<Desc/Clms Page number 1>
"Sorteerband"
De uitvinding heeft betrekking op een sorteerband bevattende een transportband gemonteerd op een eerste aandrijforgaan dat voorzien is om de transportband aan een eerste snelheid te laten draaien.
Een dergelijke sorteerband is algemeen bekend en wordt voor diverse toepassingen gebruikt zoals het sorteren van onderdelen, voedingswaren, poststukken, enz. De bekende sorteerbanden bevatten een transportband waarop de te sorteren stukken rusten en middels dewelke ze van het ene station, bijvoorbeeld de produktiemachine, naar het andere station, bijvoorbeeld het verpakkingstation, worden getransporteerd. De transportband draait daarbij aan een snelheid die het mogelijk maakt de ongeordende stukken voor verdere verwerkingen te sorteren. Dit sorteerwerk geschiedt manueel of door middel van robots.
Een nadeel van de bekende sorteerbanden is dat zij of veel arbeidskrachten vereisen of zware investeringen voor het ontwikkelen en aanschaffen van robots. Bovendien geldt bij het gebruik van robots dat wijzigingen in de produkten al gauw leiden tot een herprogrammering van de robots of tot het vervaardigen van meestal duur, op maat te maken, gereedschap. Tevens is bij elke aanpassing een aanloopperiode vereist wat ook kosten impliceert. Een en ander maakt dat de bestaande sorteerbanden leiden tot een zware kostenfactor in de berekening van de kostprijs van het te sorteren produkt.
Verder geldt dat met de huidige stand van de techniek inzake robot- en visietechnologie, produkten die grote vormtoleranties of moeilijk definieerbare kwaliteitsinterpretaties vertonen, maar vooral breekbaar
<Desc/Clms Page number 2>
zijn, een probleem inzake manipulatie stellen en zodoende een robuuste en betrouwbare oplossing in de weg staan.
Produkten die defecten of vormgebreken vertonen leiden snel tot een storing in de werking van de robot, omdat deze laatste ze niet herkent.
De uitvinding heeft tot doel een sorteerband te realiseren die een aanzienlijk lagere kostenfactor tot gevolg heeft, eenvoudig qua constructie is en voor een variëteit aan produkten bruikbaar is zonder omslachtige en dure herprogrammering.
Een sorteerband volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk dat een eerste en een tweede stelsel overbrengingsorganen zieh over het werkvlak van de transportband uitstrekken, en waarbij de overbrengingsorganen uit het eerste en tweede stelsel in hoofdzaak evenwijdig en alternerend naast elkaar opgesteld zijn en de overbrengingsorganen uit het eerste en tweede stelsel op tweede respectievelijk derde aandrijforganen gemonteerd zijn die voorzien zijn om de overbrengingsorganen uit het eerste respectievelijk tweede stelsel aan een tweede (v2) respectievelijk derde (V3) snelheid aan te drijven waarbij ten minste een der tweede of derde snelheid verschillend is van de eerste snelheid en waarbij de tweede en derde snelheid onderling verschillen.
Door gebruik te maken van twee stelsels overbrengingsorganen waarbij de overbrengingsorganen van het eerste en tweede stelsel zieh aan onderling verschillende snelheden bewegen wordt een eenvoudige oplossing aangedragen die de kostenfactor niet nadelig zal beïnvloeden. De te sorteren produkten worden op de overbrengingsorganen gelegd en het snelheidsverschil tussen twee naast elkaar gelegen overbrengingsorganen zal aan het produkt een koppel induceren waardoor het tussen de organen georiënteerd wordt. De afstand tussen twee \ opeenvolgende organen wordt zodanig gekozen dat deze nagenoeg overeenkomt met de breedte van het te sorteren produkt. De georiënteerde produkten vallen zodoende
<Desc/Clms Page number 3>
gealigneerd op de transportband aangezien de organen zieh over de band uitstrekken.
Door eenvoudige aanpassing van de afstand tussen de overbrengingsorganen kan de sorteerband voor diverse produkten gebruikt worden zonder dat een herprogrammering of andere complexe ingrepen nodig zijn.
Het gebruik van overbrengingsorganen laat toe een continue sorteerband te realiseren die geleidelijk werkt, in tegenstelling tot robotten die discreet stuk voor stuk opereren en dus aan hoge snelheid en nagenoeg ongestoord door defecte produkten moeten opereren.
Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een sorteerband volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat in het traject beschreven door de overbrengingsorganen geleidingselementen zijn aangebracht die voorzien zijn voor het geleiden en op onderlinge afstand houden van de overbrengingsorganen. Op deze wijze wordt de onderlinge afstand tussen de overbrengingsorganen nauwkeurig en op eenvoudige wijze behouden.
Een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een sorteerband volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de geleidingselementen verplaatsbaar gemonteerd zijn. Het instellen en wijzigen van de onderlinge afstand tussen de overbrengingsorganen kan hierdoor op eenvoudige wijze geschieden.
Het is gunstig dat de tweede en derde aandrijforganen keerrollen bevatten en waarbij de geleidingselementen voor de keerrollen zijn gebracht. Controle van de geleiding en instelling van de overbrengingsorganen geschiedt zodoende na dat het transport en het sorteren van de produkten heeft plaatsgevonden.
Een derde voorkeursuitvoeringsvorm van een sorteerband volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de overbrengingsorganen snaren bevatten en de aandrijforganen rollen bevatten waarover de snaren gelegd zijn. Snaren zijn eenvoudig te monteren, benodigen weinig onderhoud en zijn, in het bijzonder voor voedingswaren gezien zij geen
<Desc/Clms Page number 4>
smeermiddelen benodigen, uitermate geschikt als overbrengingsorgaan.
Het is gunstig dat de snaren een oneffen buitenmantel vertonen. Hierdoor wordt de grip op de te sorteren voorwerpen verbeterd.
Een vierde voorkeursuitvoeringsvorm van een sorteerband volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de snaren in hoofdzaak rechthoekig in doorsnede zijn en getordeerd op de rollen aangebracht zijn. Een snellere en beter kontroleerbare verplaatsing van de voorwerpen is hierdoor mogelijk.
Een vijfde voorkeursuitvoeringsvorm van een sorteerband volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de overbrengingsorganen rigide van draad voorzien stangen bevatten, en waarbij de aandrijforganen voorzien zijn om de stangen te laten roteren. Hierdoor blijven de onderlinge afstanden tussen de stangen beter behouden.
De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van de tekening waarin uitvoeringsvoorbeelden van een sorteerband volgens de uitvinding zijn weergegeven. In de tekening illustreert :
Figuur 1 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een sorteerband volgens de uitvinding ;
Figuur 2 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een sorteerband volgens de uitvinding ;
Figuur 3 en 4 de beweging die opgelegd wordt aan het te sorteren voorwerp ; en
Figuur 5 een detail van een uitvoeringsvorm van een sorteerband volgens de uitvinding waarin getordeerde snaren als overbrengingsorgaan zijn gebruikt.
In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.
De in figuur 1 weergegeven sorteerband volgens de uitvinding wordt voorafgegaan door een doseer-en aflegband 1 waarop de te sorteren voorwerpen of produkten worden aangevoerd. De te sorteren voorwerpen kunnen van
<Desc/Clms Page number 5>
diverse aard zijn zoals koeken of andere eetwaren, mechanische onderdelen, poststukken enz. Bij het sorteren van produkten spelen diverse factoren een rol zoals breekbaarheid van het produkt, produktiekadansen, afmetingsverhouding (hoogte-breedte-lengte). Bij het sorteren van voedingswaren treedt bovendien het probleem op dat de te sorteren produkten vaak onregelmatigheden vertonen die, gezien de aard of het produktieproces van het produkt, onvermijdbaar zijn en ook geen afbreuk doen aan de kwaliteit van het produkt.
Zoals verderop zal worden toegelicht vormen dergelijke onregelmatigheden geen probleem voor de sorteerband volgens de uitvinding, welke geschikt is om, zelfs bij aanwezigheid van onregelmatigheden in de produkten toch nog hoge produktieritmes aan te kunnen en daarbij te voldoen aan wettelijke hygiënische eisen.
De doseer-en aflegband draait aan een snelheid v. welke bepaald wordt door de produktie capaciteit en de bandbreedte. Bij voorkeur is deze snelheid va continu regelbaar om fluctuaties in de produktie snelheid op te vangen. Hierdoor hoeft geen bijzondere buffercapaciteit aan de band te worden voorzien. De doseer-en aflegband eindigt op een mesovergang 11 ten einde de aangevoerde voorwerpen zonder kantelen op de sorteerband af te leggen en de produkten over de breedte van de band te verspreiden.
