NL9402001A - Inrichting voor het schouwen van eieren op de aanwezigheid van bloed. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting voor het schouwen van eieren op de aanwezigheid van bloed

De uitvinding heeft betrekking op inrichting volgensde aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld beschrevenin US-A-4 063 822.

Een probleem van de bekende inrichting wordt gevormddoor de afscherming van de detectiemiddelen tegen strooilicht,dat wil zeggen licht dat niet via het ei wordt doorgelatenmaar dat direkt of via reflectieoppervlakken op de detectie¬middelen valt. Voor een goede werking van de schouwinrichtingis het van belang dat de hoeveelheid strooilicht die op dedetectiemiddelen valt tot een minimum wordt beperkt. InUS-A-2 987 182 is hiertoe het traject waarlangs de eierenworden voortbewogen althans ten dele afgeschermd door eenlichtdichte tunnel, waarbij aan de ene zijde van het trajecteen lichtbron is opgesteld en aan de andere zijde detectie¬middelen. Door aanwezigheid van de tunnel zullen de detectie¬middelen slechts weinig strooilicht opvangen. Desalnietteminblijven de detectiemiddelen een bepaalde hoeveelheid strooi¬licht opvangen zodat deze oplossing nog niet geheelbevredigend is. Bovendien is de oplossing alleen op geschiktewijze uitvoerbaar wanneer slechts één voortbewegingstrajectaanwezig is. Bij meerdere parallelle voortbewegingstrajectenzal de ruimte die wordt ingenomen door de lichtbron en dedetectiemiddelen tot grote onderlinge afstand van de trajectenleiden of tot een grote lengte van het traject waarlangsdetectiemiddelen zijn opgesteld.

De uitvinding beoogt een inrichting zonder de hier¬boven beschreven nadelen. Een inrichting derhalve waarmeeeieren automatisch kunnen worden geschouwd, waarbij op dedetectiemiddelen geen of nauwelijks strooilicht valt en diebovendien zeer compact kan worden uitgevoerd bij zowel eenenkel voortbewegingstraject als bij een aantal parallellevoortbewegingstrajecten.

De inrichting wordt hiertoe gekenmerkt door demaatregelen van conclusie 1.

Een over deze kenmerken beschikkende inrichting kanzeer compact worden uitgevoerd en biedt het voordeel dat metbehulp van deze inrichting zeer snel schouwmetingen kunnenworden verricht zonder dat strooilicht de meting verstoort.Door aanwezigheid van de trommel, waarin de detectiemiddelenzijn opgenomen, kunnen een aantal metingen tegelijkertijdworden uitgevoerd aan zich, in parallelle trajecten voort¬bewegende eieren. Doordat de balgen gedurende enige tijdlichtdicht op een te inspecteren ei aansluiten kan de metingzeer wel worden uitgevoerd op zich continu voortbewegendeeieren. Het is echter vanzelfsprekend tevens mogelijk metingente verrichten aan zich discontinu voortbewegende eieren.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschrevenin de volgconclusies en zullen aan de hand van een uit-voeringsvoorbeeld van de inrichting, onder verwijzing naar detekening, verder worden verduidelijkt.

Figuur 1 toont een axiaal doorsnede-aanzicht door deschouwinrichting over lijn I-I uit figuur 2; en figuur 2 toont een radiaal doorsnede-aanzicht overlijn II-II uit figuur 1.

