NL1007852C2 - Werkwijze en inrichting voor het vangen van schelpdieren van de soort öscheermesö. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het vangen van schelpdieren van de soort öscheermesö. Download PDF

Info

Publication number
NL1007852C2
NL1007852C2 NL1007852A NL1007852A NL1007852C2 NL 1007852 C2 NL1007852 C2 NL 1007852C2 NL 1007852 A NL1007852 A NL 1007852A NL 1007852 A NL1007852 A NL 1007852A NL 1007852 C2 NL1007852 C2 NL 1007852C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
seabed
shellfish
mixture
water
sieving
Prior art date
Application number
NL1007852A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1007852A1 (nl
Inventor
Adriaan Bout
Original Assignee
Ensis B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ensis B V filed Critical Ensis B V
Priority to NL1007852A priority Critical patent/NL1007852C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1007852C2 publication Critical patent/NL1007852C2/nl
Publication of NL1007852A1 publication Critical patent/NL1007852A1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K80/00Harvesting oysters, mussels, sponges or the like

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Farming Of Fish And Shellfish (AREA)

Description

5 WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET VANGEN VAN SCHELPDIEREN VAN DE SOORT "SCHEERMES"
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vangen van in de zeebodem levende schelpdieren, omvattende de volgende stappen: - het in vloeibare toestand brengen van een 5 laag van de zeebodem door het met tenminste een waterstraal spuiten op de zeebodem; - het naar een zeefinrichting voeren van het aldus ontstane mengsel van water, zeebodem en schelpdieren; en 10 - het uit dit mengsel zeven van de schelpdieren, waarbij het mengsel door middel van een luchtlift naar de zeefinrichting wordt bewogen.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het vangen van schelpdieren, omvat- 15 tende: - middelen voor het vloeibaar maken van een begrensd gebied van de zeebodem; - een zeefinrichting voor het uit het mengsel zeven van de schelpdieren; en 20 - middelen voor het naar de zeefinrichting voeren van het mengsel van zeebodem, water en schelpdieren, waarbij deze middelen een luchtfilter omvatten en middelen voor het aan de luchtlift toevoeren van een waterstraal.
25 Een dergelijke werkwijze en een dergelijke inrich ting zijn bekend uit GB-A-1 207 906.
Bij deze bekende werkwijze en inrichting wordt gevist op schelpdieren die zich in het algemeen bevinden in de zeebodem van ondiepe zeeën, op een diepte van 30 enkele meters. Dit betreft onder meer schelpdieren van de soort die wel met kokkel-achtigen wordt aangeduid.
De laatste tijd lijkt een markt te ontstaan voor schelpdieren van het type "scheermes" (Latijn: ensis), 1007852 2 welke markt zich vooral in het buitenland bevindt. Genoemde schelpdieren komen echter in groten getale voor op de bodem van de Noordzee, Atlantische Oceaan en deze omringende wateren.
5 De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze, waarbij de werkwijze is gericht op schelpdieren van de soort die als "scheermessen" (ensis) bekend staat, en dat een waterstraal aan de luchtlift wordt toegevoerd.
Deze schelpdieren bevinden zich echter in het alge-10 meen op aanzienlijk grotere diepte dan schelpdieren van het type kokkel, namelijk ten minste vier meter onder water, waarbij de grootste aantallen zich nog op grotere diepte, tot 6, 8, 10, 15, 20 of 25 meter onder de waterspiegel bevinden.
15 Verrassenderwijs is gebleken dat de werkwijze, toegepast voor het vissen in tamelijk ondiep water, tevens toepasbaar is voor het vissen in dieper water; hierbij wordt er op gewezen dat hierbij een element, bijvoorbeeld een slede, over de zeebodem wordt voortbewo-20 gen, welke voortgetrokken wordt door een vissersboot. Het zal duidelijk zijn dat dit in ondiepe wateren zonder al te veel problemen geschiedt; het is de onderhavige uitvinders gebleken dat dit ook in dieper water zonder al te veel problemen kan plaatsvinden.
25 De uitvinding betreft tevens een inrichting voor het vangen van schelpdieren, omvattende: - middelen voor het vloeibaar maken van een begrensd gebied van de zeebodem; - een zeefinrichting voor het uit het mengsel zeven 30 van de schelpdieren; - middelen voor het naar de zeefinrichting voeren van het mengsel van zeebodem, water en schelpdieren, waarbij deze middelen een luchtlift omvatten en middelen voor het aan de luchtlift toevoeren van een waterstraal, 35 en waarbij de zeefinrichting is ingericht voor het uitzeven van schelpdieren van de soort die met "scheermessen" (ensis) wordt aangeduid, 1007852 3
Andere voorkeursuitvoeringsvormen volgen uit de overige onderconclusies.
Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin 5 voorstellen: figuur 1: een doorsnede-aanzicht van een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2: een perspectivisch aanzicht van de bij het 10 uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding toegepaste slede; en figuur 3: een perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een slede volgens de uitvinding.
Bij het ontwikkelen van de werkwijze voor het vangen 15 van schelpdieren van de soort "scheermes" en de hiervoor gebruikte inrichting is men uitgegaan van de kennis dat schelpdieren van de genoemde soort leven in de zeebodem, en wel in de bovenste laag van de zeebodem met een dikte van 20-25 cm. Deze dikte komt ongeveer overeen met de 20 maximale lengte van de gezochte schelpdieren, waarbij in aanmerking wordt genomen dat deze zich in het algemeen in hoofdzakelijk verticale richting in een desbetreffende laag van de zeebodem bevinden.
Voor het uitvoeren van een werkwijze volgens de 25 onderhavige uitvinding wordt volgens een eerste uitvoeringsvorm gebruik gemaakt van een vissersschip 1 dat in de zee 2 vaart, waarbij over de zeebodem 3 een slede 4 wordt voortbewogen. Deze slede 4 is hiertoe door middel van een lijn 5 verbonden met het schip 2. De gezochte 30 schelpdieren zijn met 6 aangegeven.
Deze in figuur 2 weergegeven slede 4 omvat zijwanden 7, respectievelijk 8, die verbonden zijn door middel van een schuine voorwand 9 en een gedeeltelijk weggebroken getekende bovenplaat 10. Verder zijn, om de slede over de 35 zeebodem te vergemakkelijken, glijplaten 11,12 aangebracht. De onderzijde van de desbetreffende slede is hol. De slede is aan zijn voorzijde door middel van kettingen 13 verbonden met de lijn 5 die door een staalkabel kan 1007852 4 worden gevormd, doch die evenzeer van een sterke kunststof, bijvoorbeeld nylon kan zijn vervaardigd.
Voor het in vloeibare toestand brengen van de zeebodem onder de slede is in de bovenplaat 10 een uitsparing 5 aangebracht, waarin een straalpijpenplaat 14 is aangebracht. Deze straalpijpenplaat 14 wordt door een eigenlijke vlakke plaat gevormd die vast gefixeerd kan worden op de plaat 10, en welke van een aantal, zich verticaal naar beneden uitstrekkende straalpijpen 15 is voorzien.
10 Aan de bovenzijde van de plaat 14 is een pomphuis 16 aangebracht dat wordt gevormd door een piramide-vormig huis, aan de top waarvan een montageplaat 17 is bevestigd, waardoorheen zich een schroefas 18 uitstrekt, die verbonden is met een zich in het pomphuis 16 bevindende 15 schroef 19. De schroefas 18 wordt in rotatie aangedreven door een op de montageplaat 17 bevestigde hydromotor 20 die door middel van hydraulische leidingen 21, respectievelijk 22 verbonden is met het schip 1. Ook de leidingen 21,22 zijn tezamen als één lijn getekend in figuur 1 20 weergegeven.
Het is mogelijk de straalpijpenplaat 14 te verwisselen voor een straalpijpenplaat met een andere configuratie van de straalpijpen. Aldus is het mogelijk de configuratie van de straalpijpen aan te passen aan de hoeda-25 nigheid van de zeebodem.
Voor het afvoeren van de vloeibaar gemaakte massa van water, zeebodem en schelpdieren wordt gebruik gemaakt van een afvoerleiding 23. Deze afvoerleiding 23 wordt gevormd door een flexibele slang met een tamelijk grote 30 diameter; in de grootteorde van 25 a 30 centimeter diameter. Deze afvoerleiding is met zijn monding verbonden met een op het schip geïntegreerde, niet in de tekeningen weergegeven zeefinrichting.
Dergelijke zeefinrichtingen zijn in het desbetref-35 fende gebied van de techniek algemeen bekend, zodat hierop niet verder behoeft te worden ingegaan.
De afvoerleiding is door middel van een T-stuk 25 verbonden met een U-vormig gebogen, star afvoerstuk 25.
1007852 5
Dit afvoerstuk 25 mondt uit in openingen, aangebracht in een plaat 26. De plaat 26 is schuin opgesteld ten opzichte van de horizontaal. Het is mogelijk de helling van deze plaat, en daarmede de helling van het afvoerstuk 25 5 aan te passen aan de situatie.
Alhoewel het mogelijk is door middel van een pomp, bijvoorbeeld een op het schip geplaatste pomp, het mengsel van zeewater, zeebodem en schelpdieren naar boven te pompen, heeft een dergelijke oplossing niet de grootste 10 voorkeur,- veel schelpen zouden immers beschadigd raken. Dit is in het bijzonder het geval bij schelpen van de soort "scheermes", aangezien deze door hun vorm bijzonder gevoelig zijn voor beschadigingen. Er is dan ook voor een andere oplossing gekozen,· op het schip is een compressor 15 geplaatst die door middel van een luchtleiding 27 met de slede is verbonden. De luchtleiding 27 mondt eveneens uit op een in de plaat bevestigd T-stuk 28 dat aan zijn vrije einde van U-vormig gebogen einden 29 is voorzien. Door middel van een compressor kan perslucht worden toege-20 voerd, waarbij de uitlaatopeningen 30 van de einden 29 uitmonden, juist onder de inlaatopeningen van het afvoerstuk 25. Aldus ontstaat een stroom van luchtbellen die als gevolg van de zwaartekracht naar boven worden bewogen, en die daarbij een zo grote waterstroming veroorza-25 ken, dat het desbetreffende, binnen het lichaam van de slede aanwezige mengsel van zeewater, zeebodem en schelpdieren wordt meegezogen.
