NL9520005A - Werkwijze en inrichting voor het installeren van een holle zuigpaal in de bodem van een water. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het installeren van een holle zuigpaal in de bodem van een water. Download PDF

Info

Publication number
NL9520005A
NL9520005A NL9520005A NL9520005A NL9520005A NL 9520005 A NL9520005 A NL 9520005A NL 9520005 A NL9520005 A NL 9520005A NL 9520005 A NL9520005 A NL 9520005A NL 9520005 A NL9520005 A NL 9520005A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
interior
vessel
pile
post
suction
Prior art date
Application number
NL9520005A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194169B (nl
NL194169C (nl
Inventor
Johannes Rudolf Hogervorst
Original Assignee
Johannes Rudolf Hogervorst
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Johannes Rudolf Hogervorst filed Critical Johannes Rudolf Hogervorst
Publication of NL9520005A publication Critical patent/NL9520005A/nl
Publication of NL194169B publication Critical patent/NL194169B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194169C publication Critical patent/NL194169C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B21/00Tying-up; Shifting, towing, or pushing equipment; Anchoring
    • B63B21/24Anchors
    • B63B21/26Anchors securing to bed
    • B63B21/27Anchors securing to bed by suction
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D27/00Foundations as substructures
    • E02D27/32Foundations for special purposes
    • E02D27/52Submerged foundations, i.e. submerged in open water
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D7/00Methods or apparatus for placing sheet pile bulkheads, piles, mouldpipes, or other moulds
    • E02D7/28Placing of hollow pipes or mould pipes by means arranged inside the piles or pipes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B17/00Artificial islands mounted on piles or like supports, e.g. platforms on raisable legs or offshore constructions; Construction methods therefor
    • E02B2017/0056Platforms with supporting legs
    • E02B2017/0073Details of sea bottom engaging footing
    • E02B2017/0078Suction piles, suction cans
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D2250/00Production methods
    • E02D2250/0053Production methods using suction or vacuum techniques

