BE1000599A4 - Werkwijze om te weven en weefmachine die deze werkwijze toepast. - Google Patents

Werkwijze om te weven en weefmachine die deze werkwijze toepast. Download PDF

Info

Publication number
BE1000599A4
BE1000599A4 BE8700567A BE8700567A BE1000599A4 BE 1000599 A4 BE1000599 A4 BE 1000599A4 BE 8700567 A BE8700567 A BE 8700567A BE 8700567 A BE8700567 A BE 8700567A BE 1000599 A4 BE1000599 A4 BE 1000599A4
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
thread
weft
supply
stock
weaving
Prior art date
Application number
BE8700567A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=3882685&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=BE1000599(A4) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE8700567A priority Critical patent/BE1000599A4/nl
Priority to DE8888200897T priority patent/DE3862064D1/de
Priority to EP88200897A priority patent/EP0292044B1/en
Priority to US07/193,753 priority patent/US4938268A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1000599A4 publication Critical patent/BE1000599A4/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/34Handling the weft between bulk storage and weft-inserting means
    • D03D47/342Handling the weft between bulk storage and weft-inserting means knot detection
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/34Handling the weft between bulk storage and weft-inserting means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Werkwijze om te weven daardoor gekenmerkt dat de werkwijze hoofdzakelijk bestaat in het ontnemen van de inslagdraad (2) uit een draadvoorraad (1) bestaande uit voorraadspoelen (11) met ongereinigde inslagdraad, meer speciaal draad in de hoedanigheid zoals deze onmiddellijk na het spinnen wordt verkregen; gevolgd door het reinigen van voornoemde inslagdraad (2) tussen de draadvoorraad (1) en de inslagmiddelen (8) en het daarna door middel van deze inslagmiddelen (8) in de gaap (20) brengen van de gereinigde inslagdraad.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze om te weven en weefmachine die deze werkwijze 
 EMI1.1 
 toepast. toepast. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze om te weven, alsook op een weefmachine die deze werkwijze toepast. 



  Het is bekend dat bij het spinnen    van'garens   een verontreinigd garen wordt verkregen dat verdunningen, verdikkingen, knopen, verstrengelingen en proppen vertoont. Het is dan ook gebruikelijk om dergelijke garens te reinigen. Dit gebeurt door middel van een op zichzelf bekend toestel waardoor automatisch de   draadgedeelten   die een afwijking vertonen uit de gesponnen draad verwijderd worden, en waarbij de draad hierna terug aan elkaar gezet wordt door middel van een splitslas of dergelijke. De gereinigde draad wordt op   voorraadspoelen   gewikkeld, die dan kunnen aangewend worden bij weefmachines.

   Het is duidelijk dat het op een afzonderlijk toestel uitgevoerd reinigingsproces van het gesponnen garen een kostbepalende faktor is in het totale weefgebeuren. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 De huidige uitvinding heeft nu tot doel te voorzien in een werkwijze om te weven, waarbij deze faktor als het ware wordt uitgesloten en waarbij er tevens in voorzien wordt dat de voornoemde verontreinigingen niet worden ingeweven.

   Hiertoe   betreft de   uitvinding dan ook een werkwijze om te weven, waarbij door middel van kettingdraden en inslagdraden in de vorming van een weefsel wordt voorzien en waarbij deze inslagdraden door middel van gepaste inslagmiddelen in een door de kettingdraden gevormde gaap worden gebracht, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze hoofdzakelijk bestaat in het ontnemen van de inslagdraad rechtstreeks uit een draadvoorraad bestaande uit voorraadspoelen met ongereinigde draad, zogenaamde"copeen", meer speciaal draad in de hoedanigheid zoals onmiddellijk na het spinnen wordt   verkregen;   gevolgd door het reinigen van voornoemde inslagdraad tussen de draadvoorraad en de inslagmiddelen ;

   en het daarna zoals voornoemd door middel van de inslagmiddelen in de gaap brengen 
 EMI2.1 
 van de Volgens een voorkeurdragende.. uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat de werkwijze hoofdzakelijk in het ontnemen van inslagdraad aan een draadvoorraad gevormd door ongereinigde draad, het langs detektiemiddelen leiden van de inslagdraad naar een draadvoorraadvormingsmechanisme van een   draadvoorraadvormingsinrichting,   en het vervolgens via inslagmiddelen in de gaap brengen van de inslagdraad ;

   waarbij 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 in het geval dat de voornoemde detektiemiddelen een ongewenste verontreiniging detekteren, achtereenvolgens wordt voorzien in het onderbreken van de werking van het in gebruik zijnde draadvoorraadvormingsmechanisme op het moment dat de verontreiniging aan de detektiemiddelen is gepasseerd, het verwijderen van een draadgedeelte dat in het   draadvoorraadvormingsmechanisme   aanwezig is zodanig dat de voornoemde verontreiniging tevens verwijderd wordt, en het terug voor een start in gereedheid brengen van dit draadvoorraadvormingsmechanisme. 



