor traprenovatie
CA2015693A1 (en) Molded shower installation kit