NL9401941A

NL9401941A - Inrichting voor het reinigen en afdichten van een drukkop, een drukinrichting voorzien van een dergelijke inrichting, alsmede een werkwijze voor het toepassen daarvan.

Info

Publication number: NL9401941A
Application number: NL9401941A
Authority: NL
Inventors: Paulus Maria Schut; Hermanus Marinus Ignatius Koot
Original assignee: Techniku B V
Priority date: 1994-11-21
Filing date: 1994-11-21
Publication date: 1996-07-01
Also published as: DE69508432D1; EP0799135B1; DE69508432T2; ATE177686T1; WO1996015908A1; EP0799135A1

Description

Titel: Inrichting voor het reinigen en afdichten van een drukkop, een drukinrichting voorzien van eendergelijke inrichting, alsmede een werkwijze voor hettoepassen daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor hetreinigen en afdichten van ten minste één drukkop, welkeinrichting is voorzien van een veegelement voor het schoonve¬gen van het oppervlak van de drukkoppen met de spuitopeningen,van aandrijfmiddelen voor het verplaatsen van de inrichtingtussen een rustpositie en een afdichtpositie, verder is voor¬zien van ten minste één afdichtkamer met een veerkrachtigafdichtelement dat tegen het oppervlak van de drukkoppen metde spuitopeningen persbaar is teneinde een afgesloten ruimtete vormen, welke de spuitopeningen afdekt, waarbij de afgeslo¬ten ruimte is verbonden met een pompinrichting voor het leeg¬zuigen van de spuitopeningen en de afdichtkamers, een drukin¬richting voorzien van een dergelijke inrichting, alsmede eenwerkwijze voor het toepassen daarvan.

Een dergelijke inrichting voor het reinigen en afdichtenvan een drukkop is bekend uit de Europese octrooiaanvrage0 574 268. Een inrichting voor het reinigen en afdichten vaneen drukkop wordt gewoonlijk aangeduid als een reinigings- enafdichtstation en afgekort tot "RDS". In de bovengenoemdeEuropese octrooiaanvrage wordt een RDS beschreven met vierafdichtkamers, welke zijn verbonden met een gemeenschappelijkeafzuigpomp. Indien de drukinrichting wordt uitgeschakeld,worden de drukkoppen eerst met behulp van een veegelementschoongeveegd en vervolgens wordt het RDS tegen de drukkoppenaangedrukt. De vier afdichtkamers dichten daarbij de drukkop¬pen af en de overtollige inkt kan worden afgezogen door hetcreëren van een vacuüm in de afdichtkamers.

Een nadeel van een dergelijk RDS is dat in de rustposi¬tie, als de drukinrichting in werking is, de afdichtkamersvervuild raken met stofdeeltjes. Deze stofdeeltjes zijn afkom¬stig van het papier dat door de drukinrichting wordt geleid omte worden bedrukt. De stofdeeltjes zuigen de in de afdichtka- mers aanwezige overtollige inkt op, waardoor de afmetingen vandergelijke deeltjes toenemen. Door de steeds kleinere afmetin¬gen van de drukkoppen zijn de RDS's ook kleiner geworden. Metname de afdichtkamers en de slangen van de afzuigpomp zijngevoelig voor verstoppingen.

De uitvinding beoogt een inrichting voor het reinigen enafdichten te verschaffen die de bovengenoemde nadelen nietheeft.

De inrichting volgens de uitvinding wordt daartoe geken¬merkt doordat de inrichting is voorzien van een afdekking,welke voor de afdichtkamers brengbaar is en deze in de rustpo-sitie afschermt tegen vervuiling.

Hiermee worden de afdichtkamers in de rustpositie van hetRDS afgedekt en kunnen er tijdens de werking van de drukin-richting geen stofdeeltjes in de afdichtkamers terechtkomen.Deze maatregel waarborgt derhalve een continue storingvrije enbetrouwbare werking van het RDS.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de afdekkinggevormd door één of meerdere op- en afrolbare elementen c.q.in- en uitvouwbare elementen. Doordat de afdichtelementenoprolbaar zijn, kunnen de afmetingen van het RDS beperktworden gehouden.

Een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van de afdekkingwordt gevormd door een rolscherm. Een dergelijk rolscherm kanzijn vervaardigd van een dun en licht, doch sterk materiaal.