De sorteerband zelf bevat ter ondersteuning van de te sorteren produkten een transportband 2 die aangedreven wordt door een eerste aandrijforgaan 12 dat een door een motor (in figuur 1 niet weergegeven) aangedreven rol bevat. Het aandrijforgaan laat de transportband aan een eerste snelheid vl > V"bewegen waarbij bijvoorbeeld 1, lvosvis2v). De hogere snelheid v1 ten opzichte van va ils noodzakelijk om de produkten uit elkaar te trekken in de transportrichting, zodat twee produkten niet tegen elkaar komen te liggen. Desgewenst mag Vi vo om er voor te zorgen dat de aangevoerde produkten in voldoende mate uit elkaar
<Desc/Clms Page number 6>
getrokken worden.
Het gebruik van de mesovergang biedt verder de mogelijkheid om het snelheidsverschil v1 - va te gebruiken om de produkten uit elkaar te scheiden bij de overdracht.
Over het werkvlak van de transportband 2 strekken zieh een eerste 3 en tweede 4 stelsel overbrengingsorganen uit.
In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn de overbrengingsorganen door rubberen snaren gevormd, maar het is ook mogelijk om een ketting, een draadstang of een ander translatiemedium met instelbare snelheid hiervoor te gebruiken.
Eenvoudigheidshalve zal voor de uitvoeringsvorm weergegeven in de figuren 1-4 de verdere beschrijving beperkt worden tot snaren als overbrengingsorganen. De keuze van overbrengingsorganen zal in hoofdzaak bepaald worden door de aard van de te sorteren produkten. Zo zal bijvoorbeeld bij het sorteren van voedingswaren of poststukken gebruik worden gemaakt van snaren, terwijl voor het sorteren van afval bijvoorbeeld kettingen zullen worden gebruikt. Bij voorkeur vertonen de snaren een oneffen buitenmantel waardoor een betere grip van de snaar op het produkt wordt verkregen. Deze oneffen buitenmantel wordt verkregen het- zij bij de produktie zelf van de snaar of door de snaar bijvoorbeeld met schuurpapier te behandelen. Het is eveneens mogelijk om de snaren van een profiel te voorzien dat bijvoorbeeld gekozen wordt in funktie van de te sorteren produkten.
De snaren hebben bij voorkeur een cylindrische doorsnede, maar andere geometrische vormen zoals vierkantige, rechthoekige, of trapeziumvormige doorsneden zijn ook mogelijk. Rubber of kunststof is het materiaal waaruit de snaren bij voorkeur vervaardigd zijn, zeker wanneer voedingswaren moeten worden gesorteerd.
Het eerste 3 en tweede 4 stelsel overbrengingsorganen of snaren is zodanig over de transportband 2 aangebracht dat de snaren uit het eerste en tweede stelsel in hoofd-
<Desc/Clms Page number 7>
zaak evenwijdig en alternerend naast elkaar opgesteld zijn. Dit betekent dat een ide snaar uit het eerste stelsel 3 gevolgd wordt door een ide snaar uit het tweede stelsel
EMI7.1
4, welke op haar beurt weer gevolgd wordt door een (i+1) snaar uit het eerste stelsel, waarbij 1sisN en N het totaal aantal snaren per stelsel weergeeft. Het is echter niet noodzakelijk dat eerste en tweede stelsel eenzelfde aantal snaren bevatten. Zo kan het eerste stelsel N en het tweede stelsel N-1 snaren bevatten of vice versa.
Het eerste stelsel snaren 3 is op tweede aandrijforganen gemonteerd welke de aandrijfrol 13, de keerrollen 6 en 9 en de geleidingsrol 7 bevatten. Het tweede stelsel snaren 4 is op tweede aandrijforganen gemonteerd welke de aandrijfrol 14, de keerrollen 5 en 8 en ook de geleidingsrol 7 bevatten. De aandrijfrollen 13 en 14 worden elk via een motor (in de figuur niet weergegeven) aangedreven of via een zelfde motor, maar in deze laatste configuratie moet dan wel een verschillende reductie voor elke aandrijfrol gebruikt worden, aangezien zoals verderop zal worden beschreven, de snaren uit elk stelsel op een verschillende snelheid moeten worden aangedreven.
