BE1011720A3 - Werkwijze en inrichting voor het transporteren van waardemiddelen en voertuig hierbij aangewend. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het transporteren van waardemiddelen en voertuig hierbij aangewend. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1011720A3 BE1011720A3 BE9800058A BE9800058A BE1011720A3 BE 1011720 A3 BE1011720 A3 BE 1011720A3 BE 9800058 A BE9800058 A BE 9800058A BE 9800058 A BE9800058 A BE 9800058A BE 1011720 A3 BE1011720 A3 BE 1011720A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- vehicle
- channel
- feed
- building
- valuables
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60P—VEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
- B60P3/00—Vehicles adapted to transport, to carry or to comprise special loads or objects
- B60P3/03—Vehicles adapted to transport, to carry or to comprise special loads or objects for transporting money or other valuables
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05G—SAFES OR STRONG-ROOMS FOR VALUABLES; BANK PROTECTION DEVICES; SAFETY TRANSACTION PARTITIONS
- E05G7/00—Safety transaction partitions, e.g. movable pay-plates; Bank drive-up windows
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Conveying And Assembling Of Building Elements In Situ (AREA)
Abstract
Werkwijze voor het transporteren van waardemiddelen, meer speciaal geld en dergelijke, waarbij het transport gebeurt door middel van een voertuig (3) waarmee de waardemiddelen (2) worden afgeleverd en/of opgehaald aan één of meer gebouwen (5), daardoor gekenmerkt dat de waardemiddelen (2) tussen het voertuig (3) en een gebouw (5) worden overgebracht via een doorvoerkanaal (6) voor goederen dat tot dit doel tussen het voertuig (3) en het gebouw (5) wordt voorzien.
Description
<Desc/Clms Page number 1> Werkwijze en inrichting voor het transporteren van waardemiddelen en voertuig hierbij aangewend. Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het transporteren van waardemiddelen, en meer speciaal op een werkwijze voor het overbrengen van deze waardemiddelen tussen een voertuig en een gebouw, alsmede op een voertuig dat hierbij wordt aangewend. Meer speciaal heeft zij betrekking op een werkwijze en een inrichting die toelaten dat waardetransporten, meer speciaal geldtransporten, op een beter beveiligde manier kunnen worden uitgevoerd dan tot op heden bekend is. Het is bekend dat, alhoewel voor geldtransporten en transporten van andere waardemiddelen beveiligde voertuigen worden aangewend, deze transporten nooit volledig veilig kunnen geschieden. Een zwak punt bij het transport bestaat uit het ogenblik waarop de begeleider van zulk voertuig dit laatste verlaat om de waardemiddelen, dikwijls geld, van het voertuig naar een gebouw, bijvoorbeeld een bankgebouw, te brengen. In de Belgische octrooiaanvrage nr 9700877 van Aanvrager, werd reeds een oplossing aan vernoemd zwak punt voorgesteld door gebruik te maken van een inrichting die bestaat uit een constructie in de vorm van een sas en/of gang voor personen, waarmee een afgeschermde verbinding wordt gerealiseerd, voor personen, tussen het voertuig en het gebouw. Alhoewel de hierin voorgestelde oplossing een degelijke beveiliging levert, vertoont zij het ongemak dat steeds in een relatief grote constructie dient te worden voorzien. <Desc/Clms Page number 2> De huidige uitvinding beoogt een oplossing waarbij dit ongemak is uitgesloten. Hiertoe bestaat de uitvinding in eerste instantie uit een werkwijze voor het transporteren van waardemiddelen, meer speciaal geld en dergelijke, waarbij het transport gebeurt door middel van een voertuig waarmee de waardemiddelen worden afgeleverd