BE1000048A3 - Bouwkundig onderdeel voor een in hoofdzaak uit hout gevormde constructie zoals een pergola of schutting en de daarbij toegepaste opsteekpaal en poer - Google Patents

Abstract

Bouwkundig onderdeel voor een in hoofdzaak uit hout gevormde constructie zoals een pergola of schutting, bestaande uit een in de grond te plaatsen element en de daarop aan te brengen opsteekpaal, met het kenmerk, dat het element een poer is, vervaardigd uit beton met een bovenstuk dat passend samenwerkt en losneembaar verbindbaar is met het onderste deel van de opsteekpaal.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Korte aanduiding : Bouwkundig onderdeel voor een in hoofdzaak uit hout gevormde constructie zoals een pergola of schutting en de daarbij toegepaste opsteekpaal en poer. 



   De uitvinding heeft betrekking op een bouwkundig onderdeel voor een in hoofdzaak uit hout gevormde constructie, zoals een pergola of schutting, bestaande uit een in de grond te plaatsen element en een daarop aan te brengen opsteekpaal. De uitvinding heeft verder betrekking op de daarbij toegepaste opsteekpaal en daarbij toegepaste poer. 



   Een poer is een onderdeel van een fundering, bestaande uit een blok van metselwerk of beton en met poeren worden balken of kolommen ondersteund op plaatsen waar geen (normale) fundeerstroken aanwezig zijn. 



   Problemen met betrekking tot pergola's, schuttingenof   carport   zijn algemeen bekend wanneer deze bouwkundige constructies aansluitend op het grondoppervlak zijn geplaatst en de palen die de constructie moeten ondersteunen of dragen in de grond zijn geplaatst. 



  Ofschoon dergelijke bouwkundige constructies vaak zijn vervaardigd uit duurzame houtsoorten, rotten deze toch vaak direkt boven of in de grond weg omdat daar de kans op aantasting zeer groot is. Voor deze problemen zijn oplossingen voorgesteld zoals het impregneren van het hout, hetgeen echter slechts een tijdelijke verbetering geeft en een dergelijke impregnering is zeer moeilijk of onmogelijk voor het hout dat het meest onderhevig is aan aantasting, te weten het hout dat in of direkt op de grond is geplaatst.

   Ook is voorgesteld om de schutting of andere bouwkundige constructies te formeren op enkele betonnen palen, die dan in de grond worden geplaatst en niet onderhevig zijn aan aantasting, welke betonnen palen echter zeer 2waar zijn en daarom moeilijk hanteerbaar en bovendien is dit esthetisch minder gewenst omdat een dergelijke betonnen paal niet past in, een houten schutting of dergelijke. Ook is bijvoorbeeld bij het opbouwen van een pergola voorgesteld de ondersteunende palen aan te brengen op metalen pennen. die in de grond zijn geplaatst, terwijl deze pen is geplaatst in een gemetselde uitsparing in de grond zodat de metalen pen en het daarop aangebrachte ondersteunende vlak voor de paal niet direkt met de grond in aanraking komt.

   Deze laatste oplossing is een   constructief     ingewikkelde   en naar verhouding dure oplossing terwijl na 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 verloop van tijd de   gemetselde   put toch volraakt met grond en het onderste gedeelte van de paal toch weer wordt aangetast. Een ander nadeel van dergelijke constructies bij het afbakenen van tuinen en dergelijke is dat het tuingereedschap vaak de schutting en dergelijke beschädigt. 



   Een   oplossing   voor deze problemen is thans gevonden met een bouwkundig onderdeel, opsteekpaal en poer volgens de uitvinding en het bouwkundige onderdeel voor een in hoofdzaak uit hout gevormde constructie zoals een pergola of schutting, bestaande uit een in de   grond te   plaatsen element en een daarop aan te brengen opsteekpaal, wordt hierdoor gekenmerkt, dat het element een poer is, vervaardigd uit beton met een bovenstuk dat passend samenwerkt en losneembaar verbonden is met het onderste deel van een opsteekpaal. Daarbij wordt een opsteekpaal gebruikt waarbij de paal aan een uiteinde is voorzien van een inkeping die kan samenvallen met het bovenste deel van de poer en is voorzien van een gat voor boutbevestiging. De daarbij toegepaste poer is voorzien van een bovenstuk dat passend valt binnen de inkeping van de opsteekpaal. 



   De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de volgende beschrijving, waarbij is verwezen naar de bijgevoegde tekening,   waarbij :    fig. 1 de poer 1 en de opsteekpaal 2 weergeeft, fig. 2 de samengestelde poer en opsteekpaal weergeeft en fig. 3 een schutting weergeeft waarin het bouwkundige onderdeel bestaande uit poer en opsteekpaal is verwerkt. 