Volgens de uitvinding is verder voorzien dat elkeafdichtkamer is aangesloten op een eigen afzuigpomp. Hierdoorkan men in de afdichtkamers sneller een vacuüm aanbrengen enis het vacuüm of de onderdruk in alle afdichtkamers nagenoegeven groot.

Bij voorkeur voert men de afzuigpomp zodanig uit dat dezewordt gevormd door een viervoudige slangenpomp met één gemeen¬schappelijke aandrijfas. De diameter van de slangenpomp kandaardoor klein zijn en de slangenpomp is in het RDS in tebouwen. Bovendien kan op deze wijze de pomp zo dicht mogelijkbij het afzuigpunt van de afdichtkamer worden geplaatst.

Hierdoor is in de afdichtkamers sneller een vacuüm aan tebrengen.

Teneinde de afmetingen van het RDS zo beperkt mogelijk tehouden is het voordelig dat de inrichting is voorzien vanmeerdere, bij voorkeur drie verschillende aandrijfmiddelen. Deoverbrengingen tussen de motor en het aan te drijven onderdeelkunnen qua afmeting beperkt worden gehouden, doordat deafstand tussen de aandrijfmotor en het aan te drijven onder¬deel zo klein mogelijk is. Doordat elk onderdeel een eigenaandrijving heeft, kan worden volstaan met het onderbrengenvan drie kleine elektromotoren in het RDS.

Een voordelige uitvoeringsvorm van de aandrijfmiddelenwordt gekenmerkt doordat door middel van eerste aandrijfmidde¬len de inrichting langs een rechtgeleiding tussen de rustposi-tie en de afdichtpositie verplaatsbaar is en doordat doormiddel van tweede aandrijfmiddelen alle afzuigpompen aandrijf-baar zijn. Voorts doordat door middel van derde aandrijfmidde¬len het veegelement tussen de start- en eindpositie verplaats¬baar is, waarbij tegelijkertijd de afdekking op- en afrolbaaris.

Op voordelige wijze wordt bij het afrollen van de afdek¬king met behulp van de derde aandrijfmiddelen een veer gespan¬nen, welke dient voor het weer oprollen van de afdekking.Hierdoor staat de afdekking in de afgerolde stand onder span¬ning en dicht deze de afdichtkamers goed af. Bovendien bevor¬dert de veer het weer strak oprollen van de afdekking.

De uitvinding heeft verder betrekking op een drukinrich-ting voorzien van een RDS volgens de uitvinding, gekenmerktdoordat de positie van de inrichting ten opzichte van de druk-koppen instelbaar is en de afzuigpompen van de inrichting, naeen verdeelstuk, zijn aangesloten op een verzamelreservoir inde drukinrichting. Van het verdeelstuk loopt één leiding naarhet vast in de drukinrichting opgestelde verzamelreservoirvoor de overtollige inkt.

De uitvinding heeft bovendien betrekking op een werkwijzevoor het toepassen van een RDS volgens de uitvinding in eendrukinrichting, gekenmerkt doordat na het inschakelen van de drukinrichting het RDS van de zesde stand of afdichtpositienaar de eerste stand of rustpositie wordt bewogen en hetveegelement naar de eindpositie wordt verplaatst; envervolgens: - het RDS naar de vijfde stand wordt bewogen; - nadat de drukinrichting een drukopdracht heeft ontvangen; - het RDS naar de vierde stand wordt bewogen; - de afzuigpompen worden ingeschakeld; - de spuitopeningen worden open gespoten door kort tesproeien; - de afzuigpompen worden uitgeschakeld; - het RDS naar de eerste stand wordt bewogen; - het veegelement naar de startpositie wordt verplaatst,waarbij de afdekking wordt afgerold; - waarna de drukinrichting gereed is om te drukken.

Indien de drukinrichting een drukopdracht heeft ontvan¬gen, wordt de werkwijze van het RDS gekenmerkt doordat dedrukkoppen eerst worden ontlucht en gevuld met vloeistofindien: a. de drukinrichting net is aangezet; of b. de drukkoppen langer dan 24 uur niet zijn ontlucht; of c. de drukinrichting langer dan 6 uur geleden voor het laatstis aangezet.

