BE1011526A3 - Inrichting voor het beveiligen van waardetransporten. - Google Patents

Abstract

Inrichting voor het beveiligingen van waarde- transporten, meer speciaal geldtransporten, waarbij het transport gebeurt door middel van voertuigen (3), daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) hoofdzakelijk bestaat uit een constructie (2) in de vorm van een sas en/of gang voor personen, waarmee een afgeschermde verbinding kan worden gerealiseerd tussen zulk voertuig (3) en een gebouw (6).

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Inrichting voor het beveiligen van waardetransporten. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het beveiligen van waardetransporten, meer speciaal geldtransporten. 



  In het bijzonder heeft zij betrekking op transporten die gebeuren door middel van voertuigen. 



  Het is bekend dat, alhoewel voor dergelijke transporten beveiligde voertuigen worden aangewend, deze transporten nooit volledig veilig kunnen geschieden. Een zwak punt bij het transport bestaat uit het ogenblik waarop de begeleider van zulk voertuig dit laatste verlaat om de waardestukken, dikwijls geld, van het voertuig naar een gebouw, bijvoorbeeld een bankgebouw, te brengen. 



  De uitvinding beoogt een oplossing die hieraan verhelpt. 



  Hiertoe bestaat de uitvinding uit een inrichting voor het beveiligen van waardetransporten, meer speciaal geldtransporten, waarbij het transport gebeurt door middel van voertuigen, daardoor gekenmerkt dat de inrichting hoofdzakelijk bestaat uit een constructie in de vorm van een sas en/of gang voor personen, waarmee een afgeschermde verbinding kan worden gerealiseerd tussen zulk voertuig en een gebouw. 



  Het is duidelijk dat hierdoor een constructie wordt geboden die aan   één   uiteinde kan samenwerken met zulk voertuig, meer speciaal aan dit voertuig kan aansluiten ter plaatse van een deur of portier, en die aan haar andere uiteinde kan samenwerken met de gevel van het betreffende gebouw, 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 meer speciaal aan deze gevel kan aansluiten ter plaatse van een in deze gevel aanwezige deur of   los-en/of   laadopening. 



  Door middel van de voornoemde gang wordt bekomen dat de personen die de betreffende waardestukken laden of lossen tijdens de volledige duur van hun activiteit beschermd zijn, doordat zij van de omgeving zijn afgeschermd. 



  De constructie kan hierbij zodanig zijn uitgevoerd dat zij een volledige afscherming biedt tegen aanslagen of kan zodanig zijn uitgevoerd dat bij een eventuele dreigende aanslag de voornoemde personen minstens voldoende tijd hebben om zieh opnieuw in hun voertuig te begeven, dit alvorens de constructie mogelijk wordt vernield. 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de inrichting uitgerust met middelen die toelaten dat de verbinding minstens in twee toestanden kan worden gebracht, respectievelijk een toestand waarin een ten opzichte van de omgeving afgeschermde doorgang wordt verkregen tussen het voornoemde voertuig en het voornoemde gebouw, en een toestand waarin de voornoemde constructie een vrije doorgang voor het gebouw laat, voor voorbijgangers en dergelijke. Op deze wijze wordt bekomen dat het geheel, buiten de ogenblikken waarop de waardestukken of dergelijke door de gang en/of het sas worden gedragen, geen hinder vormt voor voorbijgangers. Dit is vooral nuttig in het geval dat de inrichting bedoeld is om te worden opgesteld op de stoep. 



  Bij voorkeur zal de voornoemde constructie aanpasbaar zijn aan de afstand tussen het voertuig en het gebouw, zodanig dat steeds een volledig afgeschermde verbinding kan worden 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 gerealiseerd, zelfs wanneer het voertuig niet steeds op exact dezelfde plaats wordt geparkeerd. 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de voornoemde constructie uitschuifbaar en/of verschuifbaar. Dit laat toe dat enerzijds, een aanpassing aan de voornoemde afstand mogelijk is, en, anderzijds, de constructie opzij kan worden geschoven, uit de weg van eventuele voorbijgangers. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat de voornoemde constructie uit telescopisch uitschuifbare delen, met als voordeel dat, enerzijds, een relatief grote afstand kan worden overbrugd, en, anderzijds, de constructie weinig plaats inneemt in ineengeschoven toestand. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zal de betreffende constructie aangebracht zijn aan het gebouw, alhoewel het volgens een variante niet uitgesloten is om de constructie aan het voertuig aan te brengen, of nog om de constructie op te bouwen uit verschillende delen die met elkaar kunnen samenwerken en respectievelijk aan het voertuig en het gebouw zijn aangebracht. 