   In   fig. t is   de   poer l   weergegeven, bestaande uit een onderstuk 5 en bovenstuk 3, welk bovenstuk 3 is voorzien van een doorboring 4. Het onderstuk 5 dat taps uitloopt wordt in de grond geplaatst en heeft bij voorkeur afmetingen van 15-30 cm als basis en een hoogte van 40-80 cm met een bovenstuk 3 van meer dan 10 cm, bij voorkeur 20-30 cm. Het zal duidelijk zijn dat de afmetingen in hoofdzaak afhankelijk zijn van de toepassing en van de te bouwen constructie. In fig. 1 is een bovenstuk 3 van poer   1   weergegeven, welk bovenstuk 3 de vorm heeft van een omgekeerde Y, doch het zal duidelijk zijn dat ook andere vormen van bovenstukken kunnen worden toegepast zolang dit bovenstuk maar samenwerkt met de sleuf 6 van de opsteekpaal 2.

   De opsteekpaal 2 is voorzien van   een sleuf 6   die uitmondt in een been 7, welke paal is voorzien van een gat 9 dat na aanbrenging op de poer 1 samenvalt met gat   4.   Met behulp van een bout kunnen de paal en de poer met elkaar worden verbonden 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 zodat een constructie wordt verkregen zoals in fig. 2 weergegeven met 10. 



  Het bouwkundige onderdeel 10 wordt dan met poer 1 in de grond geplaatst tot een zodanig diepte dat het hout ongeveer 10 cm boven het grondoppervlak komt. De verbinding tussen de opsteekpaal en de poer is zodanig, dat de overgang geleidelijk verloopt en geen water op het hout blijft staan. 



   Het is ook mogelijk dat de uitsparing is   gemaakt   in de poer en dat de opsteekpaal taps toeloopt, maar dan moet er wel voor worden gezorgd dat het water afkomstig van de paal niet in het verbindingsstuk blijft staan. Daarom heeft de in fig. 2 weergegeven constructie de voorkeur. 



   In fig. 3   1s   een voorbeeld weergegeven van een bouwkundige constructie zoals een schutting, waarbij het bouwkundige element, bestaande uit poer en opsteekpaal, is weergegeven met 10. Dit bouwkundige onderdeel is de basis voor de schutting bestaande uit vertikale planken 11 en horizontaal geplaatste planken 12 en 13. Het verdient de voorkeur de planken 11 op een afstand van ongeveer 10 cm boven het grondoppervlak te plaatsen zodat het hout niet in constante en direkte aanraking komt met de grond en water en andere neerslag van de houten constructie kan aflopen. Ook kan een dergelijke schutting makkelijk worden onderhouden en zal de kans op aanraking met tuingereedschap klein zijn.

   Tussen    deo   poeren kan dan een draad worden gespannen en het kan de voorkeur verdienen de poeren reeds te voorzien van organen voor het bevestigen van draad of dergelijke.

Claims (8)

1. CONCLUSIES 1. Bouwkundig onderdeel voor een in hoofdzaak uit hout gevormde constructie zoals een pergola of schutting, bestaande uit een in de grond te plaatsen element en de daarop aan te brengen opsteekpaal, met het kenmerk, dat het element een poer is, vervaardigd uit beton met een bovenstuk dat passend samenwerkt en losneembaar verbindbar is met het onderste deel van de opsteekpaal.
2. 2. Opsteekpaal voor een bouwkundige constructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de paal aan een uiteinde is voorzien van een inkeping die kan samenvallen met het bovenste deel van de poer en is voorzien van een gat voor boutbevestiging.
3. 3. Opsteekpaal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de inkeping een doorlopende sleuf is met een hoogte van meer dan 10 cm die V-vormig uitloopt.
4. 4. Opsteekpaal volgens conclusies 2-3 met het kenmerk, dat de inkeping de vorm heeft van een Y.
5. 5. Poer voor een bouwkundige constructie volgens conclusie If met het kenmerk, dat het bovenstuk van de poer passend valt binnen de inkeping van de opsteekpaal volgens conclusies 2-4.
6. 6. Poer volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de totale lengte meer is dan 50 cm.
7. 7. Poer volgens conclusies 5-6, met het kenmerk, dat deze is voorzien van organen voor het bevestigen van de draad of gaas.
8. 8. Stelsel van opsteekpaal en poer, met het kenmerk, dat de overgang van paal en poer vloeiend is, ze losneembaar met elkaar zijn verbonden met behulp van een boutverbinding en het stelsel bestaat uit een opsteekpaal volgens conclusies 2-4 en een poer volgens conclusies 5-7.