BE1010380A6 - Inrichting en werkwijze voor het openen van een grijperklem. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het openen van een grijperklem. Download PDF

Info

Publication number
BE1010380A6
BE1010380A6 BE9600571A BE9600571A BE1010380A6 BE 1010380 A6 BE1010380 A6 BE 1010380A6 BE 9600571 A BE9600571 A BE 9600571A BE 9600571 A BE9600571 A BE 9600571A BE 1010380 A6 BE1010380 A6 BE 1010380A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
gripper
stop element
positioning means
control unit
drive means
Prior art date
Application number
BE9600571A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE9600571A priority Critical patent/BE1010380A6/nl
Priority to EP97921651A priority patent/EP0904437A1/de
Priority to PCT/EP1997/001917 priority patent/WO1997040218A1/de
Priority to JP9537704A priority patent/JP2000508722A/ja
Priority to KR1019980708216A priority patent/KR20000005448A/ko
Priority to CN97193920A priority patent/CN1216586A/zh
Application granted granted Critical
Publication of BE1010380A6 publication Critical patent/BE1010380A6/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/12Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick
    • D03D47/20Constructional features of the thread-engaging device on the inserters
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/12Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick
    • D03D47/20Constructional features of the thread-engaging device on the inserters
    • D03D47/23Thread grippers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Inrichting en werkwijze voor het openen van een grijperklem (2) van een grijper (3) bij een weefmachine, die een aanslagelement (4) bevat dat bevolen wordat door gestuurde aandrijfmiddelen (5) waarbij de inrichting positioneermiddelen (60) bevat die opgesteld zijn ter hoogte van de inrichting (1) en die samenweken met de stuureenheid (6) die de aandrijfmiddelen (5) van de inrichting (1) beveelt.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  Inrichting en werkwijze voor het openen van een grijperklem. 



  ----------------------------------------------------------- De huidige uitvinding betreft een inrichting en een werkwijze voor het openen van een grijperklem van een grijper bij een weefmachine, die een aanslagelement bevat dat bevolen wordt door gestuurde aandrijfmiddelen. 



  Dergelijke inrichting en werkwijze zijn gekend uit de Belgische octrooiaanvrage BE 9600345 die aangevraagd werd op 19. 04. 1996 door de aanvraagster van de huidige octrooiaanvrage. 



  Het doel van de uitvinding is de gekende inrichtingen en werkwijzen te verbeteren. 



  Tot dit doel bevat de inrichting volgens de uitvinding positioneermiddelen die opgesteld zijn ter hoogte van de inrichting en die samenwerken met de stuureenheid die de aandrijfmiddelen van de inrichting beveelt teneinde het aanslagelement naar een bepaalde positie te sturen. Bij voorkeur bevat de inrichting tevens geleidingsmiddelen om het aanslagelement te geleiden, waarbij de geleidingsmiddelen het aanslagelement uit de baan van de grijper kunnen geleiden en waarbij de geleidingsmiddelen het aanslagelement, naar verschillende posities volgens de bewegingsrichting van de grijper, in de baan van de grijper kunnen geleiden. 



  De uitvinding biedt als voordeel dat de inrichting toelaat het aanslagelement manueel op een eenvoudige manier met behulp van de positioneermiddelen te bevelen zodanig dat het aanslagelement zowel volgens de bewegingsrichting van de grijper kan verplaatst worden, als uit de baan van de grijper 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 kan bevolen worden. 



  Tot het doel van de uitvinding bevat de werkwijze het bevelen van de aandrijfmiddelen van de inrichting met behulp van een stuureenheid die samenwerkt met positioneermiddelen die opgesteld zijn ter hoogte van de inrichting. Bij voorkeur bevat de werkwijze het geleiden van het aanslagelement, waarbij het aanslagelement uit de baan van de grijper kan geleid worden en waarbij het aanslagelement, naar verschillende posities volgens de bewegingsrichting van de grijper, in de baan van de grijper kan geleid worden. 



  Teneinde de kenmerken van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen wordt de uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : figuur 1 schematisch een bovenaanzicht van een gedeelte van een weefmachine met een inrichting volgens de uitvinding en een grijper weergeeft ; figuur 2 een variante van de inrichting van figuur 1 weergeeft. 



  De volledige inhoud van de octrooiaanvrage BE 9600345 maakt deel uit van de beschrijving van de huidige octrooiaanvrage. 