  In het geval dat de constructie geïnstalleerd is ter plaatse van het gebouw, zal zij bij voorkeur aan de gevel van het gebouw bevestigd zijn of direct ervoor gemonteerd zijn en naar voren kunnen worden uitgeschoven. 



  Hierbij kan de voornoemde constructie zowel zijn uitgevoerd als een voorzetconstructie, als in de vorm van een constructie die minstens gedeeltelijk is ingebouwd in het gebouw, zodanig dat zij in ingeschoven toestand minstens gedeeltelijk verzonken is in de gevel van het betreffende gebouw. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Zoals verder uit de beschrijving zal blijken, kan volgens de uitvinding ook gebruik worden gemaakt van constructies die op een andere wijze omvormbaar of verplaatsbaar zijn dan de voornoemde uitschuifbare constructie, bijvoorbeeld constructies die horizontaal en/of verticaal verplaatsbaar, hetzij verschuifbaar, hetzij wentelbaar, zijn. 



  Volgens de uitvinding kan de inrichting worden voorzien van aandrijfmiddelen om de constructie te bewegen, waarbij deze aandrijfmiddelen er voor zorgen dat de constructie van een inactieve toestand in een toestand wordt gebracht waarbij een afgesloten verbinding voorhanden is tussen het portier van een voertuig en bijvoorbeeld de ingang van een gebouw. 



  Hierbij kan de inrichting uitgerust zijn met een afstandsbesturing voor de aandrijfmiddelen, die toelaat dat de aandrijfmiddelen worden bevolen bijvoorbeeld van uit het voertuig. 



  De inrichting zal hierbij bij voorkeur ook voorzien zijn van vergrendelingsmiddelen, waarmee de aandrijving en/of de beweegbare delen van de constructie minstens in de gebruikstoestand kunnen worden vergrendeld, zodat de constructie van buitenuit niet kan worden bewogen. 



  Uiteraard zouden de aandrijfmiddelen ook vanuit het gebouw kunnen worden aangestuurd, of worden aangestuurd door middel van een sensor die de aanwezigheid van het betreffende voertuig waarneemt. 



  Alhoewel het niet uitgesloten is om het sas en/of de gang uitsluitend uit zijwanden uit te voeren, geniet het de voorkeur dat de constructie wel overkoepeld is, zodanig dat 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 de personen die gebruik maken van het sas en/of de gang volledig afgeschermd zijn van de buitenomgeving. 



  Bij voorkeur is de constructie voorzien van gedeeltelijk of volledig doorzichtige wanden, bijvoorbeeld uit glas dat in een raamwerk gevat zit. Hierdoor kunnen de personen die gebruik maken van het sas eventuele verdachte toestanden of naderend onheil buiten het sas waarnemen. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zal de constructie vervaardigd worden uit inbraakremmende en/of beschuttende materialen, zoals gewapend of kogelvrij glas en/of kogelvrij aluminium. 



    Opgemerkt   wordt dat de uitvinding ook kan worden aangewend voor het beschermen van personen op zieh, om te verhinderen dat een aanslag op deze personen wordt gepleegd. Het voorste uiteinde van de gang kan dan aangepast zijn aan de vormgeving van personenwagens. 



  Het is duidelijk dat zulke constructie ook bijzonder geëigend is voor het erop aanbrengen van reclame. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een gebouw weergeeft, alsmede een transportvoertuig, waarbij aan het gebouw een inrichting volgens de uitvinding is aangebracht ; figuren 2 tot 4 verschillende stappen weergeven van de aanwending van de voornoemde inrichting ; 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 figuur 5 een variante van de inrichting van de uitvinding weergeeft. 



  Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 4 heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 1 voor het beveiligen van waardetransporten, welke tot dit doel bestaat uit een constructie 2 in de vorm van een sas en/of gang voor personen, waarmee een afgeschermde verbinding kan worden gerealiseerd tussen een voertuig 3, meer speciaal een portier 4 van dit voertuig 3, en de ingang 5 van een gebouw, bijvoorbeeld een bankgebouw 6. 



  In het weergegeven voorbeeld is de inrichting uitgevoerd uit tunnelvormige delen 7-8-9, waarvan het deel 7 vast is, terwijl de delen 8 en 9 telescopisch in- en uitschuifbaar zijn ten opzichte van het deel 7, zoals duidelijk blijkt uit de verschillende standen die in de figuren 1 tot 4 zijn afgebeeld. 