Bij gebruik van twee verschillende motoren worden bij voorkeur motoren met een regelbaar toerental gebruikt ten einde het instellen en variëren van de omwentelingssnelheid van de snaren mogelijk te maken bijvoorbeeld in funktie van de produktiecapaciteit. Het zal duidelijk zijn dat de keuze van aandrijf-en keerrollen slechts een keuze is en dat andere alternatieven ook mogelijk zijn.
Ten einde het verschuiven van de snaren op aandrijforganen te verhinderen waardoor de onderlinge afstand tussen de snaren verstoord wordt, zijn de aandrijforganen bij voorkeur van geleidingsgroeven voorzien waarin de snaren gelegd zijn. Echter is deze oplossing alleen geschikt voor een sorteerband die altijd dezelfde produkten moet sorteren. De aldus opgelegde vaste onderlinge snaarafstand
<Desc/Clms Page number 8>
verhindert een wijziging van die snaarafstand voor andere produkten van verschillende dimensie.
Tijdens een omwenteling omheen de transportband 2 verplaatst een punt op een snaar zieh van de aandrijfrol 13 (14) naar de keerrol 6 (5) langs de geleidingsrol 7 naar de keerrol 9 (8) en terug naar de aandrijfrol 13 (14). Deze omwentelingsrichting is belangrijk omdat een produkt 15, dat van de aflegband 1 op de snaren 3,4 terecht komt, richting geleidingsrol 7 moet worden getransporteerd ten einde nagenoeg op die hoogte aan een verdere transportband (in de figuur niet weergegeven) of een verder station te worden afgegeven. Naast een sorteerfunktie hebben de snaren dus ook nog een transportfunktie.
De afstand tussen de opeenvolgende snaren, dat wil zeggen de afstand tussen een snaar van het eerste 3 en tweede 4 stelsel wordt ingesteld in funktie van de dimensie van het te sorteren produkt of voorwerp. Bij de uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 2 zijn geleidingselementen 16 voorzien om de onderlinge afstand tussen de snaren nagenoeg constant te houden. In het uitvoeringsvoorbeeld worden deze geleidingselementen door een set blokken 16 gevormd waarbij de snaren telkens tussen opeenvolgende blokken passeren. Bij voorkeur zijn deze geleidingselementen verplaatsbaar gemonteerd ten einde de afstand tussen de opeenvolgende snaren te kunnen wijzigen en instellen en zodoende eenzelfde sorteerband te kunnen gebruiken voor het sorteren van produkten van verschillende dimensies. Ten einde een verplaatsing mogelijk te maken zijn de blokken op draadstangen 17,18 gemonteerd.
Deze draadstangen zijn op hun beurt door electromotoren aandrijfbaar om de instelling op deze wijze te automatiseren.
Het verdraaien van de draadstangen heeft een verplaatsing van de respektievelijk blokken tot gevolg en dus een verandering van de afstand tussen de snaren.
De snaren uit het eerste 3 stelsel worden, zoals reeds vermeld aan een verschillende snelheid aangedreven dan de
<Desc/Clms Page number 9>
snaren uit het tweede stelsel. De snaren uit het eerste stelsel 3 bewegen daardoor aan een tweede snelheid v2 terwijl die uit het tweede stelsel aan een derde snelheid v3 bewegen. Bij voorkeur is 1. lv v3s2v2 en 1. lv v2s2v. De snelheden Vo tot en met v3 hebben een waarde die afhankelijk is van de snelheid waarmede de produkten afgeleverd of vervaardigd worden alsook van de aard van de produkten.
Zo zal bijvoorbeeld voor het sorteren van koeken of andere breekbare waren de snelheid v2=O, 25 m/s v3=O, 30 m/s. In dit laatste uitvoeringsvoorbeeld mag de snelheid niet al te hoog zijn ten einde de te sorteren produkten niet te beschadigen.
Belangrijk is dat V2 en v3 onderling verschillen
EMI9.1
waarbij het in wezen niet uitmaakt of V2 < V3 of V2 > V3. De kleinste van beide snelheden v, moet ten minste gelijk doch bij voorkeur groter zijn aan v1.