Vervolgens wordt indien de drukkoppen worden ontlucht engevuld met vloeistof, de werkwijze van het RDS gekenmerktdoordat hierbij: - het RDS in de zesde stand of afdichtpositie wordt bewogen; - de afzuigpompen worden ingeschakeld; - het RDS in de tweede stand wordt bewogen; - het veegelement naar de startpositie wordt verplaatst,waarbij de afdekking wordt afgerold; - het RDS in de derde stand wordt bewogen; - het veegelement naar de eindpositie wordt verplaatst,waarbij de afdekking wordt opgerold en de drukkoppen doorhet veegelement worden schoongeveegd; - de afzuigpompen worden uitgeschakeld.

De werkwijze van het RDS wordt voorts gekenmerkt doordatna elke 100 drukopdrachten: - de afdekking wordt opgerold, waarbij het veegelement naar deeindpositie wordt verplaatst; - het RDS naar de vierde stand wordt bewogen; - de afzuigpompen worden ingeschakeld; - de spuitopeningen worden doorgespoten door kort te sproeien; - de afzuigpompen worden uitgeschakeld; - het RDS naar de eerste stand wordt bewogen; - het veegelement naar de startpositie wordt verplaatst,waarbij de afdekking wordt afgerold; - waarna de drukinrichting gereed is om te drukken.

De werkwijze van het RDS wordt tenslotte gekenmerktdoordat na het beëindigen van de drukopdrachten: - het veegelement naar de eindpositie wordt verplaatst,waarbij de afdekking wordt opgerold; - het RDS naar de vijfde stand wordt bewogen; en - indien de netspanning wordt afgeschakeld gaat het RDS naarde zesde stand of afdichtpositie, waarbij de ventielen zijngesloten.

Een uitvoeringsvorm van een inrichting voor het reinigenen afdichten van een drukkop, alsmede een werkwijze voor hettoepassen van een inrichting voor het reinigen en afdichten(RDS) volgens de uitvinding in een drukinrichting, zal hieron¬der nader worden toegelicht aan de hand van een RDS. Hierintoont: fig. 1 een zijaanzicht van een RDS volgens de uitvinding;fig. 2 een aanzicht volgens pijl C in fig. 1 van een RDSvolgens de uitvinding; en fig. 3 een doorsnede van een afdichtkamer van een RDSvolgens de uitvinding.

In fig. 1 is een zijaanzicht weergegeven van een RDS 1volgens de uitvinding. Aan de voorzijde van het RDS 1 is eenveegelement 2 aangebracht dat langs een rechtgeleiding 7, 7'tussen een start- en een eindpositie (A, B) beweegbaar is.Indien het veegelement 2 vanuit de startpositie A naar deeindpositie B (gestippeld weergegeven) wordt bewogen neemt dit veegelement 2 een rolscherm 6 mee, dat met één uiteinde aanhet veegelement 2 is bevestigd. Het veegelement 2 wordt aange¬dreven via een elektromotor 9 (niet weergegeven) en een riem8. De riem 8 loopt over een schijf die vast met eenschroefspindel 7' is verbonden. De schroefspindel 7' maaktdeel uit van de rechtgeleiding 7, 7' waarlangs het veegelement2 beweegbaar is.

Zoals in fig. 2 is weergegeven is de voorzijde van hetRDS 1 verder voorzien van vier afdichtkamers 3. Om iedereafdichtkamer 3 loopt een veerkrachtig afdichtelement 4. In deafdichtpositie wordt het RDS 1 tegen de drukkoppen van eendrukinrichting (niet weergegeven) aangedrukt en dichten dezeveerkrachtige afdichtelementen 4 de afdichtkamers 3 af. In derustpositie van het RDS 1, waarbij de drukinrichting inwerking is en kan drukken, bevindt het rolscherm 6 zich in deeindpositie B (gestippeld weergegeven) en dekt daarbij deafdichtkamers 3 af.

Elke afdichtkamer 3 is aangesloten op een eigen afzuig-pomp 5. Hiertoe loopt van elke afdichtkamer 3 een slang naareen viervoudig uitgevoerde slangenpomp 5. Deze slangenpompenzijn op een gemeenschappelijke as aangebracht en kunnen zodoor één aandrijfmotor 10 tegelijkertijd worden aangedreven.Door deze bouwwijze is de viervoudig uitgevoerde slangenpomp 5erg compact en kan eenvoudig in het RDS 1 worden ingebouwd,vlakbij de afdichtkamers 3.