  Verder heeft de uitvinding nog betrekking op een weefmachine die deze werkwijze toepast, met als bijzonder kenmerk dat de inslaginrichting ervan hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van opeenvolgend een draadvoorraad bestaande uit ongereinigde draad ; detektiemiddelen om verontreinigingen in het inslaggaren waar te nemen ; een draadvoorraadvormingsinrichting gevormd door minstens   één     draadvoorraadvormingsmechanisme ;     draadverwijderingsmiddelen   die met de draadvoorraadvormingsinrichting kunnen   samenwerken, inslagmiddelen   en een stuureenheid die in funktie van een signaal van de detektiemiddelen alle voornoemde onderdelen overeenkomst. ig aan de voornoemde werkwijze in werking stelt. 



  In een bijzondere voorkeurdragende uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding tevens in een werkwijze waarbij gedurende het verwijderen van het draadgedeelte dat de verontreiniging bevat 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 de weefmachine niet dient stilgelegd te worden. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van een minstens ontdubbelde draadvoorraadvormingsinrichting met bijgevolg minstens twee draadvoorraadvormingsmechnismen,   dEn   en ander zodanig dat gedurende het aan   dén   draadvoorraadvormingsmechanisme verwijderen van een draadgedeelte dat een verontreiniging bevat, wordt overgeschakeld op het gebruik van het tweede   voorraadvormingsmechanisme   om in de kontinue voortgang van het weefproces te voorzien. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen worden hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, de werkwijze en een   aantal   inslaginrichtingen van weefmachines volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : 
Figuren 1   t. e. m.   6, voor. de voornoemde bijzondere 'uitvoeringsvorm   stapsgewijs de werkwijze aan de hand   van een inslaginrichting van een weefmachine volgens de uitvinding weergeven ; figuren 7   t. e. m.   10 betrekking hebben op varianten. 



  Zoals voorgesteld in figuur I bestaat in zulke uitvoeringsvorm de inslaginrichting van de weefmachine volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een draadvoorraad 1 waaruit een inslagdraad 2 kan ontnomen worden, detektiemiddelen 3 om verontreinigingen 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 
4 in de inslagdraad 2 waar te nemen, een minstens ontdubbelde   drsadvoorraadvormingsiorichling   5 voorzien van   afwisselend   in gebruik neembare voorraadvormingsmechanismen 6 en 7 en inslagmiddelen 8. Verder zijn in figuur 1 nog verbindingsmiddelen 9 en snijmiddelen 10 weergegeven. 



   De draadvoorraad 1 bestaat hoofdzakelijk uit een in werking zijnde voorraadspoel 11 met ongereinigde draad, ook   wel"cops"   genoemd, en een bevoorradingsmechanisme 12 dat doorgaans gevormd wordt door een carroussel, waarin meerdere van dergelijke voorraadspoelen 11 aanwezig zijn. Het presenteren van een nieuwe voorraadspoel 11, alsook het aanknopen van de aanvang hiervan aan het draaduiteinde van de in gebruik zijnde voorraadspoel 11 kan uiteraard automatisch gebeuren. 



  De detektiemiddelen 3 zijn in de baan van de inslagdraad 2 aangebracht en kunnen uiteraard uit elk. soort detektor bestaan die geschikt is om de verontreinigingen 4 waar te nemen, zoals een optische detektor, een detektie-element dat kontakt maakt met de inslagdraad 2, enz. 



  De   draadvoorraadyormingsmechanismen   6 en 7 bestaan in de weergegeven uitvoeringsvorm elk hoofdzakelijk uit een voorafwikkelaar 13 met een rond een wikkeltrommel 14 wentelbare. wikkelarm 15. Tevens zijn nog een aantal draadklemmen 16   t. e. m.   19 hierbij aangebracht. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 De inslagmiddelen 8 zijn uitsluitend schematisch weergegeven 
 EMI6.1 
 en zijn afhankelijk van het type van weefmachine. Bij eenluchtweefmachine bestaan zij hoofdzakelijk uit   een   of meer hoofdblazers en eventueel een automatische hoofdblazer- bedradingsinrichting.

   Bij een grijperweefgetouw worden deze inslagmiddelen 8 gevormd door een draadpresentatie-inrichting en/of kleurenselektor om door middel van een inbrenggrijper de gepaste draad in de gaap 20 te brengen, dewelke vervolgens door het riet 21 kan aangeslagen worden. 