De te sorteren produkten 15 worden via de doseer-en aflegband 1 aangevoerd naar de sorteerband volgens de uitvinding. De mesovergang 11 draagt er zorg voor dat de produkten zonder kantelen op de snaren of overbrengingsorganen 3,4 van de sorteerband terecht komen. De afstand tussen de opeenvolgende snaren wordt zodanig ingesteld dat de te sorteren produkten telkens tussen twee opeenvolgende snaren passen. Bij in hoofdzaak vierkantige, driehoekige produkten (figuur 3, A) rechthoekige, ronde of ovale produkten (figuur 3, B) komt de onderlinge snaar afstand nagenoeg overeen met de maximale breedte of diameter van het produkt.
Doordat de produkten ongeordend op de snaren terecht komen zullen alleen diegene die "toevallig goed" geordend zijn meteen tussen de snaren op de transportband 2 vallen.
EMI9.2
De overige produkten komen op een of twee opeenvolgende - + snaren terecht. Doordat de snaren in de richting bewegen ondervinden de produkten op de snaren de translatie energie van de snaren. Door het snelheidsverschil tussen v2 en v3 (snelheid eerste en tweede snaren) ondervinden de
<Desc/Clms Page number 10>
produkten die op twee snaren liggen naast een translatie beweging ook nog een rotatie koppel waardoor een rotatiebeweging aan het produkt wordt opgelegd. De rotatie beweging die het voorwerp ondervindt is om een as, nagenoeg loodrecht op het vlak van de snaren, gericht. Deze translatie-en rotatie beweging gaat er nu voor zorgen dat het produkt tijdens zijn beweging op de sorteerband gedraaid wordt en tussen de snaren terecht komt om zodoende op de transportband geordend te vallen.
Het snelheidsverschil is dermate bepaald dat aan de produkten geen forse maar een zachte beweging wordt opgelegd om zodoende de produkten niet te beschadigen. Ook wanneer het produkt op een snaar terecht komt ondervindt het de translatiebeweging waardoor het van de snaar verwijderd zal worden en hetzij geordend tussen de snaren valt hetzij in aanraking komt met een naburige snaar en zodoende ook een rotatiebeweging zal ondervinden. Het gehele proces van rotatietranslatie is geïllustreerd in figuur 4.
De produkten 15 komen zodoende alle geordend op de transportband 2 te liggen die zieh onder de snaren bevindt. Middels deze transportband worden de produkten dan naar een verder verwerkingstation gebracht. Ook aan het einde van de transportband is een mesovergang 19 voorzien om de overdracht zonder beschadiging uit te voeren. Op zijn laatste gedeelte vertoont de transportband een knik ten opzichte van de snaren ten einde de overdracht van de produkten zorgvuldig en zonder hinder van de snaren uit te voeren. Transportband en snaren maken uiteraard een lusbeweging om hun respektievelijke keer-en aandrijfrollen.
Door toepassing van een sorteerband volgens de uitvinding kunnen de produkten eenvoudig en betrouwbaar gesorteerd worden, zonder dat hierbij veel arbeidskracht of robotten aan te pas komen. Door instelling van de onderlinge snaarafstand is eenzelfde band te gebruiken om meerdere produkten te sorteren. Het instellen geschiedt
<Desc/Clms Page number 11>
hetzij manueel door de snaren te verleggen, hetzij door de geleidingselementen 16 in te stellen.
Doordat tijdens het transport de produkten op de snaren of op de band liggen is de sorteerband volgens de uitvinding ook geschikt voor breekbare of kwetsbare produkten te sorteren. Het afstandverschil tussen snaren en transportband 5 is van dien aard dat de produkten nooit diep vallen waardoor ook de kans op beschadiging uitermate klein is. Het gebruik van snaren of andere overbrengingsorganen biedt bovendien een grote tolerantie voor wat betreft onregelmatigheden in de te sorteren produkten. De elasticiteit van de snaren en het feit dat het sorteren tijdens het transport gebeurt dragen hiertoe bij. Verder speelt de kleur of andere kwaliteitstoleranties geen rol.
De sorteerband volgens de uitvinding werkt volgens een volcontinu, geleidelijk en parallel proces, in tegenstelling tot robots die discreet werken, stuk voor stuk nemen en dus vooral snel en storingsvrij moeten werken. Het onderscheid met robotten ligt in het feit dat bij storingen, bijvoorbeeld ten gevolge van produkten die een of ander gebrek vertonen omwille van een verkeerde opstelling of van een breuk op een niet wezenlijke plaats, de robotten geneutraliseerd worden, terwijl ze geschikt zijn om aan een tempo van bijvoorbeeld 40. 000 stuks/u te opereren.