Het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de inrichtingvoor het op de aanwezigheid van bloed schouwen van eieren diezich voortbewegen langs een traject Tl, T2 is voorzien van tenminste één lichtbron 1 voor het beschijnen van het teinspecteren ei E en van detectiemiddelen 2 voor het bepalenvan de hoeveelheid door het ei vallende licht. Teneinde teverhinderen dat de detectiemiddelen strooilicht opvangen datniet de inhoud van een te inspecteren ei E heeft gepasseerd,zijn volgens de uitvinding de detectiemiddelen 2 opgenomen ineen lichtdichte trommel 4 die roterend aandrijfbaar is rondeen vaste as 3. In het mantelvlak 4a van de trommel 4 zijn eenaantal lichtdoorlaatopeningen 5 aangebracht die elk zijn voor¬zien van een balg 6 die is vervaardigd uit lichtdichtmateriaal. De balg 6 is bij voorkeur enigszins harmonicavormigzodat deze afmetingsverschillen tussen verschillende eieren kan opvangen door een meer of mindere mate van indrukking. Detrommel 4 heeft in bedrijf een zodanige rotatiesnelheid dat devan de trommel 4 afgekeerde einden van de balgen 6 eensnelheid vl hebben die overeenstemt met de voortbewegings-snelheid v2 van de te inspecteren eieren. Daarbij zijn detrommel 4 met de balgen 6 zodanig opgesteld ten opzichte vanhet traject Tl, T2 waarlangs de eieren zich voortbewegen, datin bedrijf de balgen telkens gedurende een deel van het voort-bewegingstraject Tl, T2 van de eieren E aansluiten op een teinspecteren ei E. Tevens zijn de detectiemiddelen zodanig inde trommel 4 opgesteld dat deze slechts licht opvangen dat viahet te inspecteren ei waarop de balg 6 aansluit en via de bijdie balg behorende lichtdoorlaatopening 5 in de trommel 4valt.

In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is de trommelvoorzien van twee series lichtdoorlaatopeningen die zich elkin een radiaal doorsnedevlak PI, P2 van de trommel 4 bevinden,in welke vlakken PI, P2 zich tevens de trajecten Tl, T2bevinden waarlangs de eieren E zich voortbewegen. In hetonderhavige uitvoeringsvoorbeeld bevat elke serie acht licht¬doorlaatopeningen 5 met een overeenkomstig aantal balgen 6.Ondanks het feit dat de trajecten Tl, T2 waarlangs de eieren Ezich voortbewegen dicht naast elkaar liggen kunnen de beidetrajecten eieren toch tegelijkertijd geschouwd worden zonderdat strooilicht afkomstig van de ene schouwmeting de andereschouwmeting beïnvloedt. Door aanwezigheid van de trommel metde daarin afzonderlijk opgenomen detectoren 2 kan de schouw-inrichting zeer compact worden uitgevoerd.

Zoals duidelijk is weergegeven in figuur 1 is deinrichting per serie lichtdoorlaatopeningen 5 voorzien van eendetector 2. Elke detector 2 bevindt zich in een comparti¬ment 7a, 7b dat zodanig is uitgevoerd dat hierin slechts lichtkan treden dat afkomstig is van een lichtdoorlaatopening 5waarvan de balg 6 aansluit op een te inspecteren ei E. Hetcompartiment 7a, 7b wordt begrensd door de trommelwand 4a, 4ben enkele met de vaste as 3 verbonden lichtdichte schotten 8.Door aanwezigheid van de schotten 8 wordt verhinderd dat licht dat via andere doorlaatopeningen 5, waarvan de balg niet aan¬sluit op een te inspecteren ei, niet op de detectiemiddelen 2valt.

In een praktische uitvoeringsvorm is de trommel 4gelegerd op een holle, vaste as 3, zodat de bedrading 9, diede detectiemiddelen verbindt met een verwerkings- ofbesturingsinrichting, daarin kan worden opgenomen. Daarbij isde aandrijving 10 van de trommel 4 gesynchroniseerd met deaandrijving van de transporteur 11 met behulp waarvan deeieren worden voortbewogen langs het of elk voortbewegings-traject Tl, T2. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordtde aandrijving 10 van de trommel gevormd door een kettingwieldat dynamisch is gekoppeld met een aandrijfas van detransporteur 11.

De vaste as 3 is verbonden met een frame 12 dat opstabiele wijze is gekoppeld met de transporteur 11, zodat derelatie tussen de trommel 4 en de transporttrajecten Tl, T2vastligt.

De verwerkings- en/of besturingsinrichting waarmee dedetectiemiddelen 2 zijn verbonden is zodanig uitgevoerd dateen meting aan een te inspecteren ei wordt uitgevoerd op hetmoment dat een balg 6 volledig lichtdicht aansluit op het teinspecteren ei E. Zo kan in enkele milliseconden een metingworden verricht zonder dat deze meting wordt beïnvloed doorstrooilicht.

De uitvinding verschaft derhalve een zeer compacteinrichting voor het schouwen van eieren, met behulp waarvangedurende continu en discontinu transport met grote snelheidde eieren kunnen worden geschouwd.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tothet weergegeven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diversewijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn.