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Placing Or Removing Of Piles Or Sheet Piles, Or Accessories Thereof (AREA)
  • Investigation Of Foundation Soil And Reinforcement Of Foundation Soil By Compacting Or Drainage (AREA)
  • Piles And Underground Anchors (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het installeren van een holle zuigpaal in de bodem van een water.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het installeren van een holle zuigpaal in de bodem van een water, waarbij de paal op de bodem wordt neergelaten, de druk in het inwendige van de paal wordt verlaagd, waardoor de paal in de bodem dringt en een kolom bodemmateriaal in het inwendige van de paal dringt.
Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Europese octrooischrift 0 011 894. Bij deze bekende werkwijze wordt de druk binnenin de paal verlaagd door door middel van een op de zuigpaal aangesloten pomp continu water uit het inwendige van de paal te verwijderen totdat de paal tot de vereiste diepte in de bodem is gedrongen. Nadelen van deze werkwijze zijn dat bij bepaalde bodemsoorten of -samenstellingen de mogelijkheid bestaat dat als gevolg van de verlaagde druk binnenin de paal, water via de bodem en onder de onderrand van de paal door in het inwendige van de paal stroomt en/of dat grondbreuk binnenin de paal ontstaat als gevolg van de inwendige breuk langs scheidingsvlakken. In het eerste geval wordt de binnenin de paal opgewekte onderdruk deels teniet gedaan, en in het tweede geval heeft grondbreuk tot gevolg dat grond in de pomp terecht komt en de pomp dichtslibt.
De uitvinding beoogt een werkwijze voor het installeren van een holle zuigpaal in een waterbodem te verschaffen, waarbij deze nadelen niet optreden.
Dit oogmerk wordt bereikt door een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort, die gekenmerkt wordt door de stappen van: a) het opwekken van een onderdruk in een van de paal gescheiden ruimte; b) het in verbinding brengen van de onder onderdruk staande afzonderlijke ruimte met het inwendige van de paal, waardoor een schoksgewijze verlaging van de druk in het inwendige van de paal wordt veroorzaakt; c) na het afsluiten van de verbinding tussen de afzonderlijke ruimte en het inwendige van de paal, het een aantal maken herhalen van de stappen a) en b) totdat de paal tot de vereiste diepte in de bodem is gedrongen.
Het schoksgewijs verlagen van de druk binnenin de paal voorkomt dat water via de bodem en onder de onderrand van de paal door in het inwendige van de paal stroomt. Bij elke schoksgewijze verlaging van de druk in het inwendige van de paal zal de paal door de op de paalkop uitgeoefende overdruk over een bepaalde lengte in de bodem worden gedreven, zonder dat er grondbreuk langs scheidingsvlakken optreedt.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, welke inrichting wordt gekenmerkt door tenminste één vat, een verbin-dingsleiding tussen het vat en de zuigpaal voor het verbinden van het inwendige van het vat met het inwendige van de zuigpaal, een eerste klep voor het afsluiten en openen van de verbindings-leiding, en middelen voor het opwekken van een onderdruk in het inwendige van het vat.
Voorkeursuitvoeringsvormen van de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de conclusies 2 en 3 t/m 10.
De uitvinding heeft verder nog betrekking op een zuigpaal zoals gedefinieerd in conclusie 11.
De uitvinding wordt in het hiernavolgende uitvoeringsvoor-beeld nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin:
Fig. 1 zeer schematisch in langsdoorsnede een gedeeltelijk in de bodem van een water gedrongen zuigpaal weergeeft met een daarop geplaatste inrichting voor het in de bodem drijven van de zuigpaal,
Fig. 2 schematisch een bepaalde uitvoeringsvorm weergeeft van een op een zuigpaal geplaatste inrichting volgens de uitvinding voor het in de bodem van een water drijven van de zuigpaal,
Fig. 3 een bovenaanzicht is van de inrichting van fig. 2., en
Fig. 4 schematisch een andere uitvoeringsvorm weergeeft van een inrichting volgens de uitvinding.