  De delen 8 en 9 zijn hierbij verschuifbaar in geleidingen 10 en 11 die in de stoep 12 zijn aangebracht. 



  In het voorbeeld zijn de delen 7-8-9 uitgevoerd in de vorm van een raamwerk, bijvoorbeeld uit metalen profielen 13, waarbij in dit raamwerk glazen wanden 14, meer speciaal uit gewapend en/of kogelvrij glas, geplaatst zijn. 



  De constructie 2 is ook overkoepeld, door middel van dakgedeelten 15 die in dit geval eveneens uit een raamwerk met glazen wanden 14 bestaan. 



  Opgemerkt wordt dat de hoogte van de constructie 2 bij voorkeur 2 ä 2, 5 meter bedraagt en bij voorkeur niet of slechts zeer weinig boven het voertuig 3 uitsteekt. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 Aan de voorzijde van het deel 9 kunnen beschermende strips 16 worden voorzien, die beletten dat het koetswerk van het voertuig 3 wordt beschadigd wanneer de constructie 2 tot tegen de zijwand van het voertuig 3 wordt uitgeschoven. 



  De inrichting 1 is eveneens uitgerust met aandrijfmiddelen 17 waarmee de constructie 2 kan worden bevolen, wat in dit geval betekent dat hiermee de delen 8 en 9 kunnen worden uitgeschoven en nadien terug worden ingeschoven. Deze aandrijfmiddelen 17, die slechts schematisch zijn afgebeeld, kunnen van willekeurige aard zijn en bestaan bijvoorbeeld uit tandlataandrijvingen die voorzien zijn van een elektrische motor. 



  Het geheel kan vanuit het voertuig 3 worden bevolen door middel van een afstandsbesturing 18. 



  Het gebruik en de werking van de inrichting 1 kan eenvoudig uit de figuren worden afgeleid. 



  In rusttoestand is de constructie 2 ingeschoven zoals in figuur   1,   waardoor een vrije doorgang over de stoep 12 voor voorbijgangers bestaat. 



  Wanneer zoals in figuur 2 het voertuig 3 voor het gebouw 6 is geparkeerd, of eventueel kort daarvoor, worden via de afstandsbesturing 18 de aandrijfmiddelen 17 ingeschakeld, waardoor de delen 8 en 9 uitschuiven, dit tot de stand van figuur 3 wordt bereikt. Op dat ogenblik kan de constructie 2 vergrendeld worden zodat zij van buitenuit niet kan worden ingeschoven. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 Vervolgens kan het portier 4 geopend worden en kan het laden en/of lossen op beveiligde wijze via het aldus gevormde sas geschieden. 



  Nadat deze handeling voltrokken is, wordt het portier 4 gesloten en kan het voertuig 3 wegrijden, dit nadat de aandrijfmiddelen 17 zodanig werden geactiveerd dat de constructie 2 van de toestand van figuur 4 opnieuw in de toestand van figuur 1 wordt gebracht. 



  In figuur 5 is een variante weergegeven waarbij het geheel gevormd door de delen 7-8-9 in de plaats van in de vorm van een voorzetconstructie is uitgevoerd in de vorm van een constructie 2 die in ingeschoven toestand volledig is verzonken in de gevel van het gebouw 6. In dit geval is het deel 7 ook uitschuifbaar uit de gevel, over geleidingen 19. 



  Het is duidelijk dat de uitvinding zieh niet beperkt tot het in de figuren weergegeven uitschuifsysteem doch dat ook andere uitvoeringsvormen mogelijk zijn. 



  Zo bijvoorbeeld kan de voornoemde constructie worden uitgevoerd als een gang met een vaste basisconstructie met zijwanden, bijvoorbeeld in de vorm van schuifdeuren, die kunnen worden open gemaakt voor de doorgang van voorbijgangers. 



  Volgens nog een andere mogelijkheid zal de constructie worden uitgevoerd als een gang met zijwanden en eventueel een dak, waarvan de zijwanden, of eventueel de volledige constructie, kunnen worden op en neer bewogen, zodanig dat in de neergelaten positie een afgeschermde verbinding wordt bekomen, terwijl in de opgehaalde positie een vrije 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 doorgang voor de voorbijgangers onder de constructie ontstaat. 



