BE1001025A6 - Konstruktie-element en konstruktie die zulk element toepast. - Google Patents

Abstract

Konstruktie-element, daardoor gekenmerkt dat het hoofdzakelijk bestaat uit een balk (2) die minstens drie koppelingsmiddelen (3,4,5) bevat, waarvan respektievelijk twee nabij één uiteinde (6) van de balk (2) en één nabij het tegenoverliggend uiteinde (7) van de balk (2) zijn gesitueerd.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



    Konstruktie-element   en konstruktie die zulk element toepast. 
 EMI1.1 
 ------------------------------------------------------------- Deze uitvinding heeft betrekking op een konstruktie-element, alsook op een konstruktie die dit element toepast. 



  In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een konstruktie-element dat hoofdzakelijk bedoeld is om aangewend te worden bij de aanleg van tuinen, perken,   plantsoenen,   terrassen en dergelijke. In een voorkeurdragende toepassing zal de uitvinding gebruikt worden voor de bouw van boorden voor borders, afrasteringen en grote bloembakken. 



  Het is bekend dat voor het afbakenen van perken en borders, alsook voor het vormen van bloembakken, gebruik gemaakt wordt van zware houten balken, doorgaans afgedankte   spoorliggers,   die in verscheidene rijen los op elkaar gelegd worden. Deze konstruktie vertoond evenwel verschillende nadelen,   o. a.   dat de balken tijdens de opbouw van de konstruktie moeilijk t. o. v. elkaar kunnen gepositioneerd worden en dat zij vrij vlug 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 verschuiven omwille van de druk van de grond waarmee de 
 EMI2.1 
 bloembak gevuld wordt en/of waarmee een ophoging aan zijde e van de konstruktie wordt uitgevoerd. 



   Een bekende oplossing voor het voornoemd nadeel bestaat erin dat palen aan   een   zijde van de konstruktie voor de balken in de grond worden vastgezet, die de verschuiving van de balken dienen tegen te gaan. Zulke konstruktie vertoont op haar beurt de nadelen dat zij weinig esthetisch is en dat bij lange afrasteringen of dergelijke de paaltjes precies in lijn dienen opgesteld te worden. Bij relatief hoge boorden voor verhoogde perken of bloembakken blijft bovendien het nadeel bestaan dat onder invloed van de druk uitgeoefend door het opgehoogd gedeelte de volledige konstruktie, samen met de ervoor geplaatste paaltjes, na verloop van tijd schuin gedrukt wordt. 



  De huidige uitvinding heeft dan ook een konstruktie-element tot doel waarbij de voornoemde en andere nadelen systematisch worden uitgesloten. Het konstruktie-element volgens de uitvinding bestaat hiertoe hoofdzakelijk uit een balk, die minstens drie koppelingsmiddelen   en/of -gedeelten bevat,   waarvan respektievelijk twee nabij één uiteinde van de balk en   een   nabij het tegenoverliggend uiteinde van de balk zijn gesitueerd. In de voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de balken uit hout en met een vierkante doorsnede uitgevoerd, terwijl de voornoemde koppelingsmiddelen gevormd worden door 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 een aantal dwars door de balk gaande openingen, waarin verbindingsstukken, zoals houten pennen kunnen aangebracht worden. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, worden hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven,   met verwijzing   naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 het konstruktie-element volgens de uitvinding weergeeft ; figuren 2   t. e. m.   4 enkele konstrukties weergeven waarbij het konstruktie-element van figuur 1 is toegepast ; figuren 5 en 6 varianten van het konstruktie-element volgens de uitvinding weergeven. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 bestaat het konstruktie-element 1 volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een balk 2, die minstens drie koppelingsmiddelen en/of gedeelten 3   t. e. m.   5 bevat, waarvan respektievelijk twee koppelingsmiddelen 3 en 4 nabij   een   uiteinde 6 van de balk 2 en het derde koppelingsmiddel 5 nabij het tegenoverliggend uiteinde 7 van de balk 2 zijn gesitueerd. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
Bij voorkeur bezit de balk 2 een rechthoekige doorsnede, en meer speciaal nog   een vierkante doorsnede. Zoals weergegeven   in de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 bestaan de voornoemde koppelingsmiddelen of-gedeelten 3   t. e. m.   5 bij voorkeur uit dwars door de balk 2 aangebrachte openingen, bij voorkeur boringen,   m. a. w.   met een cirkelvormige doorsnede.