  De in figuur 1 weergegeven inrichting 1 voor het openen van een grijperklem 2 van een grijper bij een weefmachine, in dit geval een nemergrijper 3, bevat een aanslagelement 4 dat bevolen wordt door gestuurde aandrijfmiddelen. Deze aandrijfmiddelen bevatten een stuurbare motor 5, zoals een stappenmotor of een servomotor, die bevolen wordt door een stuureenheid 6, zoals de stuureenheid van de weefmachine. De inrichting 1 bevat een houder 7 waarop de motor 5 met bouten 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 8 is bevestigd. Deze houder 7 is ter hoogte van een groef 11 met bouten 12 bevestigd aan het freem 9 van de weefmachine. 



  Zoals verduidelijkt wordt het aanslagelement 4 met overbrengingsmiddelen gekoppeld met de motor 5. Hiertoe wordt een kruk 13 aan het ene uiteinde vast geklemd op de motoras van de motor 5 en aan het andere uiteinde via een boutverbinding 15 draaibaar gekoppeld met een tussenstang 16. 



  Deze tussenstang 16 is eveneens via een boutverbinding 17 draaibaar gekoppeld met het aanslagelement 4. 



  Aan de houder 7 worden tevens tappen 18 voorzien die met een moer 20 bevestigd zijn aan de houder 7. Elke tap 18 kan samenwerken met een bijhorende gleuf 21 die voorzien is in het aanslagelement 4 zodanig dat de tappen 18 en de gleuven 21 geleidingsmiddelen vormen om het aanslagelement 4 tussen uiterste posities te geleiden. 



  Het aanslagelement 4 bevat een aanslagvlak 22 dat bedoeld is om samen te werken met een aanslagdeel 23 van een nemergrijper 3. Dit aanslagvlak 22 is nagenoeg evenwijdig met de bewegingsrichting A van de nemergrijper 3 opgesteld. De gleuven 21 vertonen een nagenoeg recht middengedeelte en twee eindgedeelten die een hoek maken met het middengedeelte. Het middengedeelte van de gleuf 21 wordt nagenoeg evenwijdig met de bewegingsrichting A van de nemergrijper 3 opgesteld en de eindgedeelten van de gleuf 21 maken hierdoor een hoek met de bewegingsrichting A van de nemergrijper 3. Het aanslagelement 4 kan door de samenwerking van de tappen 18 en de gleuven 21 volgens de bewegingsrichting A bewegen tussen uiterste posities en door de vorm van de gleuven 21 eveneens bewegen volgens een richting loodrecht op de bewegingsrichting A.

   Dit laatste is mogelijk daar de eindgedeelten van de gleuven 21 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 een hoek maken met de bewegingsrichting A van de nemergrijper 3. 



  In figuur 1 is de baan 24 van de nemergrijper 3 in streeplijn aangeduid. De baan 24 verloopt evenwijdig met de bewegingsrichting A van de nemergrijper 3 en wordt bepaald door de positie van het aanslagdeel 23 van de nemergrijper 3 wanneer de grijperklem 2 niet geopend of gesloten is. De geleidingsmiddelen 18,21 laten zodoende toe dat het aanslagelement 4 zieh in de baan 24 van de nemergrijper 3 kan bevinden wanneer het aanslagelement 4 zieh tussen de uiterste posities bevindt, meer speciaal wanneer de tappen 18 samenwerken met de middengedeelten van de gleuven 21.

   De geleidingsmiddelen 18,21 laten zodoende ook toe dat het aanslagelement 4 zieh uit de baan 24 van de nemergrijper 3 bevindt wanneer het aanslagelement 4 zieh nagenoeg in   één   van de uiterste posities bevindt, meer speciaal wanneer de tappen 18 samenwerken met een eindgedeelte van de gleuven 21. 



  Verder is in figuur 1 een veer 27 weergegeven die de grijperklem 2 dwingt naar een gesloten positie waarbij de inslagdraad door de grijperklem 2 kan geklemd worden. 



  De inrichting 1 volgens de uitvinding bevat positioneermiddelen 60 die opgesteld zijn ter hoogte van de inrichting 1 en die kunnen samenwerken met de stuureenheid 6 die de aandrijfmiddelen 5 van de inrichting 1 beveelt, teneinde het aanslagelement 4 naar een bepaalde positie te sturen. De positioneermiddelen 60 bevatten een schakelaar 61 die in   één   stand toelaat dat de aandrijfmiddelen 5 met behulp van de positioneermiddelen 60 gestuurd worden en die in de andere stand toelaat de aandrijfmiddelen 5 door de stuureenheid 6 te sturen, bijvoorbeeld met behulp van een in de stuureenheid 6 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 
 EMI5.1 
 opgeslagen stuurprogramma dat een bepaald verloop voor de sturing van de aandrijfmiddelen 5 in functie van de in te brengen inslagdraden bevat.