en/of opgehaald aan één of meer gebouwen, met als kenmerk dat de waardemiddelen tussen het voertuig en een gebouw worden overgebracht via een doorvoerkanaal voor goederen dat tot dit doel tussen het voertuig en het gebouw wordt voorzien. Door gebruik te maken van een doorvoerkanaal dat uitsluitend bedoeld is voor goederen, in dit geval waardemiddelen, wordt het voordeel verkregen dat de constructie die de verbinding tussen het voertuig en het gebouw moet realiseren relatief klein kan worden gehouden, een relatief geringe kost vertegenwoordigt en gemakkelijk te hanteren is. Ook kan het hierbij aangewende doorvoerkanaal gemakkelijk aan het voertuig worden aangebracht, zodat niet ieder betreffend gebouw dient te worden uitgerust met zulk doorvoerkanaal. Bij voorkeur zal gebruik worden gemaakt van een doorvoerkanaal in de vorm van een doorgeefluik of-sas waarmee een vrije verbinding tussen de laadruimte van het voertuig en een doorgang in de buitenmuur van het gebouw kan worden gerealiseerd. Op deze wijze kunnen de waardemiddelen gemakkelijk op een vlotte wijze doorgegeven worden van de laadruimte van het voertuig naar een ruimte in het gebouw, welke ruimte zieh ter plaatse van de doorgang in de muur bevindt. Het doorgeven, gebeurt bij voorkeur manueel tussen twee personen, respectievelijk een <Desc/Clms Page number 3> eerste persoon die zich in het voertuig bevindt en een tweede persoon die zich in het gebouw bevindt. Het is echter duidelijk dat het geheel ook gedeeltelijk of volledig kan geautomatiseerd zijn, zodat de waardemiddelen automatisch of semi-automatisch worden overgebracht tussen het voertuig en het gebouw of vice versa. Deze automatisatie kan zowel betrekking hebben op het aanbrengen van het doorvoerkanaal tussen het voertuig en het gebouw, als op de manipulatie van de waardemiddelen, zoals het aanbrengen van de waardemiddelen in het doorvoerkanaal, het doorvoeren van de waardemiddelen door het doorvoerkanaal en op het wegnemen van de waardemiddelen aan het andere uiteinde van het doorvoerkanaal. Een manueel bedienbaar systeem biedt evenwel het voordeel dat het goedkoop kan worden gerealiseerd, dat het weinig gevoelig is voor storingen en dat het doorgeven van de waardemiddelen in een minimum van tijd kan worden gerealiseerd. In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zal volgens de uitvinding een buisvormig doorvoerkanaal worden aangewend dat bij het voertuig behoort en dat tot op een bepaalde afstand kan worden uitgeschoven uit de wand van het voertuig, zodat het met het vrije uiteinde ter hoogte van een doorgang of opening in de buitenmuur van het gebouw tegen deze muur kan worden gepresenteerd. Dit heeft als voordeel dat uitsluitend de voertuigen met een doorvoerkanaal dienen te worden uitgerust, terwijl aan de gebouwen uitsluitend stations moeten worden voorzien met een doorlaatopening. Het is duidelijk dat deze doorlaatopening op passende wijze zal worden voorzien van afsluitmiddelen die toelaten dat deze doorlaatopening wordt <Desc/Clms Page number 4> afgesloten wanneer geen verbinding gemaakt wordt met een voertuig. In een bijzondere uitvoeringsvorm zal het transport geschieden met behulp van koffers of dergelijke die voorzien zijn van een zelfdestructiesysteem, waarbij deze koffers via het doorvoerkanaal worden doorgegeven tussen voertuig en gebouw, hetzij in de ene, hetzij in de andere richting. De inrichting volgens de uitvinding is daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in de combinatie van minstens één voertuig en minstens één station, ter plaatse van een gebouw, waar waardemiddelen dienen te worden afgeleverd of te worden opgehaald, en een doorvoerkanaal voor goederen waarmee een verbinding tussen het voertuig en het station kan worden gerealiseerd. Onder het begrip "station" dient in dit geval een plaats te worden verstaan waar de waardemiddelen via een doorgang in de wand aan een gebouw kunnen worden afgeleverd of worden opgehaald. Verder heeft de uitvinding ook betrekking op een voertuig voor het transporteren van waardemiddelen. De kenmerken hiervan zullen uit de verdere beschrijving blijken. Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een gebouw weergeeft, alsmede een voertuig voor het transport van waardemiddelen, waarbij dit geheel is voorzien van een inrichting volgens de uitvinding ; <Desc/Clms Page number 5> figuur 2 een zicht weergeeft gelijkaardig aan dit van figuur 1, voor een andere toestand ; figuur 3 schematisch en op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn 111-111 in figuur 2 ; figuur 4 schematisch in perspectief het doorvoerkanaal weergeeft dat in figuur 3 met pijl F4 is aangeduid, in uitgeschoven toestand ; figuur 5 een zicht weergeeft zoals dat van figuur 3, voor een andere stand. Zoals weergegeven in de figuren heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 1 voor het transporteren van waardemiddelen 2, meer speciaal op een geheel dat tot dit doel is samengesteld uit, enerzijds, minstens één voertuig 3 en, anderzijds, minstens een station 4 ter plaatse van een gebouw 5, waar de waardemiddelen 2 dienen te worden afgeleverd of te worden opgehaald, alsmede uit een doorvoerkanaal 6 voor goederen waarmee een verbinding tussen het voertuig 3 en het station 4 kan worden gerealiseerd. Zoals weergegeven in de figuren, meer speciaal in de figuren 1, 3 en 5, is het doorvoerkanaal 6 bij voorkeur uitgevoerd in de vorm van een doorgeefluik of-sas, waarmee een verbinding kan worden gerealiseerd tussen een doorgang 7 in een zijwand 8 van het voertuig 3 en een doorgang 9 ter plaatse van het station 4, in het bijzonder in de wand 10 van het gebouw 5. In het weergegeven voorbeeld maakt dit doorvoerkanaal 6 deel uit van het voertuig 3, en wordt het gevormd door een uitschuifbare constructie die uit de zijwand 8 kan worden geschoven, zoals zichtbaar in figuren 4 en 5. <Desc/Clms Page number 6> Zoals schematisch in de figuren, en in het bijzonder in figuur 4, is afgebeeld, is het doorvoerkanaal 6 bij voorkeur buisvormig. Zoals afgebeeld, vertoont dit doorvoerkanaal 6 een vierkante of rechthoekige dwarsdoorsnede, wat vooral handig is in het geval dat de waardemiddelen 2 manueel moeten doorgegeven worden door het doorvoerkanaal 6. Praktisch zal het doorvoerkanaal 6, in het geval dat het bedoeld is voor koffers 11 of voor welbepaalde waardemiddelen 2, een dwarsdoorsnede vertonen die precies of nagenoeg overeenstemt met de buitenafmeting van zulke koffer 2 of van de betreffende waardemiddelen 2. Praktisch zal het doorvoerkanaal 6 bij voorkeur een doorsnede vertonen van maximaal 100 x 100 cm. Hierdoor wordt uitgesloten dat het geheel te zwaar en te moeilijk te manipuleren wordt. Het doorvoerkanaal 6 kan uit eender welk materiaal worden vervaardigd. Het is echter duidelijk dat stevige materialen, zoals metaal, en meer speciaal gewapende materialen, zoals gepantserd staal of aluminium, de voorkeur genieten. Het doorvoerkanaal 6 vertoont bij voorkeur een lengte van ongeveer 1, 5 meter ä 2 meter en is bij voorkeur uitschuifbaar tot buiten het voertuig tot op een afstand die minstens de helft hiervan bedraagt. Verder is dit doorvoerkanaal 6 zodanig ondersteund dat het vlot naar buiten kan worden geschoven en terug kan worden ingetrokken. In het voorbeeld is dit hiertoe, zoals <Desc/Clms Page number 