<Desc/Clms Page number 1>
VERDEELINSTALLATIE VOOR STUKGOEDEREN.
De uitvinding heeft betrekking op een verdeelinstallatie voor stukgoederen met een bedieningsinrichting en naast en/of boven elkaar gelegen vakken waarin de te verdelen, te bestellen of te selecteren stukgoederen kunnen gerangschikt worden, waarbij via bovenvermelde inrichting bestuurbare transportmiddelen voorzien zijn die toelaten een besteld of geselecteerd stukgoed vanuit de uitgang van een specifiek vak naar een afgifteloket over te brengen.
In de meeste traditionele verdeelinstallaties van deze aard worden de stukgoederen in evenwijdige rijen achter elkaar in genoemde vakken opgesteld. Wanneer een bepaald stukgoed uit een van de vakken geselecteerd wordt en dus naar het afgifteloket dient overgebracht te worden, geschiedt dit door een duwer, die zich achter het laatste in dit vak ondergebracht stukgoed bevindt, te drukken tegen dit stukgoed en te verplaatsen over een afstand overeenstemmend met deze die door een stukgoed ingenomen wordt opdat aldus het eerste stukgoed van de rij uit het vak zou gestoten worden om dan door genoemde transportmiddelen naar het afgifteloket gebracht te worden.
Afhankelijk van de vorm en de aard van deze stukgoederen kunnen zich op deze manier bepaalde problemen stellen.
Inderdaad, indien het bijvoorbeeld stukgoederen betreft die relatief gemakkelijk vervormbaar zijn, zoals zakjes met losse blokjes snoepgoed of met korrelvormige produkten, of die reep- of schijfvormig zijn, zodat ze gemakkelijk over elkaar kunnen schuiven, bestaat het risico dat, bij het drukken bij middel van de duwer, op het
<Desc/Clms Page number 2>
achterste gelegen stukgoed, sommigen ervan over elkaar schuiven of samengedrukt worden waardoor meerdere stukgoederen ineens in het afgifteloket terecht komen.
De uitvinding heeft hoofdzakelijk tot doel een belangrijke verbetering voor te stellen die op zeer eenvoudige wijze op dergelijke bekende verdeelinstallaties toegepast kan worden voor het oplossen van bovenvermeld probleem en dit totaal onafhankelijk van de aard en vorm van het naar het afgifteloket te verplaatsen stukgoed.
Aldus wordt, volgens de uitvinding, een transportband gemonteerd in desbetreffende vakken die rechtstreeks of onrechtstreeks bestuurd wordt vanaf de bedieningsinrichting en die toelaat de stukgoederen telkens één na één te brengen naar bovengenoemde transportmiddelen.
Volgens de uitvinding betreft het hier meer bepaald een transportband die de bodem vormt van desbetreffend vak en waarop de stukgoederen geplaatst kunnen worden.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding worden genoemde vakken onderling van elkaar gescheiden door tussenschotten waarin een aandrijfmechanisme voor de aan één van zijn zijden aanliggende transportband voorzien is.
In een meer specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat genoemd aandrijfmechanisme een stapsgewijs verplaatsbare, kabel- of kettingoverbrenging welke evenwijdig aan de transportband beweegbaar is, waarbij tussen deze overbrenging en de transportband een meeneemorgaan voorzien is dat vast is op de transportband en toelaat aan deze laatste op een synchrone manier een zelfde beweging op te leggen als aan genoemde overbrenging.
In de hierboven genoemde bestaande verdeelinstallaties wordt dit meeneemorgaan gevormd door de duwer die, volgens de uitvinding, vast gemonteerd is op de transportband zodat, deze laatste in dit geval beweegt op vrijdraaiende rollen.
<Desc/Clms Page number 3>
De uitvinding heeft verder nog betrekking op een verdeelinstallatie waarvan de bedieningsinrichting een betaalautomaat bevat en waarvan de vakken voor de te bestellen of te selecteren stukgoederen al dan niet uitgerust zijn met bovenvermelde transportband.