In fig. 1 is zeer schematisch een zuigpaal 1 weergegeven die gedeeltelijk in een bodem 2 onder een wateroppervlak 10 is gedrongen. De zuigpaal 1 bestaat uit een buisvormig lichaam 3 dat aan de bovenzijde is afgesloten door een kap 4 en aan de onderzijde is voorzien van een snijrand 5 om het in de bodem 2 drijven te vergemakkelijken. Een dergelijke zuigpaal wordt in de bodem 2 gedreven door de druk in het inwendige 6 van de zuigpaal 1 te verlagen door er water uit te verwijderen. Het indrijven kan worden uitgevoerd met een zeer schematisch aangegeven inrichting 7 die via een leiding 8 in verbinding staat met het inwendige 6 van de zuigpaal 1. Door het verlagen van de druk in het inwendige 6 van de zuigpaal 1 ontstaat er drukverschil tussen het inwendige 6 van de zuigpaal 1 en de de zuigpaal omgevende watermassa, waardoor een neerwaartse kracht op de kap 4 wordt uitgeoefend, welke kracht de zuigpaal 1 in de bodem 2 drijft. De inrichting 7, die bij voorkeur als eenheid is uitgevoerd, is verbonden met een hijskabel 9 waarmee de inrichting 7 al of niet in combinatie met de losneembaar met de inrichting 7 verbonden zuigpaal 1 vanaf een boot of lichter wordt neergelaten en waarmee de inrichting 7, na het in de bodem 2 drijven van de zuigpaal 1 weer wordt opgehesen.
In fig. 2 en 3 is een bepaalde uitvoeringsvorm van de op een zuigpaal 1 geplaatste inrichting 7 voor het in de bodem 2 van een water drijven van de zuigpaal 1 meer in detail weergegeven. De inrichting 7 omvat in de weergegeven uitvoeringsvorm drie vaten 11 en een pomp 12. Elk van de vaten 11 staat via een verbindingsleiding 13 in verbinding met een kamer 14 aan de zuigzijde van de pomp 12. Via de kamer 14 staan de verbindingsleidingen 13 in verbinding met de leiding 8 die naar het inwendige 6 van de zuigpaal 1 leidt. In de leiding 8 is een eerste klep 15 aangebracht, waarmee de leiding 8 kan worden afgesloten of geopend.
De pomp 12 is verder voorzien van een afvoer 16 waarin een tweede klep 17 is aangebracht voor het sluiten en openen van de afvoer 16. Elk vat 11 is aan de bovenzijde voorzien van een door een derde klep 18 afsluitbare opening 19, via welke opening het inwendige van het vat 11 rechtstreeks in verbinding kan worden gebracht met de omgeving.
De inrichting is verder voorzien van een regel- en verbindingskast 20, waarin (niet nader weergegeven) middelen voor het besturen van de verschillende kleppen en de pomp 12 zijn ondergebracht. De verschillende leidingen voor de energietoevoer en de besturing zijn in de tekening niet nader weergegeven. De hijskabel 9, waarin tevens een voedingsleiding kan zijn geïntegreerd, is verbonden met de regel- en verbindingskast 20.
De inrichting 7 is met behulp van drie kabels 21 die vanaf de onderzijde van de regel- en verbindingskast 20 naar drie over de omtrek van de zuigpaal 1 verdeelde punten 22 lopen, verbonden met de zuigpaal 1. De verbinding van de drie kabels 21 met een ophangoog 23 aan de onderzijde van de regel- en verbindingskast 20 kan worden losgekoppeld.
De inrichting 7 kan verder nog omgeven zijn door een (hier niet nader weergegeven) beschermkooi.
Bij het installeren van de holle zuigpaal 1 in de bodem 2 van een water met behulp van de inrichting 7 volgens de uitvinding wordt als volgt te werk gegaan.
Nadat op een (hier niet weergegeven) boot of lichter de inrichting 7 door middel van de kabels 21 is verbonden met de zuigpaal l, waarbij een naar de omgeving toe dichte ver-bindingsleiding 8 tussen de inrichting 7 en het inwendige 6 van de zuigpaal 1 tot stand is gebracht, en de hijskabel 9 is verbonden met de regel- en verbindingskast 20, wordt de gehele eenheid vanaf de boot of lichter afgezonken. Tijdens het afzinken staan alle kleppen 15, 16 en 18 open, totdat de kap 4 van de zuigpaal 1 onder water is. Vervolgens worden alle kleppen 15, 16 en 18 gesloten. De vaten 11 zijn dan nog met lucht gevuld en functioneren tijdens het verder afzinken van de eenheid als boei voor de stabilisatie van de zuigpaal l.
Zodra de paal 1 met de onderrand 5 de bodem 2 raakt, worden alle kleppen weer geopend. De in de vaten 11 aanwezige lucht zal via de openingen 19 ontsnappen, terwijl water in de vaten 11 stroomt. De paal 1 zal hierbij onder invloed van zijn eigen gewicht over een bepaalde lengte in de bodem 2 dringen.