   Het voornoemde verloop bestaat bijvoorbeeld uit waarden die evenredig zijn met afstanden vanaf een referentiepositie. Een referentiepositie kan bepaald worden als de positie waarbij de tappen 18 bijna in contact zijn met een eindegedeelte van de gleuven 21, bijvoorbeeld het rechts gelegen eindgedeelte van de gleuven 21. 



  Bij de uitvoeringsvorm van figuur 1 bevatten de positioneermiddelen 60 naast de schakelaar 61 tevens schakelelementen 62 en 63 die bestaan uit drukknoppen die wanneer die worden ingedrukt een signaal leveren aan de stuureenheid 6 zodanig dat de stuureenheid 6 de aandrijfmiddelen 5 zodanig beveelt dat het aanslagelement 4 respectievelijk naar rechts of naar links bevolen wordt. De positioneermiddelen 60 zijn ter hoogte van de bovenzijde van de houder 7 vast aan de houder 7 bevestigd met niet weergegeven bouten. 



  Door de vorm van de gleuven 21 die samenwerken met de tappen 18 kan het aanslagelement 4 met behulp van de positioneermiddelen 60 uit de baan 24 van de grijper 3 geleid worden en tevens naar verschillende posities volgens de bewegingsrichting A van de grijper 3 in de baan 24 van de grijper 3 kan geleid worden. 



  Het is duidelijk dat de positioneermiddelen 60 niet noodzakelijk twee schakelelementen moeten bevatten. Volgens een andere mogelijkheid kan slechts een enkel schakelelement 62 voorzien worden dat bestaat uit een drukknop die telkens wanneer die drukknop wordt ingedrukt de aandrijfmiddelen 5 door de stuureenheid 6 laat sturen zodat het aanslagelement 4 over een zekere afstand naar rechts bevolen wordt en dit tot 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 het aanslagelement 4 een uiterste positie bereikt, vervolgens vanaf die uiterste positie bij elk volgend indrukken het aanslagelement 4 over een zekere afstand naar links bevolen wordt tot het aanslagelement 4 de andere uiterste positie bereikt en het aanslagelement 4 vervolgens terug naar rechts bevolen wordt bij elk volgend indrukken van de drukknop. 



  Uiteraard zijn variante werkwijzen om de aandrijfmiddelen 5 met behulp van de stuureenheid 6 door de positioneermiddelen 60 te sturen mogelijk. 



  De in figuur 2 weergegeven inrichting 1 bevat positioneermiddelen 60 die voorzien zijn ter hoogte van de houder 7 en die naast een schakelaar 61 tevens een regelelement 64 bevatten dat bestaat uit een potentiometer en die aan de stuureenheid 6 een signaal levert zodanig dat wanneer het regelelement 64 naar rechts of naar links verdraaid wordt, de stuureenheid 6 de aandrijfmiddelen 5 zodanig beveelt dat het aanslagelement 4 respectievelijk naar rechts of naar links bevolen wordt. De positioneermiddelen 60 worden nabij de houder 7 opgesteld en maken bijvoorbeeld deel uit van het ingaveklavier waarmee de stuureenheid 6 samenwerkt. 



  Bij de uitvoeringsvorm van figuur 2 bevatten de positioneermiddelen 60 tevens een schakelaar 65 die toelaat het in de stuureenheid 6 opgeslagen stuurprogramma met behulp van het regelelement 64 aan te passen. Wanneer bijvoorbeeld vastgesteld wordt dat de einden van de ingebrachte inslagdraden te ver voorbij de rand van het weefsel uitsteken, kunnen de voornoemde waarden die evenredig zijn met de afstand vanaf de voornoemde referentiepositie verkleint worden met behulp van het regelelement   64,   bijvoorbeeld door het regelelement 64 naar links te verdraaien. Wanneer de einden te weinig voorbij de rand uitsteken, worden de voornoemde waarden vergroot door 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 bijvoorbeeld het regelelement 64 naar rechts te verdraaien. 