Bij de meeste verdeelinstallaties met een betaalautomaat stelt zich het probleem dat het reservoir voor de inkomende munstukken zeer frequent dient geledigd te worden, terwijl dit bestemd voor de teruggave van retourmunten op zijn beurt zeer regelmatig dient aangevuld te worden.
Bij verdeelinstallaties waarvan zeer intens gebruik gemaakt wordt zijn dit dan ook zeer tijdrovende bewerkingen.
De uitvinding heeft ondermeer tot doel aan dit belangrijk nadeel en dit op een relatief eenvoudige wijze te verhelpen door een verdeelinstallatie voor stukgoederen voor te stellen waarvan de betaalautomaat uitgerust is met een met een muntproever samenwerkende ontvanger voor inkomende munstukken die aansluit, enerzijds, op een in verschillende compartimenten onderverdeelde hopper en, anderzijds, op een retourbak voor door de muntproever niet geaccepteerde muntstukken, welke muntproever van middelen voorzien is om de geaccepteerde muntstukken, soort per soort, gescheiden te leiden naar de verschillende hierboven vermelde compartimenten van de hopper, waarbij verder sturingsmiddelen voorzien zijn die toelaten het totaal ontvangen bedrag aan muntstukken en eventueel bankbiljetten, die afzonderlijk via een bankbiljettenlezer in de betaalautomaat gebracht worden,
te vergelijken met een kredietbedrag, overeenstemmend met de waarde van de bestelde stukgoederen, en het eventueel overblijvend saldo via de hopper naar een guichet te retourneren.
De uitvinding heeft tenslotte nog betrekking op een belangrijke verbetering ter hoogte van het afgifteloket van een verdeelinstallatie voor stukgoederen met een bedieningsinrichting en naast en/of boven elkaar gelegen
<Desc/Clms Page number 4>
vakken waarin de beschikbare te selecteren stukgoederen gerangschikt kunnen worden, waarbij via bovenvermelde inrichting bestuurbare transportmiddelen voorzien zijn die toelaten een geselecteerd stukgoed vanuit één van genoemde vakken naar een afgiftelokt over te brengen in een opvangbak.
Deze verbetering is gekenmerkt door het feit dat middelen voorzien zijn die toelaten een geselecteerd stukgoed vanaf de opvangbak in het afgifteloket over te brengen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is een soepele band voorzien tussen twee tegenoverliggende randen van de opvangbak, welke, in een eerste stand, een holle ruimte in de opvangbak bepaalt waarin een geselecteerd stukgoed terechtkomt en, in een tweede stand, in een schuin vlak tussen de twee genoemde randen opgespannen is, en dit zodanig dat desbetreffend stukgoed automatisch in het afgifteloket geleid wordt.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een specifieke uitvoeringsvorm van een verdeelinstallatie volgens de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte niet van de uitvinding ; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een schematisch vooraanzicht, met gedeeltelijke doorsnede van een specifieke uitvoeringsvorm van een verdeelinstallatie, volgens de uitvinding, voor stukgoederen.
Figuur 2 is, op grotere schaal, een doorsnede volgens de lijn 11-11 van figuur 1.
Figuur 3 is, eveneens op grotere schaal, een vooraanzicht van een belangrijk onderdeel van deze specifieke uitvoeringsvorm van een verdeelinstallatie volgens de uitvinding.
<Desc/Clms Page number 5>
Figuur 4 is een schematisch detailaanzicht van bepaalde elementen van het onderdeel volgens figuur 3.
Figuur 5 is een blokschema van het in figuur 3 voorgesteld onderdeel.
Figuren 6 tot 10 zijn zeer schematische voorstellingen van de werking van een bijzondere uitvoeringsvorm van een ander belangrijk onderdeel van de verdeelinstallatie volgens de uitvinding.
In deze verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.