   De voornoemde verbindingsmiddelen 9 staan   opgesteld,   of kunnen aangebracht worden, tussen de draadvoorraad 1 en de voorraad- vormingsinrichting 5. Zij bestaan ofwel uit een knoopinrichting, ofwel uit een apparaat om een splitslas te vormen. 



  In de voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn verder nog een aantal komponenten voorzien die duidelijkheidshalve slechts in een beperkt aantal figuren werden weergegeven en die bijgevolg pas in het verdere verloop van de beschrijving zullen vermeld worden. 



  De werkwijze volgens de uit. vinding wordt hierna uiteengezet aan de hand van de werking van de voorkeurdragende uitvoeringsvorm, die stapsgewijs in figuren 1 t. e. m. 6 werd weergegeven. In de toestand'volgens figuur 1 gebeurt de 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 toevoer van inslagdraad 2 naar de inslagmiddelen 8 via het eerste draadvoorraadvormingsmechanisme 6. Wanneer zieh een verontreiniging 4 voordoet zal deze gedetekteerd worden door middel van de detektiemiddelen 3.

   Op zulk moment wordt nog even in de toevoer van de inslagdraad 2 langs het eerste draadvoorraadvormingsmechanisme 6 voorzien, en wel totdat een toestand zoals in figuur 2 wordt   bereikt,   m. a. w. waarbij de verontreiniging 4 zieh in het eerste draadvoorraadvormingsmechanisme 6 bevindt, waarbij er evenwel op gelet wordt dat tussen de inslagmiddelen 8 en de verontreiniging 4 nog een aanzienlijke reserve R aan goede draad beschikbaar blijft. Op dit moment wordt het eerste voorraadvormingsmechanisme 6 uitgeschakeld. De in gebruik zijnde inslagdraad 2 wordt ondertussen na de verontreiniging 4 doorgesneden door middel van de   enijmiddelen   10, zodanig dat een afgezonderd draadgedeelte 2A ontstaat, bijvoorbeeld zoals weergegeven in figuur 2. 



  Om de kontinue doorgang van het weefproces te verzekeren wordt dan overgegaan op het gebruik van het tweede draadvoorraadvormingsmechanisme 7. Opgemerkt wordt hierbij dat in dit draadvoorraadvormingsmechanisme 7 reeds een tweede draadgedeelte 2B aanwezig is. dat met zijn voorste uiteinde 22 aan de inslagmiddelen 8 klaargehouden wordt. Het andere uiteinde 23 wordt, zoals nog in figuur 2 weergegeven, bijvoorbeeld door verplaatsing van de draadklem 18, samen met 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 het uiteinde 24 van de oorspronkelijke inslagdraad 2 aan de , verbindingsmiddelen 9 gepresenteerd, waarna beide uiteinden aan elkaar verbonden worden. Door de draadklem 19 te openen kan daarna via het tweede voorraadvormingsmechanisme 7 in de toevoer van inslagdraad voorzien worden. 



  Het verwijderen van de verontreiniging 4 kan gebeuren zoals in figuren 3 en 4. Hierbij wordt eerst het goed   draadgedeelte. 25.   dat overblijft in de voornoemde draadreserve R, afgezonderd,   bijvoorbeeld door dit door middel van haakmiddelen   26 af de betreffende voorafwikkelaar 13 te trekken. De klem 17 wordt hierbij gesloten zodanig dat het uiteinde. 27 nabij de inslagmiddelen 8 aanwezig blijft. Het draadgedeelte 28 dat de verontreiniging 4 bevat wordt door middel van snijmiddelen 29 losgesneden, en vervolgens zoals weergegeven in figuur 4, door middel van een afvoerinrichting 30 volledig afgevoerd. 



  Het eerste draadvoorraadvormingsmechanisme 6 wordt vervolgens terug in gereedheid gebracht door, zoals weergegeven in de figuren 5 en 6, dit mechanisme te   herberaden   met het goed draadgedeelte 25. In de weergegeven uitvoeringsvorm gebeurt dit met behulp van een automatische doorhaalinrichting 31, zoals bekend uit de Belgische oktrooiaanvrage nr 87 00223 van   aanvraagster. Het draadgedeelte   25 wordt hierbij tot in de draadklem 16 aangebracht. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 
Het eerste   draadvoorraadvormingsmechanisme   6 bevindt zich dan terug in gereedheid om bij een volgende verontreiniging 4 terug in gebruik genomen te worden, terwijl zulke verontreiniging 4 dan via het tweede draadvoorraadvormings- mechanisme 7 zal worden afgevoerd. 



   Het is duidelijk dat de volledige inslaginrichting van een   sstunreenheid   is voorzien, waardoor in funkt ie van een signaal van de detektiemiddelen 3 de hiervoor beschreven cyclus wordt uitgevoerd. 



