BE1010978A3

BE1010978A3 - Testapparaat voor voertuigkoplampen.

Info

Publication number: BE1010978A3
Application number: BE9700710A
Authority: BE
Original assignee: Hella Kg Hueck & Co
Priority date: 1996-09-09
Filing date: 1997-09-01
Publication date: 1999-03-02
Also published as: DE19636520A1; DE19636520C2

Abstract

Testapparaat voor voertuigkoplampen, met een optische kast, die aan haar naar de voertuigkoplamp gerichte einde een verzamellens vertoont, waarachter, binnenin de optische kast, loodrecht op de optische as van de verzamellens een testscherm is aangebracht, waarbij in het straalverloop van de verzamellens een laserstraal van een laser kan worden ingebracht, die op een oppervlak van de voertuigkoplamp kan worden geprojecteerd. Werkwijze voor het uitrichten van een testapparaat voor voertuigkoplampen, waarbij een optische kast met haar optische as op het midden van de te testen voertuigkoplamp wordt uitgericht, waarbij in de optische as een laserstraal wordt geprojecteerd, die door het verstellen van de optische kast op het midden van de voertuigkoplamp wordt uitgericht.

Description

Testapparaat voor voertuigkoplampen.

De uitvinding betreft een testapparaat voor voertuigkoplampen, met een optische kast die aan haar naar de voertuigkoplamp gerichte einde een verzamellens bevat, waarachter, binnenin de optische kast, verticaal op de optische as van de verzamellens, een testscherm is aangebracht.

Verder betreft de uitvinding een werkwijze voor het uitrichten van een testapparaat voor voertuigkoplampen, waarbij een optische kast met haar optische as op het midden van de te testen voertuigkoplamp wordt uitgericht.

Uit het DE 40 25 392 Cl is een testapparaat voor voertuigkoplampen bekend dat een optische kast vertoont die aan een verplaatsbaar gestel is aangebracht. In de optische kast is, tegenoverliggend aan de in een opening van de optische kast ingezette verzamellens, een in zijn hoogte verplaatsbaar testscherm aangebracht. Voor het begin van het testproces dient de optische kast zodanig op een afstand van ongeveer 30 tot 70 cm van de te testen koplamp te worden gepositioneerd dat haar optische as naar het midden van de koplamp is uitgericht.

Nadelig is dat het uitrichten van de optische kast naar de te testen koplamp relatief tijdrovend is en met fouten is belast die de nauwkeurigheid van de test verminderen.

Het doel van de huidige uitvinding bestaat daarom erin het testapparaat zo te verbeteren dat het uitrichten van de optische kast sneller en nauwkeuriger kan worden uitgevoerd.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat in

het straalverloop van de verzamellens een laserstraal van een laser kan worden ingebracht die op een oppervlak van de voertuigkoplamp kan worden geprojecteerd.

Door het projecteren van de laserstraal op het oppervlak van de voertuigkoplamp kan op een eenvoudige wijze de positie van de optische kast ten opzichte van het midden van de voertuigkoplamp waargenomen en gecorrigeerd worden. Hierdoor is een snelle en zekere positionering van de optische kast mogelijk.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de laserstraal vanaf een van de verzamellens weggekeerde rugzijde van het testscherm, via een opening in het testscherm, ingebracht. Het testscherm is zodanig ten opzichte van de optische as haaks verschuifbaar, dat, in een inbrengpositie, de opening in het testscherm centrisch gesitueerd is ten opzichte van de optische as. Principieel is het echter ook-mogelijk om de laserstraal tussen verzamellens en testscherm in te brengen.

Volgens een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm kan de laserstraal via een ombuigspiegel in de optische as, respectievelijk het straalverloop, van de optische kast worden ingebracht. Voor de ombuigspiegel is, in de richting van de laser, een tweede ombuigspiegel voorgeschakeld. Hierdoor is het niet meer noodzakelijk om de laser in de optische as aan te brengen en kan de laser, rekening houdende met zijn afmetingen, ruimtebesparend op een gunstige plaats worden opgesteld.

Laser en ombuigspiegel kunnen in een vaste positie worden opgesteld, en uitsluitend het testscherm, dat toch steeds verplaatsbaar moet zijn, dient voor het inbrengen van de laser tot in een inbrengpositie te worden verschoven.

Een verder doel van de uitvinding is het zodanig verbeteren van een werkwijze voor het uitrichten van een testapparaat voor voertuigkoplampen dat een optische kast met haar optische as sneller en zekerder op het midden van de te testen voertuigkoplamp kan worden uitgericht.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat in de optische as een laserstraal wordt geprojecteerd die door verplaatsen van de optische kast op het midden van de voertuigkoplamp wordt uitgericht.