   Zoals aangeduid in figuur 1 bevinden de openingen of boringen zieh met hun lengteassen 8,9 en 10 parallel aan elkaar. 



  Het is duidelijk dat het konstruktie-element 1 volgens de uitvinding zich bijzonder leent tot de bouw van allerlei konstrukties. 



  In figuren 2   t. e. m.   4 worden enkele konstrukties weergegeven die gebruik maken van meerdere konstruktie-elementen 1 volgens    figuur l. Deze konstrukties vertonen het kenmerk dat zij de    samenbouw zijn van meerdere van voornoemde konstruktie-elementen   1,   waarbij zij met elkaar en/of met andere elementen verbonden zijn d. m. v. pennen 11 die door de voornoemde openingen 3 en/of 4 en/of 5 zijn aangebracht. 



  Teneinde het aanbrengen van zulke pennen te vergemakkelijken, zijn deze aan minstens   een   uiteinde voorzien van een konische afschuining 12. Het is duidelijk dat de pennen 11,   enerzijds,   uitsluitend door de konstruktie-elementen 1 kunnen aangebracht worden, doch anderzijds ook in de onderliggende bodem kunnen 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 geslagen worden, teneinde te bekomen dat de volledige konstruktie in de grond verankerd wordt. 



   De pennen 11 kunnen zowel bestaan uit hout als uit metaal, alsook uit enig ander geschikt materiaal. 



  In figuur 2 wordt een bloembak weergegeven waarbij de konstruktie-elementen in een welbepaald verband op elkaar gelegd zijn. Dankzij het gebruik van drie koppelingsmiddelen 3   t. e. m.   5,   m. a. w.   de voornoemde openingen, en verder het gebruik van pennen 11 die door deze openingen worden aangebracht, wordt   een   stevig geheel bekomen, waarbij de onderlinge verplaatsing van de konstruktie-elementen 1 onmogelijk gemaakt wordt. 



  Teneinde een konstruktie te kunnen uitvoeren zoals weergegeven in figuur 2, is het duidelijk dat de koppelingsmiddelen 3   t. e. m.   5 van het konstruktie-element 1 in een symmetrievlak 13 moeten gelegen zijn dat door de lengteas 14 gaat, waarbij de koppelingsmiddelen en/of-gedeelten 3 en 5 op een afstand A van de uiteinden 6 en 7 van de balk 2 gesitueerd zijn die gelijk is aan de helft van de dikte d van de balk gemeten volgens een richting loodrecht op het voornoemd symmetrievlak 13, terwijl het derde koppelingsmiddel 4 op een afstand B van het uiteinde 6 is gesitueerd die gelijk is aan anderhalf maal de voornoemde dikte d. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



   In figuur 3 wordt de toepassing van het konstruktie-element 1 in een omheining weergegeven. Volgens figuur 4 wordt het konstruktie-element 1 aangewend bij de opbouw van een trap. 



     Volgens figuur 5 worden de voornoemde koppelingsgedeelten   3   t. e. m.   5 gevormd door boringen met deels erin bevestigde en deels uitstekende pennen 15. De pennen 15 bevinden zieh aan   een   zelfde zijde van de balk 2. Het is duidelijk dat, zoals weergegeven in figuur 5, door het samenvoegen van meerdere konstruktie-elementen 1 de koppelingsmiddelen van de op elkaar gelegde konstruktie-elementen 1 met elkaar kunnen samenwerken. 



  In figuur 6 wordt nog een variante weergegeven waarbij meerdere openingen in de balk 2 zijn voorzien, en waarbij deze een rechthoekige doorsnede vertoont. 