  Het afzonderen van het goed en slecht   draadgedeelte,   respektievelijk 25 en 28, hoeft niet noodzakelijk met behulp van een haak 26 en een afvoerinrichting 30 te gebeuren. In de uitvoeringsvorm volgens figuren 7 en   8 -waarin slechts   een gedeelte van de inrichting is weergegeven-wordt het draadgedeelte 2A volledig opgenomen in een   speciaal   daartoe voorziene buis 32, waarbij het goed en sIecht draadgedeelte, respektievelijk 25 en 28, door middel van snijmiddelen 33 gescheiden worden. Het goed draadgedeelte 25 wordt dan door middel van de doorhaalinrichting 31 terug door het draadvoorraadvormingsmechanisme 6 tot bij de draadklem 16 gebracht. Er wordt opgemerkt dat het opnemen van het draadgedeelte 2A in de buis 32 bij voorkeur gebeurt door de draad in de buis 32 op te zuigen.

   Deze zou evenwel ook hierin kunnen geblazen worden. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  Volgens een Variante kan, zoals weergegeven in figuur 9, het volledige gedeelte 2A door middel van de doorhaalinrichting 31 uit de buis 32 en door het draadvoorraadvormingsmechanisme 6 gehaald worden, een en ander zodanig dat de verontreiniging 4 tot voor de verbindingsmiddelen 9 terug gebracht wordt, waarna door middel van snijmiddelen 34 het   slecht   draadgedeelte 28 wordt afgesneden. Hierbij kan de draaddoorhaalinrichting 31 voor de verbindingsmiddelen 9 voorzien worden, zodanig dat deze laatste gelijktijdig met het doorhalen van het draadgedeelte 2A herbedraad worden. 



  De huidige uitvinding heeft uiteraard ook betrekking op een inslaginrichting en een werkwijze waarbij met slechts   een   draadvoorraadvormingsmechanisme gewerkt wordt. Gedurende het verwijderen van de verontreiniging wordt de draadtoevoer aan de inslagmiddelen bijgevolg onderbroken, zodat de weefmachine doorgaans tijdelijk dient stopgezet te worden. 
 EMI10.1 
 o Zoals weergegeven in figuur 10 kan ook gewerkt worden met twee afzonderlijke draadvoorraden   1,   waarvan de aflopende inslagdraden 2 elk hoofdzakelijk langs eigen verbindingsmiddelen 9, detektiemiddelen 3, snijmiddelen 10, een draadvoorraadvormingsmechanisme, respektievelijk 6 en 7, en eventueel langs   afzonderlijke draadverwijderingsmiddelen,   zoals bijvoorbeeld de voornoemde haakmiddelen 26 en een afvoerinrichting, gebeurt.

   De beide inslagdraden 2 worden 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 tenslotte naar dezelfde inslagmiddelen 8 geleid. De hierbij gevolgde werkwijze bestaat er hoofdzakelijk in dat bij de detektie van een verontreiniging 4 overgegaan wordt op de tweede inslagdraad terwijl in de eerste    de.   verontreiniging wordt verwijderd, en vice versa. Het is duidelijk dat ook met meer dan twee   draadvoorrs8dmechanismen   kan   geweven   worden. 



   In figuur 11 wordt nog een variante op de inslaginrichting van figuur 10 voorzien waarbij met betrekking tot beide inslagdraden 2 een   gemeenschappelijke bevoorradingsmechanisme   en gemeenschappelijke verbindingsmiddelen 9 worden aangewend. 



  De verbindingsmiddelen 9 kunnen afwisselend aan beide inslagdraden gepresenteerd worden. Om de respektievelijke draadeinden 24 die gedurende de verwijdering van een verontreiniging 4 aan   de doorgesneden inslagdraad   2 ontstaan, gestrekt te houden, kunnen nog draadklemmen 35 worden voorzien die in het bijzonder gedurende de. afwezigheid van de verbindingsmiddelen 9 noodzakelijk zijn. 



  Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt blijft tot de draadvoorraadvormingsinrichtingen 5 van het type dat gevormd wordt door   voorafwikkelaar8   13, doch dat mits gepaste middelen, bijvoorbeeld zoals de buis 32, de werkwijze volgens de uitvinding ook toepasbaar is op andere draadvoorraadvormingsinrichtingen. Het is eveneens duidelijk dat de 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 draadvoorraad 1 bestaande uit ongereinigde draad zieh in om het even welke vorm kan bevinden. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke   weefm8chine.   die voorzien is van de hiervoor beschreven inslaginrichting, kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims (16)