Vervolgens worden de kleppen 15 en 18 gesloten en de pomp 12 gestart. De pomp 12 pompt het water uit de vaten 11, waardoor in de vaten 11 een onderdruk ten opzichte van de omgeving wordt opgewekt. Na verloop van een bepaalde tijd of wanneer een bepaalde onderdruk in de vaten is gerealiseerd, wordt de klep 17 in de afvoer 16 van de pomp 12 gesloten en de pomp 12 stopgezet. Hierna wordt de klep 15 geopend, bij voorkeur in een zeer korte tijd (plotseling). Door het heersende drukverschil tussen het inwendige 6 van de paal 1 en het inwendige van de vaten 11, zal water vanuit het inwendige 6 van de paal 1 met grote snelheid via de leiding 8 en de verbindings-leidingen 13 naar de vaten 11 stromen, waardoor een schoksgewijze of momentane verlaging van de druk binnenin de paal 1 plaatsvindt en een naar beneden gerichte, slagachtige kracht op de kap 4 van de paal 1 ontstaat. Als gevolg hiervan wordt de paal verder in de bodem 2 gedreven.
Op het moment dat de paal 1 niet verder in de bodem 2 dringt, wordt de klep 15 gesloten, de klep 17 geopend en de pomp 12 opnieuw gestart, waardoor opnieuw water uit de vaten 11 wordt gepompt en deze vaten opnieuw onder onderdruk komen te staan.
De bovenbeschreven stappen van het leegpompen van de vaten 11 en het schoksgewijs verlagen van de druk in het inwendige van de paal 1 door water uit het inwendige 6 van de paal 1 naar de onder onderdruk staande vaten 11 te laten stromen, wordt zo vaak herhaald tot de gewenste indringdiepte van de paal 1 in de bodem 2 is bereikt. Tenslotte wordt de verbinding tussen de kabels 21 en het ophangoog 23 aan de regel- en verbindingskast 20 outkoppeld en de inrichting 7 met behulp van de hijskabel 9 weer opgehesen en aan boord gebracht.
In plaats van het gezamenlijk neerlaten van de inrichting en de zuigpaal 1, is het ook mogelijk eerst de zuigpaal 1 op de bodem 2 te plaatsen en vervolgens de inrichting 7 neer te laten en onder water in verbinding te brengen met de reeds op de bodem 2 geplaatste zuigpaal, bijvoorbeeld met behulp van een duiker of een op afstand bediende onderwater-inrichting. Het in de bodem 2 drijven van de zuigpaal 1 verloopt dan verder op de hiervoor beschreven wijze.
In fig. 4 is een andere uitvoeringsvorm van de inrichting 7 volgens de uitvinding weergegeven. Voor onderdelen die overeenkomen met onderdelen van de in fig. 2 en 3 weergegeven inrichting zijn dezelfde verwijzingscijfers gebruikt.
De uitvoeringsvorm van fig. 4 verschilt van die van fig. 2 en 3 doordat bij deze uitvoeringsvorm slechts één vat 11 is toegepast en de pomp 12 binnenin dit vat is opgesteld. Dit leidt tot enige constructieve verschillen.
Het vat 11 wordt rechtstreeks op de zuigpaal 1 geplaatst waarbij de verbindingsleiding 8 tot stand komt. De kabels 21 strekken zich vanaf de verbindingspunten 22 met de zuigpaal 1 uit naar verbindingspunten 24 die aan de bovenzijde van het vat 11 over de omtrek daarvan verdeeld zijn aangebracht. Nabij de verbindingspunten 24 zijn tussen deze verbindingspunten 24 en de kabels 21 losmaakbare koppelingen 25 aangebracht.
De pomp 12 is binnenin het vat 11 opgesteld in een vanaf de onderzijde naar de bovenzijde van het vat 11 lopende buis 26. De buis 26 sluit aan de onderzijde aan op de verbindingslei-ding 8 en is nabij de onderzijde voorzien van openingen 27, via welke het inwendige van het vat in verbinding staat met de zuigzijde van de pomp 12. Het bovenste einde van de buis 26 staat in verbinding met de omgeving en vormt aldus de af voer 16 van de pomp 12. Ook hier is in de afvoer 16 een tweede klep 17 opgenomen.
Verder is het vat 11 aan de bovenzijde voorzien van een door een derde klep 18 afsluitbare opening 19.
De regel- en verbindingskast 20 is bovenop het vat ll geplaatst via een van openingen 28 voorzien tussenstuk 29.
De werking van de inrichting 7 van fig. 4 is hetzelfde als die van de inrichting van fig. 2 en 3.
Het zal duidelijk zijn dat ook uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding met ander aantal (twee, vier of meer) vaten 11 mogelijk zijn.
Het is ook mogelijk om de pomp op een andere manier met het vat of de vaten te verbinden.
Ook kunnen andere middelen voor het opwekken van een onderdruk in het vat of de vaten worden toegepast.
De zuigpaal kan uit de bodem worden verwijderd door een (niet weergegeven) inrichting die met de opening aan de bovenzijde van de zuigpaal kan worden verbonden en die is ingericht om de druk in het inwendige van de paal te verhogen. Een dergelijke inrichting kan op dezelfde wijze op de zuigpaal worden geplaatst als de inrichting voor het in de bodem drijven van de paal.