  Uiteraard worden de waarden slechts zodanig verkleint of vergroot dat de aandrijfmiddelen 5 nooit het aanslagelement 4 dwingen zodanig dat de tappen 18 voorbij de einden van de gleuven 21 gedwongen worden. Dit betekent dat de waarden bijvoorbeeld nooit kleiner dan nul kunnen worden en nooit groter dan een ingestelde maximale waarde kunnen komen. Dit betekent dat het in de stuureenheid 6 opgeslagen verloop zodanig aangepast kan worden dat de lengte van de einden die voorbij het weefsel uitsteken manueel kan geregeld worden door een wever die zich nabij de inrichting 1 bevindt. Dit door visueel de weefselrand te inspecteren en het opgeslagen verloop aan te passen door te draaien aan het regelelement 64.

   Dit is voordelig daar het verloop dat in de stuureenheid 6 wordt opgeslagen vooraf bepaald werd, en het praktisch onmogelijk is de inrichting 1 exact volgens de bewegingsrichting A ten opzichte van het freem 9 op te stellen. Volgens een variante kan het regelelement 64 van figuur 2 hiertoe eveneens vervangen worden door de in figuur 1 besproken schakelelementen 61 en 62. 



  Volgens een niet weergegeven variante kan voor elke in te brengen inslagdraad een schakelaar 65 voorzien worden, die toelaat de lengte van elke inslagdraad apart te regelen met behulp van de positioneermiddelen 60. 



  Het is duidelijk dat ter hoogte van de weefselrand tevens niet weergegeven detectoren kunnen voorzien worden, waarmee de lengte van de in te brengen inslagdraad door de stuureenheid 32 kan bepaald worden. De stuureenheid 32 kan hierbij middelen bevatten die afhankelijk van de gemeten lengte, het in de stuureenheid opgeslagen verloop voor de sturing van de aandrijfmiddelen 5 wijzigen. Indien de gemeten 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 
 EMI8.1 
 lengte groter is dan een ingestelde waarde, wordt het verloop zodanig aangepast dat de grijperklem 2 van de grijper 3 eerder contact maakt met het aanslagelement 4, terwijl wanneer de gemeten lengte kleiner is dan deze waarde het verloop aangepast wordt zodat het voornoemde contact later wordt gemaakt. 



  Niettegenstaande in het weergegeven voorbeeld als grijper een nemergrijper 3 werd voorgesteld, is het duidelijk dat de uitvinding ook kan toegepast worden bij een inrichting die samenwerkt met de gevergrijper. Het is eveneens duidelijk dat de positioneerelmenten van de huidige uitvinding ook kunnen aangewend worden bij eender welke inrichting weergegeven in de uitvoeringsvormen van BE 9600345. 



  De inrichting en werkwijze volgens de uitvinding beperken zieh uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen en kunnen binnen het kader van de uitvinding in verschillende andere vormen en afmetingen worden verwezenlijkt.

Claims (10)