Door de projectie van de laserstraal kan de respectievelijke positie van de optische kast eenvoudig worden waargenomen, waardoor de optische kast snel en zeker, respectievelijk nauwkeurig, kan worden uitgericht.

Verdere details van de uitvinding blijken uit de hiernavolgende uitvoerige beschrijving en de bijgaande tekeningen, waarin voorkeurdragende uitvoeringsvormen van de uitvinding bij wijze van voorbeeld zijn weergegeven.

In de tekeningen tonen : figuur 1 : een ruimtelijke voorstelling van een voor een koplamp gepositioneerd testapparaat, figuur 2 : gedeeltelijk in doorsnede, een zijaanzicht van een optische kast met een zich in een testpositie bevindend testscherm, figuur 3 : gedeeltelijk in doorsnede, een zijaanzicht van de optische kast van figuur 2 met het zich in een inbrengpositie bevindende test-

scherm, figuur 4 : de optische kast van figuur 2, doorgesneden volgens de lijn IV-IV, en figuur 5 : een zijaanzicht van een optische kast met wegwentelbare ombuigspiegel, gedeeltelijk in doorsnede.

Volgens figuur 1 bestaat een testapparaat voor een voertuigkoplamp 1 hoofdzakelijk uit een optische kast 2, die aan een verplaatsbaar gestel 3 in de verticale richting verschuifbaar en rond een verticale as wentelbaar is aangebracht.

Zoals zichtbaar is in figuur 2, vertoont de optische kast 2 aan haar naar de voertuigkoplamp 1 gekeerde voorzijde 5 een verzamellens 6, die is uitgevoerd als een Fresnellens. In een van de voorzijde 5 weggekeerde achterste gedeelte 8 van de optische kast 2 is op een brandpuntsafstand 9 van de Fresnellens 7 een testscherm 10 aan een in verticale richting verschuifbare houder 11 aangebracht. De houder is in twee tegenover elkaar liggende verticale geleidingsrails 12 verschuifbaar gelagerd. De houder 11, en dus het testscherm 10, is in verticale richting via een aandrijving 13 door een middel van een draaiknop 14 positioneerbaar. De houder 11 wordt tegen de veerkracht van zijdelings aangebrachte trekveren 15 in gepositioneerd.

Om het laserlicht in te brengen, wordt het testscherm 10, respectievelijk de houder 11, uit zijn in figuur 2 weergegeven testpositie in verticale richting zo ver naar onderen verplaatst, dat de in het testscherm 10

aangebrachte opening 16 en een daarachter liggende tweede opening 17 van de houder 11 centrisch ten opzichte van de optische as 18 zijn gesitueerd. Het testscherm 10 bevindt zich nu in de inbrengpositie, zoals verduidelijkt in figuur 3. In de omgeving van de optische as is aan de aan de houder 11 naburige rugwand 19 van de optische kast 2 een ombuigspiegel 20 aangebracht. Aan de rugwand 19 is in het volgens verticale richting onderste gedeelte een tweede ombuigspiegel 21 voor de ombuigspiegel 20 aangebracht.

In het volgens verticale richting onderste gedeelte van de optische kast 2 is, parallel aan de optische as 18, een in het zichtbare gebied werkende laser 22 aangebracht. De laser 22 en de ombuigspiegels 20,21 zijn zodanig afgesteld dat een door de laser 22 gegenereerde laserstraal via de openingen 16,17 ongeveer samenvallend met de optische as 18 in het straalverloop van de verzamellens 7 wordt ingebracht.

De optische kast 2 vertoont een geleiding, via dewelke zij verschuifbaar aan een verticale geleidingsstang 23, die een vierkante doorsnede vertoont, verschuifbaar verbonden is. De geleidingsstang 23 vertoont aan haar in verticale richting onderste uiteinde een niet weergegeven cylindrisch aanzetstuk, via hetwelke zij met een voet 24 van het apparaat draaibaar en vastmaakbaar verbonden is.

De optische kast 2 wordt in haar ingestelde positie door middel van een kleminrichting 25 aan de verticale geleidingsstang 23 vastgeklemd.

Het testapparaat wordt voor de te testen voertuigkoplamp 1 gereden en met een vizierinrichting 26 parallel aan een langsas van het voertuig uitgericht. De optische kast 2 dient daarbij, op een afstand tussen 30 en 70 cm van de voertuigkoplamp 1, met haar optische as 18 op het midden van de voertuigkoplamp 1 te worden uitgericht. Hiertoe wordt het testscherm 10 met behulp van de draaiknop 14 in

zijn inbrengpositie gebracht. Hierbij kan onder het testscherm 10, respectievelijk de houder 11, een niet weergegeven eindeloopschakelaar, bijvoorbeeld een microschakelaar, aangebracht zijn, die de laser 22 in de inbrengpositie inschakelt. Door het verplaatsen van het testscherm 10 of door middel van een tijdschakelaar (uitschakeling na een welbepaalde tijd) van een electronische schakeling wordt de laser 22 terug uitgeschakeld.