  1. Conclusies. EMI13.1 ---------- 1. - Werkwijze om te weven, waarbij door middel van kettingdraden en inslagdraden in de vorming van een weefsel wordt voorzien en waarbij deze inslagdraden door middel van inslagmiddelen in een door de kettingdraden gevormde gaap worden gebracht, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze hoofdzakelijk bestaat in het ontnemen van de inslagdraad (2) uit een draadvoorraad (1) bestaande uit voorraadspoelen Cl 1) met ongereinigde inslagdraad, meer speciaal draad in de hoedanigheid zoals deze onmiddellijk na het spinnen wordt verkregen ; gevolgd door het reinigen van voornoemde inslagdraad (2) tussen de draadvoorraad (1) en de inslagmiddelen (8) en het daarna zoals voornoemd door middel van deze inslagmiddelen (8) in de gaap (20) brengen van de gereinigde inslagdraad.
  2. 2. - Werkwijze om te weven volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat ze hoofdzakelijk bestaat in het ontnemen van inslagdraad (2) aan minstens een draadvoorraad (1) gevormd door ongereinigde draad, het langs detektiemiddelen (3) leiden van de. inslsgdraad (2) naar een draadvoorreadvormingsmechanisme (6) van een draadvoorraadvormingsinrichting (5), en het vervolgens via inslagmiddelen (8) in de gaap (20) brengen <Desc/Clms Page number 14> van de inslagdraad (2) ;
    waarbij in het geval dat de voornoemde detektiemiddelen (3) een ongewenste verontreiniging (4) detekteren, achtereenvolgens wordt voorzien in het onderbreken van de werking van het in gebruik zijnde draadvoorraadvormingsmechanisme (6) van zodra de verontreiniging (4) aan de detektiemiddelen (3) gepasseerd is het verwijderen van het draadgedeelte dat de verontreiniging (4) bevat, en het terug in gereedbeid brengen van dit laatst genoemd draadvoorraadvormingsmechanisme (6) om terug in gebruik genomen te kunnen worden.
  3. 3. - Werkwijze om te weven volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat gebruik gemaakt wordt van een minstens ontdubbelde draadvoorraadvormingsinrichting (5), m. a. w. met minstens twee draadvoorraadvormingsmechanismen (6, 7), waarbij van zodra dat de verontreiniging (4) aan de detektiemiddelen (3) gepasseerd is, er wordt overgeschakeld op het gebruik van een ander draadvoorraadvormingsmechanisme (7), terwijl in of nabij het eerst in gebruik zijnde drasdvoorr8sdvormings- mechanisme (6) het draadgedeelte met de verontreiniging (4) wordt verwijderd en dit terug in gereedheid wordt gebracht.
  4. (4) in de van de draadvoorraad (J) ontnomea inslagdrsad (2) waar te nemen ; een minstens ontdubbelde draadvoorraadvor- mingsinrichting (5) waarvan de draadvoorr8sdvormings- EMI19.1 mechanismen voorzien zijn van draadverwijderingsmiddelen (6, 7),inslagmiddelen (8) die omschakelbaar zijn, zodanig dat zij door de respektievelijke draadvoorraadvormingsmechanismen (6, 7) van de draadvoorraadvormingsinrichting (5) met inslagdraad (2) kunnen voorzien worden ; en verder nog een stuureenheid die in funktie van een signaal van de detektiemiddelen (3) in de gepaste wisseling van het gebruik van de voorraadvormingsmechanismen (6 ; 7) kunnen voorzien en <Desc/Clms Page number 20> die de gepaste middelen voor de verwijdering van het slecht draadgedeelte (28) in werking stellen.
    4.-Werkwijze om te weven volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat zij in de draadtoevoer vanaf één draadvoorraad (1) voorziet. <Desc/Clms Page number 15>
  5. 5.-Werkwijze om te weven volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de inslagdraad (2) voor de draadvoorraadvormingsinrichting (S) langs detektiemiddelen (3) en snijmiddelen (10) geleid wordt, waarbij het zoals voornoemd overschakelen op het gebruik van een ander draadvoorraadvorming9mechanisme (7) wordt verwezenlijkt door van zodra de verontreiniging (4) door detektiemiddelen (3) wordt gedetekteerd te voorzien in het doorsnijden van de in gebruik zijnde inslagdraad (2) tussen de plaats waar de voornoemde detektiemiddelen (3) werkzaam zijn en de voorraadvormingsinrichting (5), het presenteren van het uiteinde (23) van een in een tweede draadvoorraadvormingsmechanisme (7) aanwezig draadgedeelte (2B) aan de verbindingsmiddelen (9), het verbinden van dit uiteinde (23)
    met het voorste uiteinde (24) van de inslagdraad (2) afkomstig van de dreadvoorraad (1), en het overschakelen van de inslagmiddelen (8) op het gebruik van. de draad (2,2B) die EMI15.1 .. afkomstig is van het nieuw in gebruik genomen draadvoorraadvormingsmechanisme (7).
  6. 6.-Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat zij in de draadtoevoer vanaf meerdere draadvoorraden (1) voorziet, en dat elke inslagdraad (2) langs een eigen voorafwikkelmechanisme (6, 7) naar de inslagmiddel'en (8) geleid wordt. <Desc/Clms Page number 16>
  7. 7.-Werkwijze om te weven, volgens een der conclusies 2 t. e. m. 6, waarbij gebruik gemaakt wordt van een draadvoorraadvormingsinrichting (5) waarvan het draadvoorraadvormingsmechanisme, respektievelijk de draadvoorraadvormingsmechanismen (6,7) hoofdzakelijk bestaan uit voorafwikkelaars (13), daardoor gekenmerkt dat het draadgedeelte (28) dat de verontreiniging (4) bevat wordt verwijderd door, respektievelijk, erin te voorzien dat bij het onderbreken van de werking van het betreffende draadvoorraadvormingsmechanisme (6) de gedetekteerde verontreiniging (4) zodanig gesitueerd is dat tussen de inslagmiddelen (8) en deze verontreiniging (4) op de betreffende voorafvikkelaar (13) nog een reserve (R), bestaande uit een goed draadgedeelte t25), voorhanden blijft;