In fig. 1 is ook de derde aandrijfmotor 11 weergegevenwelke het RDS 1 tussen de afdichtpositie en de rustpositie(gestippeld weergegeven) kan verplaatsen.

Een doorsnede van een afdichtkamer 3 van een RDS 1 is infig. 3 weergegeven. De afdichtkamers 3 zijn voorzien van eenvochthoudend element 13, dat zorgt voor een constante rela¬tieve luchtvochtigheid in de afdichtkamers 3. Hierdoor wordtvoorkomen dat de inkt in de drukkoppen kan uitdrogen gedurendede periode dat de drukinrichting niet wordt gebruikt en dedrukkoppen door het RDS worden afgedicht. De afdichtkamers 3zijn beweegbaar aangebracht in het RDS 1. In de afgebeeldestand worden de afdichtkamers 3 door veren 14 naar buiten gedrukt en hebben ze een open verbinding met de omgeving viade openingen 15. De openingen 15 zijn afsluitbaar door middelvan ventielen 16, welke in het verlengde van de openingen zijnaangebracht. Indien het RDS 1 tegen de drukkoppen wordt aange¬drukt om deze af te dichten, worden de afdichtkamers tegen deveerdruk van de veren 14 iets naar binnen gedrukt. In dezestand worden de openingen 15 afgedicht door de ventielen 16.Door het inschalen van de afzuigpompen 5 is vervolgens in deafdichtkamers 3 een vacuüm aan te brengen.

Een nadeel van een gebruikelijk RDS is dat in de rustpo-sitie, als de drukinrichting in werking is, de afdichtkamers 3vervuild raken met stofdeeltjes. Deze stofdeeltjes zijn afkom¬stig van het papier dat door de drukinrichting wordt geleid omte worden bedrukt. De stofdeeltjes zuigen de in de afdichtka¬mers 3 aanwezige overtollige inkt op, waardoor de afmetingenvan dergelijke deeltjes toenemen. Door de steeds kleinereafmetingen van de drukkoppen zijn de RDS's ook kleiner gewor¬den. Met name de afdichtkamers 3 en de slangen van deafzuigpomp 5 zijn gevoelig voor verstoppingen.

De inrichting 1 volgens de uitvinding wordt daartoegekenmerkt doordat de inrichting is voorzien van een afdekking6, welke voor de afdichtkamers 3 brengbaar is en deze in derustpositie afschermt tegen vervuiling.

Hiermee worden de afdichtkamers 3 in de rustpositie vanhet RDS 1 afgedekt en kunnen er tijdens de werking van dedrukinrichting geen stofdeeltjes in de afdichtkamers 3terechtkomen. Deze maatregel waarborgt derhalve een continuestoringvrije en betrouwbare werking van het RDS 1.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de afdekking 6gevormd door één of meerdere op- en afrolbare elementen c.q.in- en uitvouwbare elementen. Doordat de afdichtelementenoprolbaar zijn, kunnen de afmetingen van het RDS 1 beperktworden gehouden.

Een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van de afdekking6 wordt gevormd door een rolscherm. Een dergelijk rolscherm 6kan zijn vervaardigd van een dun en licht, doch sterk mate¬riaal .

Volgens de uitvinding is verder voorzien dat elkeafdichtkamer 3 is aangesloten op een eigen afzuigpomp 5.Hierdoor kan men in de afdichtkamers 3 sneller een vacuümaanbrengen en is het vacuüm of de onderdruk in alle afdichtka¬mers 3 nagenoeg even groot.

Bij voorkeur voert men de afzuigpomp 5 zodanig uit datdeze wordt gevormd door een viervoudige slangenpomp met ééngemeenschappelijke aandrijfas. De diameter van de slangenpomp5 kan daardoor klein zijn en de slangenpomp is in het RDS inte bouwen. Bovendien kan op deze wijze de afzuigpomp 5 zodicht mogelijk bij het afzuigpunt van de afdichtkamers 3 wor¬den geplaatst. Hierdoor is in de afdichtkamers sneller eenvacuüm aan te brengen.