De uitvinding betreft een verdeelinstallatie voor stukgoederen met een bedieningsinrichting 1 en een uitstalraam 2 waarin de te verdelen, te bestellen of te selecteren stukgoederen 3 in, naast en boven elkaar gelegen vakken 4 gerangschikt kunnen worden. Een dergelijke installatie wordt meestal een automatische winkel genoemd.
Deze laat de klanten toe onder de in het uitstalraam 2 tentoongestelde stukgoederen 3 een keuze te maken via b. v. een toetsenbord la en een scherm 1b van de bedieningsinrichting 1 welke een betaalautomaat 5 bevat waarin de klanten het vereiste geld kunnen inbrengen voor de geselecteerde stukgoederen 3. Nadat de betaling verricht is worden deze geselecteerde stukgoederen dan automatisch naar een afgifteloket 6 overgebracht waar de klant over de goederen kan beschikken. Het betreft hier dus in feite een zelfbedieningswinkel welke alleen verschilt van de klassieke zelfbedieningswinkel door het feit dat, volgens de uitvinding, de gekozen produkten automatisch aan een afgifteloket afgeleverd worden en ook de betaling geschiedt zonder dat enig personeelslid vereist
EMI5.1
is.
Het volstaat enkel dat de vakken 4 van het uitstalraam 2 steeds voldoende bevoorraad zijn met stukgoederen 3.
Een belangrijk kenmerk van de uitvinding is dat minstens in bepaalde vakken, waarin bijvoorbeeld vervormbare stukgoederen ondergebracht worden, een
<Desc/Clms Page number 6>
transportband 7 gemonteerd is die rechtstreeks of onrechtstreeks bestuurd wordt vanaf de bedieningsinrichting 1 en die toelaat desbetreffende stukgoederen 3 één na één te leiden naar de uitgang 8 van het vak 4, en van daaruit naar transportmiddelen, die toelaten een besteld of geselecteerd stukgoed 3 vanuit deze uitgang 8 naar het afgifteloket 6 over te brengen.
Deze transportmiddelen kunnen van zeer uiteenlopende aard zijn en kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een robot, die het stukgoed dat zieh aan de uitgang 8 presenteert in een korf opvangt en naar het afgifteloket 6 brengt of door een andere transportband, zoals de in de figuren 1 en 2 voorgestelde transportband 9, die zieh op hetzelfde niveau als de transportband 7 bevindt en dwars ten opzichte van deze laatste langs de uitgang 8 van de verschillende vakken 4 naar het afgifteloket 6 beweegbaar is. In de uitvoeringsvorm, zoals voorgesteld werd in bijgaande figuren, strekt de transportband 7 zieh uit langs de bodem 10 van de vakken 4 zodat de stukgoederen 3 boven op de transportband 7 geplaatst kunnen worden.
Aldus wordt, bij het bewegen van de transportband 7 in de richting van de uitgang 8 van een bepaald vak 4, zoals aangeduid door pijl 11, geen druk meer uitgeoefend op het laatste stukgoed door een zogenoemde duwer, zodat de stukgoederen, tijdens desbetreffende verplaatsing, hun relatieve plaats ten opzichte van elkaar behouden.
Dit heeft dan ook als gevolg dat het volstaat de stukgoederen, volgens de richting van pijl 11 na elkaar op de transportband 7 een plaats toe te kennen waarvan de afmeting volgens de lengterichting van de transportband 7 steeds dezelfde is. Wanneer een bepaald stukgoed aan de uitgang van een bepaald vak dient genomen te worden, volstaat het dus de transportband 7 over een constante afstand, overeenstemmend met genoemde afmeting, te verplaatsen en wordt er dus steeds één en één enkel stukgoed vanuit het beschouwde vak afgegeven.
<Desc/Clms Page number 7>
De verschillende vakken 4 zijn onderling van elkaar gescheiden door tussenschotten 12 waarin een aandrijfmechanisme 13 voor de aan één van de zijden aanliggende transportband 7 voorzien is.