    vervolgens het goede drsadgedeelte (25) verder af de betreffende voorafwikkelaar (13) te trekken, en het goed en slecht draadgedeelte (25, 28) van elkaar te snijden; en het slecht-draadgedeelte (28) tenslotte af te voeren door dit af de wikkeltrommel (14) van de betreffende voorafwikkelaar te trekken.
  8. 8.- Werkwijze om te weven, volgens een der conclusies 2 t. e. m. 7, daardoor gekenmerkt dat het terug in gereedheid brengen van het draadvoorraadvormingsmechanisme (6) gebeurt door het goed draadgedeelte (25) door middel van een doorhaalinrichting (31) in tegengestelde zin terug door het betreffende <Desc/Clms Page number 17> draadvoorraadvormings mechanisme (6) te halen en in de nabijheid van een draadklem (16) te brengen.
  9. 9. - Werkwijze om te weven volgens een der conclusies 2 t. e. m. 7, daardoor gekenmerkt dat het terug in gereedheid brengen van het draadvoorraadvormingsmechanisme (6) gebeurt door het goed draadgedeelte (25) door middel van een doorhaalinrichting (31) in tegengestelde zin terug door het. draadvoorraadvormingsmechanisme (6) te halen en in de nabijheid van de verbindingsmiddelen (9) te brengen.
  10. 10. - Werkwijze om te weven, volgens een der conclusies 2 t. e. m. 6, daardoor gekenmerkt dat in het geval van de detektie van een verontreiniging (4) het verwijderen van het draadgedeelte (28) dat de verontreiniging (4) bevat, gebeurt door opeenvolgend te voorzien in het onderbreken van de werking van het in gebruik zijnde draadvoorraad- vormingsmechanisme (6), doch wel zodanig dat tussen de verontreiniging (4) en de inslagmiddelen (8) een draadreserve (R) gevormd door een goed draadgedeelte (25) voorhanden blijft ; het opnemen van het draadgedeelte (2A) dat in het betreffende draadvoorraadvormingsmechanisme (6) aanwezig is in een daartoe voorziene buis (32) ;
    het hierin afsnijden van het slecht draadgedeelte (28) dat de verontreiniging (4) bevat en het afvoeren ervan door de buis (32), waarna het goed <Desc/Clms Page number 18> draadgedeelte (25) terug door het volledige betreffende voorraadvormingsmechanisme (6) gehsald wordt.
  11. 11. - Werkwijze om te weven, volgens één der conclusies 2 t. e. m. 6. daardoor gekenmerkt dat het verwijderen van het draadgedeelte (28) gebeurt door achtereenvolgens te voorzien in het onderbreken van de werking van het in gebruik zijnde draadvoorraadvormings mechanisme (6) op zodanige wijze dat voor de verontreiniging (4) nog een draadreserve (R) bestaande uit een goed draadgedeelte (25) beschikbaar blijft ; het opnemen van het losgesneden draadgedeelte (2A) in een daartoe bestemde buis (32) ;
    het vervolgens in gestrekte toestand doorhalen van dit draadgedeelte (2A), in tegengestelde richting, door het betreffende draadvoorraadvormingsmechanisme (6) alsook door de verbindingsmiddelen (9) en het afsnijden van het slecht draadgedeelte (28) voor deze verbindingsmiddelen (9).
  12. 12.-Weefmachine die de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies toepast, daardoor gekenmerkt dat zij voorzien is van een inslaginrichting die hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van opeenvolgend minstens een draadvoorraad (1) met ongereinigde dread, hoofdzakelijk zoals deze rechtstreeks uit een spinproces wordt bekomen ; detektiemiddelen (3) om verontreinigingen (4) in de van de draadvoorraad (1) ontnomen inslagdraad (2) waar te nemen ; een draadvoorraadvormings- <Desc/Clms Page number 19> inrichting (5) met minstens één draadvoorraadvormings- mechanisme (6 ; 7) voorzien van draadverwijderingsmiddelen om slechte draadgedeelten (28) te verwijderen ;
    inslagmiddelen (8) en verder nog een stuureenheid die in funktie van een signaal van de detektiemiddelen (3) minstens de middelen voor de verwijdering van het slecht draadgedeelte (28) in werking stellen.
  13. 13.-Weefmachine die de werkwijze volgens conclusie 4 toepast, daardoor gekenmerkt dat zij voorzien is van een inslaginrichting die hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van opeenvolgend één draadvoorraad (1) met ongereinigde draad, hoofdzakelijk zoals deze rechtstreeks uit een spinproces wordt bekomen ; detektiemiddelen (3) om verontreinigingen.
  14. 14. - Weefmachine volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat tussen de draadvoorraad, respektievelijk draadvoorraden (1) en de draadvoorraadvormingsinrichting (5) verbindingsmiddelen (9) zijn voorzien die kunnen samenwerken met een inslagdraad (2) afkomstig van de draadvoorraad of draadvoorraden (1), enerzijds, en de draadgedeelten (2A, 2B) van de dreadvoorraadvormingsmechanismen (6, 7) van de draadvoorraadvormingsinrichting (5), anderzijds.
  15. 15.-Weefmachine volgens een der conclusies 12, 13 of 14 daardoor gekenmerkt dat tussen de draadvoorraad, respektievelijk draadvoorraden (1) en de draadvoorraadvormingsinrichting (5) snijmiddelen (10) zijn voorzien die met de momenteel toegevoerde inslagdraad (2) kunnen samenwerken. EMI20.1 ..
  16. ", 16.-Werkwijze om te weven, en weefmachine die deze werkwijze toepast, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen.
BE8700567A 1987-05-20 1987-05-20 Werkwijze om te weven en weefmachine die deze werkwijze toepast. BE1000599A4 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8700567A BE1000599A4 (nl) 1987-05-20 1987-05-20 Werkwijze om te weven en weefmachine die deze werkwijze toepast.
DE8888200897T DE3862064D1 (de) 1987-05-20 1988-05-06 Webverfahren und webmaschine, die dieses verfahren anwendet.
EP88200897A EP0292044B1 (en) 1987-05-20 1988-05-06 Method of weaving, and a weaving machine which uses this method
US07/193,753 US4938268A (en) 1987-05-20 1988-05-13 Defective weft thread removal for an as-spun weft thread supply