Teneinde de afmetingen van het RDS 1 zo beperkt mogelijkte houden is het voordelig dat de inrichting is voorzien vanmeerdere, bij voorkeur drie verschillende aandrijfmiddelen. Deoverbrengingen tussen de motor en het aan te drijven onderdeelkunnen qua afmeting beperkt worden gehouden, doordat deafstand tussen de aandrijfmotor en het aan te drijven onder¬deel zo klein mogelijk is. Doordat elk onderdeel een eigenaandrijving heeft, kan worden volstaan met het onderbrengenvan drie kleine elektromotoren in het RDS.

Een voordelige uitvoeringsvorm van de aandrijfmiddelenwordt gekenmerkt doordat door middel van eerste aandrijfmidde¬len 11 de inrichting 1 langs een rechtgeleiding tussen derustpositie en de afdichtpositie verplaatsbaar is en doordatdoor middel van tweede aandrijfmiddelen 10 alle afzuigpompen 5aandrijfbaar zijn. Voorts doordat door middel van derde aan¬dri jfmiddelen 8, 9 het veegelement 2 tussen de start- en eind¬positie A, B verplaatsbaar is, waarbij tegelijkertijd deafdekking 6 op- en afrolbaar is.

Op voordelige wijze wordt bij het afrollen van de afdek¬king 6 met behulp van de derde aandrijfmiddelen 8, 9 een veer gespannen, welke dient voor het weer oprollen van de afdekking 6. Hierdoor staat de afdekking 6 in de afgerolde stand onderspanning en dicht deze de afdichtkamers 3 goed af. Bovendienbevordert de veer het weer strak oprollen van de afdekking 6.

De uitvinding heeft verder betrekking op een drukinrich-ting voorzien van een RDS volgens de uitvinding, gekenmerktdoordat de positie van de inrichting 1 ten opzichte van dedrukkoppen instelbaar is en de afzuigpompen 5 van de inrich¬ting, na een verdeelstuk, zijn aangesloten op een verzamelre-servoir in de drukinrichting. Van het verdeelstuk loopt éénleiding naar het vast in de drukinrichting opgestelde verza-melreservoir voor de overtollige inkt.

De uitvinding heeft bovendien betrekking op een werkwijzevoor het toepassen van een RDS 1 volgens de uitvinding in eendrukinrichting, gekenmerkt doordat na het inschakelen van dedrukinrichting het RDS 1 van de zesde stand of afdichtpositienaar de eerste stand of rustpositie wordt bewogen en hetveegelement 2 naar de eindpositie B wordt verplaatst; envervolgens: - het RDS 1 naar de vijfde stand wordt bewogen; - nadat de drukinrichting een drukopdracht heeft ontvangen; - het RDS 1 naar de vierde stand wordt bewogen; - de afzuigpompen 5 worden ingeschakeld; - de spuitopeningen worden open gespoten door kort tesproeien; - de afzuigpompen 5 worden uitgeschakeld; - het RDS 1 naar de eerste stand wordt bewogen; - het veegelement 2 naar de startpositie A wordt verplaatst,waarbij de afdekking 6 wordt afgerold; - waarna de drukinrichting gereed is om te drukken.

Vervolgens wordt indien de drukkoppen worden ontlucht engevuld met vloeistof, de werkwijze van het RDS gekenmerktdoordat hierbij: - het RDS 1 in de zesde stand of afdichtpositie wordt bewogen; - de afzuigpompen 5 worden ingeschakeld; - het RDS 1 in de tweede stand wordt bewogen; - het veegelement 2 naar de startpositie A wordt verplaatst,waarbij de afdekking 6 wordt afgerold; - het RDS 1 in de derde stand wordt bewogen; - het veegelement 2 naar de eindpositie B wordt verplaatst,waarbij de afdekking 6 wordt opgerold en de drukkoppen doorhet veegelement 2 worden schoongeveegd; - de afzuigpompen 5 worden uitgeschakeld.