  Het is duidelijk dat het begrip balk zeer ruim dient opgevat te worden en dat zulke balk 2 ook een cirkelvormige doorsnede kan bezitten. 



  Het is eveneens duidelijk dat het konstruktie-element 1 meer dan drie koppelingsmiddelen, respektievelijk boringen, kan bevatten. In een bijzondere uitvoeringsvorm wordt het konstruktie-element 1 nabij de beide uiteinden 6 en 7 van twee koppelingsmiddelen voorzien. Hiertoe wordt bijvoorbeeld in het 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 konstruktie-element volgens figuur   l,   zoals schematisch aangeduid in streeplijn, een vierde opening 16 aangebracht. 



  Vanzelfsprekend kan het konstruktie-element 1 uit allerlei materialen vervaardigd worden. Bij voorkeur zal dit echter bestaan uit hout. 



  Tenslotte wordt nog opgemerkt dat de koppelingsmiddelen ook kunnen bestaan uit openingen met bijvoorbeeld een vierkante doorsnede. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijk konstruktie-element en de konstruktie die deze konstruktie-elementen toepast, kunnen in    allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder    buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims (11)

1. Conclusies. EMI8.1 ----------- l.-Konstruktie-element, daardoor gekenmerkt dat het hoofdzakelijk bestaat uit een balk (2) die minstens drie koppelingsmiddelen (3, 4, 5) bevat, waarvan respektievelijk twee nabij een uiteinde (6) van de balk (2) en een nabij het tegenoverliggend uiteinde (7) van de balk (2) zijn gesitueerd.
2. 2.-Konstruktie-element volgens conclusie l, daardoor gekenmerkt dat de koppelingsmiddelen (3, 4, 5) bestaan uit dwars door de balk (2) gaande openingen, die parallel aan elkaar EMI8.2 zijn. L Jn.
3. 3.-Konstruktie-element volgens conclusie 2, daardoor .... gekenmerkt dat de openingen een cirkelvormige doorsnede vertonen.
4. 4.-Konstruktie-element volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de balk (2) een rechthoekige doorsnede bezit.
5. 5.-Konstruktie-element volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de balk (2) een vierkante doorsnede bezit. <Desc/Clms Page number 9>
6. 6.-Konstruktie-element volgens één der conclusi. es l I. e. m. 3, daardoor gekenmerkt dat de balk (2) een cirkelvormige doorsnede bezit.
7. 7.-Konstruktie-element volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de koppelingsmiddelen (3, 4, 5) in een symmetrievlak (13)datdoordelengteas(14)vandebalk(2) gaat, zijn gelegen, waarbij twee koppelingsmiddelen (3, 5) op een afstand (A) van de uiteinden (6, 7) van de balk (2) gesitueerd zijn die gelijk is aan de helft van de dikte (d) van de balk (2) gemeten volgens een richting loodrecht op het voornoemd symmetrievlak (13), terwijl het derde koppelingsmiddel (4) op een afstand (B) van een van de uiteinden (6, 7) gesitueerd is die gelijk is aan anderhalf maal de voornoemde dikte (d) van de balk (2).
8. 8.-Konstruktie-element volgens een der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het bestaat uit hout.
9. 9.-Konstruktie-element volgens conclusie l, daardoor gekenmerkt dat de koppelingsmiddelen (3, 4, 5) bestaan uit boringen met deels erin bevestigde en deels uitstekende pennen (15).
10. 10.-Konstruktiv die het konstruktie-element volgens conclusie 2 toepast, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat <Desc/Clms Page number 10> uit de samenbouw van meerdere konstruktie-elementen (1) die aan elkaar bevestigd zijn d. m. v. in de uit openingen bestaande koppelingsmiddelen (3, 4, 5) aangebrachte pennen (11).
11. 11.-Konstruktiv volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de pennen (11) aan minstens een uiteinde voorzien zijn van een konische afschuining (12).