7> schematisch afgebeeld, ondersteund door middel van rollen 12. De verplaatsing van het doorvoerkanaal 6 gebeurt in het weergegeven voorbeeld manueel, waardoor een eenvoudige opbouw mogelijk is, waarbij dure transportsystemen worden vermeden. Aan het uiteinde 13 dat bedoeld is om samen te werken met de laadruimte 14 van het voertuig 3 is het doorvoerkanaal 6 voorzien van een toegangsopening 15 die zich in de bovenwand 16 van het doorvoerkanaal 6 bevindt. De kopse zijde 17 is afgesloten. Aan het uiteinde 18 dat bedoeld is om samen te werken met het station 4 is een frontaal gesitueerde opening 19 aangebracht, die in dit geval afsluitbaar is, door middel van deuren 20 of een luik of dergelijke. Het station 4 bestaat in zijn eenvoudigste uitvoeringsvorm uit een ruimte 21 die zich achter de wand 10 bevindt, ter plaatse van de doorgang 9. Het is duidelijk dat in de praktijk deze doorgang 9 afsluitbaar is door middel van een luik of dergelijke. Volgens een niet weergegeven variante kan dit station 4 ook bestaan uit een geautomatiseerde inrichting waarin automatisch de via het doorvoerkanaal 6 afgeleverde waardemiddelen 2, al dan niet in koffers 11, kunnen worden opgenomen. Ook kan dit station 4 een inrichting bevatten om automatisch waardemiddelen 2, al dan niet aangebracht in koffers 11 of andere houders, in het doorvoerkanaal 6 aan te brengen. <Desc/Clms Page number 8> De inrichting 1 bevat in het weergegeven voorbeeld geleidingsmiddelen voor het juist positioneren van het voertuig 3 voor het gebouw 5, die in dit geval bestaan uit een mechanische geleiding, meer speciaal een rail 22 voor de wielen 23 van het voertuig 3. In een meer gesofistikeerde uitvoeringsvorm zou ook kunnen worden voorzien in een elektronisch geleidingssysteem dat aangeeft waar het voertuig 3 dient te worden geparkeerd. Het gebruik en de werking van de inrichting 1 kan eenvoudig uit de figuren worden afgeleid. Figuur 1 toont een voertuig 3 dat waardemiddelen 2 aan boord heeft en dat een gebouw 5, bijvoorbeeld een bankgebouw, nadert waar waardemiddelen 2 dienen te worden afgeleverd. Het voertuig 3 wordt hierbij met de doorgang 7 gepositioneerd voor de doorgang 9, op een vooropgestelde afstand van het gebouw 5, of een afstand die plus minus met deze vooropgestelde afstand overeenstemt, waarbij de bestuurder van het voertuig 3 hierin geholpen wordt door de aanwezigheid van de rail 22. Figuren 2 en 3 tonen het voertuig 3 in geparkeerde positie. In een volgende stap wordt het doorvoerkanaal 6 uitgeschoven door een persoon 24 die zich in het voertuig 3 bevindt, dit tot het uiteinde 18 samenwerkt met de doorgang 9, zoals zichtbaar in figuur 5. Een tweede persoon 25, in het gebouw 5, opent dan de deuren 20, zodat een doorgang gevormd wordt tussen de laadruimte 14 en de ruimte 21, waarna, zoals schematisch afgebeeld in figuur 5, waardemiddelen 2, bijvoorbeeld in koffers 11, die <Desc/Clms Page number 9> al dan niet voorzien zijn van een zelfdestructiesysteem, kunnen worden doorgegeven. Doordat het doorvoerkanaal 6 in een volledige afscherming naar de buitenomgeving voorziet, kunnen de waardemiddelen 2, veilig worden verplaatst tussen het voertuig 3 en het gebouw 5, of vice versa. Nadat de transactie is afgehandeld, worden de deuren 20 gesloten, wordt de doorgang 9 afgesloten door middel van het niet weergegeven luik en wordt het doorvoerkanaal 6 terug in het voertuig 3 binnengehaald. Het is duidelijk dat de inrichting 1, en in het bijzonder het doorvoerkanaal 6, in verschillende vormen kan worden verwezenlijkt. Zo bijvoorbeeld kan, zoals in de streeplijn in figuur 5 is afgebeeld, een verrolbare steun 26 in het doorvoerkanaal 6 