De laser 22, 221 kan echter ook manueel door een schakelaar worden in-en uitgeschakeld. De laserstraal wordt via de ombuigspiegel 20,21 door de openingen 16, 17 in de optische as geprojecteerd, zodat de laserstraal via de verzamellens 6 op het oppervlak van de voertuigkoplamp 1 wordt afgebeeld. Hierbij wordt de optische kast 2, 21 zodanig verschoven dat de laserstraal op het midden van de voertuigkoplamp 1 wordt afgebeeld. Na het juist instellen van de optische kast 2, 2'wordt het testscherm 10 door middel van de draaiknop 14 in zijn beoogde testpositie geschoven.

Volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld, volgens figuur 5, wordt de laserstraal tussen de verzamellens 6 en het
EMI6.1
testscherm 10'in het straalverloop van de verzamellens 6 ingebracht. Om een afdekking van het testscherm 10'te verhinderen, wordt voor het juist instellen van de optische kast 2'de laser 22', respectievelijk een ombuigspiegel 20', in het straalverloop gewenteld en na het juist instellen van de optische kast 2'terug weggewenteld.

Claims

Conclusies.

1. - Testapparaat voor voertuigkoplampen, met een optische kast, die aan haar naar de voertuigkoplamp gerichte einde een verzamellens vertoont, waarachter, binnenin de optische kast, loodrecht op de optische as van de verzamellens een testscherm is aangebracht, daardoor gekenmerkt dat in het straalverloop van de verzamellens (6) een laserstraal van een laser (22, 22') kan worden ingebracht, die op een oppervlak van de voertuigkoplamp (1) kan worden geprojecteerd.

2.-Testapparaat volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de laserstraal ongeveer met de optische as (18) van de verzamellens (6) samenvalt.

3.-Testapparaat volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de laserstraal door middel van minstens een inbrengelement wordt ingebracht.

4.-Testapparaat volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het inbrengelement gevormd wordt door de laser (22, 22').

5.-Testapparaat volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het inbrengelement is uitgevoerd in de vorm van een ombuigspiegel (20, 20').

6.-Testapparaat volgens een van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de laserstraal tussen de verzamellens (6) en het testscherm (10') in het straalverloop van de verzamellens (6) kan worden ingebracht.

7.-Testapparaat volgens een van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de laserstraal vanaf een <Desc/Clms Page number 8> achterste gedeelte (8), dat zieh naburig aan de van de verzamellens (6) weggekeerde rugzijde van het testscherm (10) bevindt, via een opening (16) in het testscherm (10) kan worden ingebracht.

8.-Testapparaat volgens conclusie (7), daardoor gekenmerkt dat, teneinde het laserlicht in te brengen, het testscherm (10) in verticale richting verschuifbaar is tot in een inbrengpositie.

9.-Testapparaat volgens één van de conclusies 3 tot 8, daardoor gekenmerkt dat het inbrengelement (20') verschuifbaar is tot in een inbrengpositie.

10.-Testapparaat volgens één van de conclusies 5 tot 9, EMI8.1 daardoor gekenmerkt dat tussen de laser (22, 22') en de ombuigspiegel (20, 20') een tweede ombuigspiegel (21, 21') is aangebracht.

11.-Testapparaat volgens één van de conclusies 8 tot 10, daardoor gekenmerkt dat het testscherm (10) is aangebracht aan een tussen twee tegenovereenliggende geleidingsrails (12) in verticale richting verschuifbare houder (11).

12.-Testapparaat volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de houder (11) een tweede opening (17) vertoont, die ervoor zorgt dat de opening (16) van het testscherm (10) voor de laserstraal vrijgemaakt wordt.

13.-Testapparaat volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de houder (11) via een aandrijving (13) door middel van een draaiknop (14) verschuifbaar is.

14.- Werkwijze voor het uitrichten van een testapparaat voor voertuigkoplampen, waarbij een optische kast met <Desc/Clms Page number 9> haar optische as op het midden van de te testen voertuigkoplamp wordt uitgericht, daardoor gekenmerkt dat in de optische as (18) een laserstraal wordt geprojecteerd, die door het verstellen van de optische kast (2, 2') op het midden van de voertuigkoplamp (1) wordt uitgericht.

15.-Werkwijze volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat, voor het projecteren van de laserstraal, een achter een verzamellens (6) aangebracht testscherm (10) in een inbrengpositie wordt gebracht en vanaf de van de verzamellens (6) weggekeerde rugzijde hiervan de laserstraal door een opening (16) in het testscherm (10) ingebracht wordt.