Voor zover tot nu beschreven is, is de slede aan zijn achterzijde niet afgesloten. Dit leidt tot de moge-30 lijkheid dat het binnen de slede aanwezige mengsel naar achteren ontsnapt, bijvoorbeeld door de straalpijpen veroorzaakte wervelingen. Het is echter van belang, dat het wel mogelijk is, dat water door de achterzijde ontsnapt, doch dat zo veel mogelijk schelpdieren worden 35 tegengehouden. Hiertoe wordt een rooster 31 toegepast, door de gaten waarvan de zeebodem, in het bijzonder zand, kleine dieren en zeewater, kunnen ontsnappen, doch waarmee zo veel mogelijk schelpen worden meegenomen.
1007852 6
Het is echter tevens mogelijk gebruik te maken van een rooster dat gevormd wordt door waterstralen. Dit levert het voordeel op dat eventuele grotere, vanuit de zeebodem losgemaakte lichamen, zoals grotere schelpdieren 5 of bijvoorbeeld schroot of granaten opgesloten blijven binnen het lichaam van de slede en door de slang 23 naar boven worden afgevoerd. Als gevolg van een grote massa zullen deze grote lichamen niet door het gordijn van waterstralen worden tegengehouden, en kunnen zij dit 10 gordijn passeren.
In figuur 3 is een alternatieve uitvoeringsvorm van de slede 4 getoond. Deze omvat evenals de eerste uitvoeringsvorm zijwanden 7, respectievelijk 8, een schuine voorwand 9 en glijplaten 11 die door traliewerk worden 15 gevormd. Het equivalent van de glijplaat 12 is in deze tekening niet weergegeven. Deze uitvoeringsvorm wijkt verder af, doordat de bovenzijde van de slede 4 voorzien is van een traliewerk 31, waardoor grote, langwerpige openingen vrij blijven. De zijplaten 7,8 zijn verder 20 getrapt uitgevoerd; zij zijn in hun verdiepte deel aan hun onderzijde verbonden door een dubbele bodem 32, waarvan slechts de bovenplaat zichtbaar is. Aan de onderzijde omvat de dubbele bodem een gesloten bodemplaat. De ruimte tussen beide bodemplaten is afge-25 sloten, met dien verstande dat in de bovenplaat 32 volgens een regelmatig patroon spuitopeningen 33 zijn aangebracht .
Verder is wederom een plaat 26 aangebracht, waarin de afvoerleiding 23 uitmondt. Voor het losmaken van de 30 bodem werkt enerzijds de getrapte uitvoeringsvorm van de slede, waardoor een soort "hap"-werking ontstaat. Anderzijds wordt gebruik gemaakt van een in de slede opgenomen doos 34 die met zijn bovenzijde bevestigd is aan het traliewerk 31. In de bodem 35 van de doos zijn 35 naar beneden gerichte openingen 36 aangebracht.
Overigens is de doos gesloten. Voor het toevoeren van water onder druk is de doos door middel van een 1007852 7 leiding 18 verbonden met een pomp 16 die door middel van een hydraulische leiding 21 wordt gevoed.
De leiding 18 is door middel van een leiding 37 verbonden met vier spuitmonden 41 aan de onderzijde van 5 de afvoerbuis 23. Verder is de leiding 37 door middel van hulpleidingen 39 verbonden met de ruimte in de dubbele bodem 32. Ten slotte is een luchtleiding 40 aangebracht die uitmondt in een ring 38 die rondom de onderzijde van de afvoerbuis 23 is aangebracht en die door middel van 10 gaatjes 42 verbonden is met het inwendige van de afvoerleiding 23.
Het is echter tevens mogelijk de pomp op het schip te plaatsen en de pomp aan te drijven door een motor. De pomp is dan door een drukleiding met de leiding 18 15 verbonden.
Bij deze inrichting wordt de pomp in werking gesteld, waardoor water wordt toegevoerd aan de doos 34, welk water aan de onderzijde van de doos met een zodanige kracht uitspuit, dat een laag van de zeebodem tot de 20 juiste diepte vloeibaar wordt gemaakt. De aldus vloeibare massa komt dan terecht in de slede 4.
Inmiddels wordt via de luchtleiding 40, de ring 38 en de gaatjes 42 lucht toegevoerd aan de onderzijde van de afvoerleiding 23, zodat daarin een opstijgende 25 lucht/waterstroom ontstaat. Deze stroom zal, wanneer voldoende massa van de zeebodem vloeibaar is gemaakt, ook deze massa mee naar boven nemen.
Hierbij is het van belang dat aan de bovenzijde van de bodemplaat 32 water naar boven spuit, waardoor neer-30 slag van het losgemaakte materiaal wordt voorkomen.
Verder is van belang dat nog water wordt toegevoerd, en wel aan de onderkant van de afvoerleiding 23. Dit verhoogt de opwaartse kracht van de leiding 23.
Overigens is het ook mogelijk perslucht toe te 35 voeren aan de ruimte tussen de dubbele bodem 32.
Het zal duidelijk zijn dat verdere varianten kunnen worden toegepast.
1007852 8
Aldus verschaft de onderhavige uitvinding een nieuwe en inventieve werkwijze en inrichting voor het vangen of oogsten van in de bovenste laag van de zeebodem aanwezige schelpdieren.
1007852