  Tevens kan de constructie 2 worden uitgevoerd in de vorm van een sas dat men bij niet gebruik in de grond kan laten zakken. 



  Volgens nog een mogelijkheid kan gebruik worden gemaakt van een tunnelvormige constructie die in haar geheel naar voren uit het gebouw of naar buiten uit het voertuig kan worden geschoven, bijvoorbeeld tot het vrije voorste uiteinde daarvan in contact komt met respectievelijk het voertuig of de gevel van het gebouw. 



  Volgens nog een andere mogelijkheid zal de constructie bestaan uit opvouwbare of wegklapbare delen, bijvoorbeeld in de vorm van een harmonica of in de vorm van tegen de wand van het gebouw wegklapbare delen. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke inrichting kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

1. Conclusies.

   1. - Inrichting voor het beveiligingen van waardetransporten, meer speciaal geldtransporten, waarbij het transport gebeurt door middel van voertuigen (3), daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) hoofdzakelijk bestaat uit een constructie (2) in de vorm van een sas en/of gang voor personen, waarmee een afgeschermde verbinding kan worden gerealiseerd tussen zulk voertuig (3) en een gebouw (6).

   2.-Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij is uitgerust met middelen die toelaten dat de verbinding minstens in twee toestanden kan worden gebracht, respectievelijk een toestand waarin een ten opzichte van de omgeving afgeschermde doorgang wordt verkregen tussen het voornoemde voertuig (3) en het voornoemde gebouw (6), en een toestand waarin de voornoemde constructie (2) een vrije doorgang voor het gebouw (6) laat, voor voorbijgangers en dergelijke.

   3.-Inrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde constructie (2) aanpasbaar is aan de afstand waarop zulk voertuig (3) zieh voor het gebouw (6) plaatst.

   4.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde constructie (2) uitschuifbaar en/of verschuifbaar is.

   5.-Inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde constructie (2) bestaat uit telescopisch uitschuifbare delen (7-8-9). <Desc/Clms Page number 11> 6.-Inrichting volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de uitschuifbare en/of verschuifbare delen (7-8-9) beweegbaar zijn langs in of aan de grond aangebrachte geleidingen (10-11-19).

   7.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde constructie (2) is aangebracht aan het gebouw (6).

   8.-Inrichting volgens conclusies 4 en 7, daardoor gekenmerkt dat de constructie (2) is aangebracht aan de gevel van het gebouw (6) en naar voren kan worden uitgeschoven.

   9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de constructie (2) is uitgevoerd als een voorzetconstructie.

   10.-Inrichting volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de constructie (2) minstens gedeeltelijk is ingebouwd in het gebouw (6), zodanig dat zij in ingeschoven toestand minstens gedeeltelijk verzonken is in de gevel van dit gebouw (6).

   11.-Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de constructie (2) is aangebracht aan het voertuig (3).

   12.-Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van aandrijfmiddelen (17) om de constructie (2) te bewegen.

   13.-Inrichting volgens één van de conclusies 7 tot 10 en volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat zij is <Desc/Clms Page number 12> voorzien van een afstandsbesturing (18) voor de aandrijfmiddelen (17), die toelaat dat de aandrijfmiddelen (17) worden bevolen bijvoorbeeld van uit het voertuig (3).

   14.-Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het sas en/of de gang overkoepeld is.

   15.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de constructie (2) is voorzien van doorzichtige wanden (14), bij voorkeur uit glas.

   16.-Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de constructie (2) is vervaardigd uit inbraakremmende en/of beschuttende materialen, zoals gewapend of kogelvrij glas en/of kogelvrij aluminium.

   17.-Inrichting volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de constructie (2) in één van volgende vormen is uitgevoerd : - als een gang met een vaste basisconstructie, doch met zijwanden die kunnen worden open gemaakt voor de doorgang van voorbijgangers ; - als een gang met zijwanden en eventueel een dak, waarvan de zijwanden of eventueel de volledige constructie kunnen, respectievelijk kan worden op en neer bewogen, zodanig dat in de neergelaten positie een afgeschermde verbinding wordt bekomen, terwijl in de opgehaalde positie een vrije doorgang voor de voorbijgangers onder de constructie ontstaat.

   - als constructie bestaande uit opvouwbare of weg- klapbare delen, bijvoorbeeld in de vorm van een harmonica of in de vorm van tegen de wand van het gebouw wegklapbare delen ; <Desc/Clms Page number 13> - als een constructie die in de grond kan worden neergelaten.