Conclusies.
1. Inrichting voor het openen van een grijperklem (2) van een grijper (3) bij een weefmachine, die een aanslagelement (4) bevat dat bevolen wordt door gestuurde aandrijfmiddelen (5), daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) positioneermiddelen (60) bevat die opgesteld zijn ter hoogte van de inrichting EMI9.1 (1) en die samenwerken met de stuureenheid (6) die de aandrijfmiddelen (5) van de inrichting (1) beveelt, teneinde het aanslagelement (4) naar een bepaalde positie te sturen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de positioneermiddelen (60) een schakelaar (61) bevatten die toelaat dat de aandrijfmiddelen (5) met behulp van de positioneermiddelen (60) gestuurd worden.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de positioneermiddelen (60) een schakelelement (62, 63) bevatten om de aandrijfmiddelen (5) te bevelen.
4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de positioneermiddelen (60) een regelelement (64) bevatten om de aandrijfmiddelen (5) te bevelen.
5. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de stuureenheid (6) de aandrijfmiddelen (5) van de inrichting (1) volgens een in de stuureenheid (6) opgeslagen verloop stuurt, en dat de positioneermiddelen (60) een schakelaar (65) bevatten die toelaat dit verloop aan te passen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de positioneermiddelen (60) een schakelelement (62, 63) bevatten <Desc/Clms Page number 10> om het verloop aan te passen.
7. Inrichting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de positioneermiddelen (60) een regelelement (64) bevatten om het verloop aan te passen.
8. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de inrichting geleidingsmiddelen (18 ; 21) bevat om het aanslagelement (4) te geleiden, waarbij de geleidings- EMI10.1 middelen (18 het aanslagelement (4) uit de baan (24) van de grijper (3) kunnen geleiden, en waarbij de geleidingsmiddelen (18 ; 21) het aanslagelement (4), naar verschillende posities volgens de bewegingsrichting (A) van de grijper (3), in de baan (24) van de grijper (3) kunnen geleiden.
9. Werkwijze voor het openen van een grijperklem (2) van een grijper (3) bij een weefmachine, die een aanslagelement (4) bevat dat bevolen wordt door gestuurde aandrijfmiddelen (5), daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het bevelen bevat van de aandrijfmiddelen (5) van de inrichting (1) met behulp van een stuureenheid (6) die samenwerkt met positioneermiddelen (60) die opgesteld zijn ter hoogte van de inrichting (1).
10. Werkwijze volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het geleiden bevat van het aanslagelement (4), waarbij het aanslagelement (4) uit de baan (24) van de grijper (3) kan geleid worden en waarbij het aanslagelement (4), naar verschillende posities volgens de bewegingsrichting (A) van de grijper (3), in de baan (24) van de grijper (3) kan geleid worden.
BE9600571A 1996-04-19 1996-06-21 Inrichting en werkwijze voor het openen van een grijperklem. BE1010380A6 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600571A BE1010380A6 (nl) 1996-06-21 1996-06-21 Inrichting en werkwijze voor het openen van een grijperklem.
EP97921651A EP0904437A1 (de) 1996-04-19 1997-04-17 Vorrichtung zum öffnen einer greiferklemme eines greifers einer webmaschine
PCT/EP1997/001917 WO1997040218A1 (de) 1996-04-19 1997-04-17 Vorrichtung zum öffnen einer greiferklemme eines greifers einer webmaschine
JP9537704A JP2000508722A (ja) 1996-04-19 1997-04-17 織機のグリッパのグリッパクランプを開口するための装置
KR1019980708216A KR20000005448A (ko) 1996-04-19 1997-04-17 직조기 그리퍼의 그리퍼 고정부의 개방을 위한 장치2
CN97193920A CN1216586A (zh) 1996-04-19 1997-04-17 一种织机的片梭的片梭夹钳的打开装置

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600571A BE1010380A6 (nl) 1996-06-21 1996-06-21 Inrichting en werkwijze voor het openen van een grijperklem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1010380A6 true BE1010380A6 (nl) 1998-07-07

Family

ID=3889831

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9600571A BE1010380A6 (nl) 1996-04-19 1996-06-21 Inrichting en werkwijze voor het openen van een grijperklem.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1010380A6 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1009375A6 (nl) Kanteninrichting voor weefmachines.
RU2298510C2 (ru) Выполненный в виде модуля силовой вспомогательный механизм для создания зависящего от нагрузки вспомогательного усилия
NL8201416A (nl) Inrichting voor het spannen, sluiten en afsnijden van kunststofbanden bestemd voor het bundelen van materiaal.
EP0657316B1 (en) A mechanism for moving a panel with respect to a roof of a vehicle
US4854251A (en) Automatic sewing machine exclusively used for sewing zipper on workpiece
BE1010380A6 (nl) Inrichting en werkwijze voor het openen van een grijperklem.
US5322498A (en) Buckle folding machine having a moveable deflector
EP1533090A2 (en) Multifunction punch apparatus
US4893386A (en) Apparatus for the production of pattern warps etc. on a cone warping machine
GB2146576A (en) Press
AU619062B2 (en) A presser foot device for a sewing machine
EP0136389A1 (de) Kettablass-Steuereinrichtung für Webmaschinen
KR20000005448A (ko) 직조기 그리퍼의 그리퍼 고정부의 개방을 위한 장치2
EP0655405B1 (en) A feeding device for thin and delicate web material
BE1010014A3 (nl) Kanteninrichting voor een weefmachine.
US4175307A (en) Thread gripper
BE1012242A3 (nl) Draadklem voor een grijper van een grijperweefmachine.
BE1010195A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor het openen van een grijperklem.
JPH0742637B2 (ja) 糸分離装置
BE1012459A6 (nl) Draadklem voor een grijper van een grijperweefmachine.
US4909285A (en) Thread clip
JPH0714536B2 (ja) 組立鉄筋の折り曲げ装置
GB2173222A (en) Improved shuttleless loom
BE1015479A3 (nl) Symmetrische beetmeting.
BE1012206A3 (nl) Weefmachine en werkwijze voor het vervaardigen van weefsels met figuurvormende inslagdraden, zoals kelim of gobelin-weefsels.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PICANOL N.V.

Effective date: 19980630