Claims (11)

1. Werkwij ze voor het vangen van in de zeebodem levende schelpdieren, omvattende de volgende stappen: - het in vloeibare toestand brengen van een laag van de zeebodem door het met tenminste een waterstraal spuiten op de zeebodem; - het naar een zeefinrichting voeren van het aldus ontstane mengsel van water, zeebodem en schelpdieren; en - het uit dit mengsel zeven van de schelpdieren, waarbij het mengsel door middel van een luchtlift naar de zeefinrichting wordt bewogen, met het kenmerk, dat de werkwijze is gericht op schelpdieren van de soort die als "scheermessen" (ensis) bekend staat, en dat een waterstraal aan de luchtlift wordt toegevoerd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zeebodem op een diepte groter dan tien meter in vloeibare toestand wordt gebracht.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het mengsel aan een zeefbewerking wordt onderworpen, waarbij de fijne delen op de zeebodem door een zeef heen naar buiten worden gedreven, voordat het mengsel naar een zeefinrichting toe wordt bewogen.
4. Inrichting voor het vangen van schelpdieren, omvattende: - middelen voor het vloeibaar maken van een begrensd gebied van de zeebodem; - een zeefinrichting voor het uit het mengsel zeven van de schelpdieren; en - middelen voor het naar de zeefinrichting voeren van het mengsel van zeebodem, water en schelpdieren, waarbij deze middelen een luchtlift omvatten en middelen voor het aan de luchtlift toevoeren van een waterstraal, met het kenmerk, dat de zeefinrichting is ingericht voor het uitzeven van schelpdieren van de soort die met "scheermessen" (ensis) wordt aangeduid. 1007852
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de middelen voor het vloeibaar maken van de zeebodem zijn ingericht voor het op een diepte groter dan vier meter vloeibaar maken van de zeebodem.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de middelen voor het vloeibaar maken van de zeebodem wordt gevormd door een langs de zeebodem voort te bewegen slede, waarop een pomp is bevestigd die met naar beneden gerichte straalpijpen is verbonden, waarbij de slede door een sleepkabel met een vissersschip is verbonden.
7.Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de slede van gesloten zijwanden en een gesloten voorwand is voorzien, terwijl de bovenzijde en de achterzijde een rooster omvatten.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de slede door middel van een afvoerslang met het vissersschip is verbonden, waarop de zeefinrichting is geplaatst, en dat op het vissersschip een compressor geplaatst is die door middel van een luchtslang verbonden is met de slede, waarbij de luchtslang in de opening van de afvoerslang uitmondt.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat in de slede een doos met een onderplaat is aangebracht, in de onderplaat naar beneden gerichte uitstroomopeningen zijn aangebracht en de pomp in de doos uitmondt.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de pomp tevens uitmondt in de afvoerleiding.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat een achterste deel van de bodem van de slede van een dubbele bodem is voorzien, waarvan de bovenplaat van naar boven gerichte spuitmonden is voorzien en waarbij het inwendige van de dubbele bodem met de pomp is verbonden. 1007852
NL1007852A 1997-12-19 1997-12-19 Werkwijze en inrichting voor het vangen van schelpdieren van de soort öscheermesö. NL1007852C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007852A NL1007852C2 (nl) 1997-12-19 1997-12-19 Werkwijze en inrichting voor het vangen van schelpdieren van de soort öscheermesö.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007852A NL1007852C2 (nl) 1997-12-19 1997-12-19 Werkwijze en inrichting voor het vangen van schelpdieren van de soort öscheermesö.
NL1007852 1997-12-19