Claims (10)

1. Werkwijze voor het installeren van een holle zuigpaal in de bodem van een water, waarbij de paal op de bodem wordt neergelaten, de druk in het inwendige van de paal wordt verlaagd, waardoor de paal in de bodem dringt en een kolom bodemmateriaal in het inwendige van de paal dringt, gekenmerkt door de stappen van: a) het opwekken van een onderdruk in een van de paal (1) gescheiden ruimte; b) het in verbinding brengen van de onder onderdruk staande afzonderlijke ruimte met het inwendige (6) van de paal (1), waardoor een schoksgewijze verlaging van de druk in het inwendige van de paal wordt veroorzaakt; c) na het afsluiten van de verbinding tussen de afzonderlijke ruimte en het inwendige van de paal, het een aantal maken herhalen van de stappen a) en b) totdat de paal (1) tot de vereiste diepte in de bodem is gedrongen.
1. Werkwijze voor het installeren van een holle zuigpaal in de bodem van een water, waarbij de paal op de bodem wordt neergelaten, de druk in het inwendige van de paal wordt verlaagd, waardoor de paal in de bodem dringt en een kolom bodemmateriaal in het inwendige van de paal dringt, gekenmerkt door de stappen van: a) het opwekken van een onderdruk in een van de paal (l) gescheiden ruimte; b) het in verbinding brengen van de onder onderdruk staande afzonderlijke ruimte met het inwendige (6) van de paal (1), waardoor een schoksgewijze verlaging van de druk in het inwendige van de paal wordt veroorzaakt; c) na het afsluiten van de verbinding tussen de afzonderlijke ruimte en het inwendige van de paal, het een aantal maken herhalen van de stappen a) en b) totdat de paal (1) tot de vereiste diepte in de bodem is gedrongen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onderdruk in de afzonderlijke ruimte wordt opgewekt door de ruimte af te sluiten en het erin aanwezige water eruit weg te pompen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onderdruk in de afzonderlijke ruimte wordt opgewekt door de ruimte af te sluiten en het erin aanwezige water eruit weg te pompen.
3. Combinatie van een holle paal en een inrichting voor het in de bodem van een water drijven van de paal, met het kenmerk, dat de inrichting ten minste een van de paal gescheiden vat (11) omvat, alsmede een verbindingsleiding (8, 13) tussen het vat en de paal (1) voor het verbinden van het inwendige van het vat (11) met het inwendige (6) van de zuigpaal (1), een eerste klep (15) voor het afsluiten en openen van de verbindingsleiding (8, 13) en middelen voor het opwekken van een onderdruk in het inwendige van het vat (11).
3. Inrichting voor het in de bodem van een water drijven van een zuigpaal, die kan worden toegepast bij de werkwijze van conclusie 1 en 2, gekenmerkt door een tenminste één vat (11), een verbindingsleiding (8, 13) tussen het vat en de zuigpaal (1) voor het verbinden van het inwendige van het vat (11) met het inwendige (6) van de zuigpaal (1) , een eerste klep (15) voor het afsluiten en openen van de verbindingsleiding (8, 13) en middelen voor het opwekken van een onderdruk in het inwendige van het vat (11).
4. Combinatie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de middelen voor het opwekken van een onderdruk in het vat (11) een pomp (12) omvatten, die met het inwendige van het vat (11) in verbinding gebracht kan worden voor het leegpompen van het vat (11), en een tweede klep (17) voor het afsluiten van het via de pomp (12) lopende verbindingskanaal tussen het inwendige van het vat en de omgeving.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de middelen voor het opwekken van een onderdruk in het vat (11) een pomp (12) omvatten, die met het inwendige van het vat (11) in verbinding gebracht kan worden voor het leegpompen van het vat (11), en een tweede klep (17) voor het afsluiten van het via de pomp (12) lopende verbindingskanaal tussen het inwendige van het vat en de omgeving.