Meer bepaald, in de specifieke uitvoeringsvorm van bijgaande figuren, bevat het aandrijfmechanisme een stapsgewijs verplaatsbare kabeloverbrenging 13 die evenwijdig aan de transportband 7 beweegbaar is en waarop een meeneemorgaan 14 voorzien is dat vast is op de transportband 7. Aldus laat dit meeneemorgaan 14 toe aan de transportband 7 op een synchrone manier eenzelfde beweging op te leggen als deze die de kabeloverbrenging 13 ondergaat.
Volgens de uitvinding kan de transportband 7 in de vakken 4 van op zichzelf bekende verdeelinstallaties voor stukgoederen losneembaar gemonteerd worden, zonder dat nagenoeg enige wijziging aan deze installaties dient aangebracht te worden. In principe komt het er in feite op neer de duwer van de bestaande installaties in zijn volledig achteruit geschoven stand vast te zetten op de transportband 7 zodanig dus, wanneer deze duwer aangedreven wordt, automatisch de transportband 7 in beweging komt en deze het geheel van de stukgoederen, die zich op deze laatste bevinden, naar de uitgang 8 verplaatst zonder dat deze een druk in de richting van pijl 11 dienen te ondergaan. De op zichzelf bekende duwer vormt dus, in dit geval, het meeneemorgaan 14.
Een ander belangrijk onderdeel van de verdeelinstallatie, volgens de uitvinding, heeft betrekking op de betaalautomaat 5 en kan al dan niet samen met de in de vakken 4 aangedreven transportband 7 toepast worden.
Figuur 3 is een vooraanzicht van de bedieningsinrichting 1 waarin de betaalautomaat 5 ingebouwd
EMI7.1
is.
Figuur 4 is een vooraanzicht van deze betaalautomaat 5 waarin schematisch, meer in detail,
<Desc/Clms Page number 8>
bepaalde onderdelen voorgesteld werden van desbetreffende betaalautomaat.
Figuur 5 is een blokschema dat toelaat de werking van de betaalautomaat te illustreren.
De betaalautomaat 5 laat verschillende betalingswijzen toe. Aldus is het mogelijk zowel met betaalkaarten, munstukken als bankbiljetten betalingen te verrichten.
In figuur 3 wordt bovenaan rechts een toetsenbord 15 met erboven een gleuf 16 voor een betaalkaart voorzien. Onder dit toetsenbord 15 bevindt zich een inworpgleuf 17 voor munstukken met daarnaast een retourknop 18 die toelaat, de aankoop af te sluiten en het teveel betaalde bedrag via een retourguichet 19 te recupereren.
Tussen de inworpgleuf 17 en het retourguichet 19 bevinden zich nog een gleuf 20 voor het inbrengen van bankbiljetten en een gleuf 21 voor het ticket met de afrekening van de gekochte goederen.
Zoals voorgesteld werd op figuur 4 sluit de inworpgleuf 17 aan op een muntontvanger 22 met ingebouwde niet voorgestelde muntproever die toelaat enerzijds de niet-geaccepteerde munststukken rechtstreeks naar het retourguichet 19 te leiden doorheen een daartoe voorzien kanaal 23 en, anderzijds, de verschillende muntssoorten te indentificeren en in afzonderlijke in de ontvanger 22 voorziene sorteerhokjes 24 tot 27 onder te brengen.
Indien voor bepaalde soorten muntstukken geen afzonderlijk sorteerhokje voorzien is, komen deze terecht in eenzelfde sorteerhokje 24 en worden deze geleid naar een zogenoemde verzamelkassa 30, via een buisvormig kanaal 31 zoals eveneens schematisch voorgesteld werd in figuur 5.