zijn aangebracht, die het verplaatsen van de koffers 11 vergemakkelijkt. De inrichting kan met een zend- en ontvangstsysteem voor het realiseren van een communicatie tussen het voertuig 3 en het station 4 zijn uitgerust, hetzij om een wachtende persoon 25 in het gebouw 5 te verwittigen dat er een transport aankomt, hetzij om in het geval van een geautomatiseerd systeem een aantal bevelen door te geven tussen het voertuig 3 en het station 6. Opgemerkt wordt dat het doorvoerkanaal 6 ook telescopisch kan worden uitgevoerd, zodat het in ingeschoven toestand slechts weinig plaats inneemt. Het doorvoerkanaal 6 hoeft niet noodzakelijk een rechthoekige doorsnede te vertonen en kan in de plaats van <Desc/Clms Page number 10> horizontaal ook hellend staan opgesteld, eventueel met de bedoeling te verkrijgen dat men de waardemiddelen 2 door het hellende kanaal kan laten glijden. Tenslotte wordt ook opgemerkt dat het begrip "doorvoerkanaal"in de breedste zin dient te worden geïnterpreteerd, en dat in wezen dit kanaal ook kan bestaan uit uitsluitend een doorgang 7 in de zijwand 8 van het voertuig 3, een en ander zodanig dat het voertuig 3 met deze doorgang 7 onmiddellijk voor de doorgang 9 kan worden gepositioneerd. Volgens een niet weergegeven variante kan het doorvoerkanaal 6 ook uitschuifbaar zijn in twee richtingen, zodat het naar keuze aan de ene of andere zijde van het voertuig naar buiten kan worden geschoven. In dit geval geniet het de voorkeur dat dit doorvoerkanaal 6 een lengte heeft die overeenstemt of nagenoeg overeenstemt met de breedte van het voertuig 3. De kopse uiteinden van het doorvoerkanaal 6 kunnen in dat geval voor de afsluiting zorgen van de aldan aan weerszijden van het voertuig 3 aanwezige doorgangen 7. Het is echter duidelijk dat voor de afsluiting, volgens nog een andere variante, ook gebruik kan worden gemaakt van afzonderlijke luiken die geen deel uitmaken van het doorvoerkanaal 6. In het voorgaande geval bevindt de voornoemde toegangsopening 15 zich bij voorkeur in het midden van het doorvoerkanaal 6. Volgens nog een andere mogelijkheid kan het doorvoerkanaal 6 ook aan de achterzijde van het voertuig 3 worden aangebracht. <Desc/Clms Page number 11> In plaats van een klassiek kanaal 6 kan ook gebruik worden gemaakt van een constructie in de vorm van een sas. De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch de voornoemde werkwijze en inrichting, alsmede het hierbij aangewende voertuig kunnen in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uicvinding te treden.
Claims (20)
1. - Werkwijze voor het transporteren van waardemiddelen, meer speciaal geld en dergelijke, waarbij het transport gebeurt door middel van een voertuig (3) waarmee de waardemiddelen (2) worden afgeleverd en/of opgehaald aan één of meer gebouwen (5), daardoor gekenmerkt dat de waardemiddelen (2) tussen het voertuig (3) en een gebouw (5) worden overgebracht via een doorvoerkanaal (6) voor goederen dat tot dit doel tussen het voertuig (3) en het gebouw (5) wordt voorzien.
2.-Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van een doorvoerkanaal (6) in de vorm van een doorgeefluik of-sas waarmee een vrije verbinding tussen de laadruimte (14) van het voertuig (3) en een doorgang (9) in de wand (10) van het gebouw (5) wordt gerealiseerd.
3.-Werkwijze volgens conclusie l of 2, daardoor gekenmerkt dat een buisvormig doorvoerkanaal (6) wordt aangewend dat bij het voertuig (3) behoort en dat tot op een bepaalde afstand kan worden uitgeschoven, zodat het met het vrije uiteinde (18) ter hoogte van een doorgang (9) in de wand (10) van het gebouw (5) tot tegen deze wand (10) kan worden gepresenteerd.
