NL8403213A - Inrichting voor het schouwen van voorwerpen, zoals broedeieren. - Google Patents

Description

* .· · * VO 6617 -1-

Titel: inrichting voor het schouwen van voorwerpen, zoals broedeieren.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het schouwen van voorwerpen, zoals broedeieren, aangevoerd op een zogenaamd broedraam, waarop de eieren in naast elkaar gelegen rijen zijn opgesteld, voorzien van een aantal telkens 5 uit een lichtbron en een sensor bestaande lichtmeetsystemen, waarmee de lichtdoorlating door een ei kan worden gemeten: daar een bevrucht ei meer licht absorbeert dan een onbevrucht ei, is de mate van absorptie i.c. transmissie een maat voor het al dan niet bevrucht zijn van het ei.

10 Bij een dergelijke uit het Franse octrooischrift 2.455.282 bekende inrichting van de in de aanhef genoemde soort worden tegelijkertijd meerdere naast en achter elkaar gelegen eieren gemeten. Bij deze bekende inrichting zijn de lichtbronnen opgesteld in een telkens naar het te meten 15 voorwerp beweegbare zuignap: hiermee is getracht om vals licht en reflectie van naast elkaar gelegen eieren, waardoor beïnvloeding van de meting, te voorkomen. Dit laatste nu blijkt in de praktijk onvoldoende het geval te zijn: het uit een ei tredende licht kan ook de naast liggende sensor 20 bereiken.

De uitvinding beoogt de bekende inrichting te verbeteren.

Hiertoe vertoont een inrichting van de in de aanhef genoemde soort het kenmerk, dat de lichtmeetsystemen in een zodanig onderling patroon zijn opgesteld, dat de telkens 25 ce meten en op het broedraam gelegen voorwerpen ten opzichte van elkaar worden afgeschermd door naastliggende voorwerpen.

Er is hier dus sprake van een natuurlijke afscherming van de voorwerpen, ten einde beïnvloeding van de meting door naastliggende voorwerpen te voorkomen.

3Θ In verdere uitwerking van de uitvinding kunnen de op het broedraam gelegen eieren, tijdens een contactloos transport daarvan tussen de lichtbronnen en sensoren door, worden gemeten. Doordat geen contact tussen het meetsysteem 14 2 3 2 13--------- —.....-.......- —................

-2- en het te meten voorwerp, i.c. het broedraam met broedeieren aanwezig is, kan dit continu worden getransporteerd en gemeten, waardoor een hoge capaciteit van de inrichting wordt bereikt.

5 Verder kan aan de ene zijde van elke lichtbron een condensorlens en aan de "andere zijde een holle spiegel zijn opgesteld, waarbij aan een naar de lichtbron toegekeerde zijde van elke sensor opgesteld diafragma, bestaande uit twee of op afstand boven elkaar opgestelde, met diafragma-10 openingen uitgeruste platen.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal thans, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het schouwen van broedeieren worden beschreven. In de tekening toont: 15 Fig. 1 een schematisch bovenaanzicht van een met de inrichting volgens de uitvinding uitgeruste meetplaats; fig. 2 een schematisch zijaanzicht van een deel van het meetsysteem·, toegepast bij de inrichting volgens fig.

L en 20 fig. 3 een schematisch bovenaanzicht van de meetin- richting met daarin de onderlinge opstelling van de meetsystemen .

Volgens de tekening (fig. 1) is een meetplaats 1 uitgerust met een kettingtransporteur 2. Met behulp van de 25 kettingtransporteur wordt een broedraam 3 in de met een pijl aangegeven richting toegevoerd aan een meetinrichting 4. Stroomafwaarts van de meetinrichting 4 worden de bebroede en de niet-bebroede eieren afzonderlijk afgevoerd: een en ander is in fig. 1 weergegeven door een tweetal aan 30 de stroomafwaartse zijde van de meetplaats 1 gestreep-stippeld en naast elkaar getekende broedramen.

Zoals uit fig..2 blijkt, bestaat elk meetsysteem in wezen uit een lamp of lichtbron 5 en een sensor 6, welke elementen op een zodanige afstand van elkaar zijn opgesteld, 35 dat daartussendoor de op een niet-weergegeven broedraam gelegen eieren 7 vrij kunnen passeren.

Volgens fig. 2 bevindt zich onder de lichtbron 5 een holle 840 3 2 1 3............................. ................

-3- m spiegel 8 en boven de lichtbron een in een huis 10 opgenomen condensorlens 11.Boven het ei 7, doch beneden de sensor 6 bevinden zich twee platen 12 resp. 13, uitgerust met in lijn gelegen diafragmaopeningen 14 resp..15.

5 Fig. 3 welke een schematisch bovenaanzicht van de meetinrichting weergeeft, toont de onderlinge opstelling van de sensoren 6 met verticaal daaronder de lichtbronnen 5. In fig. 3 zijn een aantal van de in rijen naast elkaar op een broedraam opstelde en door de meetinrichting gevoer-10 de eieren gestreept weergegeven. De sensoren 6 zijn met getrokken lijnen weergegeven. Dit deze opstelling blijkt duidelijk, dat de meetsystemen 5, 6 zodanig zijn gerangschikt, dat er steeds een voorwerp i.c. ei tussen twee meetsystemen staat: door deze natuurlijke afscherming zal 15 geen strooilicht (in fig. 2 met 16 aangegeven) van het ene te meten ei een sensor van een ander te meten ei bereiken.

Door tussen het te meten voorwerp i.c. ei en de sensor op afstand van elkaar twee elk met een diafragmaopening uitgeruste platen op te stellen, wordt een minimale licht-20 reflectie en dus nauwkeurige meting, gewaarborgd.

Doordat het broedraam met de eieren tijdens het transport vrij is van de lichtbronnen en sensoren, kunnen de eieren tijdens het transport worden gemeten, waardoor een hoog rendement van de inrichting is gewaarborgd.

25 Het zal duidelijk zijn, dat binnen het raam van de uitvindingsgedachte een groot aantal wijzigingen mogelijk is.

30 8403213 35

Claims (3)

1. Inrichting voor het schouwen van voorwerpen, zoals broedeieren, aangevoerd op een z.g. broedraam, waarop de eieren in naast elkaar gelegen rijen zijn opgsteld, voorzien van een aantal telkens uit een lichtbron en een sensor 5 bestaand lichtmeetsystemen, met het kenmerk, dat de lichtmeet-systemen in een zodanig onderling patroon zijn opgesteld, dat de telkens te meten en op het broedraam gelegen voorwerpen ten opzichte van elkaar worden afgeschermd door naastliggende voorwerpen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de op het broedraam gelegen eieren, tijdens het transport tussen de lichtbronnen en sensoren door, contactloos worden gemeten.

2 s * % -4-

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij aan de 15 ene zijde van elke lichtbron een condensorlens en aan de andere zijde een holle·spiegel is opgesteld, gekenmerkt door een aan een naar de lichtbron toegekeerde zijde van elke sensor opgesteld diafragma, bestaande uit twee of op afstand boven elkaar opgesteède, met diafragmaopeningen 20 uitgeruste platen. 8403213