Zo kan de trommel bijvoorbeeld zijn voorzien van meer dan tweeseries doorlaatopeningen 5 of slechts van één serie doorlaat¬openingen 5. Het aantal voortbewegingstrajecten is vanzelf¬sprekend telkens gelijk aan het aantal series doorlaat¬openingen 5. Het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de transporteur 11 is voorzien van grijpers voor het opnemen vande eieren, het zal echter duidelijk zijn dat de inrichtingtevens kan worden toegepast bij een rollentransporteur.

Essentieel is dat door aanwezigheid van de trommelschouwmetingen op snelle wijze kunnen worden uitgevoerd metbehulp van zeer compacte inrichting zonder dat de metingenworden beïnvloed door strooilicht.

Claims (8)

1. Inrichting voor het schouwen van zich langs een traject(Tl, T2) voortbewegende eieren (E) op de aanwezigheid vanbloed, voorzien van ten minste één lichtbron (1) voor hetbeschijnen van het te inspecteren ei (E) en detectiemiddelen(2) voor het bepalen van de hoeveelheid door het ei (E)vallende licht, gekenmerkt door een rond een vaste as (3)roterend aandrijfbare, lichtdichte trommel (4) waarin dedetectiemiddelen (2) zijn opgenomen, waarbij de trommel (4) inhet manteloppervlak (4a) is voorzien van een aantal lichtdoor-laatopeningen (5) die elk zijn voorzien van een balg (6) dieis vervaardigd uit lichtdicht materiaal, waarbij de trommel(4) in bedrijf een zodanige rotatiesnelheid heeft dat de vande trommel (4) afgekeerde einden van de balgen (6) eensnelheid (vl) hebben die overeenstemt met de voortbewegings-snelheid (v2) van de te inspecteren eieren, en waarbij detrommel (4) met de balgen (6) zodanig zijn opgesteld ten opzichte van het traject (Tl, T2) waarlangs de eieren (E) zichvoortbewegen, dat in bedrijf de balgen (6) telkens gedurendeeen deel van het voortbewegingstraject (Tl, T2) van de eieren(E) lichtdicht aansluiten op een te inspecteren ei (E), waar¬bij de detectiemiddelen (2) zodanig in de trommel (4) zijnopgesteld dat deze slechts licht opvangen dat via het teinspecteren ei (E) waarop de balg (6) aansluit en via de bijdie balg (6) behorende lichtdoorlaatopening (5) in de trommel(4) valt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat delichtdoorlaatopeningen (5) deel uitmaken van ten minste éénserie lichtdoorlaatopeningen (5), waarbij de lichtdoorlaat-openingen (5) uit één serie zich in een radiaal doorsnedevlak(PI, P2) van de trommel (4) bevinden in welk vlak (PI, P2)zich tevens een traject (Tl, T2) bevindt waarlangs de eieren(E) zich voortbewegen.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, datdeze is voorzien van een aantal series lichtdoorlaatopeningen(5), en waarbij de eieren (E) zich voortbewegen in parallellevoortbewegingstrajecten (Tl, T2).

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk,dat per serie lichtdoorlaatopeningen (5) een detector (2) isvoorzien, waarbij elke detector (2) zich bevindt in eencompartiment (7a, 7b) dat zodanig is uitgevoerd dat hierinslechts licht kan treden dat afkomstig is van een lichtdoor-laatopening (5) waarvan de balg (6) aansluit op een teinspecteren ei (E).

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elkcompartiment (7a, 7b) wordt begrensd door de trommelwand (4a,4b) en enkele met de vaste as (3) verbonden lichtdichteschotten (8) .

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, methet kenmerk, dat de vaste as (3) een holle as (3) is waarinbedrading (9) is opgenomen die de detectiemiddelen (2)verbindt met een verwerkings- en/of besturingsinrichting.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies met hetkenmerk, dat de aandrijving (10) van de trommel (4) isgesynchroniseerd met de aandrijving van een transporteur (11)met behulp waarvan de eieren worden voortbewogen langs het ofelk voortbewegingstraject (Tl, T2) .

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, methet kenmerk, dat een meting aan een te inspecteren ei (E)wordt uitgevoerd op het moment dat een balg (6) vollediglichtdicht aansluit op het te inspecteren ei (E).