De werkwijze van het RDS wordt voorts gekenmerkt doordatna elke 100 drukopdrachten: - de afdekking 6 wordt opgerold, waarbij het veegelement 2naar de eindpositie B wordt verplaatst; - het RDS 1 naar de vierde stand wordt bewogen; - de afzuigpompen 5 worden ingeschakeld; - de spuitopeningen worden doorgespoten door kort te sproeien; - de afzuigpompen 5 worden uitgeschakeld; - het RDS 1 naar de eerste stand wordt bewogen; - het veegelement 2 naar de startpositie A wordt verplaatst,waarbij de afdekking 6 wordt afgerold; - waarna de drukinrichting gereed is om te drukken.

De werkwijze van het RDS wordt tenslotte gekenmerkt door¬dat na het beëindigen van de drukopdrachten: - het veegelement 2 naar de eindpositie B wordt verplaatst,waarbij de afdekking 6 wordt opgerold; - het RDS 1 naar de vijfde stand wordt bewogen; en - indien de netspanning wordt afgeschakeld gaat het RDS 1 naarde zesde stand of afdichtpositie, waarbij de ventielen 16zijn gesloten.

Claims

1. Inrichting voor het reinigen en afdichten van ten minsteéén drukkop, welke inrichting is voorzien van een veegelementvoor het schoonvegen van het oppervlak van de drukkoppen metde spuitopeningen, van aandrijfmiddelen voor het verplaatsenvan de inrichting tussen een rustpositie en een afdichtposi-tie, verder is voorzien van ten minste één afdichtkamer meteen veerkrachtig afdichtelement dat tegen het oppervlak van dedrukkoppen met de spuitopeningen persbaar is teneinde eenafgesloten ruimte te vormen, welke de spuitopeningen afdekt,waarbij de afgesloten ruimte is verbonden met een pompinrich-ting voor het leegzuigen van de spuitopeningen en de afdicht-kamers, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien vaneen afdekking (6), welke voor de afdichtkamers (3) brengbaaris en deze in de rustpositie afschermt tegen vervuiling.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deafdekking (6) wordt gevormd door één of meerdere op- en afrol¬bare elementen c.q. in- en uitvouwbare elementen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, datde afdekking (6) wordt gevormd door een rolscherm.

4. Inrichting volgens een der conclusies 1-3, met het ken¬merk, dat elke afdichtkamer (3) is aangesloten op een eigenafzuigpomp (5).

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat deafzuigpomp (5) wordt gevormd door een viervoudige slangenpompmet één gemeenschappelijke aandrijfas.

6. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, met het ken¬merk, dat de inrichting is voorzien van meerdere, bij voorkeurdrie verschillende aandrijfmiddelen.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat doormiddel van eerste aandrijfmiddelen (11) de inrichting langseen rechtgeleiding tussen de rustpositie en de afdichtpositieverplaatsbaar is.

8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat doormiddel van tweede aandrijfmiddelen (10) alle afzuigpompen (5)aandrijfbaar zijn.

9. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat doormiddel van derde aandrijfmiddelen (8, 9) het veegelement (2)tussen de start- en eindpositie (A, B) verplaatsbaar is, waar¬bij tegelijkertijd de afdekking (6) op- en afrolbaar is.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat bijhet afrollen van de afdekking (6) met behulp van de derde aan¬dri jfmiddelen een veer wordt gespannen, welke dient voor hetweer oprollen van de afdekking (6).

11. Inrichting volgens een der conclusies 1-10, met het ken¬merk, dat de inrichting meerdere discrete standen kan innementussen de rustpositie en de afdichtpositie.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat deeerste stand de rustpositie is, waarin de afdekking (6) isafgerold zodat de afdichtkamers (3) zijn afgedekt, het veeg¬element (2) zich in de startpositie bevindt en de afzuigpompen(5) zijn uitgeschakeld.

13. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat inde tweede stand de derde aandrijfmiddelen inschakelbaar zijnom de afdekking (6) op- en af te rollen, waarbij het veegele¬ment (2) tussen de start- en de eindpositie wordt bewogen,zonder daarbij te wissen.

14. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat inde derde stand het veegelement (2) langs de drukkoppen beweeg¬baar is.

15. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat inde vierde stand de inrichting zich op geringe afstand van dedrukkoppen bevindt, waarbij de afdekking (6) is opgerold en deafzuigpompen (5) inschakelbaar zijn.

16. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat inde vijfde stand de ventielen (16) zijn geopend en de afdicht-elementen (4) zich in de afdichtpositie bevinden, waarbij deafzuigpompen (5) zijn uitgeschakeld.

17. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat dezesde stand de afdichtpositie is, waarbij de ventielen (16)zijn gesloten, de afdekking (6) is opgerold, het veegelement(2) zich in de eindpositie bevindt en de afzuigpompen (5) voorhet reinigen inschakelbaar zijn.

18. Drukinrichting, voorzien van een inrichting voor hetreinigen en afdichten volgens een der bovenstaande conclusies,met het kenmerk, dat de positie van de inrichting (1) tenopzichte van de drukkoppen instelbaar is en de afzuigpompen(5) van de inrichting, na een verdeelstuk (12), zijnaangesloten op een verzamelreservoir in de drukinrichting.

19. Werkwijze voor het toepassen van een inrichting (1) voorhet reinigen en afdichten (RDS) volgens een der bovenstaandeconclusies in een drukinrichting, gekenmerkt doordat na hetinschakelen van de drukinrichting het ROS (l)‘van de zesdestand of afdichtpositie naar de eerste stand of rustpositiewordt bewogen en het veegelement (2) naar de eindpositie (B)wordt verplaatst; en vervolgens; - het RDS (1) naar de vijfde stand wordt bewogen; - nadat de drukinrichting een drukopdracht heeft ontvangen; - het RDS (1) naar de vierde stand wordt bewogen; - de afzuigpompen (5) worden ingeschakeld; - de spuitopeningen worden open gespoten door kort tesproeien; - de afzuigpompen (5) worden uitgeschakeld; - het RDS (1) naar de eerste stand wordt bewogen; - het veegelement (2) naar de startpositie (A) wordtverplaatst, waarbij de afdekking (6) wordt afgerold; - waarna de drukinrichting gereed is om te drukken.

20. Werkwijze volgens conclusie 19, gekenmerkt doordat nadatde drukinrichting een drukopdracht heeft ontvangen, de druk¬koppen eerst worden ontlucht en gevuld met vloeistof indien: a. de drukinrichting net is aangezet; of b. de drukkoppen langer dan 24 uur niet zijn ontlucht; of c. de drukinrichting langer dan 6 uur geleden voor het laatstis aangezet.

21. Werkwijze volgens conclusie 20, gekenmerkt doordat indiende drukkoppen worden ontlucht en gevuld met vloeistof, hier¬bij: - het RDS (1) in de zesde stand of afdichtpositie wordtbewogen; - de afzuigpompen (5) worden ingeschakeld; - het RDS (1) in de tweede stand wordt bewogen; - het veegelement (2) naar de startpositie (A) wordtverplaatst, waarbij de afdekking (6) wordt afgerold; - het RDS (1) in de derde stand wordt bewogen; - het veegelement (2) naar de eindpositie (B) wordtverplaatst, waarbij de afdekking (6) wordt opgerold en dedrukkoppen door het veegelement (2) worden schoongeveegd; - de afzuigpompen (5) worden uitgeschakeld.

22. Werkwijze volgens een der conclusies 19-21, gekenmerkt doordat na elke 100 drukopdrachten: - de afdekking (6) wordt opgerold, waarbij het veegelement (2)naar de eindpositie (B) wordt verplaatst; - het RDS (1) naar de vierde stand wordt bewogen; - de afzuigpompen (5) worden ingeschakeld; - de spuitopeningen worden doorgespoten door kort te sproeien; - de afzuigpompen (5) worden uitgeschakeld; - het RDS (1) naar de eerste stand wordt bewogen; - het veegelement (2) naar de startpositie (A) wordtverplaatst, waarbij de afdekking (6) wordt afgerold; - waarna de drukinrichting gereed is om te drukken.

23. Werkwijze volgens een der conclusies 19-22, gekenmerkt doordat na het beëindigen van de drukopdrachten: - het veegelement (2) naar de eindpositie (B) wordtverplaatst, waarbij de afdekking (6) wordt opgerold; - het RDS (1) naar de vijfde stand wordt bewogen; en - indien de netspanning wordt afgeschakeld gaat het RDS (1)naar de zesde stand of afdichtpositie, waarbij de ventielen(16) zijn gesloten.