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8700567A BE1000599A4 (nl) 1987-05-20 1987-05-20 Werkwijze om te weven en weefmachine die deze werkwijze toepast.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1000599A4 true BE1000599A4 (nl) 1989-02-14

Family

ID=3882685

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8700567A BE1000599A4 (nl) 1987-05-20 1987-05-20 Werkwijze om te weven en weefmachine die deze werkwijze toepast.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US4938268A (nl)
EP (1) EP0292044B1 (nl)
BE (1) BE1000599A4 (nl)
DE (1) DE3862064D1 (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1001919A3 (nl) * 1988-12-05 1990-04-10 Picanol Nv Luchtweefmachine, met een verbeterde voeding voor de inslagdraden.
GB2259719A (en) * 1991-07-08 1993-03-24 Murata Machinery Ltd Method of operating weaving apparatus
DE4209686C2 (de) * 1992-03-25 1995-02-02 Dornier Gmbh Lindauer Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung von insbesondere knotenfreien Gewebe auf Luftdüsenwebmaschinen
US6889493B2 (en) * 2002-12-19 2005-05-10 Jp Morgan Chase Bank, N.A. Apparatus for forming a spliced yarn
US6907721B2 (en) * 2002-12-19 2005-06-21 Invista North America, S.A.R.L. Spliced yarn and method for forming the same
WO2007057217A1 (en) * 2005-11-21 2007-05-24 Picanol N.V. Method for introducing a weft thread in an air weaving machine and air weaving machine
DE102007042348A1 (de) 2007-09-06 2009-03-12 Lindauer Dornier Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum Eliminieren von Schußfäden mit Fadenunregelmäßigkeiten aus Geweben
FR2981091B1 (fr) * 2011-10-06 2013-12-20 Michelin Soc Tech Dispositif et procede d'extraction de trames dans une nappe de renfort destinee a la fabrication d'un pneumatique
US9533855B2 (en) 2012-01-24 2017-01-03 Nike, Inc. Intermittent weaving splicer
US8839824B2 (en) 2012-01-24 2014-09-23 Nike, Inc. Multiple layer weaving
US9862564B2 (en) 2013-10-25 2018-01-09 Columbia Insurance Company Cutter assembly for stretched yarn
US9447525B2 (en) * 2014-02-18 2016-09-20 Eastman Chemical Company On-line detection of defects in fibrous members