5. Combinatie volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de inrichting middelen (20) omvat voor het besturen van de kleppen (15, 17) en de pomp (12).
5. Inrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt door middelen (20) voor het besturen van de kleppen (15, 17) en de pomp (12) .
6. Combinatie volgens één der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat elk vat (11) aan de bovenzijde is voorzien van een door een derde klep (18) afsluitbare opening (19), via welke opening (19) het inwendige van het vat (11) rechtstreeks in verbinding kan worden gebracht met de omgeving.
6. Inrichting volgens één der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat elk vat (11) aan de bovenzijde is voorzien van een door een derde klep (18) afsluitbare opening (19), via welke opening (19) het inwendige van het vat (11) rechtstreeks in verbinding kan worden gebracht met de omgeving.
7. Combinatie volgens een der conclusies 3-6, met het kenmerk, dat de inrichting is opgebouwd als een eenheid (7) waaraan een paal (1) kan worden opgehangen of gemonteerd.
7. Inrichting volgens één der conclusies 3-6, met het kenmerk, dat de inrichting is opgebouwd als een eenheid (7) waaraan een zuigpaal (1) kan worden opgehangen of gemonteerd.
8. Combinatie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de eenheid (7) door middel van losmaakbare koppeling (21, 22, 23; 25) met de paal kan worden verbonden.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de eenheid (7) door middel van een losmaakbare koppeling (21, 22, 23; 25) met de zuigpaal kan worden verbonden.
9. Combinatie volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de eenheid (7) is voorzien van middelen voor het eraan bevestigen van een hijskabel (9) .
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de eenheid (7) is voorzien van middelen voor het eraan bevestigen van een hijskabel (9).
10. Inrichting volgens één der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat deze is omgeven door een beschermkooi.
11. Holle zuigpaal, met het kenmerk, dat de zuigpaal (l) aan de bovenzijde is afgesloten door een kap (4) waarin een opening is aangebracht om het inwendige (6) van de zuigpaal (1) te verbinden met een eerste inrichting voor het in de bodem van een water drijven van de zuigpaal (1) door middel van het schoksgewijs verlagen van de druk in het inwendige (6) van de zuigpaal (1), of om het inwendige (6) van de zuigpaal (1) te verbinden met een tweede inrichting voor het uit de bodem verwijderen van de zuigpaal (1) door middel van het verhogen van de druk in het inwendige (6) van de zuigpaal (1) , waarbij de zuigpaal (1) is ingericht om onder water te worden verbonden met of te worden losgekoppeld van de eerste of tweede inrichting met behulp van een duiker of een op afstand bediende onderwater-inrichting. GEWIJZIGDE CONCLUSIES
10. Combinatie volgens één der conclusies 3-9, met het kenmerk, dat de inrichting is omgeven door een beschermkooi.
NL9520005A 1994-01-21 1995-01-18 Werkwijze en inrichting voor het installeren van een holle zuigpaal in de bodem van een water. NL194169C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400101 1994-01-21
NL9400101A NL9400101A (nl) 1994-01-21 1994-01-21 Werkwijze en inrichting voor het installeren van een holle zuigpaal in de bodem van een water.
NL9500027 1995-01-05
PCT/NL1995/000027 WO1995020075A1 (en) 1994-01-21 1995-01-18 Method and apparatus for installing a hollow suction pile in the bottom of a body of water