De sorteerband daarentegen zal ten hoogste minder nauwkeurig sorteren, maar niet de produktiestroom onderbreken, en dus hooguit wat extra personeel vergen in probleemsituaties.
De geleidingselementen zijn bijvoorbeeld door loopwielen gevormd die van een halfcirkelvormige uitholling voorzien zijn waarin de snaar passend aan te brengen is.
Zodoende wordt de snaar door de uitholling op de smalste omtrek ingesloten. Een nadeel van deze loopwielen is evenwel dat zij een torsie beweging aan de snaren opleggen waardoor deze laatste rond hun as in de looprichting gaan draaien. Deze torsie beweging leidt dan tot een verstoring
<Desc/Clms Page number 12>
in het sorteerpatroon van de produkten en dus tot een verstoring van de statistische verdeling. Een alternatieve oplossing die dit probleem van torsie beweging niet induceert is het gebruik van vertikaal op de draadstangen 17,18 gemonteerde rolletjes, waarbij elke snaar dan telkens tussen twee opeenvolgende rolletjes passeert. De rolletjes zijn, in looprichting beschouwd, vertikaal en op snaardikte van elkaar gemonteerd, zodat eventuele snaaroneffendheden geen storingen teweeg brengen.
Een rolletjespaar is per snaar op een wagentje gemonteerd dat op zijn beurt op de draadstang 17,18 gemonteerd is. Desgewenst zijn de draadstangen door een, door een PLC bestuurbare, stappenmotor aangedreven.
Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een sorteerband volgens de uitvinding is na de transportband 2 nog een bufferband (in de figuur niet weergegeven) aangebracht. Deze bufferband loopt trager dan de transportband 2 en zorgt er zodoende voor dat de gesorteerde produkten per rij gecumuleerd worden om zodoende kleine fluctuaties in het debiet per rij op te vangen.
Een andere wijze om fluctuaties in het debiet op te vangen is de onderlinge snaarafstand te wijzigen. Zo zal bijvoorbeeld tussen een stel opeenvolgende snaren de afstand x bedragen en tussen een ander stel de afstand 1. 10x bedragen, zodat voor deze laatste rij het debiet 10% groter zal zijn. Wanneer de geleidingselementen verstelbaar gemonteerd zijn is het mogelijk door een continue regeling van de afstand fluctuaties in het debiet op te vangen.
Naast een enkele translatie beweging aan de snaren op te leggen, wordt er bij een verder voorkeursuitvoeringsvorm van een sorteerband volgens de uitvinding ook nog een rotatiebeweging aan de snaren opgelegd. Hierdoor wordt een sorteren van de produkten volgens drie dimensies mogelijk, namelijk naast lengte en breedte ook nog een hoogte sortering. Hiertoe worden snaren met een rechthoekige
<Desc/Clms Page number 13>
doorsnede gebruikt die, vooraleer ze om de rollen gelegd worden, getordeerd worden zodat ze een spiraalvormige weg afleggen over de lengte van de band, zoals weergegeven in figuur 5. Het getordeerd zijn van de snaren heeft tot gevolg dat tijdens hun translatie beweging de snaren roteren volgens de pijlen 20. Een rotatie volgens een as in de transportrichting georiënteerd, wordt hierdoor aan het produkt opgelegd waardoor sorteren in hoogte mogelijk wordt.
Bij de uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 5 zijn enkele overbrengingsorganen als snarenparen (3a, b ; 4a, b) uitgevoerd. Voor elke snarenpaar is het ene (b) snaar in uurwijzerzin getordeerd en het andere (a) in tegenuurwijzerzin getordeerd. Door de getordeerde snaren ontstaat bij het roteren een spiraalbeweging die ontbonden wordt in een translatie en een rotatiecomponent. De snarenparen worden aan een zodanige snelheid aangedreven dat de resulterende translatie component een snelheid heeft die hoger is dan de snelheid van de transportband.
In de plaats van snaren te gebruiken is het eveneens mogelijk om roterende draadstangen als overbrengingsorganen te gebruiken.