4.-Werkwijze volgens conclusie l, 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat het transport geschiedt met behulp van koffers (11) of dergelijke die voorzien zijn van een zelfdestructiesysteem, waarbij deze koffers (11) via het doorvoerkanaal (6) worden doorgegeven tussen het voertuig
<Desc/Clms Page number 13>
(3) en het gebouw (5), hetzij in de ene, hetzij in de andere richting.
5.-Inrichting voor het transporteren van waardemiddelen, meer speciaal voor het verwezenlijken van de werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in de combinatie van minstens een voertuig (3) en minstens één station (4), ter plaatse van een gebouw (5), waar waardemiddelen (2) dienen te worden afgeleverd of te worden opgehaald, en een doorvoerkanaal (6) voor goederen waarmee een verbinding tussen het voertuig (3) en het station (4) kan worden gerealiseerd.
6.-Inrichting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het doorvoerkanaal (6) is uitgevoerd in de vorm van een doorgeefluik of-sas, dat toelaat dat waardemiddelen (2) vanuit de laadruimte (14) van het voertuig (3) hoofdzakelijk manueel kunnen worden doorgegeven naar het station (4), en vice versa.
7.-Inrichting volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat het doorvoerkanaal (6) één of meer van volgende eigenschappen vertoont : - dat het buisvormig is ; - dat het een rechthoekige dwarsdoorsnede vertoont ; - dat het een dwarsdoorsnede vertoont van maximaal
100 x 100 cm ; - dat het bestaat uit metaal ; - dat het bestaat uit een gewapende constructie.
8.-Inrichting volgens een van de conclusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat het doorvoerkanaal (6) uitschuifbaar is, hetzij uit een of meer zijwanden (8),
<Desc/Clms Page number 14>
respectievelijk achterwand, van het voertuig (3), hetzij uit de wand (10) van het gebouw (5) ter plaatse van het station (4).
9.-Inrichting volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat het doorvoerkanaal (6) door middel van rollen (12) of dergelijke wordt ondersteund en wordt geleid.
10.-Inrichting volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat het doorvoerkanaal (6) manueel uitschuifbaar
EMI14.1
is.
11.-Inrichting volgens een van de conclusies 5 tot 10, daardoor gekenmerkt dat het doorvoerkanaal (6) voorziet in een verbinding ter plaatse van een zijwand (8) van het voertuig (3).
12.-Inrichting volgens een van de conclusies 5 tot 11, daardoor gekenmerkt dat het doorvoerkanaal (6) gevormd wordt door-een constructie die aan het voertuig (3) aanwezig is.
13.-Inrichting volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat het doorvoerkanaal (6) aan het uiteinde (13) dat bedoeld is samen te werken met de laadruimte (14) van het voertuig (3) is voorzien van een toegangsopening (15) die zieh in de bovenwand (16) van het doorvoerkanaal (6) bevindt.
14.-Inrichting volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat het doorvoerkanaal (6) aan het uiteinde (18) dat bedoeld is samen te werken met het station (4) is voorzien van een frontaal gesitueerde opening (19), die bij
<Desc/Clms Page number 15>
voorkeur afsluitbaar is, bijvoorbeeld door middel van deuren (20).
15.-Inrichting volgens één van de conclusies 5 tot 11, daardoor gekenmerkt dat het doorvoerkanaal (6) aanwezig is aan het gebouw (5), en vanuit het gebouw (5) naar buiten uitschuifbaar is.
16.-Inrichting volgens één van de conclusies 5 tot 11, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van geleidingsmiddelen voor het juist positioneren van het voertuig (3) voor het gebouw (5).
17.-Inrichting volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de geleidingsmiddelen bestaan uit een mechanische geleiding, zoals een rail (22) voor een aantal wielen (23) van het voertuig (3).