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9520005A true NL9520005A (nl) 1996-11-01
NL194169B NL194169B (nl) 2001-04-02
NL194169C NL194169C (nl) 2001-08-03

Family

ID=19863729

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400101A NL9400101A (nl) 1994-01-21 1994-01-21 Werkwijze en inrichting voor het installeren van een holle zuigpaal in de bodem van een water.
NL9520005A NL194169C (nl) 1994-01-21 1995-01-18 Werkwijze en inrichting voor het installeren van een holle zuigpaal in de bodem van een water.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400101A NL9400101A (nl) 1994-01-21 1994-01-21 Werkwijze en inrichting voor het installeren van een holle zuigpaal in de bodem van een water.

Country Status (7)

Country Link
AU (1) AU1426895A (nl)
BR (1) BR9506637A (nl)
GB (1) GB2300661B (nl)
NL (2) NL9400101A (nl)
NO (1) NO962876L (nl)
OA (1) OA10370A (nl)
WO (1) WO1995020075A1 (nl)

Families Citing this family (31)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5704732A (en) * 1995-11-29 1998-01-06 Deep Oil Technology Incorporated Deep water piling and method of installing or removing
US5951207A (en) * 1997-03-26 1999-09-14 Chevron U.S.A. Inc. Installation of a foundation pile in a subsurface soil
WO1998046833A1 (en) * 1997-04-02 1998-10-22 Olav Hamre Position penetrated anchor system
NO971478D0 (no) 1997-04-02 1997-04-02 Norwegian Anchoring Technology Metode for etablering samt til- og frakopling av posisjonerte punktfester ned i varierende havbunnsformasjoner, samt utstyr for sådan
NO311624B1 (no) * 1997-05-21 2001-12-17 Norsk Hydro As Anordning for nedföring av anker i havbunnen
US6719496B1 (en) 1997-11-01 2004-04-13 Shell Oil Company ROV installed suction piles
AU757367B2 (en) 1998-04-02 2003-02-20 Suction Pile Technology B.V. Marine structure
WO1999057009A1 (en) 1998-05-06 1999-11-11 Suction Pile Technology B.V. Sea anchor and method for its deployment
GB9818995D0 (en) * 1998-09-02 1998-10-21 Baross John S Suction pile or suction anchor installable without pump
GB9822769D0 (en) * 1998-10-20 1998-12-16 Duggan Marine Equip Ltd Method and apparatus
US6481932B1 (en) 1999-11-18 2002-11-19 Suction Pile Technology B.V. Marine structure
ATE552386T1 (de) 2001-04-26 2012-04-15 Suction Pile Technology B V Meeresbauwerk
CN1317160C (zh) * 2002-02-26 2007-05-23 天津市海王星海上工程技术有限公司 自安装式吸力锚或桩
NL2004212C2 (en) 2009-02-09 2011-01-20 Suction Pile Technology B V Floating marine structure with suction piles and platform resting on a barge clamped between suction piles and platform.
NL2005370C2 (en) 2009-12-09 2011-07-14 Suction Pile Technology B V Floating marine structure with suction piles and vessel.
NL2007833C2 (en) 2010-11-22 2012-07-05 Suction Pile Technology B V Method of installing a high above the sea projecting slender offshore tower with suction pile foundation.
NL2011860B1 (en) 2012-11-29 2016-05-18 Suction Pile Tech B V Double top suction pile and suction pile foundation.
CN103603364B (zh) * 2013-11-13 2017-01-11 上海利策科技股份有限公司 深水用吸力式重力基础及其深水安装装置和深水安装方法
DE102014015801A1 (de) * 2014-10-24 2016-04-28 Hab Hallen- Und Anlagenbau Gmbh Sauganker
NL2018568B1 (en) 2016-03-24 2021-10-14 Spt Equipment B V Suction pile re-float provision.
NL2018650B1 (en) 2016-04-05 2018-03-09 Spt Equipment B V SCOUR PROTECTION FOR SUCTION PILE, e.g. PILE LOWERTNG OPERATED
NL2018702B1 (en) 2016-04-13 2020-12-02 Spt Equipment B V Suction pile pump device
NL2019701B1 (en) 2017-10-10 2019-04-15 Spt Equipment Bv Off shore wind energy installation foundation system.
NL2023942B1 (en) 2019-10-02 2021-06-11 Spt Equipment Bv Eccentric suction pile pump with hinged lift appliance.
CN114555908A (zh) 2019-10-03 2022-05-27 Spt设备有限公司 抽吸式洋底井口
CN114746609A (zh) 2019-10-09 2022-07-12 Spt设备有限公司 同时服务一组抽吸桶
NL2024228B1 (en) 2019-11-12 2021-07-28 Spt Equipment Bv Simultaneous servicing a group of suction buckets.
NL2028088B1 (en) 2020-04-29 2022-06-03 Spt Equipment Bv Concrete connector body for an offshore wind turbine.
GB2613802B (en) * 2021-12-14 2024-09-18 Subsea 7 Norway As Installation and removal of subsea foundations
NO347333B1 (en) * 2021-12-14 2023-09-18 Subsea 7 Norway As Installation and removal of subsea foundations
CN114228907B (zh) * 2021-12-28 2022-11-22 中国石油大学(华东) 一种可固结土体的真空鱼雷锚及其安装方法