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1007852C2 true NL1007852C2 (nl) 1999-06-24
NL1007852A1 NL1007852A1 (nl) 1999-06-24

Family

ID=19766223

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1007852A NL1007852C2 (nl) 1997-12-19 1997-12-19 Werkwijze en inrichting voor het vangen van schelpdieren van de soort öscheermesö.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1007852C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2419615A (en) * 2004-10-28 2006-05-03 Franz Julius Harm Seinen Method of fishing the seabed for shellfish with a dredge
CN102599123A (zh) * 2012-04-06 2012-07-25 林孔焰 贝类采收装置

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2419615A (en) * 2004-10-28 2006-05-03 Franz Julius Harm Seinen Method of fishing the seabed for shellfish with a dredge
GB2419615B (en) * 2004-10-28 2008-05-28 Franz Julius Harm Seinen A method of fishing the seabed for shellfish using a dredge and dredge with means for this
CN102599123A (zh) * 2012-04-06 2012-07-25 林孔焰 贝类采收装置

Also Published As

Publication number Publication date
NL1007852A1 (nl) 1999-06-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN111263583B (zh) 用于贝类的收获系统以及用于从海床收获贝类的方法
JP5502873B2 (ja) 現場対応型の海中ネットクリーニング及び検査装置
JP6626880B2 (ja) 水底上に沈積した可塑性の泥状物質の収集および除去用装置
NL194169C (nl) Werkwijze en inrichting voor het installeren van een holle zuigpaal in de bodem van een water.
US3673716A (en) Compressed air operated apparatus for raising underwater deposits
EP1643830B1 (en) Trawl apparatus
US3599354A (en) Apparatus for removing weeds from soil under water
JP2011520607A (ja) 水面下の表面を洗浄する方法および洗浄設備
US3783535A (en) Apparatus for collecting specimens
JP2020509787A (ja) 揚水システムおよび方法
NL1007852C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vangen van schelpdieren van de soort öscheermesö.
NL1020451C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verzamelen van dieren in of op een waterbodem.
NL1002893C2 (nl) Baggerinrichting.
NL8302042A (nl) Inrichting voor de verwijdering van olieverontreinigingen op water.
WO2004111347A1 (en) Method and apparatus for recovery of oil spills
RU2013497C1 (ru) Землесосный снаряд
JP3670063B2 (ja) 海苔洗浄方法および海苔洗浄装置
AU736847B3 (en) Waterway cleaning
US20130180930A1 (en) Method and apparatus for recovering spilled oil from bodies of water
NL1015160C2 (en) Marine vessel for creating groove in underwater bed has ladder supporting cutting head in which is pressure conduit with spray mouthpiece, together with devices for holding pressure
US721851A (en) Apparatus for extricating stranded vessels.
RU185110U1 (ru) Устройство для добычи водорослей
JP2023077188A (ja) 浮遊物除去装置
JP6807114B2 (ja) 水草除去装置
AU3314699A (en) Pond waste extractor

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110701