18.-Inrichting volgens één van de conclusies 5 tot 17, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van een zend-en ontvangstsysteem voor het realiseren van een communicatie tussen het voertuig (3) en het station (4).
19.-Inrichting volgens één van de conclusies 5 tot 12, daardoor gekenmerkt dat het doorvoerkanaal (6) zich in dwarsrichting in het voertuig (3) bevindt en dat het aan twee tegenovereenliggende zijden van het voertuig (3) naar buiten kan worden uitgeschoven.
20.-Voertuig, meer speciaal voor het realiseren van de inrichting volgens een van de conclusies 5 tot 19, waarbij dit voertuig (3) is voorzien van een laadruimte (14) voor het transport van waardemiddelen (2), daardoor gekenmerkt dat het is uitgerust met een doorvoerkanaal (6), waarmee
<Desc/Clms Page number 16>
een verbinding voor het doorgeven van goederen kan worden gerealiseerd tussen de laadruimte (14) van het voertuig (3) en een doorgang (9) in de wand (10) van een gebouw (5).
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9800058A BE1011720A3 (nl) | 1998-01-27 | 1998-01-27 | Werkwijze en inrichting voor het transporteren van waardemiddelen en voertuig hierbij aangewend. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9800058A BE1011720A3 (nl) | 1998-01-27 | 1998-01-27 | Werkwijze en inrichting voor het transporteren van waardemiddelen en voertuig hierbij aangewend. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1011720A3 true BE1011720A3 (nl) | 1999-12-07 |
Family
ID=3891066
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9800058A BE1011720A3 (nl) | 1998-01-27 | 1998-01-27 | Werkwijze en inrichting voor het transporteren van waardemiddelen en voertuig hierbij aangewend. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1011720A3 (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2540573A (en) * | 2015-07-21 | 2017-01-25 | Berrill Gareth | A protective buffer |
EP3619693A4 (en) * | 2017-03-09 | 2021-03-17 | Smartmart, Inc. | AUTOMATED RETAIL ESTABLISHMENT |
Citations (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1647572A (en) * | 1925-11-30 | 1927-11-01 | Ralph L Macdonald | Shield for the protection of valuables during transfer |
US3507409A (en) * | 1968-04-24 | 1970-04-21 | Aldennis Gordon | Security apparatus |
DE2328811A1 (de) * | 1973-06-06 | 1975-01-09 | Guetler Fa Heinz P | Tresorzelle fuer geldtransportfahrzeuge |
FR2482533A1 (fr) * | 1980-05-16 | 1981-11-20 | Bertin Maurice | Agencement pour le transport de fonds |
EP0084916A1 (en) * | 1982-01-21 | 1983-08-03 | Staat der Nederlanden (Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie) | Protective transfer tunnel arrangement |
GB2194585A (en) * | 1986-09-03 | 1988-03-09 | Dimitrios Kolios | Security apparatus |
EP0418090A1 (en) * | 1989-09-13 | 1991-03-20 | James Francis Murphy | A transfer device |
FR2666773A1 (fr) * | 1990-09-17 | 1992-03-20 | Lorente Louis | Dispositif pour le transfert de fonds entre un vehicule blinde et un batiment. |
EP0484673A1 (de) * | 1990-10-12 | 1992-05-13 | Nukem GmbH | Transportfahrzeug |
DE29621496U1 (de) * | 1995-12-29 | 1997-02-13 | Apprich, Harry, 14974 Ludwigsfelde | Gepanzertes Geld- und Werttransportfahrzeug |
-
1998
- 1998-01-27 BE BE9800058A patent/BE1011720A3/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1647572A (en) * | 1925-11-30 | 1927-11-01 | Ralph L Macdonald | Shield for the protection of valuables during transfer |
US3507409A (en) * | 1968-04-24 | 1970-04-21 | Aldennis Gordon | Security apparatus |