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL283228A (nl) * 1900-01-01
US3817040A (en) * 1972-07-03 1974-06-18 E Stevens Pile driving method
US4257721A (en) * 1979-04-30 1981-03-24 Haynes Harvey H System for placement of piles into the seafloor
US4575282A (en) * 1984-06-04 1986-03-11 Pardue Sr James H System for driving open end pipe piles on the ocean floor using pneumatic evacuation and existing hydrostatic pressure

Also Published As

Publication number Publication date
GB2300661B (en) 1997-07-30
NL194169B (nl) 2001-04-02
GB2300661A (en) 1996-11-13
NO962876D0 (no) 1996-07-08
NL9400101A (nl) 1995-09-01
BR9506637A (pt) 1997-09-16
OA10370A (en) 2001-11-20
GB9614428D0 (en) 1996-09-04
NL194169C (nl) 2001-08-03
NO962876L (no) 1996-07-08
WO1995020075A1 (en) 1995-07-27
AU1426895A (en) 1995-08-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194169C (nl) Werkwijze en inrichting voor het installeren van een holle zuigpaal in de bodem van een water.
NL8101640A (nl) Zuiganker en werkwijze voor het installeren van een dergelijk anker.
RU2759135C2 (ru) Насосная система и способ
US7661905B2 (en) Suction pile installation method and suction pile for use in said method
US4318442A (en) Method and apparatus for controlling an underwater well blowout
US4220421A (en) Subsea wellhead protective enclosure
US7661389B2 (en) Aquaculture cage with variable buoyancy spars
US20080314601A1 (en) Helicopter water bucket improvements
NO794097L (no) Fremgangsmaate og innretning for undersjoeisk utvinning av manganmoduler
US3020965A (en) Hydraulic pile extractor
NO332486B1 (no) Fremgangsmate og anordning for a tilfore vaeske for avleiringsbehandling og bronndreping til en undervannsbronn
NL1009662C2 (nl) Inrichting voor het nemen van een bodemmonster, alsmede een daarin te gebruiken monstername-inrichting.
NO333631B1 (no) En fot for en maritim strukturs støtteben, og en fremgangsmåte for å installere og flytte en oppjekkbar plattform
RU2053366C1 (ru) Способ добычи железомарганцевых конкреций со дна океана и устройство для его осуществления
US4293265A (en) Hydraulically operated hoisting apparatus for a ship for picking floating objects up out of the sea
NL8200866A (nl) Werkwijze voor het in de bodem drijven van een hol buisvormig lichaam.
US20240367923A1 (en) A pumping system and method
US1400316A (en) Art of raising submerged vessels
US2014389A (en) Submarine operating device
NL2024937B1 (nl) Inrichting, werkwijze en samenstel voor het benaderen en eventueel verwijderen of verplaatsen van bodemvreemde apparaten, zoals niet-gesprongen explosieven
NL1007852C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vangen van schelpdieren van de soort öscheermesö.
US3511312A (en) Cable working arrangement on submarine well-heads
NL1026301C2 (nl) Werkwijze voor het omhoog bewegen van een zich ten minste gedeeltelijk onder water bevindende constructie.
SU1004645A1 (ru) Устройство дл разработки и извлечени грунта из оболочек мостовых опор
RU1817679C (ru) Судно дл добычи рыбы

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20020801