In deze figuur wordt een betaalautomaat 5 voorgesteld met een ontvanger 22 waarin vier sorteerhokjes 26 tot 29 voorzien zijn voor vier muntsoorten die afzonderlijk kunnen ingezameld worden in deze ontvanger. Volgens de uitvinding sluiten elk van deze sorteerhokjes 26
<Desc/Clms Page number 9>
tot 29 rechtstreeks aan op een overeenkomstige hopper 32 tot 35 via hiertoe voorziene geleidingskanalen 36 tot 39.
Tenslotte, is in de ontvanger 22 nog een afzonderlijk sorteerhokje 25 voorzien voor de niet geaccepteerde muntstukken die rechtstreeks via een kanaal 40 naar het retourguichet 19 geleid worden.
Verder zijn op zichzelf bekende sturingsmiddelen voorzien die toelaten het totaal ontvangen bedrag aan muntstukken en eventueel bankbiljetten te vergelijken met het kredietbedrag overeenstemmend met de waarde van de bestelde stukgoederen en het eventueel overblijvend saldo via genoemde hoppers naar het retourgichet 19 over te brengen.
In figuur 5 worden door de rechthoek 41 deze middelen schematisch aangeduid die toelaten het betaalde bedrag te vergelijken met het kredietbedrag. Deze middelen worden gestuurd vanaf de ontvanger 22 waarin een niet voorgestelde rekeneenheid ingebouwd is. Indien door genoemde vergelijking een positief saldo overblijft wordt door een stuureenheid 42 opdracht gegeven aan de hoppers dit saldo naar het retourguichet 19 af te geven. Hierbij wordt er automatisch voor gezorgd dat er een minimum aantal munten gebruikt worden voor het terugbetalen van dit saldo.
Dankzij het feit dat de hoppers rechtstreeks gevoed worden door inkomende muntstukken dienen deze laatste veel minder frequent bijgevuld te worden dan bij de bestaande betaalautomaten, waar een dergelijke verbinding niet bestaat en men dus verplicht is alle munten van de ontvanger 22 naar de verzamelkasse 30 over te brengen.
Deze laatste dient dan ook veelvuldig geledigd te worden, waarbij de muntstukken afkomstig van deze verzamelkassa per soort manueel in de verschillende hoppers dienen overgebracht te worden.
Tenslotte heeft de uitvinding nog betrekking op een wezenlijke verbetering ter hoogte van het afgifteloket 6.
<Desc/Clms Page number 10>
Inderdaad bij de meeste bestaande installaties van dit type wordt het afgifteloket gevormd door een opvangbak waarmee het geselecteerd stukgoed vanaf de vakken, waarin het gestockeerd is, aangebracht wordt. Aldus dient de klant, in dit geval, zelf rechtstreeks met de hand het bestelde stukgoed uit de opvangbak te nemen. Dit is niet volledig risicoloos aangezien de hand hierdoor in contact kan komen met bepaalde beweegbare delen van de transportmiiddelen van de verdeelinstallatie.
Volgens de uitvinding wordt aan dit probleem volledig verholpen door middelen te voorzien die toelaten een geselecteerd stukgoed 3 vanaf een opvangbak 43 in een afzonderlijk afgifteloket 6 over te brengen dat zich volledig buiten genoemde gevarenzone bevindt.
Een concrete uitvoeringsvorm van deze middelen wordt geïllustreerd in bijgaande figuren 6 tot 10, die een schematische doorsnede voorstellen ter hoogte van het loket 6 van de verschillende stadia van het overbrengen naar dit laatste, via een opvangbak 43, van een door een klant geselecteerd stukgoed 3 vanaf een rek 4, dat dus als één van de bovenvermelde voorraadvakken kan beschouwd worden.
In deze opvangbak 43 is een soepele band 44 voorzien die tussen twee tegenover liggende randen 45 en 46 bevestigd
EMI10.1
is.
In een eerste stand, zoals o. m. voorgesteld werd in figuur 6, vormt deze band 44 een holle ruimte waarin het geselecteerd stukgoed 3 terecht komt.