DE2328811A1 (de) * | 1973-06-06 | 1975-01-09 | Guetler Fa Heinz P | Tresorzelle fuer geldtransportfahrzeuge |
FR2482533A1 (fr) * | 1980-05-16 | 1981-11-20 | Bertin Maurice | Agencement pour le transport de fonds |
EP0084916A1 (en) * | 1982-01-21 | 1983-08-03 | Staat der Nederlanden (Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie) | Protective transfer tunnel arrangement |
GB2194585A (en) * | 1986-09-03 | 1988-03-09 | Dimitrios Kolios | Security apparatus |
EP0418090A1 (en) * | 1989-09-13 | 1991-03-20 | James Francis Murphy | A transfer device |
FR2666773A1 (fr) * | 1990-09-17 | 1992-03-20 | Lorente Louis | Dispositif pour le transfert de fonds entre un vehicule blinde et un batiment. |
EP0484673A1 (de) * | 1990-10-12 | 1992-05-13 | Nukem GmbH | Transportfahrzeug |
DE29621496U1 (de) * | 1995-12-29 | 1997-02-13 | Apprich, Harry, 14974 Ludwigsfelde | Gepanzertes Geld- und Werttransportfahrzeug |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2540573A (en) * | 2015-07-21 | 2017-01-25 | Berrill Gareth | A protective buffer |
GB2540573B (en) * | 2015-07-21 | 2018-04-04 | Berrill Gareth | A protective buffer |
EP3619693A4 (en) * | 2017-03-09 | 2021-03-17 | Smartmart, Inc. | AUTOMATED RETAIL ESTABLISHMENT |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
AU7322798A (en) | Coin bin with locking lid | |
EP2567363B1 (de) | Vorrichtung zum zwischenspeichern von mindestens einem wertscheintransportbehälter | |
CA1076526A (en) | High security systems for protecting valuable or dangerous consignments from theft | |
US9242809B2 (en) | Method for transferring air cargo loading units, and transfer and screening system for carrying out said method | |
BE1011720A3 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het transporteren van waardemiddelen en voertuig hierbij aangewend. | |
US4452390A (en) | Portable security container | |
EP0157861A1 (de) | Überführungsvorrichtung für stückiges transportgut | |
WO2006029954A1 (de) | Sicherheitskoffer, sicherheitssystem und sicherheitskomplex | |
EP0857607B1 (en) | Device for transporting valuables | |
DE112022004386T5 (de) | Transporter-ladungsmanagementsystem | |
BE1011526A3 (nl) | Inrichting voor het beveiligen van waardetransporten. | |
EP2031567A2 (de) | System für eine geschlossene Bargeldlogistikkette | |
EP3467245B1 (de) | Sicherheitskassette, gesamtvorrichtung mit einer sicherheitskassette und verfahren zum handhaben von wertscheinen | |
EP2757536B1 (de) | Vorrichtung zum autonomen Transport von Geldkassetten zwischen dem Kassenbereich und dem Backoffice | |
DE10105553C1 (de) | Depositeinrichtung und Depositbehälter | |
DE102018127662A1 (de) | Passagierterminal zur Abfertigung von Passagieren und Gepäck und Verfahren zur Passagier- und Gepäckabfertigung in einem Passagierterminal | |
DE29615088U1 (de) | Einrichtung zum Übernehmen von Fahrzeugen in ein automatisiertes Lagersystem | |
FR2672551A1 (fr) | Dispositif de transport et de transfert de fonds ou autres valeurs. | |
GB2284798A (en) | Transferring valuables | |
DE10050543C2 (de) | Versandsystem | |
JPS5825486Y2 (ja) | 自動改札装置 | |
DE4437029A1 (de) | Multifunktions-Wertguttransportfahrzeug | |
NL8702444A (nl) | Kluis. | |
DE20017436U1 (de) | Gepanzerter Kleintransporter mit einer Einrichtung zu einer gesicherten Verwahrnahme von zu transportierenden Banknoten und/oder von Wertgegenständen | |
US20170096094A1 (en) | Mobile Coin Vault Clamp System |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Owner name: MERTENS JORIS GEORGES Effective date: 20000131 |