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2404035A1 (de) * 1974-01-29 1975-08-07 Schlafhorst & Co W Automatische kreuzspulmaschine
DE2824752A1 (de) * 1978-06-06 1979-12-13 Schlafhorst & Co W Spulmaschine fuer textilfaeden

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2769599A (en) * 1951-09-07 1956-11-06 Reiners Walter Thread transporting mechanism
US4463909A (en) * 1981-04-10 1984-08-07 Murata Kikai Kabushiki Kaisha Cop supplying system in automatic winder
JPS5930923A (ja) * 1982-08-12 1984-02-18 Toyoda Autom Loom Works Ltd オ−プンエンド精紡機の糸継ぎ方法
JPS5966540A (ja) * 1982-10-02 1984-04-16 株式会社豊田自動織機製作所 無杼織機における緯糸欠点織込み防止方法
US4658866A (en) * 1984-08-06 1987-04-21 Tsudakoma Corp. Method of and apparatus for removing and replacing a broken weft yarn
EP0190535B1 (de) * 1985-02-05 1989-07-26 GebràœDer Sulzer Aktiengesellschaft Vorrichtung zur Abschirmung gegen Flug im Einlaufbereich des Schussfadens einer Webmaschine
US4676277A (en) * 1986-04-18 1987-06-30 Abington, Inc. Vacuum cleaning system for the automatic insertion area of a weaving machine

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2404035A1 (de) * 1974-01-29 1975-08-07 Schlafhorst & Co W Automatische kreuzspulmaschine
DE2824752A1 (de) * 1978-06-06 1979-12-13 Schlafhorst & Co W Spulmaschine fuer textilfaeden

Also Published As

Publication number Publication date
EP0292044A1 (en) 1988-11-23
US4938268A (en) 1990-07-03
EP0292044B1 (en) 1991-03-20
DE3862064D1 (de) 1991-04-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1000599A4 (nl) Werkwijze om te weven en weefmachine die deze werkwijze toepast.
BE1001819A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor de toevoer van inslagdraden bij weefmachines.
BE1007850A3 (nl) Werkwijze en weefmachine met een voeding voor inslagdraden.
US5332007A (en) Faulty weft control on air nozzle looms
BE1004150A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het toevoeren van inslaggaren aan de gaap bij een weefmachine.
US4832091A (en) Method and mechanism for repairing the weft supply on weaving machines in case of an interruption between the supply package and the weft accumulator
BE1001507A3 (nl) Werkwijze voor het uit de gaap verwijderen van een los foutief inslagdraadgedeelte bij weefmachines.
BE1016639A6 (nl) Werkwijze voor het inbrengen van inslagdraden.
EP0333302A1 (en) Weaving machine with an improved weft thread supply
BE1002532A4 (nl) Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen en geleiden van inslagdraad bij weefmachines.
US4998567A (en) Weft thread break detector with a time delay circuit
US5050647A (en) Damaged weft thread elimination in airjet weaving machines
JP2004100061A (ja) 織機の不良内容表示方法および織機の不良内容表示装置
BE1000898A3 (nl) Werkwijze voor het herstellen van een inslagdraad bij weefmachines.
RU2051229C1 (ru) Ткацкий станок с зажимными челноками и способ устранения оборванной уточной нити на этом станке
BE1000598A4 (nl) Werkwijze voor de herstelling van een inslagdraad in een weefmachine, en weefmachine die deze werkwijze toepast.
JP4234044B2 (ja) むらのあるよこ糸部分の除去によって、欠陥の少ない布を製織する方法
EP0161014B1 (en) Weft cancellation mechanism for gripper looms
BE1001035A3 (nl) Werkwijze voor het voorbereiden van een inslagdraad bij weefmachines en weefmachines die zulke werkwijze toepassen.
US3598328A (en) Knot detecting and rejecting attachments for unifil-type bobbin winding machines
EP0333262A1 (en) Airjet weaving machine with an improved weft thread supply
BE1004346A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bevoorraden van weefmachines met voorraadspoelen in een weverij.
US4091512A (en) Deweaving apparatus for textile tapes
BE1017505A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het beperken van stilstanden op een axminsterweefmachine.
BE1015818A3 (nl) Detectiesysteem voor het detecteren en vermijden van knopen en/of onregelmatigheden bij inslagdraden in een weefsel.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PICANOL N.V.

Effective date: 19980531