De opvangbak 43 is draaibaar gemonteerd om een as 47, zodanig dat het stukgoed 3, in een volgende stap, zoals voorgesteld werd in figuur 7, een wentelbeweging om deze as kan ondergaan volgens pijl 48.
In een volgende stap, zoals voorgesteld werd in figuur 8, wordt de soepele band 44 opgespannen in een schuin vlak tussen de twee randen 45 en 46 dat, door het feit dat de rand 45 hoger is dan de rand 46, helt naar het afgifteloket 6 toe, met als gevolg dat desbetreffend
<Desc/Clms Page number 11>
stukgoed 3 automatisch in het afgifteloket glijdt, zoals voorgesteld werd in figuur 9.
De soepele band 44 is bij voorkeur gevormd door een net of doek dat op diverse manieren opgespannen kan worden zoals bijvoorbeeld door het op te rollen op een buismotor, zoals schematisch aangeduid door referentie 49 op de figuren en waarvan de as samenvalt met de wentelingsas 47 van de opvangbak 43 zelf. Tijdens deze verschillende bewerkingen blijft de toegang 56 tot het afgifteloket 6 voor het uitnemen van het stukgoed 3 afgesloten, zoals duidelijk zichtbaar is op de figuren 6 tot 9, terwijl het dus toegang verschaft tot de opvangbak 43.
Nadat het stukgoed terechtgekomen is in het afgifteloket 6 wordt dit laatste geopend voor het uitnemen van het afgeleverd stukgoed 3 en wordt automatisch de toegang 54 tot de opvangbak 43 afgesloten, zoals duidelijk voorgesteld werd op figuur 10. Op deze manier wordt dus alle toegang tot de opvangbak 43 en dus de gevarenzone verhindert.
In deze specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat het afgifteloket uit een rechthoekvormig reservoir met een driehoekvormige dwarsdoorsnede dat scharnierbaar is om een as 50 tussen twee uiterst standen, waarbij, in één stand, zoals voorgesteld werd in de figuren 6 tot 9, één van de langswanden 51 naar binnen gericht is en de andere tegenoverliggende langswand 52 aansluit tegen een schuin ingestelde aan de buitenwand van de verdeelinstallatie voorziene vaste klep 53. Op deze manier is dus het reservoir van het loket 6 open aan de zijde van de opvangbak 43 en gesloten aan de buitenzijde van de verdeelinstallatie.
Door vervolgens dit reservoir te doen wentelen om zijn as 50, in de zin van pijl 55, wordt de toegang 54 door deze wand 51 volledig afgesloten en wordt tegelijkertijd, door het naar buiten wentelen van de wand 52, de toegang 56 tot het loket of de reservoir 6 mogelijk.
<Desc/Clms Page number 12>
Zij nog vermeld dat deze verbeteringen aan het uitgifteloket niet noodzakelijk dienen toegepast te worden in combinatie met bovenvermelde transportbanden 7 en 9 en/of betaalautomaat 5 maar dat dit eveneens voorzien kan worden in andere al dan niet bestaande verdeelinstallaties.
Aangezien de verschillende samenstellende onderdelen van de betaalautomaat, zoals de ontvanger met de muntproever, de hoppers, de middelen voor de vergelijking van het betaalde bedrag met het kredietbedrag en deze voor de opdracht tot terugbetaling van het eventueel positief saldo op zichzelf bekend zijn, werd het niet nodig geacht deze in detail te beschrijven.
De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en binnen het raam van de uitvinding kunnen meerdere veranderingen overwogen worden, onder meer wat betreft de aandrijving van de transportband 7 alsook de transportmiddelen 9 die toelaten een besteld of geselecteerd goed vanaf de uitgang van een specifiek vak 8 naar het afgifteloket 6 te brengen. Zo kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van een robot die via de bedieningsinrichting 1 verplaatsbaar is langsheen de verschillende vakken 4. Aldus kan de opvangbak 43 deel uitmaken van een dergelijke robot of andere transportmiddelen en verplaatsbaar zijn langs de vakken 4.